Burgerwoonhuis 2 li ere. Hooiland Kalfsvleesch afgeslagen 4- S - TaHakspljpen en l' Roohersartfhelen C Fordsorv „Van Delft" H. A. van Baaren Een parui Heipalen Profiteer' Fijn PAASCHBROOD -° MOET U Haven 63 - JAN BROUWER Schoonhoven ..DE KLEINE WINST" De nieuwe Ford Sedan-de-luxe \anden official i te oVEH^l A. PLAATSMAN Asbestplaten Kantoorjassen Slagersjassen Winkeljassen Kaasjassen geldbelegging. Te koop of te huur: Ouderkerk a.d. IJssel. Te koop: 1 eiken Schouwaak, Landbouwmachines, a a B~a Piano's J. J A. Groeneueld - schoonhoven Vet H. DE VAAL 4 ZOON Lopikerstraat - Telef. 54 Schoonhoven A. DUBBELDAM Sigarenmagazijn „Insulinde 1 Haven 66 - Telef. 91 Schoonhoven De ECHTE Caiabaspfj Mijnheer, t0rd van U Toen ik 1^0ken, dat ik er kocht, kon vkni bttiten xou kunnen. W-114 0mving0> tók voor «Ml» Ilk„e°;o„det afbanke- tnijnge^^n m^ daardoor alleen iezier va"'Abel en dwars ^ard» zijn prijs al dubbel ^^„d, ^rjANSBN. LINCOLN Official Ford Dealef: A. SCHAKEL, Schoonhoven. Official Ford Lincoln Dealer: N.V. TRESFON Co's AUTOMOBIELBEDRIJF. Hel ideaal voor de Kinderen is een Schoonhoven een Costuum of Jongenspakje Haven 74 - Schoonhoven te koop van den Totalen Uitverkoop Eetserviezen Ontbijt' en Theeserviezen D- BOON, Schoonhoven Van Rondom FEUILLETON. Martelares of Moordenares. Mengelwerk. Het Tooverschip. HEERENBAAI verschaft U wolkat van genot. EERSTE KLAD NIFUWSBI AD VOOB 7UIP-HOU.»MO FH UTRECHT, «olwinh....—<h. Co.—nt VBIJDAO APBIL ,930. Prachtige Glansverl U ct Grondveri 3» -40 ct. fapanlah 70 ct. per pond Vernis, Poliioer, Beits, Kwasten, Katkpoeder -- Koudwaterverf enz. prachtige sorteering Behangselpapier. Boven f 1.00 Inkoopen een pracht Kunitgravure (plaat) %QQCuU In Komt eens kijken! voorraad een en koopt dit jaar eens vroeg! U heelt dan de beste kansen! BEHANGSELPAPIER Grondpapier - Glaspapier Behangsellinnen Plaksel - Spijkertjes KORTE TIENDEWEO 22 601)04 TE KOQPi Prima Leesbibl. annex Kantoorboekhandel. Koopsom f 17.000. Aanw. voor pl.m. f 12.000 aan goederen. Pand billijk te huur. Br. No. 1080, Bureau van dit Blad Een met TUIN, VRUCHTBOOMEN en SCHUUR en voorzi&n van Electr, Licht en Waterl^Wing aan de Rijksstraatwegond. Bodegraven Te bevr. Noordzij 23, Bodegraven. groot 1.98.13 H.A. en 1.78.50 H.A. aan den Oudelandscheweg onder Tezamen of afzonderlijk voor het tijdvak 1 Mei 1930—1 Nov. 1933. Inlichtingen bij den eigenaar £j. D. RtNORST te Berkenwoude en bij Notaris J. v. d LEtDhN, Ouderkerk a.d. IJssel, len wiens kantore de inschrijvingsbiljetten worden ingewacht voor 17 April a.s. Ontvangen, ruime keuze DflmtS en KIIIOERHOEOEII Steeds verschillende modellen in groote maten voorradig - Vermaken in ieder gewenscht model. - Aanbevelend, J L. J. Bouter, Groot-Ammers VVVVWVVVVl groot 2500 pond. I gebruikte Helkscbouw. Vraagt prijs wan enz. enz., bij L- VAN LOON Schoonhovensche Veer. Als extra aanbieding hebben;p wij voorradig een 4-tal zeer goede gebruikte in verschillende prijzen. Beleefd aanbevelend, ONDERQETEEKENDE BEVEELT= ZICH BELEEFD AAN, VOOR 'T LEVEREN VAN GELIEVE DE BESTELLINOEN VROEQTIJDIO OP TE OEVEN HOOG ACHT t ND, HAVEN 82 SCHOONHOVEN 3* doesburg Achcsnkovcn Calciné Meerschuim Baronite Vjj Lichtbeeld- T doorrookers nj enz. enz. S Ook In zijn wij enorm gesorteerd vanaf f 17.50 Motor 4 cylinder 40 rem-P. K. Ach t er br ug speciale constructie, waardoor gewicht gedragen wordt op het einde van de ashuizen, niet door de draaiende assen. Remmen: zes, alle van het inwendig-uitzet- tende type en geheel ingesloten. Stuuroverbrenging. nastelbaal worm- en sectortype. Vee ren. bij zonder soepel. Schokdempers. „Houdaille", dubbelwerkend type vóór en achter. Voorruit: Tripled onsplinterbaar glas. OMOBIEL FABRIEK, ROTTER DAM N.V. NEDERLANDS Grootste keuze in alle prijzen vindt tl bij Promenadewagens Klapwagens Huishoudelijke Artikelen in groote verscheidenheid Porcelein-, Thee-, Eet- en Ontbijtserviezen in moderne decors GERO ALPACCA - GERO ZILVER FORNUIZEN in alle prijzen en maten I voor kolen en gas. Kom «ens zien bij saw Speciaal adres in Werkmansgoederen KOOPT NU UW RIJWIEL BIJ 1 W. DE VOS Rijwielhandel Goudriaan 91 Keuze uit verschillende merken: Simplez - Burgera E.N.R. - Gazelle Juncker J.C.R. - Estafette - Neder- landsche Kroon - en speciaal de aandacht gevestigd op de RIJWIELEN gemerkt DE VOS. KI D Vraagt tevens demonstratie met Philips Standaard combinatie. 1 zoowel groote als kleine golf lang 5-6—7 Met< r, 15-20 Centi-Meter aan de kop Voordee lige prijzen, Slooperij Krimpen d. Ij stel C, D, HEUVELMAN, Alles moet wegKoop nu! Opruiming van een groote partij Imitatie LANCASTER GORDIJNEN MET FRANJE I. 225 c.M., br. van 1 tot 2 M. vanat f 0.40. - China-Malten en Behangpapier, em. I N.8. Ook nog aan te.bieden: 1 Salon-Ameublement van f 1000 voor f375. 1 vaste Waschtafel TWEEDE BLAD door JAN KUKUIT. Teun treurt over Gouda Ditmaal was het die oude Teun die het gesprak begon. Hij had uitten zuchten en draaien en wringen, ma.ar kan blijkbaar miet goed voor den dag kamen met hetgeen hij op het liart had en dim beproefde ik hem te helpen en vroeg: „Scheelteer wat aan, Teun? Je uit zoo benauwd te kijken" ,Ja Jan. datar scheelt net wat aan Ik ben eigenlijk Gouwenaar We keken allemaal naar Teun of we een vlieg hoonden blaffen. omdtat we to taal niet konden begrijpen wat dat voor oen antwoord was Tante maakte zich blijkbaar bezorgd over Teun's geestes toestand en vroeg beminnelijk- ,Wat zeg je Teun? Ben je altijd gnuw naar? Ik heb daar nooit iets van gemerkt." Teun keek haar aan als een kamrbaal een dikken Europeaan en antwoordde: „Neen, Bet, ik ben niet gauw m maar Gouwenaar, ik ben uit Gouda, als je het dan weten wilt Geboren in Gouda, snap je; in de sthd Gouda en daar bee ten de mensohen Gouwenaars „Zeker, zeker, Teun," vervolgde tante nog een beetje onthutst, „dat begrijp ik, maar ik, wat ik niet begrijp is. waarom jij je daarover zoo'n zorg maakt. Het is toch geen schande om in Gouda gebaren te zijn." „Gouda," viel Jodocus op anuitstaan- baren toon in, ^is bekend om zijn ketrk- glaa»n, en stroopwafels en er zijn be hoorlijke mensdhen geboren Men veron derstelt zelfs, dat Erasmus die stad had uitgekozen om geboo^n te worden. >TJij bent een aap," mei Teun viuöh big, „en nou zal ik jullie eens wat zeg gen Het is altijd een ear geweest, om als Gouwenaar geboren te worden. Als je daar ter wereld waart gekomen, dan was, om zoo te zeggen, je bedje g spreid „Je wrieg bedoel je," zei ik grappig. „Jij bent ook een aap," vervolgde Teun onverstoorbaar. ,,'t Wordt hier een heele apenkolonie, fluisterde Jod zacht tegen me, terwij Teun voortgang: „Als je in Gouda was geboren, dan was dat een aanbeveling voor je, in heel je leven 't Is mij gebeurd, dat een po li tie-agent me wilde bekeuren, maar toen ik aan 't naam opgeven was. en ik zei- de: gebaren te Gouda/, zed hij direct: Gaat u dan maar door, meneer „Meneer Teun zei hij toch zeker?' ■vroeg Jod. „Tegen apen spreek ik niet," sprak Teun „Nou, ik ben Gouwenaar en daar was ik eerst altijd trotsch op, maar niet meer Ai lang niet meer." „Waarom niet, Teun?" informeerde tante. „Waarom niet? Waarom miet? Leizen juitliie dan geen kranten? En hoor je noodt iets van wat er bij je buren ge beurt?" We keken elkaar vragend aan entoen opperde ik: „Bedoel je misschien die gijzeling, waar we 't onlangs over hadden?" Was 't daar maar bij gebleven, dan zou ik er nog wel overheen kunnen komen, maar er ie zooveel bijgekomen. Eerst is (het geweest de geschiedenis met dat katje „Met een katje?" vroegen we ver baasd „Daar hebben we noodt iets van gehoord." „Nou ja, hoe heette dot ding ook, dat ze in beslag hebben genomen vanwege de onfatsoenlijkheid?" „Ooooo! De Zwarte Kat, meen je?' loete ik op. „Dat ds tocb, wat dk ook zei," ant woordde Teun, „tik zei toch van dat 87 „Zij bracht een kop koffie naar de oranjerie voor Sir John. Mij had ze er reeds een gegeven. Ik zette mijn kop op den schoorsteenmantel en dronk daar de koffie. Ik wist, dot al had zij nliet met haar man gesproken, zij hem wel een kop koffie zou brengen. Mijn tijd was gekomen. In één oagenblik vormde ik mijn plan en besloot ik de kans te wa gon. In één oogenblik, terwijl zij den kop naast Sir John neerzette, terwijl die oogen van Sar Alan gevestigd waren op de piano, terwijl dk achteloos met mijn iepeitje scheen te spelen, in dat oogen- hlik gelukte het mij om een kleine hoe veelheid arsenicum in een der kopjes te doen. JBst was een waagstuk, maar ik was op mijn hoede, er stonden nog twee leege kopjes op het Wad. Het was nu de vraag, welke zij zou uitkiezen. Als zij een ren de leege kopjes had genomen, KW ik het vergif wel uit de andere ver wijderd hebben. Als zij ongelukkigerwijs voor haar zelf koffie zou hebben ge schonken in den vergiftigden kop, dan kw ik onder een of ander voorwendsel naar de kop hebben afgenomen en die op den grond hebben laten rellen. Ieder on- dordeel had ik in den geest voorbereid. Uitedijk stond ik daar kalm en schijn- w«r «ander eernige opmerkzaamheid toe w men, maar dn mijn hart laaide hoog tl r&n hartstocht en haat „Ik bewoog mij niet; ik stond tegen lotomd en kon ïïïi,TTi be7'Vm8*n KMieehAn. Zij fcut kopje kojfie neut Sir John NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Schoenho.ee,eh< Courant VALID Afl 11 APRIL 1*30. katje. Of H nou een zwarte of sn wdtts is, komt er niet op aan. Dat was dus om zoo te zeggen een heel ding voor ons vGouwenaars, AUs ik het goed heb be grepen, wat 't een soortement van. kramt, die vol met vloeken en zulke dingen stond. Je begrijpt, dat we geschrokken zijn, dat de Gouwenaars, die altijd in eer en deugd geleefd hebben, zoo iets konden voortbrengen." „Ja, Teun dat begrijpen we," zei tan te, „zoo iet# pakt je aan. Ga maar door." „Toen is gekomen dat geval met de gijzeling, waar ze een man drie maan den dn 't gevang hebben gezet omdat zijn geld op was We schrokken weer en dachten sjonge, sjonge, dat is nou toch eigenlijk nkks voor een Gouwenaar, om zoo iets te doen. We waren nog alle maal in de put daarover en toen kwam er weer wat, dat nog voortduurt. Ze zijn mou in Gouda beaig om elkaar uit te schelden „Dat kotmt in de beste families voor, Teun," troostte Jodocus. „Als iemand geestig scheldt, ie er niets tegen om er een poosje mee door te gaan Vondel en Shakespeare bijvoorbeeld, die kunnen schelden, dat 't een lust is, om naar te luisteren." „Die lui ken ik niet," sprak Teun, „maar ik houd niet van schelden Fat soenlijke mensohen scheiden niet." „Wie saheldt er in Gouda?" vroeg ik. „Daar is een zekere roeneer Zuidetma, die regulier te keer gaat tegen den wet houder Staal, in de krhflt. Iedere week en daarmee brengt hij Gouda weer in opspraak. Ik vrind te erg dat ze zoo'n mooie sthd zulke dingen aandoen." „Teun," zei ik plechtig, „ik wriï je hel pen Iaat ons een vereenigrimg oprich ten Het eenige wat in zulke dingen kan helpen is een vereenntging. Laat ons stichten de Vereenngnmg tot zedelijke verbetering van Gouda en deszelfs inwo ners. Jij wordt president en ik zal me een benoeming als eere-voorn-tter laten welgevallen." „Ik wtil geen aap in de vereentitging," besloot Teun nijdig en hij ging heen. Even buiten de stad maakt de SeLam- gor-Rivier een bocht, om zioh direct daarop te verbroeden. Dit stukje strand vormt een uitste kende gelegenheid om te baden, terwijl eenige meters van den kant, het water diep genoeg is om er in te duiken. lederen morgen, voor dat de stralen van de aan te sterk worden, stopt een auto op den grooten'weg, vlak bij het strand Er stapt dan een jonge vrouw uit, doe gevolgd wordt door haar Ghi- neesohe kamenier. Ze geeft haar man tel aan de kamenier, en duikt van een der rotsen af in de rivier, waarvan het water zoo helder is, dat men bijna den bodem kan zien. Het is de jonge vtouw van Dick Mar tin, den directeur van een aantal in de buurt liggende mijnen. Zij is nog niet lang genoeg in deze streek, om zich reeds aan de schoonheid ervan verzadigd te hebben. Op zekeren morgen, toen zij weer op het strand van het baden zat uit te rus ten, werd haar aandacht opeens getrok ken door een klein voorwerp, dat de ri vier kwam afzakken. Het was haar tot op eendge metera genaderd, toen ze het gewaar werd en goed kijkend, zag ze, dat het ©en kleine oorlogsprauw was. die recht op haar toesteven de. Het scheepje was nieit grooter dan een halven meter; het was echter mooi en tot in alle onderdooien nauwkeurig nage maakt Mary had het bootje uit het wa ter gehaald en bekeek het aandachtig neer, Ik zag, dat zij haar ima.n aankeek en hij haar. Toen kwam zij langzaam terug naar de tafel en stond een oogen blik zwijgend etü. Ik lette zoo scherp op haar, dat mijn oogen m onmiddellijk contact met mijn ziel schenen te staan. Ik wa« gereed iedere zenuw was daarop tot het uiterste gespannen otm mij om te wenden en den kop uit haar handen te rukken, als zij die voor eenig ander doel zou willen gebruiken. Mijn hart bonsde, mijn oogen waren als vuurballen en ik was bang een kreet te zullen geven als zij iets anders met den kop zou doen. Zij nam den zilveren koffiepot op drie kopjes standen voor haar, twee geheel leeg, één bevattende vergif. Welke van deze zou zij nemen? Dat oagenblik van spanning scheen mij eindelooe toe. Mijn hart gaf één en ge weldigen slag, toen ik zag, dat zij de koffie goot in het vergiftigde kopje. .Zij vulde het en .ik zag het haar bren- l naar de oranjerie en naast haar man neeraetten. Be bleef op mijn plaats staan en volgde itn den spiegel allee met mijn oogen. Hester Blair kwam terug en ver liet kotrt daarna de kamer. Ik zag, dat haar man het vergiftigde kopje aan ztjn lippen bracht en ik wist, dat mijn booze daad was valbrtaaht. „Hoe kan ik u vertellen, wat er nn volgde. De wreeds moord was slecht wat er op volgde was voor mij nog er ger Het duutrde niet lang voor de doods pijnen Angus Graham> Blair aangrepen; zijn kreten waren afschuwelijk nog kl'tnken ze mij in de oonen. Iedereen was anteteid, hij werd naar zijn kamer gedragen en het Heek al spoedig, dat hij stervende was. Twee dokters, die juist Gra/vesale voorbij waren gereden, werden geroepen en hiun uitspraak was onmid dellijk dat hij vergiftigd was door arsenicum. Hij lag daar, arme kerel, af schuwelijke pijnen lijdend en ik, de man die hem 'had gedood, stond aan «ijn zij f van alle kanten. JGk neem het mee naar huis," rei M „Het zal aardig staan in de galerij." De Chdmeesche vrouw sloeg den man tel om haar heen, en Mary ging naar haar eiuito. Onderweg naar huis tilde zij toevallig een der luikjes op, die in het dek van het kleine scheepje waren aan gebracht. „0, Arnahl" riep ze uit, „het zit rol pakjes!" Ze haalde er een uit, dat in 'n •tukje linnen was genaaid „Bah!" riep ze toen, „wat een vreeeelijke lucht! Be dorven eten!" en ze wierp het uit den auto. „Kijk, hier is een zilveren geld stuk. Misschien beteekent dat geluk Het scheepje moet een verre reis achter den rug hebben, want het zit vol modder," Op dat oogenblik staken zij juist een der mijnspoortjee over, en plotseling kwam 0t een ijzeren met zand geladen kipkor, im volle vaart op hen af Ze vloog rakelings langs den achterkant van den auto. „Nou, het scheelde maar een haartje, of er was een ongeluk gebeurd," zei Mary. „In ieder geval sohijnt dat bootje geluk aan te brengen." Toen zij de bungalow, waarin ze woon de, genaderd waren, stapte Mary uit en droeg zelf het scheepje naar binnen, waar zij 'bet op een tafeltje in de galerij zette. „Ahmait!" riep zij toen. Op haar roepen verscheen een Malei- sche huisjongen. „Breng eens een doek," zei ze, „en maak dait scheepje schoon Ze wees naar het bootje en de jongen keek er naar met een zonderlinge uit drukking op zijn gericht. „Ja, mem," zei hij toen en verdween, zonder terug te koeren. „Waar ia Ahmat?" vroeg Mary ver baasd, een tijdje later. trAihmat weggegaan!" „"Weggegaan?" riep Mary verbaasd uit. Waar is hij heengegaan?" „We&l niet," was het antwoord. „De denk, dat hij uitgegaan is. Hij iB bang van dat ding!" Met doze laatste woorden wees zij naar bet scheepje. Toen baar man des middags thuis kwam. nam zij hem echter direct mee naar de galerij, om naar het scheepje te kijken. „Nou," zed hij bewonderend, „dat is mooi, hoarl Waarschijnlijk ie het een of ander vaartuig, dat de inlanders bij plechtige reliiigtieruze gebeurtenissen ge bruiken en dat hierheen ia gedreven. Ik zat het eens aan Dr. Slade laten zien. Hij heeft verstond van zulke dingen Na het diner vertelde Mary (haar man van het gevaar, dat zij gdoopen had, toen zij met den ajuto een der mijn- spoortjes 'kruiste en de kipkor hem bijna aangereden had Haar man keek ver schrikt en tegelijk verbaasd op. „Het is zouderfrimg," zlri hij, maar het sohijnt vandaag een echte ongeluks dag te zijn Een van de liiftkoo-en schoot plotseling naar omlaag en wondde twee koelies Je weet wat voor bijgeloavige idioten het zijn, die kerels Ze brengen dat soort van ongelukken altijd in ver band het bovennatuurlijke invloeden Bo vendien hebben een paar Ohineezen ou derling een vechtpartij gehad, en een van hen heb ik on de boeien moeten la ten slaan, omdat hij gestoken had met een mes. Dait beteekent natuurlijk een hoop moeilijkheden met de anderen Dan jouiw avontuur. En om de geschiedenis volmaakt te doen zijn, geloof ik, dot ik een beetje koorts heb" Den volgenden morgen was Martin bepaald ziek Hij zag erg bleek en rilde vreeselijk van de koorts. Hij beweerde, dat het niets te be teekenen had, dat het slechte een beetje malaria was en wei gerde goed te vinden, dat zijn vrouw een dokter haalde. Maar ondanks de talrijke doses quinine en asperime bleef zijn tem peratuur stijgen, zoodot hij het tenslotte goedvond, dat Slade, de dokter van de maatschappijen, geroepen werd. Terwijl en scheen medelijden met hem te hebben. „Maar ik had geen gedachte van wat Or zou volgen. Ddt was nog maar een be gin van de gevolgen van mijn zwarte misdaad" Hij zweeg eenige oagenMikken, maar ndote verbrak de stilte van de kamer. hoofdstuk lvi. Om zes uur in den morsen. Ik had niet kunnen droomen van wat er nu zou volgen, zooals dk reeds zeide. Ndemantd had gedacht aan Barones Blair zoo groot was de verwarring en ont steltenis geweest. Plotseling trad zij de kamer bannen. Ik hoorde (later, dat zij niets wist van wat er gebeurd was, tot dat haar kamenier /haar ging zoeken. „Zij kwam geheel onverwacht de'ka mer binnen en zag er bleek en ontdaan nart. Zij snelde met uitgestrekte armen naar het ledikant, toen de stervende zich plotseling verhief en haar aanstaarde Noodt zal ik d&t vreeeelijke gelaat ver geten! Zijn oogen schoten vuur, hij hief de rechterhand op en wees naar haar met zijn vinger. „Jij hebt het gedaan!" riep hij uit. „Ik ben stervende, vergif tigd als een rat in een val en jij hebt het gedaan!" Iedereen trok zioh ver schrikt en vol afschuw van haar terue. „Jij hebt mij een kop koffie gebracht in de oranjerie," zei hij, „en die heeft mij gedood Iemand, ik geloof <iat het kapitein1 Jawee was, riep uit, dat dit een afschuwelijke beschuldiging was. Mijn eerste ingeving was om uit te roe pen, dot zij volmaakt onschuldig was! Dat ik het was, die het had gedaan! Mijn tweede gedachte was om mij stil te houden en een* te zien, wat er van sou komen. Deze zelfde beschuldiging kon wel eens bet middel zijn om haar deze Martin onderzocht, ging Mary naar de galerij. „Mem," zea de ChdneesChe vrouw, „meen, doe dóet boot weg." „Wiaarvoor dn hemelsnaam?" riep Mary vedbaasd uit. •►Die boot brengt ongeluk! Ze maait toean ziek. Ahmat zei, dat, als mem de boot houdt, toean zal sterven." „Praat geen onzin," zei Mary boos. ,En wanneer heb je Ahmat gezien? Ik dacht, dat hij vertrokken was!" „Alhmait was buiiiten. Hij wou niet bin nenkomen. Hij zegt, dat de boot een geestenboot ie. Ze voert ziekten weg van do kampong Alle mean boot in huis houdt, toean sterven zal." „Amah!" riep Mary uit, „als j© nog eem zulke dingen zegt, zal ik je ont slaan!" Toen Dr. Slade de kamer van haar man verliet, toonde ze hem het scheepje en vertelde hem, wat de arnath had ge zegd. ,Het is een lanchang, en een heel mooie ook," zeilde Slade. „Wanneer een bekende petrsoonlïjOdh md in, de kampong ziek wordt, spreekt de plaatselijke medi cijnman over zoo'n scheepje aherieri too- varformule's uit en zet het dan in het water. Men neemt don aan, dat het al le ziekten en onheilen meevoert naar de plaats, waar het landt Trek u van het geen de bedienden zeggen, niets aan, me vrouwtje. Uw men heeft wat koorts, maar we zullen dat spoedig de baas rijn. Ik kom nog wel eens kijken." Den volgenden morgen was Martin nog niets beter, en toen Sla/de hem had- onderzocht, keek hij min of meer ver baasd. „Ik begrijp er niets van," zei hij. -De temperatuur is lager, maar die ab normal© zwakt© van hem maakt me zorgen. Er is iets zonderling» aan het heele geval." Mary's onderlip beefde. „Maak u niet ongerust, mevrouwtje," zei hij, haar op den sohouder kloppend. „Ik verwacht vanavond Henderson bij me. Hij is spe cialist in dergelijk© gehedmminivige infec ties en als uw man een of andere in fectie heeft opgedaan itn d© mijnen, zal hij wel weten, hoe hém t© behandelen." Toen de dokter weg was, keek Mary toevallig naar het scheepje. Ze bleef een oogenblik in gedachten verzonken staan en riep toen Amaih. „Ik wil Ahmat spre ken," zei ze „Ga hem zoeken." Toen Ahmat kwam en Mary hem vroeg, wat er aan scheelde, herhaalde hij de waarschuwing. „Doe de boot weg," zei hij dringend. „Goed," zei Mary, „ik zal de boot har len, dan kun je ze verbranden." De Qhineesohe deed hevig verschrikt en ook -die Malei soh© jongen Als men de boot zou verbranden, zou haar man zeker sterven. Dien ganschen avond lag Martin in een toestand van verdooving en ten slotte nam Mary een besluit. Zij riep de Ghimeesohe vrouw en zed: „Zeg Ahmat dat ik hem direct moet spreken. Zeg hem, dat ik bèrerid ben. te doen, wat de pawamg (toovenaar) wil." Ze ging opnieuw naar den tuin en daar vertelde de Maleisöhe jongen haar, dat, wanneer'de maan om elf uur dien avond het hoogst stond, rij alleen najr het klein© strand moest gaan en daar 't scheepje te water laten. Tevens moest zij een som geldis meenemen, een paar pakjes rijst, die hij, Ahmat zou maken en bovendien iets dat haar man voortdurend gebruikt© of droeg. Op het strand zou de pawamg haar ontmoeten, om de noodige formules uit t© spreken, om het ongeluk te verdrijven. Hoeveel geld moet ik meenemen?" „Twee honderd en vijftig gulden, mem." „Goed. Zeg de pawamg, dat ik er om elf uur zal zijn." De maan stond hoog en het was helder licht ails op den dag, toen Mary haar zoo in mijn macht over te leveren, dat ik haar ten slotte zou kunnen winnen. „Ik heb nooit aan gevaar gedacht," ging hij voort, „mijn eenige gedachte was, dat, wanneer zij zich in gevaar be vond, rij misschien zich tot mij zou wen den als haar vriend. Ik meende, dat er misschien wat moeilijkheden zouden rij zen, eenige onaangenaamheden «ouden zijn en dan zou zij vrij zijn en genogen om naar mij t© luisteren. Maar tot mijn ontzetting werd zij in hechtenis geno men. Zelfs toen zeide ik nog niets, zulk een manster en schurk was ik. „Het vreemdste van het geval was, dot er arsenicum werd gevonden in Hes ter Blair's kaptafel in een geheime la een klein pakje, waarvan een kleine por tie was afgenomen." „Ofschoon ik stervende ben, zooals gij zegt, meet u mij toch wel haten! En noodt zal ik vergeving kunnen vinden voor deze dubbele misdaad eerst een vriend te vermoorden en dan een on schuldige vtouw te laten gevangen ne men in mijn plaats. „U kunt mij niet meer haten, dan ik mijzelf haat. Dt zag haar van wie ik wist, dat «ij zoo onschuldig was als een kind ik zag haar staan in de bank der beklaagden met de oogen van hon derden tnieuwsgderigen op haar gericht. Ik zag haar doodsbleek ontsteld gelaat en haar betraande oogen; ik zag haar angst, haar ontsteltenis, haar wanhoop toch sprak ik niet. Ik wisi, dat haar naam op ieders kppen was, dat zij werd belasterd en beschimpt, dat rij bet voor wierp was ven verachting en boon en toch sprak ik niet „Toch zou ik haar niet hebben laten sterven. Ik zat zoolang het proces duur de in de getredhtenaal, mijn oogen ver lieten haar geen oogenblik. Luisterde naar ieder woord en ik besloot, dat al* d« uitspraak luidde .schuldig", ik ds waarheid sou hebbsn gezegd Ik son huis verliet om naar het strand te gaan, haar men san de hoede van de Ghdnee- sche vrouw toevertrouwend. Ze had een zwarte sjaal om haar hoofd gee lagen én het klein© scheepje droeg zij onder haar arm. In haar hand had rij den wandel- stek van haar man. Tien minuten later was rij op het strand. „Waar is de pawamg?" vroeg zij. De jongen wees naar het strand, waar zij de gestalte van een man zag, die in hol maanlioht heen en weer drentelde. .In dien mem mij wil volgen?" Hij ging naar de donkere gestalte en sprak eemigen tijd met hem. Toen maak te de pawam? een bundeltje open, waar uit hij vier klein© stokjes haalde De einden hiervan spleet 'hij itn tweeën en maakte er toen klein© mandjes van. Ver volgens legde hij er stukjes rerikwerrik in en stak ze aan Toen vroeg hij Mary het scheepje, het geld, dat zij bij zich had gestoken en het zilveren geldstuk tusschen de bakjes met reukwerk te zet ten Zoodra deze plechtigheid iwae vol bracht. mam hij het scheepje op en stak het geld in rijn sarong. Daarna fcreeg hij do kleine pakjes met voedsel, en borg ze, tezamen met het zilveren geld stuk, waaraan hij eeret een saffraan- Meurigen draad had gebonden, itn het bootje, Het andere eind van den draad bond hij stevig vast aan den stok, dien Mairy vasthield. Na haar te hebben gezegd, dot zij, zoodra, het scheepje in het water was getet, den draad moest afbreken, en on middellijk naar huns terugkeeren, waad de de pa/wang langzaam in het water, het bootje voor zich uithoudend. Hij zet te het neer en direct brak Mary den draad door en keerde naar huis terug. Toen ze de kamer betrad, waarin haar mam riek lag, stond de Chineesohe op van haar plaats naast het bed, Mary een toeken gevend, zoo stil mogelijk te zijn. „Toean slaapt," fluisterde rij. Mary liep op haar teenen naar het bed en zag, dat haar mam niet alleen sliep, maar dat hij ook voor het eerst sinds vele uren rustig ademhaalde en dat de INGEZONDEN MEDEDEELING. me niet van pro 5 een troost in t mannenleven. Tzet den man op z'n gemak. En hu voelt zich in de wolken Door wolken van tabak,. ECHTE FRIESCHE 20-50 CT. PER 6NS haar ndet hebben kunnen laten sterven. Mijn leven hing aam een zijden draad. Maar zij, de sohooma, lieve Hestor Blair, zou niet rijm gestorven. „De uitspraak was „anherweHan". Zij was gered en ik was gered. Ik zaïl niet proheeren u te vertellen, hoe zwaar ik leed, ik weet dart ik rechtvaardig werd gestraft. Maar de angst, die ik uitstond, was afschuwelijk! „Onbewezen! Zij was vrij. Er was maar weinig troost voor haar dm die vrijheid' gelegen, wamt de wereld hdeid 'haar voor schuldig haar man was ge storven met een beschuldiging van haar op^de flappen en ar was arsenicum ge vonden, in haar toilettafel niemand gedoofd© in haar onschuld. Zooals ik reed» vroeger mijn tijd gekomen had ge- adht, vond ik ook nu de gelegenheid gun stig. Ik gdng regelrecht naar haar toe en vroeg haar met mij to trouwen. Ik dacht, dait rij bewogen zou wooden door mijn edelmoedigheid, mijn grootheid van ziel, mijn verlangen om haar te bescher men tegen de wereld,, mijn wensah om haar smarten en zoogen te deelen. Ik dach t, dart diit alles haar hart zou roeren en dait dood 'het ook. „Maar zij wilide niet met mij trouwen. Zij was vriendelijk, lief en goed voor mij, zooafl» rij nog nooilt geweest was. Ik had tevergeefs gezondigd. Toch ver loor ik niet alle hoop, ik wilde haar winnen. Ik zou enkel© dagen wegblijven en dam nog een poging doen. Ik heb haar nooirt weer gezien! Zij veodiert Ar- drossam onmiddellijk. Het volgende, dat ik van haar hoorde, wa». dlait rij rich in-geecheerprt bad voor Amerika ander den naam van Annie Malcolm op een boort, geheeten „De Stad vam Paarlen". Daarna vernam ik, dat zij verdronken was, teen deze boort op zee verongohikte. Heeft ooft een mam zoo vreeselijk gezon digd en zoo geheel vergeefs? „Zij Het fssn afscheidsgroet achter

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3