komt weder in 3£aatschappij J) E te Schoonhoven Hif is alleen maar in „He Faam. SCHOONHOVMSCfffi COURANT. niemand minder dan de echte St. Nicolaas Schoonhoven zal bezoeken Met groote blijdschap maken wij bovenstaande vreugdevolle mededeeling aan onze Lezers en Lezeressen bekend. Wij meenen niet beter te kunnen doen dan het schrijven, hetwelk de goede Sint ons heeft toegezonden volledig in dit blad over te drukken. Zonder twijfel zal de geheele bevolking van Schoonhoven en Omstreken en bijzonder de kinderen, met groote blijdschap vernemen, dat en daar eenige dagen Zal verblijven om oud en jong gelukkig te maten. Dat Sint ook dit jaar de Maatschappij „De Faamtot zijn verblijfplaats uitkoos verwondert ons niet. De wijze waarop de Directie van de grootste en de allerbest gesorteerde Manufacturen- en Kleedingzaak van Schoonhoven ën Omgeving telken jare opnieuw haren Hoogen Oast weet te verwelkomendeed ons reeds ver moeden, dat ook ditmaal aan Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven, de eer te beurt zou vallen den goeden Sint te ontvangen, een eer waarmede wij, zeker namens de geheele bevolking, de Firma van ganscher harte geluk wenschen. Wij raden iedereen aan in de komende dagen zijn inkoopen te doen in Maatschappij „De Faam". Men koopt daar niet alleen op de allerbeste wijze het benoodigde in doch bezorgt zijn kinderen tevens een onvergetelijken dag. Wij laten nu voor onze Lezers en Lezeressen het schrijven van Sint volgent ^4 Ouders en Familieleden gaat met Uw kinderen naar Maatschappij „De Faam". Wij adviseeren het U, niet alleen omdat gij daardoor aan Uwe kinderen een onvergetelijken dag bezorgt maar vooral omdat gij daar Uw keuze kunt doen uit de grootste sorteering, uit de allerbeste' kwaliteiten en tegen prijzen, lager dan gij vermoedt. Nu vlug naar den Sint, maar denk er aan NIEUWSBLAD VOOR ZUIDflOIIAND EN UTRECHT van Vrijdag 19 November 1926 No. 6200. DERDE BLAD. ftofflflMtirftad m moqov&d ST. NIÜOLAAS AFSCHRIFT. SPANJE, 15 November 1926. Hooggeachte Directie! Met groote vreugde deel ik U mede, dat ik ook dit jaar wederom Schoonhoven hoop te bezoeken om er gedurende eenige dagen mijn intrek te nemen in „Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven. Met groot verlangen denk ik weder terug aan de heerlijke dagen, die ik vorig jaar in Uw lieflijke en schilderachtig gelegen stad, met haar vriendelijke bevolking, mocht beleven. Weldra hoop ik allen weder te zien, want ik vertrek morgen uit Spanje om mij in te schepen en de reis naar het verre Holland te ondernemen met een der allergrootste zeekasteelen, de l,Lecofan. In RotterdarA hoop ik den voet te zetten óp Hollandschen bodem, om vandaar naar Schoonhoven door te reizen. Aangezien ik mijn 12 koffers met geschenken en speelgoederen reeds vooruit heb gezonden, zal ik zonder veef oponthoud per stoomboot der Reederij op de Lek naar Schoonhoven kunnen vertrekken. Maar alvorens daarheen te stoomen, wil ik een kort bezoek brengen aan de hartelijke bewoners van talrijke om liggende plaatsen, die mij telken jar popnieuw het blijde welkom in Holland toeroepen. Van ganscher harte hoop ik, dat allen, niemand uitgezonderd^ mij bij mijn tocht naar Schoonhoven zullen komen verwelkomen. Dahrom laat ik hieronder de uren van aankomst volgen: 12.15 in Streef kerk. 1.45 in Ameide. 12.30 Bergstoep. 2.15 Langerak. 12.45 Oroot-Ammers 2.30 Nieawpoort. 1.Ammerstol. v Woensdag 24 November, n.m. circa 3 uur in Schoonhoven. Dat zal weer een gejubel en gejuich geven! Evenals vorige jaren zal ik in de verte reeds kunnen hooren het'' „Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan", gezongen door honderden en honderden jongens en meisjes, gezongen door oud en jong. En dan gaan wij weer in optocht door de stad, langsDe, Voorhaven, Koestraat, Albrecht Beylinggracht, Oude Singel, Voorhaven, Haven Westzijde, LopikerstraatLange Weistraat, Korte Dijk, Haven Oostzijde, om dan eindelijk mijn intrek te nemen in Maatschappij „De Faam". Daar blijf ik dan de volgende dagen om iedereen de hand te drukken en een Waardevol geschenk cadeau te geven. Vol vreugde deel ik mede, dat ik nog nooit te voren zulk een overweldigende collectie Kinder speelgoederen timede- bracht. Poppen, Fornuizen, Sporen,,Auto's, Naaidoozen, letterlijk alleswat het jongensen meisjeshart kan begeeren, heb Ik medegebracht. O, ik ben er zeker van, niemand uit Schoonhoven en Omgeving zal verzuimen mij in Maatschappij „De Faam" te komen bezoeken. Dat zullen voor mij weder drukke dagen worden, waarin een weinig ontspanning dringend gewenscht is. Daarom zal ik ieder en dag een rijtoer maken, zoodat allen bovendien de gelegenheid krijgen mij hun kinderlijke toegenegenheid te bewijzen. Het spreekt vanzelf, dat Piet, de knecht, ook mede komt. al vrees ik, dat er voor hem weinig stoute kinderen zijn mede te nemen Des te drukker zal hij het krijgen om de prachtige cadeautjes rond, te detlen. Nog enkele dagen en ik ben weer in Uw midden. Ten slotte rust op mij de taak U geachte Directie hartelijk dank te zeggen voor Uwe mededeeling, dat gij uit volle overtuiging, ieaereen meent te moeten adviseeren: Oaat in de eerstvolgende dagen, ook al zoudt ge op dit oogenblik niet iets voor direct noodig hebben, Uw inkoopen doenin Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven. !k dank U geachte Directie hiervoor omdat gij daardoor wilt medewerken, dat geen Uwer Lezers en Lezeressen de gelegenhela zou missen een geschenk van mij in ontvangst te nemen. Met de beste wenschen voor dit blad en een hartelijke groet aan ahle 'bekenden, bijzonder aan mijn lieve Vriendjes en Vriendinnetjes. ST. NICOLAAS. Vergadering van Donderdag 18 Nov., des namiddags 2 uur. Voorzitter de burge meester, Mr. F. L. J. E. Rambonnet; se cretaris de heer A. F. Boogaart. Aan wezig alle leden, behalve de heer Hooren- De Vooriitter opent de openbare vergadering. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van het in de plaats van den heer Q, L. van Willenswaard Czn. nieuw benoemde lid van den Raad, den heer R. Bron. De heeren Kortland, Peerbolte en Nien- huis worden aangewezen om de geloofs brieven te onderzoeken. Namens deze commissie brengt ae heer Kortland rapport uit en deelt mede, dat de geloofsbrieven in orde be vonden zijn en adviseert tot toelating. De heer Bron wordt daarop door den secretaris binnengeleid en legt de ver- eischte eeden af. Dit wordt door den Raad staande aangehoord. Na de eedsaflegging spreekt de Voorzitter den heer Bron toe en wenscht hem geluk met zijn zitting ne ming als lid van den Raad. Hij hoopt, dat de heer Bron langen tijd en met vTucht als raadslid werkzaam moge zijn. U neemt aldus spreker, een plaats in van iemand, die lange jaren een zeer vooraanstaand raadslid is geweest en dien wij met spijt zagen vertrekken. Het zal voor u moeilijk zijn, dén heer Van Willenswaard te ver vangen. I* hoop, dat het u onder Gods Zegen moge gegeven zijn, zooveel in uw vermogen is de plaats van den heer Van Willenswaard te vervangen en dat u tot zegen der gemeente als raadslid moogt werkzaam zijn. De heer Bron dankt met een enkel woord en neemt den voor hem bestemden zetel in. Goedgekeurd wordt de gemeentereke ning, dienstjaar 1026. Vastgesteld wordt de rekening van het Burgerlijk Armbestuur, dienstjaar 1026. Vastgesteld, wordt de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur, dienstjaar 1927, in ontvangst en uitgaven op f 12.639,60. Daarna wordt aan de orde gesteld de gemeentebegrooting, dienstjaar 1927. Algemeens Beschouwingen. De heer Van Harmeien spreekt als volgt: Mijnheer de voorzitter, Het zij mij vergund eenige opmerkin gen te maken voor de behandeling dezer begrooting. Bij een voorgaande begrooting en de daaraan voorafgaande algemeene beschou wingen kregen wy als aanmerkingen op eenige kritische beschouwingen „dat cri- tiek zonder verantwoordelijkheidsgevoel verkeerd geacht wordt" en wij ons had den moeten afvragen" hoe zou ik doen als ik verantwoordelijk was? M. de V. als wij in of buiten den Raad gemeentepoli tiek bespreken of voeren, dan nemen^wij aan dat elk door ons verdedigd stand punt is, alsof wij zelvea verantwoorde lijk waren. Echter als wij rullen moeten naar voren brengen wat w.ij als "Sodaal- Democraten zouden doen, dan zou het lijstje van verbeteringen heel wat groo- ter worden ,dan nu, in ampele bespre king, kan worden gezegd. Eiken vorm in gemeentepolitiek ten bate der arbeiders klasse is 003 inziens ten meeste nu,tte voor het' algemeen belang. Zoo ook is onze opvatting ten opzichte van de So ciale Taak der Gemeente. Men houde in onzer fractie luidt: „wij zien in de ■«aarlijk democratisch bestuurde gemeente het oog, dat het gemeenteprogram het middel ,om op allerlei gebied het mooie en veelzeggende woord: Democra tie te maken tot de nog mooiere werker Üjkheid: het' met elkander treffen van allerlei voorzieningen, die wjj noodig achten in het algemeen belang, in vele gevallen sneller, in andere gevallen doel matiger dan de Stdat het zou vermogen. Ten aanzien der Woningpolitiek onzer gemeente moet worden opgemerkt, dat hierin o.L een verandering dient pWats te hebben. Een onderzoek in onze ge meente zal uitwijzen dat tal van wonin gen, niet meer aan de bepalingen der Woningwet of Verordening op de Afalksr huisvesting voldoen. Reeds bleek dit doordat enkele wonin gen op advies dgrGezondheidscommfssie werdén afgekeurd. En nagaande wat in den laaftsteh tijd een veelvoudig verschijn sel is, n.l. tekort aan woningen, met lage huurwaarde, dan lijkt het ons, gezien de toestand, verplichtend dat de gemeente woningen beschikbar stelt naar de draagkracht van het gezin. Want wij wetét, dat het een^noeilijk probleem is maar nochtans mag niet worden vergeten, dat met het afkeuren der woningen de bewoners dezer wonin gen niet geholpen zijn. En een rustig 'afwachten totdat deze menschen jets ge vonden hebben lijkt ons niet voldoende. Ten deze lijkt het ons gewenscht een onderzoek te doen instellen op welk» wijze andere gemeenten ten deze de kwes tie oolossen en dan kome men mei voorstellen welke voor uitvoering vatbaar zijn en in het belang der'inwoners, welke wel gaarne een woning die' i>iet voldoet aan de eerste eischen van bewoning zou den verlaten, maar 'die niet in staat zijn huren uaiu f 5 an f 6 te betalen. Dat een uitvoering in dezen tin speciaÜ sociaal-democratisch zou zijn, is niet vol te houden wanneer men nagaat wat lei ders bp dit gebied van woningbouw op het Woningcongres 1926 fp 6 Nov. j.i. gehouden te Amsterdam uitten. Zoowel de hoer S. J. L. van Aalten (v.df) D, Hv C. Nih'kamp (rJt.) C. Smeenk (i F. MJ Wibaut (s.d.aj>,) waren van meenmg dat: ik citeer hier de mea ning van de praeadviseurs „alle praeadviseurs beantwoorden de vraag, of bij de huidige woningpolitiek op voldoende wijze in de woningbehoefte wordt voorzien, ontkennend. Tevens zijn allen het er over eens, dat de particu liere bouwnijverheid niet op voldoende wijze in de behoefte aan arbeiderswonin gen voorziet En direct zal men mij daarop willen antwoorden: „denk om de financieele zijde van de zaak". Ja, M. de V,. dit wordt zoovele malen uitgespeeld, dat ik in al len ernst U vraag: Wat weegt zwaarder een^gantai gave guldens of het gezond heidsvraagstuk der inwoners". Bij alles wat in het belang der burgerij kan en moet gedaan worden, weegt bij ons piet het zwaarste het geld, maar de belangen der inwonefs. Ook bij de kwestie der Wonlngvoorziening moet men zich niet doodstaren opude financiën. Het is beter menschen te bewaren en hunne gezond heid, dan geld. En dat wij, Sodaal-Democraten niet al léén de zaak zoo bezien moge blijken; udt het verslag van het Woningcongres waar de heer H. C. Nijkamp, voorz,. van de R.K. Federatie van Woningbouw- bentrales onder daverend applaus zeide: „Door uitsluitend naar de financieele zijde van het Woningvraagstuk te kijken en door al te veel uit te meten op welke oppervlakte een arbeidersgezin nog juist lexgn kan, heeft men niet alleen het woningpeil gedrukt, maar ook de betee- kenis van het gezinsleven uit het oog verloren". Zoo ook de praeadviseurs. En wat de verwijzing vandit belang rijke vraagstuk, naar het gebied van het particuliere initiatief betreft, komt men algemeen tot verrassende resultaten. Deze zijn, dat het particuliere initiatief achter blijft wanneer 'geen winst te maken is. Op één der vorige raadsvergaderingen zeidede t vheer Schreuder hef zoo juist: „de* krotwoningen zijn de vruch ten van het particulier initiatief'. De heer Smeenk zei op het Woning- congres: „Ten /onrechte wordt de ver wachting gekoesterd, dat de particuliere bouwers ook in de grootere steden op 'behoorlijke wijze voorzien in de behoefte aan woningen voor de gemiddelde ar beiders. Spr. hoopt dat van dit congres een krachtige aandrang op de regeering zal uitgaan, opdat wederom voorschotten zullen worden verleend ook in die ge meenten waar het particuliere initiatief niet „volslagen" in gebreke blijft"'. Mr. Kruseman, rechter te Amsterdam, wees eveneens op hetzelfde congres erop, „dat de circulaire en de houding der re geering inzake woningproductie een in terpretatie der Woningwet was. Zoo ook Mr. Reijmer, Kath., Burgemeester van Hilversum, die verklaarde: „dat de hou ding der regeering en haar befaamde dr- aulaire bij niemand verdediging heeft ge vonden". M. do V. ik wijs er deze uitspraak niet om als verwijt gebruikt te worden, maar vind dit een zoo belangrijke zaak, ml hier begonnen is met een soepele uit voering van de Woningwet, dat men in de naaste toekomst niet genoeg I deze kwestie kan belichten om te komen tot tweeërlei doel: verbetering der Volks huisvesting en het beschikbaar stellen of doen stellen van woningen tegen huur prijzen, bereikbaar voor arbeiders. Mede mogen wij op doen merken, dat de gevoerde loonpolitiek der Gemeente ten opzichte van nieuw aangestelde ar beiders en aan te stellen arbeiders onze instemming niet* heeft. .Wjj kunnen on der deze omstandigheden niet meegaan met de verlaging der aanvangsalarissen, zooals die op het oogenblik worden ,uit- gévoerd. 0.i. zyn geen motieren aan wezig welke motiveeren dat loonsverla ging in dezen zin moet plaats vinden. De meest noodzakelijke levensbehoef ten zijn nog niet goedkooper geworden zoodat de koopkracht der arbeiders niet grooter is. En met verwijzing naar de comm. vlkn Georg: Overleg moeten wij tot ona leed wezen constateeren, dat deze comm. thans niet in de bevoegdheid van den Raad kan treden en ook later niet, vooral niet als de comm. zou moeten fungee rden incidenteel loonen vast te stellen welke lager zijn dan de huidige. En het gevaar bestaat o.L dat de commissie in- plaats van verbetering, verslechtering der loonen en arbeidsvoorwaarden zou trach ten te brengen. Dit nlag en kan de be doeling der Comm. niet zijn en wjj zul len het op prijs stellen ,dat in dezen zin geen verdere stappen zullen worden gedaan. Zelfs Minister Kan zegt in da Memo- ,ris van Antwoord op het afdeeungsver slag der Tweede Kamer: „wat in het bijzonder de bezoldigingen aangaat, dien aangaande wordt slechts een scherp toe zicht aanbevolen op het vaststellen der salarissen. Wie daaruit afleidt, dat, naar de meening van den Minister, alle ge meentelijke salarissen zich op een te hoog peil zouden bevinden, legt in die woorden een zin, dien zij noch taalkun dig. noch naar bun strekking kunnen hebben." In het algemeen, M. de V., kan toch met feitenmateriaal niet recht worden aangetoond, dat verlaging noodig en noodzakelijk is en moet toch o.i. de gel dende looastandaard der gemeente-amb tenaren niet* als te hoog worden be- schoüwd. Over het vraagstuk der kwestie van ons Veer en de verbetering daarvan, zul len wij ons thans niet uitladen, maar al gemeen beschouwen, wanneer later de desbetreffende behandeling een feit wordt. Mochten wij vorig jaar opmerken, dat de post reclame te hoog leek, thans zou den wij gaarne van u vernemen of tast bare resultaten zijn verkregen en zoo ja, welke n daartoe beschouwt. Tan aanzien van de reclame met het uitgegeven boek werkje ten tijde der Jaarbeurs in dit voorjaar, moet mij de opmerking van het hart, dat aan één bepaalde industrie bo ven de andere teveel aandacht werd go- schonken, terwijl enkele geheel niet ge noemd zijn, In den Raad van 15 Maart is ons toe gezegd, een berekening van bestrating der Halve Maan over te leggen bij de begroo ting 1927. Gaarne zullen wij van u daaromtrent nadere mededeelingen ontvangen. Waar wij tevens vernombn hebben, dat deze begrooting een z.g. „gespannen be grooting" is, wat de financiën betreft, doen wij opmerken, dat wij met de leuze „bezuiniging" of „geen belastingverhoo- ging" niet altijd accoord kunnen gaan, aangezien onder de leuze „bezuiniging" of „belas tingverhooging" alle sociale maatregelen der gemeente zouden kunnen worden gemaskeerd en teruggehouden of niet doorgevoerd. Ten opzichte van anderq, purftpn op de begrooting voorkomende, zullen wij bij de behandeling daarvan nog een an an der opmerken. De heer Bosch spreekt al» volgt: Mijnheer de Voorzitter, Nu wij voor de eerste maal geroepen worden met u als voorzitter de begrooting onzer gemeente voor het komende jaar te behandelen, willen wij namens onze frac tie n onze ingenomenheid kenbaar ma ken met het voorrecht, dat wij, als Raad dezer gemeente, u als onze voorzitter dit jaar in ons midden hebben zien komen. Zonder ook maar iets te kort te £oen aan de capaciteiten en hoedanigheden uwer beide ambtsvoorgangers, die wij in onze zittingsperiode als voorzitter hebben gehad, kunnen wij toch niet nalaten, u namens onze fractie hulde te brengen voor de wijze, waarop u in zoo korten tijd 'de sympathie onzer Raad en wij vermee rt en dit wel te kunnen verantwoorden, indien wij zeggen, ook van de sympa thie der geheele gemeente hebt weten te verwerven. Die waardeering, mijnheer de voorzitter, is zeker mede ontstaan, door de wij^e, waarop u met ons tracht ons oude Schoonhoven weer op te beuren uit den toestand, waarin het in de na-oor- logsjaren. gevolgd door malaise en an derzins, is vervallen. Op alle mogelijke wijzen tracht irw col lege de aandacüt op onze plaats te ves tigen en zoo mogelijk een goeden roep er van te doen uitgaan. Wij herinneren slechts aan de Jaar beurs-expositie, dit voorjaar te Utrecht, de vestiging en vervolmaking van ver schillende on der wijs-inrichtingen, terwijl nu mq belangrijke toegangsweg tot de gemeente, het Veer, en de daarop aan sluitende wegen, uwe volle aandacht heb ben. Waardoor n op zoo ondubbelzinnige wijze wordt getoond, dat niets u te veel is voor den bloei der gemeente, die aan uwe zorgen is toevertrouwd, voldoen wij gaarne aan uw verzoek deze begrooting reeds met u te behandelen, ofschoon het vóór ons persoonlijk wel zeer moei lijk geweest is, gedurende de ééne week, dat deze^in ons bezit was, voldoende tijd te vinden ons eq* zoo goed mogelijk beeld te vormen van de eiscnen, die in het ko- mgnde jaar aan de gemeentefinanciën zullen worden gesteld. Ofschoon wij in dit geval de reden bil lijken, ja er ons ten zeerste in verheugen, vertrouwen wij, dat uw college in het vervolg onzen raad minstens den wette lijk voorgeschreven veertien dagen tijd zal laten, om de begrooting te bestudee- ren, daar het in gewone omstandigheden niet van groote differentie voor den Raad zoude getuigen, hem zoo weinig tijd daar toe te laten. Alvorens deze begrooting in algemeene trekken te beschouwen, past van deze plaats zeer zeker een woord van hulde aan Burgemeester en Wethouders voor de groote en belangrijke arbeid, waarvan zij blijk geeft. Als geheel nieuw vaft ons in deze be grooting in de eerste plaats op Hoofd stuk 18, par. fl „het Veerbedrijf". Eerst kort onder uwe leiding als Veerbedrijf in gericht, in verband met in studie zijnde veranderingen en verbeteringen, zal als retributie van het Veerbedrijf in de ge meentekas de niet onbelangrijke som van f 19.000 gestort worden. Zonder ook maar eenigszins op de be sprekingen aangaande ,de te verwachten voorstellen van B. en W. te willen voor- uitloopen, kunnen wij de belangrijkheid der opbrengsten van het Veer over de Lek ten opzichte onzer begrooting niet onvermeld laten. Hoewel groote voor standers van een Veerdienst over de Lek, die ten alle'tijden en onder alle omstan digheden aan alle verkeerseischen zoude voldoen, heeft nadere bestudeering van verschillende systeemen ons de overtui ging gegeven, dat een Veerverbetering dringend noodig is, doch daar wij niet kunnen verwachten, dat de verkeerstoe name in evenredigheid zal blijven stijgen tot de meerdere uitgaven, zal dus de meest economische inrichting onzer Veerdienst een levenskwestie voor veer en gemeente worden. Want ons veer, mijnbeer de voorzit ter, is in tw el opzichten een levenskwes tie voor onze stad: uit zijn aard een toe gangsweg tot onze gemeente en door zijn opbrengst een zeer' gunstige factor op onze begrooting. Want als wij deze begrooting bestu- deeren, ontmoeten wij hierin eigenaardi ge tegenstrijdigheden. Uw college vraagt onder no. 260 een crediet van f 500 'voor het maken van reclame voor Schoonho ven, om dbor die reclame mede te trach ten hier vestiging van renteniers te be vorderen. Maar zullen deze personen, van wien vestiging zoo gaarne gezien wordt, niet worden afgeschrikt door b.v. een heffing van de 100 opcenten op de hoofd- som der Rijksinkomstenbelasting, alsme de 100 opcenten op de hoofdsom der Ver mogensbelasting? Wij moeten zorgen, dat de woorden door een bekend Kamerlid gesproken, dat iedere gemeente boven haar stand leeft, niet van toepassing zijp op Schoonho- Niet dat wij zouden willen vragen, Schoonhoven te doen stilstaan, dat niet, want stilstand is achteruitgang, maar waar ons uit deze begrooting blijkt, dat wij dit jaar f 64.000 aan rente en aflos sing van leeningen inoeten betalen, vra gen wij ons af, wordt dat alles niet te zwaar voor onzen draagkracht, indien de ze bedrag-m nog vermeerderd zullen wor den met rente en aflossingen der bedra gen, benoodigd voor restauratie Stad huis, Bartholomeus Toren en Groote Kerk? Anderzijds is deze begrooting volgens ons te zwaar belast om sociale voorzie ningen, waarvan wij bet nut en de be langrijkheid inzien, o.a. geneeskundig schooltoezicht en dergelijke, tot uitvoe ring te doen komen. Deze begrooting is in zich zelve pen rem voor de uitvoering van zakèn, die met het oog op de vooruit gang dezer gemeente, noodzakelijk zijn. Zonder in bijzonderheden te treden, zou ik B. en W. aan willen raden, de begroo tingen zooveel mogelijk te besnoeien en de leest, waarop deze gemeente is ge schoeid, zooveel mogelijk te verkleinen. Hierop voert de heer Kortland het woord: Mtynheer de Voorzitter, Voor de laatste maai zal de Raad, zoo als deze nu is samengesteld de begroo ting behandelen. Otter eenige maanden zal de burgerij opnieuw uitspraak doen hoe zij de samenstelling wenscht en wij zullen dan zien of' in de samenstelling verandering zal komen. Bij de laatste verkiezing voor den Raad, heerschte onder de burgerij een geest van ontevredenheid of liever onvoldaan heid. Men maakte op veel aanmerking en wenschte bet anders. Hoe het dan anders moest zijn, werd daarbij' niet aan gegeven en daarover verschilde de meening nog al. Wel lijkt mij dat <de samenstelling van den Raad vrijwel,ft overeenstemming was, met den geest die toen leefde in de burgerij. Voor een zoo goed mogelijken gang van zaken is dat ook noodig, dan alleen kan de regcering hetzij van Stad of Land, handelen in overeenstemming met den wensch van het Volk en daarbij is dan de meest rustige gang van zaken het gevolg. De vraag kan dan ook ^gesteld worden, hebben de laatste jaren aan de verwachtingen voldaan of leven nog de zelfde opvattingen van 1923. Ik meen voor een gedeelte van wel, hoewel m.i. de algemeene opvattingen iets milder ge stemd zyn. Het zou echter te ver voeren, alles wat in deze jaren is gepasseerd hier te bespreken. Dit is ook overbodig, omdat toen de zaken werden behandeld, voldoende de verschillende meeningen zyn weergegeven. Waarover echter niet veel is gespro ken en wat toch het vertrouwen bij de burgerij niet verhoogt, is de samenstel ling van het college van B. en W, Ook dit college moest evenals de Raad, vol gens evenredige vertegenwoordiging zyn samengesteld, omdat eenzydigë samen stelling uiet voldoende vertrouwen geeft en de ontevredenheid bevordert Al zyn nu de algemeene opvattingen m.1 iets gunstiger gestemd, <jat wil niet zeggen dat ikvolgens myn ideëen en overtui-t ging zoo buitengewoon tevreden ben. De oorzaak daarvan is, dat de opvattingen van den Raad over wat men noemt „Zuinigheid", volgens myn meening pre cies het tegenovergestelde hebben uitge werkt. Het woord „Zuinigheid" zegt niets al willen veel menschen dat woord zoo graag hooren en gebruiken. Alleen aan dé' gevolgen van de toege paste zuinigheidsmaatregelen kan men zien of men den juisten weg, die dan tot bezuiniging moet voeren, bewandelt. Wanneer men b.v. het standpunt In neemt, dat in geen geval geld mag wor den uitgegeven voor loonen aan nieuwe ambtenaren of werklieden, enkele en al leen omdat het meebrengt het aanstellen daarvan, maar men overigens het werk wat daarvoor zou worden gedaan wel nuttig en goed acht, dan is dat volgens; mijn pvattiug niet juist getto r> Als voorbeeld nöcm Ik h"ï niet Ir- voeren van Stortings en ophaaldienst en óf opvattingen in den Raad1 over bul aanstellen van meeiier toezicht bij de uitvoering van gemeentewerken en het tengevolge daarvan laten rusten van wer ken, die al reeds lang moesten zyn uit gevoerd. "Nu is het zeer gemakkelijk te bereke nen dat een ambtenaar van f 1000 of f 1500 per jaar saiaris, een uitgaaf van dat bedrag vraagt, elkeen kan dat con stateeren. Wat echter dat meerdere werk eri'toezicht vpor voordeel kan geven is minder gemakkelijk te begrijpen en te berekenen, daarvoor moet men de zaken dieper en van meer naby zien. Dat *is echter veel moeilijker en daarom houdt de groote groep zich mahr liever bij het oppervlakkige. Bezuiniging met de bedoeling dat de belasting lager zal worden is goed be schouwd, heel eenvoudig, men schrapt maar op de begrooting verschillende posten, maar of men daarbij onze ge meente en de burgery een dienst zou bewijzen betwyfel ik. De oppositie zou niet gering zyn. Ma» daaraan zit dan tegelyk'Vast en is voor mij een bewijs- ,dat men wel iets mag doen voor de burgerij en in 'hef belang van de Gemeente; door juist geld uit te geven. Verlaging van belasting vindt elk «en mooi, maar de groote moeilijkheid is, dat men 'met de daartoe te nemen maat regelen voorzichtig moet zyn en het niet mag gaan, ten koste van den vooruit-» gang en de goede maatregelen voor de Gemeentenaren. v Soms ziet men gemeenten, door den nood gedrongen, overgaan tot schrappen' van nuttige posten, waarvan de oorzaak is, verkeerd toegepaste zuinigheid. Meermalen keeren, bewonëhs de ge meente den rug toe, omdat ter wille van de zuinigheid nietë gedaan wordt waar door de gemeente in aanzien stijgt. In het dagelijksche leven ziet men zoo dikwyis, dat zij die steeds over zuinig heid praten, groote verkwisters zyn, al leen door .de soms vreemde opvatting, wat gepaste zuinigheid is. Ook daarvan zoudeu wel voorbeelden te geven zyn, al was het alleen /maai; door de vrees om eenige honderden gul dens te veel uit te geven voor gronden deze later met meerdere duizenden be taald moesten worden. Of soms de buitengewone zuinigheid by het onderhoud van de openbare I U.L.O. school Toen de raad daarvoofl het geld moest toestaan werd door den voorzitter gezegd, dat met ai de goede eigenschappen van den heer Huibregtse I ais hoofd der U.L.O. school de oorzaak van deze groote uitgaaf was, de groote bescheidenheid van den heer Huibregtse. De burgemeester zal wel niet met het verleden op de hoogte geweest zijn' maar waarheid is, dat de heer Huibregtse tientallen malen geschreven of gespro ken heeft over het onderhoud met den wethouder. Zelfs heeft de heer Huibregtse voor de ouders op een ouderavond dit gezegd, wat in de courant is opgenomen. Her haaldelijk is door hem de treurige toe stand van die schooi meegedeeld en is op verbetering aangedrongen. Men stoor de zich daaraan niet. En het heeft my zeer gegriefd dat de dure gevolgen van deze verkeerd» rudnigheid toen op den rug werd ge schoven van een zeer hoogstaand man, dien wij allen met zeer veel spyt zagen vertrekken. I Toen dat door den voorzitter werd gezegd was het de plicht geweestvvan den wethouder van onderwys om mee te deelen hoe het gegaan is en had hij niet de schuld op een ander mogen laten rusten. De hooge kosten van het onderhonH der U.L.O. school rust niet op de be scheidenheid van den heer Huibregtse maar gp de verkeerde zuinigheid van het college waarvan in dit geval vóór het groote deel de wethouder van on derwijs .door mij aansprakelgk wordt ge steld. Een ander voorhield op geh&el ander terrein maar toch ooki het gevolg van de ruinigheid en de vrees voor uitgaven is het steeds achteruitgaan van het aantal inwoners. Deze cyfers zijn over-1923—1924—1925 eh 1926 -respectieveiyk 4815, 4721. 4598 en 4591. Dit zijn ongunstige cgfers omdat het aantal zielen over Rgk of Provincie sterk Aoeneemt en wij daar minstens ons deel van zouden moeten hebben. Dat dit de schpld is van ons gemeente- beheer, zal ik probeereg duidelgk te maken Wy hebben al eenige jaren woningen te kort, waardoor velen buiten Schoonho ven wonen, die veel liever flehoonhove- naar zouden zijn wegens hun werkzaam heden. Wy hadden moeten begrijpen, dat niet gewacht kon worden op voldoende par ticulieren bouw. Dat echter de gemeente ook niet bouwde is niet goed te keuren. De vrees van nog meerdere woningen te hebben gezien de resultaten van den woningbouw, is daarvan de oorzaak, maar ik vraag wat zon Schoonhoven zijn zonder die 89 woningen mef de ruim 400 inwoners. Mef dat aantal inwoners minder zou Schoonhoven Jn vrij wat moeilijker po sitie verkeeren dan met den nu jaarlijks terugkeerenden nadeeligen post van dan woningbouw. -Eenige jaren geleden heb ik er op ga- wezen dat wij opnieuw verplicht zouden worden' om te bouwen, willen wij onze gemeente zien vooruitgaan, maar de op vatting van de meerderheid van den Raad was van tegenovergestelde meening. Men vergeleekQtnet andere plaatsen, waar wel wordt gebouwd. Maar Schoon hoven is niet te vergelijken met meer uitgestrekte gemeenten, waar vaqzelf meer gelegenheid is wat betreft de keus van plaats en grond. Wij zijn opgesloten tusachen nauwe grenzen en daarmee moeten wij rekening houden en dus trachten op die beperkte ïidwi "Ja gelegenheid tot wonen te i govon. Al reeds Isogen tijd st.aan vuor elks vrijkomende voning tientallen gwimum gereed. Daardoor jagep wü de menschen uit de gemeente en is vestiging onmoge lijk In ragn onmiddellijke omgeving heb ik daarvan zeer veel voorbeelden. Omdat ik het noodzakelijk acht zon ik willen bouwen, ook desnoods met een jaarlijks terugkeerenden nadeeligen poati, die natuurlijk door goede maatregelen zo gering mogelijk moet zijn, Met opnieuw 89 woningen te bouwen zouden wy voor den vooruitgang van Schoonhoven méér doen, dan al de door ons gemaakte recla me, welke op zichzelf ook wel nuttig is Vrijwel niet één woning staat leeg. Als normaal wordt aangenomen dat 3 leeg staau, om voor de burgerij voldoende keus en verplaatsing mogelijk te maken. Wanneer dus hier zouden komen 30' nieuwe woningen, dan zegt dat nog niets. Gezien de vele aanvragen, zou opnieuw een cijfer van 89 niet eens overdreven zijn en zou ook de onbewoonbaar-ver klaring tot uitvoering kunnen komen. Van verschillende zijden komt nu drang tot bouwen. Of wij dit zullen zien gebeuren, zal zeker ook weer afhangen van de.opvat tingen van den Raad. Zonder eenige risico en zonder hulp van de gemeente zal* het wel niet gaan. Laat ons daar echter niet te bevreesd voor zgn. Blijven ifrij voortgaan als tot op heden, dan wil dal zeggen over een'paar jaar opnieuw achteruitgang in het aantal in woners, waardoor vanzelf een deel der neringdoenden het loodje legt met de daaraan verbondep gevolgen voor de ge- meegto-finaneiën en de bedrijven ,en zwaarderen druk op de 'inwonenden, ter wijl het tegenovergestelde leven en voor uitgang moet brengen. Ik hoop dat tftet standpunt van den Raad veranderd ia en niet meer gelijk aan den tyd toen izelfs een memorie post 'voor bouw van middenstands woningen geen meerderheid kon behalen, uitslui tend door de Vrees dat er daardoor mi*.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1926 | | pagina 5