EN ?/en i; Uitslag IFRIIIU en Tandarts NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. eerste blad. ig aan I Prijsverlaging Woensdag 3 December 1924, 56* Jaargang No. 4900 BINNENLAND. oederen ubeltjes Buitenlandsch Overzicht. FEUILLETON. Om Eer en Leven. ct» H rbalsem H Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. WYBERT /e snJen Handen, die aannemen. •a Z&cht Plaatselijk Nieuws. 4 ilgwniMi ito». Ingezonden Mededeelingen. h vertucht! uuu, vuvrwüLug, uewuBieiuueueiu, dingen, en verdrinking. Beknopt, gerust, als dit het beletsel teekening door den Duitschen 1 T -14„a. r»«. go- Volkenbond gina’s reclame ont- in Gannal, met S. i W. N. VAN NOOTEN, SCHOONHOVEN. Uitgevers. Telefoon 20. Poeteh en Girodienst 18768. stellen, uren is. Bij Apotheken en Drogisten. gebruik na Akkar'a -adert baleen die U an hold mi grraa. groote doozen TABLITT1N 25 Rblttrdu lefoon 8Ö1L kuren van l—J rmcfenden van 10. Fordt vervolgd) dedeelingen. 6-1 van 1 tot 6 regels 1,11 ^els 1,80, iedere regel meer >kend tegen f 0,10 per regel 1 op Vrijdag. mditiM vr&ge mau Uuriet. SCHOOKHOVEKSCHÏ COURANT. 4 Dm. 1**4 >or 8 Sigaf ikelier U koogstsn* 5 IM klonk het ietwat wantrouwig i maar niet Nu is het de tijd van geven, nu is het de tijd om gelukkig te maken en blijde. De scharen verdringen zich langs het winkelraam, en daaronder zijl ook gij, o lezer, en gij kiest, gij kiest, Gij staat daar voor een uitstalkast en droomtHet is eën droom van han den, die aannemen, van oógen, die op lichten,) van een gemoed, dat dankbaar gestemd wordt, door wat ge gaaft. En ge staat en peinst, ju, ge zoudt wel het schoonste en het f/aaiste Willen ge ven, wat er in de wereld te koop is. Maar dan komt misschien de gedachte in u op: laat mijn 'beurt het toe. Zoo wordt het conflict geboren, de te genstelling van te willen en niet te kun nen. Ge droomt en pöinst. Uw gedachten vormen zich tot een schoonen schitter- droom van blijdschap, die ge brengen Lt* per «tuk i*. per «tuk ito. per stuk werkafajke pnj* Verhoogde accijns op tabak. Ver- schenen is het voorioopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot verhooging der accijns op de tabak. Vol gens dat verslag verklaarden verschillen de leden bezwaar te moeten maken tegen de voorgestelde accijnsvarhooging. Zij uitten de vrees, dat de reeds bestaande werkloosheid door deze verhooging nog zal toenemen, terwijl zij door verminderd verbruik tevens een lagere opbrengst eer wachten. Andere leden, hoewel evenmin bewon deraar van deze belasting, meenden toch hun stem aan dit ontwerp niet te mogen onthouden, en eenige hunner verklaar den' uitdrukkelijk, dat het feit, dat de Minister op aandrang van de Tweede Kamer zijn oorspronkelijk ontwerp heeft gewijzigd en de sigaren buiten de ac- cijnsverhooging heeft gelaten, hun dit thans mogelijk maakt. Veel andere leden namen den voorgestelden maatregel in be scherming, waarbij werd- aangeveerd dat tabak een genotmiddel is en dat er der halve geen reden i». waarom mei. haar niet zou belasten, wanneer de schatkist be hoefte aan verstarring van middelen heeft. Nog betoogden tegenstanders van dit wetsontwerp, dat de Minister deze gele genheid had behooren aan te grijpen om een einde te maken aan het banderollen stelsel De belasting had moeten worden geheven ban de bron, nl op de tabaks veilingen Landwaardebelasting. De Grondpar- tij heeft een adres gezonden aan de ge meenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, uirevui, eu uiu.- zocht wordt adhaesie te betuigen aan het verzoek van de partij aan den mi nister van financiën of zelfstandig zoo- I danig verzoek in te dienen tot directe in voering van een landwaardebelasting, d.w.z. een belasting op de marktwaarde van den blooten grond, zonder gebouwen en opstalen, ter geleidelijke vervanging van belastingen en re* ibuties welke thans op arbeid, handel en bedrijf drukken. Het huwelijksfeest der Koningin. De vereeniginft Koninginnedag Utrecht heeft besloten den trouwdag van de Ko ningin op 7 Februari 1926 feestelijk te vieren. Verder ligt het in haar voornemen, de Oranjeverenigingen in den lande tot een bijeenkomst samen te roepen, ter voorbe reiding van een nationale hulde. az., u. oarou eu u. ooruil, Rotterdam, Den aftredend waren, herkozen. Haag, Utrecht, en Groningen, waarin ver- betuij kij Morale M (•- wiaftrvoa- -Saaplatkaa, «italag 0 ceil Aln« nrkrtfgbaar. t1.75 eog vootdMUgw* Prijs der AdvertentiënMaandag» en Woensdag» iedere regel meer 0,171/j; Vrijdag» van 1 tot 6 regt f 0,20. Bij 8 maal plaatsing, wordt de 6e plaatsing berek op Maandag en Woensdag en tegen f 0,121/a per regel Voor meer plaatsingen, groot aantal regels en eoi handelen moet; want, zeide spreker, het moet toch vreesehjk zijn, als men hel pen wil, doch wegens onkunde machte loos is een hand uit te steken. Daarom is het dan ook gewenscht, dat steeds meerderen weten, hoe de hand aan den ploeg moet worden geslagen. Spreker had zijn rede in twee deelen gesplitst, n.l. E. H. B. O. en het insti tuut wijkverpleging. In het eerste onder werp werd besproken hoe moest worden gehandeld in gevallen van brand,, won den, bevriezing, bewusteloosheid, bloe dingen, eu verdrinkiug. Beknopt, doch zeer duidelijk behandelde spreker deze punten en wees er tenslotte op, welkeen zelfvoldoening het iemand moet geven, een behulpzame en wetende hand te heb ben kunnen geven. Vervolgens behandelde spreker het itoa/Ia - het instituut wijk- .erpleging. Bij deae verhandeling liet hij uitkomen hoe hard noodig het kan zijn, dat mep over geschoolde krachten kan beschikken; want hoe goed men als ouder of bloedverwant een zieke de be hulpzame hand kan bieden, schiet men in alle gevallen toch bij een geschoolde kracht tekort, iets wat men bij een langdurige ziekte al spoedig ondervindt. Nadat spreker ook dit onderwerp met voorbeelden verduidelijkt had be handeld, en daar het niet op zijn weg lag om over het eventueel aan een wijk verpleegster toe te kennen salaris te spreken, gaf hij het woord aan den voor- i zit'er die mededeelde, dat er wél voor twee j&ren een verpleegster aangesteld zou kunnen worden, doch dat men bij da huidige financieele omstandigheden on mogelijk een verpleegster zou kunnen sa- larieeren. Voordat men hiertoe over zou gaan, zou men eerst deze moeilijkheid uit den weg ipoeten ruimen, want het be stuur achtte zich niet verantwoordelijk, wanneer het thans een wijkverpleegster aanstelde met de wetenschap, dat dit slechts voor een bepaald tijdvak zou zijn. Bovendien achtte het bestuur het noodig, om een verpleegster aan te stellen, die, behalve het gewone, ook het diploma t.b.c. bezit, daar het bestuur dan ook van andere zijde, steun «zal ontvangen. Spreker hoopte evenwel, dat men door eendrachtelijk samen te werken er in zal slagen om wat in deze vergadering in beginsel door de leden was goedgekeurd, te kunnen volbrengen. Staande de vergadering, werden eeni ge dames en heeren aangezocht, om te trachten nieuwe leden voor de afdee- ling aan te werven. dels- en scheepvaartverdrag(iuBechi>n zult, van vreugde,'die ge wilt spreiden Maar toch, maar toch, ik kan slechts I zoo weinig geven. Stel u dan mocht wezen Waar in het geven de liefde betracht wordt, daar-kan het kleinste groot nodtad worden. Als ge uw hart legt in uw gave, hoe klein ook, dan zal zij te voorschijn roepen op het gelaat van uw vriend of vriendin een glimlach van vreugde, een straling van geluk. Want slechts dt» liefde brengt zegen ook door bet kleinst». Sta dan maar, en droom. Peins over wal ge geven zult op den vijfden Decem ber. Maar'maak dien.dag alleen tot- een dag van vreugde door liefdq in uw hart te hebben. De liefde maakt het geschon- kene tot een bron des lichts tot een stra lende glorie. Gelukkig zij, die in Waar heid zoo kunnen geven. Giessen-Nieuwkerk, 8 Deo. Zaterdag avond had in de Openbare School alhier een uitvoering plaats van de Gemengde Zangvereeniging „Giessenkoo'r”, direc teur de heer T. J. Stam. De voorzitter, de heer Duivema, riep de aanwezigen een hartelijk welkorh toe en zeide op de medewerking van het publiek te rekenen om den avond een gezellig en orderlijk verloop te doen hebben. Daarna gaf hij de leiding over aan den directeur. De liederen, welke ten gehoore gebracht levensgeschiedenis vertellen wilden, zouden wij te hooren krijgen.” „Nu, dus u geeft mij dus immers vol komen gelijk.” „Toch niet. Wij mogen hen niet alle# over één kam scheren en dan zullen er velen onder hen zijn, die hier dienend onder een vreemd rijk, onder aangenomen naam hun schadde verbergen en hun schuld door een leven vol ontberingen boeten. En hoe velen zijn er misschien ook niet, die in onberadenheid, in drift zich tot dingen verleiden lieten, waar voor zij hier te zeer moeten boeten.” „Dat Jcan zijn, maar er. bevinden zich veel'verloopen sujetten tusschen hen.” „Zeker, doch wat gij ook in deze sol daten zult bewonderen, dat is hun on- tembaren moed. W’at heeft dit samen raapsel dan al niet gewichtig* diensten bewezen aan Frankrijk, hun aangenomen vaderland.” Jozef knikte, hij had thans een schoone gelegenheid om zijn meester te vragen, waarom deze toch voor de soldaten van het vreemdelingenlegioen zoo opvallende belangstelling toonde. Evenwel, die vraag leek hem onbescheideA, hij hield ze voor zich. Toen hij ’s nachts door de insecten uit den slaap gehouden werd, dacht hij er Ging de Gannal naar Afrika, dan zou hij hem volgen, Qok al wist hij niet met welk doel deze reis ondernomen werd. Hij gaf dan ook terstond den jonkheer te kennen, dat hij hem volgen zou en om de waarheid te zeggen, de Gannal had daarop reeds gerekend. Hij kende zijn dienaar te goed, om dit niet v^jruit ver wacht te hebben. Wel hield hij Jozef voor dat de reis naar Afrika geen pleizier- reisje zou zijn, welïstelde hij hem voor in Londen te blijven, waar hij hem in staat zou stellen te leven, maar hij wist vooruit dat Jozef dit voorstel niet aanne- men zou. Hij drong dus niet lang aan en nam genoegen met het besluit van zijn bediende, die hem onder geen omstandig heden verlaten wilde. En zoo waren zij dan, na een verblijf te Londen van slechts eenige weken, in gezelschap van sir Spencer en diens be dienden op de boot gestapt, die hen bracht naar de hoofdstad van Algiers. Daar vertoefde men niet lang evenwel, spoedig verliet men de havenstad en de kust en ging dieper het land in. Eerst nog een eind per spoor, doch al spoedig moest men de karavaanwegen volgen. Sir Spencer had vanzelf de leiding op zich genomen en hem ter wille werd her haaldelijk van den weg afgeweken, bleef mn soms enkele dagen stil op punten, die voor den mineraloog van belang waren. Aan Jqzef beviel dit leven maar half. Schoon het reizen bij voorkeur in den vroegen morgen geschieden moest en soms ook des nachts, leed men zeer van de ondragelijke hitte en had hij het vooral te kwaad met de vele insecten, die zelfs ’s nachts niet de menschen met rust lieten den slaap gehouden werd, dacht hij over na en zeide tot zich zelf: „Het is zonderling, maar ik kan de gedachte maar niet van mij afzetten, dat hij hier iemand zoekt en wel een per soon, die misschien meer van de moor den. Maar neen, dat is immers onmogelijk, wat raaskal ik toch. Evenwel ik begrijp niet, waarvoor de jonkheer zich nog anders druk zou maken dan om zijn on schuld te bewijzen. Maar och, laat ik liever probeeren te slapen, dan na te denken over dingen, die ik toch niet be grijp in dit land, waar het ongedierte geen fatsoenlijk mensch met rust laat.” Dien nacht echter scheen hij wel in het geheel niet te mogen slapen, want nadat hij rich eenige malen gekeerd en gewend had, hoorde hij terzijde van zijn tent eenige personen met elkander spreken. Vanzelf luisterde hij en hij kon het ge sprokene zoo half verstaap. Het gesprek werd in het Éngelsch gevoerd en Jozef had voor en na reeds zooveel van deze wel over mij zelf loopen. Wij halen liever de herinneringen uit ons verleden niet weer op.” „O neen”, antwoordde de Gannal, „gij moet mij niet verkeerd begrijpen. Ik ver lang geen inlichtingen van u over uw vroeger leven, noch over het verleden van een uwer makkers.” „In dat geval ben ik u gaarne ten dien ste.” „Ik vertrouwde daar reeds op. Luis ter, ik heb op een vorigen post van eeni ge oude makkers van u vernomen,'dat gij vroeger zeer bevriend geweest zijt met een soldaat van het legioen, dJe zich Schweiger noemde. Is dit inderdaad zoo? „Ja, hij was mijn trouwe vriend en wapenmakker. Tweemaal in den strijd heef hij mb het leven gered. O, hu waa de moedigste kerel die ik gekend heb.” „Die Schweiger hoorde ik, is niet meer bij het vreemdedingenlegioen.” „Neen, hij is gedeserteerd.’ „Kent gij de reden en weet gij, waar- heen hij gegaan is?” „Of ik de reden weet, ja, die weet ik, mijnheer en waarheen hij gaan wilde, ik weet het ook. Maar wat hij mij in uren van vertrouwen mededeelde, ik mag het niet vertellen, Ik weet niet met welke bedoelingen .gij dit vraagt en liever werd ik morgen met een kogel getroffen dan hem in ongelegenheid te brengen.” „Bravo, dat eert u als soldaat, maar luister verder, ik hoop u te overtuigen dat het slechts in het belang van uw vriend kan zijn indien gij mij de inlichtingen verstrekt, die ik verlang. Ik zou nem niet in moeilijkheden brengen, integendeel. Ik weet, dat hij in Duitschland woonde en daar gehuwd was, dat hij zijn land ver liet met achterlating van zijn vrouw. Die vrouw is sedert gestorven, wat hij nog niet welen zal en wat ik hem mede- deelen moet, terwijl ik hem tevens zaken te vertellen heb, die voor hem van hel grootste belang zijn.” (Wordt vervolgd.) Landen, waar iedereen werkt, zijn er thans niet veel in'Europa. Sinds oorlog en malaise hun heer schappij gingen voeren is voor ve- I len, in ons werelddeel een bange tijd aangebroken, die hen doet vra gen: waarheen njoet het? FRANK RIJK behoort echter tot Re landen, waar alle menschen werk, en daar door brood, kunnen vinden. Naar uit Parijs wordt gemeld, waren er' ENGELAND‘en DÜITSOHLAND onderteekend, op het minis.erie van buitenlandsche zaken. Namens Duitschland geschiedde de onder- w ge zant te Londen en doOr Dr. van Schubert. Namens ^Engeland waren de onderteekenaars de minister van buitenlandsche zaken, Austen Cham berlain, en lord Dabernot, de En- gelsche gezant voor 1 milialdhland. De tekst van het verdrag zal in den loop dezer week worden bekend gemaakt. Overigens hebben wij on ze leasers reeds voldoende mei den inhoiïd bekend gemaakt. De beroemde professor Fridtjoi Nansën, de ontdekkingsreiziger, die zioh indertijd zoo druk maakte voor den nood van RuslaaU, heeft over den Volkenbond gespreken. Hij zeide o.a.: „Ofschoon de leem ten van den Bond iedereen duide j lijk moeten zijn, blijkt het mogelijk van den Bond een krachtig inter- nationaal lichaam te maken. Er zijn stellig fouten begaan, doch dit is geen bewijs dat de Bond levena- vatbaa?heid mist. Ofschoon het ge- I schil tusschen Engeland en Egypte een binnenlandsche Britsche aan- i gelegenheid is, acht ik het wensche- lijk, dat het aan den Volkenbond wordt voorgelegd". Dit is ongetwijfeld een woord van beteekenis. Zal dê Volkenbond groeien, dan moet hij over alle kwesties te spreken krijgen. Deze Courant wordt des Maandag»-, des Woensdag»- en des Vrijdagmiddag» uit gegeven. Prijs voor Schoonhoven per 2 maanden f 1 25, franco per post in Nederland J 1,50. Over het abonnement wordt in de eerste maand beschikt. Men kan zich abonT\,eeren bij alle Boekhandelaren. Kantoorhouders en bestaande tusseh en personen op 13 Nov. 1.1. slechts 401 werk loozen: 38% mannen en 19 vrouwen d e op grond van werk o oöheid on dersteuning genoten. Dit is een reusachtig verschil wet 1921, toen liet aantal sböuntreikkdndetn meer dat 91.OCX) betrof. De Frapsche re publiek kan dus wel in dit opzicht een ieer gelukkig land worden ge noemd. Anders is het in dat opzicht ge 8té,d met OOSTENRIJK, waar thans het aantal werkoozen is ge klommen tot boven de honderddui zend. Voor de Oostenrijksche re geering is dit vraagstuk nog moei lijk er dan voor andere regeeringen, daar van Oostenrijk de beste ge deelten nagenoeg afgescheurd lijn, sedert de revolutie, en dit land nu geworden is als een mensch met een waterhoold, een groote hoofd stad met een klein land. Bovendien kan geen afzetgebied van werkloo zen gevonden worden in kolotnien, zoqdat met reden gezegd mag wor den. dat de regeering der Oorten- rijksche republiek hier een moeilijke taak heeft. Fe Londen is gisteren het han Sir Spencer leefde slechts voor zijn studie en ook de Gannal stelde in de on derzoekingen van zijn reisgenoot belang, maar toch geloofde Jozef volstrekt niet, dat de jonkheer om mineralogische on derzoekingen deze reis ondernomen had. Wat er dan wel achter steden mocht, hij kon het niet bevroeden. Een enkele maal had hij er op gezinspeeld, maar zijn heer, die overigens als een vriend met hem verkeerde, had het antwoord weken. En Jozef, bemerkend, dat de Gannal hierover liever niet sprak, hield verder zijn gedachteta en vragen voor zich. Zijn meester wilde het zoo, en al vond hij voor zich de geheele reis door Afrika ronduit gekkenwetk, het was hem genoeg, dat de jonkheer die reis goed en noodig oordeelde. Zonder mopperen ver droeg hij alle lasten en doorkruiste met sir Spencer en zijn meester, benevens nog twee bedienden van ^en Engelschman en dan een aantal inlandsche lastdragers, geheel Algiers tol op den rand van de Sahara. Zonder het te laten bemerken lette hij evenwel schulp op het doen en laten-van zijn meester en het viel hem op, dat deze voor de inlanders al heel weinig belang stelling toonde, doelt veel meer voor de Europeanen, "die hij Ontmoette. In de binnenlanden evenwel ontmoette men bijna geen andere Europeanen, dan de Fransche bestuursambtenaren en de soldaten, voor het meerendeel behoorend bij het vreemdelingenlegioen, meeren- deels dus geen Franschen, doch men schen uit alje landen, van alle volkeren. Als men op een post kwam, waar sol daten v$n het vreemdelingenlegioen gele gen waren, knoopte de Gannal terstond kennis aan met de krijgslieden, wier ge laat van. ontbering getuigde. „Wat zou hij daarmee toch willen”, vroeg Jozef, zich dan in stilte af, „het is of hij onder hen iemand zoekt, of hij er belang bij heeft een bepaald persoon werden, getuigden allen van ernstige stu- die. Deze werden afgewisseld door enkele tooneelstukjea, sommigen van urnstigen, anderen van luimigen aard, welke zeer in den smaak van het publiek vielen, het welk zijn dankbaarheid ook toonde door het enthousiast applaudisseren. I Na afloop dankte de voorzitter, in de eerste plaats Burgemeester en Wethouders dezer gemeente voor het afstaan van het j lokaal en ook den heer Van Zijll, voor j zijn belanglooze medewerking. Een woord van dank aan „Giessenkoor” voor dezen succesvollen avond, is hier zeker niet misplaatst. Zevenhuizen, 8 Dec. Onlangs is door den gemeenteraad beslotea tot het aan schaffen van meubelen op het secretarie. J.l Dinsdag zijn de nieuwe meubelen op het secretarie geplaatst. Allee ziet er keurig netje* uit, zoodat het secretarie nu een mooi aanzien heeft en ook den secretaris en ambtenaar met qieer lust hun arbeid kunnen verrichten. Hoornaar, 3 Dec. Maandagavond j.l. vergaderde de Use lab „Juliana” alhierin het cafe van den heer A. Baron. Tegen woordig waren 40 leden van de 68. De voorzitter riep de aanwezigen hartelijk welkom en opende da vergadering, waar na hij de secretaris verzocht de notulen der vorige vergadering te lezen, welke onveranderd werden goedgekeurd. Daar na bracht de penningmeester verslag uit over den,toestand der kas over, het afgejoopen jaar, waaruit bleek, een ba- tweede onderwerp: tig saldo te zjjn van f 276,75 Bjj accl®» verpleging. Bij dei matie werd het bestuurslid B. Slob en de commissarissen G. Groen, G. Heijkoop Az., D. Baron en C. Baron, welke allen iiwitfiiu naren, utu«u»eu. Punt bespreking ijsfeest werd door G. .Groen voorgesteld bij gelegenheid ook eens een wedstrijd te houden met prik- i slede; het bestuur zou dit in overweging nemen. Daarna had de gratis-verloting plaats, De prijzen vielen ten deel aan de heeren: A. Boerman en A. van Houwelingen, ieder een kaas, en de heeren P. Slob, I Elb. Romeijn, D. H. van Karsen en G. Verspui, ieder 50 sigarou. Daar niemand meer het woord ver langde, sloot de voorzitter de vergade ring. Ammerstol, 3 Dec. Gisteravond heeft in het café „Het Wapen van Ammer stol alhier, een vergadering plaats gehad welke was uitgeschreven door het be stuur van de afdeeling „Bergambacht” Ammerstol” van „Het Groene Kruis”, waarin als spreker optrad de WelEd. Zeergel. heer D. N. W. Boiynan, arts te Bergambacht. Nadat de voorzitter, de Edelachtb. heer J. A. A. Uilkens, burgemeester de zer gemeente, de bijeenkomst met enkele woorden had geopend, in welk openings woord deze de reden en het doel van de door het bestuur belegde vergadering had uiteengezet, gaf hij het woord aan den spreker. Deze wees er in den aan vang zijner rede op, dat het van belang is, dat men in gevallen, van welken aard ook, weet te helpen. Hiervoor is niet al leen noodig het kunnen helpen, maar vooral het weten op welke wijze men te vinden. Nu, als dat zoo is, dan zoekt hij al naar vreemde personen, want ik geloof, dat dit vreemdelingenlegioen niets dan schurken telt Jozef uitte deze laatste meening op een avond, dat hij met zijn heer voor hun gemeenschappelijke tent zat. „Die soldaten”, zeide hij, „welke de Franschen in dienst hebben, het lijken mij rare personen, dieven, moordenaars en der gelijke.” t „Foei, Jozef, gij velt al pen bijzonder hard, oordeel over deze ongelukkigen. Nu, het is waar, er zullen veel schurken on der hen zijn. En nagenoeg de moesten hebben een veelbewogen leven achter zich. Men vindt onder hen menschen uit alle Europeesche landen en velen die het in eigen vaderland benauwd kregen. De serteurs, valsche spelers, moordenaars misschien en daarbij lieden ook uit de hoogste standen. Als zij allen eens hun levensgeschiedenis vertellen wilden, wat Jozef taal geleerd, dat hij in hoofdzaak verstond, wat men zeide. Hij hoorde dadelijk, dat de eene spre ker zijn meester was, die', toen hij naar binnen gegaan was, met sir Spencer nog wat voor de tent op en neer was blijven loopen. De ander was nochtans de En- gelsche geleerde niet, doch een vreemde ling, gelijk Jozef bemerkte. „De Engelsche professor heeft mij ge zegd, dat u mij spreken wilde”, hoorde Jozef hem zeggen - „Inderdaad,” antwoordde Ae „gij zoudt mij misschien een Belangrijken dienst kunnen bewijzen, door mij eenige inlichtingen te verschaffen.” „Hm”, klonk het ietwat terug, „als die inlichtingen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1924 | | pagina 1