I
I
iVXGTAAX
Miester dessen en Broeken
Levertraan hij Anton Coops, Drogist, Gouda
OPENING HERFSTSEIZOEN
H. A. IIAII BAAREil, SCMllM
W.v.d.BERG
E. PLAATSMAN
C. F. BUSCH
PRIJSVRAAG
Scoli's Emulsie
Zijden [Stoffen
„De Kleine Winst" f
Van Rondom
„Schoonhoven Vooruit"
Medicinale leueriraan
Leeeriraei) Emulsie
Leueriraan ..Jecouiioi"
A. van Walsum Pzn.
Vanaf ZATERDAG 20 SEPTEMBER
Zeer voordeelige aanbieding
in Coupons Zeil, .Matten, Cocos
Vitrages, Kleeden
Zaterdag a.s. OPENING
van het" Herfstseizoen bij
Speciaal adres voor vervormen van Hoeden
tv. VABmnnDscHE vssormtie mmiscHAPPU
Bezoekt onze Meubelmagazijnen
Bedden Dekens
mmj®
SCHEEPENE j»™™
S. W. N. VAN NOOTEN - Schoonhoven
MARKT 12-13 GOUDA
Heden exposeeren wij een schitterende
collectie
Wollen
Katoenen
In fluweel brengen wij een enorme
sgrteeringzoowel in effen als ge
werkte genres.
Pracht collectie Wintermantels
ft ff ff japonnen
Hesren uuintérlassen en -Reoenjasssn
P. J. GROENEN - Schoonhoven
FEUILLETON.
De Broeders des
verderfs.
Mengelwerk.
De trom van men-
schenhuid.
VOOR ONZE ABONNEES
EERSTE BLAD.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, SchoonhovtnsdK Courant
VRIJDAG 19 SEPTEMBER nan
All
bsnoodlgdhedan op Radio» on Ofammaloongablad, ateada hot nieuwste on laagat In prlj*
JAM BROUWER
Toestellen oompleet Onderdooien - Ombouwen Huurkoop, enz.
Haven 83
Telefoon 113
SCHOONHOVEN
10 BONS IS lot
Het BESTUUR der Vereeniging
van Winkeliers en Handeldrijven
de»
herinnert er aan, dat voor elke 10
Bons in den Boekhandel van den
Heer W. TIMMER 1 Lot verkrijg
baar is.
De trekking dor prijzen zal plaats
hebben Donderdagavond 25 Sep
tember, 's avonds 8 uur, in het
Heerenlogement, Schoonhoven.
met geijkt vitaminengehalte bij
Qediplomeerd Drogist A. N. D. B.
te Ouderkerk a.d IJssel.
b«
Koestraot 101, Schoonhoven
Profiteert van deze gelegenheid.
Alles Contant
Aanbevelend.
[STOFFEERDER
VOOR Groote Sorteering - Prima
Kwaliteiten Lage Prijzen NAAR
Heeren-Modehuis „HET SCHEEPJE"
GEZ. HOUTMAN
Lange Tiend weg 7 - GOUDA
Hoeden en Petten
IIIIIIIIIIIUIIIIIIIIU
I1I1U1II11UE
Lopikerstr, 15, Schoonhoven
Nieuwe modellen 3
Pracht collectie 5
HAARDEN
E. M. Jaaisma, Vulcana,
Jan Jaarsma, Bechers enz., alsmede graote collectie
Haa(rdkaclielsv nieuwste modellen en verbeteringen.
Vul- Kantoor- en Sc h oo I k a chela
Kachel platen-Vulemmers-Kolenbakken
Vakkundigs voorlichting en plaatsing
Levering frntioo
EEN KEUS UIT MEER DAN 100 MODELLEN
Gevestigd te Rotterdam
Kapitaal f 1.000 000 waarvan geplaatst en volgestort f 500.000.—
Sluit brandverzekeringen op woonhuizen en inboedels, winkels, pak-
huizen, boerderijen enz. met inhoud op de conditiën van de Rotter-
damsche BEURSPOLIS GEEN HERB0U;W Agenten:
J. Baron, Nieuwpoort L. v. d Perk, Middelweg C 149, Nieuw Lekkerland,
Kachels Wêêêêê Fornuizen
Aanbevelend RUIME KeUZE.
P. J. DE HOOG y. d. BE HG IIHayen W.-Z 6, Schoonhoven
UIT VOORRAAD:
Varkenshokken en Zeunings, Hak-
bank, Kruiwagens, Baggerstokken,
Zakkebandtouw 16 ct. de Kilo, enz.,
A. EIJKELENBOOM, Oud-Alblas
Ondertrouwkaarten
S. W. N. v. Nooten
Schoonhoven 11
Weef is het bijna winter.""
Weer staat de Mode in
het brandpunt der ber
langstèlfing. Weer dwalen
Uw blikken langs de eta
lages, op zoek naar iets
moois, iets nieuws, iets
dat U zal kunnen ver
zoenen met de schaduw
zijden van den killen
wintertijd t een slanke
avondjapon, een koeste-
i rende mantel, een warme
japon voor in huis. Be
perk U niet tot onze
etalages. Treed binnen.
We verlangen er naar om
U onze Wintercollectie te
lóten zien. We hebben
er zorg aan besteed.
bij VOSS.
B J. VOSS ZONEN K HOOGSTR. 5
ROTTERDAM
DEN HAAG: SPUISTRAAT/HOFWEG
HÖUTVERK00PING.
Deurwaarders v. d. Werve en den Boer
te Gouda zullen op
Woensdag 24 September 1930
's morgens 10 uur,
op het terrein van N. VAN DER
SPRONG aan de Karnemelksloot te
Gouda, publiek contant verkoopen:
VERSCHILLENDE HOUTWAREN
bestaasde uit: Balken, Deuren, Ra
men, Schroten, en een Muziektent.
ALLEENVERKOOP VOOR SCHOONHOVEN
MAGAZIJN «CUBA» LOPIKERSTR A AT 3
HANDELSDRUKWERK
Spoedig - Net Billijk
Stalen-pollecties worden op
aanvraag gaarne toegezonden
N.V. Nederl. Bouw-Mij. „Eigen Woning", Zutphen
Door slechts 10 te storten van den geheelen kostprijs is
ieder in de gelegenheid een EIGEN HUIS te laten bouwen.
Jaarlasten met inbegrip van aflossing beslist niet duurder dan
van een huurhuis.
Grond en huis komen direct op Uw naam. Dus geen huurkoop.
Gegadigden voor een woning kunnen inlichtingen verkrijgen bij
den Architect der Mij. P. v. d. M \ST, die zitting zal houden as.
Woensdagavond 24 Sept. van 7—8J uur in de Molksalon „Hoilandia",
tegenover het Stadhuis, Schoonhoven.
Korte Tiendeweg 22 Gouda f
DRAAGT ONZt BLKtNDE
PRIMA KWALITEIT
LAAGST IN PRIJS
NIEUW! NIEUW!
Zoo juist ontvangen:
Nergens zoo goedkoope en mooie
DAMESHOEDEN
Bontkragen, Pullovers, Vesten, Handschoenen
I e 18 nieuws ontvangen in
AU altijd
zeer lage prijzen en groote keuze
A
TWEEDE blad
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EU UTRECHT, Schoonhovnuche Courant
VRIJDAtt IV SEPTEMBER WO.
door
JAN KflJKtMT.
Alblasserdam heeft one aller
aandacht
„Jan," zei tante tot me, nadat ze een
tijd peinzend voor zich uit had zitten
kijken, „wil jij Jod eens voor mij roe-
pen."
„Zeker tante," antwoordde ik bereid
willig en ik gilde: „JÓÓdÓd I f 11"
„Neen, Jan, dat kan ik ook. Hij ie
boven, ga hem even roepen."
Ik deed het en Jod kwam.
„Jodocus," begon tante, „ik heb je
hulp noodig. Jij bent zooveel knapper
dan ik
„Tante," riep ik waarschuwend, „maak
hem niet gek!"
„Jij moest me eens vertellen,** ver
volgde tante, „wat een halve ambtenaar
is."
„Dat kan ik ook wel," antwoordde ik
voor Jod nog iets gezegd had, „een hal
ve ambtenaar is een doorgesneden of
doorgezaagde ambtenaar, zooiets als een
halve gedraaide, een halve biefstuk, of
een half ei."
Jod keek eonigszins onthutst. Het be
roep op zijn knapheid had zijn borst
doen zwellen, maax hij wist niet goed
weg met de vraag van tante en hij zei
daarom:
„Kunt u uw vraag met wat nader toe
lichten?"
„Ik lees hier," hernam tante, terwijl
zij haar geliefde Schoonhovensche Cou
rant weer opnam, „in den raad van Al
blasserdam, dat de heer Veen gezegd
heeft dat de salarissen zijn verhoogd,
maar niet die van de halve ambtenaren
en dan staat er tusschen haakjes bij:
als schoonmakers en klokluider."
„0," "riep Jod opgelucht, „nu weet ik
't al. Meneer Veen bedoelt iemand die
niet heelemaal ambtenaar is, maar
toch wel in dienst der gemeente. Die
naam is nog zoo gek niet."
„Is dan'de weduwe Zwartbol ook een
halve ambtenares?"
„Wat doet ze?"
„Ze is directrice van de gemeente-rei
niging, maar ze maakte er maar een
grapje van," antwoordde tante.
„Een grapje," vroeg ik verbaasd, „de
gemeentereiniging is anders heelemaal
geen grap. Hoe bedoelt u dat"'
„Die weduwe had de reiniging aan
genomen, maar 't ging niet goed. Todp
hebben B. en W. haar bij zich geroepen,
maar ze haalde haar schouders op en
lachte. Ze kreeg boete, maar toch wilde
ze haar .contract niet laten ontbinden,
ïaar als je het mij vraagt geloof ik dat
le schuld niet bij haar alleen ligt, want
in hetzelfde verslag lees ik nog, dat de
pleeën in den polder zoo slecht verzorgd
zijn, dat men ze op een afstand kan rui
ken."
„Ja," zei ik, „dat(heb ik ook A?elezefi,
maar 't is nog erger. De heer Hardam
heeft daarover nog gezegd: „Men zit
soms zonder erg in den bruinen re
gen."
„Nou," vervolgde tante met overtui
ging, „daar kan toch zeker de weduwe
Zwartbol niets aan doen."
Ik had ondertuschen de courant van
tante overgenomen en stelde deze vraag
„Waarom kunnen ze in Alblasserdam
niet over een weg loopen?"
„Ga nou door met je onzin,'* viel Jod
verstoord in.
De onzin komt van jou. Ik herhaal
het: in Alblasserdam kunnen ze niet
over een weg loopen. Als de menschen
daar een rondje willen maken en ze ko
men voor een weg, kunnen ze daar niel
over."
„Zeker afgesloten," meende tante.
„Neen, niets van dien aard. Luister
maar eens;
„De boer Smit wijst er op dat aan de
Oranjestraat de brug weer weg is. Nu
kan men geen rondje meer maken."
door
WLLUAM HOLT.
2
Maar het meisje had van schrik haar
spraakvermogen verloren en zij heeft het
sinds dien helaas niet terug gekregen.
Ik heb haar ter verpleging in een zie
kenhuis doen opnemen, waar de zusters
haar teeder verzorgen. Maar nu komt het
fraaiste. Drie dagen nadat dit avontuur
voorviel, ontving ik een briefje, ondertee
kend door de Broeders des Verderfs, die
van mij eischten, dat ik hen bekend zou
makén met de sohuilplaats van het arme
meisje. Ik begreep nu dat ik het kind uit
hun klauwen had gered en gij begrijpt
dat mijn eer mij verbiedt hun slachtoffer
weer aan hen over te leveren. Ik heb
op hun dreigbrtefje en op een tweede,
dat volgde, niet geantwoord en nu ont
ving ik op dit driekante stukje papier
mijn doodvonnis. Dit is alles wat ik van
de Broeders weet."
De Engelschman had vol belangstel
ling dit verhaal aangeboord en riep nu
uit:
Maar is niets dan Voor deze schurken
veilig?"
„Niets, mijn vriend, èn justitie èn po
litie staan machteloos tegenover de on
bekende misdadigers, die nergens een
spoor achterlaten."
„Maar hoe moest gij hen op de hoogte
brengen van de verblijfplaats van het
meisje, dat gij gered hebt?"
„Ik moest die door een onschuldige
advertentie in de „Figaro" bekend ma
ken."
„Er was dus," ging ik voort, „aan de
Oranjestraat een brug, van die brug is
een weg gemaakt of juister gezegd er
is een weg in dg plaats gekomen van
die brug. De brug is weer „weg1**!
„Weineen, Jan," lachte tante, „de
brug is weg, opgeruimd, vort, verdwe
nen."
„Neen, tante, u hebt 't mis, want on
middellijk na de klacht van den heer
Smit antwoordde de voorzitter: „'t Is
een particuliere weg". U ziet dus dat de
brug veranderd is in een particuliere
weg en dat de liefhebbers van een rondje
niet meer over dien weg kunnen.'-
,Jk denk," zei tante, „dat dié toe
stand niet lang zal duren, want er zijn
in Alblasserdam gevaarlijke menschen.
Zij hebben daar liefst twee soorten van
revolutionnairen: roode en zwarte revo-
lutionnairen en als er dan geen brug
is of een weg waar de rondjesgevers niet
over mogen, dan zullen die zwarten en
rooden er wel een soort van sovjet ma
ken."
„Ze hebben daar anders ook een
zwarte lijst, zie ik," sprak Jod, „en ik
denk dat de veldwachter wel al die roo
den en zwarten op de zwarte lijst heeft
gezet."
„As je de zwarten op| een zwarte lijst
zet, dan zie er niks van," betoogde Ouwe
Teun.
James Briges kwam op een avond bij'
ons binnenstormen en riep uit:
„Jim, ouwe jongenik heb ellendig
nieuws I"
„Toch niet in verband met miss Gran
ville?"
„In zekeren zin wel. Het is af
maar er is meeren veel erger....
ik kan 't me zelf nauwelijks voorstellen.,
ik voel me versuft't is te erg. Her
inner je je nog, dat, toen we samen in
Winchester waren, mijn vader in den
oorlog tegen de Matabelen gedood werd?"
Ik knikte van ja.
„Nou dan.. ..ik hoorde vandaag, dat
hij niet door de Matabelen gedood is,
maar wegens moord in Buluwavo opge
hangen werd. Met andere woorden, dat ik
de zoon van een moordenaar ben
„Opgehangen," riep ik verschrikt uit.
„Maar dat moet een vergissing zijn, jon
gen."
„Neen," kreunde James, „het is jam
mer genoeg waar. Ik heb een kranten
knipsel uit dien tijd gezien en ik ben de
zoon van een moordenaar, een roover,
een dief en een valsche speler. De oude
Granville beeft het me vanavond verteld.
Toen was onze verloving natuurlijk uit"
„En je moeder?" vroeg ik. „Heb je
die al gesproken?"
„Och, dat arme moedertje," kreunde
hij. „Ze wist het allang en haar eenige
doel is geweest, het voor mij verborgen
te houden. Daarom had ze me verteld,
dat hij een eervollen dood op het slagveld
gestorven was. Ik ben er altijd verwon
derd over geweest, waarom mijn moeder
toch gedrukt en neerslachtig was. Nu
weet ik het. Groote hemel, wat een le
ven is dat voor haar geweest."
Hij stond op en liep enkele minuten
de kamer op en neer; dan bleef hij vlak
voor me staan met een van ontroering
verwrongen gezicht.
„Maar ik geloof het niet, Jim," zei hij,
en zijn stem klonk beslist. „Ik geloof het
niet en mijn moeder al evenmin. li
onmogelijk om dien grooten, stoeren en
goedigen man, die mijn vader was, te
vereenzelvigen met een dief, een moorde
naar en een valschen speler. En toch,
volgens de bewering van den ouden Gran
ville en de uitknipsels die hij mij heeft
laten zien, moet Richard Br ges een van
de grootste schurken van Zuid-Afrika ge
weest zijn. Ik ben er innig van overtuigd,
dat hij zoo iets niet gedaan kan hebben,
en al mag het op het eerste gezicht alle-
„Maar waarom zijn zij u niet nagegaan
en hebben zij zoo niet het adres van hun
slachtoffer nagevorscht?"
„O, ik was op mijn hoede. Ik weet niet
waardoor, maar onmiddellijk, toen ik het
meisje redde, dacht ik aan de Broeders
dos Verderfs. Ik heb het kind den vol
genden morgen dadejijk vervoerd en pas
moet ik van de villa vertrokken zijn ge
weest, toen iemand naar het meisje ge-
informeerd heeft. Die onbekende hoorde
daar, dat ik, de graaf de Tournel, haar
had weggevoerd en dus hebben zif van
mij haar schuilplaats willen vernemen.
Gij begrijpt, dat ik niet zoo onvoorzichtig
geweest ben, het meisje nog eens te gaan
bezoeken, daar de schurken mij wel door
een spion zullen laten volgen en zoo er
achter zouden komen, waar zij verbor
gen it"
„Maar is zij wel veilig in het gesticht,
waar zij vertoeft?"
„Volkomen, de overste, die mij kent, is
gewaarschuwd en bij elke mogelijke na
vraag zal men niets gewaar worden."
,;En het meisje mist nog steeds haar
spraakvermogen?"
„Helaas, ja, kon zij spreken, dan zou
den wij misschien van haar de nocltiige
inlichtingen kunnen verkrijgen om de
schurken te kunnen uitvinden. Laten wij
hopen, dat zij geneest, maar intusschen
moeten wij ons best doen, de Broeders
des Verderfs zelve in het verderf te
storten."
„Ik rust niet voor dit doel bereikt is,"
antwoordde lord Nibblington, „maar on
ze eerste zorg moet zijn uw leven uit de
handen dier misdadigers te redden. Zou
den zij u willen vergiftigen?"
„Misschien wel, misschien niet. Zij
hebben vele manieren om hun vijanden
te dooden. Een viel er door een dolkstoot
getroffen; een inspecteur van politie, die
zich hun haat op den hals had gehaald'
werd verdronken in de Seine gevonden
-maal ontwijfelbaar zeker schijnen, ik ben
van plan om zijn naam van ajien blaam
te zuiveren. Vrijdag vertrek ik naar Zuid-
Afrika."
„Jij naar Zuid-Afrika?" riep ik uit.
„En je werk dan?"
„Mijn werk moet maar wachten. Iki
moet den smet van den naam van mijn
vader afwisschen en ik ben van plan, dat
op een of andere manier klaar te spelen.
En daarom ben ik bij jou gekomen, ouwe
jongen, want ik moet jou met rae mee
hebben. Iemand, die in Rhodesia zoo be
kend ii als jij, is juist de man, die me
helpen kan. Toe, zég, dat je meegaat."
Het kwam me de meest hopelooze
zaak voor, waarvoor ik nog ooit geetaan
had, maar James was zoo in de war, dat
ik besloot hem te helpen, zooveel ik kon.
„In orde, James," zei ik. „Ik ga mee.
Maar verwacht er niet te veel van Denk
er wel aan, het is 20 jaar geleden. Het
zal een heele toer zijn, na zooveel jaren
nog bewijzen te vinden."
Gedurende de reis hadden we allen tijd
om de weinige informaties, die James
van de zakenwaarnemers had weten bij
een te krijgen, op ons gemak na te plui
zen.
In het jaar 1893 had Richard Briges,
die een nogal bekgnd mijningenieur was,
een tocht naar Rhodesia ondernomen,
met de bedoeling, op zoek te gaan naar
goud en diamanten Hij was vergezeld
van een vriend, Thomas Symes, een ge
wezen zee-offcier; na een kort oponthoud
te Buluwayo waren ze samen Noord
waarts gegaan over de Guai-rivier, naar
een toenmaals nog zoo goed als geheel
onbekends" landstreek. Na ruim een jaar
was Symes alle enteruggekeerd en had
verteld, dat zijn metgezel door de Mata
belen was gedood; gedurende een half
jaar had hij in Buluwayo een losbandig
leven geleid en was ten slotte wegens
moord geëxecuteerd. De moord en de ver
schillende diefstallen en beroovingen
stonden absoluut vast en hij had ze bo
vendien ter terechtzitting bekend. Naar
mijn meening was het dus een vechten te
gen windmolens. Maar Jafnes, die vast
van zijn vader's onschuld overtuigd was,
weigerde beslist aan een mislukking ge
loof te slaan.
„We kunnen op het oogenblik nog geen
enkele veronderstelling met zekerheid
maken," beweerde hij dan. Op het eerste
gezicht ia er wel niet veel kans, maar
niemand, die mijn vader gekend heeft,
zou hem tot zulke misdaden in staat ge
acht kunnen hebben. Hoe dan ook, ik
moet zijn naam in eer herstellen, Jim."
Mijn gedachten gingen terug naar een
stoeren, door de zon verbranden man met
vriendelijke manieren, die op zekeren dag
aan de school was gekomen en James met
al zijn vriendjes feestelijk bij een koek
kraam onthaald had. Later had hij, op
yerzoek van zijn zoontje, ons de tatoeeë-
ring op zijn borst laten zien, waarop
James als kind zoo trotsch was geweest.
Ik herinnerde me nog heel goed, hoe wij
in kinderlijke bewondering naar het kun
stig getekende portret van Nelson, met
zijn eene oog en zijn leege mouw, hadden
gekeken en naar het onderschrift: „En
geland verwacht, dat in deze dagen ieder
man zijn plicht zal doen." En James
had heel trotsch verteld, dat dit nog lang
niet alles was, maar er een wondermooie
afbeelding van de „Victory" op zijn va
ders rug stond en een leeuw, een arend
en andere dieren op zijn arm?n en beenen
maar Richard Briges had lachend gewei
gerd, ons die ook nog te laten zien.
We kwamen dan in Buluwayo, maar
in de heele stad scheen niemand zich nog
iets van het geval te herinneren. Want
Buluwayo was dan ook ver den kinder
schoenen ontwassen sedert de dagen, dat
Richard Briges er geweest was. Het was
heel moeilijk, ergens een begin voor onze
onderzoekingen te vinden. Zelfs de po
litie kon ons niet helpen en wist niet pens
waar de moordenaar begraven lag. Alleen
een oude herbergier en een paar mijn
werkers herinnerden zich de executie en,
voor zoover ze zich konden herinneren,
hadden ze Briges nooit levend gekend, of
schoon re wel wisten, dat hij geen al te
goeden naam bezat.
Vol wanhoop stelde James voor een
„trek" te wagen naar Barotsiland, het
Hier volgt weer een prijsvraag voor onze abonnees, waaraan
wederom een zaar fraalan prl|» is verbonden.
Onder de advertentie van de Firma BAHLMANN A Co*,
Gouda, in dit nummer zal men vinden drie zinnen waarvan de
woorden door elkaar zijn gezet.
De opgave is om uit deze verwarde woorden drie goede zinnen
te maken.
Ais prijs aan deze prijsvraag is verbonden:
Een spiegel met geslepen facet-
randen in gefigureerd koperen
lijst met twee koperen borstels
De prijs is te zien in het winkelraam van den Heer P. j. OROENEN
Haven 35, Schoonhoven.
district, dat Briges en Symes van plan
geweest waren te onderzoeken, hoewel,
volgens de gegevens, Briges reeds ver
moord was geworden, voordat ze de
Guai-nvier waren overgestoken.
De geheele volgende maand trokken we
dus in de richting, maar, zooals ik wel
verwacht had, konden we van de inboor
lingen geen enkele inlichting winnen over
de twee ontdekkingsreizigers, die zooveel
jaren geleden in hun land waren geweest.
Ten slotte begon James langzaam aan te
gelooven, dat het hem niet gelukken zou,
en stelde voor, omdat het toch niets gaf,
naar Buluwayo terug te keeren. En omdat
de muilezels van onze karavaan ernstig
te lijden hadden van de vliegen, stemde
ik er terstond in toe en trokken we lang
zaam naar Buluwayo terug.
Op een avond, na een bijzonder ver
moeiende „trek", spanden we uit aan een
oude „kraal", welks beschilderde wan
den ons bewezen, dat ze indertijd een
koningsverblijf geweest was en, daar ik
dien middag een eland geschoten had,
waarvan we veel meer vleesch hadden,
dan we zelf konden verorberen, noodig-
den we den iduna en zijn stamgenooten
op ons feestmaal. Om niet voor ons
onder te doen in gastvrijheid, zorgde de
oude hoofdman voor het gebruikelijke
kafferbier, welks voornaamste eigenschap
wel is, dat men er heel gauw dronken
van wordt.
In het leven van den gewonen kaffer
is een vleeschmaal met kafferbier een
buitengewone gebeurtenis en toen het wat
later op den avond geworden was, begon
de algemeene danspartij bij het geroffel
der tomtoms en het krijschen der inland-
sche strijkinstrumenten. Er was een heel
oude dronken Barotsi bij, die dicht naast
mij zat en die onder begeleiding van
vuistslagen op zijn tomtom, een soort van
trom, een eentonig lied voor zich zelf her
haalde over een man, die leeuwen en slan
gen in zijn lichaam had en die het „boo-
ze oog" in zijn borst had. Dat was, zoo
ver ik tenminste verstond, de inhoud van
het gezang, maar omdat zijn tomtom bij
zonder groot was, nam ik dien beleefd
van hem af en James en ik gebruikten
den trommel als tafeltje voor onze nap
pen met kafferbier, dat we voor den
schijn in groote hoeveelheden verzwol
gen.
Maar zoo'n nap is een topzware drink
beker en het duurde dan ook niet lang,
of ik had meer dan de helft van den in
houd van mijn nap over het trommelvel
gemorst. En omdat ik bet speeltuig van
den ouden man, waaraan hij blijkbaar
zeer veel waarde hechtte, niet graag wil
de bederven, depte ik het bier met mijn
zakdoek op en zoodoende verwijderde ik
van het trommelvel een deel van het stof
en baron Laferge, die ook zijn doodvon
nis ontving, doch zich daaraan niet
stoorde, werd op een drijfjacht door een
verdwaalden kogel in het hart getroffen
„Maar dat alles is vreeselijk," merkte
lord Nibblington op, „zij schijnen dan
overal toegang te hebben en zijn blijk
baar van alles wat in de groote wereld
voorvalt, uitmuntend op de hoogte."
„Daaruit valt af te leiden, dat het geen
gewone schurken zijn, die zich onder
dien naam verbergen en de taak door ons
op onze schouderen genomen zal ons
niet licht vallen."
„En het zal raadzaam zijn niemand
te vertrouwen, hoe onmogelijk zijn me
deplichtigheid ons ook moge toeschijnen.
Maar zeg eens, Tournel, zou het niet
goed zijn, indien gij u verborgen hield.
Hoe meer ik over alles nadenk, boe stel
liger ik er van overtuigd raak, dat uw
leven groot gevaar loopt."
Op dit oogenblik werd er weder aan
de kamerdeur geklopt en Ferdinand traif
binnen.
„Daar ia baron de Linar," zei hij tot
den graaf, „hij wenscht u dringend te
spreken."
„De Linar? Maar ik zoi u immers Fer
dinand, dat ik voor niemand thuis ben."
„Ik heb het den heer baron gezegd,
mijnheer de graaf, doch hij tveigerde
heen te gaan, hij moest u spreken." t
De graaf schudde onwillig het hoofd,
maar reeds werd de kamerdeur geopend
en de aangekondigde bezoeker trad on-
genoodigd binnen.
Men kon het hem aanzien dat hij zeer
geagiteerd was, zelfs verkeerde in een
toestand van de hoogste opgewonden
heid.
„Laat Ferdinand gaan," zei hij tot
den graaf en toen deze zich op een wenk
van zijn meester verwijderd had, vervolg
de hij zenuwachtig:
„Vergeef het mij, heeren, dat ik de
vrijheid genomen heb, mij aan uw gezel
schap op te dringen, doch er is iets, dat
mij hier heen drijft, iets van het hoogste
gewicht. Ga vandaag nog op reis, graaf
de Tournel, uw leven loopt gevaar."
Lord Nibblington en de Tournel, zagen
elkav aan met een blik van verbazing
en toen zei de laatste:
„Wat is er toch Linar, spreek gerust,
Nibblington mag alles hooren."
„Welnu," antwoordde de baron, „het
is zooals ik zei de Tournel, uw leven
loopt gevaar, gij zijt ter dood veroordeeld
door de Broeders des Verderfs."
„Ik weet het," antwoordde de graaf
kalm, „hier is hun kennisgeving, gij ver
telt ons dus geen nieuws. Maar zeg mij,
baron, hoe kunt gij dit weten?"
„Hoe ik het weet? Luister! Geen uur
geleden ontving ik onverwachts het be
zoek van een zwaargesluierde dame,
naar haar houding en stem te oordeelen
een jong meisje nog. Zij weigerde haar
naam te noemen, doch zij verzocht mij
u te waarschuwen Ik weet, zei zij, dat
gij zijn vriend zijt, ik smeek u, ga naar
den graaf de Tournel en zeg hem, dat hij
vluchten moet, op reis moet gaan onder
een vreemden naam. zoodat men hem niet
kan volgen, De Broeders des Verderfs
hebben zijn dood gezworen, het plan om
hem te vermoorden is reeds opgemaakt
en als hij niet oogenblikkelijk vlucht, zal
hij den dood niet ontkomen."
vGij begrijpt hoe ik schrikte en de on
bekende dame om meer inlichtingen
vroeg. Zij kon of wilde die niet geven en
herhaalde slechts, dat gij u oogenblikke
lijk moest verbergen. „MeVrouw," zei ik,
..gij kent mijn vriend niet, als gij meent,
dat hij voor een onbekend gevaar op de
vlucht zou gaan. Indien u geen nadere
inlichtingen kunt geven, zal de waar
schuwing, die ik wel overbrengen wil,
geheel nutteloos blijken.' Zij scheen het
toen niet met zich zelve eens en was
en "1, dat er m den loop der jaren
opgekomen was.
„Hé," zei James, het instrument van
mij afnemend en het tegen.het licht hou
dend. „Daar zit een of andere teekening
op. Het lijkt wel iets op een man met
een steek. Hij wreef er stevig met zijn
zakdoek overheen en daardoor kwam er
hoe langer hoe meer van de teekening te
zien, totdat ten slotte duidelijk uit te ken
nen was 't portret van een man in een
ouderwetsche marine-uniform met ster
ren op zijn borst en daaronder een op
schrift in den vorm van een banderolle.
„Dat is geen inlandsch werk," riep il;
verwonderd. „Dat zijn Engelsche letters.
Wrijf nog eens wat harder, James."
Het vuil op het perkament liet zich
echter niet verder verwijderen. Toen
dacht ik aan het fleschje ammonia, dat
ik voor muggenbeten bij me had en ik
mengde er een scheutje van door het kaf
ferbier en goot dat op den tomtom. Zoo
dra de bijtende vloeistof haar wsrk ge
daan had, was een enkele veeg met den
zakdoek genoeg om al het vuil te ver
wijderen en toen kwam het gelaat van
den grooten Nelson te voorschijn met zijn
motto: „Engeland verwacht in deze da
gen, dat ieder man zijn plicht zal doen."
James liet den trommel uiL zijn han
den vallen, alsof het een slang was, die
hem gebeten had.
„Wat heeft dat te beduiden?" vroeg
hij vol ontzetting. „Dat herinner ik me
heel duidelijk."
Ik was intusschen veel te druk bezig
met de andere zijde van den trommel,
om te letten op wat hij zei. Aan dien an
deren kant bracht de ammonia de afbeel
ding van het schip „Victory" te voor
schijn met een brullenden leeuwenkop sr
onder.
„Groote hemel," riep James. „Die tee
kening had mijn vader op ziin rug Gauw
Jim ,veeg wat harder. Rechts daarvan
moet ons familiezegel staan, een arend
met een slang in zijn klauwen en B. B.
er onder.
Ik wreef de aangeduide plaats schoon
en het wapen met de voorletters kwamen
tevoorschijn, juist zooals James ze be
schreven ,had. Er lag iets vreeselijk grie
zeligs en wreedaardigs in het vinden
van de tatoeëring van een doode op het
trommelvel van een tomtom. tweehon
derd mijlen ten Noorden der Zambesi en
het eerste oogenblik was ik te versuft
om me rekenschap te geven, wat dit te
beduiden had.
Toen schoot me plotseling te binnen,
dat dit perkament niets anders kon zijn
dan een toebereide menschenhuid en dat
het de huid van Richard Briges en van
niemand anders wezen kon. Ik zette de
tomtom met een zekeren eerbied neer en
klaarblijkelijk ten prooi aan een heftigen
tweestrijd. Eindelijk haalde zij adem, als
of haar iets benauwde en sprak:
„Welaan, zeg hem dan, dat hij, zoo hij
niet vlucht, in zijn eigen kamer zal ster
ven, nog dezep nacht. Zij voegde er bij,
dat ik al mijn invloed op u zou gebrui
ken, om u tot de vlucht over te halen,
want, zei zij, al mocht hij aan dezen aan
slag ontkomen, dit zou slechts uitstel van
den dood zijn. Als hij niet vlucht en zich
verbergt, zullen de Broeders hem toch
treffen. Toen ging zij heen zooals zij ge-,
komen was en reed weder in een huur
rijtuig weg. Ziedaar, de Tournel, wat ik
u te vertellen heb en ik raad u werkelijk
te vluchten, want bij God, ik voelde, toep
die dame bij mij was, dat dit alles hooge
ernst moest zijn."
De Tournel en zijn vriend hadden den
jongen baron niet onderbroken. Nu zei
de eerste:
,Jk dank u voor uw raad, de Linar,
maar gij bégrijpt, ik zal dien niet opvol
gen Ik weet niet, wat die onbekende
dame bewogen heeft om mij te willen
redden, ook niet, hoe zij achter de ge
heimen komt van de Broeders des Ver
derfs, maar dit is zeker, ik zal niet
vluchten
„Maar dat is roekeloos," riep de Li
nar uit, „gelooft gij dan niet dat de
schurken u willen dooden."
„Ik ben daarvan geheel overtuigd,
maar hun bedreiging jaagt mij geen
vrees aan. Hoor eens de iLinar, ik wil u
in vertrouwen nemen. Luister, hoe ik met
die Broeders in aanraking gekomen ben
en gij zult begrijpen,, waarom ze mijn
dood willen Gij zult tevens hooren, hoe
lord Nibblington en ik ons verbonden
hebben, niet te rusten voor en aleer de
schurken, die zich ander dien naam ver
bergen, ontmaakerd en onschadelijk ge
maakt zijn."
De graaf vertelde nu iljn avontuur