I
Officieels Ke
No. 5231
Dit
EERSTE
FEUILL
Rechtzaken.
De dochten
smokk<
nummer
DRIE B
n
Waar een wil i
SCI
20
dagen
bevestigd doo'r
worden
I
vacture, niemand
Gemeente Be
Dat heeft iets te ze
geslacht, dat aan het
REEUWIJK.
Voorzitter, tevens secretaris, de heer
Burgemeester en 1
Bergam
maken bek
op Dinsdag 8 I
nam. 2 uur, gelegen
gesteld tot
kostelooze
en her-i
van hen, die zich dai
aanmelden.
Bergambacht, 4 Fel
D
Wanneer men de lev
gaat van groole mann<
dat ze in hun jeugd s
z^n, doch zich door
een voorname plaats
hun land, hebben we
Te Londen is op
overleden sir iambs R<
lang burgemeester va'
ia. Hij was een boeret
die te Londen als
kantoor begon.
Ook in ons eigen Ia
die voorbeelden. De
Amsterdam begon in zi
jongen, had later een
zaak en is thani de
de hoofdstad.
Van Dr. P. van H<
directeur-generaal van
kend. dat hij de zoon
renarbeider uit de pr
Hij is langs lager o
bouwondenpijs opgekk
name plaats van dire
den landbouw en won
man, die zeer veel de
dering van het onderv
renstand.
De heer Duys, hel
Kamer heeft het pas
eigen studie zoover gel
promoveeren tot mees
De manufacturier, de h
kon na zelfstudie eau
reiken.
Zoo zijn er vóórheel
liggen maar voor he
vele menschen geweest
houden en durf iets k
hooger en hooger op
lijken ladder wisten
voor, om dan rijksveidwachterj dan heer
De Hotter te Nöordebos, e«n gratifc^tie
te verleenen van f 10, voor bewezen .dient
aten in het afgeloopen jaar. Wordt me!
algemeens stemmen goedgekeurd.
Vervolgens stelt voorzitter voor, dat
de gemeente zal aansluiten bij de Bank
van Nederlandsche Gemeenten, aangezien
er thans ruim, f 8000 in kas is, dit is
f 6000 boven den borgtocht van den g&-
neente-ontvanger.
Eveneens wordt met algemeene stem
men besloten het overtollige kasgeld bij
deze Bank te beleggen.
Hierna sluiting.
10
„Neen, maar als di
weg treedt, schiet ik
daarvan genoeg. Ik zal
regelen en u morgen i
ik mijn plan klaar hel
gij hem in het oor hel
gij dat slechts doet, koi
Laat verder alles maa
Huber knikte. Hij s<
dracht nu juist zoo hijs
maar kon onmogelijk w
genoot werd hem te
vteesde vooral, dat de 1
opgeyat jegens Flinte,
zichtige daden verleide)
„Luister eens,” sprak
gen, „als gij mij beloof
te te ondernemen, ba
met Judith spreken zal
maken, dat zij hem vo
laten liggen, terwijl zij
wijze te behandelen h
geen reden meer hebbi
beklagen.”
„Goed,” antwoordde
ik wel. Ik houd u aan
mij dan met hem niet 1
mij in den weg mocht i
kunt gij zelf voor z,
maar op de juiste mat
wij hebben afgesproken
Men was dicht bij d
nvi uu.. -
I daarvoor niet zullen werken.
De heer Braat; Ik reken niet voor om
30 cent te geven.
De heer Van Reeuwijk: Dan moet u an
ders rekenen. U zegt, als ze van de ar
men 4 a gulden ontvangen.
De heer Braat: Ik zeg zes gulden.
De heer Van Reeuwijk: Dat zeg je niet,
je zegt f 4 a f 5, maar goed, wij rekenen
dan in doorsnee f 6, dan in doorsnee er
bij f 10, dan komt het met een 48-urigen
werkdag op f 14,40 a f 0,30 per uur. Dit
is de berekening van u en den heer Dek
ker. Tast ik mis, dan moeten de leden
spreken, die mij dit gezegd hebben.
De heer Dekker licht toe, dat de be
groeting zooals zij is, anderhalf jaar
geleden gemaakt werd. En werkelijk, als
het enkel door werkloozen moest geschie
den, zou de prijs wel eens hooger kun
nen zijn. Misschien ook iets goedkooner;
dit is niet vooruit te berekenen, daar de
gemeente alle materiaal moet huren. In
dien het duurder uit zou komen, mag
vooral mij daarvan geen verwijt gemaakt
worden.
De heer Van Reeuwijk: M. de V., Ik
zal zeggen hoe ik verder aan 30 cent per
uur kom. De heer Braat is bij Jan Paul
geweest om hem te bewerken om op zijn
genomen besluit terug te komen. Hij
heeft Paul zijn hart willen verteederen
Eenigszins ih hem dit gelukt, daar er van
30 cent per uur gesproken werd. Dit zei
ook Dekker, volgens den heer Braat Zoo
in dezen zin hebben Van Dorp en Paul
mij verteld.
De heer Van Dorp bevestigt dit.
ï)e heer J. Paul zegt: Ja, M. de V., wat
Van Reeuwijk zegt is volkomen draar. Nu
is er ook gezegd dtt er een geweest is
die zei: kijk, één heb ik er al van de
togenstemipers, dat moet ik dan wezen,
en dat heeft Braat gezegd. Maar ik wil
wel zoggen, dat Braat mij nog niet heeft.
Ik blijf er nu tegen, daar ik wel weet,
dat de menschen dit werk niet willen
voeren voor 80 cent per uur.
De heer Braat: Dat willen ze wel.
De heer Van Reeuwijk: M. d. V., mag
ik even den heer Braat op het volgende
staaltje wijzen. Er kwam van de week
een boer naar mij toe en vertelde het
volgende: Ik heb een arbeider noodig,
ik zond een boodschap naar een arbeider
of hij bij mij wilde werken. Deze kwam
en gaf te kennen werk te willen hebben.
Ik vroeg hem, wat wil je verdienen. Het
antwoord was f 22 per week. Dat is .mij
in dezen tijd te veel, zei de boer en voeg
de er bij, dat de arbeider, als hij het zat
was, vertrekken kon als hij wilde. De
boer zei hem dat hij f 18 wilde geven.
Het gevolg was, dat de arbeider vertrok.
Zou de heer Braat nu nog willen be
weren dat de menschen zulk los werk
willen verrichten voor f 14 of f 16 per
week?
De heer 'Meijer: Flauwe kletspraatjes,
wat Van Reeuwijk zegt. -
De heer Van Reeuwijk: Neen man, dat
is waarheid. Ik zeg niet, of de boer gelijk
heeft of do arbeider, ik neem dit maar
als een positief zakelijk voorbeeld.
De heer Meijer: Neen, jullie willen in
het gevlei komen bij de kiezers, het is
een politiek spelletje van jullie, anders
niet.
De heer Van Reeuwijk: AJs ik in het
gevlei zou willen komen bij de arbeiders
om straks weer verkozen te worden, dan
zou ik nu voor een onrechtvaardige
daad moeten stemmen, dat is: «grondeige
naren te verlichten, dank je hoor. Ik zal
zoo lang ik lid van den raad ben, niet een
zekere categorie gaan bevoordeelen, en
alle belastingbetalers gaan verzwaren. Ik
laat dat maar aan jou ovér.
(Wordi vervolgd.)
ZEVENHUIZEN.
Aanwezig alle leden, ook de gemeente-
opzichter Dekker, voor advies.
Voorzitter burgemeester (Klinkhamer,
secretaris Mr. Helmstrijd.
Op de publieke tribune zijn veel belang
stellenden, bijna allen werkloozen.
De voorzitter opent de vergadering. No
tulen worden er niet gelezen, omdat de
vergadering spoedeischend is.
De voorzitter deelt mede, dat B. en W.
nog op hetzelfde standpunt staan als op
de vorige vergadering, en stellen den
Raad voor om afwijzend te beschikken op
de adressen, die ingekomen zijn tot weg-
verbetering buiten den Groeneweg. Verder
zegt de voorzitter, heb ik den opzichter
gelegenheid gegeven om het plan nader
te ontwikkelen.
De heer Braat zegt, dat het nu een
mooie gelegenheid voor den heer Dekker
is, om het verschil tusschen hem en de
jngenieurs uit Den Haag te verdedigen,
omtrent de plannen.
De heer Dekker zegt, dat hij met den
ingenieur verschilt omtrent de bocht in
den weg. Als het plan er door zou gaan,
volgens mijn voorstel, zou het een geheele
rechte weg worden, beide bochten er uit.
De ingenieurs zijn bang voor verschuiven,
volgens mijn plan. Ik wil alles voor mijn
verantwoordelijkheid nemen, wat ihet ver
schuiven van den weg betreft. Verder
zet spr. nog uiteen, op welke wijze het
werk üitgevoerd kan worden, n.l. met
werkloozen, b.v. een zes- of achttal of
hoeveel dan ook. Ook de grond te koopen
en de puin enz.
Wethouder L. G. Paul brengt in het
midden, dat als de Raad begint om we
gen te verbeteren, er wel eerst andere we
gen zijn, die in aanmerking komen, b.v
in het Zuideipde bij Van Vliet, daar is
de weg ook smal en zeer zacht aan den
kant, waardoor men verleid wordt en
dan gaat verzakken, als men daar met
een zwaar voertuig voorbij komt. Ook
heeft spreker geïnformeerd bij den auto
busondernemer Van Gog. Deze zeide: de
weg bij den Groeneweg is niet gevaarlijk,
omdat daar de weg hard is. Wel is hij
daar smal, maar het is maar een gering
oogenblikje wachten en natuurlijk uitkij
ken. Daarom blijft spr. er teged.
De heer Van Dorp begint te zeggen,
dat het o zoo mooi klinkt, het woord
werkloozenzorg. Maar, zegt de heer Van
Dorp, het gaat niet op, om wegen te gaan
verbeteren voor de polders op kosten der
gemeente. En wanneer wij nu beginnen
om dat voorstel aan te nemen,wanneer
(het uitgevoerd wordt, is de werkloosheid
waarschijnlijk voorbij. De toestand hier
ter plaatse is van dien aard, omdat hier
niets is als landbouwbedrijf, dat de werk
loosheid jaar voor jaar zal toenemen.
Wij moeten naar andere middelen uit
zien om de werkloosheid >e bestrijden.
Het gaat niet op, om de grooto grond
eigenaren te ontlasten en dit te brengen
op de belasting onzer ingezetenen. Ver
der zet spr. uiteen hoe bij de boeren met
eigen volk en met een of vaste werkmen-
schen gewerkt wordt, wat den boer niet
kwalijk is te nemen. Wij moeten ook zor
gen, dat we het hoofd boven water hou
den.
De heer Meijer zegt, dat het treurig
is, dat het voorstel van verbetering van
den weg, ter bestrijding van de werkloos-
1ieid, is afgestemd Toen is er geschermd
met het gezegde, dat het ging om de
groote grondeigenaren te ontlasten, een-
deels is dit zoo, maar andagdeels zouden
toch de werkloozen er mede gebaat zijn.
Er wordt hier met de werkloozen gesold.
Toen zouden we een spoedeischende ver
gadering krijgen, vertelde de heer Van
Reeuwijk me den eenen avond, maar
den anderen avond hoorde ik, dat L.
Paul do vergadering afgelast had. Nu
heeft Paul bij Van Gog geïnformeerd,
zulke informaties loopen op niets uit. Dit
zijn geen argumenten, die da heer Paul
naar voren brengt. Laten de boeren ieder
een arbeider meer houden, laten zij de ar
beiders laten dorschen des winterp, dan
is er geen werkloosheid meer. Maar de
boeren zorgen voor hun eigen ert hetQkan
hen om de arbeiders niet scholen.
De heer Van Dorp zegt, dat de boeren
de arbeiders niet voor hun pleizier hou
den. Wie eigen jongens heeft laat ze na
tuurlijk werken; wij moeton in de eerste
plaaff zien dat we het hoofd bóven water
houden. Wat het dorschen des winters
betreft, als alle boeren het deden, om veel
t rondvraag Stelt da voorr e i li ad kunnen bepraten, voor aoover de
overtreding ging, alvorens het aan de
3 zroote klok te hangen. De hoeren in Den
j Haag zullen wel zeggen: Er zijn daar
twee leden van den Raad, die wakker zijn
en de rest zit te slapen. Doch mijn mee-
ning is, dat ze er dan toch eerder mje
hadden moeton komen cm witte voeten
te halen. Nu was het toch al te oud. 01
het was te doen om een Katholiek wet
houder te wippen en zelf op zijn plaats te
komen? Nu dan is dat niet gelukt, want
het is weer een Roomsche. En als het
partijzucht betreft, zou ik de heeren wil
len verzoeken eens goed te luisteren naar
„bet gebed door den voorzitter voorgele
gen en den geest van partijzucht op zij
zetten, daar hebben we onzen eed niet
voor afgelegd. Zulke dingen kosten de
gemeente geld. En hiermede zal ik het
wethouderschapaanvaarden in de hoop,
dit zoo sppedig mogelijk weer aan mijn
voorganger af te staan.
De voorzitter feliciteert den heer De
Jong met zijn benoeming eh verzoekt hem
zijn plaats op den wethouderszetel in te
nemen.
Punt 5 der agenda: Benoemen van een
lid der Lichtcommissie. Na twee stem
mingen wordt hiervoor gekozen de heer dat hij bij zijn beschouwing
Hagen met 8 van de 11 stemmen.
Punt 6: T
hej Stembureau H, indien ’t gewenscht
wordt.
Met algemeens stemmen wordt besloten
den heer L. P. van Leeuwen deze functie
te doen behouden.
Bij de gebruikelijke rondvraag niets
meer aan de orde zijnde, wordt de ver-
Dankbaar zij we allen, die zoo- gaderig door den voorzitter gesloten.
L. J. Lucasse, burgemeester.
Alle leden tegenwoordig. Eén vacature.
De voorzitter opent de vergadering
met de voorlezing van een gebed. De‘no
tulen der vorige vergadering worden voor
gelezen, goedgekeurd en onveranderd
vaetgesteld.
De voorzitter, daarna het woord ne
mende, zegt het volgende: Mijne heeren.
In de eerste vergadering, waarmee we het
jaar 1927 aanvangen, wil ik u allon nog
met het nieuw begonnen jaar gelukwen-
schen. Ik hoop, dat het jaar 1927 voor u
allen persoonlijk, voor uw gezin, voor uw
bpdrijf een gelukkig jaar moge zijn. We
zijn dit jaar begonnen onder beterbsbm-
stafifdigheden dan 1926. Het afgeloopen
jaar gaf veel moeilijkheden, tengevolge
van de overstrooming met dankbare
hulp kwamen wij die moeilijkheden te bo
ven. - 2
we lop financieele als op andere wijze ons
steunden. We mogen de hoop uitspreken.,
dat onze gemeente voor verdere rampen
bewaard blijve. Waren dit de moeilijkhe
den, die ons veel afwisseling in ons an
ders gewone gemeenteleven, gaven, toch
onderscheidt 1^26 zich in dat gemeente
leven met andere jaren. In den tijd, dat
ik hief ben. heb ik nog niet zooveel ver
andering in de samenstelling van den
Raad beleefd. Heb overlijden van wethou
der Kapteijn eischte de verkiezing van
een ander raadslid en bracht verandering
in het Dagelijksch Bestuur.
Nog geen jaar, nadat deze vacature
vervuld is staan we weer voor een vaca
ture. De plaats van den heer L. P. van
Leeuwen, wien we dank zeggen voor het
geen door Z.Ed. in het belang der ge
meente gedaan is, moet straks 1
bezet; terwijl we nu al weten, dat raads
lid Stolwijk ons ook gaat verlaten,
hoop, dat nu die „1-
onzer tot na de verkiezir^dan van den
nieuwen Raad zijn zetel zal moeten in
ruimen voor een ander.
Overigens gaf 1926, mijne heeren, wei
nig bijzonders. Met nauwgezetheid zullen
We in 1927, evenals in 1926, trachten de
huishouding onzer gemeente te besturen
en hopen we binnen afzienbaren tijd het
jaar te naderen, waarin onze voornaam
ste leeningen afgelost' zullen zijn, om als
dan eenige financieele verruiming te be
speuren. Vervuld met deze blijde hoop,
en levende in de verwachting, dat ook
binnen afzienbaren tijd u on ik zullen
mogen vernemen, dat de droogmaking
der Reeuwijksche en Sluipwijksche Plas
sen, waarvoor de op 17 Februari a.s. een
propaganda-avond zullen houden, een
feit is geworden, vraag ik u voor 1927 om
prettige samenwerking om daardoor de
Reeuwijksche belangen te behartigen en
te arbeiden onder Gods zegen aan den
bloei onzer gemeente
De .heer Hagen, oudste raadslid, dank
te den voorzitter namens hem persoon
lijk, maar ook namens den Raad, voor de
gesproken woorden en wenschte don voor
zitter en zijn gezin Gods onmisbaron bes
ten zegen toe voor 1927.
De voorzitter leest hierna het Kon. be
sluit voor, waarbij de heer L. P. van
Leeuwen, wegens overtreding van art 24
der Gemeentewet, is vervallen verklaard
van zijn raadslidmaatschap.
De voorzitter benoemt hierna een com
missie van drie leden tot nazien der ge
loofsbrieven van het nieuw gekozen lid
A. Bunnik en schorst voor eenige oogen-
blikken de vergadering. De heer 0. Tee-
kens, oudste der drie leden, belast met het
nazien der geloofsbrieven, brengt verslag
uit, dat de geloofsbrieven in orde zijn be
vonden.
De’ voorzitter vraagt of de Raad, nu
de geloofsbrieven in orde zijn bevonden,
tot toelating kan besluiten.
De Raad besluit tot toelating en de heer
A. Bunnik wordt door het jongste raads
lid Van Roon binnengeleid, om daarna
in handen van den voorzitter de vereisch-
te eeden af te leggen.
De heer Bunnik verzoekt den voorzit
ter eenige woorden te mogen spreken. Dit
wordt toegestaan, en het nieuw gekozen
lid zegt ongeveer het volgende: „Ik ben
met een soort vrees hier naar toe ge
gaan, want ik vervul de plaats van hem,
die om een kleine overtreding als raads
lid is ontslagen. Ik vrees, dat ik ook wel
eens een foftt zal maken, maar ik hoop,
dat we hier eendrachtig zullen werken
en den vrede bewaren .Ik heb gezegd.
De voorzitter dankt den heer Bunnik
voor zijn woorden.
Aan de orde is thans de verkiezing
van een wethouder in de vacature L. P.
van Leeuwen.
Üitgebracht 11 stemmen. Hiervan ver-,
kregen W. de Jong Johs.z. 8 stemmen,
Hagen, Teekens en Verboom elk 1 stem,
zoodat gekozen is tot wethouder de heer
W. de Jong Johs z.
Op de vraag van den voorzitter of de
heer De Jong bereid is deze benoeming
aan te nemen, antwoordt de heer De
Jong het volgende:
Mijnheer de voorzitter. Ik kan niet na
laten een woord van dank te brengen aan
de heeren, die aan mij hun stem hebben
gegeven als wethouder. Toch moet ik mijn
leedwezen betuigen, dat ik de plaats moet
innemen van iemand, die op zulk een wij
ze uit den Raad is ontslagen. Laat staan,
dat Van Leeuwen schuld had, wij haddeft
dat toch wel eerst met elkaar in den
verwachten, dat Van der Graaf buiten
den wagen zou komen. Een voorzichtig
chauffeur had met die moge'ijkheid al
thans rekening moeten houden en zeer
zeker meer signalen moeten geven en
vroeger zijn vaart moeten minderen. In
deze voorstelling zit voor >erdachtg zelfs
de grootste schuld.
Doch ook in de andere voorstelling,
volgens welke v. d. Graaf bu den kop
van het paard langs was gekomen, gaat
v Z. niet vrij uit
"Wat de straf betreft, er zijn omstan-
digheden, die aanleiding geven om cle
mentie te betrachten Er :s wel zwaar
lichamelijk letsel toêgebraciit. maar de
dokter verklaart, dat I et terecht zal ko
men mot v. d. Graaf
Eisch f 200 boete, subs
hechtenis.
D«m Courant won
gegeven. Priji voor
Nederland 1A0. Ovei
Men kan zich ah
houden.
met de knebbel te dorschen, wat ik ook
veel iaat doen, ja, dam was allee opge
lost. Maar de boeren kijken ook natuur
lijk naar hun voordeel
De heer Braat zegt, dat bij begrijpen
kan, dat het voor de arbeiders onaan
genaam is, dat bijna alles door de ma
chine afgedorscht wordt. Maar voor
het voordeel, en volgens de
eischen van dan tijd moet het boerenbe
drijf mechanisch ingericht worden. Hier
door. ontstaat werkloosheid. Hierom moe
ten wij zorgen, dat er werkverschaffing
komt. De arbeiders willen werken, zij vin
den den gang naar de armenkas zwaar.
Wanneer nu zij, die armengeld ontvangen,
van f 4 tot f 6 toe, en er dan als zij
werk krijgen een tien of twaalf gulden
bij krijgen 4°°r te werken, doen zu
dit liever. Snr .blijft bij zijn oordeel als
vroeger voor verbetering van den weg,
zooals de heer Dekker het uitgelegd
heeft.
De heer Van Reeuwijk zegt, dat hij
aanvankelijk zeer weinig meende te moe
ten zeggen omtrent dit punt, daar dit
de vorige maal al door hem gedaan was,
en dat de heer Van Dorp reeds gezegd
had, wat hij had kunnen zeggen. Spr. zegt
vraagt de voorstanders waarom dat éind-
Benoeming van een lid van I je, dat niet gevaarlijk is, ver-
tt beterd moet worden. Er zijn in de ge
meente gevaarlijker wegen. Spr. noemt
voorbedden, waar de weg voor vreemden
zeer misleidend is, dat daar juist onge
lukken gebeurd zijn en niet op het be
doeld eindje. Spr. zal tegen blijven, daar
hem de begrooting als het met werkloo
zen moet gebeuren, veel te^ weinig voor
komt. Men moet elkaar niet misleiden.
Deze begrooting is berekend op geen
werkloozen, wel op een publieke beste
ding. Als ik zoo de berekening hoor van
den heer Braat en het waar is, wat ik
van een paar raadsleden hoor, dat hij
een uurloon van 30 cent wil berekenen,
dan kan ik wel zeggen dat de arbeiders
De verdediging.
De verdediger, mr. W \an Rossom .8
het materieel niet met het O. M. eens.
Schuld heeft allereerst bet gemeente
bestuur van Lekkerkerk, omdat de weg
zoo smal is
Op deze zitting is komen vast te
staan, dat v. d. Graaf’s voorstelling, d e
naar pleiterss meening niet de juiste i*,
de meeste schuld voor verdachte zou aan
wijzen.
t Verdachtes lezing, oa.
Deelen, wijst niet op schuld. Pleiter ie-
construeerde wat er gebeurd is en zeide
dat het nu wp! in den mond van bet pu
bliek ligt om den chauffeur in zoo n ge
val de schuld te geven, maar waarom
heeft de voetganger geen grove schuld?
Hij had den onaf wijsbaren plicht gehad
eerst uit te kijken of er een wagen aan
kwam, toen hij eenmaal voorbij den hen
beschermenden wagen was. De houding
van v d. Graaf kwalificeert pleiter als
niet minder schandelijk. Eén van de
twee moest wachten Moest het heele
verkeer wachten op dezen hoofdweg tof
deze molenaar gereed was met het de-
poneeren van den eenen zak op den wa
gen; Mr Van Rossum concludeerde tot
vrijspraak
„In zijn repliek wees het 0. M. er op,
dat de ééne stoot op zijn hoorn, door ver
dachte gegeven, niet kan worden go
noemd behoorlijk signalen geven. Ook bij
getuige v, d. Graaf afiht getuige eenige
schuld aanwezig.
Mr Van Rossum bleef zijn meening
handhaven, dat v. d. Graaf roekeloos
heeft gehandeld.
Uitspraak 15 Februari.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
(Zitting van den Politierechter.)
De spoortreinaangevaren.
Voor den Politierechter stond terecht de
42-jarige schipper M. die in het
laatst» van het vorige jaar (wij hebben
het geval toen uitvoerig vermeld) met
zijn schip een aanvaring veroorzaakt had k
doordat de giek van zijn schip te ver uit
stek. De locomotief van den trein Schoon
hovenGouda beliep toen eenige schade.
De schipper zeide tot den Politierech
ter, dat hij het geval betreurde. Maar had
de trein niet even kunnen stoppen.
De conducteur Bomhof verklaarde, dal
het gevaar niet zoo groot gzweest was,
dat een ontsporing had kunnen ontstaan.
Wel hadden er natuurlijk raampjes kun
nen worden gebroken, waardoor passa
giers verwond hadden kunnen worden.
Het 0. M eischte. tegen den schipper
f 40 boete of 30 dagen hechtenis; de
Politierechter veroordeelde hem lot f 30
boete subs. 15 dagen hechtenis.
Was hst aan grap of niet? De 27-
jarige L. van T« uit Schoonhoven stond
terecht, omdat hij den voerman A. G. van
Elk zou hebben geslagen. Van T zeide,
dat bij slechts een grapje bedoeld had.
Hij had niets anders willen doen den
man den hoed van het hoofd te slaan,
maar helaas was zijn hand uitgeschoten
en daardoor kwam de klap Van Elk in
het gelaat terecht. Van T. had even te
voren een slokje genomen
Het O M eischte 10 dagen gevange
nisstraf. omdat Van T. reeds meer op zijn
strafregister heeft. De Politierechter
veroordeelde hem tot 7 dagen gevange
nisstraf.
Ruzie ts Resuwljk. Het liep niet
over de strijdvraag of de Reeuwijksche
Plassen gedempt moeten worden, ja dan
neen, maar toch hadden in het water
rijke Reeuwijk twee buurvrouwen ruzie
gekregen. De-41-jarige mej. M. Z--K.
had het aan den stok met mej. E. van
Nolst. Mej. Z. was niet op haar mondje
gevallen. Wat ze allemaal tot haar tegen
standster moet gezegd hebben, zou een
hoofdstuk eens boeks misschien kunen
vullen,’ maar het was niet veel vrién
delijks. Zij kreeg een straf van f 10 boete
of 5 dagen hechtenis.
Als de huurder er niet uit wil. is
het erg onprettig voor den verhuurder,
of in dit geval v^or de. -verhuur
ster De 51-jarige mej> Arendje B.—Den
Buit Bergambacht, had een boerderij
verhuurd aa*n den landbouwer P. Groen
heide. Zij had de huur opgpzegd, maar.
G. wilde er niet uit. Dat verdroot mej.
Arendje, die den man eens ging opzoeken.
Hij was heel kalm, liet haar niet in het
huis en zeide: „Ga maar heen in vrede.”
Hoe mooi die wensch oók was. de ver
huurster werd er niets door gesticht. Zij
maakte zich nerveus, vernielde de gazen
hordeur en zeide veel onvriendelijkheden
tegen haar oftwilligen huurder. Een
klacht volgde, maar alras bleek, dat
klacht wegens vernieling kon vervallen,
omdat de hordeur behoorde bij het huis
en de boerderij mej. B.’s eigendom i
Men mag toch zijn eigen hordeuren ver
nielen. De beleediging was ook niet zoo
heftig geweest kwam nu uit. De Politie
rechter veroordeelde mej. Den B tot f 5
bóete subs. 3 dagen hechtenis.
Mishandeling. Uit oorzaak van
broodnijd heeft te Capélle a d. IJssel een
felle ruzie gewoed tusschen den koop
man H. M. A. en den timmerman J. M
Krijgsman. Dit liep uit op een mishan
deling. De koopman stond terecht en
werd door den Politierechter veroordeeld
tot t lö boete subs. 5 dagen hechtenis.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Ds aanrijding |n da Vllst. In een
zaak van A v. d W., appellant van een
vonnis van den kantonrecuter te Schoon
hoven, waarbij hij wegens overtreding
van de Motor- en Rjjwielwet hij zou
op 23 Augustus des namiddags te 6 uur
c onder Vllst rijdende op den West Vlister-
dijk met zijn auto, in de richting Haas-
trechtSchoonhoven, daar waar de weg
een scherpe bocht maakt en het vrije
i uitzicht door opgaand takbout wordt be-
lemmerd, met zoodanige snelheid hebben
gereden, dat de vrijheid en veiligheid van
het verkeer werd belemmerd, althans in
i gevaar gebracht was veroordeeld tot
f 10 boete subs 5 dagen hechtenis, heeft
de rechtbank het vonnis vernietigd en
veroordeeld tot f 10 boete subs. 6 dagen
hechtenis.
Vrijgesproken. In een zaak van J.
M B. te Gouda, die door den kanton
rechter aldaar was ontslagen van rechts
vervolging ter zake van een hem ten las
te gelegde overtreding van de Arbeids
wet hij zou op 30 September niet vol
doende zorg hebben gedragen, dal in pen
meubelmakerswerkplaats, waarin de ar
beiders Eilers en Piëete op stukloon
werkzaam waren, een arbeidslijst was i
opgehangen van welk vonnis de amb
tenaar vin het O M. in hooger beroep
was gekomen, heeft de rechtbank het
vonnis van den kantonrechter vernietigd
en opnieuw rechtdoende, verdachte vrij
gesproken.
Overtreding Visscherijwet. In een
zaak van R. H appellant van een von
nis van den kantonrechter te Rotterdam,
waarbij hij wegens overtreding van de
Vischerijwet hij zou op 28 Juni n
den Plas onder Hillegersberg zonder ver
gunning van de Ned. Heidemaatschappij,
die het vischrecht op den Plas had. heb
ben gevischt met een hengel heeft de
rechtbank het vonnis vernietigd en op
nieuw rechtdoende verdacnte vrijgespro
ken.
DOODELIJKE AANRIJDING TE
LEKKERKERK.
Zwaar lichamelijk letsel door
schuld.
Voor de Rechtbank te Rotterdam heeft
terecht gestaan de 31-jarige tegelfabri-
kant T A. van Z., te Lekkerkerk, wien
ten laste was gelegd, het veroorzaken van
lichamelijk letsel door schuld. Verdachte
zou op 5 October op den Lekdijk met zijn
auto rijdende in de richting van Opper-
duit, bij het inhalen van een door Pieter
Neef bestuurden wageu met paard, waar
bij zich Arie van der Graaf bevond,
hoogst roekeloos en onvoorzichtig, on
achtzaam en nalatig, na te laten signa
len te geven en zijn auto te stoppen, al
thans de vaart er van behoorlijk te ver
minderen §n voor Van der Graaf uit te.
wijken, zoodat Van der Graaf is aarf-.
qmver- en overreden. Van der Graaf
heeft daardoor een enkelbreuk met band-
verscheuring en subluxatie bekomen, in
elk geval een breuk van een der boenen,
zoodat hij gedurende drie maanden zijn
beroep van molenaar niet heeft kunnen
uitoefenen.
Verdachte zeide, volgens de N. R. CL,
dat hij op 20 Meter afstand wel een
signaal heeft gegeven. Hij had zijn vaart
verminderd; v. d Graaf is aangereden,
maar verdachte ontkent zijn schuld aan
het ongeval. De man liep met een zak,
althans verdachto zag een zak zich be
wegen, op den rug over den weg. Ver
dachte heeft geremd, maar de man is met
den zwaren zak gevallen en toen met de
auto maar even geraakt J
Het getuigenverhoor.
Er werden 7 getuigen gehoord.
Dokter W. F. Feoée Schaeffer had Van
der Graaf behandeld en de verwondingen
geconstateerd als in de dagvaarding ver
meld. t
De rijksveldwachter H. Haas verklaar- 1
de, dat de rijweg ter plaatse van het on
geval 3.80 Meter breed is. De wagen van
verdachte is 1.76 Meter
Getuige Van der Graaf zeide bezig te
zijn geweest den wagen van Neef te la- 1
den, Hij had al drie zakken op den wa-
gen gelegd, de zak, dien hij op den nek
had, toen het ongeval gebeurde, was de
eerste, die aan den kant van den weg
werd geladen Getuige liep vóór het paard
om. Eerst had hij uitgekeken, maar toen 1
hij het paard voorbij was, met meer. Een
signaal had hij niet gehoord. De aanrij- 1
ding heeft verdacjite tegen zijn rechter-
heupbeen gevoeld, toen is hij pas geval
len. Twaalf weken heeft hij niet kunnen
werken.
Verdachte wu het met de lezing van
het geval, zooals getuige die gaf. niet
eens.
Getuige P. Neef meende, dat de auto
wel wat hard had gereden. Da zak lag 1
nog niet op den wagen, toen Van der 1
Graaf werd aangereden De auto had iets
verder kunnen uitwijken. Op 10 M. voor
bij de plaats van het ongeluk was de auto
tot stilstand gekomen. De auto is over 1
het rechterbeen van het slachtoffer ge
gaan.
Getuige P. Neef, die met zijn broer,
den vorigen getuigen op IK a 2 Meter 1
achter den wagen had gestaan, heeft niet
gezien, of Van der Graaf vóór den wagen
was omgegaan. Hij heeft eerst gekeken
naar .y®11 Graaf op een schreeuw
van zij» broer. De broer was reeds weg
gegaan, maar kwam weer terug om nog
iets te zeggen ,toen het ongeluk gebeurde.
Getuige J. Deelen heeft den man ach
ter den wagen om zien komen. Het lin
kerbeen van Van der Graaf stak omhoog
en is niet getroffen. Getuige heeft één
signaal gehoord.
De laatste getuige, verdachte’! moeder,
was niet verschenen.
Hst requisitoir.
Het O. M waargenomen door Mr J.
G. Holsteijn, gaf toe, niet precies een
voorstelling te kunnen geven van ket feit
zooals het heeft plaats gehad. De voor
naamste getuigen toch spreken elkaar te
gen. waar het gaat om de araag of Van
der Graaf vóór of achter lai.gs den wa
gen is gegaan.
Het 0. M. had dit verwacht, en spreekt
daarom in de dagvaarding van „bij den
wagen
Maar doet bet er toe? Was V&n der
Graaf achter langs gekomen, dan had
verdachte hem moeten zien en moeten