AROMA KOFFIE P. BAKKER ooor Zellscheerders 6 lepenboomen HEROPENEN ORuSON-TRACTOR SCHEEPENE SERIEME>"< DE KLEINE WINST Van Rondom Een Sioarania&riBKiB OverjassenJekkers Ouerjassen vanal 125.-All„ DAMES-EN I KINDERHOEDEN funk Zakanpand mei 23 Aren Tuiaorond aangabodan Bleekerssingel 29, Tel. 544, Gouda FIRMA J. H. ATHMER-MARTENS Te koop: Zaterdag den 27e" September Fordsorv Openbare Vrijwillige Verkooping te Gouda. Notaris Njc. Treurniet WEI- en HOOILAND, Moordredil, uitmuntend WEILAND Leest de overal verspreide Speciale Heropenings-Couranl FORCE en VITAMINEN BV force Misdruk flMpJOkllö Draagt onze bekende Koekjes voor lijders aan Suikerziekte FEUILLETON. De Broeders des verderfs. Mengelwerk. Trouw tot den dood. jtfaaamEP; VRIJDAB 26 SEPTEMBFH NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLANO EN UTRECHT. Schoon hovirnchii Couranl EERSTE BLAD Door omstandigheden TE HUUR: Met Inventaris en Tabak tegen Inkoopsprijs over te nemen. Br. onder no. 2280, bur. v.d. blad. Nu da winter nadert la het weer de t|jd voor jBhKerS 120.- naar Mums 135.- maat Ji H, SLOTBOOM, Kleermaker Blcskensgraal, Ontvangen een ruime keuze I Vooral groote sorteering P groote maten Vermaken in alle modellen Beleefd aanbevelend L. J. Bonter wa Groot-Am mert op gunstige condities te koop of te huur, wegens stil gaan leven Welvarende plaats, Z.-W. DRENTE, Groots PLUIMVEE-en EIERMARKTEN VEEMARKT, GROENTEVEILINGEN Industrie en Qroententeelt wordt door gemeentebestuur bevorderd". Inlichtingen bij O. MAATJES Waldecklaan 47, HIIversum. Administratie- en Assurantiekantoor Inrichtingen, bijhouden en controieeren van Boekhoudingen Maandelijksch Winstoverzicht Informaties, Incasso's, Assuranties De Fordson-Tractor kan en doet vrijwel alles, wat in den landbouw gedaan moet worden en hy doet het beter en economischer dan ge het met behulp van paarden gedaan zoudt krijgen. Hy heeft reeds duizenden landbouwers vele voor- deelen bezorgd door zyn groote trekkracht en zijn laag verbruik van goedkoopere brandstof. £>ok U kan hy uitstekend van dienit zyn. Hy dryft de dorschmachine en andere werktuigen goedkooper aan dan electromotoren. Spreekt eens met den Official Ford Dealer af, dat hy U laat zien hoe de Fordson-Tractor juist voor uw land en uw omstandigheden nuttig en noodig is en welke besparingen en andere voor deden voor U uit het gebruik ervan voortvloeien. GASTHUISSTRAAT - - GORINCHËM Zoo goed «Is nieuw UTRECHTSCH WAGENTJE met geslepen glas en (rijpbekleeding 6 OMNIBUSBRIKKEN, 2 TILBURY'S 3 KA SBRiKKEN, 2 BUGGY'S. A OHO NE VELD - Schoonhoven. waarvan 4 k 45 c.M., 1 k 30 c.M. en 1 25 c.M. middellijn, Te bevragen en te zien bij Wed. H. HOFMAN, Terbregge 189. MAKELAARSKANTOOR VAN G. VAN DER HORST Beëedigd Makelaar in Onroerende Goederen - Hypotheken tot elk bedrag op Hudzen en Landerijen. Op Land met goede overwaarde 4H 10 jaar vast. Koop - Ver koop - Huur - Verhuren - Huizen en Landerijen. Kortedijk 6 Schoonhoven Tel. 100 's namiddags om 3 uur wij onze geheel verbouwde ZaakJjWij noodigen U beleefd uit eens een kijkje te nemen in onze nieuwe afdeelingen. Wij hebben nu de beschikking gekregen over veel grooter ruimte en zijn daardoor in staat U steeds de grootste sorteering te bieden, terwijl wij door onze centrale Inkoopen de prijzen uiterst laag kunnen stellen. Wij zullen alles doen om iedereen zoo te bedienen, de prijzen zoo laag te houden en de kwaliteiten zoo hoog op te voeren, dat iedereen lot de viste overtuiging komt en met zooveel anderen zegl: LINCOLN Official Ford Dealer: A. Schakel, Schoonhouen. Official Ford Lincoln Dealer: N.V. Tresfon Co's Automobielbedrijf, Rotterdam. De te Moordrecht, zal In „DE ZALM" te GOUDA op Donderdagen 9 en 16 October 1930 's morgens te elf uren publiek verkoopen: EEN KAPITALE SCHUREN, HOOIBERG, ERF, TUIN, BOOMOAARD en verschillende perceelen uitmuntend in den Zuidplaspolder, aan den 4den Tochtweg, <v dar groot 20.38.70 Q claren. Vrij van huur te aanvaarden: Het Land 15 November 1930 en de Woning 1 Mei 1931. Voorta een pereeel onder Nieuwerkerk a/d IJssel In den Zuidplaspolder, aan den 2den Tochtweg, groot 1.52.90 H.A. Verhuurd voor f 300 per jaar tot 1 November 1932. Betaling 17 December 1930. Notities verkrijgbaar bij Notaris TREURNIET fe Moordrecht. D-tfitami„en zijn stoffen die onmisbaar zijn voor elk diep, vooral tijdens den groei van uw big gen, kuikens, jonge eenden, honden enz. moeten deze stoffen ruintsohóots worden toe gediend. A-Vitaminen zijn niet minder belangrijk tot ontwikkeling van het organisme van jonge beesten, en instandhouding van de gezond heid van uw zeugen, varkens, kippen, eenden, honden enz. Beide soorten vitaminen zijn door weten schappelijke samenstelling aanwezig in Door Force toe te dienen krijgt ge kerngezonde iIÏÜ'l 81 ge Uw k,PPen spoedig door den ruitijd heen, groeien uw biggen ongelooflijk snelj voorkomt ge Engelaehe ziekte, rheu- matiek en rachitis bij uw varkens en vormt ge een sterk beenderstelsel bij uw beesten. Foroe is ook het zeker werkend en eenig af- phfimvée tege" *n0t •,ok,,e,, bii uw a °wP mul!,cotirii!b,,r ln Pakken van 95 «nt hl) npnpwpï^ui?,EK' SehoonhovenDrogisterij „HET QROENE KRUIS", Qouda; Fa, ANT. COOPS, Oorlnchem Diameter en hoogte 80 c.M, Adres: P. B. LUVTEN's' Zalm- handel Rotterdam, Schouténslr. 99, I el. 12513. s. W. N. v. Nopten, Sehoonhn..- KWALITEIT alleenverkoop voor schoonhoven ^^8 MAGAZIJN «CUBA» LOPIKERSTRAAT3 LAAOST IN PRIJS PRIAjA KWALITEIT Verkrijgbaar bijl Fa. P. DE JONG EN ZOON Koestraat) Schoonhoven i BANKETBAKKERIJ ANDRÉ BROEDERS - H00GSTR, 8 - ROTTERDAM TWEEDE blad NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhovtntct» Courant VRIJDAfl 26 SEPTEMBER 1830 door JAN KLJXTJTT. Du tollen op dtn straatweg UtrechtVreeswijk. Wat rajn we heerlijk op stap ge weest, zei tante Betje, terwijl ze de handschoenen uittrok, haar hoed af spelde ze draagt nog steeds van die gevaarlijke wapens in haar hoed en wil daar geen afstand van doen en haar mantel uittrok. Genoeglijk uit geweest, herhaalde ze terwijl ze haar vogelkopje knikte, maar die tollen, o die tollen. Wat is dat een uitvinding van een of anderen Ho, ho, tante, voorzichtig, viel Jo- docus haar in de rede. zou bijna ma jesteitsschennis gepleegd hebben. hu ben je vanmiddag zoo handel baar geweest en pas zijn we in huis of ja begint weer Nee tante, maar die tollen zijn uit gevonden door Zijne Majesteit Koning Willem I en ze zijn dus al ver over de honderd jaar oud. U mocht toch waar lijk wel voor den ouderdom een beetje respect hebben. Je hoeft me niet telkens steken te geven dat ik al ouder wordt, dat weet ik zelf best en als je soms van me denkt te erven, dan heb je 't mis, want ik laat alleen maar na aan menschen, die hun tijd gebruiken. Maar die tollen, goed, laat het dan zijn, dat onze eerste Ko ning da| heeft gedaan, maar dan heeft-ie wis en drie raadsheeren gehad, die niet vooruit keken. Hoe is dat ook weer, Jan, van dat regeeren Regeeren is vooruit zien, kwam Jodocus er alweer lusschen om zijn wijsheid te luchten. Nou, als dat vooruitzien is, dan weet ik het niet. Afijn, het is ook wel weer zoo, dat ze toen nog geen auto's en autobussen en al die dingen hadden. En geen electrisch licht en geen waterlei ding en geen gas en geen trein en weet ik al wat meer. Maar daarom moesten ze nu jüist haast maken met dö opruiming van die twee tollen, vind u niet, wierp ik er tusschen. Juist Jan, dat wou ik maar zeg gen. Daar hebben we nu op ons pret tige reisje van Schoonhoven naar Utrecht vier keer tol moeten betalen, twee maal heen en twee keer terug. U hadt maar twee keer hoeven te betalen, als u door Lopik was gegaan. Zoo, maar wieschrijft me voor hoe ik wil gaan? Betaalt Jan niet trouw z'n wegenbelasting op tijd, en heeft-ie dan recht om te rijden zooals hij wil of zooals ik wil, of heeft hij dat niet. Nogal wat moois, ze zouden je alles willen voorschrijven. Heelemaal niet, tante, u mag ook vier keer betalen, zooals we gedaan hebben. Dat vind ik juist zoo schandelijk, wegenbelasting betalen en nog tollen op den koop toe. En Utrecht wordt er maar rijk van. daar kan je zeker van zijn; ik las laatst, dat ze daar zoo'n belastingver laging krijgen, nou dat is vast van die tolcenten, want ze doen het nou zelf en je krijgt nou kaartjes. Ja, nu duurt het eens zoolang als vroeger ook, schimpte Jodocus. Maar hoe zit dat nou met die bur gemeesters, vroeg tante, ik zou er wel oens wat van willen weten, gebeurt er nou wat van die tolopruiming of niet. Kijk eens, tante, antwoordde ik, dat zit er zoo mee, er zijn 27 gemeenten geweest, die instemden met de actie om te komen tot tolopheffing en toen wer den er vijf burgemeesters benoemd, die een commissie zouden vormen. Ja, die commissie bedoel Ik, daar heeft de Schoonhovensche Courant ons geregeld van verteld. Nu, die oommissie, daar waa één burgemeester die het zoo druk had, dat hij op geen een vergadering kwam en toen hij nog nooit op een vergadering door WILLIAM HOLT. 5 „Natuurlijk," antwoordde graaf de Tournet, „maar daarvoor zullen wij geen moeite behoeven te doen. Gij begrijpt, dat de lieden, die mijn dood gezworen heb ben ,het niet bij één poging zullen laten. Nu zij bemerkt zullen hebben, dat hun goed beraamde aanslag toch mislukt is, zullen zij wel een andere doeltreffender manier vinden om mij naar een andere wereld te helpen. Wellicht zijn zij dan gelukkiger, maar misschien ook mislukt hun aanslag opnieuw en hebben wij dan meer succes met ons pogen een van de sohurken in handen te krijgen.'' „Ho, ho," zei nu lord Nibblington, „dat Is wel de gevaarlijkste manier voor ons om met hen in contact te komen. Wij hebben met geslepen schurken te doen, die wij het op zoo'n manier al erg ge- makkelük maken u uit den weg te rui men. Gij moogt u niet als een sohietsohijf voor hun kogels aanbieden. Zij zullen u dan zeker raken en het Is dan nog de vraag, of wij hen in handen zouden krij gen. „Maar dat wilt gij dan, dat wij doen zullen?" „Heel eenvoudig, gij moet verdwijnen." „Moet ik verdwijnen? Gij meent dus, dat ik voor de sohurken op de vlucht gaan zon? Dat nooit." „Gij begrijpt mij niet. Ik heb den plan gevormd, dat ik aan uw beider oordeel onderwerp. Ik geloof, dat het goed is •n voor one het meeat veilig. Gij moet mij geweest was, zond hij bericht, dat hij voor de commissie bedankte. Dat was nummer één. Maar toen bleven er nog vier over Juist, maar van die vier was er ook een hurgt meester die niet veel tijd had, burgemeesters hebben altijd veel om handen, en die bedankte wel niet, maar die deed er toch zoowat niks aan. met het gevolg, dat de andere drie net de den of hij er niet bij was. Waar ze gelijk aan hadden ook, vond Jodocus. Maar die andere drie dan, drong tante aan. Van die drie was er een, een bo venste beste man, daar niet van, maar die man moest in drie plaatsen degelijk ezen. waar hij nogal heel wat te stel len had en daar een mensch maar één lichaam heeft en dus niet drie gangen kan gaan al is zijn gang ook geen dok tersgang, kon hij er ook al niet zoo heel erg veel aan doen. Tot zijn eer moet ge zegd worden, dat hij er wel eens over dacht, vooral als hij zelf met een auto of een autobus door de tollen reed, maar ja, met diep en zwaar denken kom je er niet. - Maar dan bleven er toch twee over. Juist tante, en nu komt het. Die twee die overgebleven zijn, als je ze al leen hebt heele beste brave menschen, en ze zijn vol ijver. Maar één ding kun nen ze niet goed hebben en dat is, dat een ander de eer heeft. En de eene bur gemeester was zoowat de schrijver van de commissie en toen wou de andere ook wat wezen en die wou graag voor zitter zijn. Maar dat wou de schrijver niet, want eigenlijk staat een voorzitter toch boven een schrijver en too kwam er geen voorzitter, wat onder twee bur gemeesters toch eigenlijk geen wonder is want wie zou daar dan koning moeten kraaien? En zoo kwam het, dat toen de schrijver een verslag gemaakt had en daarin wat heel erg van zijn eigen ver telde, de andere, die voorzitter had wil len word in, wel een beetje kregel werd En toen kwam er nog bij, dal de schrij ver, die hetzelfde belang had als de burgemeester, die voorzitter had willen worden, want beide gemeenten hebben de meeste last van de tollen van al de zeven en twintig gemeenten toen kwam er nog bij, dat de schrijver eigen lijk een beetje eigenmachtig ging doen. En dat kon de candidaat-voorritter, laat ik hem nou zoo maar noemen, niet ver dragen en nou ligt de boel er. Maar ze hebben toch onderhandeld met de tollencommissie, die commissie van het Rijk bedoel ik. Ja, dat is ook zoo, maar het is er zoo mee gelegen: de een die komt den ander tegen, zegt het spreekwoord, maar in elk geval hebben die Haagsche hi ren gauw in de lamp of er eendracht is of niét. En als er geen eendracht is. dan is er. Tweedracht, interrumpeerde Jodo cus. Goocheme jongen ben jij, hoonde tante, om dat zoo maar direct te snap pen. Juist, Jodocus, tweespalt, of in elk geval geen samenwerking en zoo komt het, dat er van die mooie plannen wel niets zal komen. Ik vind het een schandaal, als het zoo is, barstte tante uit, dat het belang van een geheele streek daaraan kan wor den opgeofferd. Gedeputeerde Staten moesten ingrijpen. Ho, ho, tante, die hebben juist ge zegd, dat ze er niets aan doen willen, en dat het een za^t ia van het Rijk en de betrokken gemeenten. 't Is me wat moois, wegenbelasting INGEZONDEN MEDE DEALING. Eerst een weinig Purol goed in de huid wrijven en daarna pas inzeep en. Dat scheert schoon, zacht en pijnloos. goed begrijpen en niet denken, dat ik de Broeders des Verderfs zou vreezen. Neen, zoo is het niet Wij zullen, ik zoowel als gij, alles wagen om Parijs van die misda digers te verlossen, maar wij behoeven daarbij ons niet noodeloos in gevaar te stellen." „Goed, maar wat wilt gij dan?" vroeg de Linar. „Luister. Ik wilde voorstellen, dat de Tournel op reis ging en Parijs verliet, niet om te vluchten, doch om als een an der terug te keeren. Natuurlijk vergezel len wij hem. De Broeder des Verderfs moeten ons spoor verliezen, meenen, dat *ij uit vrees voor gevaar, gevlucht rijn. Dan zal het ons gemakkelijker vallen hen te bestoken." „ftm, wat gij daar zegt, is wel waar, dooh hoe zullen vrij met hen in aanraking komen;als ik hier blijf, komt die aan raking zeker." „Jawel, maar op een onaangename en voor ons zeer gevaarlijke wijze. Ik vraag u, waarom staan onze tegenstan ders zooveel sterker dan wij? Het is, om dat zij ons onbekend zijn, omdat wij hen niet kennen en zij ons wel. Zoo rijn wij in het nadeel, dooh we zullen gelijk staan, indien zij evenmin weten, waar wij ons ophouden. Bovendien zullen zij misleid worden en denken, dat gij voor hen op de vlucht gegaan zijt." „Lord Nibblington heeft gelijk," sprak de Linar, ,rijn plan is goed, wij moeten verdwijnen." „Als gij beiden dit meent, welaan, dan stem ik toe," antwoordde de Tournel, „la ten wij dan den schijn aannemen voor hen te vluchten." „En zoo spoedig mogelijk." „Wanneer?" „Vandaag nog. Over twee uren ver trekt de expresstrein naar Marseille. Daarheen nemen wij een plaatebiljet, betalen en nog tolgeld op den koop toe. En hoelang moet dat nog duren? De ouwe Teunis, die deze verzuchting hoorde, kwam lakoniek uit den hoek. „De hooge heeren komen bij mekaar en ze drinken een glas. .en ze laten de zaak vaak zooals ze was". Ergens in Zuid-Amerika in de wilder nis, begint in een klein huis leven te komen. Weldra wordt de deur geopend. Pedro, de overal in den omtrek beken de planter verschijnt in de deuropening. De Indianen gaan op hem toe en doen hun brabbeltaaltje vergezeld gaan van drukke gebaren. De vrouw drukt haar beide armen tegen de naakte borst, alsof zij een kindje wiegt. Pedro be grijpt men komt zijn hulp inroepen voor een ziek kind. Een oogenblik, zegt hij en ver dwijnt weer in huis. Even daarna komt hij terug, begeleid door Rosita, zijn ge zellin. Zij Iracht hem te overreden, niet met de Indianen mede te gaan; maar Pedro houdt vol, dat die menschen zyn hulp niet missen kunnen. Hij is de eenige wijd en zijd in den omtrek, die lezen en schrijven kan. Een paar school jaren, in Rosario doorgebracht, hebben hem de reputatie bezorgd van weten schappelijk man. Hij is de geneesheer, de hulp en toeverlaat van heel de streek. Hij kust Rosita, gaat een paar pas sen het plaatsje op en draait zich nog eens om. Dat is een vaste gewoonte, van hem, want vol trots leest hij dan het opschrift boven de deur van de armoe dige ranchito. Dat opschrift verschijnt nu duidelijk in de reeds krachtige stra len van de zon: „Beter alleen reizen, dan in slecht gezelschap". Rosita kent al zijn eigenaardigheden. Pedro's ijdelheid als beroemdste man uit den omtrek bracht hem er toe een opschrift boven de deur aan te bren gen, dat noch door zijn makkers, noch door de primitieve Indianen gelezen kan worden. Maar zij weet het is de eenige zwakke plek van den waarlijk grootmoedigen Pedro, dien zij met toe wijding en onderwerping bemint. Twee groote honden komen nu ook uit de woning en willen met den baas mee, maar hij wijst ze terug. Hij haalt zijn paard uit den bouwvalligen stal en zadelt het. De boleadora f koord met ko gels) hangt hij aan den zadelknop. Dan springt hij te paard. Rosita kijkt vol bewondering naar haar knappen mees ter Zij, gefet hem een houten kistje met medicijnen aan, dat hij achter te gen het zadel bindt. Hij brengt den rechterhand voor den mond, buigt zich voorover in den zadel, richt zich weer op en maakt een breed gebaar met den arm naar Rosita. De beide Indianen voegen zioh aan weerskanten van hem en grijpen elk een beugel van het paard, om sneller met den ruiter mee te kunnen komen Op den naburigen heuvel gekomen, draait Pedro zioh om in den zadel en groet met zijn slappen hoed naar Rosita, die hem nawuift. Pedro en de twee Indianen door schrijden een zandvlakte Een kwartier verder komen zij op een smal pad tus schen struikgewas. Plotseling werpen de beide Indianen Pedro uit den zadel Uit het struikgewas springen een tien tnl Chamacoco Indianen te voorschijn en werpen zich op den planter. In en kele oogenblikken is hij gebonden, wordt op zijn eigen paard gelegd en wegfte voerd. Rosita kijkt haar geliefde zoo lang mogelijk na. Als hij met de beide India nen in^ de zwijgende eenzaamheid der Pampa's is verdwenen, gaat zij aan haar_bezigheden. Als de zon in het Zuid Westen staat begint Rosita onrustig te worden. Nog nooit ia Pedro zoo lang uitgebleven, als om verder naar Italig te reizen. Zoover evenwel zullen wij niet gaan. Onderweg stappen wij af om als vreemden naar Parijs terug te keeren, waar we zorgen zullen niet herkend te worden." „Goed", zei de Tournel weer, „laat ons alles in orde gaan maken." „Ik ben (klaar," antwoordde de lord. „Wacht maar een oogenblik."' Hij liep njar het telefoontoestel, vroeg aansluiting met zijn hotel en gaf zijn bediende kort en duidelijk het bevel bin nen twee uren de koffers te bezorgen aan den trein, die naar het Zuiden ver trok. Deze, die zijn heer kende, ant woordde, dat hij voor alles zorgen zou „AU right," zoo wendde lord Nibbling- ton zich weer tot zijn vrienden, „verder fcheb ik niets te doen, dan het vertrek ^van den trein af te wachten." „Maar al uw koffers, waarvoor die mee te nemen?" „O, die gaan mee naar Marseille en gij zult goed doen de uwe ook spoedig op te laden. Gij begrijpt toch, dat wij bewaakt worden en het is zeer nuttig, dat het werkelijk schijnt alsof wij een groote reis gaan ondernemen." De graaf de Tournel moest dit toe geven, men talmde nu niet langer en na een goed uur waren alle drie voor het vertrek gereed. Zij reden naar bet station, nadat He Tournel met zijn huis bewaarder en bedienden aUea geregeld had, die niet beter wisten, of hun mees ter verliet Parijs voor langen tijd. De drie vrienden letten, toen zij weg reden, scherp op, of zij ook personen bemerkten, die hen bespiedden en de Linar meende aan de overzijde op de derde verdieping iemand te rien staan, die als onwiUekeurig terugweek, toen men zyn geneeskundige hulp kwam in roepen. Haar donkere oogen onderzoeken vol onrust den omtrek. Het hevige tem perament der gezeUin van den Gaucho doet haar onrust toenemen. Weldra neemt zij een besluit:: zij zal Laar geliefde en meester gaan zoeken. Haar oogen gloeien als zij haar paard zadelt. Zij geeft de honden lucht aan een buis van Pedro en voort gaat het, f Pp n, terwijl de zon ter kimme neigt. Spoedig is zij op de plaats van den overval. Bij de laatste Stralen van de ondergaande zon kan J$jj zien, dat hier en worsteling heeft plaats gehad. Bij al aai onrust komt nu het besef, dat zij met 1 V d en voorzichtigheid te werk moet gaan, wil-ook zy niet in üe han den vallen van deze menschen, die haar geliefde overrompeld hebben. Jaren 1 mg heeft Pedro de Indianen uit den omtrek welgedaan en het is haar een raadsel, hoe deze ommekeer in gezind heid is teweeggebracht. Voorloopig is het spoor in het zand van de Pampa gemakkelijk te vinden. Maar weldra worden de omstandighe den veel moeilijker. Als d» zon is onder- gugaan en de maan nog niet aan den hemel is verschenen, kan zij het spoor niet meer onderscheiden en moet zich geheel op de honden verlaten. Boven dien loopt het spoor nu over steenach- tigen grond. Telkens als de honden aar- zeleu, geeft zij de trouwe spoorzoekers opnieuw lucht. Langzaam gaat het-verder. Na een uur komt de maan op. Hoe hooger de maan stijgt, des te meer stelt zij Rosita in staat het terrein te overzien, maar des te meer moet zij oppassen niet reeds van verre gezien te worden. Daarom zoekt zij zich met haar paard zooveel mogelijk aan het oog te onttrekken. Weer een uur verder staat een bouw vallige hut. Le honden loopen reoht daarop aan en gaan er binnen, waaruit Rosita opmaakt, dat niemand daar aan- wezig^is, Zu stijgt daarom af, gaat ook binnen en maakt licht met haar zak lantaarn. Een schamele tafel met 'n paar houten stoelen zijn het eenige meu- uiiair. De stoelen liggen omgeworpen en op den grond vindt zij leege en gebro ken flesschen. Alles duidt er op dat hier een drinkgelag heeft plaats gehad. Dan gaat de dappere vrouw nauwkeuriger zoeken, omdat zij aanstonds begrijpt, dat hier iets belangrijks met Pedro moet zijn gebeurd. Zij zoekt met haar zak lantaarn deel voor deel af en weldra doet zij een merkwaardige vondst; een man chet en een paar decimeter daar van daan een schakel van den horlogeket ting van Pedro 1 Dat stelt haar voor een nieuw raadsel. Pedro's horloge met ketting heeft geen waarde. Het uurwerk loopt niet eens meer, maar haar geliefde draagt het horloge steeds, omdat hij dan in de kast een portret van zijn Rosita steeds bij zich heeft. De manchet wijst er op, dat een blan ke, en nog wel een man uit de stad, hier geweest moet zijn. En nu wordt tan Rosita meer duidelijk. Deze man heeft aan Pedro het horloge willen ontnemen en Pedro moet zich daartegen hoe wel hij stellig geboeid zal zijn geweest verzet hebben. Vandaar dat de ketting stuk getrokken is en de manchet bij de vorsteling op den grond gevallen moet zijn. Maar waarom hier een feestgelag heeft plaats gehad, begrijpt zij in het ge heel niet. Haar onrust wordt grooter, maar ook haar vaste wil den geliefde te vinden. Weer geeft zij den honden lucht en ver der gaat het. Na een uur geven de hon den door zacht gebrom aan, dat er iets bijzonders is. Dadelijk stijgt Rosita af en bindt haar paard vast aan een boom in een hollen weg, waar het dier aan het oog onttrokken staat. Zij neemt, een koord van haar boleadora en bindt dat de honden aan den halsband. Zij «preekt zachtjes de trouwe dieren toe, vermaant ze. niet te blaffen en geeft ze opnieuw lucht. De weg stijgt en voert door rots achtig terrein. Even bezint Rosita zich en herkent dan den omtrek. Zij bevindt zich bij een rotsachtig gedeelte, dat nog hij zag, dat de Linar naar hem keek. Deze wachtte zich wel er de aandacht zijner vrienden op te vestigen, eerst toen zij eenige straten verder waren, zei hij: „Ik geloof waarachtig, dat wij bespied werden van uit het huis tegenover uwe woning gelegen. Voor een raam op de derde verdieping zag ik iemand naar ons uitkijken en het leek mij alsof hij schrikte, toen ik naar hem opkeek". „Dat kon verbeelding geweest zijn" „Zeker, dooh ik geloof het niet. Ik denk, dat daar een onzer vijanden op ppst stond". „Het is mogelijk". „Neen het is waarschijnlijk. Gij weet toch, hoe Nibblington gewond werd. Hem trof in de hand een klein pijltje dat zeker van de overzijde van de straat kwam. Nibblington steunde met de hand op de vensterbank om naar be neden in de straat te kunnen kijken. Wij waren op de tweede verdieping. De pijl kwam schuin van boven, welnu wat is dan waarschijnlijker, dan dat zij door iemand afgeschoten werd, die in het huis aan de overzijde zich bevond, een verdieping hooger dan wij", Lord Nibblington knikte. „jHet is waar, gij kunt gelijk hebben. Wij kunnen van die mogelijkheid ge bruik makeü om de misdadigers op het spoor te komen". Het rijtuig kwam bij het station aan en spoedig zaten de drie vrienden in een eerste klasse coupe en bevonden zij zioh op weg naar het Zuiden. Het was reeds bijna donker, toen de trein het station uitstoomde en het zou al aardig laat zijn als de trein te Sens stopte. Daar wilden de vrienden uitetap- INGEZONDEN MEDEDEELING. VftLKE LEVERTR geen half uur van haar woning verwij derd isF Het spoor heeft haar dus in 'n groo- tan boog weer tot dicht bij haar woning gebracht) Nu zji het terrein kent, kan zij ook voorzichtiger zijn. Eenige honderden meters verder bevindt zich een opstape ling van groote rotsblokken, waartus- Sfhen zich slechts nauwe, spleetachtige 'I lorgangen bevinden Het spoor leidt laar omheen Maar de dappere Rosita besluit het terrein- te verkennen, boven van het grootste rotshlok af. Zij bindt nu ook de honden vast en gaat behoedzaam verder, zorgende steeds in de schaduw te blijven. De maan staat achter haar en zou haar kunnen verraden, maar zal baar ook uitzicht geven op het terrein aan de andere zijde. Voet voor voet nadert zij. De laatste tientallen meters kruipt zij op handen en voeten. Eindelijk bereikt zij het hoog ste punt. Zij hoort spreken, maar kan nog niet duidelijk onderscheiden, want de maan achter haar verlicht niet het gedeelte, dat zich onmiddellijk vóór do rotsen bevindt. Zoodra haar oogen zicb aan het schemerduister hebben gewend, wordt zij met schrik en geluk allereerst Pedro gewaar. Hij zit op een rotblok met het gezicht recht naar haar toegekeerd I Zijn bee- nen zijn stijf aaneengesloten en Rosita begrijpt, dat die gebonden zijn. Maar zijn armen zijn vrij! Links om een uit gedoofd vuur liggen een aantal Chama coco Indianen en Rosita herkent zelfs den man, die dezen morgen haar Pedro is komen halenI Plotseling hoort zij een stem, die haar een rilling door de leden jaagt. Waar hoorde zij die stem meer? De man, die nu spreekt, zit met zijn rug naar haar toe, tien meter diep onder haar en on geveer een meter of vijf vóór het groote rotsblok, waarop zij zich bevindt Nog éénmaal waarschuw ik je, Pedro, dat tegeustand niet helpt. Als je niet meewerkt, dat ik Rosita in handen krijg, haal ik haar zelf en vóór dien tijd heb jij deze wereld verlaten. Haar portret heb ik al, hier, neem dat vod van een horloge maar weer terug. En de onbekende gooit Pedro's hor loge naar den gebonden man tegenover hem. Toen ik een jaar geleden de ge vangenis indraaide,, dacht je zeker me nooit meer terug te zullen zien. Neen, vriendje, daarvoor kennen we elkaar te lang, al van de schoolbanken in Ro sario. Kort en goed, ik geef je nog een half uur tijd. Als dat om is en je wilt niet meewerken, jaag ik je een kogel door je kop. En verder knappep deze roode vrienden voor geld en brandewijn alles voor me op. Spoedig heb ik Ro sita en over een paar uur ben ik heer en meester in je boerderij. Nu is Rosita alles duidelijk gewor den. Die man daar is de Amerikaan Huges, ten gevaarlijke misdadiger. Ruim een jaar geleden heeft hij Rosita lastig gov alen in haar rancho, toen Pedro uit was Deze was echter onverwacht te ruggekomen en daarop had Huges een schot gelost op Pedro. Nauwelijks aan den dood ontsnapt, had Pedro den Ame rikaan gegrepen en vastgebonden tot de Rijkspolitie hem had meegenomen. Kort daarna werd bekend, dat Huges tot acht jaren gevangenisstraf was ver oordeeld. Blijkbaar was de boef dus uit de ge vangenis ontsnapt en had nu de on dankbare Indianen omgekocht om Pedro te misleiden, teneinde zich van Rosita meester te maken. In Rosita ontwaakt de minnares, die vurig liefheeft. Haar Pedro is in ge-' vaar; zij zal hem moeten redden 1 Terwijl zij naar haar paard terug pen om de volgende dag over Orleans naar Parijs terug te keeren. Zwijgend zaten zij tegenover elkander en rookten een sigaar, ieder bezig met zijn eigen gedachten. Te Fontainebleau, waar de trein eenige minuten slechts stopte, zag de Linar een bediende langs de wagons loopen, die rondzag en voor het portier van hun coupé gekomen, een briefje naar binnen wierp, om dan zon der iets te zeggen in het gedrang le verdwijnen. Tegelijk werden de deuren reeds we der door een conducteur dichtgeslagen de trein floot en zette zich in beweging De vrienden zagen elkaJar aan. voor de Tournel het briefje opraapte, het opende en las. Zijn gelaat toonde de grootste verbazing. Hij gaf het papiet aan zijn beide reisgenooten, die eyen verwonderd de weinige regels lazen, die het bevatte. „Maar zijn wij dan ten speelbal aai» menschen, die ons ver overtreffen," riep de Linar uit. „Het heeft er allen schijn van," ant woordde lord Nibblington, die het briefie nog eens nalas, „uit deze weinige rege len leeren wij twee dingen. Ten eerste, dat de Broeders des Verderfs niet alleen weten dat wij afgereisd zijn. maar ook, dat zij althans bevroeden, dat wii onder weg willen uitstappen en teruekeeren «elfs schijnen zij te weten, dat wij niet verder als (Sens willen rijden. Maar wij leeren er meer uit, nameliik dit, dat bij de Broeders Hes Verderfs iemand is, die ons gunstig gezind is, die ons voor hun valstrikken waar schuwt." „Wie zou dat anders zijn dan de dame; die reedi eerder zoo groote dien-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3