I I iVXGTAAX Miester dessen en Broeken Levertraan hij Anton Coops, Drogist, Gouda OPENING HERFSTSEIZOEN H. A. IIAII BAAREil, SCMllM W.v.d.BERG E. PLAATSMAN C. F. BUSCH PRIJSVRAAG Scoli's Emulsie Zijden [Stoffen „De Kleine Winst" f Van Rondom „Schoonhoven Vooruit" Medicinale leueriraan Leeeriraei) Emulsie Leueriraan ..Jecouiioi" A. van Walsum Pzn. Vanaf ZATERDAG 20 SEPTEMBER Zeer voordeelige aanbieding in Coupons Zeil, .Matten, Cocos Vitrages, Kleeden Zaterdag a.s. OPENING van het" Herfstseizoen bij Speciaal adres voor vervormen van Hoeden tv. VABmnnDscHE vssormtie mmiscHAPPU Bezoekt onze Meubelmagazijnen Bedden Dekens mmj® SCHEEPENE j»™™ S. W. N. VAN NOOTEN - Schoonhoven MARKT 12-13 GOUDA Heden exposeeren wij een schitterende collectie Wollen Katoenen In fluweel brengen wij een enorme sgrteeringzoowel in effen als ge werkte genres. Pracht collectie Wintermantels ft ff ff japonnen Hesren uuintérlassen en -Reoenjasssn P. J. GROENEN - Schoonhoven FEUILLETON. De Broeders des verderfs. Mengelwerk. De trom van men- schenhuid. VOOR ONZE ABONNEES EERSTE BLAD. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, SchoonhovtnsdK Courant VRIJDAG 19 SEPTEMBER nan All bsnoodlgdhedan op Radio» on Ofammaloongablad, ateada hot nieuwste on laagat In prlj* JAM BROUWER Toestellen oompleet Onderdooien - Ombouwen Huurkoop, enz. Haven 83 Telefoon 113 SCHOONHOVEN 10 BONS IS lot Het BESTUUR der Vereeniging van Winkeliers en Handeldrijven de» herinnert er aan, dat voor elke 10 Bons in den Boekhandel van den Heer W. TIMMER 1 Lot verkrijg baar is. De trekking dor prijzen zal plaats hebben Donderdagavond 25 Sep tember, 's avonds 8 uur, in het Heerenlogement, Schoonhoven. met geijkt vitaminengehalte bij Qediplomeerd Drogist A. N. D. B. te Ouderkerk a.d IJssel. b« Koestraot 101, Schoonhoven Profiteert van deze gelegenheid. Alles Contant Aanbevelend. [STOFFEERDER VOOR Groote Sorteering - Prima Kwaliteiten Lage Prijzen NAAR Heeren-Modehuis „HET SCHEEPJE" GEZ. HOUTMAN Lange Tiend weg 7 - GOUDA Hoeden en Petten IIIIIIIIIIIUIIIIIIIIU I1I1U1II11UE Lopikerstr, 15, Schoonhoven Nieuwe modellen 3 Pracht collectie 5 HAARDEN E. M. Jaaisma, Vulcana, Jan Jaarsma, Bechers enz., alsmede graote collectie Haa(rdkaclielsv nieuwste modellen en verbeteringen. Vul- Kantoor- en Sc h oo I k a chela Kachel platen-Vulemmers-Kolenbakken Vakkundigs voorlichting en plaatsing Levering frntioo EEN KEUS UIT MEER DAN 100 MODELLEN Gevestigd te Rotterdam Kapitaal f 1.000 000 waarvan geplaatst en volgestort f 500.000.— Sluit brandverzekeringen op woonhuizen en inboedels, winkels, pak- huizen, boerderijen enz. met inhoud op de conditiën van de Rotter- damsche BEURSPOLIS GEEN HERB0U;W Agenten: J. Baron, Nieuwpoort L. v. d Perk, Middelweg C 149, Nieuw Lekkerland, Kachels Wêêêêê Fornuizen Aanbevelend RUIME KeUZE. P. J. DE HOOG y. d. BE HG IIHayen W.-Z 6, Schoonhoven UIT VOORRAAD: Varkenshokken en Zeunings, Hak- bank, Kruiwagens, Baggerstokken, Zakkebandtouw 16 ct. de Kilo, enz., A. EIJKELENBOOM, Oud-Alblas Ondertrouwkaarten S. W. N. v. Nooten Schoonhoven 11 Weef is het bijna winter."" Weer staat de Mode in het brandpunt der ber langstèlfing. Weer dwalen Uw blikken langs de eta lages, op zoek naar iets moois, iets nieuws, iets dat U zal kunnen ver zoenen met de schaduw zijden van den killen wintertijd t een slanke avondjapon, een koeste- i rende mantel, een warme japon voor in huis. Be perk U niet tot onze etalages. Treed binnen. We verlangen er naar om U onze Wintercollectie te lóten zien. We hebben er zorg aan besteed. bij VOSS. B J. VOSS ZONEN K HOOGSTR. 5 ROTTERDAM DEN HAAG: SPUISTRAAT/HOFWEG HÖUTVERK00PING. Deurwaarders v. d. Werve en den Boer te Gouda zullen op Woensdag 24 September 1930 's morgens 10 uur, op het terrein van N. VAN DER SPRONG aan de Karnemelksloot te Gouda, publiek contant verkoopen: VERSCHILLENDE HOUTWAREN bestaasde uit: Balken, Deuren, Ra men, Schroten, en een Muziektent. ALLEENVERKOOP VOOR SCHOONHOVEN MAGAZIJN «CUBA» LOPIKERSTR A AT 3 HANDELSDRUKWERK Spoedig - Net Billijk Stalen-pollecties worden op aanvraag gaarne toegezonden N.V. Nederl. Bouw-Mij. „Eigen Woning", Zutphen Door slechts 10 te storten van den geheelen kostprijs is ieder in de gelegenheid een EIGEN HUIS te laten bouwen. Jaarlasten met inbegrip van aflossing beslist niet duurder dan van een huurhuis. Grond en huis komen direct op Uw naam. Dus geen huurkoop. Gegadigden voor een woning kunnen inlichtingen verkrijgen bij den Architect der Mij. P. v. d. M \ST, die zitting zal houden as. Woensdagavond 24 Sept. van 7—8J uur in de Molksalon „Hoilandia", tegenover het Stadhuis, Schoonhoven. Korte Tiendeweg 22 Gouda f DRAAGT ONZt BLKtNDE PRIMA KWALITEIT LAAGST IN PRIJS NIEUW! NIEUW! Zoo juist ontvangen: Nergens zoo goedkoope en mooie DAMESHOEDEN Bontkragen, Pullovers, Vesten, Handschoenen I e 18 nieuws ontvangen in AU altijd zeer lage prijzen en groote keuze A TWEEDE blad NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EU UTRECHT, Schoonhovnuche Courant VRIJDAtt IV SEPTEMBER WO. door JAN KflJKtMT. Alblasserdam heeft one aller aandacht „Jan," zei tante tot me, nadat ze een tijd peinzend voor zich uit had zitten kijken, „wil jij Jod eens voor mij roe- pen." „Zeker tante," antwoordde ik bereid willig en ik gilde: „JÓÓdÓd I f 11" „Neen, Jan, dat kan ik ook. Hij ie boven, ga hem even roepen." Ik deed het en Jod kwam. „Jodocus," begon tante, „ik heb je hulp noodig. Jij bent zooveel knapper dan ik „Tante," riep ik waarschuwend, „maak hem niet gek!" „Jij moest me eens vertellen,** ver volgde tante, „wat een halve ambtenaar is." „Dat kan ik ook wel," antwoordde ik voor Jod nog iets gezegd had, „een hal ve ambtenaar is een doorgesneden of doorgezaagde ambtenaar, zooiets als een halve gedraaide, een halve biefstuk, of een half ei." Jod keek eonigszins onthutst. Het be roep op zijn knapheid had zijn borst doen zwellen, maax hij wist niet goed weg met de vraag van tante en hij zei daarom: „Kunt u uw vraag met wat nader toe lichten?" „Ik lees hier," hernam tante, terwijl zij haar geliefde Schoonhovensche Cou rant weer opnam, „in den raad van Al blasserdam, dat de heer Veen gezegd heeft dat de salarissen zijn verhoogd, maar niet die van de halve ambtenaren en dan staat er tusschen haakjes bij: als schoonmakers en klokluider." „0," "riep Jod opgelucht, „nu weet ik 't al. Meneer Veen bedoelt iemand die niet heelemaal ambtenaar is, maar toch wel in dienst der gemeente. Die naam is nog zoo gek niet." „Is dan'de weduwe Zwartbol ook een halve ambtenares?" „Wat doet ze?" „Ze is directrice van de gemeente-rei niging, maar ze maakte er maar een grapje van," antwoordde tante. „Een grapje," vroeg ik verbaasd, „de gemeentereiniging is anders heelemaal geen grap. Hoe bedoelt u dat"' „Die weduwe had de reiniging aan genomen, maar 't ging niet goed. Todp hebben B. en W. haar bij zich geroepen, maar ze haalde haar schouders op en lachte. Ze kreeg boete, maar toch wilde ze haar .contract niet laten ontbinden, ïaar als je het mij vraagt geloof ik dat le schuld niet bij haar alleen ligt, want in hetzelfde verslag lees ik nog, dat de pleeën in den polder zoo slecht verzorgd zijn, dat men ze op een afstand kan rui ken." „Ja," zei ik, „dat(heb ik ook A?elezefi, maar 't is nog erger. De heer Hardam heeft daarover nog gezegd: „Men zit soms zonder erg in den bruinen re gen." „Nou," vervolgde tante met overtui ging, „daar kan toch zeker de weduwe Zwartbol niets aan doen." Ik had ondertuschen de courant van tante overgenomen en stelde deze vraag „Waarom kunnen ze in Alblasserdam niet over een weg loopen?" „Ga nou door met je onzin,'* viel Jod verstoord in. De onzin komt van jou. Ik herhaal het: in Alblasserdam kunnen ze niet over een weg loopen. Als de menschen daar een rondje willen maken en ze ko men voor een weg, kunnen ze daar niel over." „Zeker afgesloten," meende tante. „Neen, niets van dien aard. Luister maar eens; „De boer Smit wijst er op dat aan de Oranjestraat de brug weer weg is. Nu kan men geen rondje meer maken." door WLLUAM HOLT. 2 Maar het meisje had van schrik haar spraakvermogen verloren en zij heeft het sinds dien helaas niet terug gekregen. Ik heb haar ter verpleging in een zie kenhuis doen opnemen, waar de zusters haar teeder verzorgen. Maar nu komt het fraaiste. Drie dagen nadat dit avontuur voorviel, ontving ik een briefje, ondertee kend door de Broeders des Verderfs, die van mij eischten, dat ik hen bekend zou makén met de sohuilplaats van het arme meisje. Ik begreep nu dat ik het kind uit hun klauwen had gered en gij begrijpt dat mijn eer mij verbiedt hun slachtoffer weer aan hen over te leveren. Ik heb op hun dreigbrtefje en op een tweede, dat volgde, niet geantwoord en nu ont ving ik op dit driekante stukje papier mijn doodvonnis. Dit is alles wat ik van de Broeders weet." De Engelschman had vol belangstel ling dit verhaal aangeboord en riep nu uit: Maar is niets dan Voor deze schurken veilig?" „Niets, mijn vriend, èn justitie èn po litie staan machteloos tegenover de on bekende misdadigers, die nergens een spoor achterlaten." „Maar hoe moest gij hen op de hoogte brengen van de verblijfplaats van het meisje, dat gij gered hebt?" „Ik moest die door een onschuldige advertentie in de „Figaro" bekend ma ken." „Er was dus," ging ik voort, „aan de Oranjestraat een brug, van die brug is een weg gemaakt of juister gezegd er is een weg in dg plaats gekomen van die brug. De brug is weer „weg1**! „Weineen, Jan," lachte tante, „de brug is weg, opgeruimd, vort, verdwe nen." „Neen, tante, u hebt 't mis, want on middellijk na de klacht van den heer Smit antwoordde de voorzitter: „'t Is een particuliere weg". U ziet dus dat de brug veranderd is in een particuliere weg en dat de liefhebbers van een rondje niet meer over dien weg kunnen.'- ,Jk denk," zei tante, „dat dié toe stand niet lang zal duren, want er zijn in Alblasserdam gevaarlijke menschen. Zij hebben daar liefst twee soorten van revolutionnairen: roode en zwarte revo- lutionnairen en als er dan geen brug is of een weg waar de rondjesgevers niet over mogen, dan zullen die zwarten en rooden er wel een soort van sovjet ma ken." „Ze hebben daar anders ook een zwarte lijst, zie ik," sprak Jod, „en ik denk dat de veldwachter wel al die roo den en zwarten op de zwarte lijst heeft gezet." „As je de zwarten op| een zwarte lijst zet, dan zie er niks van," betoogde Ouwe Teun. James Briges kwam op een avond bij' ons binnenstormen en riep uit: „Jim, ouwe jongenik heb ellendig nieuws I" „Toch niet in verband met miss Gran ville?" „In zekeren zin wel. Het is af maar er is meeren veel erger.... ik kan 't me zelf nauwelijks voorstellen., ik voel me versuft't is te erg. Her inner je je nog, dat, toen we samen in Winchester waren, mijn vader in den oorlog tegen de Matabelen gedood werd?" Ik knikte van ja. „Nou dan.. ..ik hoorde vandaag, dat hij niet door de Matabelen gedood is, maar wegens moord in Buluwavo opge hangen werd. Met andere woorden, dat ik de zoon van een moordenaar ben „Opgehangen," riep ik verschrikt uit. „Maar dat moet een vergissing zijn, jon gen." „Neen," kreunde James, „het is jam mer genoeg waar. Ik heb een kranten knipsel uit dien tijd gezien en ik ben de zoon van een moordenaar, een roover, een dief en een valsche speler. De oude Granville beeft het me vanavond verteld. Toen was onze verloving natuurlijk uit" „En je moeder?" vroeg ik. „Heb je die al gesproken?" „Och, dat arme moedertje," kreunde hij. „Ze wist het allang en haar eenige doel is geweest, het voor mij verborgen te houden. Daarom had ze me verteld, dat hij een eervollen dood op het slagveld gestorven was. Ik ben er altijd verwon derd over geweest, waarom mijn moeder toch gedrukt en neerslachtig was. Nu weet ik het. Groote hemel, wat een le ven is dat voor haar geweest." Hij stond op en liep enkele minuten de kamer op en neer; dan bleef hij vlak voor me staan met een van ontroering verwrongen gezicht. „Maar ik geloof het niet, Jim," zei hij, en zijn stem klonk beslist. „Ik geloof het niet en mijn moeder al evenmin. li onmogelijk om dien grooten, stoeren en goedigen man, die mijn vader was, te vereenzelvigen met een dief, een moorde naar en een valschen speler. En toch, volgens de bewering van den ouden Gran ville en de uitknipsels die hij mij heeft laten zien, moet Richard Br ges een van de grootste schurken van Zuid-Afrika ge weest zijn. Ik ben er innig van overtuigd, dat hij zoo iets niet gedaan kan hebben, en al mag het op het eerste gezicht alle- „Maar waarom zijn zij u niet nagegaan en hebben zij zoo niet het adres van hun slachtoffer nagevorscht?" „O, ik was op mijn hoede. Ik weet niet waardoor, maar onmiddellijk, toen ik het meisje redde, dacht ik aan de Broeders dos Verderfs. Ik heb het kind den vol genden morgen dadejijk vervoerd en pas moet ik van de villa vertrokken zijn ge weest, toen iemand naar het meisje ge- informeerd heeft. Die onbekende hoorde daar, dat ik, de graaf de Tournel, haar had weggevoerd en dus hebben zif van mij haar schuilplaats willen vernemen. Gij begrijpt, dat ik niet zoo onvoorzichtig geweest ben, het meisje nog eens te gaan bezoeken, daar de schurken mij wel door een spion zullen laten volgen en zoo er achter zouden komen, waar zij verbor gen it" „Maar is zij wel veilig in het gesticht, waar zij vertoeft?" „Volkomen, de overste, die mij kent, is gewaarschuwd en bij elke mogelijke na vraag zal men niets gewaar worden." ,;En het meisje mist nog steeds haar spraakvermogen?" „Helaas, ja, kon zij spreken, dan zou den wij misschien van haar de nocltiige inlichtingen kunnen verkrijgen om de schurken te kunnen uitvinden. Laten wij hopen, dat zij geneest, maar intusschen moeten wij ons best doen, de Broeders des Verderfs zelve in het verderf te storten." „Ik rust niet voor dit doel bereikt is," antwoordde lord Nibblington, „maar on ze eerste zorg moet zijn uw leven uit de handen dier misdadigers te redden. Zou den zij u willen vergiftigen?" „Misschien wel, misschien niet. Zij hebben vele manieren om hun vijanden te dooden. Een viel er door een dolkstoot getroffen; een inspecteur van politie, die zich hun haat op den hals had gehaald' werd verdronken in de Seine gevonden -maal ontwijfelbaar zeker schijnen, ik ben van plan om zijn naam van ajien blaam te zuiveren. Vrijdag vertrek ik naar Zuid- Afrika." „Jij naar Zuid-Afrika?" riep ik uit. „En je werk dan?" „Mijn werk moet maar wachten. Iki moet den smet van den naam van mijn vader afwisschen en ik ben van plan, dat op een of andere manier klaar te spelen. En daarom ben ik bij jou gekomen, ouwe jongen, want ik moet jou met rae mee hebben. Iemand, die in Rhodesia zoo be kend ii als jij, is juist de man, die me helpen kan. Toe, zég, dat je meegaat." Het kwam me de meest hopelooze zaak voor, waarvoor ik nog ooit geetaan had, maar James was zoo in de war, dat ik besloot hem te helpen, zooveel ik kon. „In orde, James," zei ik. „Ik ga mee. Maar verwacht er niet te veel van Denk er wel aan, het is 20 jaar geleden. Het zal een heele toer zijn, na zooveel jaren nog bewijzen te vinden." Gedurende de reis hadden we allen tijd om de weinige informaties, die James van de zakenwaarnemers had weten bij een te krijgen, op ons gemak na te plui zen. In het jaar 1893 had Richard Briges, die een nogal bekgnd mijningenieur was, een tocht naar Rhodesia ondernomen, met de bedoeling, op zoek te gaan naar goud en diamanten Hij was vergezeld van een vriend, Thomas Symes, een ge wezen zee-offcier; na een kort oponthoud te Buluwayo waren ze samen Noord waarts gegaan over de Guai-rivier, naar een toenmaals nog zoo goed als geheel onbekends" landstreek. Na ruim een jaar was Symes alle enteruggekeerd en had verteld, dat zijn metgezel door de Mata belen was gedood; gedurende een half jaar had hij in Buluwayo een losbandig leven geleid en was ten slotte wegens moord geëxecuteerd. De moord en de ver schillende diefstallen en beroovingen stonden absoluut vast en hij had ze bo vendien ter terechtzitting bekend. Naar mijn meening was het dus een vechten te gen windmolens. Maar Jafnes, die vast van zijn vader's onschuld overtuigd was, weigerde beslist aan een mislukking ge loof te slaan. „We kunnen op het oogenblik nog geen enkele veronderstelling met zekerheid maken," beweerde hij dan. Op het eerste gezicht ia er wel niet veel kans, maar niemand, die mijn vader gekend heeft, zou hem tot zulke misdaden in staat ge acht kunnen hebben. Hoe dan ook, ik moet zijn naam in eer herstellen, Jim." Mijn gedachten gingen terug naar een stoeren, door de zon verbranden man met vriendelijke manieren, die op zekeren dag aan de school was gekomen en James met al zijn vriendjes feestelijk bij een koek kraam onthaald had. Later had hij, op yerzoek van zijn zoontje, ons de tatoeeë- ring op zijn borst laten zien, waarop James als kind zoo trotsch was geweest. Ik herinnerde me nog heel goed, hoe wij in kinderlijke bewondering naar het kun stig getekende portret van Nelson, met zijn eene oog en zijn leege mouw, hadden gekeken en naar het onderschrift: „En geland verwacht, dat in deze dagen ieder man zijn plicht zal doen." En James had heel trotsch verteld, dat dit nog lang niet alles was, maar er een wondermooie afbeelding van de „Victory" op zijn va ders rug stond en een leeuw, een arend en andere dieren op zijn arm?n en beenen maar Richard Briges had lachend gewei gerd, ons die ook nog te laten zien. We kwamen dan in Buluwayo, maar in de heele stad scheen niemand zich nog iets van het geval te herinneren. Want Buluwayo was dan ook ver den kinder schoenen ontwassen sedert de dagen, dat Richard Briges er geweest was. Het was heel moeilijk, ergens een begin voor onze onderzoekingen te vinden. Zelfs de po litie kon ons niet helpen en wist niet pens waar de moordenaar begraven lag. Alleen een oude herbergier en een paar mijn werkers herinnerden zich de executie en, voor zoover ze zich konden herinneren, hadden ze Briges nooit levend gekend, of schoon re wel wisten, dat hij geen al te goeden naam bezat. Vol wanhoop stelde James voor een „trek" te wagen naar Barotsiland, het Hier volgt weer een prijsvraag voor onze abonnees, waaraan wederom een zaar fraalan prl|» is verbonden. Onder de advertentie van de Firma BAHLMANN A Co*, Gouda, in dit nummer zal men vinden drie zinnen waarvan de woorden door elkaar zijn gezet. De opgave is om uit deze verwarde woorden drie goede zinnen te maken. Ais prijs aan deze prijsvraag is verbonden: Een spiegel met geslepen facet- randen in gefigureerd koperen lijst met twee koperen borstels De prijs is te zien in het winkelraam van den Heer P. j. OROENEN Haven 35, Schoonhoven. district, dat Briges en Symes van plan geweest waren te onderzoeken, hoewel, volgens de gegevens, Briges reeds ver moord was geworden, voordat ze de Guai-nvier waren overgestoken. De geheele volgende maand trokken we dus in de richting, maar, zooals ik wel verwacht had, konden we van de inboor lingen geen enkele inlichting winnen over de twee ontdekkingsreizigers, die zooveel jaren geleden in hun land waren geweest. Ten slotte begon James langzaam aan te gelooven, dat het hem niet gelukken zou, en stelde voor, omdat het toch niets gaf, naar Buluwayo terug te keeren. En omdat de muilezels van onze karavaan ernstig te lijden hadden van de vliegen, stemde ik er terstond in toe en trokken we lang zaam naar Buluwayo terug. Op een avond, na een bijzonder ver moeiende „trek", spanden we uit aan een oude „kraal", welks beschilderde wan den ons bewezen, dat ze indertijd een koningsverblijf geweest was en, daar ik dien middag een eland geschoten had, waarvan we veel meer vleesch hadden, dan we zelf konden verorberen, noodig- den we den iduna en zijn stamgenooten op ons feestmaal. Om niet voor ons onder te doen in gastvrijheid, zorgde de oude hoofdman voor het gebruikelijke kafferbier, welks voornaamste eigenschap wel is, dat men er heel gauw dronken van wordt. In het leven van den gewonen kaffer is een vleeschmaal met kafferbier een buitengewone gebeurtenis en toen het wat later op den avond geworden was, begon de algemeene danspartij bij het geroffel der tomtoms en het krijschen der inland- sche strijkinstrumenten. Er was een heel oude dronken Barotsi bij, die dicht naast mij zat en die onder begeleiding van vuistslagen op zijn tomtom, een soort van trom, een eentonig lied voor zich zelf her haalde over een man, die leeuwen en slan gen in zijn lichaam had en die het „boo- ze oog" in zijn borst had. Dat was, zoo ver ik tenminste verstond, de inhoud van het gezang, maar omdat zijn tomtom bij zonder groot was, nam ik dien beleefd van hem af en James en ik gebruikten den trommel als tafeltje voor onze nap pen met kafferbier, dat we voor den schijn in groote hoeveelheden verzwol gen. Maar zoo'n nap is een topzware drink beker en het duurde dan ook niet lang, of ik had meer dan de helft van den in houd van mijn nap over het trommelvel gemorst. En omdat ik bet speeltuig van den ouden man, waaraan hij blijkbaar zeer veel waarde hechtte, niet graag wil de bederven, depte ik het bier met mijn zakdoek op en zoodoende verwijderde ik van het trommelvel een deel van het stof en baron Laferge, die ook zijn doodvon nis ontving, doch zich daaraan niet stoorde, werd op een drijfjacht door een verdwaalden kogel in het hart getroffen „Maar dat alles is vreeselijk," merkte lord Nibblington op, „zij schijnen dan overal toegang te hebben en zijn blijk baar van alles wat in de groote wereld voorvalt, uitmuntend op de hoogte." „Daaruit valt af te leiden, dat het geen gewone schurken zijn, die zich onder dien naam verbergen en de taak door ons op onze schouderen genomen zal ons niet licht vallen." „En het zal raadzaam zijn niemand te vertrouwen, hoe onmogelijk zijn me deplichtigheid ons ook moge toeschijnen. Maar zeg eens, Tournel, zou het niet goed zijn, indien gij u verborgen hield. Hoe meer ik over alles nadenk, boe stel liger ik er van overtuigd raak, dat uw leven groot gevaar loopt." Op dit oogenblik werd er weder aan de kamerdeur geklopt en Ferdinand traif binnen. „Daar ia baron de Linar," zei hij tot den graaf, „hij wenscht u dringend te spreken." „De Linar? Maar ik zoi u immers Fer dinand, dat ik voor niemand thuis ben." „Ik heb het den heer baron gezegd, mijnheer de graaf, doch hij tveigerde heen te gaan, hij moest u spreken." t De graaf schudde onwillig het hoofd, maar reeds werd de kamerdeur geopend en de aangekondigde bezoeker trad on- genoodigd binnen. Men kon het hem aanzien dat hij zeer geagiteerd was, zelfs verkeerde in een toestand van de hoogste opgewonden heid. „Laat Ferdinand gaan," zei hij tot den graaf en toen deze zich op een wenk van zijn meester verwijderd had, vervolg de hij zenuwachtig: „Vergeef het mij, heeren, dat ik de vrijheid genomen heb, mij aan uw gezel schap op te dringen, doch er is iets, dat mij hier heen drijft, iets van het hoogste gewicht. Ga vandaag nog op reis, graaf de Tournel, uw leven loopt gevaar." Lord Nibblington en de Tournel, zagen elkav aan met een blik van verbazing en toen zei de laatste: „Wat is er toch Linar, spreek gerust, Nibblington mag alles hooren." „Welnu," antwoordde de baron, „het is zooals ik zei de Tournel, uw leven loopt gevaar, gij zijt ter dood veroordeeld door de Broeders des Verderfs." „Ik weet het," antwoordde de graaf kalm, „hier is hun kennisgeving, gij ver telt ons dus geen nieuws. Maar zeg mij, baron, hoe kunt gij dit weten?" „Hoe ik het weet? Luister! Geen uur geleden ontving ik onverwachts het be zoek van een zwaargesluierde dame, naar haar houding en stem te oordeelen een jong meisje nog. Zij weigerde haar naam te noemen, doch zij verzocht mij u te waarschuwen Ik weet, zei zij, dat gij zijn vriend zijt, ik smeek u, ga naar den graaf de Tournel en zeg hem, dat hij vluchten moet, op reis moet gaan onder een vreemden naam. zoodat men hem niet kan volgen, De Broeders des Verderfs hebben zijn dood gezworen, het plan om hem te vermoorden is reeds opgemaakt en als hij niet oogenblikkelijk vlucht, zal hij den dood niet ontkomen." vGij begrijpt hoe ik schrikte en de on bekende dame om meer inlichtingen vroeg. Zij kon of wilde die niet geven en herhaalde slechts, dat gij u oogenblikke lijk moest verbergen. „MeVrouw," zei ik, ..gij kent mijn vriend niet, als gij meent, dat hij voor een onbekend gevaar op de vlucht zou gaan. Indien u geen nadere inlichtingen kunt geven, zal de waar schuwing, die ik wel overbrengen wil, geheel nutteloos blijken.' Zij scheen het toen niet met zich zelve eens en was en "1, dat er m den loop der jaren opgekomen was. „Hé," zei James, het instrument van mij afnemend en het tegen.het licht hou dend. „Daar zit een of andere teekening op. Het lijkt wel iets op een man met een steek. Hij wreef er stevig met zijn zakdoek overheen en daardoor kwam er hoe langer hoe meer van de teekening te zien, totdat ten slotte duidelijk uit te ken nen was 't portret van een man in een ouderwetsche marine-uniform met ster ren op zijn borst en daaronder een op schrift in den vorm van een banderolle. „Dat is geen inlandsch werk," riep il; verwonderd. „Dat zijn Engelsche letters. Wrijf nog eens wat harder, James." Het vuil op het perkament liet zich echter niet verder verwijderen. Toen dacht ik aan het fleschje ammonia, dat ik voor muggenbeten bij me had en ik mengde er een scheutje van door het kaf ferbier en goot dat op den tomtom. Zoo dra de bijtende vloeistof haar wsrk ge daan had, was een enkele veeg met den zakdoek genoeg om al het vuil te ver wijderen en toen kwam het gelaat van den grooten Nelson te voorschijn met zijn motto: „Engeland verwacht in deze da gen, dat ieder man zijn plicht zal doen." James liet den trommel uiL zijn han den vallen, alsof het een slang was, die hem gebeten had. „Wat heeft dat te beduiden?" vroeg hij vol ontzetting. „Dat herinner ik me heel duidelijk." Ik was intusschen veel te druk bezig met de andere zijde van den trommel, om te letten op wat hij zei. Aan dien an deren kant bracht de ammonia de afbeel ding van het schip „Victory" te voor schijn met een brullenden leeuwenkop sr onder. „Groote hemel," riep James. „Die tee kening had mijn vader op ziin rug Gauw Jim ,veeg wat harder. Rechts daarvan moet ons familiezegel staan, een arend met een slang in zijn klauwen en B. B. er onder. Ik wreef de aangeduide plaats schoon en het wapen met de voorletters kwamen tevoorschijn, juist zooals James ze be schreven ,had. Er lag iets vreeselijk grie zeligs en wreedaardigs in het vinden van de tatoeëring van een doode op het trommelvel van een tomtom. tweehon derd mijlen ten Noorden der Zambesi en het eerste oogenblik was ik te versuft om me rekenschap te geven, wat dit te beduiden had. Toen schoot me plotseling te binnen, dat dit perkament niets anders kon zijn dan een toebereide menschenhuid en dat het de huid van Richard Briges en van niemand anders wezen kon. Ik zette de tomtom met een zekeren eerbied neer en klaarblijkelijk ten prooi aan een heftigen tweestrijd. Eindelijk haalde zij adem, als of haar iets benauwde en sprak: „Welaan, zeg hem dan, dat hij, zoo hij niet vlucht, in zijn eigen kamer zal ster ven, nog dezep nacht. Zij voegde er bij, dat ik al mijn invloed op u zou gebrui ken, om u tot de vlucht over te halen, want, zei zij, al mocht hij aan dezen aan slag ontkomen, dit zou slechts uitstel van den dood zijn. Als hij niet vlucht en zich verbergt, zullen de Broeders hem toch treffen. Toen ging zij heen zooals zij ge-, komen was en reed weder in een huur rijtuig weg. Ziedaar, de Tournel, wat ik u te vertellen heb en ik raad u werkelijk te vluchten, want bij God, ik voelde, toep die dame bij mij was, dat dit alles hooge ernst moest zijn." De Tournel en zijn vriend hadden den jongen baron niet onderbroken. Nu zei de eerste: ,Jk dank u voor uw raad, de Linar, maar gij bégrijpt, ik zal dien niet opvol gen Ik weet niet, wat die onbekende dame bewogen heeft om mij te willen redden, ook niet, hoe zij achter de ge heimen komt van de Broeders des Ver derfs, maar dit is zeker, ik zal niet vluchten „Maar dat is roekeloos," riep de Li nar uit, „gelooft gij dan niet dat de schurken u willen dooden." „Ik ben daarvan geheel overtuigd, maar hun bedreiging jaagt mij geen vrees aan. Hoor eens de iLinar, ik wil u in vertrouwen nemen. Luister, hoe ik met die Broeders in aanraking gekomen ben en gij zult begrijpen,, waarom ze mijn dood willen Gij zult tevens hooren, hoe lord Nibblington en ik ons verbonden hebben, niet te rusten voor en aleer de schurken, die zich ander dien naam ver bergen, ontmaakerd en onschadelijk ge maakt zijn." De graaf vertelde nu iljn avontuur

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3