AROMA
KOFFIE
P. BAKKER
ooor Zellscheerders
6 lepenboomen
HEROPENEN
ORuSON-TRACTOR
SCHEEPENE SERIEME>"<
DE KLEINE WINST
Van Rondom
Een Sioarania&riBKiB
OverjassenJekkers
Ouerjassen vanal 125.-All„
DAMES-EN
I KINDERHOEDEN
funk Zakanpand mei 23 Aren Tuiaorond aangabodan
Bleekerssingel 29, Tel. 544, Gouda
FIRMA
J. H. ATHMER-MARTENS
Te koop:
Zaterdag den 27e" September
Fordsorv
Openbare Vrijwillige
Verkooping te Gouda.
Notaris Njc. Treurniet
WEI- en HOOILAND,
Moordredil,
uitmuntend WEILAND
Leest de overal verspreide
Speciale Heropenings-Couranl
FORCE en VITAMINEN
BV force
Misdruk flMpJOkllö
Draagt onze bekende
Koekjes voor lijders aan Suikerziekte
FEUILLETON.
De Broeders des
verderfs.
Mengelwerk.
Trouw tot den dood.
jtfaaamEP;
VRIJDAB 26 SEPTEMBFH
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLANO EN UTRECHT. Schoon hovirnchii Couranl
EERSTE BLAD
Door omstandigheden TE HUUR:
Met Inventaris en Tabak tegen
Inkoopsprijs over te nemen.
Br. onder no. 2280, bur. v.d. blad.
Nu da winter nadert la
het weer de t|jd voor
jBhKerS 120.- naar
Mums 135.- maat
Ji H, SLOTBOOM, Kleermaker
Blcskensgraal,
Ontvangen
een ruime keuze
I Vooral groote sorteering
P groote maten
Vermaken in alle modellen
Beleefd aanbevelend
L. J. Bonter
wa Groot-Am mert
op gunstige condities te koop of te huur, wegens stil gaan leven
Welvarende plaats, Z.-W. DRENTE, Groots PLUIMVEE-en EIERMARKTEN
VEEMARKT, GROENTEVEILINGEN Industrie en Qroententeelt wordt
door gemeentebestuur bevorderd". Inlichtingen bij O. MAATJES
Waldecklaan 47, HIIversum.
Administratie- en Assurantiekantoor
Inrichtingen, bijhouden en controieeren van
Boekhoudingen
Maandelijksch Winstoverzicht
Informaties, Incasso's, Assuranties
De Fordson-Tractor kan en doet vrijwel alles,
wat in den landbouw gedaan moet worden en
hy doet het beter en economischer dan ge het
met behulp van paarden gedaan zoudt krijgen.
Hy heeft reeds duizenden landbouwers vele voor-
deelen bezorgd door zyn groote trekkracht en
zijn laag verbruik van goedkoopere brandstof.
£>ok U kan hy uitstekend van dienit zyn. Hy
dryft de dorschmachine en andere werktuigen
goedkooper aan dan electromotoren.
Spreekt eens met den Official Ford Dealer af,
dat hy U laat zien hoe de Fordson-Tractor juist
voor uw land en uw omstandigheden nuttig en
noodig is en welke besparingen en andere voor
deden voor U uit het gebruik ervan voortvloeien.
GASTHUISSTRAAT - - GORINCHËM
Zoo goed «Is nieuw UTRECHTSCH
WAGENTJE met geslepen glas en
(rijpbekleeding
6 OMNIBUSBRIKKEN, 2 TILBURY'S
3 KA SBRiKKEN, 2 BUGGY'S.
A OHO NE VELD - Schoonhoven.
waarvan 4 k 45 c.M., 1 k 30 c.M.
en 1 25 c.M. middellijn,
Te bevragen en te zien bij
Wed. H. HOFMAN, Terbregge 189.
MAKELAARSKANTOOR VAN
G. VAN DER HORST
Beëedigd Makelaar in Onroerende
Goederen - Hypotheken tot elk
bedrag op Hudzen en Landerijen.
Op Land met goede overwaarde
4H 10 jaar vast. Koop - Ver
koop - Huur - Verhuren - Huizen
en Landerijen.
Kortedijk 6 Schoonhoven Tel. 100
's namiddags om 3 uur
wij onze geheel verbouwde ZaakJjWij
noodigen U beleefd uit eens een kijkje te
nemen in onze nieuwe afdeelingen.
Wij hebben nu de beschikking gekregen over
veel grooter ruimte en zijn daardoor in staat
U steeds de grootste sorteering te bieden,
terwijl wij door onze centrale Inkoopen de
prijzen uiterst laag kunnen stellen.
Wij zullen alles doen om iedereen zoo te
bedienen, de prijzen zoo laag te houden en
de kwaliteiten zoo hoog op te voeren, dat
iedereen lot de viste overtuiging komt en met
zooveel anderen zegl:
LINCOLN
Official Ford Dealer: A. Schakel, Schoonhouen.
Official Ford Lincoln Dealer: N.V. Tresfon Co's Automobielbedrijf, Rotterdam.
De
te Moordrecht, zal In „DE ZALM"
te GOUDA
op Donderdagen 9
en 16 October 1930
's morgens te elf uren
publiek verkoopen:
EEN KAPITALE
SCHUREN, HOOIBERG, ERF,
TUIN, BOOMOAARD en
verschillende perceelen uitmuntend
in den Zuidplaspolder, aan den
4den Tochtweg, <v dar
groot 20.38.70 Q claren.
Vrij van huur te aanvaarden: Het
Land 15 November 1930 en de
Woning 1 Mei 1931.
Voorta een pereeel
onder Nieuwerkerk a/d IJssel
In den Zuidplaspolder, aan den
2den Tochtweg, groot 1.52.90 H.A.
Verhuurd voor f 300 per jaar tot
1 November 1932.
Betaling 17 December 1930.
Notities verkrijgbaar bij Notaris
TREURNIET fe Moordrecht.
D-tfitami„en zijn stoffen die onmisbaar zijn voor
elk diep, vooral tijdens den groei van uw big
gen, kuikens, jonge eenden, honden enz.
moeten deze stoffen ruintsohóots worden toe
gediend.
A-Vitaminen zijn niet minder belangrijk tot
ontwikkeling van het organisme van jonge
beesten, en instandhouding van de gezond
heid van uw zeugen, varkens, kippen,
eenden, honden enz.
Beide soorten vitaminen zijn door weten
schappelijke samenstelling aanwezig in
Door Force toe te dienen krijgt ge kerngezonde
iIÏÜ'l 81 ge Uw k,PPen spoedig door den
ruitijd heen, groeien uw biggen ongelooflijk
snelj voorkomt ge Engelaehe ziekte, rheu-
matiek en rachitis bij uw varkens en vormt
ge een sterk beenderstelsel bij uw beesten.
Foroe is ook het zeker werkend en eenig af-
phfimvée tege" *n0t •,ok,,e,, bii uw
a °wP mul!,cotirii!b,,r ln Pakken van 95 «nt hl)
npnpwpï^ui?,EK' SehoonhovenDrogisterij „HET
QROENE KRUIS", Qouda; Fa, ANT. COOPS, Oorlnchem
Diameter en hoogte 80 c.M,
Adres: P. B. LUVTEN's' Zalm-
handel Rotterdam, Schouténslr. 99,
I el. 12513.
s. W. N. v. Nopten, Sehoonhn..-
KWALITEIT
alleenverkoop voor schoonhoven ^^8
MAGAZIJN «CUBA» LOPIKERSTRAAT3
LAAOST IN PRIJS
PRIAjA KWALITEIT
Verkrijgbaar bijl Fa. P. DE JONG EN ZOON
Koestraat) Schoonhoven i
BANKETBAKKERIJ ANDRÉ BROEDERS - H00GSTR, 8 - ROTTERDAM
TWEEDE blad
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhovtntct» Courant
VRIJDAfl 26 SEPTEMBER 1830
door
JAN KLJXTJTT.
Du tollen op dtn straatweg
UtrechtVreeswijk.
Wat rajn we heerlijk op stap ge
weest, zei tante Betje, terwijl ze de
handschoenen uittrok, haar hoed af
spelde ze draagt nog steeds van die
gevaarlijke wapens in haar hoed en wil
daar geen afstand van doen en haar
mantel uittrok.
Genoeglijk uit geweest, herhaalde
ze terwijl ze haar vogelkopje knikte,
maar die tollen, o die tollen. Wat is dat
een uitvinding van een of anderen
Ho, ho, tante, voorzichtig, viel Jo-
docus haar in de rede. zou bijna ma
jesteitsschennis gepleegd hebben.
hu ben je vanmiddag zoo handel
baar geweest en pas zijn we in huis of
ja begint weer
Nee tante, maar die tollen zijn uit
gevonden door Zijne Majesteit Koning
Willem I en ze zijn dus al ver over de
honderd jaar oud. U mocht toch waar
lijk wel voor den ouderdom een beetje
respect hebben.
Je hoeft me niet telkens steken te
geven dat ik al ouder wordt, dat weet
ik zelf best en als je soms van me denkt
te erven, dan heb je 't mis, want ik laat
alleen maar na aan menschen, die hun
tijd gebruiken. Maar die tollen, goed,
laat het dan zijn, dat onze eerste Ko
ning da| heeft gedaan, maar dan heeft-ie
wis en drie raadsheeren gehad, die niet
vooruit keken. Hoe is dat ook weer,
Jan, van dat regeeren
Regeeren is vooruit zien, kwam
Jodocus er alweer lusschen om zijn
wijsheid te luchten.
Nou, als dat vooruitzien is, dan
weet ik het niet. Afijn, het is ook wel
weer zoo, dat ze toen nog geen auto's en
autobussen en al die dingen hadden. En
geen electrisch licht en geen waterlei
ding en geen gas en geen trein en weet
ik al wat meer.
Maar daarom moesten ze nu jüist
haast maken met dö opruiming van die
twee tollen, vind u niet, wierp ik er
tusschen.
Juist Jan, dat wou ik maar zeg
gen. Daar hebben we nu op ons pret
tige reisje van Schoonhoven naar
Utrecht vier keer tol moeten betalen,
twee maal heen en twee keer terug.
U hadt maar twee keer hoeven te
betalen, als u door Lopik was gegaan.
Zoo, maar wieschrijft me voor
hoe ik wil gaan? Betaalt Jan niet trouw
z'n wegenbelasting op tijd, en heeft-ie
dan recht om te rijden zooals hij wil
of zooals ik wil, of heeft hij dat niet.
Nogal wat moois, ze zouden je alles
willen voorschrijven.
Heelemaal niet, tante, u mag ook
vier keer betalen, zooals we gedaan
hebben.
Dat vind ik juist zoo schandelijk,
wegenbelasting betalen en nog tollen op
den koop toe. En Utrecht wordt er maar
rijk van. daar kan je zeker van zijn; ik
las laatst, dat ze daar zoo'n belastingver
laging krijgen, nou dat is vast van die
tolcenten, want ze doen het nou zelf en
je krijgt nou kaartjes.
Ja, nu duurt het eens zoolang als
vroeger ook, schimpte Jodocus.
Maar hoe zit dat nou met die bur
gemeesters, vroeg tante, ik zou er wel
oens wat van willen weten, gebeurt er
nou wat van die tolopruiming of niet.
Kijk eens, tante, antwoordde ik,
dat zit er zoo mee, er zijn 27 gemeenten
geweest, die instemden met de actie om
te komen tot tolopheffing en toen wer
den er vijf burgemeesters benoemd, die
een commissie zouden vormen.
Ja, die commissie bedoel Ik, daar
heeft de Schoonhovensche Courant ons
geregeld van verteld.
Nu, die oommissie, daar waa één
burgemeester die het zoo druk had, dat
hij op geen een vergadering kwam en
toen hij nog nooit op een vergadering
door
WILLIAM HOLT.
5
„Natuurlijk," antwoordde graaf de
Tournet, „maar daarvoor zullen wij geen
moeite behoeven te doen. Gij begrijpt, dat
de lieden, die mijn dood gezworen heb
ben ,het niet bij één poging zullen laten.
Nu zij bemerkt zullen hebben, dat hun
goed beraamde aanslag toch mislukt is,
zullen zij wel een andere doeltreffender
manier vinden om mij naar een andere
wereld te helpen. Wellicht zijn zij dan
gelukkiger, maar misschien ook mislukt
hun aanslag opnieuw en hebben wij dan
meer succes met ons pogen een van de
sohurken in handen te krijgen.''
„Ho, ho," zei nu lord Nibblington, „dat
Is wel de gevaarlijkste manier voor ons
om met hen in contact te komen. Wij
hebben met geslepen schurken te doen,
die wij het op zoo'n manier al erg ge-
makkelük maken u uit den weg te rui
men. Gij moogt u niet als een sohietsohijf
voor hun kogels aanbieden. Zij zullen u
dan zeker raken en het Is dan nog de
vraag, of wij hen in handen zouden krij
gen.
„Maar dat wilt gij dan, dat wij doen
zullen?"
„Heel eenvoudig, gij moet verdwijnen."
„Moet ik verdwijnen? Gij meent dus,
dat ik voor de sohurken op de vlucht
gaan zon? Dat nooit."
„Gij begrijpt mij niet. Ik heb den plan
gevormd, dat ik aan uw beider oordeel
onderwerp. Ik geloof, dat het goed is
•n voor one het meeat veilig. Gij moet mij
geweest was, zond hij bericht, dat hij
voor de commissie bedankte. Dat was
nummer één.
Maar toen bleven er nog vier over
Juist, maar van die vier was er ook
een hurgt meester die niet veel tijd had,
burgemeesters hebben altijd veel om
handen, en die bedankte wel niet, maar
die deed er toch zoowat niks aan. met
het gevolg, dat de andere drie net de
den of hij er niet bij was.
Waar ze gelijk aan hadden ook,
vond Jodocus.
Maar die andere drie dan, drong
tante aan.
Van die drie was er een, een bo
venste beste man, daar niet van, maar
die man moest in drie plaatsen degelijk
ezen. waar hij nogal heel wat te stel
len had en daar een mensch maar één
lichaam heeft en dus niet drie gangen
kan gaan al is zijn gang ook geen dok
tersgang, kon hij er ook al niet zoo heel
erg veel aan doen. Tot zijn eer moet ge
zegd worden, dat hij er wel eens over
dacht, vooral als hij zelf met een auto
of een autobus door de tollen reed, maar
ja, met diep en zwaar denken kom je
er niet.
- Maar dan bleven er toch twee over.
Juist tante, en nu komt het. Die
twee die overgebleven zijn, als je ze al
leen hebt heele beste brave menschen,
en ze zijn vol ijver. Maar één ding kun
nen ze niet goed hebben en dat is, dat
een ander de eer heeft. En de eene bur
gemeester was zoowat de schrijver van
de commissie en toen wou de andere
ook wat wezen en die wou graag voor
zitter zijn. Maar dat wou de schrijver
niet, want eigenlijk staat een voorzitter
toch boven een schrijver en too kwam
er geen voorzitter, wat onder twee bur
gemeesters toch eigenlijk geen wonder is
want wie zou daar dan koning moeten
kraaien? En zoo kwam het, dat toen de
schrijver een verslag gemaakt had en
daarin wat heel erg van zijn eigen ver
telde, de andere, die voorzitter had wil
len word in, wel een beetje kregel werd
En toen kwam er nog bij, dal de schrij
ver, die hetzelfde belang had als de
burgemeester, die voorzitter had willen
worden, want beide gemeenten hebben
de meeste last van de tollen van al de
zeven en twintig gemeenten toen
kwam er nog bij, dat de schrijver eigen
lijk een beetje eigenmachtig ging doen.
En dat kon de candidaat-voorritter, laat
ik hem nou zoo maar noemen, niet ver
dragen en nou ligt de boel er.
Maar ze hebben toch onderhandeld
met de tollencommissie, die commissie
van het Rijk bedoel ik.
Ja, dat is ook zoo, maar het is er
zoo mee gelegen: de een die komt den
ander tegen, zegt het spreekwoord, maar
in elk geval hebben die Haagsche hi
ren gauw in de lamp of er eendracht
is of niét. En als er geen eendracht is.
dan is er.
Tweedracht, interrumpeerde Jodo
cus.
Goocheme jongen ben jij, hoonde
tante, om dat zoo maar direct te snap
pen.
Juist, Jodocus, tweespalt, of in elk
geval geen samenwerking en zoo komt
het, dat er van die mooie plannen wel
niets zal komen.
Ik vind het een schandaal, als het
zoo is, barstte tante uit, dat het belang
van een geheele streek daaraan kan wor
den opgeofferd. Gedeputeerde Staten
moesten ingrijpen.
Ho, ho, tante, die hebben juist ge
zegd, dat ze er niets aan doen willen,
en dat het een za^t ia van het Rijk en
de betrokken gemeenten.
't Is me wat moois, wegenbelasting
INGEZONDEN MEDE DEALING.
Eerst een weinig Purol goed in de
huid wrijven en daarna pas inzeep en.
Dat scheert schoon, zacht en pijnloos.
goed begrijpen en niet denken, dat ik de
Broeders des Verderfs zou vreezen. Neen,
zoo is het niet Wij zullen, ik zoowel als
gij, alles wagen om Parijs van die misda
digers te verlossen, maar wij behoeven
daarbij ons niet noodeloos in gevaar te
stellen."
„Goed, maar wat wilt gij dan?" vroeg
de Linar.
„Luister. Ik wilde voorstellen, dat de
Tournel op reis ging en Parijs verliet,
niet om te vluchten, doch om als een an
der terug te keeren. Natuurlijk vergezel
len wij hem. De Broeder des Verderfs
moeten ons spoor verliezen, meenen, dat
*ij uit vrees voor gevaar, gevlucht rijn.
Dan zal het ons gemakkelijker vallen hen
te bestoken."
„ftm, wat gij daar zegt, is wel waar,
dooh hoe zullen vrij met hen in aanraking
komen;als ik hier blijf, komt die aan
raking zeker."
„Jawel, maar op een onaangename
en voor ons zeer gevaarlijke wijze. Ik
vraag u, waarom staan onze tegenstan
ders zooveel sterker dan wij? Het is, om
dat zij ons onbekend zijn, omdat wij hen
niet kennen en zij ons wel. Zoo rijn wij
in het nadeel, dooh we zullen gelijk staan,
indien zij evenmin weten, waar wij ons
ophouden. Bovendien zullen zij misleid
worden en denken, dat gij voor hen op
de vlucht gegaan zijt."
„Lord Nibblington heeft gelijk," sprak
de Linar, ,rijn plan is goed, wij moeten
verdwijnen."
„Als gij beiden dit meent, welaan, dan
stem ik toe," antwoordde de Tournel, „la
ten wij dan den schijn aannemen voor
hen te vluchten."
„En zoo spoedig mogelijk."
„Wanneer?"
„Vandaag nog. Over twee uren ver
trekt de expresstrein naar Marseille.
Daarheen nemen wij een plaatebiljet,
betalen en nog tolgeld op den koop toe.
En hoelang moet dat nog duren?
De ouwe Teunis, die deze verzuchting
hoorde, kwam lakoniek uit den hoek.
„De hooge heeren komen bij mekaar en
ze drinken een glas. .en ze laten de
zaak vaak zooals ze was".
Ergens in Zuid-Amerika in de wilder
nis, begint in een klein huis leven te
komen. Weldra wordt de deur geopend.
Pedro, de overal in den omtrek beken
de planter verschijnt in de deuropening.
De Indianen gaan op hem toe en
doen hun brabbeltaaltje vergezeld gaan
van drukke gebaren. De vrouw drukt
haar beide armen tegen de naakte borst,
alsof zij een kindje wiegt. Pedro be
grijpt men komt zijn hulp inroepen voor
een ziek kind.
Een oogenblik, zegt hij en ver
dwijnt weer in huis. Even daarna komt
hij terug, begeleid door Rosita, zijn ge
zellin. Zij Iracht hem te overreden, niet
met de Indianen mede te gaan; maar
Pedro houdt vol, dat die menschen zyn
hulp niet missen kunnen. Hij is de
eenige wijd en zijd in den omtrek, die
lezen en schrijven kan. Een paar school
jaren, in Rosario doorgebracht, hebben
hem de reputatie bezorgd van weten
schappelijk man. Hij is de geneesheer,
de hulp en toeverlaat van heel de
streek.
Hij kust Rosita, gaat een paar pas
sen het plaatsje op en draait zich nog
eens om. Dat is een vaste gewoonte, van
hem, want vol trots leest hij dan het
opschrift boven de deur van de armoe
dige ranchito. Dat opschrift verschijnt
nu duidelijk in de reeds krachtige stra
len van de zon:
„Beter alleen reizen, dan in slecht
gezelschap".
Rosita kent al zijn eigenaardigheden.
Pedro's ijdelheid als beroemdste man
uit den omtrek bracht hem er toe een
opschrift boven de deur aan te bren
gen, dat noch door zijn makkers, noch
door de primitieve Indianen gelezen
kan worden. Maar zij weet het is de
eenige zwakke plek van den waarlijk
grootmoedigen Pedro, dien zij met toe
wijding en onderwerping bemint.
Twee groote honden komen nu ook
uit de woning en willen met den baas
mee, maar hij wijst ze terug. Hij haalt
zijn paard uit den bouwvalligen stal en
zadelt het. De boleadora f koord met ko
gels) hangt hij aan den zadelknop. Dan
springt hij te paard. Rosita kijkt vol
bewondering naar haar knappen mees
ter
Zij, gefet hem een houten kistje
met medicijnen aan, dat hij achter te
gen het zadel bindt.
Hij brengt den rechterhand voor den
mond, buigt zich voorover in den zadel,
richt zich weer op en maakt een breed
gebaar met den arm naar Rosita.
De beide Indianen voegen zioh aan
weerskanten van hem en grijpen elk een
beugel van het paard, om sneller met
den ruiter mee te kunnen komen
Op den naburigen heuvel gekomen,
draait Pedro zioh om in den zadel en
groet met zijn slappen hoed naar Rosita,
die hem nawuift.
Pedro en de twee Indianen door
schrijden een zandvlakte Een kwartier
verder komen zij op een smal pad tus
schen struikgewas. Plotseling werpen
de beide Indianen Pedro uit den zadel
Uit het struikgewas springen een tien
tnl Chamacoco Indianen te voorschijn
en werpen zich op den planter. In en
kele oogenblikken is hij gebonden, wordt
op zijn eigen paard gelegd en wegfte
voerd.
Rosita kijkt haar geliefde zoo lang
mogelijk na. Als hij met de beide India
nen in^ de zwijgende eenzaamheid der
Pampa's is verdwenen, gaat zij aan
haar_bezigheden.
Als de zon in het Zuid Westen staat
begint Rosita onrustig te worden. Nog
nooit ia Pedro zoo lang uitgebleven, als
om verder naar Italig te reizen. Zoover
evenwel zullen wij niet gaan. Onderweg
stappen wij af om als vreemden naar
Parijs terug te keeren, waar we zorgen
zullen niet herkend te worden."
„Goed", zei de Tournel weer, „laat
ons alles in orde gaan maken."
„Ik ben (klaar," antwoordde de lord.
„Wacht maar een oogenblik."'
Hij liep njar het telefoontoestel, vroeg
aansluiting met zijn hotel en gaf zijn
bediende kort en duidelijk het bevel bin
nen twee uren de koffers te bezorgen
aan den trein, die naar het Zuiden ver
trok. Deze, die zijn heer kende, ant
woordde, dat hij voor alles zorgen zou
„AU right," zoo wendde lord Nibbling-
ton zich weer tot zijn vrienden, „verder
fcheb ik niets te doen, dan het vertrek
^van den trein af te wachten."
„Maar al uw koffers, waarvoor die
mee te nemen?"
„O, die gaan mee naar Marseille en
gij zult goed doen de uwe ook spoedig
op te laden. Gij begrijpt toch, dat wij
bewaakt worden en het is zeer nuttig,
dat het werkelijk schijnt alsof wij een
groote reis gaan ondernemen."
De graaf de Tournel moest dit toe
geven, men talmde nu niet langer en
na een goed uur waren alle drie voor
het vertrek gereed. Zij reden naar bet
station, nadat He Tournel met zijn huis
bewaarder en bedienden aUea geregeld
had, die niet beter wisten, of hun mees
ter verliet Parijs voor langen tijd.
De drie vrienden letten, toen zij weg
reden, scherp op, of zij ook personen
bemerkten, die hen bespiedden en de
Linar meende aan de overzijde op de
derde verdieping iemand te rien staan,
die als onwiUekeurig terugweek, toen
men zyn geneeskundige hulp kwam in
roepen. Haar donkere oogen onderzoeken
vol onrust den omtrek. Het hevige tem
perament der gezeUin van den Gaucho
doet haar onrust toenemen.
Weldra neemt zij een besluit:: zij zal
Laar geliefde en meester gaan zoeken.
Haar oogen gloeien als zij haar paard
zadelt. Zij geeft de honden lucht aan
een buis van Pedro en voort gaat het,
f Pp n, terwijl de zon ter kimme
neigt.
Spoedig is zij op de plaats van den
overval. Bij de laatste Stralen van de
ondergaande zon kan J$jj zien, dat hier
en worsteling heeft plaats gehad. Bij al
aai onrust komt nu het besef, dat zij
met 1 V d en voorzichtigheid te werk
moet gaan, wil-ook zy niet in üe han
den vallen van deze menschen, die haar
geliefde overrompeld hebben. Jaren
1 mg heeft Pedro de Indianen uit den
omtrek welgedaan en het is haar een
raadsel, hoe deze ommekeer in gezind
heid is teweeggebracht.
Voorloopig is het spoor in het zand
van de Pampa gemakkelijk te vinden.
Maar weldra worden de omstandighe
den veel moeilijker. Als d» zon is onder-
gugaan en de maan nog niet aan den
hemel is verschenen, kan zij het spoor
niet meer onderscheiden en moet zich
geheel op de honden verlaten. Boven
dien loopt het spoor nu over steenach-
tigen grond. Telkens als de honden aar-
zeleu, geeft zij de trouwe spoorzoekers
opnieuw lucht.
Langzaam gaat het-verder. Na een
uur komt de maan op. Hoe hooger de
maan stijgt, des te meer stelt zij Rosita
in staat het terrein te overzien, maar
des te meer moet zij oppassen niet reeds
van verre gezien te worden. Daarom
zoekt zij zich met haar paard zooveel
mogelijk aan het oog te onttrekken.
Weer een uur verder staat een bouw
vallige hut. Le honden loopen reoht
daarop aan en gaan er binnen, waaruit
Rosita opmaakt, dat niemand daar aan-
wezig^is, Zu stijgt daarom af, gaat ook
binnen en maakt licht met haar zak
lantaarn. Een schamele tafel met 'n
paar houten stoelen zijn het eenige meu-
uiiair. De stoelen liggen omgeworpen en
op den grond vindt zij leege en gebro
ken flesschen. Alles duidt er op dat hier
een drinkgelag heeft plaats gehad. Dan
gaat de dappere vrouw nauwkeuriger
zoeken, omdat zij aanstonds begrijpt,
dat hier iets belangrijks met Pedro moet
zijn gebeurd. Zij zoekt met haar zak
lantaarn deel voor deel af en weldra doet
zij een merkwaardige vondst; een man
chet en een paar decimeter daar van
daan een schakel van den horlogeket
ting van Pedro 1 Dat stelt haar voor
een nieuw raadsel. Pedro's horloge met
ketting heeft geen waarde. Het uurwerk
loopt niet eens meer, maar haar geliefde
draagt het horloge steeds, omdat hij dan
in de kast een portret van zijn Rosita
steeds bij zich heeft.
De manchet wijst er op, dat een blan
ke, en nog wel een man uit de stad, hier
geweest moet zijn. En nu wordt tan
Rosita meer duidelijk. Deze man heeft
aan Pedro het horloge willen ontnemen
en Pedro moet zich daartegen hoe
wel hij stellig geboeid zal zijn geweest
verzet hebben. Vandaar dat de ketting
stuk getrokken is en de manchet bij de
vorsteling op den grond gevallen moet
zijn. Maar waarom hier een feestgelag
heeft plaats gehad, begrijpt zij in het ge
heel niet.
Haar onrust wordt grooter, maar ook
haar vaste wil den geliefde te vinden.
Weer geeft zij den honden lucht en ver
der gaat het. Na een uur geven de hon
den door zacht gebrom aan, dat er iets
bijzonders is. Dadelijk stijgt Rosita af
en bindt haar paard vast aan een boom
in een hollen weg, waar het dier aan
het oog onttrokken staat. Zij neemt, een
koord van haar boleadora en bindt dat
de honden aan den halsband. Zij «preekt
zachtjes de trouwe dieren toe, vermaant
ze. niet te blaffen en geeft ze opnieuw
lucht. De weg stijgt en voert door rots
achtig terrein. Even bezint Rosita zich
en herkent dan den omtrek. Zij bevindt
zich bij een rotsachtig gedeelte, dat nog
hij zag, dat de Linar naar hem keek.
Deze wachtte zich wel er de aandacht
zijner vrienden op te vestigen, eerst toen
zij eenige straten verder waren, zei hij:
„Ik geloof waarachtig, dat wij bespied
werden van uit het huis tegenover uwe
woning gelegen. Voor een raam op de
derde verdieping zag ik iemand naar
ons uitkijken en het leek mij alsof hij
schrikte, toen ik naar hem opkeek".
„Dat kon verbeelding geweest zijn"
„Zeker, dooh ik geloof het niet. Ik
denk, dat daar een onzer vijanden op
ppst stond".
„Het is mogelijk".
„Neen het is waarschijnlijk. Gij weet
toch, hoe Nibblington gewond werd.
Hem trof in de hand een klein pijltje
dat zeker van de overzijde van de straat
kwam. Nibblington steunde met de
hand op de vensterbank om naar be
neden in de straat te kunnen kijken.
Wij waren op de tweede verdieping. De
pijl kwam schuin van boven, welnu wat
is dan waarschijnlijker, dan dat zij door
iemand afgeschoten werd, die in het
huis aan de overzijde zich bevond, een
verdieping hooger dan wij",
Lord Nibblington knikte.
„jHet is waar, gij kunt gelijk hebben.
Wij kunnen van die mogelijkheid ge
bruik makeü om de misdadigers op het
spoor te komen".
Het rijtuig kwam bij het station aan
en spoedig zaten de drie vrienden in een
eerste klasse coupe en bevonden zij zioh
op weg naar het Zuiden.
Het was reeds bijna donker, toen de
trein het station uitstoomde en het zou
al aardig laat zijn als de trein te Sens
stopte. Daar wilden de vrienden uitetap-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
VftLKE
LEVERTR
geen half uur van haar woning verwij
derd isF
Het spoor heeft haar dus in 'n groo-
tan boog weer tot dicht bij haar woning
gebracht)
Nu zji het terrein kent, kan zij ook
voorzichtiger zijn. Eenige honderden
meters verder bevindt zich een opstape
ling van groote rotsblokken, waartus-
Sfhen zich slechts nauwe, spleetachtige
'I lorgangen bevinden Het spoor leidt
laar omheen Maar de dappere Rosita
besluit het terrein- te verkennen, boven
van het grootste rotshlok af. Zij bindt nu
ook de honden vast en gaat behoedzaam
verder, zorgende steeds in de schaduw
te blijven. De maan staat achter haar
en zou haar kunnen verraden, maar zal
baar ook uitzicht geven op het terrein
aan de andere zijde.
Voet voor voet nadert zij. De laatste
tientallen meters kruipt zij op handen
en voeten. Eindelijk bereikt zij het hoog
ste punt. Zij hoort spreken, maar kan
nog niet duidelijk onderscheiden, want
de maan achter haar verlicht niet het
gedeelte, dat zich onmiddellijk vóór do
rotsen bevindt. Zoodra haar oogen zicb
aan het schemerduister hebben gewend,
wordt zij met schrik en geluk allereerst
Pedro gewaar.
Hij zit op een rotblok met het gezicht
recht naar haar toegekeerd I Zijn bee-
nen zijn stijf aaneengesloten en Rosita
begrijpt, dat die gebonden zijn. Maar
zijn armen zijn vrij! Links om een uit
gedoofd vuur liggen een aantal Chama
coco Indianen en Rosita herkent zelfs
den man, die dezen morgen haar Pedro
is komen halenI
Plotseling hoort zij een stem, die haar
een rilling door de leden jaagt. Waar
hoorde zij die stem meer? De man, die
nu spreekt, zit met zijn rug naar haar
toe, tien meter diep onder haar en on
geveer een meter of vijf vóór het groote
rotsblok, waarop zij zich bevindt
Nog éénmaal waarschuw ik je,
Pedro, dat tegeustand niet helpt. Als je
niet meewerkt, dat ik Rosita in handen
krijg, haal ik haar zelf en vóór dien
tijd heb jij deze wereld verlaten. Haar
portret heb ik al, hier, neem dat vod
van een horloge maar weer terug.
En de onbekende gooit Pedro's hor
loge naar den gebonden man tegenover
hem.
Toen ik een jaar geleden de ge
vangenis indraaide,, dacht je zeker me
nooit meer terug te zullen zien. Neen,
vriendje, daarvoor kennen we elkaar
te lang, al van de schoolbanken in Ro
sario. Kort en goed, ik geef je nog een
half uur tijd. Als dat om is en je wilt
niet meewerken, jaag ik je een kogel
door je kop. En verder knappep deze
roode vrienden voor geld en brandewijn
alles voor me op. Spoedig heb ik Ro
sita en over een paar uur ben ik heer
en meester in je boerderij.
Nu is Rosita alles duidelijk gewor
den. Die man daar is de Amerikaan
Huges, ten gevaarlijke misdadiger. Ruim
een jaar geleden heeft hij Rosita lastig
gov alen in haar rancho, toen Pedro uit
was Deze was echter onverwacht te
ruggekomen en daarop had Huges een
schot gelost op Pedro. Nauwelijks aan
den dood ontsnapt, had Pedro den Ame
rikaan gegrepen en vastgebonden tot
de Rijkspolitie hem had meegenomen.
Kort daarna werd bekend, dat Huges
tot acht jaren gevangenisstraf was ver
oordeeld.
Blijkbaar was de boef dus uit de ge
vangenis ontsnapt en had nu de on
dankbare Indianen omgekocht om Pedro
te misleiden, teneinde zich van Rosita
meester te maken.
In Rosita ontwaakt de minnares, die
vurig liefheeft. Haar Pedro is in ge-'
vaar; zij zal hem moeten redden 1
Terwijl zij naar haar paard terug
pen om de volgende dag over Orleans
naar Parijs terug te keeren.
Zwijgend zaten zij tegenover elkander
en rookten een sigaar, ieder bezig met
zijn eigen gedachten. Te Fontainebleau,
waar de trein eenige minuten slechts
stopte, zag de Linar een bediende langs
de wagons loopen, die rondzag en voor
het portier van hun coupé gekomen, een
briefje naar binnen wierp, om dan zon
der iets te zeggen in het gedrang le
verdwijnen.
Tegelijk werden de deuren reeds we
der door een conducteur dichtgeslagen
de trein floot en zette zich in beweging
De vrienden zagen elkaJar aan. voor
de Tournel het briefje opraapte, het
opende en las. Zijn gelaat toonde de
grootste verbazing. Hij gaf het papiet
aan zijn beide reisgenooten, die eyen
verwonderd de weinige regels lazen, die
het bevatte.
„Maar zijn wij dan ten speelbal aai»
menschen, die ons ver overtreffen," riep
de Linar uit.
„Het heeft er allen schijn van," ant
woordde lord Nibblington, die het briefie
nog eens nalas, „uit deze weinige rege
len leeren wij twee dingen. Ten eerste,
dat de Broeders des Verderfs niet alleen
weten dat wij afgereisd zijn. maar ook,
dat zij althans bevroeden, dat wii onder
weg willen uitstappen en teruekeeren
«elfs schijnen zij te weten, dat wij niet
verder als (Sens willen rijden.
Maar wij leeren er meer uit, nameliik
dit, dat bij de Broeders Hes Verderfs
iemand is, die ons gunstig gezind is,
die ons voor hun valstrikken waar
schuwt."
„Wie zou dat anders zijn dan de
dame; die reedi eerder zoo groote dien-