iü!
I
jlieden
RHOUDEH?!
ml met rairomi
i Hoestsiroop,
in flacon» van f 1.— bij
ZESSEN, Schoonhoven
ekende Verkooper».
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
Maandag 17 November 1924.
MENS
Schoonhoven
»EN
FEUILLETON.
:e.
!»3
Kerk.
*1.70 lang
en hooger.
n Tandarts
kade 155.
Dit nummer bestaat uit
TWEE BLADEN.
0, enz.
0, enz.
0, enz.
O,enz.
De nieuwe Burgemeester van Schoonhoven.
Om Eer en Leven.
No. 4894 Maandag 17 November 1924.56e Jaargang
BINNENLAND.
JffKSTE BLAD.
Buitenlandse!! Overzicht.
- het,
,,..1 oorlogstuig. Voor
wordt steeds aangemaakt en na den
HENK
SCHOONHOVEN
(W- g.)
gevestigd
bij-
:lame
(Soa wvotsB)
»lmaker
DHOONHOVEN.
de
aan
R
1
g der maand
Iblaaserdam
isang".
r
o
stond
is
Icolaa»;
PLATEEL
bestaande
te Oouda
TABAKSPOTTEN,
OARETTENKOKERS
ISTE KEUS PLATEEL.
AREN
’ortefeuilles
enz. enz.
S. W. N. VAN NOOTEN, SCHOONHOVEN.
Uitgever».
Telefoon 20. Postch. en Girodienst 18763.
V E A
SCHK
ELEN
pb»d»n
iprjjz»».
n bij aflevering f |8.
stalen f 20.
en OOED VERPAKT
ia prijscourant No. 601
innt Soudrlaankad» 12
IUn 8RAVENHA6E
•rlHK«*qv?orrlH|g
Baron De 8meth schrijft ons over Zijn levensloop/
Onmiddellijk na de benoeming van den Hoog WelGeboren Heer Mr. F. F. Baron
De Smeth, tot Burgemeester der gemeente Schoonhoven, hebben wij ons tot den
nieuwbenoemden titularis gewend met verzoek ons/te willen inlichten en een por
tret te mogen ontvangen.
Burgemeester Ds Smeth was zoo vriendelijk zijn laatste portret ons te doen toe
komen, dat wij hier aan onze lezers aanbieden.
Het was vergezeld van het navolgende schrijven, dat we, met toestemming
van den Burgemeester, hieronder weergeven:
17
„Hm, misschien nog zoo kwaad niet
voor mij, dat ik hem ontmoette. Hij laat
wellicht nog meer verdienen. Ah, ik zal
dien kerel opsporen, de zaak boezemt
mij ook belang in. Ik zou echter toch
wel eens willen weten, wat rol de baron
in deze geschiedenis speelt. Doch geduld,
ik zal het wel te weten komen.”
De man, die de baron tot zijn helper
had aangenomen was iemand vhn een
.goede veertig jaar, waarvan hij, gelijk
wij weten, er een aantal in de gevange
nis had doorgebracht. En zooals wel
duidelijk bleek uit zijn eerste gesprek met
den baron, had hij nog niet zijn geheele
Jchuld ingeboet. Immers, de macht, die
Van Gelselaer op hem uitoefende, berust
te op het feit, dat deze misdaden van
hem kende, waarvoor hij nog gestraft zou
kunnen worden.
En inderdaad, behalve do misdaden,
waarvoor hij gevangenisstraf ondergaan
had, had hij nog dingen op zijn gewe
ten, die hem den hals konden kosten,
indien ze bekend werden.
En baron Van Gelselaer keilde ze.
Hoe hij pr van op de hoogte kwam, be
greep de tuchthuisboef niet.Do voor
vallen, waarop’hij had gezinspeeld, wa-
ren toch al zoo lang geleden en nie
mand kon e r van weten, omdat ze niet
aan het licht gekomen waren. Toch had
de baron gesproken van een kind, dat
ontvoerd was, van oen moord. Hoe was
hij daar achter gekomen. Dit poogde de
Wan tq achterhalen, maar bet gelukte
hem niet, hoewel’hij de hoop niet opgaf
er toch achter te zullen komen.
Maar het was zeer gevaarlijk, dat de
baron pr van wist en wel mocht hij op
tfn hoede zijn. Maar hij niet alleen, nog
Iemand, die in deze zaak betrokken was
Rijswijk, Z.-H.,
14 November 1924.
Aan de redactie van de
Schoonhovensche Courant,
Mijne Heeren,
Uw schrijven bereikte mij
zoojuist, waarop ik mij
haast te antwoorden. De in
gezetenen van Schoonhoven
zijn natuurlijk benieuwd
naar den nieuwen burge
meester. Daarom maak ik
een zeer dankbaar gebruik
van Uw vriendelijk aanbod.
Ingesloten treft U een
photo aan.
Van mijn veelbewogen
levensloop deel ik U het
volgende mede
In Mei 1911 ben Ik In
Leiden in de Rechten ge
promoveerd. In 1912 ben
ik aan de provinciale griffie
van Overijssel te Zwolle
werkzaam gesteld aan de
afdeeling Waterstaat. In
1914 ben ik een jaar ala
res. Ie luit bij het 4e Regt.
Huzaren bij de mobilisatie
opgeroepen, en hebals zooda
nig eenige maanden te
Amersfoort het commando
gehad over de Infanterie
Munitie Trein der 2e Divisie.
In Mei 1915 benoemd tot
burgemeester van Ferwer-
deradeel, in Augustus 1918,
tot burgemeester v Sassen-
heim. Voor deze laatste be
trekking bedankte ik in April 1920 na den dood mijner eerste vrouw. Daarna opge
leid aan de Nationale Bankvereeniging te Leiden werd ik in December 1920 Beer,
van‘de Directie, daarna procuratiehouder van de Holl. Bank voor de Middellandsche
Zee te Constantinopel, alwaar ik tot Januari 1922 werkzaam was. 13 Febr. 1922
werd ik na examen gezantschapsatthché, werkzaam aan het kabinet van den Min.
van Buit. Zaken. In mijn voornemen om in Dec. a.s. aan het examen voor gezant-
schapssecietaris deel te nemen, werd ik verhinderd door een ongeluk, 9 Juli 1.1., met
een motorfiets in militairen dienst te 's-Hertogenbosch. Bij het leeren rijden op den motor
reed ik tegen den instructeur op ea bekwam bij dit zeer ernstig ongeluk een zware
hersenschudding van welke Ik pas een maand hersteld ben.
In Mei 1928 ben ik hertrouwd en heb uit mij» eerste huwelijk 3, uit het tweede
1 kind. (Alle 4 zijn zoons).
Ik ben niet aangesloten bij enne politieke partij, 37 jaar oud.
Met verontschuldigingen voor dit gehaaste geschrijf en de meeste hoogachting
3, OOUDA
naf de Markt)
„Ah, gij zijt bij hem in dienst. Dat is
goed, want op die wijze houden wij voe
ling met hem.”
„En dan, ik werk voor hem. Nu ge be
grijpt, dat ik wellicht een of ander com-
promitteerand werkje voor hem verrich
ten moet. Misschien kom ik achter zijn
Hij heeft, wed ik, ook genoeg te verber
gen en zoo bestaat de- kans, dat wij hem
per slot van rekening nog baas worden”
,Ja, ja/’ knikte de apotheker, „maar
hoe komt die man aan zijn wetenschap.
Hij kan ons gevaarlijk worden. Nu ik
dit weet, heb ik geen rustig uur meer.”
„Gij overdrijft,’ ’antwoordde de ander
en vervolgde toen, terwijl hij zijn stem
het dalen, als vreesde hij, dat iemand
hem hooren zou: „Als er geen ander
middel om hem den mond te snoeren
overblijft, dan is er altijd nog wel zoo’n
drankje, ge weet wel....”
„Zwijg kerel,” riep de apotheker bij
na woest, „zwijg, ik weet daarvan niets
meer, ik wil er niets van weten. Neen,
dat nooit.”
Een smadelijke glimlach ziende op hert
gelaat van den ander, vroeg hij:
„Maar hebl gij dan nooit geen gewre-
tenswroeging gehad?”
„Och, wat dwaasheid. Maar ge zijt
het dan toch in. ieder geval met mij eens,
dat we oppasson moeten. En ik zal op
passen, maar ik zou het toch drommels
graag weten, hoe die baron aan zijn ge
vaarlijke kennis komt.”
„Wie weet,” mompelde de apotheker,
„maar als gij iets ontdekt, stel mij dan
op do hoogte.”
„Ik mag u dus nog eens bezoeken.”
„Dat weet ge wel.”
„Nu goed, ik zal het doen. Wij heb
ben er beiden belang bij, dat die ba
ron zwijgt.”
De apotheker liet zijn bezoeker uit en
groette in den winkel mijnheer Muller
nog eena beleefd, alsof hij met den man
voordeeliga zaken gedaan had. Maar in
Voor verdere inlichtingen worden be
langhebbenden verwezen naar de ontvan
gers der accijnzen
Verblindende autemobielverllchting.
Het Tweede Kamerlid Ter Hall heeft,
den minister van waterstaat de volgen
de vragen gesteld:
1. Is het den minister lekend, dat er
steeds meer slachtoffers vallen door het
gebruik van verblindende fiutomobielver-
lichting?
1, Is het den minister b -kond, uit een
in den loop van October j.l. tot hem ge
richt request, dat er een met-verblinden-
de automiel-verlichting bestaat, en is
zijn excellentie bereid met spoed aan'een
deskundige commissie op te dragen te
onderzoeken 'of die ons schadelijke ver
lichting is toe te passen ,c.q. een onder
zoek in te stellen naa rde middelen tut
beteugeling van het euvel, van gebruik
van verblindende automobielverlichting?
3. Wil de Minister ais na het in vraag
bedoelde onderzoek mocht blijken, dat
er een andere even goede, doch minder
gevaarlijke automobielverlichting moge
lijk is, een verbod doen uitvaardigen tot
gebruik van verblindende automobielver
lichting?
4. Indien de Minister van oordeel mocht
zijn, dat het uitvaardigen van een der
gelijk verbod uitsluitend tot de taak der
gemeentelijke of provinciale besturen be
hoort, wil zijn excellentie dan, zoo noo-
dig in overleg met zijn ambtgenoot van
binnenlandsche zaken en landbouw:
a. waar die besturen tot dusver in
hun taak te kort mochten zijn gescho
ten, zijn invloed aanwenden, opdat zij
alsnog die taak met bekwamen spoed
ter hand nemen?
b. waar die besturen wèl een dergolijk
verbod mochten hebben uitgevaardigd,
doch er niet of slap de hand aan houden,
tusschenbeide komen, opdat een krach
tige handhaving van het verbod gewaar
borgd zij?
Ged Staten van Zuld-Holland. Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland doe
len mede, dat het college zal bestaan uit
twee afdeelingen en dat dj werkzaamhe
den dier afdeelingen zijn verdeeld als
volgt:
Afdeeling A: provinciale en gemeente
lijke financiën, provinciaal personeel, be
lastingen, bezoldiging gemeente-personeel,
onderwijs, land- en tuinbouw, wet op de
paardenfokkerij 1918, armwezen, Jacht
wet en veeartsen, Bankwet, Tiendwet,
Pandhuiswet en Pensioenwet 1922, voor
zoover deze niet aan afdeeling B is op
gedragen
Afdeeling B: Gemeentezaken, fpor zoo
ver deze niet aan afdeeling A opgedragen
plaalselijke strafverordeningen, kerkelij
ke zaken, waterstaat en wegen, water-
schapsaangelegenheden, Pensioenwet
1922, voor zooveel de waterschappen be
treft, Gezondheidswet, nijverheid, dienst
plicht, Woningwet, ïïuurcommisiewet
Ongevallenwet, Landarbeiderswet, strand
vonderij, drinkwatervoorziening en elec-
triciteitsvoorziening.
Tot leden dier afdeelingen zijn be
noemd: afdeeling A: de heeren H. de Wil
de, Mr. V. H. Rutgers en H. J. Borg
hels; afdeeling B: de heeren Mr, J. Lim
burg, Jhr. Mr. L. E. M. von Fisenne en
Mr. J. Schokking.
daan, dat
heel guristig
d*en
Wen
van c
gchrikkeiiiken oorlog heeft men tal
Yan vergaderingen gehad, waarin
gesproken werd, dat de bewapenin
gen moesten verminderei^. Volgens
de conferentie van Washington mo
gen de mogendheden slechts een
beperkt aantal slagschepen hebben.
Sommigf mogendheden hadden te
veel en’moesten opruimen.
AMERIKA moest ^ok offers
brengen. Zoo is Zaterdag hij Vir
ginia Capes in den grond göooord
hot slagschip „Washington"en is
daarmee voldaan aan het verdrag
van Washington. Voor hoevele
duizenden guldens verdween er
toen weer in de diepte. liet ia beter,
S het oorlogstuig wordt’ vernie
tigd, dan dat het wordt aange-
maakt doch beter is het nog als
het in het geheeti niet wordt 'ver
vaardigd.
Gistermorgen om zes uur zijn de
DUIT8CHE spoorwegen in het be
zette gebied door de regie afgestaan
en weer aan Duitsehland zelf over
gedragen Daartnco zijn we dus
weer een belangrijke stap voor
waarts op den weg van herstel.
De agent generaal voor de ver-
'^êdLngTibPtalingen maak$ de sta-
ten van inkomsten en uitgaven voor
Septejnber-October bekend. De in
komsten beliepen 169,712,577 goud-
mfcrk, waarvan meer dan 143 mil-
lioen voor de staten, die recht op
vergoeding hebbp. verbruikt zijn,
Men herinnert Izich de -ontroering
in ENGELAND over den brief, van
den Russischen partijleider Zinow-
jef afkomstig waarin de Engelsche
arbeiders werden aangespoord het
Engelsche gezag omver te werpen.
Thans, nu de Engelsche verkiezin
gen achter den rug zijn, met een
minder gunstigen afloop voor Mac
Donatd, komt een bericht uit RUS
LAND melden, dat deze uitslag de
eendracht in de Russische commu
nistische partij verstoord heeft, en
de leden elkander ongezouten de
waarheid zeggen, en aan elkander
den ongeukkigen afloop dezer ver
kiezingen wijten.
ii --s~.TTT,r"r,"asas=a—^ggs;l",;'Lra:Tl ii, na—cgsaai 1 WL41 1.1' 1 ji'.L'ii'.'imBS.rra—utqca—i inw
8CHOONBOVÏÏ5CHI COURANT.
Deze Courant wordt des Maandag»-, des Woensdags- en des Vrij dagsmiddags uit- i
Maeven. Prijs voor Schoonhoven per 8 maanden f 1 25, franco per post in
Nederland 1 1,50. Over het abonnement wordt in- de eerste maand beschikt.
Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Kantoorhouders en bestaande
tUMcheijpersonen
Prjjs der AdvertentiënMaandag» en Woensdags van 1 tot 6 regels 1,11
iedere regel meer Vrijdag» van 1 tot 6 regels 1,80, iedere regel meer
f 0,20. Bij 8 maal plaatsing, wordt de 3e plaatsing berekend tegen f 0,10 per regel
op Maandag en Woensdag en tegen 0,121/2 per regel op Vrijdag.
Vöor meer plaatsingen, groot aantal regels en condities vrage men tarief.
zijn kantoor teruggekomen en niet meer
onder het oog van zijn bedienden, liet
hij zich met een gebaar van wanhoop en
machteloozen toorn op een stoel vallen.
„Wat een ongelukstijding brengt die
kerel mij daar. Zal het verleden dan
nimmer geheel en al vergeten, begraven
zijn. Blijft die vloek dan altijd op mij
rusten. Het schijnt wel, zoo te zijn, want
sedert dien dag heb ik geen rustig geluk
meer gekend.”
Hij liet zich achterover in de leunstoel
vallen en staarde naar de zoldering. Al
lerlei gedachten en herinneringen door
kruisten zijn brein. Hoe lange jaren was
het al geleden, twintig jaren reeds en
nog herinnerde hij zich, alsof het pas
gebeurd ware,
Als jong apothekersbediende had hij
zich eena vergrepen aan de gelden van
zijn patroon. De diefstal werd ontdekt en
die ontdekking was beslissend voor heel
zijn leven. Hij kwam in, de gevangenis
kort slechts maar lang genoeg om hem
kennis te doen maken met boeven twin
tigmaal slechter dan hij. Na zijn ontslag
uit de gevangenis was het hem eerst
moeilijk zijn brood op eerlijke wijze te
verdienen. Zijn slechte kennissen demora
liseerden hem geheel en zoo gleed hij
al verder af op het hellend vlak der on
deugd. Een van zijn toenmalige vrien
den was de man, die zich zelf pas den
naam Muller gegeven had. Op zekeren
dag had deze hem bezocht en verteld,
lijk karweitje tot een goed einde te bren-
tien kunnen maken. Hij had kennis aan
geknoopt .met iemand,' die een paar flin
ke kerels noodig had, teneinde een moei
lijk karweitje tot e engoed einde te bren-
ge. Het betrof een ontvoering van twee
kinderen, die aan hun moeder moesten
ontroofd worden.
Men moge dat vreemd vinden,
maar te begrijpen valt het: dat de
bolajewiki niet gesticht zijn over
het feit, dat de regeering in EN
GELAND zulk een veranderde is
geworden. Zij zien. niet liever dan
dat de heele wereld met de „zege
ningen’ van het bolsjewisme wordt
bedeeld en daarom spijt het hen,
dat er nu weer een conservatieve
regeering kwam. Mag men den be
richtgever van één der Engelsche
bladen uit Rusland gelooven, dan
zou daar nu na de Engelsche ver
kiezingen algemeen worden erkend
dat. zooal niet Zinowjef zelf den
befaamden brief opste.de, deze toch
zeker geheel in zijn geest geschre
ven is. Er zal dus alle reden zijn
voor de Engelsche regeering om
een scherpen brief tol de sovjeit-re-
geering te richten, dat hert niet van
pas komt om zulke brieven aan
haar arbeiders te zenden. Of het
helpen zal Verandert ooit oen
luipaard zijn vlekken Heel het
denken van de bolajewiki is door
trokken van één gedachte: wij moe
ten Europa bolsjewistisch maken.
En daartoe ontzien zij niets.
Verhooging Tabaksaccijns. De Mi
nister van Financiën deelt mee, dat het
in zijn voornemen ligt, de wet tot verhoo
ging van de accijns op rooktabak, pruim
tabak en snuif en op sigaretten, indien
het desbetreffende ontwerp tijdig tot wet
wordt verheven, in werking te doen tre
den op 1 Januari 1925.
Op dien datum gaat de termijn van 3
maanden in, gedurende welken winke
liers en grossiers de bij hen bij het in
werking treden van de verhooging voor
handen voorraden zonder navordering
kunnen uitverkoopen. Winkeliers enz. zijn
dus eerst op 1 Januari 1925 verplicht op
de bij de wet bepaalde wijze aangifte te
doen van de bij hen voorhanden zijnde
voorraden, waarvan de te weinig betaal
de acijns zal ^worden nagevorderd.
Teneinde 4^aretenfabrikanten en fa
brikanten van gekorvqn tabak in de ge-
legfciheid te stellen, reeds op 1 Januari
19^- hun fabrikaten, voorzien van ze
gels, waaruit van de betaling van den
verh. accijns blijkt, in het vrije verkeer te
brengen, wordt hun gelegenheid geboden
die zegels reeds thans te bestellen. Met
de aflevering daarvan dooi* de controle
te Haarlem zal in het begin van Decem
ber een begin worden gemaakt. Het is
niet uitgesloten, dat groote hoeveelheden
van de nieuwe zegels slechts geleidelijk
kunnen worden verstrekt.
De bestaande zegels, die fabrikanten
meenen niet meer noodig te zullen heb
ben, kunnen op de gewone wijze ter in-
ruiling tegen nieuwe zegels aan de con
trole te Haarlem worden opgezonden.
Een tijdige inlevering van die zegels
verdient aanbeveling, aangezien anders
de verrekening yan hun waarde met de
nieuw bestelde, vertraging zou kunnen
ondervinden.
regel op
en condities
Die persoon besloot hij op te zoeken en
dat besluit nam hij, kort nadat de ba
ron heengegaan was, de opdracht ach
terlatend, Jozef op te sporen
„Goed, ik zal mijn best doen, maar
eerst moet ik mijn ouden medeplichtige
waarschuwen.”
De tuchthuisboef doorliep verschillende
straten, tot hij in het midden van de
stad voor een groote apothekerszaak stil
stond, den naam op de deur las en toen
binnenstapte.
„Wel,” vroeg een bediende, „wat ver
langt u?”
„Ik wilde uw patroon spreken.”
„Wacht een oögenblik, ik ga hem roe
pen.”
Spoedig kwam de apotheker zelf in
de winkel.
„Wel mijnheer?”
„Ik verlang u te spreken mijnheer
over een zaak van gewicht, maar onder
vier oogen
„O, kom dan in mijn kantoor.”
De apotheker ging voor en de man
volgde. Toen zij op het kantoor waren,
scheen de apotheker zijn bezoeker wel
te herkennen. Hij vroeg tenminste op on-
vriendelijken toon:
„Wat komt gij hier doen?”
een dienst bewijzen.”
De apotheker haalde de schouders op.
„Neen,” zei de ander wper, „ik konu
om geen geld, zooals vroeger wel ëens het
geval geweest is, Ik ben voor het oogen-
blik goed bij kas.
„Des te beter voor u,maar gij weet
toch, dat uw bezoek mij niet aangenaam
is.”
„Ik weet het. Dat heeft mij evenwel
niet kannen weerhouden u op te zoe
ken.”
„Zijt gij daarvoor hierheen gereisd?”
,Neen ik vertoef hier al weken.”
„Zoo, wat voer ja uit en hoe is uw
naam hier?”
„Komt er niet op aan. Iemand als Ik
In den loop der eeuwén heefft de
mpnsch zoovele dwaze dingen ge-
(ivan, dat er de wereld niet
nr"' toe is op
Een dier dwaas-
verva&rdigen.
miUioenen
verwisselt van naam «ven gemakkelijk
als een ander van kleeren, laten we zeg
gen, dat ik Muller beet, of welke naam
je verkiest.”
„Ik heb niets tegen den naam Mul
ler. Alzoo, ge zijt hier voor zaken.”
„Ja, en luister nu eens, Die zaken
brachten mij in /aanraking met een def
tig heer, een baron.
„Nu, die man weet van dingen, die ik
meende, dat voorgoed vergeten waren.”
De apotheker werd opmerkzaam.
„Wat bedoelt gij?”
,Jk zal duidelijk zijn. Dien baron
meende ik een som gelds te kunnen af
dreigen, maar ik kwam ditmaal leelijk
thuis. De man heeft mij geheel in zijn
macht, hij spreekt van ontvoering van een
kind. Enfin, gij begrijpt me, het is vele
jaren geleden en toch weet hij ervan.”
„Wie is die baron.”
„Van Gelselaer Dezelfde, die zooveel
genoemd is in verband met de zaak De
Gannal.”
De apotheker schrikte.
„Maar hoe kwam hij er achter?”
'„Dat is mij ook totaal onbegrijpe
lijk.”
„En heeft hij mijn naam genoemd.
Zeg mij de waarheid hoor, heeft hij
mijn naam genoemd?”
„Volstrekt niet, maar ik bemerkte, dat
hij met alles op de hoogte is. Zoo goed
als hij weet, wat ik gedaan heb, zal hij
ook de rol kennen, die gij in deze ge
schiedenis gespeeld hebt. Dat kan ge
vaarlijk zijn, niet waar, en daarom wil
de ik u waarschuwen. Kom ik u een
dienst bewijzen, ja of neen?”
„Het is goed, dat ge mij op do hoogte
gesteld hebt. Wij moeten van dien baron
meer weten. Wat is hij voor een man.’
„Een adellijke schelm, geloof dat ge
rust.”
„En hij zou u verraden.”
.Neeuj ik geloof het niet, hij heeft mij
noodig.”