Dameshoedenzaah
srooi nationaal miiart-concoors
LIJNKAMP'S KLEEDINGMAGAZIJN
MARKT 58
GOUDA
Onze bekende Opruiming
Colbertcostumes - Pantalons - Kinderpakjes
Jongeheeren- en Jongenscostumes
Ulsters - Demisaisons - Winterjassen
Jekkers en Jongens Ulsters
Heeren Mode-Artikelen
Eieeir. Sialpof pen.
Karnen en uiasschen
komt:
■a
Boerderij
Boerderij
Woonhuis,
Corn, van Driel,
The American Film-Company
Op Dond8rdagi4 Januari ie ouderkerk a.d. IJssel
l ifl, 1 30. 1 20. I io, en verder luxe orilzen.
ïking I
Ontsteking
Hoestsiroop
OPRUIMING
LUIERMAND-UITZETTEN
Firma J. C. SIBBES
Piano's - Vleugels - Orgels
begint op Maandag 11 Januari a.s», 's morgens 9 uur.
TWEEDE BLAD
SCH00NH0VENSCHE COURANT
Watersnood in Nederland.
BEZOEKT 2« Nationale Plulmveetentoonatelllng
Uit de hand te koop:
Burgerwoonhuis,
IVIerrloHltj
IB koop te
Ter ouername aanoebodtn:
R. van Blokland
Gouda, Zeugestr. 40,
op maandag 11 Januari in Krimpen aan de Lok
op Dinsdag 12 Januari ti Albiasserdam
Op Woensdag 13 januari is Kinderdijk
bij P. C. HE IJ NEMAN
BIJ
Opruimen
J. VAN DAM
Wanneer U 1926 goed wilt Inaccttcsi
koopt dan
HOOGSTRAAT 7 - GOUDA
C. QUISPEL,
Bruin Waterdichte Autokleeden
J MONSTER,
voorheen Gebr. Blsplng
Ons streven is ieder seizoen uit te komen met het nieuwste op ons gebied,
en daarom worden de nog voorradige
tot zeer lage prijzen opgeruimd- - Ook de nog resteerende Winterartikelen als
zullen wij eveneens tot prijzen ver beneden de inkoopswaarde verkoopen.
tot aanmerkelijk gereduceerde prijzen.
Gedurende de Opruiming op HEERENKLEEDING NAAR MAAT 10°/. korting.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT
van Vrijdag 8 Januari 1926 No. 5067.
Van Rondom
MENGELWERK
In nood en water,
Hoestsiropen
Mljnhardt
W0*~
f3 en f4 Januari
Baida avonden opgaluiatend door Muziek.
a.a> te Schoonhoven
Geopend van v.m. 9.30 uur tot n.m. 10 uur.
Wegen, eind» van bedrijf
te hoop
een
met 4 BUNDER LAND, gelegen
heid meer bij te huren en een
Rcnfeniershais mei Tninl|e.
Te zien en te bevragen bij den
eigenaar Q. DE OROOT, Boskoop,
Landbouwer, Reierskoop 231.
Een
(jroot 16 H.A., 66 A., 88 o.A., aliea
aaneen gelegen, te bevragen C 124,
BERGAMBACHT.
Aan hetzalfde adres te koop
een flink
oroot 16 A., 30 s.A., niet voor
tusschenpersonen.
To hoopt
Beste 5-jarige
(vosbles). Wordt op proef geleverd.
Adres JAN KOOLMEES Jz., 's-Qra-
venweg B 131, Nieuwerk. a/d IJssel.
Een flink
beneden 2 Kamers en Keuken met
ruime Werkplaats en vrije qitgang,
Zolder met 2 Slaapkamertje.
Brieven onder No. 1033, aau het
Bureau dezer Courant.
wegens vertrek, een reeds 15 jaar
bestaande, goed beklante
Koopsom billijk en op gemak
kelijke betalingsvoorwaarden.
Brieven franco no. 3700, Bureau
Schoonhovensche Courant.
T« keop aangeboden een zoo goed
als nieuwe
Kaaabrlk
met toebehooren.
Adres: C. J. DE JONO ALBz.,
Landbouwer, Krimpen a.d. Lek.
Deurwaarder. Schoonhoven
lnca«so'8 - Adviezen
Kantoor Oude Haven No. 37
Teleph. No. 75.
Bet billijks! adres Is es blljtl
Telefoos 523.
In de Zaal van den Heer C. BOUTER. Aanvang 7 80 u.
In de Zaal „De Harmonie". Aanvang 7 30 u.
In da Zaal van dan Hear H. J. WOLF. Aanvang 8 u.
In de Zaal van den Haar BR0ERE. Aanvang 7.30 u.
W Zie de foto's. Lees de biljetten. "30
Overal uitverkochte Zalen.
Slations Kolflehnls -• Schoonhoven
Vonbl Vrijdag 8 Januari Prijzen van
der slijmvliezen en I
alle aandoeningen der
ademhalingsorganen,
helpt beslist SENNA'S
In flacons f 1.— bij
A. N. VAN ZESSEN,
Schoonhoven
en de bekende weder
verkoopera.
We moeten rqlmte maken
en geven daarom in onze
BESTANTEN
bespottelijke koopjes.
Dat is nu wat men noemt
niet in schijn, maar werkelijk
spot en spot goedkoop.
Kinderschoenen
vanaf 19 centen.
Dameslaarzen
vanaf f 1.50 per paar.
Keizerstraat 62
Telefoon 338 - Gouda.
Scheenhandel en -reparatiSn
bij
Buitengewoon moeilijk te beoordeelen voor
een leek is de hoedanigheid van een Piano,
Vleugel of Orgel. Bij het koopen van zulk
een instrument is men aangewezen op de
betrouwbaarheid van den leverancier. Onze
firma, die sedert 1865 bestaat, verkoopt alle
instrumenten onder de ruimste garantie.
Pianofabrikant,
Goudsche Singel 3, ROTTERDAM.
Vertegenwoordiger voor Bergambacht en Omg ev I n g
de Heer H. ZANEN, Muziekdirecteur, aldaar.
DEKKLEEDENFABRIEK EIND -GORINCHEM
VAN DE
door
JAN KIJKUIT.
O land van mest en mist van
mtilen kouden regen.
De diohter De Genostot heeft bepaald
vele winters meegemaakt in de wallen
verpakt en ondor de deken#, snuivend en
proestend van de verkoudheid. Vandaar
gijn zang aan Nederland, dat hij zoo
heerlijk noemt oen land van mest en
i mist, van vuilon, kouden regen.
V Nu ia ons land laag, hot is waar. En
evenzeor is hot waar, dat het vochtig is
en triestig. Maar we zouden hot toch niet
willen missen, ons land ontwoekerd aan
de baren en aan de zee ontrukt.
Polder na polder hebben onze vaderen
drooggoktgd. dyk na dijk opgeworpen te
gen de watervlooden En wanneer er een
watersnood komt zooala thans in het Zuj-
(Jjen, dan hebben wo als vanzelf weer eer
bied voor de stoero werkers van vroe
ger, die geen moeite, tijd en geld ontza
gen om ons land te veroveren op het
water.
Dat geschoiedde door droogmaling. Mo
lens zijn reods sedert lang bekend. In do
geschiedenis van Griekenland worden ze
reeds vermeld, terwijl ze ook in de Ge
wijde geschiedenis niet onbekend zijn.
Maar het idee van windmolens vond
in ons land eerst toepassing in do zes
tiende en zeventiende eeuw. Het vak van
y molenaar en molenmaker was toen zeer
in aanzien en de watermolens, die dien
den om de polders droog te malen en
droog te houden, waren van zeer groot
belang. Onze landgenooten verwierven
zich met het droogmaken van plassen en
meren een Euroneoschon naam, zooals
Leeghwater. Deal werd in de eerste helft
der zeventiende, %euw naar Denemarken
en Frankrijk "geroepen, om aldaar moo
rassen droog to maken.
Wat brengen de molens niet een leven-
digen indruk aan hot Hollandsch land-
sohap. De wieken draaien lustig op den
wind en de molen schijnt wel oen levend
wozen te zijn zoo zwaait hij telkens zijn
vier armen de lucht in.
In epn beschrijving over Zuid-Holland,
welke in 1654 werd uitgegeven, valt het
volgende omtrent de watermolens te
vinden:
„Tegea het ongomack van het Water
zijn de Water-molens gepractiseert, de
welcko in 't Pkupael van den Jare 1529.
den löen April tot Brussel gegoven, ge
noemd worden: „Water-mólens onlangbs
gevonden" Andere willense ouder maao-
ken, doch is niot waorschijnlick, dat soo-
danige Water-molens, dis bequaum wa
ren om de leege 1-an don van Hollandt
ende Vriesland! droogh te Malen, eerder
zij gevonden geweest."
Ze hebben dan toch maar een respec
tabelen ouderdom, de watermolens en al
is het, dat de moderne electriciteit ze
gaat verdringen, in Zuid-Holland vinden
we er nog te over on kunnen we er nog
volop van genieten.
Dat ze wel hoognoodig «zijn, om het
land vrij te houden van water weet een
ieder. Dat blijkt ook uit de reeds genoem
de kroniek waarin o.m. nog staat;
„lek hobbe voor dosen oock moorcmaols
van seer oude Luyden gehoort. dat bij
haer Ouders tijdon hot Landt hier boo
fleer met Water bezwaert stont, dat men
y practiseerdon ende maeckten oenige
Hoogten ende Hordens, om eenigh Gras
tot Hoy voor haer Vee (dat doen weinigh
was) daerop te droogen."
Wanneer wo dat overdenken, dan prij
zen we ons gelukkig dat het nu zoo heel
anders en zooveel beter ia Nu winnen de
landerijen door goede bewerking aan*
waarde en de voorbeelden zijn niet zeld
zaam, dat een landman, die op oen hof
stede kwam, door vlijtigen arbeid en goe
de bewerking van den bodem van water
achtig een schraal land goeden en besten
grond maakte. Het lijkt dan wol oens,
alsof het geld kost, dat niets opbrengt,
maar de einduitslag brengt de vrucht
van 't werken.
We hobben in deze dagen woerr terdege
kunnen bemerken, hoe noodig het is een
goede waterkeering en bemaling te héb-
bén. Voor do watermolens komt veelal
de eiectriache bemaling in de plaats. Hoe
de bemaling geschiedt doet er niet toe;
hoofdzaak is, dat het land droog blijft.
Als bewoners van een streek, wolke ook
nu weer gespaard bleaf voor een over-
stroamingsramp, mogen we dankbaar
zijn. En polderbesturen en hoogheemraad
schappen zijn Weer gewaarschuwd: de
watervijand ligt altijd op den loer. Wee
waar hij zijn slag kan slaan. Een ge
waarschuwd man geldt voor twee.
(Een verhaal van den watersnood).
Wat was dat verschrikkelijk dit jaar.
Het was ifl zoo dreigend geweest da
genlang. De Maas was gezwollen, zooala
nooit te voren en het -wilde water klot
ste tegen do 2wakke dijken aan als een
see, als een zee.
En plotseling bij het huis van do oudo
moedor Joohems was het eerst het gevaar
gezien. Het water komt er door hoen, als
X we niet oppassen, riepen do dijk wachten
alkaar toe. En op hun vlugge paarden
galloppeerden zo de wegen langs om hulp
t« halsn, veel hulp, om den watervijand
te koeren. De boeren kwamen opzetten,
gewapend met materiaal van allerlei aard
on daar bij moeder .Joohems was het ge
lukt het water te koeren.
Eilaas, oven lateer brak hot water zioh
toch een baan midden In den nacht.
Woest en onweerstaanbaar scheurde het
den dijk open, reet zich oon weg in het
week-geworden dijklichoam en stortte
zich als oen waterval in de lago landen
langs de rivier. Daar klepte de noodklok
en klonken de geweerschoten. En aller-
woge vluchtte men met haven en goed,
veo en kostbaarheden.
Wie zal het water ontloopen? Wie? Het
woeste water, dat bruisond en deinend
voortwoekerd zonder ophouden, allee ver
slindend, niets ontziende. Wie 'kan het
water keeren als het gekomen is en stuk
voor stuk van het vette malsohe land over
spoelt, de huizen overmeestert, het vee
doet verdrinken en de menschen dn doods
angst doet vluchten?
Wie zal hot water verhinderen om te
gaan het pad, dat het wil? Wie? Een
brandweer? Een politieman? Een dijk
graaf? Een hoogheemraad? Het water ia
onweerstaanbaar. Het vreet alles weg
het zuigt en het «lokt en het is gulzig als
een uitgehongerd dier. En de naam: wa
terwolf, ia zeer te pas gegeven
O, die angst van het vredige dorpje,
toen er de noodklok te luiden begon. Die
angst van de oude moeder Joohems, die
haar strammo beenen niet meer gebrui
ken kon, en die het water zag wassen
door de schemering van den nacht. Zij
hoorde het klotsen, en ze werd bevreesd
en schreeuwde met haar oude keel om
hulp. Maar de menschen van de dijk-
wacht hadden het haar beloofd: „Moe
dor Jochems, we zullen je komen weg
halen boor, hou je gereed."
Ze was gereed. Midden in den nacht
was zo opgestaan en had (koffie gezet.
Waarvoor zet een mansch toch koffie.
Straks zou het water komen en ging die
kostelijke koffie verloren. En ze had een
kooltje vuur onder haar beenen genomen
Waarom nam een mensch toch een
kooltje vuur. Straks kwam het water en
dan doofde het 't kooltje vuur nog uit.
Moeder Jochems wist van de verbouwe
reerdheid niet, wat ze eigenlijk dacht, ze
overpeinsde die dingen, alsof ze na den
watervloed weer als gewoon haar huisje
zou kunnen betrokken
Het water stijgt. Hoor het klotsen. Ge
lukkig, dat het huis van moeder Jochems
hooger lag. Zouwen ze nu nog niet ko
men Daar is het geluid van riemen „We
kommen jo halen, moedertje" roept een
vriendelijke stem. Moeder Jochems staat
op en ze laat alles voor wat het la en
gaat naar buiten de boot in. Dat was
een der eersten ,die have en goed verlie
ten om huns levens wil
De boot vaart verder. De morgensche
mering ia gekomen, maar nog is de
naoht niet geweken. De spits van den
kerktoren -is te zien en daar is (beweging
op. Het zijn de mannen, die de nood
seinen bevestigd hebben. En binnen in
den toren staat tie klokeluider het zware
touw te trekken. En de klok dreunt haar
ijzingwekkend noodgeschrei uit, dat
klinkt over het dorpsplein met de lin
den, en dan rerflterft het over de vel
den.
Overal zitten de menschen op de zol
ders. Nu is hbt dan toch wericelijkheid
geworden, wat sinds dagen voorspeld is.
De booten varen lange do huizen en pik
ken de in nood verkeerenden op. En
boot na boot vaart weg met slachtoffers,
die worden vervoerd, Ter van hun hui
zon om in veiligheid te zijn.
Voor een der ramen van oen groot
hoerenhuis staat een'meisje. Ze ziet
bleek en baar blik gaat wild over de
stijgende watervlakte. Zou er redding
komen. Het water was nog miet in huis.
omdat het hoog lag, maar ook dit huis
zou fiiet gaspaard worden en .het water
sloop er al om toe, had den tuin al be
reikt en vrat reeds een stuk van de per
ken we£. O, als er nu eens geen redding
kwam. Dan moesten ze naar boven en
ook daar zou het water komen en wat
dan? En ook als het water daar niet
kwam, dan hadden ze geen levensmidde
len genoeg in huis, want papa had ge
spot mot de mogelijkheid van dijkbreuk
en gezegd, dat het allemaal larie was en
komen die tijden, dan komen die plagen
gen
Als im vertwijfeling WTong ze de han
den. Wat viel er toch te doen. Dat ze
toch geen boot hadden, dan kon de tuin
man ze wegroeien, ver-weg, waar ze dat
wilde woeste water niet meer zien zou.
Hoor die klok toch eens. Haar gejammer
drong ook nog hierdoor. Het was de
doodsklok over veel welvaart, de doods
klok over yeel huwelijken vTede De water-
vijand ontziet niets en niemand, en hij
neemt in zijn kille armen, wie hij wil.
Estelle stond nog steeds voor het raam
en keek toe, -of geen hulp zou komen op
dagen. Daar flikkerde een lichtje over
het water en nog een en nog een. Zou
dat do redding zijn. Het licht kwam na
der en nader en duidelijk klonk nu het
geplas van riemen. Dat was de redding,
jubelde het in haar hart. Scherp tuurde
zo. Zou zo vast naar buiten gaan met
pa on moo. Of zou ze afwachten. Ze
riep naar binnen, waar pa en moe be
zig waren kostbaarheden te bergen. „Kom
nu. daar is een boot, daar is een boot."
In de eerste boot was nog piaata voor
twee menschen en haar vader en haar
moeder werden daarin opgenomen. In de
tweede boot nam zij plaats tuaschen een
ouden man met een hondje op de inieör»
en een moedertje, dat een kooi met ku-
narie bij zich had. Het waren hun eeni-
ge schatten blijkbaar.
Achter in de boot stond aan het roer
een jonge man. Hij had den Zuidwester
op het hoofd en diep in de oogen getrok
ken. Toen Estelle in de boot was gestapt,
had zijn mond even krampachtig ver
trokken, maar verder bleef hij kalm. Het
was nu "geen tijd tot praten. Het was nu
de tijd voor de daad.
Estelle keek om zich heen en zag "plot
seling de gestalte van den zwijgenden
stuurman, die kortweg zijn bevelen gaf.
En ook haar mond vertrok in sidde
ring. En zij bleef hem tersluiks gade
slaan.
Rustig leidde hij de boot ovqr de on
stuimige vlakte, had geon oog voor wat
zioh binnen boord afspeelde. Zoo schoen
het tenminste. Maar hij hield de kleine
gestalte van Estelle scherp ln het oog,
zag, hoe ze meewarig sprak met het oude
moedertje met de vogelkooi en den grijs
aard met het hondje. De nood maakt al
le menschen óón en geen is er dan
anders.
Eindelijk was het doel van den tocht
bereikt. Het was het h<#>g gelegen Kerk
plein, waar kerk en school waren inge
richt voor de vluchtelingen. Straks zou
den ze per auto worden weggehaald om
naar de stad te worden vervoerd, waar
reods alles in gereedheid was gebracht.
De stuurman bielp allen bij het uitstap
pen Zijn forsche hand reikte hij aan al
len zonder onderscheid. Maar waarom
hielp hij Estflle zou buitengewoon gedisn
atig En waarom trilde zijn hand zoo.
Hij fluisterde en zijn stem was schor
„Dag Estelle" en haar antwoord was:
erwijl haar stem sidderde van ontroering
„Dag Berend".
En beiden dachten ze op dit moment
aan het ooganblik eenlgan tijd terug ,toen
Berend ook zijn sterke knuist om Es-
telles handje gelegd had en vroeg;
„Estelle, heb je me lief, kun je me niet
een beetje lief hebben". En hoe zo toen
geantwoord "had: „Zonder geld, geen
liefde." Hij wirft het wei, dat het de
schuld van haar opvoeding was. maar
hij had toen gekreund van ontroering
en was weggegaan, om vrede fe vinden
door oen wandeLLng langs dezelfde rivier
die nu een zee geworden was.
Thans begroep Estelle wat ze gedaan
had. Nu had ze do gestalte van den man,
dien ze zoo smadelijk bejegend had, ge
zien in zijn ware grootheid. Nu had ze
hem loeren kennen in zijn doodsverach
ting, waar het gold anderen te helpen.
Nu had ze hem willen omhelzen en zeg
gen: „Berend, o Berend, vergeef me mijn
hardo woorden". Dooh het was thans
geen omhelzingstijd en de boot voer
reeds weer af. En iederen keer dien
nacht als de boot weerkeerde, dan had
den de nieuw aangebrachte vluchtelingen
verhalen vol lof over de rust en de kalm
te van Berend den Oever. Estelle's hart
zwol van trots. DDat was de main, die
haar bo^erd had. Maar dan kromp dat
zelfde hart weer ineen. Dat was de man,
dien zij had afgewezen.
„Berend, Berend vergeef me"
De hulpverleening. De Koningin weer naar de geteisterde
streken. Prine Hendrik naar Brabant. Weer een
dijkdoorbraak. De toestand der dijken.
Indie helpt reeds.
Holland Is een land van rampen,
Holland is een land van leed.
Het moet tegen water kampen,
Nu het tegen storm pas streed.
Spoedig helpen, helpt thans dubbel.
Zend uw gaven klein of groot,
Zit niet langer nu te talmen.
Holland Is in watersnood.
OPROEP OM STEUN.
Wederom treft ons land een groote
ramp. De uitvoerige berichten in de pers
behoeven geen nadere toelichting. Gelde
lijke steun aan de slachtoffers van den
watersnood moet zoo spoedig mogelijk
verleend worden. Onze Commissie is in
staat in den eersten nood te voorzien, doch
haar geldmiddelen ten bedrage ram rond
f 250.000 zullen, gezien den omvang van
de ramp, spoedig uitgeput zijn.,Wij doen
een dringend beroep om ons in staat te
stellen, waar noodig, steun te blijven. Ter-
Giften zullen dankbaar ln ontvangst ge
nomen worden door onzen penningmees
ter (jhr. H. M. van Loon, Keizersgracht
579—581 te Amsterdam, Rekening Alg.
Ver. Commissie hij de heeren Hope Go.,
Postgiro no. 8578, Gem. Giro AA no. 491).
In het belang van een goede organisatie
en behoorlijke besteding en verantwoor
ding der giften ia het gowenscht "uitslui
tend aam of voor onze commissie giften te
geven en bate der slachtoffers van den
watersnood.
Van H.M. de Koningin mochten wij
reeds f 10.000 ontvangen, als Hoogatder-
zelver eerste blijk van belangstelling.
De Algemeene Vereenigde Commis
sie tot Leniging van rampen door
Watersnood in Nederland.:
W. DE VLUGT, Burgemeester van
Amsterdam, Voorzitter
WALRAVE BOISSEVAIN, Voorzitter van
Administrateuren van het Fonds
der Commissie.
Mr. A. W. GERRITZEN, Secretaris,
Heerengracht 288, Amsterdam.
Jhr. H. M. VAN LOON, Fenningm.,
Keizersgracht 579—581, Amsterdam.
Mr. W. J. M. WESTERWOUDT.
J. M. TELDERS.
Mr. L. Ch. VAN EEGHEN.
Mr. C. P. VAN EEGHEN.
F. J. M. VAN OGTROP.
Mr. A. A. baron VAN DER FELTZ.
H. W. VAN MARLE.
F. LIEFTINCK J.Hzn.
PAUL MAY.
Mr. J. A. VAN SONSBEECK.
Ds doorbraak bij Pannerdsn.
De doorbraak bij Pannerden had des
morgens te half zes bij de Bergsohe Heui
den weg van Pannerden naar Zevenaar,
op 300 méter afstand van het electrisch
gemaal van den Waterstaat, op het on
verwachts plaats, zoo meldt de „Tel". Er
is geen enkele waarschuwing van tevoren
geweest.
De dijken vertoonden geen zwakke
plekken. De dijkwacht had niets abnor
maals bespeurd. Wel was Zondagavond
wat hoogerop alarm gemaakt, met het
gevolg dat velen reeds in paniekastem-
ming de huizen waren uitgevlucht. Maar
dit bleek loos alarm te zijn geweest «n
gerustgesteld waren'de menschen naar
hun huizen, teruggekeerd.
Help, het water komtl
Arbeider* kwamen echter des morgens
om halfzes fn doodsangst den dijk in de
ri oh ting Pannerden oprennen, roepend:
„Help, bet water komtl"
In enkele minuten tijda was er een
klein gat in den dijk gescheurd over een
breedte van 70 Meter, en met groot ge
wold sloeg toen de loeiende watermassa
zich in het land, boomen ontwortelend,
en de muren der woningen krakend. Do
groote boerderij tegenover het gat in den
dijk werd grootendeels aan stukken ge
slagen. Het vee in de stallen kwam jam
merlijk om en de bewoners ontsnapten
nauwelijks a^n den dood. Onmiddellijk zet
te het wateT zijn weg voort naar het
laagste deel van deze landstreek, de
kom, waarin Pannerden ligt, een plaats
van ongeveer 1500 zielsn.
Er was niet de minste tijd meer om
have en goed te bergen. De bevolking
sneed de touwen door. waaraan het vee
was vastgebonden en dit moest zichzelf
maar in veiligheid brengen.
Esn vreeseliiks paniek.
Binned een uur tijd stond het water
in Pannerden meters hoog. Toen deze
kom volgeloopen was, rees het water door,
in de richting Lobith, en Herwen en
Aardt kwamen blank te staan. Er ont
stond een rreeselijke paniek. De daken
werden opengebroken om degenen, die op
de zolders hun toevlucht hadden ge
zocht, te redden, want op vele plaatsen
had de stroom reeds dan dakrand be
reikt.
Tegen den middag zaten Herwen en
Aerdt, plaatsen eveneens met een zielen
aantal van ongeveer 1500, geheel in het
water.
Het vee is eerst den dijk opgejaagd. La
ter is het voor een deel naar Lobith en
met de pont over den Rijn naar Doornen-
burg gebracht. Ook vluchtelingen gingen
dien weg op.
Toch is hel niet gelukt om alle Vee
te redden on\naar wij vernamen zijn on
geveer 100 runderen een prooi van den
watergolf geworden. Een groot aantel die
ren is op den dijk gestald, waar in alle
haast eenige beschuttingen, bestaande
uit rieten matten sn planken, ie opge
slagen.
Bij onzen tooht over den dijk zagen
wij vele cadavers van verdronken koeien,
paarden, schapen en van varkens, ter
wijl kippenlijkjea op hoopyn gestapeld bij
den weg lagen. Er la veel ziek vee en er
zullen nog vele koeien sterven.
In het land steken eigenlijk alleen nog
de drie kerktorens ■Bloog. Van ©en
groot deel der arbeiderswoningen is al
leen nog maar het dak te zien, terwijl
een aantal huizen absoluut in het water,
dat hier en daar 10 tot 12 meter hoog
staat, verdwenen is.
Ds hulpverlssning.
Onmiddellijk nadat de berichten over
de overstrooming zijn binnengekomen,
zijn twee vletten met mariniers uit Nij
megen naar Pannerden vertrokken. Bo
vendien werden overal uit de omgeving
roeibooten aangebracht, terwijl ook de
Waterstaat voor vaartuigen zorgde. Be
den zond het provinciaal bestuur 150 de
kens. Gisteren zijn 100 dekens naar do
geteisterde plaatsen gezonden. Morgen
zal ook veevoeder aangevoerd worden.
Het grootsite deel van het overstroomde
land is thaus van electrisch licht versto
ken. Alleen in Aerdt brandt het nog.
Uit Zevenaar ia thans een groot aan
tel zeildoeken aangebracht tot dekking
van het vee.
De bijzondere vrijwillige landstorm uit
Lobith werd direct gemobiliseerd en
heeft overal onder commando vap\ ser
geant Bosch in de gehaele omgeving van
Herwen en Aerdt prachtig werk gele
verd. Trouwens ook scheepsbouwmaat
schappijen, steenfabrieken etc., hebben
autobussen, personeel en ander materiaal
tor beschikking gesteld.
De voedslvoorziening geschiedt deels
vanuit Lobith, deels vanuit Doornenburg
Het voedsel wordt, waar noodig, gratis
verstrekt na machtiging der gemeente
besturen.
In een onderhoud, dat wij met den
ingenieur van waterstaat, den heer Des
Tombes, die de leiding heeft in deze
streek, hadden, verklaarde deze ons, dat
wanneer het water nog een meter gezakt
zou zijn, de Pannerwaardsche dam weer
boven water zou zijn. gekomen en dan
had men kunnen aanvangen met het
leegpompen van de streek.
Op het oogenblik eohtej «taan de ma-
Ingezonden Mededeeltngen.
zullen altijd verzachtend, hoestatillend
en genezend werken, zoowel bij vol
wastenen als kinderen, sis de ver*
pakking voorzien is van den naam
chines van het pompstation diep in het
water. Zij 'zullen ten spoedigste worden
hersteld.
Het water moet de streek verlaten
langs do sluisjes op den Pannerwaart-
sctien dam en de twee sluizen van het
polderdistrict Herwen en Aerdt en Pan
nerden ln het gunstigste geval wanneer
de val blijft aanhouden, zal het nog ze
ker 10 dagen duren, voordat het 'onder-
geloopen land van het water bevrijd zal
zijn.
Ds tosstand der dljksn.
Wij hebben te bevoegder plaatse deze
vraag gesteld: „Welke is de verantwoor
delijkheid van den Staat voor den toe
stand der dijken, die nu op verschillende
punten bezweken zijn?" zoo schrijft het
„Hbld.". Het antwoord luidde, dat de
staat daarvoor geenerlei verantwoorde
lijkheid heeft.
De staat heeft alleen den eigendom der
rivieren. Dientengevolge komt de zorg
voor de zomerbedding voor zijn reke
ning. De staat maakt, dat de rivierbedding
in goeden toestand is, dat de normale
hoeveelheid water, die des zomers wordt
aangevoerd, zonder "bezwaar kan af
vloeien. De uiterwaarden en de dijken
langs de rivieren zijn echter eigendom
der naast gelegen polders. En de verant
woordelijkheid voor den toestand der dij
ken rust dientengevolge uitsluitend op de
polderbesturen. Dat is sedert eeuwen zoo
geweest. De sterke onafhankelijkheidszin
die ons volk kenmerkt, is oorzaak, dat
onder de regeering des lainds niet alleen
de provinciën en gemeenten, maar ook
de waterschappen en veenschappen een
volkomen zelfstandig autonoom bestuur
vormen.
Hoe de waterschappen de waterkee
ring willen regelen, moeten zij zelf weten
In het algemeen nemen zij echter, gelijk
de practijk aanwijst, een minimum risico
op zich, zóoals dit in vaktermen, schijnt
te luiden. Onder dit minimum risico
wordt het volgende» verstaan. De dijken
worden niet zoo hoog gemaakt, dat zij
den hoogst dankbaren waterstand (in
relatieven zin natuurlijk) kunnen keeren
maar slechts zoo hoog, dat zij den water
stand keeren, die normaal-abnormaal
voorkomt. Dit lijkt een oontradiotio in
terminis, maar is het toch miet. Onder
een normaal-abnonnalen stand moet
men namelijk verstaan een waterstand,
die eerfmaal in een groot aantal jaren de
polders met ovarstrooming of doorbraak
bedreigt.
Op abnormaal-abnormale standen
wordt nu bij den bouw der dijken in het
algemeen (wij drukken ons gaarne voor
zichtig uit) door polderbesturen blijkbaar
niet gerekend. Dat les ny, wat wij in dit
geval onder het mminmum-riaioo dienen
te verstaan, dat polderbesturen slechts
willen nemen. Zij loopen liever het risico
eenmaal in een bepaald aantal jaren
overstroomingsschadó te lijden, dan tel
ken jare een zooveel hooger bedrag aan
rente en aflossing voor hoogere bedijkin
gen te moeten opbrengen. De polderbe
sturen leggen in dit opzicht dus een zui
ver economischen maatstaf aan.
Een ramp, zoo uitgebreid, met zoo
schadelijke gevolgen als dia van Decem
berJanuari, doet intusschen wel de
vraag opkomen of deze economische
maatstaf niet geheel verkeerd is, of het
minimum-risico der waterschappen niet
veel schadelijker is dan de polderbestu
ren ovor het algemeen meenen. Met an
dere woorden dus, of het niet onverant
woordelijk is geweest, dat de dijken in
den betrekkelijk zwakken toestand zijn
gebleYen, waarin zij waren, niet bere
kend dus op abnormaal-abnormale water
■tanden (om deze eenigszins vreemde
benaming maar even te handhaven).
Wssr Mn plaats bedreigd.
Over den Diaze-dijk stroomt het water.
Het water komt nu tosschen Dieze en
den weg naar Vlijmen, die op enkele
plaatsen ook reeds overstroomd wordt.
Doordat de Dommel niet af kan voeren
naar de Maas en haar afvoerweg door
het kanaal Den BoschDrumimelen niet
voldoende is, stroomt ze over en wordt
Vught bedreigd. Hipr ia men bezig, kleine
dijkjes te maken, om het w^ter te keeren.
De Koningin op 't oorlogspad.
Gisteren heeft Koningin "Wilhelmina
weer een tocht geqyiakt door de geteister
de streek.
Te ruim half twaalf kwam H. M. de
Koningin met den Koninklijken trein
van 's-Gravenhago te Ede aan. Thainp
zouden in hoofdzaak de plaatsen, waar
de vluchtelingen ondergebracht zijn, be
zocht worden.
Burgemeester baron Creutz verwelkom
do de Koningin, waarna H. M. dadelijk
de tranaportcolonne van het Roode Kruis
welke op het station stond opgesteld, in
specteerde. De Koningin onderhield zich
enkele oogenblikken met den voorzitter
van het Roode Kruis, gepensionneerd
kolonel L. J. van Kuyck, waarna H. M.
vergezeld door don garnizoenscomman
dant, kolonel H. Z. A. van der Roemer,
zich naar de barakken achter het mid
delste paviljoen begaf, waar thans reeda
oon 50-tal vluchtelingen is ondergebracht.
De menschen waren Dinsdag per trein
te Ede aangekomen, zij zagen er toen
erbarmelijk uit. Na de goede verzor
ging door de militairen en het- Roode
Kruis toonden zij zich heel wat opgewek
ter. De stakkerds zagen de toekomst
al niet meer zoo donker in. Deze vluch
telingen waren in hoofdzaak afkomstig
uit Leeuwen. H. M. liet zich uitvoerig in
lichten over dsn treurigen toestand daar