komt weder in
3£aatschappij J) E
te Schoonhoven
Hif is alleen maar in „He Faam.
SCHOONHOVMSCfffi COURANT.
niemand minder dan de echte St. Nicolaas Schoonhoven zal bezoeken
Met groote blijdschap maken wij bovenstaande vreugdevolle mededeeling aan onze Lezers en
Lezeressen bekend. Wij meenen niet beter te kunnen doen dan het schrijven, hetwelk de goede Sint ons heeft
toegezonden volledig in dit blad over te drukken.
Zonder twijfel zal de geheele bevolking van Schoonhoven en Omstreken en bijzonder de kinderen, met
groote blijdschap vernemen, dat
en daar eenige dagen Zal verblijven om oud en jong gelukkig te maten.
Dat Sint ook dit jaar de Maatschappij „De Faamtot zijn verblijfplaats uitkoos verwondert ons niet.
De wijze waarop de Directie van de grootste en de allerbest gesorteerde Manufacturen- en Kleedingzaak van
Schoonhoven ën Omgeving telken jare opnieuw haren Hoogen Oast weet te verwelkomendeed ons reeds ver
moeden, dat ook ditmaal aan Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven, de eer te beurt zou vallen den
goeden Sint te ontvangen, een eer waarmede wij, zeker namens de geheele bevolking, de Firma van ganscher
harte geluk wenschen.
Wij raden iedereen aan in de komende dagen zijn inkoopen te doen in Maatschappij „De Faam".
Men koopt daar niet alleen op de allerbeste wijze het benoodigde in doch bezorgt zijn kinderen tevens een
onvergetelijken dag.
Wij laten nu voor onze Lezers en Lezeressen het schrijven van Sint volgent
^4
Ouders en Familieleden gaat met Uw kinderen naar Maatschappij „De Faam".
Wij adviseeren het U, niet alleen omdat gij daardoor aan Uwe kinderen een onvergetelijken dag bezorgt
maar vooral omdat gij daar Uw keuze kunt doen uit de grootste sorteering, uit de allerbeste' kwaliteiten en
tegen prijzen, lager dan gij vermoedt.
Nu vlug naar den Sint, maar denk er aan
NIEUWSBLAD VOOR ZUIDflOIIAND EN UTRECHT
van Vrijdag 19 November 1926 No. 6200.
DERDE BLAD.
ftofflflMtirftad m moqov&d
ST. NIÜOLAAS
AFSCHRIFT.
SPANJE, 15 November 1926.
Hooggeachte Directie!
Met groote vreugde deel ik U mede, dat ik ook dit jaar wederom Schoonhoven hoop te bezoeken om er
gedurende eenige dagen mijn intrek te nemen in „Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven.
Met groot verlangen denk ik weder terug aan de heerlijke dagen, die ik vorig jaar in Uw lieflijke en schilderachtig
gelegen stad, met haar vriendelijke bevolking, mocht beleven.
Weldra hoop ik allen weder te zien, want ik vertrek morgen uit Spanje om mij in te schepen en de reis naar het
verre Holland te ondernemen met een der allergrootste zeekasteelen, de l,Lecofan.
In RotterdarA hoop ik den voet te zetten óp Hollandschen bodem, om vandaar naar Schoonhoven door te reizen.
Aangezien ik mijn 12 koffers met geschenken en speelgoederen reeds vooruit heb gezonden, zal ik zonder veef
oponthoud per stoomboot der Reederij op de Lek naar Schoonhoven kunnen vertrekken.
Maar alvorens daarheen te stoomen, wil ik een kort bezoek brengen aan de hartelijke bewoners van talrijke om
liggende plaatsen, die mij telken jar popnieuw het blijde welkom in Holland toeroepen.
Van ganscher harte hoop ik, dat allen, niemand uitgezonderd^ mij bij mijn tocht naar Schoonhoven zullen komen
verwelkomen. Dahrom laat ik hieronder de uren van aankomst volgen:
12.15 in Streef kerk. 1.45 in Ameide.
12.30 Bergstoep. 2.15 Langerak.
12.45 Oroot-Ammers 2.30 Nieawpoort.
1.Ammerstol. v
Woensdag 24 November, n.m. circa 3 uur in Schoonhoven.
Dat zal weer een gejubel en gejuich geven! Evenals vorige jaren zal ik in de verte reeds kunnen hooren het''
„Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan", gezongen door honderden en honderden jongens en meisjes, gezongen
door oud en jong.
En dan gaan wij weer in optocht door de stad, langsDe, Voorhaven, Koestraat, Albrecht Beylinggracht, Oude
Singel, Voorhaven, Haven Westzijde, LopikerstraatLange Weistraat, Korte Dijk, Haven Oostzijde, om dan eindelijk
mijn intrek te nemen in Maatschappij „De Faam".
Daar blijf ik dan de volgende dagen om iedereen de hand te drukken en een Waardevol geschenk cadeau te geven.
Vol vreugde deel ik mede, dat ik nog nooit te voren zulk een overweldigende collectie Kinder speelgoederen timede-
bracht. Poppen, Fornuizen, Sporen,,Auto's, Naaidoozen, letterlijk alleswat het jongensen meisjeshart kan begeeren, heb
Ik medegebracht.
O, ik ben er zeker van, niemand uit Schoonhoven en Omgeving zal verzuimen mij in Maatschappij „De Faam" te
komen bezoeken. Dat zullen voor mij weder drukke dagen worden, waarin een weinig ontspanning dringend gewenscht is.
Daarom zal ik ieder en dag een rijtoer maken, zoodat allen bovendien de gelegenheid krijgen mij hun kinderlijke
toegenegenheid te bewijzen.
Het spreekt vanzelf, dat Piet, de knecht, ook mede komt. al vrees ik, dat er voor hem weinig stoute kinderen zijn
mede te nemen Des te drukker zal hij het krijgen om de prachtige cadeautjes rond, te detlen.
Nog enkele dagen en ik ben weer in Uw midden.
Ten slotte rust op mij de taak U geachte Directie hartelijk dank te zeggen voor Uwe mededeeling, dat gij uit volle
overtuiging, ieaereen meent te moeten adviseeren: Oaat in de eerstvolgende dagen, ook al zoudt ge op dit oogenblik niet
iets voor direct noodig hebben, Uw inkoopen doenin Maatschappij „De Faam", Haven, Schoonhoven.
!k dank U geachte Directie hiervoor omdat gij daardoor wilt medewerken, dat geen Uwer Lezers en Lezeressen
de gelegenhela zou missen een geschenk van mij in ontvangst te nemen.
Met de beste wenschen voor dit blad en een hartelijke groet aan ahle 'bekenden, bijzonder aan mijn lieve
Vriendjes en Vriendinnetjes.
ST. NICOLAAS.
Vergadering van Donderdag 18 Nov.,
des namiddags 2 uur. Voorzitter de burge
meester, Mr. F. L. J. E. Rambonnet; se
cretaris de heer A. F. Boogaart. Aan
wezig alle leden, behalve de heer Hooren-
De Vooriitter opent de openbare
vergadering.
Ingekomen zijn de geloofsbrieven van
het in de plaats van den heer Q, L. van
Willenswaard Czn. nieuw benoemde lid
van den Raad, den heer R. Bron.
De heeren Kortland, Peerbolte en Nien-
huis worden aangewezen om de geloofs
brieven te onderzoeken.
Namens deze commissie brengt ae
heer Kortland rapport uit en deelt
mede, dat de geloofsbrieven in orde be
vonden zijn en adviseert tot toelating.
De heer Bron wordt daarop door den
secretaris binnengeleid en legt de ver-
eischte eeden af. Dit wordt door den
Raad staande aangehoord.
Na de eedsaflegging spreekt de
Voorzitter den heer Bron toe en
wenscht hem geluk met zijn zitting ne
ming als lid van den Raad. Hij hoopt, dat
de heer Bron langen tijd en met vTucht
als raadslid werkzaam moge zijn. U neemt
aldus spreker, een plaats in van iemand,
die lange jaren een zeer vooraanstaand
raadslid is geweest en dien wij met spijt
zagen vertrekken. Het zal voor u moeilijk
zijn, dén heer Van Willenswaard te ver
vangen. I* hoop, dat het u onder Gods
Zegen moge gegeven zijn, zooveel in uw
vermogen is de plaats van den heer Van
Willenswaard te vervangen en dat u tot
zegen der gemeente als raadslid moogt
werkzaam zijn.
De heer Bron dankt met een enkel
woord en neemt den voor hem bestemden
zetel in.
Goedgekeurd wordt de gemeentereke
ning, dienstjaar 1026.
Vastgesteld wordt de rekening van het
Burgerlijk Armbestuur, dienstjaar 1026.
Vastgesteld, wordt de begrooting van
het Burgerlijk Armbestuur, dienstjaar
1927, in ontvangst en uitgaven op
f 12.639,60.
Daarna wordt aan de orde gesteld de
gemeentebegrooting, dienstjaar 1927.
Algemeens Beschouwingen.
De heer Van Harmeien spreekt
als volgt:
Mijnheer de voorzitter,
Het zij mij vergund eenige opmerkin
gen te maken voor de behandeling dezer
begrooting.
Bij een voorgaande begrooting en de
daaraan voorafgaande algemeene beschou
wingen kregen wy als aanmerkingen op
eenige kritische beschouwingen „dat cri-
tiek zonder verantwoordelijkheidsgevoel
verkeerd geacht wordt" en wij ons had
den moeten afvragen" hoe zou ik doen als
ik verantwoordelijk was? M. de V. als
wij in of buiten den Raad gemeentepoli
tiek bespreken of voeren, dan nemen^wij
aan dat elk door ons verdedigd stand
punt is, alsof wij zelvea verantwoorde
lijk waren. Echter als wij rullen moeten
naar voren brengen wat w.ij als "Sodaal-
Democraten zouden doen, dan zou het
lijstje van verbeteringen heel wat groo-
ter worden ,dan nu, in ampele bespre
king, kan worden gezegd. Eiken vorm in
gemeentepolitiek ten bate der arbeiders
klasse is 003 inziens ten meeste nu,tte
voor het' algemeen belang. Zoo ook is
onze opvatting ten opzichte van de So
ciale Taak der Gemeente. Men houde in
onzer fractie luidt: „wij zien in de
■«aarlijk democratisch bestuurde gemeente
het oog, dat het gemeenteprogram
het middel ,om op allerlei gebied het
mooie en veelzeggende woord: Democra
tie te maken tot de nog mooiere werker
Üjkheid: het' met elkander treffen van
allerlei voorzieningen, die wjj noodig
achten in het algemeen belang, in vele
gevallen sneller, in andere gevallen doel
matiger dan de Stdat het zou vermogen.
Ten aanzien der Woningpolitiek onzer
gemeente moet worden opgemerkt, dat
hierin o.L een verandering dient pWats
te hebben. Een onderzoek in onze ge
meente zal uitwijzen dat tal van wonin
gen, niet meer aan de bepalingen der
Woningwet of Verordening op de Afalksr
huisvesting voldoen.
Reeds bleek dit doordat enkele wonin
gen op advies dgrGezondheidscommfssie
werdén afgekeurd. En nagaande wat in
den laaftsteh tijd een veelvoudig verschijn
sel is, n.l. tekort aan woningen, met lage
huurwaarde, dan lijkt het ons, gezien de
toestand, verplichtend dat de gemeente
woningen beschikbar stelt naar de
draagkracht van het gezin.
Want wij wetét, dat het een^noeilijk
probleem is maar nochtans mag niet
worden vergeten, dat met het afkeuren
der woningen de bewoners dezer wonin
gen niet geholpen zijn. En een rustig
'afwachten totdat deze menschen jets ge
vonden hebben lijkt ons niet voldoende.
Ten deze lijkt het ons gewenscht een
onderzoek te doen instellen op welk»
wijze andere gemeenten ten deze de kwes
tie oolossen en dan kome men mei
voorstellen welke voor uitvoering vatbaar
zijn en in het belang der'inwoners, welke
wel gaarne een woning die' i>iet voldoet
aan de eerste eischen van bewoning zou
den verlaten, maar 'die niet in staat zijn
huren uaiu f 5 an f 6 te betalen.
Dat een uitvoering in dezen tin speciaÜ
sociaal-democratisch zou zijn, is niet vol
te houden wanneer men nagaat wat lei
ders bp dit gebied van woningbouw op
het Woningcongres 1926 fp 6 Nov. j.i.
gehouden te Amsterdam uitten. Zoowel
de hoer S. J. L. van Aalten (v.df) D, Hv
C. Nih'kamp (rJt.) C. Smeenk (i
F. MJ Wibaut (s.d.aj>,) waren
van meenmg dat: ik citeer hier de mea
ning van de praeadviseurs
„alle praeadviseurs beantwoorden de
vraag, of bij de huidige woningpolitiek
op voldoende wijze in de woningbehoefte
wordt voorzien, ontkennend. Tevens zijn
allen het er over eens, dat de particu
liere bouwnijverheid niet op voldoende
wijze in de behoefte aan arbeiderswonin
gen voorziet
En direct zal men mij daarop willen
antwoorden: „denk om de financieele
zijde van de zaak". Ja, M. de V,. dit wordt
zoovele malen uitgespeeld, dat ik in al
len ernst U vraag: Wat weegt zwaarder
een^gantai gave guldens of het gezond
heidsvraagstuk der inwoners". Bij alles
wat in het belang der burgerij kan en
moet gedaan worden, weegt bij ons piet
het zwaarste het geld, maar de belangen
der inwonefs. Ook bij de kwestie der
Wonlngvoorziening moet men zich niet
doodstaren opude financiën. Het is beter
menschen te bewaren en hunne gezond
heid, dan geld.
En dat wij, Sodaal-Democraten niet al
léén de zaak zoo bezien moge blijken;
udt het verslag van het Woningcongres
waar de heer H. C. Nijkamp, voorz,.
van de R.K. Federatie van Woningbouw-
bentrales onder daverend applaus zeide:
„Door uitsluitend naar de financieele
zijde van het Woningvraagstuk te kijken
en door al te veel uit te meten op welke
oppervlakte een arbeidersgezin nog juist
lexgn kan, heeft men niet alleen het
woningpeil gedrukt, maar ook de betee-
kenis van het gezinsleven uit het oog
verloren".
Zoo ook de praeadviseurs.
En wat de verwijzing vandit belang
rijke vraagstuk, naar het gebied van het
particuliere initiatief betreft, komt men
algemeen tot verrassende resultaten. Deze
zijn, dat het particuliere initiatief achter
blijft wanneer 'geen winst te maken is.
Op één der vorige raadsvergaderingen
zeidede t vheer Schreuder hef zoo
juist: „de* krotwoningen zijn de vruch
ten van het particulier initiatief'.
De heer Smeenk zei op het Woning-
congres: „Ten /onrechte wordt de ver
wachting gekoesterd, dat de particuliere
bouwers ook in de grootere steden op
'behoorlijke wijze voorzien in de behoefte
aan woningen voor de gemiddelde ar
beiders. Spr. hoopt dat van dit congres
een krachtige aandrang op de regeering
zal uitgaan, opdat wederom voorschotten
zullen worden verleend ook in die ge
meenten waar het particuliere initiatief
niet „volslagen" in gebreke blijft"'.
Mr. Kruseman, rechter te Amsterdam,
wees eveneens op hetzelfde congres erop,
„dat de circulaire en de houding der re
geering inzake woningproductie een in
terpretatie der Woningwet was. Zoo ook
Mr. Reijmer, Kath., Burgemeester van
Hilversum, die verklaarde: „dat de hou
ding der regeering en haar befaamde dr-
aulaire bij niemand verdediging heeft ge
vonden".
M. do V. ik wijs er deze uitspraak niet
om als verwijt gebruikt te worden, maar
vind dit een zoo belangrijke zaak, ml
hier begonnen is met een soepele uit
voering van de Woningwet, dat men in
de naaste toekomst niet genoeg I deze
kwestie kan belichten om te komen tot
tweeërlei doel: verbetering der Volks
huisvesting en het beschikbaar stellen of
doen stellen van woningen tegen huur
prijzen, bereikbaar voor arbeiders.
Mede mogen wij op doen merken, dat
de gevoerde loonpolitiek der Gemeente
ten opzichte van nieuw aangestelde ar
beiders en aan te stellen arbeiders onze
instemming niet* heeft. .Wjj kunnen on
der deze omstandigheden niet meegaan
met de verlaging der aanvangsalarissen,
zooals die op het oogenblik worden ,uit-
gévoerd. 0.i. zyn geen motieren aan
wezig welke motiveeren dat loonsverla
ging in dezen zin moet plaats vinden.
De meest noodzakelijke levensbehoef
ten zijn nog niet goedkooper geworden
zoodat de koopkracht der arbeiders niet
grooter is.
En met verwijzing naar de comm. vlkn
Georg: Overleg moeten wij tot ona leed
wezen constateeren, dat deze comm.
thans niet in de bevoegdheid van den
Raad kan treden en ook later niet, vooral
niet als de comm. zou moeten fungee
rden incidenteel loonen vast te stellen
welke lager zijn dan de huidige. En het
gevaar bestaat o.L dat de commissie in-
plaats van verbetering, verslechtering der
loonen en arbeidsvoorwaarden zou trach
ten te brengen. Dit nlag en kan de be
doeling der Comm. niet zijn en wjj zul
len het op prijs stellen ,dat in dezen
zin geen verdere stappen zullen worden
gedaan.
Zelfs Minister Kan zegt in da Memo-
,ris van Antwoord op het afdeeungsver
slag der Tweede Kamer: „wat in het
bijzonder de bezoldigingen aangaat, dien
aangaande wordt slechts een scherp toe
zicht aanbevolen op het vaststellen der
salarissen. Wie daaruit afleidt, dat, naar
de meening van den Minister, alle ge
meentelijke salarissen zich op een te
hoog peil zouden bevinden, legt in die
woorden een zin, dien zij noch taalkun
dig. noch naar bun strekking kunnen
hebben."
In het algemeen, M. de V., kan toch
met feitenmateriaal niet recht worden
aangetoond, dat verlaging noodig en
noodzakelijk is en moet toch o.i. de gel
dende looastandaard der gemeente-amb
tenaren niet* als te hoog worden be-
schoüwd.
Over het vraagstuk der kwestie van
ons Veer en de verbetering daarvan, zul
len wij ons thans niet uitladen, maar al
gemeen beschouwen, wanneer later de
desbetreffende behandeling een feit
wordt.
Mochten wij vorig jaar opmerken, dat
de post reclame te hoog leek, thans zou
den wij gaarne van u vernemen of tast
bare resultaten zijn verkregen en zoo ja,
welke n daartoe beschouwt. Tan aanzien
van de reclame met het uitgegeven boek
werkje ten tijde der Jaarbeurs in dit
voorjaar, moet mij de opmerking van het
hart, dat aan één bepaalde industrie bo
ven de andere teveel aandacht werd go-
schonken, terwijl enkele geheel niet ge
noemd zijn,
In den Raad van 15 Maart is ons toe
gezegd, een berekening van bestrating der
Halve Maan over te leggen bij de begroo
ting 1927.
Gaarne zullen wij van u daaromtrent
nadere mededeelingen ontvangen.
Waar wij tevens vernombn hebben, dat
deze begrooting een z.g. „gespannen be
grooting" is, wat de financiën betreft,
doen wij opmerken, dat wij met de leuze
„bezuiniging" of „geen belastingverhoo-
ging" niet altijd accoord kunnen gaan,
aangezien onder de leuze „bezuiniging"
of „belas tingverhooging" alle sociale
maatregelen der gemeente zouden kunnen
worden gemaskeerd en teruggehouden of
niet doorgevoerd.
Ten opzichte van anderq, purftpn op de
begrooting voorkomende, zullen wij bij
de behandeling daarvan nog een an an
der opmerken.
De heer Bosch spreekt al» volgt:
Mijnheer de Voorzitter,
Nu wij voor de eerste maal geroepen
worden met u als voorzitter de begrooting
onzer gemeente voor het komende jaar te
behandelen, willen wij namens onze frac
tie n onze ingenomenheid kenbaar ma
ken met het voorrecht, dat wij, als Raad
dezer gemeente, u als onze voorzitter dit
jaar in ons midden hebben zien komen.
Zonder ook maar iets te kort te £oen
aan de capaciteiten en hoedanigheden
uwer beide ambtsvoorgangers, die wij in
onze zittingsperiode als voorzitter hebben
gehad, kunnen wij toch niet nalaten, u
namens onze fractie hulde te brengen
voor de wijze, waarop u in zoo korten tijd
'de sympathie onzer Raad en wij vermee
rt en dit wel te kunnen verantwoorden,
indien wij zeggen, ook van de sympa
thie der geheele gemeente hebt weten te
verwerven. Die waardeering, mijnheer de
voorzitter, is zeker mede ontstaan, door
de wij^e, waarop u met ons tracht ons
oude Schoonhoven weer op te beuren uit
den toestand, waarin het in de na-oor-
logsjaren. gevolgd door malaise en an
derzins, is vervallen.
Op alle mogelijke wijzen tracht irw col
lege de aandacüt op onze plaats te ves
tigen en zoo mogelijk een goeden roep er
van te doen uitgaan.
Wij herinneren slechts aan de Jaar
beurs-expositie, dit voorjaar te Utrecht,
de vestiging en vervolmaking van ver
schillende on der wijs-inrichtingen, terwijl
nu mq belangrijke toegangsweg tot de
gemeente, het Veer, en de daarop aan
sluitende wegen, uwe volle aandacht heb
ben.
Waardoor n op zoo ondubbelzinnige
wijze wordt getoond, dat niets u te veel
is voor den bloei der gemeente, die aan
uwe zorgen is toevertrouwd, voldoen wij
gaarne aan uw verzoek deze begrooting
reeds met u te behandelen, ofschoon
het vóór ons persoonlijk wel zeer moei
lijk geweest is, gedurende de ééne week,
dat deze^in ons bezit was, voldoende tijd
te vinden ons eq* zoo goed mogelijk beeld
te vormen van de eiscnen, die in het ko-
mgnde jaar aan de gemeentefinanciën
zullen worden gesteld.
Ofschoon wij in dit geval de reden bil
lijken, ja er ons ten zeerste in verheugen,
vertrouwen wij, dat uw college in het
vervolg onzen raad minstens den wette
lijk voorgeschreven veertien dagen tijd
zal laten, om de begrooting te bestudee-
ren, daar het in gewone omstandigheden
niet van groote differentie voor den Raad
zoude getuigen, hem zoo weinig tijd daar
toe te laten.
Alvorens deze begrooting in algemeene
trekken te beschouwen, past van deze
plaats zeer zeker een woord van hulde
aan Burgemeester en Wethouders voor
de groote en belangrijke arbeid, waarvan
zij blijk geeft.
Als geheel nieuw vaft ons in deze be
grooting in de eerste plaats op Hoofd
stuk 18, par. fl „het Veerbedrijf". Eerst
kort onder uwe leiding als Veerbedrijf in
gericht, in verband met in studie zijnde
veranderingen en verbeteringen, zal als
retributie van het Veerbedrijf in de ge
meentekas de niet onbelangrijke som van
f 19.000 gestort worden.
Zonder ook maar eenigszins op de be
sprekingen aangaande ,de te verwachten
voorstellen van B. en W. te willen voor-
uitloopen, kunnen wij de belangrijkheid
der opbrengsten van het Veer over de
Lek ten opzichte onzer begrooting niet
onvermeld laten. Hoewel groote voor
standers van een Veerdienst over de Lek,
die ten alle'tijden en onder alle omstan
digheden aan alle verkeerseischen zoude
voldoen, heeft nadere bestudeering van
verschillende systeemen ons de overtui
ging gegeven, dat een Veerverbetering
dringend noodig is, doch daar wij niet
kunnen verwachten, dat de verkeerstoe
name in evenredigheid zal blijven stijgen
tot de meerdere uitgaven, zal dus de
meest economische inrichting onzer
Veerdienst een levenskwestie voor veer en
gemeente worden.
Want ons veer, mijnbeer de voorzit
ter, is in tw el opzichten een levenskwes
tie voor onze stad: uit zijn aard een toe
gangsweg tot onze gemeente en door zijn
opbrengst een zeer' gunstige factor op
onze begrooting.
Want als wij deze begrooting bestu-
deeren, ontmoeten wij hierin eigenaardi
ge tegenstrijdigheden. Uw college vraagt
onder no. 260 een crediet van f 500 'voor
het maken van reclame voor Schoonho
ven, om dbor die reclame mede te trach
ten hier vestiging van renteniers te be
vorderen. Maar zullen deze personen, van
wien vestiging zoo gaarne gezien wordt,
niet worden afgeschrikt door b.v. een
heffing van de 100 opcenten op de hoofd-
som der Rijksinkomstenbelasting, alsme
de 100 opcenten op de hoofdsom der Ver
mogensbelasting?
Wij moeten zorgen, dat de woorden
door een bekend Kamerlid gesproken, dat
iedere gemeente boven haar stand leeft,
niet van toepassing zijp op Schoonho-
Niet dat wij zouden willen vragen,
Schoonhoven te doen stilstaan, dat niet,
want stilstand is achteruitgang, maar
waar ons uit deze begrooting blijkt, dat
wij dit jaar f 64.000 aan rente en aflos
sing van leeningen inoeten betalen, vra
gen wij ons af, wordt dat alles niet te
zwaar voor onzen draagkracht, indien de
ze bedrag-m nog vermeerderd zullen wor
den met rente en aflossingen der bedra
gen, benoodigd voor restauratie Stad
huis, Bartholomeus Toren en Groote
Kerk?
Anderzijds is deze begrooting volgens
ons te zwaar belast om sociale voorzie
ningen, waarvan wij bet nut en de be
langrijkheid inzien, o.a. geneeskundig
schooltoezicht en dergelijke, tot uitvoe
ring te doen komen. Deze begrooting is
in zich zelve pen rem voor de uitvoering
van zakèn, die met het oog op de vooruit
gang dezer gemeente, noodzakelijk zijn.
Zonder in bijzonderheden te treden, zou
ik B. en W. aan willen raden, de begroo
tingen zooveel mogelijk te besnoeien en
de leest, waarop deze gemeente is ge
schoeid, zooveel mogelijk te verkleinen.
Hierop voert de heer Kortland het
woord:
Mtynheer de Voorzitter,
Voor de laatste maai zal de Raad, zoo
als deze nu is samengesteld de begroo
ting behandelen. Otter eenige maanden
zal de burgerij opnieuw uitspraak doen
hoe zij de samenstelling wenscht en wij
zullen dan zien of' in de samenstelling
verandering zal komen.
Bij de laatste verkiezing voor den Raad,
heerschte onder de burgerij een geest
van ontevredenheid of liever onvoldaan
heid. Men maakte op veel aanmerking
en wenschte bet anders. Hoe het dan
anders moest zijn, werd daarbij' niet aan
gegeven en daarover verschilde de
meening nog al. Wel lijkt mij dat <de
samenstelling van den Raad vrijwel,ft
overeenstemming was, met den geest die
toen leefde in de burgerij.
Voor een zoo goed mogelijken gang
van zaken is dat ook noodig, dan alleen
kan de regcering hetzij van Stad of
Land, handelen in overeenstemming met
den wensch van het Volk en daarbij is
dan de meest rustige gang van zaken het
gevolg. De vraag kan dan ook ^gesteld
worden, hebben de laatste jaren aan de
verwachtingen voldaan of leven nog de
zelfde opvattingen van 1923. Ik meen
voor een gedeelte van wel, hoewel m.i.
de algemeene opvattingen iets milder ge
stemd zyn. Het zou echter te ver voeren,
alles wat in deze jaren is gepasseerd
hier te bespreken. Dit is ook overbodig,
omdat toen de zaken werden behandeld,
voldoende de verschillende meeningen
zyn weergegeven.
Waarover echter niet veel is gespro
ken en wat toch het vertrouwen bij de
burgerij niet verhoogt, is de samenstel
ling van het college van B. en W, Ook
dit college moest evenals de Raad, vol
gens evenredige vertegenwoordiging zyn
samengesteld, omdat eenzydigë samen
stelling uiet voldoende vertrouwen geeft
en de ontevredenheid bevordert Al zyn
nu de algemeene opvattingen m.1 iets
gunstiger gestemd, <jat wil niet zeggen
dat ikvolgens myn ideëen en overtui-t
ging zoo buitengewoon tevreden ben. De
oorzaak daarvan is, dat de opvattingen
van den Raad over wat men noemt
„Zuinigheid", volgens myn meening pre
cies het tegenovergestelde hebben uitge
werkt.
Het woord „Zuinigheid" zegt niets al
willen veel menschen dat woord zoo
graag hooren en gebruiken.
Alleen aan dé' gevolgen van de toege
paste zuinigheidsmaatregelen kan men
zien of men den juisten weg, die dan tot
bezuiniging moet voeren, bewandelt.
Wanneer men b.v. het standpunt In
neemt, dat in geen geval geld mag wor
den uitgegeven voor loonen aan nieuwe
ambtenaren of werklieden, enkele en al
leen omdat het meebrengt het aanstellen
daarvan, maar men overigens het werk
wat daarvoor zou worden gedaan wel
nuttig en goed acht, dan is dat volgens;
mijn pvattiug niet juist getto r>
Als voorbeeld nöcm Ik h"ï niet Ir-
voeren van Stortings en ophaaldienst en
óf opvattingen in den Raad1 over bul
aanstellen van meeiier toezicht bij de
uitvoering van gemeentewerken en het
tengevolge daarvan laten rusten van wer
ken, die al reeds lang moesten zyn uit
gevoerd.
"Nu is het zeer gemakkelijk te bereke
nen dat een ambtenaar van f 1000 of
f 1500 per jaar saiaris, een uitgaaf van
dat bedrag vraagt, elkeen kan dat con
stateeren. Wat echter dat meerdere werk
eri'toezicht vpor voordeel kan geven is
minder gemakkelijk te begrijpen en te
berekenen, daarvoor moet men de zaken
dieper en van meer naby zien. Dat *is
echter veel moeilijker en daarom houdt
de groote groep zich mahr liever bij het
oppervlakkige.
Bezuiniging met de bedoeling dat de
belasting lager zal worden is goed be
schouwd, heel eenvoudig, men schrapt
maar op de begrooting verschillende
posten, maar of men daarbij onze ge
meente en de burgery een dienst zou
bewijzen betwyfel ik.
De oppositie zou niet gering zyn.
Ma» daaraan zit dan tegelyk'Vast en
is voor mij een bewijs- ,dat men wel iets
mag doen voor de burgerij en in 'hef
belang van de Gemeente; door juist geld
uit te geven.
Verlaging van belasting vindt elk «en
mooi, maar de groote moeilijkheid is,
dat men 'met de daartoe te nemen maat
regelen voorzichtig moet zyn en het niet
mag gaan, ten koste van den vooruit-»
gang en de goede maatregelen voor de
Gemeentenaren. v
Soms ziet men gemeenten, door den
nood gedrongen, overgaan tot schrappen'
van nuttige posten, waarvan de oorzaak
is, verkeerd toegepaste zuinigheid.
Meermalen keeren, bewonëhs de ge
meente den rug toe, omdat ter wille van
de zuinigheid nietë gedaan wordt waar
door de gemeente in aanzien stijgt.
In het dagelijksche leven ziet men zoo
dikwyis, dat zij die steeds over zuinig
heid praten, groote verkwisters zyn, al
leen door .de soms vreemde opvatting,
wat gepaste zuinigheid is.
Ook daarvan zoudeu wel voorbeelden
te geven zyn, al was het alleen /maai;
door de vrees om eenige honderden gul
dens te veel uit te geven voor gronden
deze later met meerdere duizenden be
taald moesten worden.
Of soms de buitengewone zuinigheid
by het onderhoud van de openbare
I U.L.O. school Toen de raad daarvoofl
het geld moest toestaan werd door den
voorzitter gezegd, dat met ai de goede
eigenschappen van den heer Huibregtse
I ais hoofd der U.L.O. school de oorzaak
van deze groote uitgaaf was, de groote
bescheidenheid van den heer Huibregtse.
De burgemeester zal wel niet met het
verleden op de hoogte geweest zijn' maar
waarheid is, dat de heer Huibregtse
tientallen malen geschreven of gespro
ken heeft over het onderhoud met den
wethouder.
Zelfs heeft de heer Huibregtse voor de
ouders op een ouderavond dit gezegd,
wat in de courant is opgenomen. Her
haaldelijk is door hem de treurige toe
stand van die schooi meegedeeld en is
op verbetering aangedrongen. Men stoor
de zich daaraan niet.
En het heeft my zeer gegriefd dat
de dure gevolgen van deze verkeerd»
rudnigheid toen op den rug werd ge
schoven van een zeer hoogstaand man,
dien wij allen met zeer veel spyt zagen
vertrekken. I
Toen dat door den voorzitter werd
gezegd was het de plicht geweestvvan
den wethouder van onderwys om
mee te deelen hoe het gegaan is en had
hij niet de schuld op een ander mogen
laten rusten.
De hooge kosten van het onderhonH
der U.L.O. school rust niet op de be
scheidenheid van den heer Huibregtse
maar gp de verkeerde zuinigheid van
het college waarvan in dit geval vóór
het groote deel de wethouder van on
derwijs .door mij aansprakelgk wordt ge
steld.
Een ander voorhield op geh&el ander
terrein maar toch ooki het gevolg van de
ruinigheid en de vrees voor uitgaven is
het steeds achteruitgaan van het aantal
inwoners.
Deze cyfers zijn over-1923—1924—1925
eh 1926 -respectieveiyk 4815, 4721. 4598
en 4591.
Dit zijn ongunstige cgfers omdat het
aantal zielen over Rgk of Provincie sterk
Aoeneemt en wij daar minstens ons deel
van zouden moeten hebben.
Dat dit de schpld is van ons gemeente-
beheer, zal ik probeereg duidelgk te
maken
Wy hebben al eenige jaren woningen
te kort, waardoor velen buiten Schoonho
ven wonen, die veel liever flehoonhove-
naar zouden zijn wegens hun werkzaam
heden.
Wy hadden moeten begrijpen, dat niet
gewacht kon worden op voldoende par
ticulieren bouw. Dat echter de gemeente
ook niet bouwde is niet goed te keuren.
De vrees van nog meerdere woningen
te hebben gezien de resultaten van den
woningbouw, is daarvan de oorzaak,
maar ik vraag wat zon Schoonhoven zijn
zonder die 89 woningen mef de ruim 400
inwoners.
Mef dat aantal inwoners minder zou
Schoonhoven Jn vrij wat moeilijker po
sitie verkeeren dan met den nu jaarlijks
terugkeerenden nadeeligen post van dan
woningbouw.
-Eenige jaren geleden heb ik er op ga-
wezen dat wij opnieuw verplicht zouden
worden' om te bouwen, willen wij onze
gemeente zien vooruitgaan, maar de op
vatting van de meerderheid van den Raad
was van tegenovergestelde meening.
Men vergeleekQtnet andere plaatsen,
waar wel wordt gebouwd. Maar Schoon
hoven is niet te vergelijken met meer
uitgestrekte gemeenten, waar vaqzelf
meer gelegenheid is wat betreft de keus
van plaats en grond.
Wij zijn opgesloten tusachen nauwe
grenzen en daarmee moeten wij rekening
houden en dus trachten op die beperkte
ïidwi "Ja gelegenheid tot wonen te
i govon.
Al reeds Isogen tijd st.aan vuor elks
vrijkomende voning tientallen gwimum
gereed. Daardoor jagep wü de menschen
uit de gemeente en is vestiging onmoge
lijk In ragn onmiddellijke omgeving heb
ik daarvan zeer veel voorbeelden.
Omdat ik het noodzakelijk acht zon
ik willen bouwen, ook desnoods met een
jaarlijks terugkeerenden nadeeligen poati,
die natuurlijk door goede maatregelen
zo gering mogelijk moet zijn, Met opnieuw
89 woningen te bouwen zouden wy voor
den vooruitgang van Schoonhoven méér
doen, dan al de door ons gemaakte recla
me, welke op zichzelf ook wel nuttig is
Vrijwel niet één woning staat leeg. Als
normaal wordt aangenomen dat 3 leeg
staau, om voor de burgerij voldoende
keus en verplaatsing mogelijk te maken.
Wanneer dus hier zouden komen 30'
nieuwe woningen, dan zegt dat nog niets.
Gezien de vele aanvragen, zou opnieuw
een cijfer van 89 niet eens overdreven
zijn en zou ook de onbewoonbaar-ver
klaring tot uitvoering kunnen komen.
Van verschillende zijden komt nu drang
tot bouwen.
Of wij dit zullen zien gebeuren, zal
zeker ook weer afhangen van de.opvat
tingen van den Raad.
Zonder eenige risico en zonder hulp
van de gemeente zal* het wel niet gaan.
Laat ons daar echter niet te bevreesd
voor zgn.
Blijven ifrij voortgaan als tot op heden,
dan wil dal zeggen over een'paar jaar
opnieuw achteruitgang in het aantal in
woners, waardoor vanzelf een deel der
neringdoenden het loodje legt met de
daaraan verbondep gevolgen voor de ge-
meegto-finaneiën en de bedrijven ,en
zwaarderen druk op de 'inwonenden, ter
wijl het tegenovergestelde leven en voor
uitgang moet brengen.
Ik hoop dat tftet standpunt van den
Raad veranderd ia en niet meer gelijk
aan den tyd toen izelfs een memorie post
'voor bouw van middenstands woningen
geen meerderheid kon behalen, uitslui
tend door de Vrees dat er daardoor mi*.