I Officieels Ke No. 5231 Dit EERSTE FEUILL Rechtzaken. De dochten smokk< nummer DRIE B n Waar een wil i SCI 20 dagen bevestigd doo'r worden I vacture, niemand Gemeente Be Dat heeft iets te ze geslacht, dat aan het REEUWIJK. Voorzitter, tevens secretaris, de heer Burgemeester en 1 Bergam maken bek op Dinsdag 8 I nam. 2 uur, gelegen gesteld tot kostelooze en her-i van hen, die zich dai aanmelden. Bergambacht, 4 Fel D Wanneer men de lev gaat van groole mann< dat ze in hun jeugd s z^n, doch zich door een voorname plaats hun land, hebben we Te Londen is op overleden sir iambs R< lang burgemeester va' ia. Hij was een boeret die te Londen als kantoor begon. Ook in ons eigen Ia die voorbeelden. De Amsterdam begon in zi jongen, had later een zaak en is thani de de hoofdstad. Van Dr. P. van H< directeur-generaal van kend. dat hij de zoon renarbeider uit de pr Hij is langs lager o bouwondenpijs opgekk name plaats van dire den landbouw en won man, die zeer veel de dering van het onderv renstand. De heer Duys, hel Kamer heeft het pas eigen studie zoover gel promoveeren tot mees De manufacturier, de h kon na zelfstudie eau reiken. Zoo zijn er vóórheel liggen maar voor he vele menschen geweest houden en durf iets k hooger en hooger op lijken ladder wisten voor, om dan rijksveidwachterj dan heer De Hotter te Nöordebos, e«n gratifc^tie te verleenen van f 10, voor bewezen .dient aten in het afgeloopen jaar. Wordt me! algemeens stemmen goedgekeurd. Vervolgens stelt voorzitter voor, dat de gemeente zal aansluiten bij de Bank van Nederlandsche Gemeenten, aangezien er thans ruim, f 8000 in kas is, dit is f 6000 boven den borgtocht van den g&- neente-ontvanger. Eveneens wordt met algemeene stem men besloten het overtollige kasgeld bij deze Bank te beleggen. Hierna sluiting. 10 „Neen, maar als di weg treedt, schiet ik daarvan genoeg. Ik zal regelen en u morgen i ik mijn plan klaar hel gij hem in het oor hel gij dat slechts doet, koi Laat verder alles maa Huber knikte. Hij s< dracht nu juist zoo hijs maar kon onmogelijk w genoot werd hem te vteesde vooral, dat de 1 opgeyat jegens Flinte, zichtige daden verleide) „Luister eens,” sprak gen, „als gij mij beloof te te ondernemen, ba met Judith spreken zal maken, dat zij hem vo laten liggen, terwijl zij wijze te behandelen h geen reden meer hebbi beklagen.” „Goed,” antwoordde ik wel. Ik houd u aan mij dan met hem niet 1 mij in den weg mocht i kunt gij zelf voor z, maar op de juiste mat wij hebben afgesproken Men was dicht bij d nvi uu.. - I daarvoor niet zullen werken. De heer Braat; Ik reken niet voor om 30 cent te geven. De heer Van Reeuwijk: Dan moet u an ders rekenen. U zegt, als ze van de ar men 4 a gulden ontvangen. De heer Braat: Ik zeg zes gulden. De heer Van Reeuwijk: Dat zeg je niet, je zegt f 4 a f 5, maar goed, wij rekenen dan in doorsnee f 6, dan in doorsnee er bij f 10, dan komt het met een 48-urigen werkdag op f 14,40 a f 0,30 per uur. Dit is de berekening van u en den heer Dek ker. Tast ik mis, dan moeten de leden spreken, die mij dit gezegd hebben. De heer Dekker licht toe, dat de be groeting zooals zij is, anderhalf jaar geleden gemaakt werd. En werkelijk, als het enkel door werkloozen moest geschie den, zou de prijs wel eens hooger kun nen zijn. Misschien ook iets goedkooner; dit is niet vooruit te berekenen, daar de gemeente alle materiaal moet huren. In dien het duurder uit zou komen, mag vooral mij daarvan geen verwijt gemaakt worden. De heer Van Reeuwijk: M. de V., Ik zal zeggen hoe ik verder aan 30 cent per uur kom. De heer Braat is bij Jan Paul geweest om hem te bewerken om op zijn genomen besluit terug te komen. Hij heeft Paul zijn hart willen verteederen Eenigszins ih hem dit gelukt, daar er van 30 cent per uur gesproken werd. Dit zei ook Dekker, volgens den heer Braat Zoo in dezen zin hebben Van Dorp en Paul mij verteld. De heer Van Dorp bevestigt dit. ï)e heer J. Paul zegt: Ja, M. de V., wat Van Reeuwijk zegt is volkomen draar. Nu is er ook gezegd dtt er een geweest is die zei: kijk, één heb ik er al van de togenstemipers, dat moet ik dan wezen, en dat heeft Braat gezegd. Maar ik wil wel zoggen, dat Braat mij nog niet heeft. Ik blijf er nu tegen, daar ik wel weet, dat de menschen dit werk niet willen voeren voor 80 cent per uur. De heer Braat: Dat willen ze wel. De heer Van Reeuwijk: M. d. V., mag ik even den heer Braat op het volgende staaltje wijzen. Er kwam van de week een boer naar mij toe en vertelde het volgende: Ik heb een arbeider noodig, ik zond een boodschap naar een arbeider of hij bij mij wilde werken. Deze kwam en gaf te kennen werk te willen hebben. Ik vroeg hem, wat wil je verdienen. Het antwoord was f 22 per week. Dat is .mij in dezen tijd te veel, zei de boer en voeg de er bij, dat de arbeider, als hij het zat was, vertrekken kon als hij wilde. De boer zei hem dat hij f 18 wilde geven. Het gevolg was, dat de arbeider vertrok. Zou de heer Braat nu nog willen be weren dat de menschen zulk los werk willen verrichten voor f 14 of f 16 per week? De heer 'Meijer: Flauwe kletspraatjes, wat Van Reeuwijk zegt. - De heer Van Reeuwijk: Neen man, dat is waarheid. Ik zeg niet, of de boer gelijk heeft of do arbeider, ik neem dit maar als een positief zakelijk voorbeeld. De heer Meijer: Neen, jullie willen in het gevlei komen bij de kiezers, het is een politiek spelletje van jullie, anders niet. De heer Van Reeuwijk: AJs ik in het gevlei zou willen komen bij de arbeiders om straks weer verkozen te worden, dan zou ik nu voor een onrechtvaardige daad moeten stemmen, dat is: «grondeige naren te verlichten, dank je hoor. Ik zal zoo lang ik lid van den raad ben, niet een zekere categorie gaan bevoordeelen, en alle belastingbetalers gaan verzwaren. Ik laat dat maar aan jou ovér. (Wordi vervolgd.) ZEVENHUIZEN. Aanwezig alle leden, ook de gemeente- opzichter Dekker, voor advies. Voorzitter burgemeester (Klinkhamer, secretaris Mr. Helmstrijd. Op de publieke tribune zijn veel belang stellenden, bijna allen werkloozen. De voorzitter opent de vergadering. No tulen worden er niet gelezen, omdat de vergadering spoedeischend is. De voorzitter deelt mede, dat B. en W. nog op hetzelfde standpunt staan als op de vorige vergadering, en stellen den Raad voor om afwijzend te beschikken op de adressen, die ingekomen zijn tot weg- verbetering buiten den Groeneweg. Verder zegt de voorzitter, heb ik den opzichter gelegenheid gegeven om het plan nader te ontwikkelen. De heer Braat zegt, dat het nu een mooie gelegenheid voor den heer Dekker is, om het verschil tusschen hem en de jngenieurs uit Den Haag te verdedigen, omtrent de plannen. De heer Dekker zegt, dat hij met den ingenieur verschilt omtrent de bocht in den weg. Als het plan er door zou gaan, volgens mijn voorstel, zou het een geheele rechte weg worden, beide bochten er uit. De ingenieurs zijn bang voor verschuiven, volgens mijn plan. Ik wil alles voor mijn verantwoordelijkheid nemen, wat ihet ver schuiven van den weg betreft. Verder zet spr. nog uiteen, op welke wijze het werk üitgevoerd kan worden, n.l. met werkloozen, b.v. een zes- of achttal of hoeveel dan ook. Ook de grond te koopen en de puin enz. Wethouder L. G. Paul brengt in het midden, dat als de Raad begint om we gen te verbeteren, er wel eerst andere we gen zijn, die in aanmerking komen, b.v in het Zuideipde bij Van Vliet, daar is de weg ook smal en zeer zacht aan den kant, waardoor men verleid wordt en dan gaat verzakken, als men daar met een zwaar voertuig voorbij komt. Ook heeft spreker geïnformeerd bij den auto busondernemer Van Gog. Deze zeide: de weg bij den Groeneweg is niet gevaarlijk, omdat daar de weg hard is. Wel is hij daar smal, maar het is maar een gering oogenblikje wachten en natuurlijk uitkij ken. Daarom blijft spr. er teged. De heer Van Dorp begint te zeggen, dat het o zoo mooi klinkt, het woord werkloozenzorg. Maar, zegt de heer Van Dorp, het gaat niet op, om wegen te gaan verbeteren voor de polders op kosten der gemeente. En wanneer wij nu beginnen om dat voorstel aan te nemen,wanneer (het uitgevoerd wordt, is de werkloosheid waarschijnlijk voorbij. De toestand hier ter plaatse is van dien aard, omdat hier niets is als landbouwbedrijf, dat de werk loosheid jaar voor jaar zal toenemen. Wij moeten naar andere middelen uit zien om de werkloosheid >e bestrijden. Het gaat niet op, om de grooto grond eigenaren te ontlasten en dit te brengen op de belasting onzer ingezetenen. Ver der zet spr. uiteen hoe bij de boeren met eigen volk en met een of vaste werkmen- schen gewerkt wordt, wat den boer niet kwalijk is te nemen. Wij moeten ook zor gen, dat we het hoofd boven water hou den. De heer Meijer zegt, dat het treurig is, dat het voorstel van verbetering van den weg, ter bestrijding van de werkloos- 1ieid, is afgestemd Toen is er geschermd met het gezegde, dat het ging om de groote grondeigenaren te ontlasten, een- deels is dit zoo, maar andagdeels zouden toch de werkloozen er mede gebaat zijn. Er wordt hier met de werkloozen gesold. Toen zouden we een spoedeischende ver gadering krijgen, vertelde de heer Van Reeuwijk me den eenen avond, maar den anderen avond hoorde ik, dat L. Paul do vergadering afgelast had. Nu heeft Paul bij Van Gog geïnformeerd, zulke informaties loopen op niets uit. Dit zijn geen argumenten, die da heer Paul naar voren brengt. Laten de boeren ieder een arbeider meer houden, laten zij de ar beiders laten dorschen des winterp, dan is er geen werkloosheid meer. Maar de boeren zorgen voor hun eigen ert hetQkan hen om de arbeiders niet scholen. De heer Van Dorp zegt, dat de boeren de arbeiders niet voor hun pleizier hou den. Wie eigen jongens heeft laat ze na tuurlijk werken; wij moeton in de eerste plaaff zien dat we het hoofd bóven water houden. Wat het dorschen des winters betreft, als alle boeren het deden, om veel t rondvraag Stelt da voorr e i li ad kunnen bepraten, voor aoover de overtreding ging, alvorens het aan de 3 zroote klok te hangen. De hoeren in Den j Haag zullen wel zeggen: Er zijn daar twee leden van den Raad, die wakker zijn en de rest zit te slapen. Doch mijn mee- ning is, dat ze er dan toch eerder mje hadden moeton komen cm witte voeten te halen. Nu was het toch al te oud. 01 het was te doen om een Katholiek wet houder te wippen en zelf op zijn plaats te komen? Nu dan is dat niet gelukt, want het is weer een Roomsche. En als het partijzucht betreft, zou ik de heeren wil len verzoeken eens goed te luisteren naar „bet gebed door den voorzitter voorgele gen en den geest van partijzucht op zij zetten, daar hebben we onzen eed niet voor afgelegd. Zulke dingen kosten de gemeente geld. En hiermede zal ik het wethouderschapaanvaarden in de hoop, dit zoo sppedig mogelijk weer aan mijn voorganger af te staan. De voorzitter feliciteert den heer De Jong met zijn benoeming eh verzoekt hem zijn plaats op den wethouderszetel in te nemen. Punt 5 der agenda: Benoemen van een lid der Lichtcommissie. Na twee stem mingen wordt hiervoor gekozen de heer dat hij bij zijn beschouwing Hagen met 8 van de 11 stemmen. Punt 6: T hej Stembureau H, indien ’t gewenscht wordt. Met algemeens stemmen wordt besloten den heer L. P. van Leeuwen deze functie te doen behouden. Bij de gebruikelijke rondvraag niets meer aan de orde zijnde, wordt de ver- Dankbaar zij we allen, die zoo- gaderig door den voorzitter gesloten. L. J. Lucasse, burgemeester. Alle leden tegenwoordig. Eén vacature. De voorzitter opent de vergadering met de voorlezing van een gebed. De‘no tulen der vorige vergadering worden voor gelezen, goedgekeurd en onveranderd vaetgesteld. De voorzitter, daarna het woord ne mende, zegt het volgende: Mijne heeren. In de eerste vergadering, waarmee we het jaar 1927 aanvangen, wil ik u allon nog met het nieuw begonnen jaar gelukwen- schen. Ik hoop, dat het jaar 1927 voor u allen persoonlijk, voor uw gezin, voor uw bpdrijf een gelukkig jaar moge zijn. We zijn dit jaar begonnen onder beterbsbm- stafifdigheden dan 1926. Het afgeloopen jaar gaf veel moeilijkheden, tengevolge van de overstrooming met dankbare hulp kwamen wij die moeilijkheden te bo ven. - 2 we lop financieele als op andere wijze ons steunden. We mogen de hoop uitspreken., dat onze gemeente voor verdere rampen bewaard blijve. Waren dit de moeilijkhe den, die ons veel afwisseling in ons an ders gewone gemeenteleven, gaven, toch onderscheidt 1^26 zich in dat gemeente leven met andere jaren. In den tijd, dat ik hief ben. heb ik nog niet zooveel ver andering in de samenstelling van den Raad beleefd. Heb overlijden van wethou der Kapteijn eischte de verkiezing van een ander raadslid en bracht verandering in het Dagelijksch Bestuur. Nog geen jaar, nadat deze vacature vervuld is staan we weer voor een vaca ture. De plaats van den heer L. P. van Leeuwen, wien we dank zeggen voor het geen door Z.Ed. in het belang der ge meente gedaan is, moet straks 1 bezet; terwijl we nu al weten, dat raads lid Stolwijk ons ook gaat verlaten, hoop, dat nu die „1- onzer tot na de verkiezir^dan van den nieuwen Raad zijn zetel zal moeten in ruimen voor een ander. Overigens gaf 1926, mijne heeren, wei nig bijzonders. Met nauwgezetheid zullen We in 1927, evenals in 1926, trachten de huishouding onzer gemeente te besturen en hopen we binnen afzienbaren tijd het jaar te naderen, waarin onze voornaam ste leeningen afgelost' zullen zijn, om als dan eenige financieele verruiming te be speuren. Vervuld met deze blijde hoop, en levende in de verwachting, dat ook binnen afzienbaren tijd u on ik zullen mogen vernemen, dat de droogmaking der Reeuwijksche en Sluipwijksche Plas sen, waarvoor de op 17 Februari a.s. een propaganda-avond zullen houden, een feit is geworden, vraag ik u voor 1927 om prettige samenwerking om daardoor de Reeuwijksche belangen te behartigen en te arbeiden onder Gods zegen aan den bloei onzer gemeente De .heer Hagen, oudste raadslid, dank te den voorzitter namens hem persoon lijk, maar ook namens den Raad, voor de gesproken woorden en wenschte don voor zitter en zijn gezin Gods onmisbaron bes ten zegen toe voor 1927. De voorzitter leest hierna het Kon. be sluit voor, waarbij de heer L. P. van Leeuwen, wegens overtreding van art 24 der Gemeentewet, is vervallen verklaard van zijn raadslidmaatschap. De voorzitter benoemt hierna een com missie van drie leden tot nazien der ge loofsbrieven van het nieuw gekozen lid A. Bunnik en schorst voor eenige oogen- blikken de vergadering. De heer 0. Tee- kens, oudste der drie leden, belast met het nazien der geloofsbrieven, brengt verslag uit, dat de geloofsbrieven in orde zijn be vonden. De’ voorzitter vraagt of de Raad, nu de geloofsbrieven in orde zijn bevonden, tot toelating kan besluiten. De Raad besluit tot toelating en de heer A. Bunnik wordt door het jongste raads lid Van Roon binnengeleid, om daarna in handen van den voorzitter de vereisch- te eeden af te leggen. De heer Bunnik verzoekt den voorzit ter eenige woorden te mogen spreken. Dit wordt toegestaan, en het nieuw gekozen lid zegt ongeveer het volgende: „Ik ben met een soort vrees hier naar toe ge gaan, want ik vervul de plaats van hem, die om een kleine overtreding als raads lid is ontslagen. Ik vrees, dat ik ook wel eens een foftt zal maken, maar ik hoop, dat we hier eendrachtig zullen werken en den vrede bewaren .Ik heb gezegd. De voorzitter dankt den heer Bunnik voor zijn woorden. Aan de orde is thans de verkiezing van een wethouder in de vacature L. P. van Leeuwen. Üitgebracht 11 stemmen. Hiervan ver-, kregen W. de Jong Johs.z. 8 stemmen, Hagen, Teekens en Verboom elk 1 stem, zoodat gekozen is tot wethouder de heer W. de Jong Johs z. Op de vraag van den voorzitter of de heer De Jong bereid is deze benoeming aan te nemen, antwoordt de heer De Jong het volgende: Mijnheer de voorzitter. Ik kan niet na laten een woord van dank te brengen aan de heeren, die aan mij hun stem hebben gegeven als wethouder. Toch moet ik mijn leedwezen betuigen, dat ik de plaats moet innemen van iemand, die op zulk een wij ze uit den Raad is ontslagen. Laat staan, dat Van Leeuwen schuld had, wij haddeft dat toch wel eerst met elkaar in den verwachten, dat Van der Graaf buiten den wagen zou komen. Een voorzichtig chauffeur had met die moge'ijkheid al thans rekening moeten houden en zeer zeker meer signalen moeten geven en vroeger zijn vaart moeten minderen. In deze voorstelling zit voor >erdachtg zelfs de grootste schuld. Doch ook in de andere voorstelling, volgens welke v. d. Graaf bu den kop van het paard langs was gekomen, gaat v Z. niet vrij uit "Wat de straf betreft, er zijn omstan- digheden, die aanleiding geven om cle mentie te betrachten Er :s wel zwaar lichamelijk letsel toêgebraciit. maar de dokter verklaart, dat I et terecht zal ko men mot v. d. Graaf Eisch f 200 boete, subs hechtenis. D«m Courant won gegeven. Priji voor Nederland 1A0. Ovei Men kan zich ah houden. met de knebbel te dorschen, wat ik ook veel iaat doen, ja, dam was allee opge lost. Maar de boeren kijken ook natuur lijk naar hun voordeel De heer Braat zegt, dat bij begrijpen kan, dat het voor de arbeiders onaan genaam is, dat bijna alles door de ma chine afgedorscht wordt. Maar voor het voordeel, en volgens de eischen van dan tijd moet het boerenbe drijf mechanisch ingericht worden. Hier door. ontstaat werkloosheid. Hierom moe ten wij zorgen, dat er werkverschaffing komt. De arbeiders willen werken, zij vin den den gang naar de armenkas zwaar. Wanneer nu zij, die armengeld ontvangen, van f 4 tot f 6 toe, en er dan als zij werk krijgen een tien of twaalf gulden bij krijgen 4°°r te werken, doen zu dit liever. Snr .blijft bij zijn oordeel als vroeger voor verbetering van den weg, zooals de heer Dekker het uitgelegd heeft. De heer Van Reeuwijk zegt, dat hij aanvankelijk zeer weinig meende te moe ten zeggen omtrent dit punt, daar dit de vorige maal al door hem gedaan was, en dat de heer Van Dorp reeds gezegd had, wat hij had kunnen zeggen. Spr. zegt vraagt de voorstanders waarom dat éind- Benoeming van een lid van I je, dat niet gevaarlijk is, ver- tt beterd moet worden. Er zijn in de ge meente gevaarlijker wegen. Spr. noemt voorbedden, waar de weg voor vreemden zeer misleidend is, dat daar juist onge lukken gebeurd zijn en niet op het be doeld eindje. Spr. zal tegen blijven, daar hem de begrooting als het met werkloo zen moet gebeuren, veel te^ weinig voor komt. Men moet elkaar niet misleiden. Deze begrooting is berekend op geen werkloozen, wel op een publieke beste ding. Als ik zoo de berekening hoor van den heer Braat en het waar is, wat ik van een paar raadsleden hoor, dat hij een uurloon van 30 cent wil berekenen, dan kan ik wel zeggen dat de arbeiders De verdediging. De verdediger, mr. W \an Rossom .8 het materieel niet met het O. M. eens. Schuld heeft allereerst bet gemeente bestuur van Lekkerkerk, omdat de weg zoo smal is Op deze zitting is komen vast te staan, dat v. d. Graaf’s voorstelling, d e naar pleiterss meening niet de juiste i*, de meeste schuld voor verdachte zou aan wijzen. t Verdachtes lezing, oa. Deelen, wijst niet op schuld. Pleiter ie- construeerde wat er gebeurd is en zeide dat het nu wp! in den mond van bet pu bliek ligt om den chauffeur in zoo n ge val de schuld te geven, maar waarom heeft de voetganger geen grove schuld? Hij had den onaf wijsbaren plicht gehad eerst uit te kijken of er een wagen aan kwam, toen hij eenmaal voorbij den hen beschermenden wagen was. De houding van v d. Graaf kwalificeert pleiter als niet minder schandelijk. Eén van de twee moest wachten Moest het heele verkeer wachten op dezen hoofdweg tof deze molenaar gereed was met het de- poneeren van den eenen zak op den wa gen; Mr Van Rossum concludeerde tot vrijspraak „In zijn repliek wees het 0. M. er op, dat de ééne stoot op zijn hoorn, door ver dachte gegeven, niet kan worden go noemd behoorlijk signalen geven. Ook bij getuige v, d. Graaf afiht getuige eenige schuld aanwezig. Mr Van Rossum bleef zijn meening handhaven, dat v. d. Graaf roekeloos heeft gehandeld. Uitspraak 15 Februari. RECHTBANK TE ROTTERDAM. (Zitting van den Politierechter.) De spoortreinaangevaren. Voor den Politierechter stond terecht de 42-jarige schipper M. die in het laatst» van het vorige jaar (wij hebben het geval toen uitvoerig vermeld) met zijn schip een aanvaring veroorzaakt had k doordat de giek van zijn schip te ver uit stek. De locomotief van den trein Schoon hovenGouda beliep toen eenige schade. De schipper zeide tot den Politierech ter, dat hij het geval betreurde. Maar had de trein niet even kunnen stoppen. De conducteur Bomhof verklaarde, dal het gevaar niet zoo groot gzweest was, dat een ontsporing had kunnen ontstaan. Wel hadden er natuurlijk raampjes kun nen worden gebroken, waardoor passa giers verwond hadden kunnen worden. Het 0. M eischte. tegen den schipper f 40 boete of 30 dagen hechtenis; de Politierechter veroordeelde hem lot f 30 boete subs. 15 dagen hechtenis. Was hst aan grap of niet? De 27- jarige L. van T« uit Schoonhoven stond terecht, omdat hij den voerman A. G. van Elk zou hebben geslagen. Van T zeide, dat bij slechts een grapje bedoeld had. Hij had niets anders willen doen den man den hoed van het hoofd te slaan, maar helaas was zijn hand uitgeschoten en daardoor kwam de klap Van Elk in het gelaat terecht. Van T. had even te voren een slokje genomen Het O M eischte 10 dagen gevange nisstraf. omdat Van T. reeds meer op zijn strafregister heeft. De Politierechter veroordeelde hem tot 7 dagen gevange nisstraf. Ruzie ts Resuwljk. Het liep niet over de strijdvraag of de Reeuwijksche Plassen gedempt moeten worden, ja dan neen, maar toch hadden in het water rijke Reeuwijk twee buurvrouwen ruzie gekregen. De-41-jarige mej. M. Z--K. had het aan den stok met mej. E. van Nolst. Mej. Z. was niet op haar mondje gevallen. Wat ze allemaal tot haar tegen standster moet gezegd hebben, zou een hoofdstuk eens boeks misschien kunen vullen,’ maar het was niet veel vrién delijks. Zij kreeg een straf van f 10 boete of 5 dagen hechtenis. Als de huurder er niet uit wil. is het erg onprettig voor den verhuurder, of in dit geval v^or de. -verhuur ster De 51-jarige mej> Arendje B.—Den Buit Bergambacht, had een boerderij verhuurd aa*n den landbouwer P. Groen heide. Zij had de huur opgpzegd, maar. G. wilde er niet uit. Dat verdroot mej. Arendje, die den man eens ging opzoeken. Hij was heel kalm, liet haar niet in het huis en zeide: „Ga maar heen in vrede.” Hoe mooi die wensch oók was. de ver huurster werd er niets door gesticht. Zij maakte zich nerveus, vernielde de gazen hordeur en zeide veel onvriendelijkheden tegen haar oftwilligen huurder. Een klacht volgde, maar alras bleek, dat klacht wegens vernieling kon vervallen, omdat de hordeur behoorde bij het huis en de boerderij mej. B.’s eigendom i Men mag toch zijn eigen hordeuren ver nielen. De beleediging was ook niet zoo heftig geweest kwam nu uit. De Politie rechter veroordeelde mej. Den B tot f 5 bóete subs. 3 dagen hechtenis. Mishandeling. Uit oorzaak van broodnijd heeft te Capélle a d. IJssel een felle ruzie gewoed tusschen den koop man H. M. A. en den timmerman J. M Krijgsman. Dit liep uit op een mishan deling. De koopman stond terecht en werd door den Politierechter veroordeeld tot t lö boete subs. 5 dagen hechtenis. RECHTBANK TE ROTTERDAM. Ds aanrijding |n da Vllst. In een zaak van A v. d W., appellant van een vonnis van den kantonrecuter te Schoon hoven, waarbij hij wegens overtreding van de Motor- en Rjjwielwet hij zou op 23 Augustus des namiddags te 6 uur c onder Vllst rijdende op den West Vlister- dijk met zijn auto, in de richting Haas- trechtSchoonhoven, daar waar de weg een scherpe bocht maakt en het vrije i uitzicht door opgaand takbout wordt be- lemmerd, met zoodanige snelheid hebben gereden, dat de vrijheid en veiligheid van het verkeer werd belemmerd, althans in i gevaar gebracht was veroordeeld tot f 10 boete subs 5 dagen hechtenis, heeft de rechtbank het vonnis vernietigd en veroordeeld tot f 10 boete subs. 6 dagen hechtenis. Vrijgesproken. In een zaak van J. M B. te Gouda, die door den kanton rechter aldaar was ontslagen van rechts vervolging ter zake van een hem ten las te gelegde overtreding van de Arbeids wet hij zou op 30 September niet vol doende zorg hebben gedragen, dal in pen meubelmakerswerkplaats, waarin de ar beiders Eilers en Piëete op stukloon werkzaam waren, een arbeidslijst was i opgehangen van welk vonnis de amb tenaar vin het O M. in hooger beroep was gekomen, heeft de rechtbank het vonnis van den kantonrechter vernietigd en opnieuw rechtdoende, verdachte vrij gesproken. Overtreding Visscherijwet. In een zaak van R. H appellant van een von nis van den kantonrechter te Rotterdam, waarbij hij wegens overtreding van de Vischerijwet hij zou op 28 Juni n den Plas onder Hillegersberg zonder ver gunning van de Ned. Heidemaatschappij, die het vischrecht op den Plas had. heb ben gevischt met een hengel heeft de rechtbank het vonnis vernietigd en op nieuw rechtdoende verdacnte vrijgespro ken. DOODELIJKE AANRIJDING TE LEKKERKERK. Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Voor de Rechtbank te Rotterdam heeft terecht gestaan de 31-jarige tegelfabri- kant T A. van Z., te Lekkerkerk, wien ten laste was gelegd, het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld. Verdachte zou op 5 October op den Lekdijk met zijn auto rijdende in de richting van Opper- duit, bij het inhalen van een door Pieter Neef bestuurden wageu met paard, waar bij zich Arie van der Graaf bevond, hoogst roekeloos en onvoorzichtig, on achtzaam en nalatig, na te laten signa len te geven en zijn auto te stoppen, al thans de vaart er van behoorlijk te ver minderen §n voor Van der Graaf uit te. wijken, zoodat Van der Graaf is aarf-. qmver- en overreden. Van der Graaf heeft daardoor een enkelbreuk met band- verscheuring en subluxatie bekomen, in elk geval een breuk van een der boenen, zoodat hij gedurende drie maanden zijn beroep van molenaar niet heeft kunnen uitoefenen. Verdachte zeide, volgens de N. R. CL, dat hij op 20 Meter afstand wel een signaal heeft gegeven. Hij had zijn vaart verminderd; v. d Graaf is aangereden, maar verdachte ontkent zijn schuld aan het ongeval. De man liep met een zak, althans verdachto zag een zak zich be wegen, op den rug over den weg. Ver dachte heeft geremd, maar de man is met den zwaren zak gevallen en toen met de auto maar even geraakt J Het getuigenverhoor. Er werden 7 getuigen gehoord. Dokter W. F. Feoée Schaeffer had Van der Graaf behandeld en de verwondingen geconstateerd als in de dagvaarding ver meld. t De rijksveldwachter H. Haas verklaar- 1 de, dat de rijweg ter plaatse van het on geval 3.80 Meter breed is. De wagen van verdachte is 1.76 Meter Getuige Van der Graaf zeide bezig te zijn geweest den wagen van Neef te la- 1 den, Hij had al drie zakken op den wa- gen gelegd, de zak, dien hij op den nek had, toen het ongeval gebeurde, was de eerste, die aan den kant van den weg werd geladen Getuige liep vóór het paard om. Eerst had hij uitgekeken, maar toen 1 hij het paard voorbij was, met meer. Een signaal had hij niet gehoord. De aanrij- 1 ding heeft verdacjite tegen zijn rechter- heupbeen gevoeld, toen is hij pas geval len. Twaalf weken heeft hij niet kunnen werken. Verdachte wu het met de lezing van het geval, zooals getuige die gaf. niet eens. Getuige P. Neef meende, dat de auto wel wat hard had gereden. Da zak lag 1 nog niet op den wagen, toen Van der 1 Graaf werd aangereden De auto had iets verder kunnen uitwijken. Op 10 M. voor bij de plaats van het ongeluk was de auto tot stilstand gekomen. De auto is over 1 het rechterbeen van het slachtoffer ge gaan. Getuige P. Neef, die met zijn broer, den vorigen getuigen op IK a 2 Meter 1 achter den wagen had gestaan, heeft niet gezien, of Van der Graaf vóór den wagen was omgegaan. Hij heeft eerst gekeken naar .y®11 Graaf op een schreeuw van zij» broer. De broer was reeds weg gegaan, maar kwam weer terug om nog iets te zeggen ,toen het ongeluk gebeurde. Getuige J. Deelen heeft den man ach ter den wagen om zien komen. Het lin kerbeen van Van der Graaf stak omhoog en is niet getroffen. Getuige heeft één signaal gehoord. De laatste getuige, verdachte’! moeder, was niet verschenen. Hst requisitoir. Het O. M waargenomen door Mr J. G. Holsteijn, gaf toe, niet precies een voorstelling te kunnen geven van ket feit zooals het heeft plaats gehad. De voor naamste getuigen toch spreken elkaar te gen. waar het gaat om de araag of Van der Graaf vóór of achter lai.gs den wa gen is gegaan. Het 0. M. had dit verwacht, en spreekt daarom in de dagvaarding van „bij den wagen Maar doet bet er toe? Was V&n der Graaf achter langs gekomen, dan had verdachte hem moeten zien en moeten

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1927 | | pagina 4