"Wethouder Korevaar vraagt het woord.
De heer De Wit: Ja, die aal hem wel
De heer Hardam: Voorzitter, ik heb al
meer het woord gevraagd en nu geef ik
er nieta om, dat de heer Korevaar eerst
spreekt, als u mij straks den pas maar
weer niet afsnijdt
De voorzitter zegt, dat het hem niet be
kend is, dat de heer Hardam het woord
gevraagd heeft
De heer Hardam gelooft dit.
De voorzitter zegt niet in het mins\
den pas af te willen snijden.
De heer Hardam: Neen, maar ik ves
tig toch daar de aandacht even op.
Wethouder Korevaar wil liever eerst
den heer Hardam aan het woord laten.
De heer Hardam het woord verkrijgend
zegt, zitth verplicht te gevoelen, het
woord te vragen en acht het eenigszins
pijnlijk voor de wethouders en ook voor
spr., dat het nu zoo gaat.
De heer L. Smit: We hebben allemaal
pijn.
De heer Hardam: Al meermalen is het
gezegd tegen mij, jij had het kunnen
voorkomen.
De heer Do Wit: Ja, dat is zoo.
De heer P. G. Jonker: Het stond 5
tegen B
De heer Hardam: Ik heb er toch voor
gestemd, omdat ik mijn woord gegeven
had, en dat zijn er -meer geweest,; ook
de hoer Leis, al was die er toen niet.
De heer Leis: Ik ben er nog voor en
neem graag alles voor mijn rekening,
wat toen geschied is.
De heer Hardam: Ik vernam toen, dat
de burgemeester dat huis wou buren; het
was wel wat ver van den Dam en de
prijs was ook wat hoog, maar de heer
Korevaar is toen bij mij geweest, als er
een voldoend aantal leflen voor waren,
dat men dan dit huis wilde koopen.
daar de burgemeester er graag in zou
willen. Nu heb ik destijds al eens gezegd,
dat de burgemeester draaide op half
werk en dat de burgemeester veel de ge
meente uit was, en toen werd me toege
voegd, door den burgemeester, dat er nog
niet eens een huis beschikbaar was vooi
den burgemeester. Nu zijn de Soc.-Dem.
'wel voor een ambtswoning en nu weet
spr., dat dit geen ambtswoning is, want
dan zat men aan sómmige dingen vast,
dus een amotswoning moest het niet wor
den, het is dus een verkapte geschiede
nis en het werd zoo besproken, als er
nu eens huurders komen, die meer dan
f 600 willen verwonen, wat dan; komen
die dan toch het eerst aan de beurt, en
toen werd er gezegd, de gunning is aan
B. en W. en aan wien die het huis geven,
die zal het hebben En ei werd verze
kerd,, dat de burgemeester dit huis wil
de huren. Er werd toen voorgesteld het
feuis te verhuren voor f B10 en toen heb
ik gezegd, dat is heelemaal de brutaliteit
ten top, want nu dekt de huur de rente
nog niet eens. Toen werd gezegd, de bur
gemeester wil f 600 verwonen, dus een
bewijs, dat het besproken was.
Wethouder Korevaar: Dat ontkent
toch niemand.
De heer Hardam; Neen, maar nu is
ook de burgemeester moreel verplicht ei
in te gaan wonen. Er is toen wel gezegd,
als er een andere gelegenheid komt voor
een betere woning voor den burgemeester,
dan verkoopen we dit weer en toen ia
er gezegd, dan heb je f 8000 strop, dan
moest er nog geld bij, doch dat is ge
daan ter wille van den burgemeester
De geheele gemeente sprak er minach
tend over, doch ik meende, dat de ge
meente zich die opoffering wil getroos
ten. En nu heeft de burgemeester het in
het belang der gemeente geacht een an
dere woning te huren, ja, de burgemees
ter heeft al eens verteld, als hij buiten
de gemeente is, dan werkt hij ook in
het belang der gemeente, ja, altijd werkt
de burgemeester in het belang der ge
meente, maar het schijnt, dat toch het
eigen belang meer voorzit. Het was in
het belang der gemeente, dat het gekoch
te htis betrokken werd, ik wees pr nog
op, dat het ver weg was, maar zei men
.toen, er rijdt een bus en de burgemees
ter rijdt fiets, alles, ja alles had de bur
gemeester er voor over, en dat de bur
gemeester nu in een meer gerieflijke
woning gaat, daarin heeft hij persoonlijk
geen ongelijk, maar die woning, die hij
nu gehuurd heeft, omdat die woning hem
beter aanstond, en hij lapt de belangen
der gemeente aan zijn laars en nu is
hij zich niet bewust van de strop en de
schade, maar de oude raad, als die nog
hier zat, zou het wol anders beweren.
Ook onder de wethouders* bested er ver
schil van meening over en als ik op de
plaats der wethouders zat, en zoo in
het ootje genomen was door den burge
meester en om den tuin geleid, dan zou
ik daar stelling tegen nemen.
De voorzitter. Wanneer er, toen die wo
ning gekocht werd, een andere woning
zou zijn geweest, dan zou dit om den
tuin leiden geweest zijn. Ik heb gezegd,
je moet het zelf weten, wat er gedaan
wordt, ik kan mij daar geen partij in
stellen .Maar er was 'toen niet anders
en ik was al van plan er in te trekken-
ik heb die woning bekeken en enkele
herstellingen moesten Worden aange
bracht, dus het bleek, dat ik al mijn zin
nen er op gezet had om er in te gaan en
al dat praten van om den tuin leiden en
een strop bezorgen,- zijn groote leugens.
Ik heb dat heel eerlijk bekeken en de men-
schen zeggen nu allen of soms die wo
ning, waar ik nu inga, te koop kwam
en toen weid er gezegd van neen, en
toen heb ik de wethouders meegedeeld,
dat ik die woning zou huren.
De heer P .G. Jonker zegt dat de bur
gemeester meent in het belang der ge
meente gehandeld te hebben door deze
woning te huren, ik heb een andere mee
ning, dat het niet in het belang der <*e
meente >is en iedereen, die men spreext,
bevreemdt het. dat de burgemeester niet
in die woning, die gekocht is door de ge
meente, gaat. Daar is sinds den koop
niets aan die woning veranderd, de lig
ging is dezelfde, de toestand is gebleven
zooals men dien te voren wist. En deze
woning ie gekocht met de uitgesproken
bedoeling, dat die voor den burgemeester
bestemd was, daar hij anders uitwoning
zou moeten vragen. Daarom bevreemdt
spr. de verklaring van den burgemeester
van thans. Spr. zou willen voorstellen
de woning nu maar spoedig op te rui
men; de gemeente ia geen buisjesmelker,
dat moet ze niet worden. En ik denk er
altijd zoo over, indien ik in mijn zaak
een strop heb, dan zie ik daar zoo gauw
mogelijk van af te komen, want hier
moet jaarlijks geld bij.
De heer Vogelesang kan zich met de
idee van den heer Jonker vereenigen en
nu werd er den vorigen keer gezegd, dat
er nog een ernstige kooper was voor dat
huis, is dat niet uit te visschen, wie dat
geweesl isl
De heer De "Wit: Och, daar was nie
mand voor, dat zijn praatjes.
De heer Vogelesang; Als dat niet uit
te visschen is, dan wil spr. *het maar
publiek verkoopen, dat is voordeeliger
als exploiteeren.
De heer L. Smit zegt, dat ook hij de
meening had, dat de burgemeester deze
woning zou betrekken, maar hij heeft dn
gelaten in het belang der gemeente en in
het belang dor gemeente heeft hij de an
dere woning gehuurd, ja, dat is wel aar
dig. In het belang der gemeente wordt
er voor den burgemeester een huis ge
kocht en als het dan gekocht is, gaai
je burgemeester in het belang der ge
meente weer een ander huis huren en
als de burgemeester in het buitenland is,
dan hoort hij, dat de wethouders hiei
bezig zijn in het belang der gemeente
en daar in het buitenland is de burge
meester misschien ook wel bezig in hei
belang der gemeente en als nu deze wo
ning weer verkocht wordt, dan is dat ook
weer in het belang der gemeente; bet
is allemaal in het belang der gemeent»,
maar weet u, wat het belang der gemeen
te is, ik zou zeggen, dat u in dat voor u
gekochte huis gaat, nu zitten daar u»»
wethouders te kijken. Wanneer de bur
gemeester in dat huis gaat, dan komt hij
;bij ons eens ien paar keer per ,da.g
langs, dat is ook misschien in het be
lang der gemeente. Spr. keurt het af,
dat die woning niet betrokken wordt
door den burgemeester, het is hier geea
reëel overleg, stel je voor, dat er voor
een werkman een mooi huisje wordt ge
kocht, whar hij zich aan hecht en dan
naderhand zegt: ik ga er niet in, dat
kan niet. En ik geloof, dat het in het
belang der gemeente is, dat de burge
meester zoo spoedig mogelijk vertrekt.
De voorzitter zegt, dat deze zaak meer
een persoonlijk karakter begint te krij
gen en het schijnt, dat men moeilijk per
sonen en zaken kan scheiden en als het
een persoonlijk cachet krijgt, is het moei
lijk te weerleggen. Ik hel? gezegd, dat
de toestand later veranderd is.
De heer L. Smit: Veranderd in het be
lang der gemeente.
De voorzitter: En ik kwam toen in
tweestrijd, hoe te handelen.
De heer L. Smit; Ook al door dat be
lang der gemeente.
De voorzitter: En bovendien ia er een
huis gekoctfl niet voor mij, maar voor den
burgomeester, dat er altijd een beschik
baar zou zijn.
De heer L. Smit: 0, dan is dat ook
weer in het belang der gemeente.
De heer Hardam: Dus een soort nood
woning.
De voorzitter: Wanneer er vroeger een
huis gekocht was, dan was deze moei
lijkheid er niet geweest.
De heer De Wit; Nou, ik wil je wel
zeggen, dat ik het niet zou durven doen.
De heer Jlardam: Het is niet te doen
om hatelijk te zijn, ook de heer P. G.
Jonker is van hetzelfde gevoelen, maar
die zegt het met wat andere woorden
Wanneer men hatelijk gestemd was te
genover den burgemeester, dan was toen
dat huis voor u niet gekocht. We zijn
zoo welwillend mogelijk geweest en de
wethouders hebben xieh uitgesloofd voor
u. om een woning te krijgen
Dg voorzitter: Voor mij niet.
De heer Hardam: Nou nog mooier,
het is gedaan als een tegemoetkoming
en het is niet de bedoeling u hier nu op
zettelijk te treffen. Het gaat hier om de
zaak en do handelwijze van u eh u heeft
sterk gefrrudeerd
De heer De Wit- U hebt gehandeld
naar uw goeddunken zegt u, maar ik
weet zeker als er eon volksstemming ge
houden wei tl, dat u nog geen 2 van de
10 itefnmen kreeg
Weth. Korevaar zegt dat hier deze zaak
wordt besproken el so er een soort mis
daad is begaan Spr er heugt zich even
wel nog in alle opzichten en heeft er
niets geen bgrouw van. Toen stond het
er voor dut de pa "tor je zou moeten
worden ontruimd, duai verwacht werd
dat de beroepen domo p zou komen En
dan moest de burgemeester uitwoning
aanvragen ?k heb er toen met d*n bur
gemeester over gesor »kerr om dat huis,
waar Ito. uit over giat, te koupenen
gezegd wat denkt n tr van als we dat
eens deden en du Ha ad er voor va»
We waren het er toen spoedig over eens
dat de fc -utoante davméfe een dier st zou
worden gedaan en we achtten het in
groot belang voor de gemeente, dat do
burgenteen tobier °oü woning had en
niet bel cefdo te gisu uitwonen. Ik hpl
De Wit hierover niet gesptoken en h"h
dat nergcus >.m gedaan; misschien voelt
de heer 0«. Wit rich daarover gegriefd..
De he-.p De Wit. Neen, heelemaal
niel
Wrth. Kor.waar: ik heh dat ook met
geen opzet gedaan. Ik heb er met Har
dam over gesproken hoe de fractie daar
over dacht en de Soc. Dem. waren daar
ook voor en ze waren ook voor den koop
prijs. Nu is dat op f 600 hooger afge
mijnd, daar er waarschijnlijk ook nog een
ander was die het koopen wilde en om
dat we overtuigd waren, dat het in het
belang van de gemeente was, hebben we
dat huis f B00 hooger laten afmijnen
dan werkelijk afgesproken was. Moesten
we dan voor een enkele f 100 de kans
beloopen dat we het niet hadden. En
wat is nu de eenige strop? De onder
houdskosten
De heer De Wit; En nu doet het weer
I 1 minder huur.
Weth. Korevaar: Er werd alleen ge
ageerd tegen die f B00 meer en als men
overtuigd is, dat het in het belang der
gemeente gedaan is, dan beteekenen toch
die f 500 niets. En nu pradl men over
f 8000 strop, ach, wie weet dat nu, wie
kan er nu in de toekomst zien, ik niet
en de heer De Wit ook niet. De bedoe
ling is niet geweest, om dat huis maar
weer gauw van de hand te doen, maar
om een woning te hebben voor den bur
gemeester. En nu is het feitelijk te kin
derachtig om over te praten, over die
f 50 wordt nu een heel kabaal gemaakt.
Als nu het belang der gemeento is, dat
de burgemeester hier woont, valt dat
toch in het niet. Stel je voor dat de bur
gemeester buiten de gemeente woont
De heer L". Smit: Dan kan je niet
slapen
Weth. Korevaar: Neen, dat niet,
maar als de burgemeester .hier niet
woont zit men met vergaderen, dat moet
dan op den dag en zoovele andere din
gen meer. Men gevoelt wat daaraan kleeft
en als w^ dat huis toen niet gekocht
hadden en een ander bad het gekocht,
dan zou het geweest zijn; waarom heb
je het voor zulk een klein bedrag laten
loopen? Nu is nadien de toestand ver
anderd en de burgemeester kwam in de
gelegenheid het huis te huren van de Er
ven van der Lee. Het is in het belang
dat de burgemeester kort bij het ge
meentehuis zit en in de kom van de ge
meente woont, dan is hij altijd bij de
hand. Wanrfeer het noodig is, kan do
burgemeester direct geraadpleegd wor
den, het is dus in het belang, dat de
burgemeester woont bij het raadhuis.
Voor de woning der gemeente is een
huurder, die een heelt f 50 minder be
taalt per jaar en daar wordt nu al die
drukte tfver gemaakt. Het is toch fei
telijk de praat niet waard, het wordt n
verhuurd voor een jaar te gelijk, omdat
het indien noodig, weer direct bestemd
•is voor den burgemeester. Het kost dus
een bagatel en daar komt nog bij, dat er
een in de gemeente komt, die nu enkel
forensenbelasting betaalt. Van om den
tuin leiden is totaal geen sprake ge
weest, we hebben gezegd, toen d6 burge
meester dat zei, ik kan dat huis huren,
dat moet je doen. En zeker wanneer we
het geweten hadden, dan hadden we
twee maanden voor dien dat huis niet
gekocht, maar wie kan dat weten. Wat
het verkoopen aangaat van dat huis, dit
moet spr. ontraden, want voor welke
moeilijkheid kan men dan weer komen
te staan, het is mogelijk, dat je het ande
re jaar weer voor denzelfden toestand
staat. Wie weet, wat er in de toekomst
kan gebeuren, en hoe dan de situatie is.
Laten we toch van het standpunt uit
gaan, dat we de zaik bekijken kunnen, zoo
als het vandaag is. Met dtti heer Smit
sprak er ook ov^r en die kon er zich
ook mee vereenigen, en in den raad stem
de hij tegen, dat is spr. tegengevallen.
De hoer Leis zegt ook te behooren tot
die ongelukkige menschen, die verguisd
zijn en nu heeft spr. veel bombast ge
hoord, waar spr. zich ten eenenmale niets
van aantrekt. Ik wil wel zeggen, dat de
heer Korevaar.mij niet opgezocht heeft,
'ik kwam hem op den weg tegen en toen
vroeg hij, of ik een huis te huur had voor
den burgemeester en ik zei toen, dat ik
dat huis beschikbaar moest huuden. Ik
was er ook toen sterk voor, om dat huis
te koopen en heb er geen berouw van,
ook nu nog niet. Sur is er tegen om
te verkoopen op dit oogenlblik, wacht er
nog wat mee, meer kan ik nu niet zeg
gen.
De heer L. Smit; Is dat ook in het be
lang der gemeente.
De heer Leis: Ik zit hier niet als be
langhebbende, maar raad aan te wach
ten met verkoopen, meer zeg ik niet.
De heer P. G. Jonker: Het gaat niet
om die onnoozele f 50, maar om f 311.
De voorzitter: U vergeet dat die huur
der nu ook ingezetene wordt en dat die
ook belasting inbrengt en voorts, toen
ik mijn eerste huis uit moest, had ik
gemakkelijk uitwoning kunnen vragen en
kunnen zeggen: ik ga naar een andere
„•emeente om daar te wonen, maar U
werd me gevraagd, of ik in de pastorie
wilde voor een half jaar en dat heb ik
toen gedaan in het belang der gemeente-
De heer L Smit: Ja, u zit on een
schopstoel.
De voorzitter: Belachelijk maken, kan
iedereen, dat kan een kind, maar voor
mij en de gemeente is het een ernstige
zaak.
De heer Van der Hoogh zegt, dat de
wethouders zich bij het voorstel tot aan
koop van het huis hebben laten leiden
cenerzijds door te groot pessimisme en
anderzijds door te groot optimisme. Door
to groot pessimisme toen zij meei
dat het noodig was zoo hoog boven het
verhoogde bod af te laten mijnen en door
te groot optimisme, toen zij meenden
dat de burgemeester spoedig uit de pas
torie der Herv. Kerk zou moeten met
het oog op het uitgebrachte beroep; ze
dachten waarschijnlijk, dat een beroe
pen predikant bier met graagte naar
den kansel zou komen.
(Wethouder Ross interrumpeert: „dat
is een smeer".)
De heer Van der Koogh: Neen, dat is
geen sneer, dat scheen men te denken
maar het is gebleken, dat die graagu
niet bestond. Ik stel dan ook voor om het
huis maar te verkoopen, zooals reeds
meer naar voren is gebracht in den loop
der debatten.
Wethouder Ross het woord verkrijgen
de. zegt, dat hij zich zoo'n beetje in de
positie van Hein de Kruier gevoelt, zoo
als die in een der werken van Van Mou
rik wordt beschreven Die 'heeft op
goeien dag een rekening geschreven,
luidende: met acht man naar de Achter
gracht geweest en onbeschoftheid gmo-
ten f 4. En nu ie het verechil, dat hij,
boewei ook onbeschoftheid genoten heb
bende, dat niet in rekening kan bren
gen.
(Op de tribune en in den Raad wordt
hartelijk gedachen.)
Wethouder Ross vervolgt: Men had mij
in den loop van den dag verteld, dat de
heer De Wit dezen avond uit zijn elof
zou schieten over het huis, dat gekocht
ia «n nu niet betrokken wordt door hem,
voor wien het was bestemd. Toen heb
ik gezegd: dat kan niet. Met nadruk
ia toen opnieuw verzekerd, dat de heer
De Wit inderdaad van leer zou trekken,
en toen heeft spr. ten andere male ge
zegd, dat het niet mogelijk was. Want de
heer De Wit is nu vrijzinnig-democraat
geworden. En dat zijn gewone „dimme-
krate", maar echte gesoigneerde, wil men
opgepoeste democraten, die weten wat
ze doen. Nu staat er in het gemeente-
program (de heer De Wit kan het bij
tijd en wijle wel eens te leen krijgen.
De heer De Wit nijdig terug; „Ik heb
er thuis zat legge."
Wethouder Ross; Dat de gemeente, af
gezien van andere bemoeiingen met de
volkshuisvesting voor haar ambtenaren
geschikte en gezonde woningen moet be
schikbaar stellen. Ais vrijzinnig-demo
craat kan hij er dus geen aanmerking
op maken. Nu is het te verstaan, dat
de leden van don Raad teleurgesteld
zijn over het besluit van den burgemees
ter om de gekochte woning niet te be
trekken. Spr. is dat ook.
De heer De Wit: En wat heb je nog
meer gezegd?
Heb geduld, zegt wethouder Ross, u
krijgt het volle pond. In een particulier
gesprek heeft spr. gezegd, hetgeen hij ook
hier herhalen wil, dat, als hij in de
plaats van den burgemeester gestaan
had, hij het gekochte huis niet had be
trokken. Als mensch kon ik het hem
natuurlijk niet kwalijk nemen, nu heeft
de heer De Wit een motie voorgesteld,
waarin hij den Raad afkeuring wil laten
uitspreken over het gebeurde. Dat is nu
de dwaasheid zelve. Er is hier juridisch
niets gebeurd, waar de Raad aanmerking
op kan maken en over moreele verplich
tingen kan de Raad zich, zonder zijn ter
rein te verlaten, niet uitspreken. De Raad
kan niet afkeuren, wat de burgerlijke
wet toestaat. Stel u voor, zegt hij, dat de
burgemeester een vrouw noemt (de rest
van de zin, gaat in de algemeene hilari
teit verloren).
De wethouder vervolgt: Nu heeft de
burgemeester een huis gehuurd, dat mo
ge ons teleurstellen, doch een dergelijke
motie kan niet het gevolg zijn van die
teleurstelling .De Raad heeft ook nog
eenig prestige op te houden. Nu is er
bijna een avond vol gepraat, behalve over
het voorstel, dat aan de orde is, daarover
is geen woord gezegd. En spreker wil
wel zeggen, dat hij, nu het huis niet be
trokken wordt door den 'burgemeester,
van harte voor dat voorstel is. In ver
koop op dit oogenblik ziet hij geen heil.
Hierna komt de motieDe Wit in
stemming en wordt verworpen met 9 te
gen 3 stemmen. Voor de motie stemmen
de heeren Smit, Hardam en De Wit.
Hierna komt in stemming het voor
stel verhuur woning.
Dit wordt aangenomen met 8 tegen
4 stemmen. Tegen stemmen de heeren
De Wit, Van der Koogh, P. G. Jonker
en C .Vogelesang.
Hierna even vergadering met gesloten
deuren.
Na heropening stelt de voorzitter voor
een proces aan te gaan met de Neder-
waard omtrent het spuithuis en arres
tantenlokaal. Allen voor.
Bij de rondvraag brengt de heer Leis
dank voor den steun op het amendement
aangaande de winkelsluiting.
De heer Van der Koogh verzoekt
vroegere inzage te kunnen krijgen van de
stukken voor de raadszitting.
De voorzitter zal dit trachten te doen.
De heer Veen vraagt wanneer de win
kelsluiting in werking treedt.
De voorzitter zegt: Eerst moeten Ged.
Staten het goedkeuren.
Weth. Ross; Is het niet de bedoeling
om te doen als met de verordening rook-
veibod, d.w.z., aan eiken winkelier een
verordening zenden?
De voorzitter stemt toe, dat dit het
beste is.
Niets meer aan de orde zijnde, volgt
sluiting, of liever ging de raad net als
een nachtkaars uit. Men was het zat,
dat kon men zien. Het was een rumoe
rige langdurige zitting.
BENSCHOP.
Voorzitter: Jhr. Mr. van der Goes,
Burgemeester.
Secretaris: C. P. van Beusekom.
Aanwezig zijn alle leden, behalve de
heer Beijen, die onder 't lezen der notulen
de vergadering bezoekt.
De voorzitter opent de vergadering en
leest het gebed, waarna de secretaris de
notulen voorleest van de laatste verga
dering, welke onveranderd worden vast**»
steld en geteekend.
Ingekomen zijn de navolgende stukken
1 .Rapport van den keuringsdienst voor
waren betreffende verrichte werkzaamhe
den gedurende het 3e kwartaal; 2. Brief
van Ged. Staten houdende mededeeling
dat de Staten van dit Gewest bij bejiu.i
van 27 October j.l. een wegenplan ro >t
deze provincie hebben vastgesteld, waarin
met schrapping van den door hun college
voorgestelden weg BenschopJaarsveld
Tienhovensche Veer een verbinding .s
opgenomen van BenschopLopik naar
Schoonhoven; 8. een door Ged. Staten
goedgekeurd besluit tot wijziging der be-
grooting voor 1927; 4. Procesverbaal van
kasopneming bij den Gemeenteontvanger
waaruit blijkt, dat aan contanten aanwe
zig was een bedrag van f 909,47 en dat
boeken en bescheiden in orde zijn bevon
den; 5. de door Ged. Staten vastgestelde
rekening over het dienstjaar 1920. Deze
stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
6. Brief van de commissie ter behar
tiging van de ooderwijsbelangen voor
land- en tuinbouw in deze provincie, hou
dende verzoek om ten dienste van een
landbouwwintercutsua, uitgaande van de
afdeeling Benschop van het IJ. L. G. te
mogen beschikken over een gratie ver
warmd en verlicht schoollokaal. B. en W.
adviseeren het verzoek toe te staan. Al
dus wordt z. h. st. besloten.
Adres van het bestuur van den bond
tegen het schenden door het vloeken van
Gods Heiligen Naam met verzoek ilsuog
regelingen te treffen, waarbij het vloeken
en ijdel gebruik van Gods Heiligen Naam
in woord en geschrift wordt verboden op
alle terreinen, waar de plaatselijke over
heid bevoegd is haar gezag te doen gel
den. Ofschoon Burgemeester en Wethou
ders het volkomen eens zijn met de goede
bedoelingen van den Bond, zijn zij even
wel van meening, dat dit euvel niét door
wettelijke voorschriften dient te worden
beteugeld. De voorzitter vindt het niet
goed, het vloekverbod in een verordening
vast te leggen, doch vindt het juister,
dat elk overheidspersoon door vermaning
deze volkszonde tracht te beteugelen.
Over dit adres ontwikkelt zich eenige
discussie.
De heer Brouwer is van meening, dat,
als van overheidswege tegen het m.vqI
iets kan worden gedaan, hij dit gaarne
zien zoude.
De heer De Gier zou niet gaarne zien,
dat afwijzend op het verzoek beschikt
werd. De zaak is daarvoor te ernstig. Vol
gens de Mozaische wet werd het vloeken
door het misbruiken van Gods Naam met
steemging gestraft. Verschillende gemeen
ten hebben een vloekverbod, o.a. te
Woerden, waar dezer dagen wegenjj over-
treding van dat verbod f- 2 boetë werd1
opgelegd.
De voorzitter resumeert het gesprokene.
Spreker meent, dat de zaak, waarover
het gaat, te teer is, om in een verorde
ning te worden vastgelegd, vooral, omdat
indien ook al het vloeken in een verorde
ning wordt vastgelegd, het dan toch al
tijd aan het inzicht van den Kantonrech
ter zal worden overgelaten ol hij het
geincrimineerde woord een vloek acht of
niet. Wij hangen in deze dus geheel van
den Kantonrechter af. Spreker acht daar
om een verordening onjuist. Beter is het
naar de meening van spreker, dat ieder
in zijn kwaliteit opkomt tegen deze volks
zonde.
De heer Beijen; Wanneer dit verorde
ning wordt, dan zal zeker ook de politie
verordening^ moeien worden gewijzigd? -
Wanneer we dit niet doen, dan zullen
qu. de voordeelen niet opwegen tegen
de nadeelen, die er nu zijn. Dan moet
ook evengoed strafbaar worden gameid
iemand, die zijn woord niet houdt.
Het lid Mjddelkaop is niet tegen een
vloekverbod, is er zelfs voor, daar de
hedendaagsche wetgeving er niet in voor
ziet.
Het lid Van Os zou het adres nog eens
wilen aanhouden, terwijl wethouder Kle
ver wel voor het vloekverbod is, doch
meent, dat het niet de gewenschte uitwer
king zal hebben.
Het lid De Gier wenscht, dat een na
der onderzoek wordt ingesteld naar ande
re gemeenten en de uitspraken, die ar
zijn gedaan.
De voorzitter stelt voor het adres te
stelen in handen van B. en W. ter prae-
advies. Aldus besloten.
8. Gezegeld verzoekschrift van het Fan
farekorps „Onderling Genoegen" om een
subsidie uit de gemeentekas te mogen ont
vangen van f 100 teneinde de noodige
kosten der vereeniging te kunnen delken.
Het college van B. en W. is voor een
kleine subsidie.
De heer Beijen stelt voor f 25 te ge
ven.
Het lid Brouwer voelt er persoonlijk
heel weinig voor, terwijl het lid De Gier
er niets voor gevoelt. Z.i. is h^t geen
gemeentebelang; men zou door dergelijke
subsidies de geheele gemeentekas wel kun
nen uitputten.
Het lid Middelkoop zou b.v. f 50 wil
len geven, terwijl ook de heer Beijen er
voor is een subsidie toe te kennen.
De leden Van Os en Klever gevoelen er
ook niet voor.
De voorzitter is persoonlijk wel voor
een kleine tegemoetkoming. De jonge
lui worden door hun repetities au de
straat en uit de kroeg gehouden en reeds
daarom verdient het aanbeveling steun
te verleenen.
Wethouder Schep is er voor om een
kleine subsidie, b.v. f 40 te geven.
Het verzoek, in stemming gebracht,
wordt met 4 tegen 3 stemmen van de
hahd gewezen. Voor stemmen de leden
Schep, Beijen en Middelkoop.
9. Verzoek van het Bestuur der .School
met den Bijbel om de noodige gelden te
mogen ontvangen voor het aanschaffen
van een platenkist en voor de verbetering
van de pomp.'De platenkist wordt ge
raamd op f 13 en de pomp op f 180.
Het lid. Brouwer, tevens secretaris
der Vereeniging, licht een en ander toe.
Het lid De Gier zegt, dat de opgaaf van
kosten van de pomp hem wat hoog
voorkomt.
De heer Middelkoop vraagt o.a. nog of
het een geslagen pomp is en waarom
slechts door 1 persoon kostenopgave is
gedaan.
Het lid Beijen zegt dat we van hot
schoolbestuur mogen verwachten, dat ie
op de beste en goedkoopste manier deze
aangelegenheid onder de oogen hebben
gezien. Daar het schoolbestuur redelijker
wijs aanspraak maakt op'de gevraagde
gelden, wordt het verzoek in beginsel toe
gestaan, op grond van art. 7 van de
L. 0. Wet.
10. Een verzoek van wed. Vermeer,
inzake steun voor kraamvrouwenverple-
ging, wordt in handen gesteld vap bet
Algemeen Armbestuur.
11. Verzoek van de gemeentewerklieden
om voor de meerdere werkzaamheden, die
«ij als los werkman over hst tijdra
1 Jan. tot 1 September extra hebben ver
richt, een gratificatie te mogen ont
vangen.
De voorzitter licht toe, dat deze werk
lieden over het 2e halfjaar 1926 ieder
g» gratificatie hebben ontvangen van
f 1,30, zoodat de Raad niet schriftelijk,
doch wel moreel gebonden is bet versoek
De heer De Gier is er niet direct voor
om deze gratifioatie toe te kennen; z.i.
is de toestand van de arbeiders in het
algemeen niet r oakleurig te noemen, ter
wijl de gemeen 1» werklieden sin is 1 Sep
tember kunnen bogen op een vaste aan
stelling.
De voorzitter zegt, dht B. en W. voor
stellen de gratificatie ad f 1,65 toe te
kennen.
Het lid Middelkoop verklaart zich
voor dit voorstel, evenals de heer Beijen,
die niet accoord gaat met de xneemng
van De Gtor dat, wanneer er arbeiders
zijn dfe door de omstandigheden werk
loos zijn, de vaste werklieden een slechte
belooning moeten hebben. Bij het bepalen
van den loonstandaard is gebleken, dat
dt loonen der arbeiders varieeren van 16
tot 21 gulden.
Het Lid De Gier zog' hierna, dat hü
niet bepaald tegen de toelage is.
Hot voorstel van B. en W. wordt hier
na m.as. goedgevonden.
12. Een verzoek van H. de Bruin, om
ontslag uit de betrekking van gemeente-
boie tegen 1 Januari a.s., in verband met
zijn pensioenaanvrage als veldwachter.
Op voorstel van B. en W. wordt dit
ontslag aan adressant eervol verleend.
18. De voorzitter stelt aan de orde de
quaestie inzake den bouw van een ambta
woning voor den Burgemeester en
wenscht de beraadslagingen met gesloten
deuren voort te zetten en verzoekt at
pers en het publiek zich tö verwijderen.
Nadat het lid Beijen tegen dezen maat
regel aanvankelijk bezwaren opperde, ver-
eenigt de raad zich ten slotte met de
motiveering van don voorzitter.
Na langdurige beraadslaging wordt
m a.s. besloten over to gaan tot den bouw
van een ambtswoning, waarvan de kos
ten inclusief grond, maximaal zullen mo
gen bedragen f 10.000 tegen een jaar-
lijkschen huurprijs van f 500, onder vooi
waarde, dat wanneer de Burgemeester
binnen 10 jaar vertrekt, de waardever
mindering, bepaald door 3 taxateurs, door
den Burgemeester aan de gemeente zal
worden terugbetaald.
De voorzitter dankt den Raad voor zijn
genomen besluit.
Aan Burgemeester en Wethouders
wordt de verdere uitvoering van dit be
sluit opgedragen.
14. Opnieuw wordt in behandeling ge
nomen het verzoek van den heer W. Os
kam, om ontslag als 2e ambtenaar van
den Burgerlijken Stand, welk verzoek in
de vorige vergadering is aangehouden
In verband met de plannen tot een
nieuwe verdeeling van werkzaamheden.
Op voorstel van B. en W. wordt thans
m. a. st. aan den heer Oskam voornoemd
eervol ontslag uit bovengenoemde be
trekking verleend.
Een concept verordening betreffende
den Burgerlijken Stand wordt na voorle
zing door den secretaris onveranderd
vaatgestold- Volgens deze verordening zul
len er zijn drie Ambtenaren van den Bur
gerlijken Stand, in stede van twee.
Door de ontstane vacature en als ge
volg van deze verordening zullen, aldus
de voorzitter, er twee ambtenaren moeten
worden herbenoemd. Door ingezetenen is
de wensch te kennen gegeven, dat het
hoofd der gemeente bevoegd is tot het
sluiten van huwelijken In verband met
vorenstaande wijst de heer Beijen op de
wenscheJijkheid, dat de tegenwoordige le
ambtenaar Van der Vlist als zoodanig
bedankt, waarna hij eventueel tot 8e kan
worden benoemd. Op verzoek van den
voorzitter licht deze een en ander toe en
merkt o.a. op, dat hij niet de noodza
kelijkheid inziet om als ambtenaar te be
danken, maar wel afstand te doen van
zijn rang, die hem bij «zijn benoeming is
toegod acht.
Door B. en W. worden voor le amb
tenaar aanbevolen: le Jhr. Mr. van der
Goes; 2e» Govert Brouwer. Op no 1
worden uitgebracht 7 stemmen, zoodat
tot le ambtenaar is benoemd Jhr. Mr.
van der Goes. Voor 2e ambtenaar worden
aanbevolen; 1% Johs. Klever Rz., 2e. E.
van Beek.
Op de vraag van het lid Beijen, of
ook iemand buiten deze aanbeveling mag
worden gekozen, antwoordt do voorzit
ter bevestigend.
Uitgebracht Worden op Govert Brou
wer voornoemd 5 en op Klever 2 stem
men. Is alzoo tot 2e ambtenaar van den
Burgerlijken Stand benoemd de heer
■Govért Brouwer alhier, die op de vraag
van den voorzitter, of hij zijn benoeming
aanneemt, bevestigend antwoordt.
15. De aftredende leden der commissie
tot wering van schoolverzuim met name
C Koppenol, P. Lamoré, P, S. van de
Poel. J. Breekveldt, P van Oosterom, G.
van Baaren eh E. van Oosterom Jz.,
worden bij acclamatie herbenoemd.
16. Op voorstel van Burg. en Weth.
wordt m. a. st. besloten tot conversie der
0 pGt. geldleening groot f 3000 en van
de 5 pCi. geldleening, groot f 23.000 en
een nieuwe geldleening aan te gaan groot
f 26.000 tegen een rentevoet van maxi
maal 4H pCt. Van de leening aangegaan
tot dekking der kosten van wegverbete
eenige meubelen aan te schaffen voor het
gemeentehuis, waaronder zoo noodig
een Yoorzittersstoel, die officieel thans
ontbreekt. Pogingen zullen worden aange
wend om een gebruikte voorzittersstoel
van de gemeente Polsbroek over te ne-
Van de rondvraag gebruik makende,
wijst het lid Middelkoop op de omstan
digheden, dat de gemeentewerklieden zelf
zorgen voor hun eigen gereedschap. Waar
ze wel van gemeentewege in het bezit
zijn gesteld van kiel en pet, vindt hij
dat niet op zijn plaats.
De voorzitter* voelt er meer voor, om
de werklieden van een korte winterjas
te voorzien, met welke zienswijze de raad
zich kan vereenigen.
Het lid Middelkoop vraagt nog, of het
mogelijk is, dat bij den bouw van de
amlbtswoning een andere opzichter kan
worden aangewezen.'
De voorzitter gelooft niet, dat we den
tegenwoordigen opzichter kunnen passeo-
ren en ontraadt dit ten zeerste.
Besloten wordt het lid Beijen als nog
in aanmerking te doen komen voor hst
presentiegeld, daar deze volgens zijn be
wering juist nog op tijd was.
Hierna sluiting.
AMMERSTOL
Voorzitter-secretaris de burgemeester,
de edelachtbare heer J. A. A. Uilkens.
Alle leden zijn aanwezig, behalve de wet
houder C. Dogterom.
Na teekening der presentielijst opent
de \oorzitter de openbare bijeenkomst en
leest de notulen. Deze worden goedge
keurd en vastgesteld.
L Mededeelingen en ingekomen stuk
ken:
De voorzitter deelt mede:
a. van den heer C. Dogterom bericht
is ingekomen, dat deze wegens onge
steldheid niet ter vergadering kan komen,
b. dat de heer Winkler bericht heeft
de benoeming tot lid van de commissie
tot wering van schoolverzuim te hebben
aanvaard;
c. dat een dergelijk schrijven van de
heeren H. van den Berg en J. Spnx
is ingekomen;
d. dat de heer H. Bakker de benoeming
tot tijdelijk monteur-meteropnemer heeft
aanvaard;
d. dat den 11. November j.l. de kas van
het gemeentelijk electrisch bedrijf is na
gezien. In kas was, met inbegrip van het
bedrag, dat op de giro-rekening stond,
f 935,03, welke som overeenkomstig de
boeken en bescheiden bleek te zijn.
Worden voor kennisgeving aangenomen
II. Benoeming lid burgerlijk armbe
stuur, wegens periodieke aftreding van
den heer P. H. van den Berg.
Bovengenoemde persona wordt her
kozen met vijf stemmen; 1 stem wordt
op den heer J. G. Bezemer uitgebracht.
Van deze herbenoeming zal aan den be
trokkene kennis worden gegeven.
LH. Benoeming lid van de schoolcom
missie. Aftredend lid is de heer H. de
Jong Dz., die met algemeene stemmen
wordt herbenoemd. Hiervan zal eveneens
aan den betrokkene kennis worden ge
geven
IV. Aanvulling reglement Burgerlijk
Armbestuur.
Op voorstel van den voorzitter wordt
dit punt van de agenda afgevoerd, om
dat een tweede circulaire van Gedepu
teerde Staten aangaande reglementswijzi
ging van het Burgerlijk Armbestuur is
te verwachten.
V. Voorstel B. en W. betreffende plaat
sing grafsteenen op de graven van D. de
Gruijter en C. Zaanen Hz.
De voorzitter deelt mede, dat door
de familie De Gruijter de plaatsing van
een grafsteen op de algemeene begraaf
plaats wordt gevraagd, terwijl de fa
milie Zaanen een eigen graf wenscht te
koopen of te beztitten. Een zoogenaamd
eigen graf kan niet gekocht worden, wel
kan men een graf huren, mits er een
grafsteen op komt te staan. Daar spreker
meent, dat dit laatste wel de bedoeling
van de tweede adressant zal zijn, wor
den, na eenige discussie tusschen den
voorzitter en den heer P. de Leeuw den
Bouter ,over deze kwestie, beide verzoe
ken door den raad ingewilligd.
^De heer P. de Leeuw den Bouter meent
namelijk, det hier eigenlijk een scheeve
verhouding te co'nstateeren valt, omdat
de raad hier nu iets goedkeurt, wai
eigenlijk op de secretarie al is toege
staan. 't Verwondert hem, dat deze aan
gelegenheid niet bij B. en W. thuis hoort.
Spr. vraagt, of er in de praktijk ook moei
lijkheden uit t voort .kunnen vloeien,
wanneer op de secretarie toestemming
voor huring van een eigen graf wordt
gegeten en de traad ,'zijn toestemming
hieraan onthoudt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de
raad verantwoordelijk wordt gesteld voor
de ruimte van de algemeene begraaf
plaats en mocht de raad zijn toestem-
mnig onthouden aan een verzoek, waarin
huring van een eigen °-raf wordt ge
vraagd, dan zal dat in de praktijk
geen aanleiding tot moeilijkheden ge»en
V. Voorstel B. en W. betreffende sub
sidie aanvrage voor „Het Gebouw".
De voorzitter deelt mede, dat de meer
derheid m het dagelijksch bestuur een af
wijzende houding aangaande dit verzoek
wenscht aan te nemen,' omdat geacht
wordt, dat men het toestaan van dit ver
zoek niet in overeenstemming kan bren-
gen met de eischen, die men aan het be
ring zullen op 31 dezer aflosbaar zijn de* beer van gemeentegelden mag stellen.
aandeelen no. 19, 25, 44, 70, 102, 112,
115, 154 en 160.
17. Naar aanleiding van een Ingekomen
opgave van den keuringsveearts Neo-
magus van dour hem in het jaar 1926 ge
dane keuringen, wordt m. sa. et. besloten
hem buiten zijn jaarwedde ad f 250 eene
gratificatie te verleenen van f 115.
Wegens het ver gevorderde uur wordt
besloten niet alle punten af te handelen,
doch de vergadering volgende week voort
te zetten.
B «a W. worden nog gemachtigd
Bovendien is het niet bekend, welk na-
deelig slot de exploitatierekening van
„Het Gebouw" laat zien. Zou men subsi
die gaan verleenen, dan zouden de an
dere koffiehuishouders daarin een aan
leiding kunnen vinden, eveneens bij een
eventueel tekort ook gemeente-subsidie
te gaan vragen.
De heer R de Leeuw den Bouter meent
dat de vergelijking van de exploitatie
van het gebouw met andere koffiehuis-
houders niet opgaat. Dat is verkeerd ge
zien. Hij begrijpt niet, hoe men aan die
vergelijking komt, te meer, daar de sta
tuten en huishoudelijk reglement van het
Gebouw toch duidelijk aangeven, dat het
niet als een koffiehuis zal worden geëx
ploiteerd. De voorwaarden, waaraan de
concierge zich heeft te «houden, zijn vast
gesteld en men is bij bezoek aan het Ge
bouw niet verplicht consumptie te ge
bruiken. De vereeniging Het Gebouw
heeft er de gelegenheid tot het verkre
gen von consumptie aan moeten verbin
den om de exploitatie-rekening te kun
nen dekken. Verder is dit gebouw er ge
plaatst, omdat er al jaren lang geen
goede gelegenheid bestond om zich de
ontwikkeling bij te brengen of om ver
gaderingen te houden. Dit laatste con
stateert hij door de conclusie te trekken
uit het bijna in het geheel niet meer in
gebruik nemen der beide ledigstaande
schoollokalen der Openbare Lagere
School. De kwestie van het al of niet
geven van subsidie is ook door de S. D.
A. P.-fractie besproken en men heeft
besloten, dat, wanneer dit verzoek in
stemming mocht komen, twéé leden zich
van stemming zullen onthouden. Men
wil de zaak niet doordrijven.
De heer W. van Loon heeft verwon
derd gestaan, toen in de vorige verga
dering om subsidie werd gevraagd. Het
Gebouw staat er pas of de subsidie
aanvrage is er al. Spreker zou hieraan
geen gevolg willen geven,-omdat de ge
meente al zwaar genoeg gaat onder een
schuldenlast van ongeveer twee honderd
duizend gulden. Doch behalve dat, zou
het in de gemeente onaangenaam aan
doen, als er subsidie werd verleend.
De heer Ooms \indt het verzoek voor
barig, omdat men niet eens weet, wat de
exploitatie-uitkomsten van het gebouw
zullen zijn.
Wethouder De Jong zegt, dat hij zou
willen weten, of de raad bereid is een
post op de begrooting te willen' plaatsen
voor de eventueele bestrijding van een
tekort. Om tien of vijf en twintig gulden
is het niet te doen. Hij vindt het van be
lang, da-t de stichting is geschied. Men
heeft alleen dit verzoek ingediend om te
weten hoe de andere heeren er over den
ken. Hierbij merkt hij op, dat de Ned.
Vereeniging tot bestrijding van Alcohol
houdende Dranken toch ook maar f 10
subsidie krijgt, hoewel het tekort groo-
ter is.
Uit de verschillende besprekingen con
cludeert de voorzitter, dat dit adres dan
eigenlijk tot grondslag heeft; de dekking
van het exploitatietekort door de ge
meente.
De heer P. de Leeuw den Bouter zegt,
dat dat niet de bedoeling is. Hier geldt
het alleen de vraag of de andere heeren
ook zóó zien, dat de stichting van het
Gebouw het algemeen belang dient. Bui
ten de S.D.A.P. wil men de gedachten-
gang wel eens weten.
De voorzitter merkt op, dat hier is ge
zegd, dat in het Gebouw geen verplichte
consumptie is, doch dit ia in de andere
lokaliteiten ook zoo. Door de zaalhuur
dekt de kastelein zijn kosten. Dit staat dus
gelijk met het Gebouw. Wat de belang
stelling van den raad bij de stichting van
het Gebouw aangaat, dat is wat anders.
Dan geldt de vraag hier; mag de raad
zulke nobele daden doen als de begrooting
tekorten aangeeft. Men mag het als een
móói gebaar van den raad bescho
maar in den haak is het niet.
De heer P. de Leeuw den Bouter
dat de voorlitter de zaak niet goed beziet.
Wanneer er geen vergadering is, dan kan
men toch in het Gebouw gaan zonder
eenige verplichting. Men kan daar dam
men, schaken enz., zonder dat men con
sumptie (behoeft te gebruiken. Wat het
mooie gebaar aangaat, daar voelt hij ook
niet veel voor, doch waneer de raad sym
pathiseert met dit verzoek en deDkt dat
het geld goed besteed is, dan is het
goed. Het gaat met over het bedrag,
doch om de denkwijze. De mogelijkheid
is niet uitgesloten, dat men eerst het te
kort aantoont en dat dan later de bereid
willigheid tot het geven van subsidie ge
toond kan worden
De voorzitter antwoordt hierop, dat
men de stichting van het gebouw als par
ticulier kan toejuichen, doch dat men de
zaak als raadsvoorzitter anders kan be
schouwen, al moge er misschien eenig
verschil bestaan tusschen het Gebouw en
een koffiehuis als blijkt, dat de hap te
groot is, dan had men haar moeten laten
liggen.
De heer P. de Leeuw den Bouter zegt,
dat het er om te doen is om een uit
spraak uit te lokken van hen, die niet di
rect bij de stichting van het Gebouw zijn
geweest.
Wethouder De Jong merkt op, dat, toen
indertijd de post vlaggen op de herden
king van verjaardagen van leden van het
Koninklijk gezin, door de S.D.A.P. werd
geschrapt, de andere heeren, toen ze
daarvoor in de gelegenheid waren, dien
post weer op de begrooting hebben ge
bracht, ondanks de tekorten.
De voorzitter zegt, dat de vlaggenkwea-
tie geheel iets anders is. Het Koninklijk
Huis is toch de drager van het gezag en
wanneer nu een der leden van dit Huis
Zijn of Haar verjaardag herdenkt, kan
men de vlag beschouwen als het symbool
van saamhoorigheid. Dat betreft dus
een algemeene belang, terwijl het hier een
plaatselijk belang aangaat. Wanneer er
géén tekorten op de begrooting waren,
dan was het wat anders. Men zou - dan
subsidie kunnen gevdh omdat men van
het standpunt uit zou kunnen gaan, dat
ieder datgene in 't Gebouw kan kriigva
wat hij wenscht. Uit de besprekingen, die
hij heeft gehoord, concludeert de voorzit
ter, dat men dus een uitspraak van
den raad wentfcht of de raad in beginsel
genegen is, eventueele exploitatia-tekor-
ten van het Gebouw te dekken.
Ook de heer Van Loon wil nog even
hét woord en zegt, dat het Gebouw er
nauwelijks stond of men was de meening
toegedaan, dat het niet zou kunnen ren-
deeren, Dat komt wel in orde, werd er
gezsgd, als hst er maar eenmaal staat.
En nu staat het er slechts zeer korten
tijd of er wordt al om subsidie gevraagd.
Spreker kan zich niet begrijpen, dat men
tot de stichting van dit gebouw is over-
gfcraan. Hij ziet het nut ook niet van in;
te meer, als men hoort, dat er gekaart
wordt en getrouwde menschen soms f 2.50
verliezen door dit spel te spelen. Spre
ker constateert dan ook, dat het Gebouw
een speelhol is .En wat het nemen van
consumptie betreft, daarbij heeft de con
cierge toch ook belang.
De heer P. de Leeuw den Bouter ant
woordt hierop, dat men, door aldus te
spreken, de zaak meer nadeel dan voor
deel bezorgt. En wat de stichting van het
gebouw betreft, daarop moet hij ant
woorden, dat eerst niets mogelijk scheen,
iets, dat juist is andersom gedraaid. Een
en ander heeft voor weinig geloof in de
volbrenging der plannen gepleit.
Na de stemming blijken de stemmen
te staken, n.l. 2 tegen 2; twee S.D.A.P.-
leden stemden blanco. Dit onderwerp
komt in de eerstvolgende vergadering van
den raad weer aan de orde.
VII. Voorstel B. en W. betaling ver
plaatsingskosten Dr. Mogendorff te
Schoonhoven.
De voorzitter deelt mede, dat deze
kwestie verband houdt met de uitvoe
ring van de vleeschkeuringswet Tot heden
werden de kadavers van gestorven die
niet gekeurd, doch dit moet thans ge
schieden. Ditbrengt bezwaren met zien
mede, omdat, Wanneer deze keuring
veelvuldig moet geschieden, de keurings
veearts altijd geen tijd heeft om dergelijke
kadavers direct' te keuren. De keurings-
voearts moet zich dan vlugger kunnen
verplaatsen. Blijft de keurings-veearts
lang weg, dan worden de landbouwers,
dat zat en dan zal zoo'n kadaver, voor
dat met gekeurd is, in den grond worden
gestopt. De vluggere verplaatsing van
den keuringsveearts kon alleen door mid
del van aanschaffing van een auto plaats
hebben. Fietsen ka a de hèer Mogendorff
niet wegens het hebben van een hart
kwaal. Nu vraagt de heer Mogendorff
een auto, waarvan de prijs per jaar op
f 1500 komt te staan. Op de conferentie,
waarbij de verschillende gemeenten, die
in 't district, waarin de keurmeester zijn
arbeid verricht, vertegenwoordigd waren,
had geen der gemeenten lust om op dit
verzoek van den heer Mogendorff in te
gaan, omdat de gemeente Schoonhoven
tegen door de verschillende gemeenten
aan Schoonhoven te betalen vergoeding
zich belast heeft met de uitvoering van
de Vleeschkeuringswet, waaronder de be
noeming salarieering en het vaststellen
van condities voor een te benoemen keu-
ringsveearts waren begrepen, op zich
te nemen. Met andere woorden dus, de
gemeente Schoonhoven moet deze kwestie
met den heer Mogendorff regelen. In
verband hiermede stellen B. en W. voor,
om de gemeente Schoonhoven te berich
ten, dat de gemeente Ammerstol er niet
op in gaat.
Hiertoe wordt na eenige onderlinge
discussie besloten.
VIII. Benoeming enz. gemeente-genees
heer.
Als zoodanig wordt voor den duur van
twee jaren benoemd Dr. N. V. Bouwman
te Bergambacht. Ingang 1 Januari 1928.
IX. Voortzetting verbreeding Capelle-
laan.
De voorzitter deelt mede, dat B. enW.
voorstellen, te lezen, die langs de Capel-
rëlaan staan te kappen en met het hout
daarvan de Capellelaan te verbroeden.
Bij dit punt brengt de heer Hoijenbos
naar voren, dat hij gaarne zou zien, dat
valide arbeiders, die voor de gemeente
werkzaam zijn, een uurloon van 50 ct.
wordt toegekend.
De voorzitter zegt, dat het hakken der
elzen door A Dubbeldam geschiedt en
dat hiervoor f 4 per dag wordt betaald.
De heer P. de Leeuw den Bouter acht
het wenschelijk, dat ook die werkkrach
ten, die eventueel aan het gemeentelijk
electrisch net werkzaam zijn, 50 cent per
uur zullen genieten.
De voorzitter zegt bespreking in de
lichtcommissie toe.
Hierna wordt het voorstel goedgekeurd.
X. Gemeentebegroting 1928.
D$ar geen der léden algemeene be
schouwingen wenscht te houden, wordt de
bfgrooting artikelsgewijze in behande
ling genomen.
Bij den post onderhoud van paden en
wegen vestigt de heer P. de Leeuw den
Bouter dè aandacht van den raad op de
stoep, die zich bij den Boerenstoep be
vindt. De trappen bevinden zich in een
slechten toestand. Spreker zou verande
ring ten goede willen zien gebracht aan
de stoepen, die zich aldaar aan de bin
nen- en buitenzijde van den Lekdijk be
vinden. In verband hiermede haalt hij de
sloep bij 't veer aan.
De voorzitter gelooft, dat men hier
met moeilijkheden te kampen zal hebben.
De stoep, die bij 't veer ligt, is gemaakt
ten gerieve van de menschen, die over de
rivier worden gezet.
De heer P. de Leeuw den Bouter merkt
op, dat er bij de Boerenstoep door den
slechten toestand van de trappen al eens
menschen in het water zijn gevallen. Hij
acht het wenschelijk, dat hier verbeterin
gen ten goede worden aangebracht.
De voorzitter zegt bespreking in het
college van B. en W. toe.
Bij den post leermiddelen openbaar on
derwijs, wordt een schrijven van de schooi
commissie! in behandeling genomen*
waarin wordt gevraagd om dezen post
van vier honderd gulden op vijf honderd
gulden te brengen. Tevens verzoekt de
commissie om de volgende drie jaren
eveneens f 200 extra op dezen post te
brengen. Wenschelijker ware echter om
den post thans op f 1050 te plaatsen, doch
de commissie wil voor dit jaar volstaan
met een verhooging van f 100. De slech
te toestand der leermiddelen geeft de
commissie aanleiding dit voorstel te moe>
ten doen.
Naar aanleiding van dit verzoek zegt
de heer P. de Leeuw den Bouter, dat
hij uit het de voorlezing der motieven,
waarop de commissie dit verzoek tot den
raad heeft gericht, de conclusie trekt, dat
de leermiddelen slechts niet maar aan
matige eischen voldoen.
De voorzitter merkt hiertegen op, dat
de inspecteur van het lager onderwijs
bij zijn bezoek aan de school zich gun
stig heeft uitgelaten over den vooruit
gang der leerlingen. In de oorlogsjaren
is de aanschafifng van leermiddelen ach
terwege gebleven. Ondanks de slechte
leermiddelen brengen de leerlingen, die
de M.U.L.O.-School gaan bezoeken, voor
welk bezoek een examen noodig is, goede
resultaten naar voren. Spr. meent, dat
men geleidelijk aan het verzoek van de
schoolcommissie moet tegemoet komen.
Daarbij moet men in aanmerking nemen,
dat nieuwe bezems schoon vegen, want'
een nieuw schoolhoofd stelt allicht nieu-
we eischen. Bovendien is het tegenwoordi
ge hoofd der school van een goed inge
richte school gekomen en dat geeft in
vloed. De voorzitter gelooft dan ook, dat
de leden Van de commissie tot toezicht
op het lager onderwijs, wat de leermidde
len-kwestie betreft, door den bril van het
hoofd der school zien.
De heer P. de Leeuw den Bouter
brengt hierna na%r voren, dat het mo
gelijk is, dat het voormalige hoofd der
school, de heer Hofker, met gebrekkige
leermiddelen toch nog goede resultaten
wist te verkrijgen. Doch wanneer bij den
onderwijzer de lust verdwijnt in het ge
ven van onderwijs, omdat hij geen goede
middelen daartoe verkrijgen kan, dan zijn
toch de kinderen, die de school bezoe
ken, de dupe van de historie. Spr. meent,
dat de schooljaren het voornaamste vor
men voor den verderen leeftijd, daarom
zou hij gaarne zien, dat deze post tot
f 1050 werd verhoogd. Of de pijn in drie
jaren of in één keer geleden moet wor
den, blijft voor hem hetzelfde.
De voorzitter meent, dat men nooit
royaler moet zijn dan een koning. De
commissie vraagt om verhooging van
f 100 voor den dienst 1928, en als men
dat doet, dan heeft de raad aan het ver
zoek voldaan.
Na nog eenige discussie tusschen den
voorzitter en den heer P. de Leeuw den
Bouter over dit onderwerp, waarbij de
eerstgenoemde wenscht, dat de post blijft
zooals hij op de begrooting staat aange
geven, omdat men zich vooral moet inden
ken, dat men over de portemonnaie van
een ander beschikt en dat Ged. Staten
zeker aanmerking zullen maken, wanneer
de post tot f 1050 wordt verhoogd, omdat
men dan meer doet dan door, de commis
sie wordt gevraagd, en de heer P. de
Teeuw den Bouter meent, dat, wanneer
de raad het noodig oordeelt, dat aan
schaffing noodig is, men dan toch ver
antwoord is, mén dan toch verantwoord
is, wordt de post op f 500 gehandhaafd.
De heer P. de Leeuw den Bouter
stelde eerst nog voor den post op f 1050
te brengen, doch trok op verzoek van wet
houder De Jong zijn voorstel in.
Ook de post uitsteken van de vlag geeft
den raad aanleiding tot discussie.
Wethouder De Jong zegt, dat hij in
het college tegen dezen post was en dat
hij er nu ook tegen blijft.
De heer Hoeijenlbos zegt, dat het niet
over de vlag gaat, doch om het principe.
Al hangen er nog zooveel vlaggen uit, dat
doet hem geen schade. (Hij zal tegen
dezen post stemmen.
De voorzitter acht het beter, hierover
geen twistappel te maken.
Den heer Van Loon spijt het, dat de
S. D. A. P. leden tegen dezen post moe
ten stemmen, te meer daar de heer J
Verkerk zelf heeft moeten verklaren, dat
men, voordat men met de stichting van
het Gebouw een aanvang kon maken, de
Kroon tweemaal heeft noodig gehad. Voor
wat, hoort wat, meent hij. Men moet
menschelijk zijn, want, zegt hij tegen de
S. D. A. P.-leden, later kunt u ook wel
eens wat hébben, dat door mij gesteund
kan worden. Men moet niet van het
standpunt uitgaan, alles ons.
Wethouder De Jong meent, dat ze dit
nu ai reeds hebben getoond.
Op de vraag van den heer Van- Loon,
wat of men tegen de Kroon heeft» zegt
de heer Hoeijenbos, hieTtegen niets te
hebben, waarop de heer Van Loon dan
naar voren brengt, dat men dan'ook te
gen het uitsteken van de vlag op verjaar
dagen van leden van het Koninklijk Huis
niets tegen kan hebben. De S D A. P.
heeft ook een vlag, zegt spr., doch dit kan
h'em niet schelen. Waarom zou hij dan
tegen die vlag zijn.
De heer P de Leeuw den Bouter zegt,
dat de heer Van Loon inzake het verlee
nen van vergunningen voor de stichting
van het Gebouw door Hare Majesteit
abuis is. Dit is geen kwestie, die de Ko
ningin aangaat, doch den Minister van
Justitie. Ook om de vlag geeft hij niet',
alleen om de wijze van doen, daar gaat
het bij hem om. Het betreft hier een
principieele kwestie
De heer Van Loon komt terug op de
kwestie van het Gebouw en zegt, dat het
wel zegt, het Gebouw voor het algemeen
nut te hebben gebouwd, doch in werke
lijkheid is het voor de S. D. A. P.
De heer P. de Leeuw den Bouter ant-
wordt, dat het Gebouw niet alleen voor
de S D. A. P. is geplaatst, doch'voor het
algemeen nut. En wat Hare Majesteit
de Koningin betreft, hij heeft niets tegen
Haar, want het kan wel zijn, dat Zij
beter is dan hij zelf.
De heer Van Loon merkt hierna nog
op, dat men er toch ook rekening mede
moet houden, dat alle ingezetenen de S.
D. A. P.-beginselen niet zijn toegedaan.
De voorzitter brengt hierna in het
midden, dat wanneer er een anderen re
geer ingsvorm was er dan ook wellicht
gedenkdagen zouden worden gehouden
Zoo'n gedenkdag zou men dan kunnen be
schouwen als het symbool van eenheid.
Door dan te vlaggen respecteert men het
dan heerschend gezag Al is men het dan
ook niet eens met den regeeringsvorm,
dan kan men als burger zijn plicht doen