Burgerwoonhuis
2 li ere. Hooiland
Kalfsvleesch
afgeslagen
4-
S
- TaHakspljpen en
l' Roohersartfhelen
C
Fordsorv
„Van Delft"
H. A. van Baaren
Een parui Heipalen
Profiteer'
Fijn PAASCHBROOD
-°
MOET U
Haven 63 - JAN BROUWER Schoonhoven
..DE KLEINE WINST"
De nieuwe Ford
Sedan-de-luxe
\anden
official i te oVEH^l
A. PLAATSMAN
Asbestplaten
Kantoorjassen
Slagersjassen
Winkeljassen
Kaasjassen
geldbelegging.
Te koop of te huur:
Ouderkerk a.d. IJssel.
Te koop:
1 eiken Schouwaak,
Landbouwmachines,
a a B~a
Piano's
J. J A. Groeneueld - schoonhoven
Vet
H. DE VAAL 4 ZOON
Lopikerstraat - Telef. 54
Schoonhoven
A. DUBBELDAM
Sigarenmagazijn „Insulinde
1 Haven 66 - Telef. 91
Schoonhoven
De ECHTE Caiabaspfj
Mijnheer, t0rd van U
Toen ik 1^0ken, dat ik er
kocht, kon vkni bttiten xou
kunnen. W-114 0mving0>
tók voor «Ml» Ilk„e°;o„det afbanke-
tnijnge^^n m^ daardoor alleen
iezier va"'Abel en dwars ^ard»
zijn prijs al dubbel ^^„d,
^rjANSBN.
LINCOLN
Official Ford Dealef: A. SCHAKEL, Schoonhoven.
Official Ford Lincoln Dealer: N.V. TRESFON Co's AUTOMOBIELBEDRIJF.
Hel ideaal voor de Kinderen is een
Schoonhoven
een Costuum of Jongenspakje
Haven 74 - Schoonhoven
te koop
van den Totalen Uitverkoop
Eetserviezen Ontbijt' en Theeserviezen
D- BOON, Schoonhoven
Van Rondom
FEUILLETON.
Martelares of
Moordenares.
Mengelwerk.
Het Tooverschip.
HEERENBAAI
verschaft U wolkat van genot.
EERSTE KLAD
NIFUWSBI AD VOOB 7UIP-HOU.»MO FH UTRECHT, «olwinh....—<h. Co.—nt
VBIJDAO APBIL ,930.
Prachtige Glansverl U ct
Grondveri 3» -40 ct.
fapanlah 70 ct. per pond
Vernis, Poliioer, Beits, Kwasten,
Katkpoeder -- Koudwaterverf enz.
prachtige sorteering Behangselpapier.
Boven f 1.00 Inkoopen een
pracht Kunitgravure (plaat) %QQCuU
In
Komt eens kijken!
voorraad een
en koopt dit jaar eens vroeg!
U heelt dan de beste kansen!
BEHANGSELPAPIER
Grondpapier - Glaspapier
Behangsellinnen
Plaksel - Spijkertjes
KORTE TIENDEWEO 22 601)04
TE KOQPi
Prima Leesbibl. annex
Kantoorboekhandel.
Koopsom f 17.000. Aanw. voor
pl.m. f 12.000 aan goederen. Pand
billijk te huur.
Br. No. 1080, Bureau van dit Blad
Een
met TUIN, VRUCHTBOOMEN
en SCHUUR en voorzi&n van
Electr, Licht en Waterl^Wing aan
de Rijksstraatwegond. Bodegraven
Te bevr. Noordzij 23, Bodegraven.
groot 1.98.13 H.A. en 1.78.50 H.A.
aan den Oudelandscheweg onder
Tezamen of afzonderlijk voor het
tijdvak 1 Mei 1930—1 Nov. 1933.
Inlichtingen bij den eigenaar
£j. D. RtNORST te Berkenwoude
en bij Notaris J. v. d LEtDhN,
Ouderkerk a.d. IJssel, len wiens
kantore de inschrijvingsbiljetten
worden ingewacht voor 17 April a.s.
Ontvangen, ruime keuze
DflmtS en KIIIOERHOEOEII
Steeds verschillende
modellen in groote
maten voorradig -
Vermaken in ieder
gewenscht model. -
Aanbevelend,
J L. J. Bouter, Groot-Ammers
VVVVWVVVVl
groot 2500 pond.
I gebruikte Helkscbouw.
Vraagt prijs wan
enz. enz., bij
L- VAN LOON
Schoonhovensche Veer.
Als extra aanbieding
hebben;p wij voorradig een 4-tal
zeer goede gebruikte
in verschillende prijzen.
Beleefd aanbevelend,
ONDERQETEEKENDE BEVEELT=
ZICH BELEEFD AAN, VOOR 'T
LEVEREN VAN
GELIEVE DE BESTELLINOEN
VROEQTIJDIO OP TE OEVEN
HOOG ACHT t ND,
HAVEN 82
SCHOONHOVEN
3* doesburg
Achcsnkovcn
Calciné
Meerschuim
Baronite Vjj
Lichtbeeld- T
doorrookers nj
enz. enz. S
Ook In
zijn wij enorm
gesorteerd
vanaf f 17.50
Motor 4 cylinder 40 rem-P. K.
Ach t er br ug speciale constructie,
waardoor gewicht gedragen wordt
op het einde van de ashuizen, niet
door de draaiende assen. Remmen:
zes, alle van het inwendig-uitzet-
tende type en geheel ingesloten.
Stuuroverbrenging. nastelbaal
worm- en sectortype. Vee ren. bij
zonder soepel. Schokdempers.
„Houdaille", dubbelwerkend type
vóór en achter. Voorruit: Tripled
onsplinterbaar glas.
OMOBIEL FABRIEK, ROTTER DAM
N.V. NEDERLANDS
Grootste keuze in alle prijzen vindt tl bij
Promenadewagens Klapwagens
Huishoudelijke Artikelen in groote verscheidenheid
Porcelein-, Thee-, Eet- en Ontbijtserviezen
in moderne decors
GERO ALPACCA - GERO ZILVER
FORNUIZEN in alle prijzen en maten I
voor kolen en gas.
Kom «ens zien bij saw
Speciaal adres in Werkmansgoederen
KOOPT NU UW RIJWIEL BIJ
1 W. DE VOS
Rijwielhandel Goudriaan 91
Keuze uit verschillende merken:
Simplez - Burgera E.N.R. - Gazelle
Juncker J.C.R. - Estafette - Neder-
landsche Kroon - en speciaal de aandacht
gevestigd op de RIJWIELEN gemerkt DE VOS.
KI D Vraagt tevens demonstratie met
Philips Standaard combinatie. 1
zoowel groote als kleine golf
lang 5-6—7 Met< r, 15-20
Centi-Meter aan de kop
Voordee lige prijzen,
Slooperij Krimpen d. Ij stel
C, D, HEUVELMAN,
Alles moet wegKoop nu!
Opruiming van een groote partij Imitatie LANCASTER GORDIJNEN MET FRANJE
I. 225 c.M., br. van 1 tot 2 M. vanat f 0.40. - China-Malten en Behangpapier, em. I
N.8. Ook nog aan te.bieden: 1 Salon-Ameublement van f 1000 voor f375. 1 vaste Waschtafel
TWEEDE BLAD
door
JAN KUKUIT.
Teun treurt over Gouda
Ditmaal was het die oude Teun die het
gesprak begon.
Hij had uitten zuchten en draaien en
wringen, ma.ar kan blijkbaar miet goed
voor den dag kamen met hetgeen hij op
het liart had en dim beproefde ik hem
te helpen en vroeg:
„Scheelteer wat aan, Teun? Je uit zoo
benauwd te kijken"
,Ja Jan. datar scheelt net wat aan Ik
ben eigenlijk Gouwenaar
We keken allemaal naar Teun of we
een vlieg hoonden blaffen. omdtat we to
taal niet konden begrijpen wat dat voor
oen antwoord was Tante maakte zich
blijkbaar bezorgd over Teun's geestes
toestand en vroeg beminnelijk-
,Wat zeg je Teun? Ben je altijd
gnuw naar? Ik heb daar nooit iets van
gemerkt."
Teun keek haar aan als een kamrbaal
een dikken Europeaan en antwoordde:
„Neen, Bet, ik ben niet gauw m
maar Gouwenaar, ik ben uit Gouda, als
je het dan weten wilt Geboren in Gouda,
snap je; in de sthd Gouda en daar bee
ten de mensohen Gouwenaars
„Zeker, zeker, Teun," vervolgde tante
nog een beetje onthutst, „dat begrijp ik,
maar ik, wat ik niet begrijp is. waarom
jij je daarover zoo'n zorg maakt. Het is
toch geen schande om in Gouda gebaren
te zijn."
„Gouda," viel Jodocus op anuitstaan-
baren toon in, ^is bekend om zijn ketrk-
glaa»n, en stroopwafels en er zijn be
hoorlijke mensdhen geboren Men veron
derstelt zelfs, dat Erasmus die stad had
uitgekozen om geboo^n te worden.
>TJij bent een aap," mei Teun viuöh
big, „en nou zal ik jullie eens wat zeg
gen Het is altijd een ear geweest, om
als Gouwenaar geboren te worden. Als
je daar ter wereld waart gekomen, dan
was, om zoo te zeggen, je bedje g
spreid
„Je wrieg bedoel je," zei ik grappig.
„Jij bent ook een aap," vervolgde
Teun onverstoorbaar.
,,'t Wordt hier een heele apenkolonie,
fluisterde Jod zacht tegen me, terwij
Teun voortgang:
„Als je in Gouda was geboren, dan
was dat een aanbeveling voor je, in heel
je leven 't Is mij gebeurd, dat een po
li tie-agent me wilde bekeuren, maar toen
ik aan 't naam opgeven was. en ik zei-
de: gebaren te Gouda/, zed hij direct: Gaat
u dan maar door, meneer
„Meneer Teun zei hij toch zeker?'
■vroeg Jod.
„Tegen apen spreek ik niet," sprak
Teun „Nou, ik ben Gouwenaar en daar
was ik eerst altijd trotsch op, maar
niet meer Ai lang niet meer."
„Waarom niet, Teun?" informeerde
tante.
„Waarom niet? Waarom miet? Leizen
juitliie dan geen kranten? En hoor je
noodt iets van wat er bij je buren ge
beurt?"
We keken elkaar vragend aan entoen
opperde ik:
„Bedoel je misschien die gijzeling,
waar we 't onlangs over hadden?"
Was 't daar maar bij gebleven,
dan zou ik er nog wel overheen kunnen
komen, maar er ie zooveel bijgekomen.
Eerst is (het geweest de geschiedenis
met dat katje
„Met een katje?" vroegen we ver
baasd „Daar hebben we noodt iets van
gehoord."
„Nou ja, hoe heette dot ding ook, dat
ze in beslag hebben genomen vanwege de
onfatsoenlijkheid?"
„Ooooo! De Zwarte Kat, meen je?'
loete ik op.
„Dat ds tocb, wat dk ook zei," ant
woordde Teun, „tik zei toch van dat
87
„Zij bracht een kop koffie naar de
oranjerie voor Sir John. Mij had ze er
reeds een gegeven. Ik zette mijn kop op
den schoorsteenmantel en dronk daar de
koffie. Ik wist, dot al had zij nliet met
haar man gesproken, zij hem wel een
kop koffie zou brengen. Mijn tijd was
gekomen. In één oagenblik vormde ik
mijn plan en besloot ik de kans te wa
gon. In één oogenblik, terwijl zij den
kop naast Sir John neerzette, terwijl die
oogen van Sar Alan gevestigd waren op
de piano, terwijl dk achteloos met mijn
iepeitje scheen te spelen, in dat oogen-
hlik gelukte het mij om een kleine hoe
veelheid arsenicum in een der kopjes te
doen.
JBst was een waagstuk, maar ik was
op mijn hoede, er stonden nog twee leege
kopjes op het Wad. Het was nu de
vraag, welke zij zou uitkiezen. Als zij
een ren de leege kopjes had genomen,
KW ik het vergif wel uit de andere ver
wijderd hebben. Als zij ongelukkigerwijs
voor haar zelf koffie zou hebben ge
schonken in den vergiftigden kop, dan
kw ik onder een of ander voorwendsel
naar de kop hebben afgenomen en die op
den grond hebben laten rellen. Ieder on-
dordeel had ik in den geest voorbereid.
Uitedijk stond ik daar kalm en schijn-
w«r «ander eernige opmerkzaamheid toe
w men, maar dn mijn hart laaide hoog
tl r&n hartstocht en haat
„Ik bewoog mij niet; ik stond tegen
lotomd en kon
ïïïi,TTi be7'Vm8*n KMieehAn. Zij
fcut kopje kojfie neut Sir John
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Schoenho.ee,eh< Courant
VALID Afl 11 APRIL 1*30.
katje. Of H nou een zwarte of sn wdtts
is, komt er niet op aan. Dat was dus om
zoo te zeggen een heel ding voor ons
vGouwenaars, AUs ik het goed heb be
grepen, wat 't een soortement van. kramt,
die vol met vloeken en zulke dingen
stond. Je begrijpt, dat we geschrokken
zijn, dat de Gouwenaars, die altijd in
eer en deugd geleefd hebben, zoo iets
konden voortbrengen."
„Ja, Teun dat begrijpen we," zei tan
te, „zoo iet# pakt je aan. Ga maar
door."
„Toen is gekomen dat geval met de
gijzeling, waar ze een man drie maan
den dn 't gevang hebben gezet omdat zijn
geld op was We schrokken weer en
dachten sjonge, sjonge, dat is nou toch
eigenlijk nkks voor een Gouwenaar, om
zoo iets te doen. We waren nog alle
maal in de put daarover en toen kwam
er weer wat, dat nog voortduurt. Ze zijn
mou in Gouda beaig om elkaar uit te
schelden
„Dat kotmt in de beste families voor,
Teun," troostte Jodocus. „Als iemand
geestig scheldt, ie er niets tegen om er
een poosje mee door te gaan Vondel
en Shakespeare bijvoorbeeld, die kunnen
schelden, dat 't een lust is, om naar te
luisteren."
„Die lui ken ik niet," sprak Teun,
„maar ik houd niet van schelden Fat
soenlijke mensohen scheiden niet."
„Wie saheldt er in Gouda?" vroeg ik.
„Daar is een zekere roeneer Zuidetma,
die regulier te keer gaat tegen den wet
houder Staal, in de krhflt. Iedere week
en daarmee brengt hij Gouda weer in
opspraak. Ik vrind te erg dat ze zoo'n
mooie sthd zulke dingen aandoen."
„Teun," zei ik plechtig, „ik wriï je hel
pen Iaat ons een vereenigrimg oprich
ten Het eenige wat in zulke dingen kan
helpen is een vereenntging. Laat ons
stichten de Vereenngnmg tot zedelijke
verbetering van Gouda en deszelfs inwo
ners. Jij wordt president en ik zal me
een benoeming als eere-voorn-tter laten
welgevallen."
„Ik wtil geen aap in de vereentitging,"
besloot Teun nijdig en hij ging heen.
Even buiten de stad maakt de SeLam-
gor-Rivier een bocht, om zioh direct
daarop te verbroeden.
Dit stukje strand vormt een uitste
kende gelegenheid om te baden, terwijl
eenige meters van den kant, het water
diep genoeg is om er in te duiken.
lederen morgen, voor dat de stralen
van de aan te sterk worden, stopt een
auto op den grooten'weg, vlak bij het
strand Er stapt dan een jonge vrouw
uit, doe gevolgd wordt door haar Ghi-
neesohe kamenier. Ze geeft haar man
tel aan de kamenier, en duikt van een
der rotsen af in de rivier, waarvan het
water zoo helder is, dat men bijna den
bodem kan zien.
Het is de jonge vtouw van Dick Mar
tin, den directeur van een aantal in de
buurt liggende mijnen. Zij is nog niet
lang genoeg in deze streek, om zich reeds
aan de schoonheid ervan verzadigd te
hebben.
Op zekeren morgen, toen zij weer op
het strand van het baden zat uit te rus
ten, werd haar aandacht opeens getrok
ken door een klein voorwerp, dat de ri
vier kwam afzakken. Het was haar tot
op eendge metera genaderd, toen ze het
gewaar werd en goed kijkend, zag ze,
dat het ©en kleine oorlogsprauw was.
die recht op haar toesteven de.
Het scheepje was nieit grooter dan een
halven meter; het was echter mooi en tot
in alle onderdooien nauwkeurig nage
maakt Mary had het bootje uit het wa
ter gehaald en bekeek het aandachtig
neer, Ik zag, dat zij haar ima.n aankeek
en hij haar. Toen kwam zij langzaam
terug naar de tafel en stond een oogen
blik zwijgend etü. Ik lette zoo scherp op
haar, dat mijn oogen m onmiddellijk
contact met mijn ziel schenen te staan.
Ik wa« gereed iedere zenuw was
daarop tot het uiterste gespannen
otm mij om te wenden en den kop uit
haar handen te rukken, als zij die voor
eenig ander doel zou willen gebruiken.
Mijn hart bonsde, mijn oogen waren als
vuurballen en ik was bang een kreet te
zullen geven als zij iets anders met den
kop zou doen. Zij nam den zilveren
koffiepot op drie kopjes standen voor
haar, twee geheel leeg, één bevattende
vergif. Welke van deze zou zij nemen?
Dat oagenblik van spanning scheen mij
eindelooe toe. Mijn hart gaf één en ge
weldigen slag, toen ik zag, dat zij de
koffie goot in het vergiftigde kopje.
.Zij vulde het en .ik zag het haar bren-
l naar de oranjerie en naast haar man
neeraetten. Be bleef op mijn plaats staan
en volgde itn den spiegel allee met mijn
oogen. Hester Blair kwam terug en ver
liet kotrt daarna de kamer. Ik zag, dat
haar man het vergiftigde kopje aan ztjn
lippen bracht en ik wist, dat mijn booze
daad was valbrtaaht.
„Hoe kan ik u vertellen, wat er nn
volgde. De wreeds moord was slecht
wat er op volgde was voor mij nog er
ger Het duutrde niet lang voor de doods
pijnen Angus Graham> Blair aangrepen;
zijn kreten waren afschuwelijk nog
kl'tnken ze mij in de oonen. Iedereen
was anteteid, hij werd naar zijn kamer
gedragen en het Heek al spoedig, dat hij
stervende was. Twee dokters, die juist
Gra/vesale voorbij waren gereden, werden
geroepen en hiun uitspraak was onmid
dellijk dat hij vergiftigd was door
arsenicum. Hij lag daar, arme kerel, af
schuwelijke pijnen lijdend en ik, de man
die hem 'had gedood, stond aan «ijn zij
f
van alle kanten.
JGk neem het mee naar huis," rei M
„Het zal aardig staan in de galerij."
De Chdmeesche vrouw sloeg den man
tel om haar heen, en Mary ging naar
haar eiuito. Onderweg naar huis tilde zij
toevallig een der luikjes op, die in het
dek van het kleine scheepje waren aan
gebracht.
„0, Arnahl" riep ze uit, „het zit rol
pakjes!" Ze haalde er een uit, dat in 'n
•tukje linnen was genaaid „Bah!" riep
ze toen, „wat een vreeeelijke lucht! Be
dorven eten!" en ze wierp het uit den
auto. „Kijk, hier is een zilveren geld
stuk. Misschien beteekent dat geluk Het
scheepje moet een verre reis achter den
rug hebben, want het zit vol modder,"
Op dat oogenblik staken zij juist een
der mijnspoortjee over, en plotseling
kwam 0t een ijzeren met zand geladen
kipkor, im volle vaart op hen af Ze
vloog rakelings langs den achterkant
van den auto.
„Nou, het scheelde maar een haartje,
of er was een ongeluk gebeurd," zei
Mary. „In ieder geval sohijnt dat bootje
geluk aan te brengen."
Toen zij de bungalow, waarin ze woon
de, genaderd waren, stapte Mary uit en
droeg zelf het scheepje naar binnen,
waar zij 'bet op een tafeltje in de galerij
zette. „Ahmait!" riep zij toen.
Op haar roepen verscheen een Malei-
sche huisjongen. „Breng eens een doek,"
zei ze, „en maak dait scheepje schoon
Ze wees naar het bootje en de jongen
keek er naar met een zonderlinge uit
drukking op zijn gericht. „Ja, mem," zei
hij toen en verdween, zonder terug te
koeren.
„Waar ia Ahmat?" vroeg Mary ver
baasd, een tijdje later.
trAihmat weggegaan!"
„"Weggegaan?" riep Mary verbaasd
uit. Waar is hij heengegaan?"
„We&l niet," was het antwoord. „De
denk, dat hij uitgegaan is. Hij iB bang
van dat ding!" Met doze laatste woorden
wees zij naar bet scheepje.
Toen baar man des middags thuis
kwam. nam zij hem echter direct mee
naar de galerij, om naar het scheepje te
kijken.
„Nou," zed hij bewonderend, „dat is
mooi, hoarl Waarschijnlijk ie het een of
ander vaartuig, dat de inlanders bij
plechtige reliiigtieruze gebeurtenissen ge
bruiken en dat hierheen ia gedreven. Ik
zat het eens aan Dr. Slade laten zien.
Hij heeft verstond van zulke dingen
Na het diner vertelde Mary (haar man
van het gevaar, dat zij gdoopen had,
toen zij met den ajuto een der mijn-
spoortjes 'kruiste en de kipkor hem bijna
aangereden had Haar man keek ver
schrikt en tegelijk verbaasd op.
„Het is zouderfrimg," zlri hij, maar
het sohijnt vandaag een echte ongeluks
dag te zijn Een van de liiftkoo-en schoot
plotseling naar omlaag en wondde twee
koelies Je weet wat voor bijgeloavige
idioten het zijn, die kerels Ze brengen
dat soort van ongelukken altijd in ver
band het bovennatuurlijke invloeden Bo
vendien hebben een paar Ohineezen ou
derling een vechtpartij gehad, en een
van hen heb ik on de boeien moeten la
ten slaan, omdat hij gestoken had met
een mes. Dait beteekent natuurlijk een
hoop moeilijkheden met de anderen Dan
jouiw avontuur. En om de geschiedenis
volmaakt te doen zijn, geloof ik, dot ik
een beetje koorts heb"
Den volgenden morgen was Martin
bepaald ziek Hij zag erg bleek en rilde
vreeselijk van de koorts. Hij beweerde,
dat het niets te be teekenen had, dat het
slechte een beetje malaria was en wei
gerde goed te vinden, dat zijn vrouw een
dokter haalde. Maar ondanks de talrijke
doses quinine en asperime bleef zijn tem
peratuur stijgen, zoodot hij het tenslotte
goedvond, dat Slade, de dokter van de
maatschappijen, geroepen werd. Terwijl
en scheen medelijden met hem te hebben.
„Maar ik had geen gedachte van wat
Or zou volgen. Ddt was nog maar een be
gin van de gevolgen van mijn zwarte
misdaad"
Hij zweeg eenige oagenMikken, maar
ndote verbrak de stilte van de kamer.
hoofdstuk lvi.
Om zes uur in den morsen.
Ik had niet kunnen droomen van wat
er nu zou volgen, zooals dk reeds zeide.
Ndemantd had gedacht aan Barones Blair
zoo groot was de verwarring en ont
steltenis geweest. Plotseling trad zij de
kamer bannen. Ik hoorde (later, dat zij
niets wist van wat er gebeurd was, tot
dat haar kamenier /haar ging zoeken.
„Zij kwam geheel onverwacht de'ka
mer binnen en zag er bleek en ontdaan
nart. Zij snelde met uitgestrekte armen
naar het ledikant, toen de stervende zich
plotseling verhief en haar aanstaarde
Noodt zal ik d&t vreeeelijke gelaat ver
geten! Zijn oogen schoten vuur, hij hief
de rechterhand op en wees naar haar
met zijn vinger. „Jij hebt het gedaan!"
riep hij uit. „Ik ben stervende, vergif
tigd als een rat in een val en jij hebt
het gedaan!" Iedereen trok zioh ver
schrikt en vol afschuw van haar terue.
„Jij hebt mij een kop koffie gebracht
in de oranjerie," zei hij, „en die heeft
mij gedood Iemand, ik geloof <iat het
kapitein1 Jawee was, riep uit, dat dit
een afschuwelijke beschuldiging was.
Mijn eerste ingeving was om uit te roe
pen, dot zij volmaakt onschuldig was!
Dat ik het was, die het had gedaan!
Mijn tweede gedachte was om mij stil
te houden en een* te zien, wat er van
sou komen. Deze zelfde beschuldiging
kon wel eens bet middel zijn om haar
deze Martin onderzocht, ging Mary naar
de galerij.
„Mem," zea de ChdneesChe vrouw,
„meen, doe dóet boot weg."
„Wiaarvoor dn hemelsnaam?" riep
Mary vedbaasd uit.
•►Die boot brengt ongeluk! Ze maait
toean ziek. Ahmat zei, dat, als mem de
boot houdt, toean zal sterven."
„Praat geen onzin," zei Mary boos.
,En wanneer heb je Ahmat gezien? Ik
dacht, dat hij vertrokken was!"
„Alhmait was buiiiten. Hij wou niet bin
nenkomen. Hij zegt, dat de boot een
geestenboot ie. Ze voert ziekten weg van
do kampong Alle mean boot in huis
houdt, toean sterven zal."
„Amah!" riep Mary uit, „als j© nog
eem zulke dingen zegt, zal ik je ont
slaan!"
Toen Dr. Slade de kamer van haar
man verliet, toonde ze hem het scheepje
en vertelde hem, wat de arnath had ge
zegd.
,Het is een lanchang, en een heel
mooie ook," zeilde Slade. „Wanneer een
bekende petrsoonlïjOdh md in, de kampong
ziek wordt, spreekt de plaatselijke medi
cijnman over zoo'n scheepje aherieri too-
varformule's uit en zet het dan in het
water. Men neemt don aan, dat het al
le ziekten en onheilen meevoert naar de
plaats, waar het landt Trek u van het
geen de bedienden zeggen, niets aan, me
vrouwtje. Uw men heeft wat koorts,
maar we zullen dat spoedig de baas rijn.
Ik kom nog wel eens kijken."
Den volgenden morgen was Martin
nog niets beter, en toen Sla/de hem had-
onderzocht, keek hij min of meer ver
baasd. „Ik begrijp er niets van," zei hij.
-De temperatuur is lager, maar die ab
normal© zwakt© van hem maakt me
zorgen. Er is iets zonderling» aan het
heele geval."
Mary's onderlip beefde. „Maak u niet
ongerust, mevrouwtje," zei hij, haar op
den sohouder kloppend. „Ik verwacht
vanavond Henderson bij me. Hij is spe
cialist in dergelijk© gehedmminivige infec
ties en als uw man een of andere in
fectie heeft opgedaan itn d© mijnen, zal
hij wel weten, hoe hém t© behandelen."
Toen de dokter weg was, keek Mary
toevallig naar het scheepje. Ze bleef een
oogenblik in gedachten verzonken staan
en riep toen Amaih. „Ik wil Ahmat spre
ken," zei ze „Ga hem zoeken."
Toen Ahmat kwam en Mary hem
vroeg, wat er aan scheelde, herhaalde
hij de waarschuwing. „Doe de boot weg,"
zei hij dringend.
„Goed," zei Mary, „ik zal de boot har
len, dan kun je ze verbranden."
De Qhineesohe deed hevig verschrikt
en ook -die Malei soh© jongen Als men
de boot zou verbranden, zou haar man
zeker sterven.
Dien ganschen avond lag Martin in
een toestand van verdooving en ten
slotte nam Mary een besluit. Zij riep de
Ghimeesohe vrouw en zed: „Zeg Ahmat
dat ik hem direct moet spreken. Zeg
hem, dat ik bèrerid ben. te doen, wat de
pawamg (toovenaar) wil."
Ze ging opnieuw naar den tuin en
daar vertelde de Maleisöhe jongen haar,
dat, wanneer'de maan om elf uur dien
avond het hoogst stond, rij alleen najr
het klein© strand moest gaan en daar 't
scheepje te water laten. Tevens moest
zij een som geldis meenemen, een paar
pakjes rijst, die hij, Ahmat zou maken en
bovendien iets dat haar man voortdurend
gebruikt© of droeg. Op het strand zou de
pawamg haar ontmoeten, om de noodige
formules uit t© spreken, om het ongeluk
te verdrijven.
Hoeveel geld moet ik meenemen?"
„Twee honderd en vijftig gulden,
mem."
„Goed. Zeg de pawamg, dat ik er om
elf uur zal zijn."
De maan stond hoog en het was helder
licht ails op den dag, toen Mary haar
zoo in mijn macht over te leveren, dat
ik haar ten slotte zou kunnen winnen.
„Ik heb nooit aan gevaar gedacht,"
ging hij voort, „mijn eenige gedachte
was, dat, wanneer zij zich in gevaar be
vond, rij misschien zich tot mij zou wen
den als haar vriend. Ik meende, dat er
misschien wat moeilijkheden zouden rij
zen, eenige onaangenaamheden «ouden
zijn en dan zou zij vrij zijn en genogen
om naar mij t© luisteren. Maar tot mijn
ontzetting werd zij in hechtenis geno
men. Zelfs toen zeide ik nog niets, zulk
een manster en schurk was ik.
„Het vreemdste van het geval was,
dot er arsenicum werd gevonden in Hes
ter Blair's kaptafel in een geheime la
een klein pakje, waarvan een kleine por
tie was afgenomen."
„Ofschoon ik stervende ben, zooals gij
zegt, meet u mij toch wel haten! En
noodt zal ik vergeving kunnen vinden
voor deze dubbele misdaad eerst een
vriend te vermoorden en dan een on
schuldige vtouw te laten gevangen ne
men in mijn plaats.
„U kunt mij niet meer haten, dan ik
mijzelf haat. Dt zag haar van wie ik
wist, dat «ij zoo onschuldig was als een
kind ik zag haar staan in de bank
der beklaagden met de oogen van hon
derden tnieuwsgderigen op haar gericht.
Ik zag haar doodsbleek ontsteld gelaat
en haar betraande oogen; ik zag haar
angst, haar ontsteltenis, haar wanhoop
toch sprak ik niet. Ik wisi, dat haar
naam op ieders kppen was, dat zij werd
belasterd en beschimpt, dat rij bet voor
wierp was ven verachting en boon
en toch sprak ik niet
„Toch zou ik haar niet hebben laten
sterven. Ik zat zoolang het proces duur
de in de getredhtenaal, mijn oogen ver
lieten haar geen oogenblik. Luisterde
naar ieder woord en ik besloot, dat al*
d« uitspraak luidde .schuldig", ik ds
waarheid sou hebbsn gezegd Ik son
huis verliet om naar het strand te gaan,
haar men san de hoede van de Ghdnee-
sche vrouw toevertrouwend. Ze had een
zwarte sjaal om haar hoofd gee lagen én
het klein© scheepje droeg zij onder haar
arm. In haar hand had rij den wandel-
stek van haar man.
Tien minuten later was rij op het
strand.
„Waar is de pawamg?" vroeg zij. De
jongen wees naar het strand, waar zij de
gestalte van een man zag, die in hol
maanlioht heen en weer drentelde. .In
dien mem mij wil volgen?"
Hij ging naar de donkere gestalte en
sprak eemigen tijd met hem. Toen maak
te de pawam? een bundeltje open, waar
uit hij vier klein© stokjes haalde De
einden hiervan spleet 'hij itn tweeën en
maakte er toen klein© mandjes van. Ver
volgens legde hij er stukjes rerikwerrik in
en stak ze aan Toen vroeg hij Mary
het scheepje, het geld, dat zij bij zich
had gestoken en het zilveren geldstuk
tusschen de bakjes met reukwerk te zet
ten
Zoodra deze plechtigheid iwae vol
bracht. mam hij het scheepje op en stak
het geld in rijn sarong. Daarna fcreeg
hij do kleine pakjes met voedsel, en
borg ze, tezamen met het zilveren geld
stuk, waaraan hij eeret een saffraan-
Meurigen draad had gebonden, itn het
bootje, Het andere eind van den draad
bond hij stevig vast aan den stok, dien
Mairy vasthield.
Na haar te hebben gezegd, dot zij,
zoodra, het scheepje in het water was
getet, den draad moest afbreken, en on
middellijk naar huns terugkeeren, waad
de de pa/wang langzaam in het water,
het bootje voor zich uithoudend. Hij zet
te het neer en direct brak Mary den
draad door en keerde naar huis terug.
Toen ze de kamer betrad, waarin haar
mam riek lag, stond de Chineesohe op
van haar plaats naast het bed, Mary een
toeken gevend, zoo stil mogelijk te zijn.
„Toean slaapt," fluisterde rij.
Mary liep op haar teenen naar het bed
en zag, dat haar mam niet alleen sliep,
maar dat hij ook voor het eerst sinds
vele uren rustig ademhaalde en dat de
INGEZONDEN MEDEDEELING.
me niet van pro
5 een troost in t mannenleven.
Tzet den man op z'n gemak.
En hu voelt zich in de wolken
Door wolken van tabak,.
ECHTE FRIESCHE
20-50 CT. PER 6NS
haar ndet hebben kunnen laten sterven.
Mijn leven hing aam een zijden draad.
Maar zij, de sohooma, lieve Hestor Blair,
zou niet rijm gestorven.
„De uitspraak was „anherweHan". Zij
was gered en ik was gered. Ik zaïl niet
proheeren u te vertellen, hoe zwaar ik
leed, ik weet dart ik rechtvaardig werd
gestraft. Maar de angst, die ik uitstond,
was afschuwelijk!
„Onbewezen! Zij was vrij. Er was
maar weinig troost voor haar dm die
vrijheid' gelegen, wamt de wereld hdeid
'haar voor schuldig haar man was ge
storven met een beschuldiging van haar
op^de flappen en ar was arsenicum ge
vonden, in haar toilettafel niemand
gedoofd© in haar onschuld. Zooals ik
reed» vroeger mijn tijd gekomen had ge-
adht, vond ik ook nu de gelegenheid gun
stig. Ik gdng regelrecht naar haar toe
en vroeg haar met mij to trouwen. Ik
dacht, dait rij bewogen zou wooden door
mijn edelmoedigheid, mijn grootheid van
ziel, mijn verlangen om haar te bescher
men tegen de wereld,, mijn wensah om
haar smarten en zoogen te deelen. Ik
dach t, dart diit alles haar hart zou roeren
en dait dood 'het ook.
„Maar zij wilide niet met mij trouwen.
Zij was vriendelijk, lief en goed voor
mij, zooafl» rij nog nooilt geweest was.
Ik had tevergeefs gezondigd. Toch ver
loor ik niet alle hoop, ik wilde haar
winnen. Ik zou enkel© dagen wegblijven
en dam nog een poging doen. Ik heb
haar nooirt weer gezien! Zij veodiert Ar-
drossam onmiddellijk. Het volgende, dat
ik van haar hoorde, wa». dlait rij rich
in-geecheerprt bad voor Amerika ander
den naam van Annie Malcolm op een
boort, geheeten „De Stad vam Paarlen".
Daarna vernam ik, dat zij verdronken
was, teen deze boort op zee verongohikte.
Heeft ooft een mam zoo vreeselijk gezon
digd en zoo geheel vergeefs?
„Zij Het fssn afscheidsgroet achter