"Wethouder Korevaar vraagt het woord. De heer De Wit: Ja, die aal hem wel De heer Hardam: Voorzitter, ik heb al meer het woord gevraagd en nu geef ik er nieta om, dat de heer Korevaar eerst spreekt, als u mij straks den pas maar weer niet afsnijdt De voorzitter zegt, dat het hem niet be kend is, dat de heer Hardam het woord gevraagd heeft De heer Hardam gelooft dit. De voorzitter zegt niet in het mins\ den pas af te willen snijden. De heer Hardam: Neen, maar ik ves tig toch daar de aandacht even op. Wethouder Korevaar wil liever eerst den heer Hardam aan het woord laten. De heer Hardam het woord verkrijgend zegt, zitth verplicht te gevoelen, het woord te vragen en acht het eenigszins pijnlijk voor de wethouders en ook voor spr., dat het nu zoo gaat. De heer L. Smit: We hebben allemaal pijn. De heer Hardam: Al meermalen is het gezegd tegen mij, jij had het kunnen voorkomen. De heer Do Wit: Ja, dat is zoo. De heer P. G. Jonker: Het stond 5 tegen B De heer Hardam: Ik heb er toch voor gestemd, omdat ik mijn woord gegeven had, en dat zijn er -meer geweest,; ook de hoer Leis, al was die er toen niet. De heer Leis: Ik ben er nog voor en neem graag alles voor mijn rekening, wat toen geschied is. De heer Hardam: Ik vernam toen, dat de burgemeester dat huis wou buren; het was wel wat ver van den Dam en de prijs was ook wat hoog, maar de heer Korevaar is toen bij mij geweest, als er een voldoend aantal leflen voor waren, dat men dan dit huis wilde koopen. daar de burgemeester er graag in zou willen. Nu heb ik destijds al eens gezegd, dat de burgemeester draaide op half werk en dat de burgemeester veel de ge meente uit was, en toen werd me toege voegd, door den burgemeester, dat er nog niet eens een huis beschikbaar was vooi den burgemeester. Nu zijn de Soc.-Dem. 'wel voor een ambtswoning en nu weet spr., dat dit geen ambtswoning is, want dan zat men aan sómmige dingen vast, dus een amotswoning moest het niet wor den, het is dus een verkapte geschiede nis en het werd zoo besproken, als er nu eens huurders komen, die meer dan f 600 willen verwonen, wat dan; komen die dan toch het eerst aan de beurt, en toen werd er gezegd, de gunning is aan B. en W. en aan wien die het huis geven, die zal het hebben En ei werd verze kerd,, dat de burgemeester dit huis wil de huren. Er werd toen voorgesteld het feuis te verhuren voor f B10 en toen heb ik gezegd, dat is heelemaal de brutaliteit ten top, want nu dekt de huur de rente nog niet eens. Toen werd gezegd, de bur gemeester wil f 600 verwonen, dus een bewijs, dat het besproken was. Wethouder Korevaar: Dat ontkent toch niemand. De heer Hardam; Neen, maar nu is ook de burgemeester moreel verplicht ei in te gaan wonen. Er is toen wel gezegd, als er een andere gelegenheid komt voor een betere woning voor den burgemeester, dan verkoopen we dit weer en toen ia er gezegd, dan heb je f 8000 strop, dan moest er nog geld bij, doch dat is ge daan ter wille van den burgemeester De geheele gemeente sprak er minach tend over, doch ik meende, dat de ge meente zich die opoffering wil getroos ten. En nu heeft de burgemeester het in het belang der gemeente geacht een an dere woning te huren, ja, de burgemees ter heeft al eens verteld, als hij buiten de gemeente is, dan werkt hij ook in het belang der gemeente, ja, altijd werkt de burgemeester in het belang der ge meente, maar het schijnt, dat toch het eigen belang meer voorzit. Het was in het belang der gemeente, dat het gekoch te htis betrokken werd, ik wees pr nog op, dat het ver weg was, maar zei men .toen, er rijdt een bus en de burgemees ter rijdt fiets, alles, ja alles had de bur gemeester er voor over, en dat de bur gemeester nu in een meer gerieflijke woning gaat, daarin heeft hij persoonlijk geen ongelijk, maar die woning, die hij nu gehuurd heeft, omdat die woning hem beter aanstond, en hij lapt de belangen der gemeente aan zijn laars en nu is hij zich niet bewust van de strop en de schade, maar de oude raad, als die nog hier zat, zou het wol anders beweren. Ook onder de wethouders* bested er ver schil van meening over en als ik op de plaats der wethouders zat, en zoo in het ootje genomen was door den burge meester en om den tuin geleid, dan zou ik daar stelling tegen nemen. De voorzitter. Wanneer er, toen die wo ning gekocht werd, een andere woning zou zijn geweest, dan zou dit om den tuin leiden geweest zijn. Ik heb gezegd, je moet het zelf weten, wat er gedaan wordt, ik kan mij daar geen partij in stellen .Maar er was 'toen niet anders en ik was al van plan er in te trekken- ik heb die woning bekeken en enkele herstellingen moesten Worden aange bracht, dus het bleek, dat ik al mijn zin nen er op gezet had om er in te gaan en al dat praten van om den tuin leiden en een strop bezorgen,- zijn groote leugens. Ik heb dat heel eerlijk bekeken en de men- schen zeggen nu allen of soms die wo ning, waar ik nu inga, te koop kwam en toen weid er gezegd van neen, en toen heb ik de wethouders meegedeeld, dat ik die woning zou huren. De heer P .G. Jonker zegt dat de bur gemeester meent in het belang der ge meente gehandeld te hebben door deze woning te huren, ik heb een andere mee ning, dat het niet in het belang der <*e meente >is en iedereen, die men spreext, bevreemdt het. dat de burgemeester niet in die woning, die gekocht is door de ge meente, gaat. Daar is sinds den koop niets aan die woning veranderd, de lig ging is dezelfde, de toestand is gebleven zooals men dien te voren wist. En deze woning ie gekocht met de uitgesproken bedoeling, dat die voor den burgemeester bestemd was, daar hij anders uitwoning zou moeten vragen. Daarom bevreemdt spr. de verklaring van den burgemeester van thans. Spr. zou willen voorstellen de woning nu maar spoedig op te rui men; de gemeente ia geen buisjesmelker, dat moet ze niet worden. En ik denk er altijd zoo over, indien ik in mijn zaak een strop heb, dan zie ik daar zoo gauw mogelijk van af te komen, want hier moet jaarlijks geld bij. De heer Vogelesang kan zich met de idee van den heer Jonker vereenigen en nu werd er den vorigen keer gezegd, dat er nog een ernstige kooper was voor dat huis, is dat niet uit te visschen, wie dat geweesl isl De heer De "Wit: Och, daar was nie mand voor, dat zijn praatjes. De heer Vogelesang; Als dat niet uit te visschen is, dan wil spr. *het maar publiek verkoopen, dat is voordeeliger als exploiteeren. De heer L. Smit zegt, dat ook hij de meening had, dat de burgemeester deze woning zou betrekken, maar hij heeft dn gelaten in het belang der gemeente en in het belang dor gemeente heeft hij de an dere woning gehuurd, ja, dat is wel aar dig. In het belang der gemeente wordt er voor den burgemeester een huis ge kocht en als het dan gekocht is, gaai je burgemeester in het belang der ge meente weer een ander huis huren en als de burgemeester in het buitenland is, dan hoort hij, dat de wethouders hiei bezig zijn in het belang der gemeente en daar in het buitenland is de burge meester misschien ook wel bezig in hei belang der gemeente en als nu deze wo ning weer verkocht wordt, dan is dat ook weer in het belang der gemeente; bet is allemaal in het belang der gemeent», maar weet u, wat het belang der gemeen te is, ik zou zeggen, dat u in dat voor u gekochte huis gaat, nu zitten daar u»» wethouders te kijken. Wanneer de bur gemeester in dat huis gaat, dan komt hij ;bij ons eens ien paar keer per ,da.g langs, dat is ook misschien in het be lang der gemeente. Spr. keurt het af, dat die woning niet betrokken wordt door den burgemeester, het is hier geea reëel overleg, stel je voor, dat er voor een werkman een mooi huisje wordt ge kocht, whar hij zich aan hecht en dan naderhand zegt: ik ga er niet in, dat kan niet. En ik geloof, dat het in het belang der gemeente is, dat de burge meester zoo spoedig mogelijk vertrekt. De voorzitter zegt, dat deze zaak meer een persoonlijk karakter begint te krij gen en het schijnt, dat men moeilijk per sonen en zaken kan scheiden en als het een persoonlijk cachet krijgt, is het moei lijk te weerleggen. Ik hel? gezegd, dat de toestand later veranderd is. De heer L. Smit: Veranderd in het be lang der gemeente. De voorzitter: En ik kwam toen in tweestrijd, hoe te handelen. De heer L. Smit; Ook al door dat be lang der gemeente. De voorzitter: En bovendien ia er een huis gekoctfl niet voor mij, maar voor den burgomeester, dat er altijd een beschik baar zou zijn. De heer L. Smit: 0, dan is dat ook weer in het belang der gemeente. De heer Hardam: Dus een soort nood woning. De voorzitter: Wanneer er vroeger een huis gekocht was, dan was deze moei lijkheid er niet geweest. De heer De Wit; Nou, ik wil je wel zeggen, dat ik het niet zou durven doen. De heer Jlardam: Het is niet te doen om hatelijk te zijn, ook de heer P. G. Jonker is van hetzelfde gevoelen, maar die zegt het met wat andere woorden Wanneer men hatelijk gestemd was te genover den burgemeester, dan was toen dat huis voor u niet gekocht. We zijn zoo welwillend mogelijk geweest en de wethouders hebben xieh uitgesloofd voor u. om een woning te krijgen Dg voorzitter: Voor mij niet. De heer Hardam: Nou nog mooier, het is gedaan als een tegemoetkoming en het is niet de bedoeling u hier nu op zettelijk te treffen. Het gaat hier om de zaak en do handelwijze van u eh u heeft sterk gefrrudeerd De heer De Wit- U hebt gehandeld naar uw goeddunken zegt u, maar ik weet zeker als er eon volksstemming ge houden wei tl, dat u nog geen 2 van de 10 itefnmen kreeg Weth. Korevaar zegt dat hier deze zaak wordt besproken el so er een soort mis daad is begaan Spr er heugt zich even wel nog in alle opzichten en heeft er niets geen bgrouw van. Toen stond het er voor dut de pa "tor je zou moeten worden ontruimd, duai verwacht werd dat de beroepen domo p zou komen En dan moest de burgemeester uitwoning aanvragen ?k heb er toen met d*n bur gemeester over gesor »kerr om dat huis, waar Ito. uit over giat, te koupenen gezegd wat denkt n tr van als we dat eens deden en du Ha ad er voor va» We waren het er toen spoedig over eens dat de fc -utoante davméfe een dier st zou worden gedaan en we achtten het in groot belang voor de gemeente, dat do burgenteen tobier °oü woning had en niet bel cefdo te gisu uitwonen. Ik hpl De Wit hierover niet gesptoken en h"h dat nergcus >.m gedaan; misschien voelt de heer 0«. Wit rich daarover gegriefd.. De he-.p De Wit. Neen, heelemaal niel Wrth. Kor.waar: ik heh dat ook met geen opzet gedaan. Ik heb er met Har dam over gesproken hoe de fractie daar over dacht en de Soc. Dem. waren daar ook voor en ze waren ook voor den koop prijs. Nu is dat op f 600 hooger afge mijnd, daar er waarschijnlijk ook nog een ander was die het koopen wilde en om dat we overtuigd waren, dat het in het belang van de gemeente was, hebben we dat huis f B00 hooger laten afmijnen dan werkelijk afgesproken was. Moesten we dan voor een enkele f 100 de kans beloopen dat we het niet hadden. En wat is nu de eenige strop? De onder houdskosten De heer De Wit; En nu doet het weer I 1 minder huur. Weth. Korevaar: Er werd alleen ge ageerd tegen die f B00 meer en als men overtuigd is, dat het in het belang der gemeente gedaan is, dan beteekenen toch die f 500 niets. En nu pradl men over f 8000 strop, ach, wie weet dat nu, wie kan er nu in de toekomst zien, ik niet en de heer De Wit ook niet. De bedoe ling is niet geweest, om dat huis maar weer gauw van de hand te doen, maar om een woning te hebben voor den bur gemeester. En nu is het feitelijk te kin derachtig om over te praten, over die f 50 wordt nu een heel kabaal gemaakt. Als nu het belang der gemeento is, dat de burgemeester hier woont, valt dat toch in het niet. Stel je voor dat de bur gemeester buiten de gemeente woont De heer L". Smit: Dan kan je niet slapen Weth. Korevaar: Neen, dat niet, maar als de burgemeester .hier niet woont zit men met vergaderen, dat moet dan op den dag en zoovele andere din gen meer. Men gevoelt wat daaraan kleeft en als w^ dat huis toen niet gekocht hadden en een ander bad het gekocht, dan zou het geweest zijn; waarom heb je het voor zulk een klein bedrag laten loopen? Nu is nadien de toestand ver anderd en de burgemeester kwam in de gelegenheid het huis te huren van de Er ven van der Lee. Het is in het belang dat de burgemeester kort bij het ge meentehuis zit en in de kom van de ge meente woont, dan is hij altijd bij de hand. Wanrfeer het noodig is, kan do burgemeester direct geraadpleegd wor den, het is dus in het belang, dat de burgemeester woont bij het raadhuis. Voor de woning der gemeente is een huurder, die een heelt f 50 minder be taalt per jaar en daar wordt nu al die drukte tfver gemaakt. Het is toch fei telijk de praat niet waard, het wordt n verhuurd voor een jaar te gelijk, omdat het indien noodig, weer direct bestemd •is voor den burgemeester. Het kost dus een bagatel en daar komt nog bij, dat er een in de gemeente komt, die nu enkel forensenbelasting betaalt. Van om den tuin leiden is totaal geen sprake ge weest, we hebben gezegd, toen d6 burge meester dat zei, ik kan dat huis huren, dat moet je doen. En zeker wanneer we het geweten hadden, dan hadden we twee maanden voor dien dat huis niet gekocht, maar wie kan dat weten. Wat het verkoopen aangaat van dat huis, dit moet spr. ontraden, want voor welke moeilijkheid kan men dan weer komen te staan, het is mogelijk, dat je het ande re jaar weer voor denzelfden toestand staat. Wie weet, wat er in de toekomst kan gebeuren, en hoe dan de situatie is. Laten we toch van het standpunt uit gaan, dat we de zaik bekijken kunnen, zoo als het vandaag is. Met dtti heer Smit sprak er ook ov^r en die kon er zich ook mee vereenigen, en in den raad stem de hij tegen, dat is spr. tegengevallen. De hoer Leis zegt ook te behooren tot die ongelukkige menschen, die verguisd zijn en nu heeft spr. veel bombast ge hoord, waar spr. zich ten eenenmale niets van aantrekt. Ik wil wel zeggen, dat de heer Korevaar.mij niet opgezocht heeft, 'ik kwam hem op den weg tegen en toen vroeg hij, of ik een huis te huur had voor den burgemeester en ik zei toen, dat ik dat huis beschikbaar moest huuden. Ik was er ook toen sterk voor, om dat huis te koopen en heb er geen berouw van, ook nu nog niet. Sur is er tegen om te verkoopen op dit oogenlblik, wacht er nog wat mee, meer kan ik nu niet zeg gen. De heer L. Smit; Is dat ook in het be lang der gemeente. De heer Leis: Ik zit hier niet als be langhebbende, maar raad aan te wach ten met verkoopen, meer zeg ik niet. De heer P. G. Jonker: Het gaat niet om die onnoozele f 50, maar om f 311. De voorzitter: U vergeet dat die huur der nu ook ingezetene wordt en dat die ook belasting inbrengt en voorts, toen ik mijn eerste huis uit moest, had ik gemakkelijk uitwoning kunnen vragen en kunnen zeggen: ik ga naar een andere „•emeente om daar te wonen, maar U werd me gevraagd, of ik in de pastorie wilde voor een half jaar en dat heb ik toen gedaan in het belang der gemeente- De heer L Smit: Ja, u zit on een schopstoel. De voorzitter: Belachelijk maken, kan iedereen, dat kan een kind, maar voor mij en de gemeente is het een ernstige zaak. De heer Van der Hoogh zegt, dat de wethouders zich bij het voorstel tot aan koop van het huis hebben laten leiden cenerzijds door te groot pessimisme en anderzijds door te groot optimisme. Door to groot pessimisme toen zij meei dat het noodig was zoo hoog boven het verhoogde bod af te laten mijnen en door te groot optimisme, toen zij meenden dat de burgemeester spoedig uit de pas torie der Herv. Kerk zou moeten met het oog op het uitgebrachte beroep; ze dachten waarschijnlijk, dat een beroe pen predikant bier met graagte naar den kansel zou komen. (Wethouder Ross interrumpeert: „dat is een smeer".) De heer Van der Koogh: Neen, dat is geen sneer, dat scheen men te denken maar het is gebleken, dat die graagu niet bestond. Ik stel dan ook voor om het huis maar te verkoopen, zooals reeds meer naar voren is gebracht in den loop der debatten. Wethouder Ross het woord verkrijgen de. zegt, dat hij zich zoo'n beetje in de positie van Hein de Kruier gevoelt, zoo als die in een der werken van Van Mou rik wordt beschreven Die 'heeft op goeien dag een rekening geschreven, luidende: met acht man naar de Achter gracht geweest en onbeschoftheid gmo- ten f 4. En nu ie het verechil, dat hij, boewei ook onbeschoftheid genoten heb bende, dat niet in rekening kan bren gen. (Op de tribune en in den Raad wordt hartelijk gedachen.) Wethouder Ross vervolgt: Men had mij in den loop van den dag verteld, dat de heer De Wit dezen avond uit zijn elof zou schieten over het huis, dat gekocht ia «n nu niet betrokken wordt door hem, voor wien het was bestemd. Toen heb ik gezegd: dat kan niet. Met nadruk ia toen opnieuw verzekerd, dat de heer De Wit inderdaad van leer zou trekken, en toen heeft spr. ten andere male ge zegd, dat het niet mogelijk was. Want de heer De Wit is nu vrijzinnig-democraat geworden. En dat zijn gewone „dimme- krate", maar echte gesoigneerde, wil men opgepoeste democraten, die weten wat ze doen. Nu staat er in het gemeente- program (de heer De Wit kan het bij tijd en wijle wel eens te leen krijgen. De heer De Wit nijdig terug; „Ik heb er thuis zat legge." Wethouder Ross; Dat de gemeente, af gezien van andere bemoeiingen met de volkshuisvesting voor haar ambtenaren geschikte en gezonde woningen moet be schikbaar stellen. Ais vrijzinnig-demo craat kan hij er dus geen aanmerking op maken. Nu is het te verstaan, dat de leden van don Raad teleurgesteld zijn over het besluit van den burgemees ter om de gekochte woning niet te be trekken. Spr. is dat ook. De heer De Wit: En wat heb je nog meer gezegd? Heb geduld, zegt wethouder Ross, u krijgt het volle pond. In een particulier gesprek heeft spr. gezegd, hetgeen hij ook hier herhalen wil, dat, als hij in de plaats van den burgemeester gestaan had, hij het gekochte huis niet had be trokken. Als mensch kon ik het hem natuurlijk niet kwalijk nemen, nu heeft de heer De Wit een motie voorgesteld, waarin hij den Raad afkeuring wil laten uitspreken over het gebeurde. Dat is nu de dwaasheid zelve. Er is hier juridisch niets gebeurd, waar de Raad aanmerking op kan maken en over moreele verplich tingen kan de Raad zich, zonder zijn ter rein te verlaten, niet uitspreken. De Raad kan niet afkeuren, wat de burgerlijke wet toestaat. Stel u voor, zegt hij, dat de burgemeester een vrouw noemt (de rest van de zin, gaat in de algemeene hilari teit verloren). De wethouder vervolgt: Nu heeft de burgemeester een huis gehuurd, dat mo ge ons teleurstellen, doch een dergelijke motie kan niet het gevolg zijn van die teleurstelling .De Raad heeft ook nog eenig prestige op te houden. Nu is er bijna een avond vol gepraat, behalve over het voorstel, dat aan de orde is, daarover is geen woord gezegd. En spreker wil wel zeggen, dat hij, nu het huis niet be trokken wordt door den 'burgemeester, van harte voor dat voorstel is. In ver koop op dit oogenblik ziet hij geen heil. Hierna komt de motieDe Wit in stemming en wordt verworpen met 9 te gen 3 stemmen. Voor de motie stemmen de heeren Smit, Hardam en De Wit. Hierna komt in stemming het voor stel verhuur woning. Dit wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de heeren De Wit, Van der Koogh, P. G. Jonker en C .Vogelesang. Hierna even vergadering met gesloten deuren. Na heropening stelt de voorzitter voor een proces aan te gaan met de Neder- waard omtrent het spuithuis en arres tantenlokaal. Allen voor. Bij de rondvraag brengt de heer Leis dank voor den steun op het amendement aangaande de winkelsluiting. De heer Van der Koogh verzoekt vroegere inzage te kunnen krijgen van de stukken voor de raadszitting. De voorzitter zal dit trachten te doen. De heer Veen vraagt wanneer de win kelsluiting in werking treedt. De voorzitter zegt: Eerst moeten Ged. Staten het goedkeuren. Weth. Ross; Is het niet de bedoeling om te doen als met de verordening rook- veibod, d.w.z., aan eiken winkelier een verordening zenden? De voorzitter stemt toe, dat dit het beste is. Niets meer aan de orde zijnde, volgt sluiting, of liever ging de raad net als een nachtkaars uit. Men was het zat, dat kon men zien. Het was een rumoe rige langdurige zitting. BENSCHOP. Voorzitter: Jhr. Mr. van der Goes, Burgemeester. Secretaris: C. P. van Beusekom. Aanwezig zijn alle leden, behalve de heer Beijen, die onder 't lezen der notulen de vergadering bezoekt. De voorzitter opent de vergadering en leest het gebed, waarna de secretaris de notulen voorleest van de laatste verga dering, welke onveranderd worden vast**» steld en geteekend. Ingekomen zijn de navolgende stukken 1 .Rapport van den keuringsdienst voor waren betreffende verrichte werkzaamhe den gedurende het 3e kwartaal; 2. Brief van Ged. Staten houdende mededeeling dat de Staten van dit Gewest bij bejiu.i van 27 October j.l. een wegenplan ro >t deze provincie hebben vastgesteld, waarin met schrapping van den door hun college voorgestelden weg BenschopJaarsveld Tienhovensche Veer een verbinding .s opgenomen van BenschopLopik naar Schoonhoven; 8. een door Ged. Staten goedgekeurd besluit tot wijziging der be- grooting voor 1927; 4. Procesverbaal van kasopneming bij den Gemeenteontvanger waaruit blijkt, dat aan contanten aanwe zig was een bedrag van f 909,47 en dat boeken en bescheiden in orde zijn bevon den; 5. de door Ged. Staten vastgestelde rekening over het dienstjaar 1920. Deze stukken worden voor kennisgeving aange nomen. 6. Brief van de commissie ter behar tiging van de ooderwijsbelangen voor land- en tuinbouw in deze provincie, hou dende verzoek om ten dienste van een landbouwwintercutsua, uitgaande van de afdeeling Benschop van het IJ. L. G. te mogen beschikken over een gratie ver warmd en verlicht schoollokaal. B. en W. adviseeren het verzoek toe te staan. Al dus wordt z. h. st. besloten. Adres van het bestuur van den bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heiligen Naam met verzoek ilsuog regelingen te treffen, waarbij het vloeken en ijdel gebruik van Gods Heiligen Naam in woord en geschrift wordt verboden op alle terreinen, waar de plaatselijke over heid bevoegd is haar gezag te doen gel den. Ofschoon Burgemeester en Wethou ders het volkomen eens zijn met de goede bedoelingen van den Bond, zijn zij even wel van meening, dat dit euvel niét door wettelijke voorschriften dient te worden beteugeld. De voorzitter vindt het niet goed, het vloekverbod in een verordening vast te leggen, doch vindt het juister, dat elk overheidspersoon door vermaning deze volkszonde tracht te beteugelen. Over dit adres ontwikkelt zich eenige discussie. De heer Brouwer is van meening, dat, als van overheidswege tegen het m.vqI iets kan worden gedaan, hij dit gaarne zien zoude. De heer De Gier zou niet gaarne zien, dat afwijzend op het verzoek beschikt werd. De zaak is daarvoor te ernstig. Vol gens de Mozaische wet werd het vloeken door het misbruiken van Gods Naam met steemging gestraft. Verschillende gemeen ten hebben een vloekverbod, o.a. te Woerden, waar dezer dagen wegenjj over- treding van dat verbod f- 2 boetë werd1 opgelegd. De voorzitter resumeert het gesprokene. Spreker meent, dat de zaak, waarover het gaat, te teer is, om in een verorde ning te worden vastgelegd, vooral, omdat indien ook al het vloeken in een verorde ning wordt vastgelegd, het dan toch al tijd aan het inzicht van den Kantonrech ter zal worden overgelaten ol hij het geincrimineerde woord een vloek acht of niet. Wij hangen in deze dus geheel van den Kantonrechter af. Spreker acht daar om een verordening onjuist. Beter is het naar de meening van spreker, dat ieder in zijn kwaliteit opkomt tegen deze volks zonde. De heer Beijen; Wanneer dit verorde ning wordt, dan zal zeker ook de politie verordening^ moeien worden gewijzigd? - Wanneer we dit niet doen, dan zullen qu. de voordeelen niet opwegen tegen de nadeelen, die er nu zijn. Dan moet ook evengoed strafbaar worden gameid iemand, die zijn woord niet houdt. Het lid Mjddelkaop is niet tegen een vloekverbod, is er zelfs voor, daar de hedendaagsche wetgeving er niet in voor ziet. Het lid Van Os zou het adres nog eens wilen aanhouden, terwijl wethouder Kle ver wel voor het vloekverbod is, doch meent, dat het niet de gewenschte uitwer king zal hebben. Het lid De Gier wenscht, dat een na der onderzoek wordt ingesteld naar ande re gemeenten en de uitspraken, die ar zijn gedaan. De voorzitter stelt voor het adres te stelen in handen van B. en W. ter prae- advies. Aldus besloten. 8. Gezegeld verzoekschrift van het Fan farekorps „Onderling Genoegen" om een subsidie uit de gemeentekas te mogen ont vangen van f 100 teneinde de noodige kosten der vereeniging te kunnen delken. Het college van B. en W. is voor een kleine subsidie. De heer Beijen stelt voor f 25 te ge ven. Het lid Brouwer voelt er persoonlijk heel weinig voor, terwijl het lid De Gier er niets voor gevoelt. Z.i. is h^t geen gemeentebelang; men zou door dergelijke subsidies de geheele gemeentekas wel kun nen uitputten. Het lid Middelkoop zou b.v. f 50 wil len geven, terwijl ook de heer Beijen er voor is een subsidie toe te kennen. De leden Van Os en Klever gevoelen er ook niet voor. De voorzitter is persoonlijk wel voor een kleine tegemoetkoming. De jonge lui worden door hun repetities au de straat en uit de kroeg gehouden en reeds daarom verdient het aanbeveling steun te verleenen. Wethouder Schep is er voor om een kleine subsidie, b.v. f 40 te geven. Het verzoek, in stemming gebracht, wordt met 4 tegen 3 stemmen van de hahd gewezen. Voor stemmen de leden Schep, Beijen en Middelkoop. 9. Verzoek van het Bestuur der .School met den Bijbel om de noodige gelden te mogen ontvangen voor het aanschaffen van een platenkist en voor de verbetering van de pomp.'De platenkist wordt ge raamd op f 13 en de pomp op f 180. Het lid. Brouwer, tevens secretaris der Vereeniging, licht een en ander toe. Het lid De Gier zegt, dat de opgaaf van kosten van de pomp hem wat hoog voorkomt. De heer Middelkoop vraagt o.a. nog of het een geslagen pomp is en waarom slechts door 1 persoon kostenopgave is gedaan. Het lid Beijen zegt dat we van hot schoolbestuur mogen verwachten, dat ie op de beste en goedkoopste manier deze aangelegenheid onder de oogen hebben gezien. Daar het schoolbestuur redelijker wijs aanspraak maakt op'de gevraagde gelden, wordt het verzoek in beginsel toe gestaan, op grond van art. 7 van de L. 0. Wet. 10. Een verzoek van wed. Vermeer, inzake steun voor kraamvrouwenverple- ging, wordt in handen gesteld vap bet Algemeen Armbestuur. 11. Verzoek van de gemeentewerklieden om voor de meerdere werkzaamheden, die «ij als los werkman over hst tijdra 1 Jan. tot 1 September extra hebben ver richt, een gratificatie te mogen ont vangen. De voorzitter licht toe, dat deze werk lieden over het 2e halfjaar 1926 ieder g» gratificatie hebben ontvangen van f 1,30, zoodat de Raad niet schriftelijk, doch wel moreel gebonden is bet versoek De heer De Gier is er niet direct voor om deze gratifioatie toe te kennen; z.i. is de toestand van de arbeiders in het algemeen niet r oakleurig te noemen, ter wijl de gemeen 1» werklieden sin is 1 Sep tember kunnen bogen op een vaste aan stelling. De voorzitter zegt, dht B. en W. voor stellen de gratificatie ad f 1,65 toe te kennen. Het lid Middelkoop verklaart zich voor dit voorstel, evenals de heer Beijen, die niet accoord gaat met de xneemng van De Gtor dat, wanneer er arbeiders zijn dfe door de omstandigheden werk loos zijn, de vaste werklieden een slechte belooning moeten hebben. Bij het bepalen van den loonstandaard is gebleken, dat dt loonen der arbeiders varieeren van 16 tot 21 gulden. Het Lid De Gier zog' hierna, dat hü niet bepaald tegen de toelage is. Hot voorstel van B. en W. wordt hier na m.as. goedgevonden. 12. Een verzoek van H. de Bruin, om ontslag uit de betrekking van gemeente- boie tegen 1 Januari a.s., in verband met zijn pensioenaanvrage als veldwachter. Op voorstel van B. en W. wordt dit ontslag aan adressant eervol verleend. 18. De voorzitter stelt aan de orde de quaestie inzake den bouw van een ambta woning voor den Burgemeester en wenscht de beraadslagingen met gesloten deuren voort te zetten en verzoekt at pers en het publiek zich tö verwijderen. Nadat het lid Beijen tegen dezen maat regel aanvankelijk bezwaren opperde, ver- eenigt de raad zich ten slotte met de motiveering van don voorzitter. Na langdurige beraadslaging wordt m a.s. besloten over to gaan tot den bouw van een ambtswoning, waarvan de kos ten inclusief grond, maximaal zullen mo gen bedragen f 10.000 tegen een jaar- lijkschen huurprijs van f 500, onder vooi waarde, dat wanneer de Burgemeester binnen 10 jaar vertrekt, de waardever mindering, bepaald door 3 taxateurs, door den Burgemeester aan de gemeente zal worden terugbetaald. De voorzitter dankt den Raad voor zijn genomen besluit. Aan Burgemeester en Wethouders wordt de verdere uitvoering van dit be sluit opgedragen. 14. Opnieuw wordt in behandeling ge nomen het verzoek van den heer W. Os kam, om ontslag als 2e ambtenaar van den Burgerlijken Stand, welk verzoek in de vorige vergadering is aangehouden In verband met de plannen tot een nieuwe verdeeling van werkzaamheden. Op voorstel van B. en W. wordt thans m. a. st. aan den heer Oskam voornoemd eervol ontslag uit bovengenoemde be trekking verleend. Een concept verordening betreffende den Burgerlijken Stand wordt na voorle zing door den secretaris onveranderd vaatgestold- Volgens deze verordening zul len er zijn drie Ambtenaren van den Bur gerlijken Stand, in stede van twee. Door de ontstane vacature en als ge volg van deze verordening zullen, aldus de voorzitter, er twee ambtenaren moeten worden herbenoemd. Door ingezetenen is de wensch te kennen gegeven, dat het hoofd der gemeente bevoegd is tot het sluiten van huwelijken In verband met vorenstaande wijst de heer Beijen op de wenscheJijkheid, dat de tegenwoordige le ambtenaar Van der Vlist als zoodanig bedankt, waarna hij eventueel tot 8e kan worden benoemd. Op verzoek van den voorzitter licht deze een en ander toe en merkt o.a. op, dat hij niet de noodza kelijkheid inziet om als ambtenaar te be danken, maar wel afstand te doen van zijn rang, die hem bij «zijn benoeming is toegod acht. Door B. en W. worden voor le amb tenaar aanbevolen: le Jhr. Mr. van der Goes; 2e» Govert Brouwer. Op no 1 worden uitgebracht 7 stemmen, zoodat tot le ambtenaar is benoemd Jhr. Mr. van der Goes. Voor 2e ambtenaar worden aanbevolen; 1% Johs. Klever Rz., 2e. E. van Beek. Op de vraag van het lid Beijen, of ook iemand buiten deze aanbeveling mag worden gekozen, antwoordt do voorzit ter bevestigend. Uitgebracht Worden op Govert Brou wer voornoemd 5 en op Klever 2 stem men. Is alzoo tot 2e ambtenaar van den Burgerlijken Stand benoemd de heer ■Govért Brouwer alhier, die op de vraag van den voorzitter, of hij zijn benoeming aanneemt, bevestigend antwoordt. 15. De aftredende leden der commissie tot wering van schoolverzuim met name C Koppenol, P. Lamoré, P, S. van de Poel. J. Breekveldt, P van Oosterom, G. van Baaren eh E. van Oosterom Jz., worden bij acclamatie herbenoemd. 16. Op voorstel van Burg. en Weth. wordt m. a. st. besloten tot conversie der 0 pGt. geldleening groot f 3000 en van de 5 pCi. geldleening, groot f 23.000 en een nieuwe geldleening aan te gaan groot f 26.000 tegen een rentevoet van maxi maal 4H pCt. Van de leening aangegaan tot dekking der kosten van wegverbete eenige meubelen aan te schaffen voor het gemeentehuis, waaronder zoo noodig een Yoorzittersstoel, die officieel thans ontbreekt. Pogingen zullen worden aange wend om een gebruikte voorzittersstoel van de gemeente Polsbroek over te ne- Van de rondvraag gebruik makende, wijst het lid Middelkoop op de omstan digheden, dat de gemeentewerklieden zelf zorgen voor hun eigen gereedschap. Waar ze wel van gemeentewege in het bezit zijn gesteld van kiel en pet, vindt hij dat niet op zijn plaats. De voorzitter* voelt er meer voor, om de werklieden van een korte winterjas te voorzien, met welke zienswijze de raad zich kan vereenigen. Het lid Middelkoop vraagt nog, of het mogelijk is, dat bij den bouw van de amlbtswoning een andere opzichter kan worden aangewezen.' De voorzitter gelooft niet, dat we den tegenwoordigen opzichter kunnen passeo- ren en ontraadt dit ten zeerste. Besloten wordt het lid Beijen als nog in aanmerking te doen komen voor hst presentiegeld, daar deze volgens zijn be wering juist nog op tijd was. Hierna sluiting. AMMERSTOL Voorzitter-secretaris de burgemeester, de edelachtbare heer J. A. A. Uilkens. Alle leden zijn aanwezig, behalve de wet houder C. Dogterom. Na teekening der presentielijst opent de \oorzitter de openbare bijeenkomst en leest de notulen. Deze worden goedge keurd en vastgesteld. L Mededeelingen en ingekomen stuk ken: De voorzitter deelt mede: a. van den heer C. Dogterom bericht is ingekomen, dat deze wegens onge steldheid niet ter vergadering kan komen, b. dat de heer Winkler bericht heeft de benoeming tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim te hebben aanvaard; c. dat een dergelijk schrijven van de heeren H. van den Berg en J. Spnx is ingekomen; d. dat de heer H. Bakker de benoeming tot tijdelijk monteur-meteropnemer heeft aanvaard; d. dat den 11. November j.l. de kas van het gemeentelijk electrisch bedrijf is na gezien. In kas was, met inbegrip van het bedrag, dat op de giro-rekening stond, f 935,03, welke som overeenkomstig de boeken en bescheiden bleek te zijn. Worden voor kennisgeving aangenomen II. Benoeming lid burgerlijk armbe stuur, wegens periodieke aftreding van den heer P. H. van den Berg. Bovengenoemde persona wordt her kozen met vijf stemmen; 1 stem wordt op den heer J. G. Bezemer uitgebracht. Van deze herbenoeming zal aan den be trokkene kennis worden gegeven. LH. Benoeming lid van de schoolcom missie. Aftredend lid is de heer H. de Jong Dz., die met algemeene stemmen wordt herbenoemd. Hiervan zal eveneens aan den betrokkene kennis worden ge geven IV. Aanvulling reglement Burgerlijk Armbestuur. Op voorstel van den voorzitter wordt dit punt van de agenda afgevoerd, om dat een tweede circulaire van Gedepu teerde Staten aangaande reglementswijzi ging van het Burgerlijk Armbestuur is te verwachten. V. Voorstel B. en W. betreffende plaat sing grafsteenen op de graven van D. de Gruijter en C. Zaanen Hz. De voorzitter deelt mede, dat door de familie De Gruijter de plaatsing van een grafsteen op de algemeene begraaf plaats wordt gevraagd, terwijl de fa milie Zaanen een eigen graf wenscht te koopen of te beztitten. Een zoogenaamd eigen graf kan niet gekocht worden, wel kan men een graf huren, mits er een grafsteen op komt te staan. Daar spreker meent, dat dit laatste wel de bedoeling van de tweede adressant zal zijn, wor den, na eenige discussie tusschen den voorzitter en den heer P. de Leeuw den Bouter ,over deze kwestie, beide verzoe ken door den raad ingewilligd. ^De heer P. de Leeuw den Bouter meent namelijk, det hier eigenlijk een scheeve verhouding te co'nstateeren valt, omdat de raad hier nu iets goedkeurt, wai eigenlijk op de secretarie al is toege staan. 't Verwondert hem, dat deze aan gelegenheid niet bij B. en W. thuis hoort. Spr. vraagt, of er in de praktijk ook moei lijkheden uit t voort .kunnen vloeien, wanneer op de secretarie toestemming voor huring van een eigen graf wordt gegeten en de traad ,'zijn toestemming hieraan onthoudt. De voorzitter antwoordt hierop, dat de raad verantwoordelijk wordt gesteld voor de ruimte van de algemeene begraaf plaats en mocht de raad zijn toestem- mnig onthouden aan een verzoek, waarin huring van een eigen °-raf wordt ge vraagd, dan zal dat in de praktijk geen aanleiding tot moeilijkheden ge»en V. Voorstel B. en W. betreffende sub sidie aanvrage voor „Het Gebouw". De voorzitter deelt mede, dat de meer derheid m het dagelijksch bestuur een af wijzende houding aangaande dit verzoek wenscht aan te nemen,' omdat geacht wordt, dat men het toestaan van dit ver zoek niet in overeenstemming kan bren- gen met de eischen, die men aan het be ring zullen op 31 dezer aflosbaar zijn de* beer van gemeentegelden mag stellen. aandeelen no. 19, 25, 44, 70, 102, 112, 115, 154 en 160. 17. Naar aanleiding van een Ingekomen opgave van den keuringsveearts Neo- magus van dour hem in het jaar 1926 ge dane keuringen, wordt m. sa. et. besloten hem buiten zijn jaarwedde ad f 250 eene gratificatie te verleenen van f 115. Wegens het ver gevorderde uur wordt besloten niet alle punten af te handelen, doch de vergadering volgende week voort te zetten. B «a W. worden nog gemachtigd Bovendien is het niet bekend, welk na- deelig slot de exploitatierekening van „Het Gebouw" laat zien. Zou men subsi die gaan verleenen, dan zouden de an dere koffiehuishouders daarin een aan leiding kunnen vinden, eveneens bij een eventueel tekort ook gemeente-subsidie te gaan vragen. De heer R de Leeuw den Bouter meent dat de vergelijking van de exploitatie van het gebouw met andere koffiehuis- houders niet opgaat. Dat is verkeerd ge zien. Hij begrijpt niet, hoe men aan die vergelijking komt, te meer, daar de sta tuten en huishoudelijk reglement van het Gebouw toch duidelijk aangeven, dat het niet als een koffiehuis zal worden geëx ploiteerd. De voorwaarden, waaraan de concierge zich heeft te «houden, zijn vast gesteld en men is bij bezoek aan het Ge bouw niet verplicht consumptie te ge bruiken. De vereeniging Het Gebouw heeft er de gelegenheid tot het verkre gen von consumptie aan moeten verbin den om de exploitatie-rekening te kun nen dekken. Verder is dit gebouw er ge plaatst, omdat er al jaren lang geen goede gelegenheid bestond om zich de ontwikkeling bij te brengen of om ver gaderingen te houden. Dit laatste con stateert hij door de conclusie te trekken uit het bijna in het geheel niet meer in gebruik nemen der beide ledigstaande schoollokalen der Openbare Lagere School. De kwestie van het al of niet geven van subsidie is ook door de S. D. A. P.-fractie besproken en men heeft besloten, dat, wanneer dit verzoek in stemming mocht komen, twéé leden zich van stemming zullen onthouden. Men wil de zaak niet doordrijven. De heer W. van Loon heeft verwon derd gestaan, toen in de vorige verga dering om subsidie werd gevraagd. Het Gebouw staat er pas of de subsidie aanvrage is er al. Spreker zou hieraan geen gevolg willen geven,-omdat de ge meente al zwaar genoeg gaat onder een schuldenlast van ongeveer twee honderd duizend gulden. Doch behalve dat, zou het in de gemeente onaangenaam aan doen, als er subsidie werd verleend. De heer Ooms \indt het verzoek voor barig, omdat men niet eens weet, wat de exploitatie-uitkomsten van het gebouw zullen zijn. Wethouder De Jong zegt, dat hij zou willen weten, of de raad bereid is een post op de begrooting te willen' plaatsen voor de eventueele bestrijding van een tekort. Om tien of vijf en twintig gulden is het niet te doen. Hij vindt het van be lang, da-t de stichting is geschied. Men heeft alleen dit verzoek ingediend om te weten hoe de andere heeren er over den ken. Hierbij merkt hij op, dat de Ned. Vereeniging tot bestrijding van Alcohol houdende Dranken toch ook maar f 10 subsidie krijgt, hoewel het tekort groo- ter is. Uit de verschillende besprekingen con cludeert de voorzitter, dat dit adres dan eigenlijk tot grondslag heeft; de dekking van het exploitatietekort door de ge meente. De heer P. de Leeuw den Bouter zegt, dat dat niet de bedoeling is. Hier geldt het alleen de vraag of de andere heeren ook zóó zien, dat de stichting van het Gebouw het algemeen belang dient. Bui ten de S.D.A.P. wil men de gedachten- gang wel eens weten. De voorzitter merkt op, dat hier is ge zegd, dat in het Gebouw geen verplichte consumptie is, doch dit ia in de andere lokaliteiten ook zoo. Door de zaalhuur dekt de kastelein zijn kosten. Dit staat dus gelijk met het Gebouw. Wat de belang stelling van den raad bij de stichting van het Gebouw aangaat, dat is wat anders. Dan geldt de vraag hier; mag de raad zulke nobele daden doen als de begrooting tekorten aangeeft. Men mag het als een móói gebaar van den raad bescho maar in den haak is het niet. De heer P. de Leeuw den Bouter dat de voorlitter de zaak niet goed beziet. Wanneer er geen vergadering is, dan kan men toch in het Gebouw gaan zonder eenige verplichting. Men kan daar dam men, schaken enz., zonder dat men con sumptie (behoeft te gebruiken. Wat het mooie gebaar aangaat, daar voelt hij ook niet veel voor, doch waneer de raad sym pathiseert met dit verzoek en deDkt dat het geld goed besteed is, dan is het goed. Het gaat met over het bedrag, doch om de denkwijze. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat men eerst het te kort aantoont en dat dan later de bereid willigheid tot het geven van subsidie ge toond kan worden De voorzitter antwoordt hierop, dat men de stichting van het gebouw als par ticulier kan toejuichen, doch dat men de zaak als raadsvoorzitter anders kan be schouwen, al moge er misschien eenig verschil bestaan tusschen het Gebouw en een koffiehuis als blijkt, dat de hap te groot is, dan had men haar moeten laten liggen. De heer P. de Leeuw den Bouter zegt, dat het er om te doen is om een uit spraak uit te lokken van hen, die niet di rect bij de stichting van het Gebouw zijn geweest. Wethouder De Jong merkt op, dat, toen indertijd de post vlaggen op de herden king van verjaardagen van leden van het Koninklijk gezin, door de S.D.A.P. werd geschrapt, de andere heeren, toen ze daarvoor in de gelegenheid waren, dien post weer op de begrooting hebben ge bracht, ondanks de tekorten. De voorzitter zegt, dat de vlaggenkwea- tie geheel iets anders is. Het Koninklijk Huis is toch de drager van het gezag en wanneer nu een der leden van dit Huis Zijn of Haar verjaardag herdenkt, kan men de vlag beschouwen als het symbool van saamhoorigheid. Dat betreft dus een algemeene belang, terwijl het hier een plaatselijk belang aangaat. Wanneer er géén tekorten op de begrooting waren, dan was het wat anders. Men zou - dan subsidie kunnen gevdh omdat men van het standpunt uit zou kunnen gaan, dat ieder datgene in 't Gebouw kan kriigva wat hij wenscht. Uit de besprekingen, die hij heeft gehoord, concludeert de voorzit ter, dat men dus een uitspraak van den raad wentfcht of de raad in beginsel genegen is, eventueele exploitatia-tekor- ten van het Gebouw te dekken. Ook de heer Van Loon wil nog even hét woord en zegt, dat het Gebouw er nauwelijks stond of men was de meening toegedaan, dat het niet zou kunnen ren- deeren, Dat komt wel in orde, werd er gezsgd, als hst er maar eenmaal staat. En nu staat het er slechts zeer korten tijd of er wordt al om subsidie gevraagd. Spreker kan zich niet begrijpen, dat men tot de stichting van dit gebouw is over- gfcraan. Hij ziet het nut ook niet van in; te meer, als men hoort, dat er gekaart wordt en getrouwde menschen soms f 2.50 verliezen door dit spel te spelen. Spre ker constateert dan ook, dat het Gebouw een speelhol is .En wat het nemen van consumptie betreft, daarbij heeft de con cierge toch ook belang. De heer P. de Leeuw den Bouter ant woordt hierop, dat men, door aldus te spreken, de zaak meer nadeel dan voor deel bezorgt. En wat de stichting van het gebouw betreft, daarop moet hij ant woorden, dat eerst niets mogelijk scheen, iets, dat juist is andersom gedraaid. Een en ander heeft voor weinig geloof in de volbrenging der plannen gepleit. Na de stemming blijken de stemmen te staken, n.l. 2 tegen 2; twee S.D.A.P.- leden stemden blanco. Dit onderwerp komt in de eerstvolgende vergadering van den raad weer aan de orde. VII. Voorstel B. en W. betaling ver plaatsingskosten Dr. Mogendorff te Schoonhoven. De voorzitter deelt mede, dat deze kwestie verband houdt met de uitvoe ring van de vleeschkeuringswet Tot heden werden de kadavers van gestorven die niet gekeurd, doch dit moet thans ge schieden. Ditbrengt bezwaren met zien mede, omdat, Wanneer deze keuring veelvuldig moet geschieden, de keurings veearts altijd geen tijd heeft om dergelijke kadavers direct' te keuren. De keurings- voearts moet zich dan vlugger kunnen verplaatsen. Blijft de keurings-veearts lang weg, dan worden de landbouwers, dat zat en dan zal zoo'n kadaver, voor dat met gekeurd is, in den grond worden gestopt. De vluggere verplaatsing van den keuringsveearts kon alleen door mid del van aanschaffing van een auto plaats hebben. Fietsen ka a de hèer Mogendorff niet wegens het hebben van een hart kwaal. Nu vraagt de heer Mogendorff een auto, waarvan de prijs per jaar op f 1500 komt te staan. Op de conferentie, waarbij de verschillende gemeenten, die in 't district, waarin de keurmeester zijn arbeid verricht, vertegenwoordigd waren, had geen der gemeenten lust om op dit verzoek van den heer Mogendorff in te gaan, omdat de gemeente Schoonhoven tegen door de verschillende gemeenten aan Schoonhoven te betalen vergoeding zich belast heeft met de uitvoering van de Vleeschkeuringswet, waaronder de be noeming salarieering en het vaststellen van condities voor een te benoemen keu- ringsveearts waren begrepen, op zich te nemen. Met andere woorden dus, de gemeente Schoonhoven moet deze kwestie met den heer Mogendorff regelen. In verband hiermede stellen B. en W. voor, om de gemeente Schoonhoven te berich ten, dat de gemeente Ammerstol er niet op in gaat. Hiertoe wordt na eenige onderlinge discussie besloten. VIII. Benoeming enz. gemeente-genees heer. Als zoodanig wordt voor den duur van twee jaren benoemd Dr. N. V. Bouwman te Bergambacht. Ingang 1 Januari 1928. IX. Voortzetting verbreeding Capelle- laan. De voorzitter deelt mede, dat B. enW. voorstellen, te lezen, die langs de Capel- rëlaan staan te kappen en met het hout daarvan de Capellelaan te verbroeden. Bij dit punt brengt de heer Hoijenbos naar voren, dat hij gaarne zou zien, dat valide arbeiders, die voor de gemeente werkzaam zijn, een uurloon van 50 ct. wordt toegekend. De voorzitter zegt, dat het hakken der elzen door A Dubbeldam geschiedt en dat hiervoor f 4 per dag wordt betaald. De heer P. de Leeuw den Bouter acht het wenschelijk, dat ook die werkkrach ten, die eventueel aan het gemeentelijk electrisch net werkzaam zijn, 50 cent per uur zullen genieten. De voorzitter zegt bespreking in de lichtcommissie toe. Hierna wordt het voorstel goedgekeurd. X. Gemeentebegroting 1928. D$ar geen der léden algemeene be schouwingen wenscht te houden, wordt de bfgrooting artikelsgewijze in behande ling genomen. Bij den post onderhoud van paden en wegen vestigt de heer P. de Leeuw den Bouter dè aandacht van den raad op de stoep, die zich bij den Boerenstoep be vindt. De trappen bevinden zich in een slechten toestand. Spreker zou verande ring ten goede willen zien gebracht aan de stoepen, die zich aldaar aan de bin nen- en buitenzijde van den Lekdijk be vinden. In verband hiermede haalt hij de sloep bij 't veer aan. De voorzitter gelooft, dat men hier met moeilijkheden te kampen zal hebben. De stoep, die bij 't veer ligt, is gemaakt ten gerieve van de menschen, die over de rivier worden gezet. De heer P. de Leeuw den Bouter merkt op, dat er bij de Boerenstoep door den slechten toestand van de trappen al eens menschen in het water zijn gevallen. Hij acht het wenschelijk, dat hier verbeterin gen ten goede worden aangebracht. De voorzitter zegt bespreking in het college van B. en W. toe. Bij den post leermiddelen openbaar on derwijs, wordt een schrijven van de schooi commissie! in behandeling genomen* waarin wordt gevraagd om dezen post van vier honderd gulden op vijf honderd gulden te brengen. Tevens verzoekt de commissie om de volgende drie jaren eveneens f 200 extra op dezen post te brengen. Wenschelijker ware echter om den post thans op f 1050 te plaatsen, doch de commissie wil voor dit jaar volstaan met een verhooging van f 100. De slech te toestand der leermiddelen geeft de commissie aanleiding dit voorstel te moe> ten doen. Naar aanleiding van dit verzoek zegt de heer P. de Leeuw den Bouter, dat hij uit het de voorlezing der motieven, waarop de commissie dit verzoek tot den raad heeft gericht, de conclusie trekt, dat de leermiddelen slechts niet maar aan matige eischen voldoen. De voorzitter merkt hiertegen op, dat de inspecteur van het lager onderwijs bij zijn bezoek aan de school zich gun stig heeft uitgelaten over den vooruit gang der leerlingen. In de oorlogsjaren is de aanschafifng van leermiddelen ach terwege gebleven. Ondanks de slechte leermiddelen brengen de leerlingen, die de M.U.L.O.-School gaan bezoeken, voor welk bezoek een examen noodig is, goede resultaten naar voren. Spr. meent, dat men geleidelijk aan het verzoek van de schoolcommissie moet tegemoet komen. Daarbij moet men in aanmerking nemen, dat nieuwe bezems schoon vegen, want' een nieuw schoolhoofd stelt allicht nieu- we eischen. Bovendien is het tegenwoordi ge hoofd der school van een goed inge richte school gekomen en dat geeft in vloed. De voorzitter gelooft dan ook, dat de leden Van de commissie tot toezicht op het lager onderwijs, wat de leermidde len-kwestie betreft, door den bril van het hoofd der school zien. De heer P. de Leeuw den Bouter brengt hierna na%r voren, dat het mo gelijk is, dat het voormalige hoofd der school, de heer Hofker, met gebrekkige leermiddelen toch nog goede resultaten wist te verkrijgen. Doch wanneer bij den onderwijzer de lust verdwijnt in het ge ven van onderwijs, omdat hij geen goede middelen daartoe verkrijgen kan, dan zijn toch de kinderen, die de school bezoe ken, de dupe van de historie. Spr. meent, dat de schooljaren het voornaamste vor men voor den verderen leeftijd, daarom zou hij gaarne zien, dat deze post tot f 1050 werd verhoogd. Of de pijn in drie jaren of in één keer geleden moet wor den, blijft voor hem hetzelfde. De voorzitter meent, dat men nooit royaler moet zijn dan een koning. De commissie vraagt om verhooging van f 100 voor den dienst 1928, en als men dat doet, dan heeft de raad aan het ver zoek voldaan. Na nog eenige discussie tusschen den voorzitter en den heer P. de Leeuw den Bouter over dit onderwerp, waarbij de eerstgenoemde wenscht, dat de post blijft zooals hij op de begrooting staat aange geven, omdat men zich vooral moet inden ken, dat men over de portemonnaie van een ander beschikt en dat Ged. Staten zeker aanmerking zullen maken, wanneer de post tot f 1050 wordt verhoogd, omdat men dan meer doet dan door, de commis sie wordt gevraagd, en de heer P. de Teeuw den Bouter meent, dat, wanneer de raad het noodig oordeelt, dat aan schaffing noodig is, men dan toch ver antwoord is, mén dan toch verantwoord is, wordt de post op f 500 gehandhaafd. De heer P. de Leeuw den Bouter stelde eerst nog voor den post op f 1050 te brengen, doch trok op verzoek van wet houder De Jong zijn voorstel in. Ook de post uitsteken van de vlag geeft den raad aanleiding tot discussie. Wethouder De Jong zegt, dat hij in het college tegen dezen post was en dat hij er nu ook tegen blijft. De heer Hoeijenlbos zegt, dat het niet over de vlag gaat, doch om het principe. Al hangen er nog zooveel vlaggen uit, dat doet hem geen schade. (Hij zal tegen dezen post stemmen. De voorzitter acht het beter, hierover geen twistappel te maken. Den heer Van Loon spijt het, dat de S. D. A. P. leden tegen dezen post moe ten stemmen, te meer daar de heer J Verkerk zelf heeft moeten verklaren, dat men, voordat men met de stichting van het Gebouw een aanvang kon maken, de Kroon tweemaal heeft noodig gehad. Voor wat, hoort wat, meent hij. Men moet menschelijk zijn, want, zegt hij tegen de S. D. A. P.-leden, later kunt u ook wel eens wat hébben, dat door mij gesteund kan worden. Men moet niet van het standpunt uitgaan, alles ons. Wethouder De Jong meent, dat ze dit nu ai reeds hebben getoond. Op de vraag van den heer Van- Loon, wat of men tegen de Kroon heeft» zegt de heer Hoeijenbos, hieTtegen niets te hebben, waarop de heer Van Loon dan naar voren brengt, dat men dan'ook te gen het uitsteken van de vlag op verjaar dagen van leden van het Koninklijk Huis niets tegen kan hebben. De S D A. P. heeft ook een vlag, zegt spr., doch dit kan h'em niet schelen. Waarom zou hij dan tegen die vlag zijn. De heer P de Leeuw den Bouter zegt, dat de heer Van Loon inzake het verlee nen van vergunningen voor de stichting van het Gebouw door Hare Majesteit abuis is. Dit is geen kwestie, die de Ko ningin aangaat, doch den Minister van Justitie. Ook om de vlag geeft hij niet', alleen om de wijze van doen, daar gaat het bij hem om. Het betreft hier een principieele kwestie De heer Van Loon komt terug op de kwestie van het Gebouw en zegt, dat het wel zegt, het Gebouw voor het algemeen nut te hebben gebouwd, doch in werke lijkheid is het voor de S. D. A. P. De heer P. de Leeuw den Bouter ant- wordt, dat het Gebouw niet alleen voor de S D. A. P. is geplaatst, doch'voor het algemeen nut. En wat Hare Majesteit de Koningin betreft, hij heeft niets tegen Haar, want het kan wel zijn, dat Zij beter is dan hij zelf. De heer Van Loon merkt hierna nog op, dat men er toch ook rekening mede moet houden, dat alle ingezetenen de S. D. A. P.-beginselen niet zijn toegedaan. De voorzitter brengt hierna in het midden, dat wanneer er een anderen re geer ingsvorm was er dan ook wellicht gedenkdagen zouden worden gehouden Zoo'n gedenkdag zou men dan kunnen be schouwen als het symbool van eenheid. Door dan te vlaggen respecteert men het dan heerschend gezag Al is men het dan ook niet eens met den regeeringsvorm, dan kan men als burger zijn plicht doen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1927 | | pagina 4