Dameshoedenzaah srooi nationaal miiart-concoors LIJNKAMP'S KLEEDINGMAGAZIJN MARKT 58 GOUDA Onze bekende Opruiming Colbertcostumes - Pantalons - Kinderpakjes Jongeheeren- en Jongenscostumes Ulsters - Demisaisons - Winterjassen Jekkers en Jongens Ulsters Heeren Mode-Artikelen Eieeir. Sialpof pen. Karnen en uiasschen komt: ■a Boerderij Boerderij Woonhuis, Corn, van Driel, The American Film-Company Op Dond8rdagi4 Januari ie ouderkerk a.d. IJssel l ifl, 1 30. 1 20. I io, en verder luxe orilzen. ïking I Ontsteking Hoestsiroop OPRUIMING LUIERMAND-UITZETTEN Firma J. C. SIBBES Piano's - Vleugels - Orgels begint op Maandag 11 Januari a.s», 's morgens 9 uur. TWEEDE BLAD SCH00NH0VENSCHE COURANT Watersnood in Nederland. BEZOEKT 2« Nationale Plulmveetentoonatelllng Uit de hand te koop: Burgerwoonhuis, IVIerrloHltj IB koop te Ter ouername aanoebodtn: R. van Blokland Gouda, Zeugestr. 40, op maandag 11 Januari in Krimpen aan de Lok op Dinsdag 12 Januari ti Albiasserdam Op Woensdag 13 januari is Kinderdijk bij P. C. HE IJ NEMAN BIJ Opruimen J. VAN DAM Wanneer U 1926 goed wilt Inaccttcsi koopt dan HOOGSTRAAT 7 - GOUDA C. QUISPEL, Bruin Waterdichte Autokleeden J MONSTER, voorheen Gebr. Blsplng Ons streven is ieder seizoen uit te komen met het nieuwste op ons gebied, en daarom worden de nog voorradige tot zeer lage prijzen opgeruimd- - Ook de nog resteerende Winterartikelen als zullen wij eveneens tot prijzen ver beneden de inkoopswaarde verkoopen. tot aanmerkelijk gereduceerde prijzen. Gedurende de Opruiming op HEERENKLEEDING NAAR MAAT 10°/. korting. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT van Vrijdag 8 Januari 1926 No. 5067. Van Rondom MENGELWERK In nood en water, Hoestsiropen Mljnhardt W0*~ f3 en f4 Januari Baida avonden opgaluiatend door Muziek. a.a> te Schoonhoven Geopend van v.m. 9.30 uur tot n.m. 10 uur. Wegen, eind» van bedrijf te hoop een met 4 BUNDER LAND, gelegen heid meer bij te huren en een Rcnfeniershais mei Tninl|e. Te zien en te bevragen bij den eigenaar Q. DE OROOT, Boskoop, Landbouwer, Reierskoop 231. Een (jroot 16 H.A., 66 A., 88 o.A., aliea aaneen gelegen, te bevragen C 124, BERGAMBACHT. Aan hetzalfde adres te koop een flink oroot 16 A., 30 s.A., niet voor tusschenpersonen. To hoopt Beste 5-jarige (vosbles). Wordt op proef geleverd. Adres JAN KOOLMEES Jz., 's-Qra- venweg B 131, Nieuwerk. a/d IJssel. Een flink beneden 2 Kamers en Keuken met ruime Werkplaats en vrije qitgang, Zolder met 2 Slaapkamertje. Brieven onder No. 1033, aau het Bureau dezer Courant. wegens vertrek, een reeds 15 jaar bestaande, goed beklante Koopsom billijk en op gemak kelijke betalingsvoorwaarden. Brieven franco no. 3700, Bureau Schoonhovensche Courant. T« keop aangeboden een zoo goed als nieuwe Kaaabrlk met toebehooren. Adres: C. J. DE JONO ALBz., Landbouwer, Krimpen a.d. Lek. Deurwaarder. Schoonhoven lnca«so'8 - Adviezen Kantoor Oude Haven No. 37 Teleph. No. 75. Bet billijks! adres Is es blljtl Telefoos 523. In de Zaal van den Heer C. BOUTER. Aanvang 7 80 u. In de Zaal „De Harmonie". Aanvang 7 30 u. In da Zaal van dan Hear H. J. WOLF. Aanvang 8 u. In de Zaal van den Haar BR0ERE. Aanvang 7.30 u. W Zie de foto's. Lees de biljetten. "30 Overal uitverkochte Zalen. Slations Kolflehnls -• Schoonhoven Vonbl Vrijdag 8 Januari Prijzen van der slijmvliezen en I alle aandoeningen der ademhalingsorganen, helpt beslist SENNA'S In flacons f 1.— bij A. N. VAN ZESSEN, Schoonhoven en de bekende weder verkoopera. We moeten rqlmte maken en geven daarom in onze BESTANTEN bespottelijke koopjes. Dat is nu wat men noemt niet in schijn, maar werkelijk spot en spot goedkoop. Kinderschoenen vanaf 19 centen. Dameslaarzen vanaf f 1.50 per paar. Keizerstraat 62 Telefoon 338 - Gouda. Scheenhandel en -reparatiSn bij Buitengewoon moeilijk te beoordeelen voor een leek is de hoedanigheid van een Piano, Vleugel of Orgel. Bij het koopen van zulk een instrument is men aangewezen op de betrouwbaarheid van den leverancier. Onze firma, die sedert 1865 bestaat, verkoopt alle instrumenten onder de ruimste garantie. Pianofabrikant, Goudsche Singel 3, ROTTERDAM. Vertegenwoordiger voor Bergambacht en Omg ev I n g de Heer H. ZANEN, Muziekdirecteur, aldaar. DEKKLEEDENFABRIEK EIND -GORINCHEM VAN DE door JAN KIJKUIT. O land van mest en mist van mtilen kouden regen. De diohter De Genostot heeft bepaald vele winters meegemaakt in de wallen verpakt en ondor de deken#, snuivend en proestend van de verkoudheid. Vandaar gijn zang aan Nederland, dat hij zoo heerlijk noemt oen land van mest en i mist, van vuilon, kouden regen. V Nu ia ons land laag, hot is waar. En evenzeor is hot waar, dat het vochtig is en triestig. Maar we zouden hot toch niet willen missen, ons land ontwoekerd aan de baren en aan de zee ontrukt. Polder na polder hebben onze vaderen drooggoktgd. dyk na dijk opgeworpen te gen de watervlooden En wanneer er een watersnood komt zooala thans in het Zuj- (Jjen, dan hebben wo als vanzelf weer eer bied voor de stoero werkers van vroe ger, die geen moeite, tijd en geld ontza gen om ons land te veroveren op het water. Dat geschoiedde door droogmaling. Mo lens zijn reods sedert lang bekend. In do geschiedenis van Griekenland worden ze reeds vermeld, terwijl ze ook in de Ge wijde geschiedenis niet onbekend zijn. Maar het idee van windmolens vond in ons land eerst toepassing in do zes tiende en zeventiende eeuw. Het vak van y molenaar en molenmaker was toen zeer in aanzien en de watermolens, die dien den om de polders droog te malen en droog te houden, waren van zeer groot belang. Onze landgenooten verwierven zich met het droogmaken van plassen en meren een Euroneoschon naam, zooals Leeghwater. Deal werd in de eerste helft der zeventiende, %euw naar Denemarken en Frankrijk "geroepen, om aldaar moo rassen droog to maken. Wat brengen de molens niet een leven- digen indruk aan hot Hollandsch land- sohap. De wieken draaien lustig op den wind en de molen schijnt wel oen levend wozen te zijn zoo zwaait hij telkens zijn vier armen de lucht in. In epn beschrijving over Zuid-Holland, welke in 1654 werd uitgegeven, valt het volgende omtrent de watermolens te vinden: „Tegea het ongomack van het Water zijn de Water-molens gepractiseert, de welcko in 't Pkupael van den Jare 1529. den löen April tot Brussel gegoven, ge noemd worden: „Water-mólens onlangbs gevonden" Andere willense ouder maao- ken, doch is niot waorschijnlick, dat soo- danige Water-molens, dis bequaum wa ren om de leege 1-an don van Hollandt ende Vriesland! droogh te Malen, eerder zij gevonden geweest." Ze hebben dan toch maar een respec tabelen ouderdom, de watermolens en al is het, dat de moderne electriciteit ze gaat verdringen, in Zuid-Holland vinden we er nog te over on kunnen we er nog volop van genieten. Dat ze wel hoognoodig «zijn, om het land vrij te houden van water weet een ieder. Dat blijkt ook uit de reeds genoem de kroniek waarin o.m. nog staat; „lek hobbe voor dosen oock moorcmaols van seer oude Luyden gehoort. dat bij haer Ouders tijdon hot Landt hier boo fleer met Water bezwaert stont, dat men y practiseerdon ende maeckten oenige Hoogten ende Hordens, om eenigh Gras tot Hoy voor haer Vee (dat doen weinigh was) daerop te droogen." Wanneer wo dat overdenken, dan prij zen we ons gelukkig dat het nu zoo heel anders en zooveel beter ia Nu winnen de landerijen door goede bewerking aan* waarde en de voorbeelden zijn niet zeld zaam, dat een landman, die op oen hof stede kwam, door vlijtigen arbeid en goe de bewerking van den bodem van water achtig een schraal land goeden en besten grond maakte. Het lijkt dan wol oens, alsof het geld kost, dat niets opbrengt, maar de einduitslag brengt de vrucht van 't werken. We hobben in deze dagen woerr terdege kunnen bemerken, hoe noodig het is een goede waterkeering en bemaling te héb- bén. Voor do watermolens komt veelal de eiectriache bemaling in de plaats. Hoe de bemaling geschiedt doet er niet toe; hoofdzaak is, dat het land droog blijft. Als bewoners van een streek, wolke ook nu weer gespaard bleaf voor een over- stroamingsramp, mogen we dankbaar zijn. En polderbesturen en hoogheemraad schappen zijn Weer gewaarschuwd: de watervijand ligt altijd op den loer. Wee waar hij zijn slag kan slaan. Een ge waarschuwd man geldt voor twee. (Een verhaal van den watersnood). Wat was dat verschrikkelijk dit jaar. Het was ifl zoo dreigend geweest da genlang. De Maas was gezwollen, zooala nooit te voren en het -wilde water klot ste tegen do 2wakke dijken aan als een see, als een zee. En plotseling bij het huis van do oudo moedor Joohems was het eerst het gevaar gezien. Het water komt er door hoen, als X we niet oppassen, riepen do dijk wachten alkaar toe. En op hun vlugge paarden galloppeerden zo de wegen langs om hulp t« halsn, veel hulp, om den watervijand te koeren. De boeren kwamen opzetten, gewapend met materiaal van allerlei aard on daar bij moeder .Joohems was het ge lukt het water te koeren. Eilaas, oven lateer brak hot water zioh toch een baan midden In den nacht. Woest en onweerstaanbaar scheurde het den dijk open, reet zich oon weg in het week-geworden dijklichoam en stortte zich als oen waterval in de lago landen langs de rivier. Daar klepte de noodklok en klonken de geweerschoten. En aller- woge vluchtte men met haven en goed, veo en kostbaarheden. Wie zal het water ontloopen? Wie? Het woeste water, dat bruisond en deinend voortwoekerd zonder ophouden, allee ver slindend, niets ontziende. Wie 'kan het water keeren als het gekomen is en stuk voor stuk van het vette malsohe land over spoelt, de huizen overmeestert, het vee doet verdrinken en de menschen dn doods angst doet vluchten? Wie zal hot water verhinderen om te gaan het pad, dat het wil? Wie? Een brandweer? Een politieman? Een dijk graaf? Een hoogheemraad? Het water ia onweerstaanbaar. Het vreet alles weg het zuigt en het «lokt en het is gulzig als een uitgehongerd dier. En de naam: wa terwolf, ia zeer te pas gegeven O, die angst van het vredige dorpje, toen er de noodklok te luiden begon. Die angst van de oude moeder Joohems, die haar strammo beenen niet meer gebrui ken kon, en die het water zag wassen door de schemering van den nacht. Zij hoorde het klotsen, en ze werd bevreesd en schreeuwde met haar oude keel om hulp. Maar de menschen van de dijk- wacht hadden het haar beloofd: „Moe dor Jochems, we zullen je komen weg halen boor, hou je gereed." Ze was gereed. Midden in den nacht was zo opgestaan en had (koffie gezet. Waarvoor zet een mansch toch koffie. Straks zou het water komen en ging die kostelijke koffie verloren. En ze had een kooltje vuur onder haar beenen genomen Waarom nam een mensch toch een kooltje vuur. Straks kwam het water en dan doofde het 't kooltje vuur nog uit. Moeder Jochems wist van de verbouwe reerdheid niet, wat ze eigenlijk dacht, ze overpeinsde die dingen, alsof ze na den watervloed weer als gewoon haar huisje zou kunnen betrokken Het water stijgt. Hoor het klotsen. Ge lukkig, dat het huis van moeder Jochems hooger lag. Zouwen ze nu nog niet ko men Daar is het geluid van riemen „We kommen jo halen, moedertje" roept een vriendelijke stem. Moeder Jochems staat op en ze laat alles voor wat het la en gaat naar buiten de boot in. Dat was een der eersten ,die have en goed verlie ten om huns levens wil De boot vaart verder. De morgensche mering ia gekomen, maar nog is de naoht niet geweken. De spits van den kerktoren -is te zien en daar is (beweging op. Het zijn de mannen, die de nood seinen bevestigd hebben. En binnen in den toren staat tie klokeluider het zware touw te trekken. En de klok dreunt haar ijzingwekkend noodgeschrei uit, dat klinkt over het dorpsplein met de lin den, en dan rerflterft het over de vel den. Overal zitten de menschen op de zol ders. Nu is hbt dan toch wericelijkheid geworden, wat sinds dagen voorspeld is. De booten varen lange do huizen en pik ken de in nood verkeerenden op. En boot na boot vaart weg met slachtoffers, die worden vervoerd, Ter van hun hui zon om in veiligheid te zijn. Voor een der ramen van oen groot hoerenhuis staat een'meisje. Ze ziet bleek en baar blik gaat wild over de stijgende watervlakte. Zou er redding komen. Het water was nog miet in huis. omdat het hoog lag, maar ook dit huis zou fiiet gaspaard worden en .het water sloop er al om toe, had den tuin al be reikt en vrat reeds een stuk van de per ken we£. O, als er nu eens geen redding kwam. Dan moesten ze naar boven en ook daar zou het water komen en wat dan? En ook als het water daar niet kwam, dan hadden ze geen levensmidde len genoeg in huis, want papa had ge spot mot de mogelijkheid van dijkbreuk en gezegd, dat het allemaal larie was en komen die tijden, dan komen die plagen gen Als im vertwijfeling WTong ze de han den. Wat viel er toch te doen. Dat ze toch geen boot hadden, dan kon de tuin man ze wegroeien, ver-weg, waar ze dat wilde woeste water niet meer zien zou. Hoor die klok toch eens. Haar gejammer drong ook nog hierdoor. Het was de doodsklok over veel welvaart, de doods klok over yeel huwelijken vTede De water- vijand ontziet niets en niemand, en hij neemt in zijn kille armen, wie hij wil. Estelle stond nog steeds voor het raam en keek toe, -of geen hulp zou komen op dagen. Daar flikkerde een lichtje over het water en nog een en nog een. Zou dat do redding zijn. Het licht kwam na der en nader en duidelijk klonk nu het geplas van riemen. Dat was de redding, jubelde het in haar hart. Scherp tuurde zo. Zou zo vast naar buiten gaan met pa on moo. Of zou ze afwachten. Ze riep naar binnen, waar pa en moe be zig waren kostbaarheden te bergen. „Kom nu. daar is een boot, daar is een boot." In de eerste boot was nog piaata voor twee menschen en haar vader en haar moeder werden daarin opgenomen. In de tweede boot nam zij plaats tuaschen een ouden man met een hondje op de inieör» en een moedertje, dat een kooi met ku- narie bij zich had. Het waren hun eeni- ge schatten blijkbaar. Achter in de boot stond aan het roer een jonge man. Hij had den Zuidwester op het hoofd en diep in de oogen getrok ken. Toen Estelle in de boot was gestapt, had zijn mond even krampachtig ver trokken, maar verder bleef hij kalm. Het was nu "geen tijd tot praten. Het was nu de tijd voor de daad. Estelle keek om zich heen en zag "plot seling de gestalte van den zwijgenden stuurman, die kortweg zijn bevelen gaf. En ook haar mond vertrok in sidde ring. En zij bleef hem tersluiks gade slaan. Rustig leidde hij de boot ovqr de on stuimige vlakte, had geon oog voor wat zioh binnen boord afspeelde. Zoo schoen het tenminste. Maar hij hield de kleine gestalte van Estelle scherp ln het oog, zag, hoe ze meewarig sprak met het oude moedertje met de vogelkooi en den grijs aard met het hondje. De nood maakt al le menschen óón en geen is er dan anders. Eindelijk was het doel van den tocht bereikt. Het was het h<#>g gelegen Kerk plein, waar kerk en school waren inge richt voor de vluchtelingen. Straks zou den ze per auto worden weggehaald om naar de stad te worden vervoerd, waar reods alles in gereedheid was gebracht. De stuurman bielp allen bij het uitstap pen Zijn forsche hand reikte hij aan al len zonder onderscheid. Maar waarom hielp hij Estflle zou buitengewoon gedisn atig En waarom trilde zijn hand zoo. Hij fluisterde en zijn stem was schor „Dag Estelle" en haar antwoord was: erwijl haar stem sidderde van ontroering „Dag Berend". En beiden dachten ze op dit moment aan het ooganblik eenlgan tijd terug ,toen Berend ook zijn sterke knuist om Es- telles handje gelegd had en vroeg; „Estelle, heb je me lief, kun je me niet een beetje lief hebben". En hoe zo toen geantwoord "had: „Zonder geld, geen liefde." Hij wirft het wei, dat het de schuld van haar opvoeding was. maar hij had toen gekreund van ontroering en was weggegaan, om vrede fe vinden door oen wandeLLng langs dezelfde rivier die nu een zee geworden was. Thans begroep Estelle wat ze gedaan had. Nu had ze do gestalte van den man, dien ze zoo smadelijk bejegend had, ge zien in zijn ware grootheid. Nu had ze hem loeren kennen in zijn doodsverach ting, waar het gold anderen te helpen. Nu had ze hem willen omhelzen en zeg gen: „Berend, o Berend, vergeef me mijn hardo woorden". Dooh het was thans geen omhelzingstijd en de boot voer reeds weer af. En iederen keer dien nacht als de boot weerkeerde, dan had den de nieuw aangebrachte vluchtelingen verhalen vol lof over de rust en de kalm te van Berend den Oever. Estelle's hart zwol van trots. DDat was de main, die haar bo^erd had. Maar dan kromp dat zelfde hart weer ineen. Dat was de man, dien zij had afgewezen. „Berend, Berend vergeef me" De hulpverleening. De Koningin weer naar de geteisterde streken. Prine Hendrik naar Brabant. Weer een dijkdoorbraak. De toestand der dijken. Indie helpt reeds. Holland Is een land van rampen, Holland is een land van leed. Het moet tegen water kampen, Nu het tegen storm pas streed. Spoedig helpen, helpt thans dubbel. Zend uw gaven klein of groot, Zit niet langer nu te talmen. Holland Is in watersnood. OPROEP OM STEUN. Wederom treft ons land een groote ramp. De uitvoerige berichten in de pers behoeven geen nadere toelichting. Gelde lijke steun aan de slachtoffers van den watersnood moet zoo spoedig mogelijk verleend worden. Onze Commissie is in staat in den eersten nood te voorzien, doch haar geldmiddelen ten bedrage ram rond f 250.000 zullen, gezien den omvang van de ramp, spoedig uitgeput zijn.,Wij doen een dringend beroep om ons in staat te stellen, waar noodig, steun te blijven. Ter- Giften zullen dankbaar ln ontvangst ge nomen worden door onzen penningmees ter (jhr. H. M. van Loon, Keizersgracht 579—581 te Amsterdam, Rekening Alg. Ver. Commissie hij de heeren Hope Go., Postgiro no. 8578, Gem. Giro AA no. 491). In het belang van een goede organisatie en behoorlijke besteding en verantwoor ding der giften ia het gowenscht "uitslui tend aam of voor onze commissie giften te geven en bate der slachtoffers van den watersnood. Van H.M. de Koningin mochten wij reeds f 10.000 ontvangen, als Hoogatder- zelver eerste blijk van belangstelling. De Algemeene Vereenigde Commis sie tot Leniging van rampen door Watersnood in Nederland.: W. DE VLUGT, Burgemeester van Amsterdam, Voorzitter WALRAVE BOISSEVAIN, Voorzitter van Administrateuren van het Fonds der Commissie. Mr. A. W. GERRITZEN, Secretaris, Heerengracht 288, Amsterdam. Jhr. H. M. VAN LOON, Fenningm., Keizersgracht 579—581, Amsterdam. Mr. W. J. M. WESTERWOUDT. J. M. TELDERS. Mr. L. Ch. VAN EEGHEN. Mr. C. P. VAN EEGHEN. F. J. M. VAN OGTROP. Mr. A. A. baron VAN DER FELTZ. H. W. VAN MARLE. F. LIEFTINCK J.Hzn. PAUL MAY. Mr. J. A. VAN SONSBEECK. Ds doorbraak bij Pannerdsn. De doorbraak bij Pannerden had des morgens te half zes bij de Bergsohe Heui den weg van Pannerden naar Zevenaar, op 300 méter afstand van het electrisch gemaal van den Waterstaat, op het on verwachts plaats, zoo meldt de „Tel". Er is geen enkele waarschuwing van tevoren geweest. De dijken vertoonden geen zwakke plekken. De dijkwacht had niets abnor maals bespeurd. Wel was Zondagavond wat hoogerop alarm gemaakt, met het gevolg dat velen reeds in paniekastem- ming de huizen waren uitgevlucht. Maar dit bleek loos alarm te zijn geweest «n gerustgesteld waren'de menschen naar hun huizen, teruggekeerd. Help, het water komtl Arbeider* kwamen echter des morgens om halfzes fn doodsangst den dijk in de ri oh ting Pannerden oprennen, roepend: „Help, bet water komtl" In enkele minuten tijda was er een klein gat in den dijk gescheurd over een breedte van 70 Meter, en met groot ge wold sloeg toen de loeiende watermassa zich in het land, boomen ontwortelend, en de muren der woningen krakend. Do groote boerderij tegenover het gat in den dijk werd grootendeels aan stukken ge slagen. Het vee in de stallen kwam jam merlijk om en de bewoners ontsnapten nauwelijks a^n den dood. Onmiddellijk zet te het wateT zijn weg voort naar het laagste deel van deze landstreek, de kom, waarin Pannerden ligt, een plaats van ongeveer 1500 zielsn. Er was niet de minste tijd meer om have en goed te bergen. De bevolking sneed de touwen door. waaraan het vee was vastgebonden en dit moest zichzelf maar in veiligheid brengen. Esn vreeseliiks paniek. Binned een uur tijd stond het water in Pannerden meters hoog. Toen deze kom volgeloopen was, rees het water door, in de richting Lobith, en Herwen en Aardt kwamen blank te staan. Er ont stond een rreeselijke paniek. De daken werden opengebroken om degenen, die op de zolders hun toevlucht hadden ge zocht, te redden, want op vele plaatsen had de stroom reeds dan dakrand be reikt. Tegen den middag zaten Herwen en Aerdt, plaatsen eveneens met een zielen aantal van ongeveer 1500, geheel in het water. Het vee is eerst den dijk opgejaagd. La ter is het voor een deel naar Lobith en met de pont over den Rijn naar Doornen- burg gebracht. Ook vluchtelingen gingen dien weg op. Toch is hel niet gelukt om alle Vee te redden on\naar wij vernamen zijn on geveer 100 runderen een prooi van den watergolf geworden. Een groot aantel die ren is op den dijk gestald, waar in alle haast eenige beschuttingen, bestaande uit rieten matten sn planken, ie opge slagen. Bij onzen tooht over den dijk zagen wij vele cadavers van verdronken koeien, paarden, schapen en van varkens, ter wijl kippenlijkjea op hoopyn gestapeld bij den weg lagen. Er la veel ziek vee en er zullen nog vele koeien sterven. In het land steken eigenlijk alleen nog de drie kerktorens ■Bloog. Van ©en groot deel der arbeiderswoningen is al leen nog maar het dak te zien, terwijl een aantal huizen absoluut in het water, dat hier en daar 10 tot 12 meter hoog staat, verdwenen is. Ds hulpverlssning. Onmiddellijk nadat de berichten over de overstrooming zijn binnengekomen, zijn twee vletten met mariniers uit Nij megen naar Pannerden vertrokken. Bo vendien werden overal uit de omgeving roeibooten aangebracht, terwijl ook de Waterstaat voor vaartuigen zorgde. Be den zond het provinciaal bestuur 150 de kens. Gisteren zijn 100 dekens naar do geteisterde plaatsen gezonden. Morgen zal ook veevoeder aangevoerd worden. Het grootsite deel van het overstroomde land is thaus van electrisch licht versto ken. Alleen in Aerdt brandt het nog. Uit Zevenaar ia thans een groot aan tel zeildoeken aangebracht tot dekking van het vee. De bijzondere vrijwillige landstorm uit Lobith werd direct gemobiliseerd en heeft overal onder commando vap\ ser geant Bosch in de gehaele omgeving van Herwen en Aerdt prachtig werk gele verd. Trouwens ook scheepsbouwmaat schappijen, steenfabrieken etc., hebben autobussen, personeel en ander materiaal tor beschikking gesteld. De voedslvoorziening geschiedt deels vanuit Lobith, deels vanuit Doornenburg Het voedsel wordt, waar noodig, gratis verstrekt na machtiging der gemeente besturen. In een onderhoud, dat wij met den ingenieur van waterstaat, den heer Des Tombes, die de leiding heeft in deze streek, hadden, verklaarde deze ons, dat wanneer het water nog een meter gezakt zou zijn, de Pannerwaardsche dam weer boven water zou zijn. gekomen en dan had men kunnen aanvangen met het leegpompen van de streek. Op het oogenblik eohtej «taan de ma- Ingezonden Mededeeltngen. zullen altijd verzachtend, hoestatillend en genezend werken, zoowel bij vol wastenen als kinderen, sis de ver* pakking voorzien is van den naam chines van het pompstation diep in het water. Zij 'zullen ten spoedigste worden hersteld. Het water moet de streek verlaten langs do sluisjes op den Pannerwaart- sctien dam en de twee sluizen van het polderdistrict Herwen en Aerdt en Pan nerden ln het gunstigste geval wanneer de val blijft aanhouden, zal het nog ze ker 10 dagen duren, voordat het 'onder- geloopen land van het water bevrijd zal zijn. Ds tosstand der dljksn. Wij hebben te bevoegder plaatse deze vraag gesteld: „Welke is de verantwoor delijkheid van den Staat voor den toe stand der dijken, die nu op verschillende punten bezweken zijn?" zoo schrijft het „Hbld.". Het antwoord luidde, dat de staat daarvoor geenerlei verantwoorde lijkheid heeft. De staat heeft alleen den eigendom der rivieren. Dientengevolge komt de zorg voor de zomerbedding voor zijn reke ning. De staat maakt, dat de rivierbedding in goeden toestand is, dat de normale hoeveelheid water, die des zomers wordt aangevoerd, zonder "bezwaar kan af vloeien. De uiterwaarden en de dijken langs de rivieren zijn echter eigendom der naast gelegen polders. En de verant woordelijkheid voor den toestand der dij ken rust dientengevolge uitsluitend op de polderbesturen. Dat is sedert eeuwen zoo geweest. De sterke onafhankelijkheidszin die ons volk kenmerkt, is oorzaak, dat onder de regeering des lainds niet alleen de provinciën en gemeenten, maar ook de waterschappen en veenschappen een volkomen zelfstandig autonoom bestuur vormen. Hoe de waterschappen de waterkee ring willen regelen, moeten zij zelf weten In het algemeen nemen zij echter, gelijk de practijk aanwijst, een minimum risico op zich, zóoals dit in vaktermen, schijnt te luiden. Onder dit minimum risico wordt het volgende» verstaan. De dijken worden niet zoo hoog gemaakt, dat zij den hoogst dankbaren waterstand (in relatieven zin natuurlijk) kunnen keeren maar slechts zoo hoog, dat zij den water stand keeren, die normaal-abnormaal voorkomt. Dit lijkt een oontradiotio in terminis, maar is het toch miet. Onder een normaal-abnonnalen stand moet men namelijk verstaan een waterstand, die eerfmaal in een groot aantal jaren de polders met ovarstrooming of doorbraak bedreigt. Op abnormaal-abnormale standen wordt nu bij den bouw der dijken in het algemeen (wij drukken ons gaarne voor zichtig uit) door polderbesturen blijkbaar niet gerekend. Dat les ny, wat wij in dit geval onder het mminmum-riaioo dienen te verstaan, dat polderbesturen slechts willen nemen. Zij loopen liever het risico eenmaal in een bepaald aantal jaren overstroomingsschadó te lijden, dan tel ken jare een zooveel hooger bedrag aan rente en aflossing voor hoogere bedijkin gen te moeten opbrengen. De polderbe sturen leggen in dit opzicht dus een zui ver economischen maatstaf aan. Een ramp, zoo uitgebreid, met zoo schadelijke gevolgen als dia van Decem berJanuari, doet intusschen wel de vraag opkomen of deze economische maatstaf niet geheel verkeerd is, of het minimum-risico der waterschappen niet veel schadelijker is dan de polderbestu ren ovor het algemeen meenen. Met an dere woorden dus, of het niet onverant woordelijk is geweest, dat de dijken in den betrekkelijk zwakken toestand zijn gebleYen, waarin zij waren, niet bere kend dus op abnormaal-abnormale water ■tanden (om deze eenigszins vreemde benaming maar even te handhaven). Wssr Mn plaats bedreigd. Over den Diaze-dijk stroomt het water. Het water komt nu tosschen Dieze en den weg naar Vlijmen, die op enkele plaatsen ook reeds overstroomd wordt. Doordat de Dommel niet af kan voeren naar de Maas en haar afvoerweg door het kanaal Den BoschDrumimelen niet voldoende is, stroomt ze over en wordt Vught bedreigd. Hipr ia men bezig, kleine dijkjes te maken, om het w^ter te keeren. De Koningin op 't oorlogspad. Gisteren heeft Koningin "Wilhelmina weer een tocht geqyiakt door de geteister de streek. Te ruim half twaalf kwam H. M. de Koningin met den Koninklijken trein van 's-Gravenhago te Ede aan. Thainp zouden in hoofdzaak de plaatsen, waar de vluchtelingen ondergebracht zijn, be zocht worden. Burgemeester baron Creutz verwelkom do de Koningin, waarna H. M. dadelijk de tranaportcolonne van het Roode Kruis welke op het station stond opgesteld, in specteerde. De Koningin onderhield zich enkele oogenblikken met den voorzitter van het Roode Kruis, gepensionneerd kolonel L. J. van Kuyck, waarna H. M. vergezeld door don garnizoenscomman dant, kolonel H. Z. A. van der Roemer, zich naar de barakken achter het mid delste paviljoen begaf, waar thans reeda oon 50-tal vluchtelingen is ondergebracht. De menschen waren Dinsdag per trein te Ede aangekomen, zij zagen er toen erbarmelijk uit. Na de goede verzor ging door de militairen en het- Roode Kruis toonden zij zich heel wat opgewek ter. De stakkerds zagen de toekomst al niet meer zoo donker in. Deze vluch telingen waren in hoofdzaak afkomstig uit Leeuwen. H. M. liet zich uitvoerig in lichten over dsn treurigen toestand daar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1926 | | pagina 3