EN
?/en
i; Uitslag
IFRIIIU
en Tandarts
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
eerste blad.
ig aan
I
Prijsverlaging
Woensdag 3 December 1924,
56* Jaargang
No. 4900
BINNENLAND.
oederen
ubeltjes
Buitenlandsch Overzicht.
FEUILLETON.
Om Eer en Leven.
ct»
H
rbalsem
H
Dit nummer bestaat uit
TWEE BLADEN.
WYBERT
/e
snJen
Handen, die aannemen.
•a Z&cht
Plaatselijk Nieuws.
4 ilgwniMi ito».
Ingezonden Mededeelingen.
h vertucht!
uuu, vuvrwüLug, uewuBieiuueueiu,
dingen, en verdrinking. Beknopt,
gerust, als dit het beletsel teekening door den Duitschen
1 T -14„a. r»«.
go-
Volkenbond
gina’s reclame
ont-
in
Gannal,
met
S. i W. N. VAN NOOTEN, SCHOONHOVEN.
Uitgevers.
Telefoon 20. Poeteh en Girodienst 18768.
stellen,
uren is.
Bij Apotheken
en Drogisten.
gebruik na Akkar'a
-adert baleen die U
an hold mi grraa.
groote doozen
TABLITT1N
25 Rblttrdu
lefoon 8Ö1L
kuren van l—J
rmcfenden van 10.
Fordt vervolgd)
dedeelingen.
6-1
van 1 tot 6 regels 1,11
^els 1,80, iedere regel meer
>kend tegen f 0,10 per regel
1 op Vrijdag.
mditiM vr&ge mau Uuriet.
SCHOOKHOVEKSCHÏ COURANT.
4 Dm. 1**4
>or 8 Sigaf
ikelier U koogstsn* 5 IM
klonk het ietwat wantrouwig
i maar niet
Nu is het de tijd van geven, nu is het
de tijd om gelukkig te maken en blijde.
De scharen verdringen zich langs het
winkelraam, en daaronder zijl ook gij, o
lezer, en gij kiest, gij kiest,
Gij staat daar voor een uitstalkast en
droomtHet is eën droom van han
den, die aannemen, van oógen, die op
lichten,) van een gemoed, dat dankbaar
gestemd wordt, door wat ge gaaft.
En ge staat en peinst, ju, ge zoudt wel
het schoonste en het f/aaiste Willen ge
ven, wat er in de wereld te koop is. Maar
dan komt misschien de gedachte in u op:
laat mijn 'beurt het toe.
Zoo wordt het conflict geboren, de te
genstelling van te willen en niet te kun
nen.
Ge droomt en pöinst. Uw gedachten
vormen zich tot een schoonen schitter-
droom van blijdschap, die ge brengen
Lt* per «tuk
i*. per «tuk
ito. per stuk
werkafajke pnj*
Verhoogde accijns op tabak. Ver-
schenen is het voorioopig verslag der
Eerste Kamer over het wetsontwerp tot
verhooging der accijns op de tabak. Vol
gens dat verslag verklaarden verschillen
de leden bezwaar te moeten maken tegen
de voorgestelde accijnsvarhooging. Zij
uitten de vrees, dat de reeds bestaande
werkloosheid door deze verhooging nog
zal toenemen, terwijl zij door verminderd
verbruik tevens een lagere opbrengst eer
wachten.
Andere leden, hoewel evenmin bewon
deraar van deze belasting, meenden toch
hun stem aan dit ontwerp niet te mogen
onthouden, en eenige hunner verklaar
den' uitdrukkelijk, dat het feit, dat de
Minister op aandrang van de Tweede
Kamer zijn oorspronkelijk ontwerp heeft
gewijzigd en de sigaren buiten de ac-
cijnsverhooging heeft gelaten, hun dit
thans mogelijk maakt. Veel andere leden
namen den voorgestelden maatregel in be
scherming, waarbij werd- aangeveerd dat
tabak een genotmiddel is en dat er der
halve geen reden i». waarom mei. haar
niet zou belasten, wanneer de schatkist be
hoefte aan verstarring van middelen
heeft.
Nog betoogden tegenstanders van dit
wetsontwerp, dat de Minister deze gele
genheid had behooren aan te grijpen om
een einde te maken aan het banderollen
stelsel De belasting had moeten worden
geheven ban de bron, nl op de tabaks
veilingen
Landwaardebelasting. De Grondpar-
tij heeft een adres gezonden aan de ge
meenten Amsterdam, Rotterdam, Den
Haag, uirevui, eu uiu.-
zocht wordt adhaesie te betuigen aan
het verzoek van de partij aan den mi
nister van financiën of zelfstandig zoo- I
danig verzoek in te dienen tot directe in
voering van een landwaardebelasting,
d.w.z. een belasting op de marktwaarde
van den blooten grond, zonder gebouwen
en opstalen, ter geleidelijke vervanging
van belastingen en re* ibuties welke thans
op arbeid, handel en bedrijf drukken.
Het huwelijksfeest der Koningin.
De vereeniginft Koninginnedag Utrecht
heeft besloten den trouwdag van de Ko
ningin op 7 Februari 1926 feestelijk te
vieren.
Verder ligt het in haar voornemen, de
Oranjeverenigingen in den lande tot een
bijeenkomst samen te roepen, ter voorbe
reiding van een nationale hulde.
az., u. oarou eu u. ooruil,
Rotterdam, Den aftredend waren, herkozen.
Haag, Utrecht, en Groningen, waarin ver-
betuij
kij Morale M (•-
wiaftrvoa-
-Saaplatkaa, «italag
0 ceil Aln« nrkrtfgbaar.
t1.75 eog vootdMUgw*
Prijs der AdvertentiënMaandag» en Woensdag»
iedere regel meer 0,171/j; Vrijdag» van 1 tot 6 regt
f 0,20. Bij 8 maal plaatsing, wordt de 6e plaatsing berek
op Maandag en Woensdag en tegen f 0,121/a per regel
Voor meer plaatsingen, groot aantal regels en eoi
handelen moet; want, zeide spreker, het
moet toch vreesehjk zijn, als men hel
pen wil, doch wegens onkunde machte
loos is een hand uit te steken. Daarom
is het dan ook gewenscht, dat steeds
meerderen weten, hoe de hand aan den
ploeg moet worden geslagen.
Spreker had zijn rede in twee deelen
gesplitst, n.l. E. H. B. O. en het insti
tuut wijkverpleging. In het eerste onder
werp werd besproken hoe moest worden
gehandeld in gevallen van brand,, won
den, bevriezing, bewusteloosheid, bloe
dingen, eu verdrinkiug. Beknopt, doch
zeer duidelijk behandelde spreker deze
punten en wees er tenslotte op, welkeen
zelfvoldoening het iemand moet geven,
een behulpzame en wetende hand te heb
ben kunnen geven.
Vervolgens behandelde spreker het
itoa/Ia - het instituut wijk-
.erpleging. Bij deae verhandeling liet
hij uitkomen hoe hard noodig het kan
zijn, dat mep over geschoolde krachten
kan beschikken; want hoe goed men als
ouder of bloedverwant een zieke de be
hulpzame hand kan bieden, schiet men
in alle gevallen toch bij een geschoolde
kracht tekort, iets wat men bij een
langdurige ziekte al spoedig ondervindt.
Nadat spreker ook dit onderwerp met
voorbeelden verduidelijkt had be
handeld, en daar het niet op zijn weg
lag om over het eventueel aan een wijk
verpleegster toe te kennen salaris te
spreken, gaf hij het woord aan den voor-
i zit'er die mededeelde, dat er wél voor
twee j&ren een verpleegster aangesteld
zou kunnen worden, doch dat men bij da
huidige financieele omstandigheden on
mogelijk een verpleegster zou kunnen sa-
larieeren. Voordat men hiertoe over zou
gaan, zou men eerst deze moeilijkheid uit
den weg ipoeten ruimen, want het be
stuur achtte zich niet verantwoordelijk,
wanneer het thans een wijkverpleegster
aanstelde met de wetenschap, dat dit
slechts voor een bepaald tijdvak zou zijn.
Bovendien achtte het bestuur het noodig,
om een verpleegster aan te stellen, die,
behalve het gewone, ook het diploma
t.b.c. bezit, daar het bestuur dan ook
van andere zijde, steun «zal ontvangen.
Spreker hoopte evenwel, dat men door
eendrachtelijk samen te werken er in zal
slagen om wat in deze vergadering in
beginsel door de leden was goedgekeurd,
te kunnen volbrengen.
Staande de vergadering, werden eeni
ge dames en heeren aangezocht, om te
trachten nieuwe leden voor de afdee-
ling aan te werven.
dels- en scheepvaartverdrag(iuBechi>n
zult, van vreugde,'die ge wilt spreiden
Maar toch, maar toch, ik kan slechts I
zoo weinig geven.
Stel u dan
mocht wezen
Waar in het geven de liefde betracht
wordt, daar-kan het kleinste groot
nodtad worden. Als ge uw hart legt in
uw gave, hoe klein ook, dan zal zij te
voorschijn roepen op het gelaat van uw
vriend of vriendin een glimlach van
vreugde, een straling van geluk.
Want slechts dt» liefde brengt zegen
ook door bet kleinst».
Sta dan maar, en droom. Peins over
wal ge geven zult op den vijfden Decem
ber. Maar'maak dien.dag alleen tot- een
dag van vreugde door liefdq in uw hart
te hebben. De liefde maakt het geschon-
kene tot een bron des lichts tot een stra
lende glorie. Gelukkig zij, die in Waar
heid zoo kunnen geven.
Giessen-Nieuwkerk, 8 Deo. Zaterdag
avond had in de Openbare School alhier
een uitvoering plaats van de Gemengde
Zangvereeniging „Giessenkoo'r”, direc
teur de heer T. J. Stam. De voorzitter,
de heer Duivema, riep de aanwezigen
een hartelijk welkorh toe en zeide op de
medewerking van het publiek te rekenen
om den avond een gezellig en orderlijk
verloop te doen hebben. Daarna gaf hij
de leiding over aan den directeur. De
liederen, welke ten gehoore gebracht
levensgeschiedenis vertellen wilden,
zouden wij te hooren krijgen.”
„Nu, dus u geeft mij dus immers vol
komen gelijk.”
„Toch niet. Wij mogen hen niet alle#
over één kam scheren en dan zullen er
velen onder hen zijn, die hier dienend
onder een vreemd rijk, onder aangenomen
naam hun schadde verbergen en hun
schuld door een leven vol ontberingen
boeten. En hoe velen zijn er misschien
ook niet, die in onberadenheid, in drift
zich tot dingen verleiden lieten, waar
voor zij hier te zeer moeten boeten.”
„Dat Jcan zijn, maar er. bevinden zich
veel'verloopen sujetten tusschen hen.”
„Zeker, doch wat gij ook in deze sol
daten zult bewonderen, dat is hun on-
tembaren moed. W’at heeft dit samen
raapsel dan al niet gewichtig* diensten
bewezen aan Frankrijk, hun aangenomen
vaderland.”
Jozef knikte, hij had thans een schoone
gelegenheid om zijn meester te vragen,
waarom deze toch voor de soldaten van
het vreemdelingenlegioen zoo opvallende
belangstelling toonde. Evenwel, die vraag
leek hem onbescheideA, hij hield ze voor
zich.
Toen hij ’s nachts door de insecten uit
den slaap gehouden werd, dacht hij er
Ging de Gannal naar Afrika, dan zou
hij hem volgen, Qok al wist hij niet met
welk doel deze reis ondernomen werd.
Hij gaf dan ook terstond den jonkheer
te kennen, dat hij hem volgen zou en om
de waarheid te zeggen, de Gannal had
daarop reeds gerekend. Hij kende zijn
dienaar te goed, om dit niet v^jruit ver
wacht te hebben. Wel hield hij Jozef voor
dat de reis naar Afrika geen pleizier-
reisje zou zijn, welïstelde hij hem voor
in Londen te blijven, waar hij hem in
staat zou stellen te leven, maar hij wist
vooruit dat Jozef dit voorstel niet aanne-
men zou. Hij drong dus niet lang aan
en nam genoegen met het besluit van zijn
bediende, die hem onder geen omstandig
heden verlaten wilde.
En zoo waren zij dan, na een verblijf
te Londen van slechts eenige weken, in
gezelschap van sir Spencer en diens be
dienden op de boot gestapt, die hen
bracht naar de hoofdstad van Algiers.
Daar vertoefde men niet lang evenwel,
spoedig verliet men de havenstad en de
kust en ging dieper het land in. Eerst
nog een eind per spoor, doch al spoedig
moest men de karavaanwegen volgen.
Sir Spencer had vanzelf de leiding op
zich genomen en hem ter wille werd her
haaldelijk van den weg afgeweken, bleef
mn soms enkele dagen stil op punten, die
voor den mineraloog van belang waren.
Aan Jqzef beviel dit leven maar half.
Schoon het reizen bij voorkeur in den
vroegen morgen geschieden moest en
soms ook des nachts, leed men zeer van
de ondragelijke hitte en had hij het
vooral te kwaad met de vele insecten, die
zelfs ’s nachts niet de menschen met
rust lieten
den slaap gehouden werd, dacht hij
over na en zeide tot zich zelf:
„Het is zonderling, maar ik kan de
gedachte maar niet van mij afzetten, dat
hij hier iemand zoekt en wel een per
soon, die misschien meer van de moor
den.
Maar neen, dat is immers onmogelijk,
wat raaskal ik toch. Evenwel ik begrijp
niet, waarvoor de jonkheer zich nog
anders druk zou maken dan om zijn on
schuld te bewijzen. Maar och, laat ik
liever probeeren te slapen, dan na te
denken over dingen, die ik toch niet be
grijp in dit land, waar het ongedierte
geen fatsoenlijk mensch met rust laat.”
Dien nacht echter scheen hij wel in het
geheel niet te mogen slapen, want nadat
hij rich eenige malen gekeerd en gewend
had, hoorde hij terzijde van zijn tent
eenige personen met elkander spreken.
Vanzelf luisterde hij en hij kon het ge
sprokene zoo half verstaap. Het gesprek
werd in het Éngelsch gevoerd en Jozef
had voor en na reeds zooveel van deze
wel
over mij zelf loopen. Wij halen liever de
herinneringen uit ons verleden niet weer
op.”
„O neen”, antwoordde de Gannal, „gij
moet mij niet verkeerd begrijpen. Ik ver
lang geen inlichtingen van u over uw
vroeger leven, noch over het verleden van
een uwer makkers.”
„In dat geval ben ik u gaarne ten dien
ste.”
„Ik vertrouwde daar reeds op. Luis
ter, ik heb op een vorigen post van eeni
ge oude makkers van u vernomen,'dat gij
vroeger zeer bevriend geweest zijt met
een soldaat van het legioen, dJe zich
Schweiger noemde. Is dit inderdaad zoo?
„Ja, hij was mijn trouwe vriend en
wapenmakker. Tweemaal in den strijd
heef hij mb het leven gered. O, hu waa
de moedigste kerel die ik gekend heb.”
„Die Schweiger hoorde ik, is niet meer
bij het vreemdedingenlegioen.”
„Neen, hij is gedeserteerd.’
„Kent gij de reden en weet gij, waar-
heen hij gegaan is?”
„Of ik de reden weet, ja, die weet ik,
mijnheer en waarheen hij gaan wilde,
ik weet het ook. Maar wat hij mij in
uren van vertrouwen mededeelde, ik mag
het niet vertellen, Ik weet niet met welke
bedoelingen .gij dit vraagt en liever werd
ik morgen met een kogel getroffen dan
hem in ongelegenheid te brengen.”
„Bravo, dat eert u als soldaat, maar
luister verder, ik hoop u te overtuigen dat
het slechts in het belang van uw vriend
kan zijn indien gij mij de inlichtingen
verstrekt, die ik verlang. Ik zou nem niet
in moeilijkheden brengen, integendeel. Ik
weet, dat hij in Duitschland woonde en
daar gehuwd was, dat hij zijn land ver
liet met achterlating van zijn vrouw.
Die vrouw is sedert gestorven, wat hij
nog niet welen zal en wat ik hem mede-
deelen moet, terwijl ik hem tevens zaken
te vertellen heb, die voor hem van hel
grootste belang zijn.”
(Wordt vervolgd.)
Landen, waar iedereen werkt,
zijn er thans niet veel in'Europa.
Sinds oorlog en malaise hun heer
schappij gingen voeren is voor ve- I
len, in ons werelddeel een bange
tijd aangebroken, die hen doet vra
gen: waarheen njoet het? FRANK
RIJK behoort echter tot Re landen,
waar alle menschen werk, en daar
door brood, kunnen vinden. Naar
uit Parijs wordt gemeld, waren er'
ENGELAND‘en DÜITSOHLAND
onderteekend, op het minis.erie van
buitenlandsche zaken. Namens
Duitschland geschiedde de onder-
w ge
zant te Londen en doOr Dr. van
Schubert. Namens ^Engeland waren
de onderteekenaars de minister van
buitenlandsche zaken, Austen Cham
berlain, en lord Dabernot, de En-
gelsche gezant voor 1 milialdhland.
De tekst van het verdrag zal in
den loop dezer week worden bekend
gemaakt. Overigens hebben wij on
ze leasers reeds voldoende mei den
inhoiïd bekend gemaakt.
De beroemde professor Fridtjoi
Nansën, de ontdekkingsreiziger, die
zioh indertijd zoo druk maakte
voor den nood van RuslaaU, heeft
over den Volkenbond gespreken.
Hij zeide o.a.: „Ofschoon de leem
ten van den Bond iedereen duide
j lijk moeten zijn, blijkt het mogelijk
van den Bond een krachtig inter-
nationaal lichaam te maken. Er
zijn stellig fouten begaan, doch dit
is geen bewijs dat de Bond levena-
vatbaa?heid mist. Ofschoon het ge-
I schil tusschen Engeland en Egypte
een binnenlandsche Britsche aan-
i gelegenheid is, acht ik het wensche-
lijk, dat het aan den Volkenbond
wordt voorgelegd".
Dit is ongetwijfeld een woord van
beteekenis. Zal dê Volkenbond
groeien, dan moet hij over alle
kwesties te spreken krijgen.
Deze Courant wordt des Maandag»-, des Woensdag»- en des Vrijdagmiddag» uit
gegeven. Prijs voor Schoonhoven per 2 maanden f 1 25, franco per post in
Nederland J 1,50. Over het abonnement wordt in de eerste maand beschikt.
Men kan zich abonT\,eeren bij alle Boekhandelaren. Kantoorhouders en bestaande
tusseh en personen
op 13 Nov. 1.1. slechts 401 werk
loozen: 38% mannen en 19 vrouwen
d e op grond van werk o oöheid on
dersteuning genoten. Dit is een
reusachtig verschil wet 1921, toen
liet aantal sböuntreikkdndetn meer
dat 91.OCX) betrof. De Frapsche re
publiek kan dus wel in dit opzicht
een ieer gelukkig land worden ge
noemd.
Anders is het in dat opzicht ge
8té,d met OOSTENRIJK, waar
thans het aantal werkoozen is ge
klommen tot boven de honderddui
zend. Voor de Oostenrijksche re
geering is dit vraagstuk nog moei
lijk er dan voor andere regeeringen,
daar van Oostenrijk de beste ge
deelten nagenoeg afgescheurd lijn,
sedert de revolutie, en dit land nu
geworden is als een mensch met
een waterhoold, een groote hoofd
stad met een klein land. Bovendien
kan geen afzetgebied van werkloo
zen gevonden worden in kolotnien,
zoqdat met reden gezegd mag wor
den. dat de regeering der Oorten-
rijksche republiek hier een moeilijke
taak heeft.
Fe Londen is gisteren het han
Sir Spencer leefde slechts voor zijn
studie en ook de Gannal stelde in de on
derzoekingen van zijn reisgenoot belang,
maar toch geloofde Jozef volstrekt niet,
dat de jonkheer om mineralogische on
derzoekingen deze reis ondernomen had.
Wat er dan wel achter steden mocht,
hij kon het niet bevroeden. Een enkele
maal had hij er op gezinspeeld, maar zijn
heer, die overigens als een vriend met
hem verkeerde, had het antwoord
weken. En Jozef, bemerkend, dat de
Gannal hierover liever niet sprak, hield
verder zijn gedachteta en vragen voor
zich. Zijn meester wilde het zoo, en al
vond hij voor zich de geheele reis door
Afrika ronduit gekkenwetk, het was hem
genoeg, dat de jonkheer die reis goed en
noodig oordeelde. Zonder mopperen ver
droeg hij alle lasten en doorkruiste met
sir Spencer en zijn meester, benevens nog
twee bedienden van ^en Engelschman en
dan een aantal inlandsche lastdragers,
geheel Algiers tol op den rand van de
Sahara.
Zonder het te laten bemerken lette hij
evenwel schulp op het doen en laten-van
zijn meester en het viel hem op, dat deze
voor de inlanders al heel weinig belang
stelling toonde, doelt veel meer voor de
Europeanen, "die hij Ontmoette.
In de binnenlanden evenwel ontmoette
men bijna geen andere Europeanen, dan
de Fransche bestuursambtenaren en de
soldaten, voor het meerendeel behoorend
bij het vreemdelingenlegioen, meeren-
deels dus geen Franschen, doch men
schen uit alje landen, van alle volkeren.
Als men op een post kwam, waar sol
daten v$n het vreemdelingenlegioen gele
gen waren, knoopte de Gannal terstond
kennis aan met de krijgslieden, wier ge
laat van. ontbering getuigde.
„Wat zou hij daarmee toch willen”,
vroeg Jozef, zich dan in stilte af, „het is
of hij onder hen iemand zoekt, of hij
er belang bij heeft een bepaald persoon
werden, getuigden allen van ernstige stu-
die. Deze werden afgewisseld door enkele
tooneelstukjea, sommigen van urnstigen,
anderen van luimigen aard, welke zeer
in den smaak van het publiek vielen, het
welk zijn dankbaarheid ook toonde door
het enthousiast applaudisseren.
I Na afloop dankte de voorzitter, in de
eerste plaats Burgemeester en Wethouders
dezer gemeente voor het afstaan van het j
lokaal en ook den heer Van Zijll, voor j
zijn belanglooze medewerking. Een woord
van dank aan „Giessenkoor” voor dezen
succesvollen avond, is hier zeker niet
misplaatst.
Zevenhuizen, 8 Dec. Onlangs is door
den gemeenteraad beslotea tot het aan
schaffen van meubelen op het secretarie.
J.l Dinsdag zijn de nieuwe meubelen op
het secretarie geplaatst. Allee ziet er
keurig netje* uit, zoodat het secretarie
nu een mooi aanzien heeft en ook den
secretaris en ambtenaar met qieer lust
hun arbeid kunnen verrichten.
Hoornaar, 3 Dec. Maandagavond j.l.
vergaderde de Use lab „Juliana” alhierin
het cafe van den heer A. Baron. Tegen
woordig waren 40 leden van de 68. De
voorzitter riep de aanwezigen hartelijk
welkom en opende da vergadering, waar
na hij de secretaris verzocht de notulen
der vorige vergadering te lezen, welke
onveranderd werden goedgekeurd. Daar
na bracht de penningmeester verslag
uit over den,toestand der kas over, het
afgejoopen jaar, waaruit bleek, een ba- tweede onderwerp:
tig saldo te zjjn van f 276,75 Bjj accl®» verpleging. Bij dei
matie werd het bestuurslid B. Slob en
de commissarissen G. Groen, G. Heijkoop
Az., D. Baron en C. Baron, welke allen
iiwitfiiu naren, utu«u»eu.
Punt bespreking ijsfeest werd door G.
.Groen voorgesteld bij gelegenheid ook
eens een wedstrijd te houden met prik-
i slede; het bestuur zou dit in overweging
nemen.
Daarna had de gratis-verloting plaats,
De prijzen vielen ten deel aan de heeren:
A. Boerman en A. van Houwelingen,
ieder een kaas, en de heeren P. Slob,
I Elb. Romeijn, D. H. van Karsen en G.
Verspui, ieder 50 sigarou.
Daar niemand meer het woord ver
langde, sloot de voorzitter de vergade
ring.
Ammerstol, 3 Dec. Gisteravond heeft
in het café „Het Wapen van Ammer
stol alhier, een vergadering plaats gehad
welke was uitgeschreven door het be
stuur van de afdeeling „Bergambacht”
Ammerstol” van „Het Groene Kruis”,
waarin als spreker optrad de WelEd.
Zeergel. heer D. N. W. Boiynan, arts te
Bergambacht.
Nadat de voorzitter, de Edelachtb.
heer J. A. A. Uilkens, burgemeester de
zer gemeente, de bijeenkomst met enkele
woorden had geopend, in welk openings
woord deze de reden en het doel van de
door het bestuur belegde vergadering
had uiteengezet, gaf hij het woord aan
den spreker. Deze wees er in den aan
vang zijner rede op, dat het van belang
is, dat men in gevallen, van welken aard
ook, weet te helpen. Hiervoor is niet al
leen noodig het kunnen helpen, maar
vooral het weten op welke wijze men
te vinden. Nu, als dat zoo is, dan zoekt
hij al naar vreemde personen, want ik
geloof, dat dit vreemdelingenlegioen niets
dan schurken telt
Jozef uitte deze laatste meening op een
avond, dat hij met zijn heer voor hun
gemeenschappelijke tent zat.
„Die soldaten”, zeide hij, „welke de
Franschen in dienst hebben, het lijken
mij rare personen, dieven, moordenaars
en der gelijke.” t
„Foei, Jozef, gij velt al pen bijzonder
hard, oordeel over deze ongelukkigen. Nu,
het is waar, er zullen veel schurken on
der hen zijn. En nagenoeg de moesten
hebben een veelbewogen leven achter
zich. Men vindt onder hen menschen uit
alle Europeesche landen en velen die het
in eigen vaderland benauwd kregen. De
serteurs, valsche spelers, moordenaars
misschien en daarbij lieden ook uit de
hoogste standen. Als zij allen eens hun
levensgeschiedenis vertellen wilden, wat
Jozef
taal geleerd, dat hij in hoofdzaak
verstond, wat men zeide.
Hij hoorde dadelijk, dat de eene spre
ker zijn meester was, die', toen hij naar
binnen gegaan was, met sir Spencer nog
wat voor de tent op en neer was blijven
loopen. De ander was nochtans de En-
gelsche geleerde niet, doch een vreemde
ling, gelijk Jozef bemerkte.
„De Engelsche professor heeft mij ge
zegd, dat u mij spreken wilde”, hoorde
Jozef hem zeggen -
„Inderdaad,” antwoordde Ae
„gij zoudt mij misschien een Belangrijken
dienst kunnen bewijzen, door mij eenige
inlichtingen te verschaffen.”
„Hm”, klonk het ietwat
terug, „als die inlichtingen