BoMaMonlng Wel- en Hooiland J\ Rl;i Een irnnm hit Uampe 1 I DZWOL Parel Anthraciet 12/20 Geen grijs Haar. HUTSSPAARBAHH - SCHOOHHOUEH Oplefdlng acie nullloe handuierhen i I Broeiwllsien EIERHIT jened All" Ball .A.deJono.oauda Bij J.v. MEERKERK Winter-Artikelen Fa waf. r. uoosmoLEit Bericht Yan Inzet ueiien en uerkoopen: PROVENDINE PROVENDINE] BEZOEKT DE GR00TE BAZAAR Zuid-Holl. Reis-Bioscoop Zuid-Holl. Reis-Bioscoop Mode-Vakschool kijken Dames- en Kinderhoeden GEBR. VAN BRUINESSEN Qosmauen 29 - Tel. lie m Van Rondom te Brandwijk Notaris B. Ets Donderdagen 18 en 23 Oct. 1930 Woonhuis Dou wland Weiland OCCASION BECHSTEIN PIANO Geeft Uw varkens Geeft Uw biggen ZIEKEBHUISUERPLEBina Te koops 5-jarige Vos (ruin) 5-jarige bruine Merrie Uitverkoop I Petten, Overhemden, Slrikdassen enz. enz. te Schoonhoven heeft overgedaan F. C. VAN DIS. vanaf heden heeft overgenomen de M. P. MURCK. te Giessen-Nieuwkerk Cursus 1930—1931 - r I f. V Bloembollen i Hoedenmagazijn „De Zwaluw" s s i Vraagt prijs van feuilleton. De Broeders des verderfs. Mengelwerk. Under de Indianen Plaatselijk Nieuws EERSTE BLAD NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Stfraontm«nwtn Courant VRIJDAB ID OCTOBER 19jo, fenaamd „HOOG HUIS" met churen, Erf, Weg en 18 Hectare 11 Are, 80 centiaren welke op 9 October 1930 is geveild en in bod is gebracht, op f 44900.— ral op Donderdag 16 October 1930 ten overstaan van te Oiessendam, des voormiddags 10 uur in Café „BOERENKLAAS" te Brandwijk, worden afgeslagen, In 15 perceelen en diverse combi natiën. De afzonderlijke inzet is van perceel: 1. f4500.—; 2. f 150.— 3 f 450.—; 4. f 5550.—5. f 4400.-6. f 5400.— 7. f2000.—; 8. f 1950.—; 9. f2600,—; 10. f4600.-; 11. f5100.-; 12. f2600.-; 13. f 2000.-; 14 f 2250.-; en 15. f 1350. Notaris Anema te Streefkerk, zal op des v.m 10 uur, In het Café „OnSTERHOUT" «s Langerak voor de Erven A^GELDERBLOM in het openbaar 1. Een met Schuui, Erf, en Qrond, aan den Lekdijk te Langerak, groot 9 A. 2. Een Perceel aan den Tiendweg te Langerak, groot 42 A. 83 c.A. 3a Een Perceel aan den Tiendweg en de Middel wetering te Langerak, groot 76 A. 18 c.,A. Te aanvaarden bij de betaling der kooppenningen op 4 December 1930 of vroeger Een 8de hendo e en geboden Te bevragen bij.— J. It A. GR0ENEVELD, Sohoonltovtn. ter bevordering ven den groei en ter voor* I koming ven pooteiektej onmitbeer voor het fok* ken, meekt tevens big* gen vlugger merktkleer« Prü« FL 1.75 per pek. Importeur* r Kuypere A Co., Maastricht iv VS5-* I V' Operatiekosten vanaf f50.- tot f150. Oebruik operatiekamer, verbandmiddelen enz. tot f 25. Afzonderlijke tarieven voor verpleging en operatie in de tweede klasse van een Zieken huis. comraissiE var aibitrabe: J. A. P. de Bruyn, Arts. N. M. van Diest. J. Oroesbeek, Arts. S. v. d. Oever, Voorzitter Burgerlijk Armbestuur. J. F. V. SlERENBERO DE BOER. 100.000 CoilribuBnlto. n.V. Eirit. Hidirianlichi mait- icMpsll i. ZliklinuliuirpKgliig (m.v.z). Baud., C. DE JONO. O. BOUWMEESTER Jr. mei Tuig mn Broodkar bij J. VAN AS, Oroot-Ammers Te koop: met 3 witte voeten, en beiden goed bereden en best in het tuig gaand. Worden onder volle garantie verkocht. Ts bevragen bij N. A. VAN DIJK, Overeind, Jutphaas. Te koop 84 praohtlge metende 1.44 M. voor de borst. Te bevragen bij H. VOORSPUIJ Jz., Oroot-Ammers. (Wagens opheffing) 80 KORTING vanaf heden M. v. d. HENGEL - STOLWIJK Bovenkerk VERLICBT1N 6S-C0MNISSIE ST. JANSKERK - GOUDA |N DE SOCIËTEIT „ONS OENOEOEN' TE OOUDA MET DE KUNSTWERKEN: KLOKKENGIETERIJ OUD 6 0 U D A VAN 14 t/h. 17 OCTODER 1930 GEOPEND Dinsdagavond 8-10 uur, entrée f 0.25 Woensdag van 2-5 en 7-10 uur f 0.10 Donderdag 9-12, 2-6 en 7-10 f 0.10 Vrjjdag van 2-5 en 7-10 f O.'O KOESTRAAT 78 Het Bestuur der Nuts-Spaarbank te Schoonhoven brengt ter kennis van de Ingezetenen van Schoonhoven en Omstreken, dat met Ingang van 3 November 1930, de Spaarbank dagelijks aal zijn gaopend en wel: op Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Vrijdag eiken dag van II uur v.m. tot I uur n.m. en van 8—3.30 uur n.m. De gewone Zaterdagavond-zitting blijft bestaan; de Spaarbank is dus dien dag geopend des avonds van half acht tot negen uur De heer D. KOPPENOL, KASSIER-BOEKHOUDER der NUTS-SPAARBANK. ie door het Spaarbank- Bestuur gemachtigd, atfe voorkomende Spaar bank-werkzaamheden te verrichten. De rente blijft ook voor 1931 vastgesteld op 3.8 Het Bestuur der Nuts-SpaarbankOROESBEEK, Penningm. J. KORTLAND, Voorzitter. A. J. DE HAAS. Lid. H. KLEIJHEEQ, Secretaris. J. SLAOER, Lid. P* Ondergeteekende maakt bekend, dat hij vanaf heden de aan den Heer M. P. MURCK te Schoonhoven, dien hij gaarne bij het geachte publiek aanbeveelt, om hem hetzelfde vertrouwen te geven, waarmede men ongeteekende heeft vereerd. SCHOONHOVEN, 10 October 1930. Ondergeteekende maakt bekend, dat hij van den ffeer P. C. VAR DIS. Door het geven van goede en mooie films en door een be schaafde verzorging van het geheel, hoopt hij hetzelfde vertrouwen en dezelfde waardeering te mogen genieten als zijn voorganger. SCHOONHOVEN, 10 October 1930. Inlichtingen te bevragen bij Mej. M. J. TOOM, Gediplomeerd Leerares Haven 80 Schoonhoven vindt U een groote aorteering tegen concurraerende prijzen worden op U gevestigd bij het binnenkomen. De éérste indrukken zijn beslissend. Zorg er ooor, dat zij goed zijn. Doe bij ons Uw keus uit de mooie collectie bontmantels, mantels, japonnen of hoeden. Onze uitgebreide inkooporganisatie zorgt voor de nieuwste modellen en dessins en voor aan trekkelijke prijzen. Ons personeel staat geheel tot Uw dienst. Men zal zich altijd beijveren U behulpzaam te zijn. Gebruik Uw tijd niet om te zoeken, kom rechtstreeks naar ons en besleed EgfSt Uw tijd goed. ROTTERDAM Hoogstraat 347 AMSTERDAM UTRECHT NUuweodük 220 ABMa O «de Gracht 151 1 DEN HAAG Alléén Modehuis Hofweg 6 LEEUWARDEN NIJMEGEN Over da Kalde» 16-10 L Molenstraat 7-9 moeten n u gepoot worden Wij hebben een pracht sorteering tegen teer billijke prijs Firma J. DOESBURO, Telefoon 65 Schoonhoven. Haven 50, Schoonhoven Bericht de ontvangst van een uitgezochte collectie in alle maten en zeer voordeelige prijzen. Beleefd,, aanbevelend, N. v. fl. REE—PLUUT CD Deze „ijzeren dienaar" Is onmisbaar In Uw kaukan. Hij kookt, bakt, braadt en warmt dat het 'n lus! is. Ert Is oh zoo zuinig In 't «token. In onzen voorraad Fornul» zen (voor .kolen of gas) •vind! U ifeJJig ook 'n Ju weeltje voor Uw keuken en heutch niet duur. Tier», tallen bekende merken zon gen dat U keu» hebt, Nw Markt 19-20, Rottmrdsm Rotterd. Dijk 247, Schiedam Nieawpoort Telefoon 22 f 8.— pap H.L. franco thuia f 8.10 extra uitgezeefd Zen goedkoope brandstof voor Uw hoard, kachel ot fornuis TELEFOON 89 - SCB00NB0VEN (Aanbevelend, OUDE HAVEN 18 NATURAE LTD'S Laxeerpillen Versterk ingspillen Maagpillen 66 ot. per 60 stuks Hoofdpijnpoeders 1.10 per 26 stuks. Een Poeder 6 ct. helpen beslist) spoedig en afdoend. Verkrijgb. bjj Drogisten en ApoLh. Alléén verkoop voor: Bergambacht by P. Duhen en Oo. Krimpen a.d. Lek: J. O. Hagen. Lekkerkerk: Fa. Mudde Brand. Nieuw-Lekkerland: A. O. de Groot. Pjjnaoker; H. Sonne veld. Stolwijk: J. E. Loekemeyer. Streefkerk: J. Stam Gzn. Zéetermeer' E. Akkerman. gegolfde en vlakke Asbest Cementplaten. Geïll. prijscourant gratis en franco op aanvraag RIJWIEL- EN RADI0HANDEL WIJD1TRAAT No. 3 Thans 't nieuwe ERRES- TOESTEL in voorraad van f 165. Vraagt demonstratie zondsr aenige ver piiohting. Uiterst lage prijzen Aanbevelend, A. Pook, Gouda Door hot Oosfersch preparaat krijgen haren die grijs geworden zijn hun natuurlijke kleur terug. Succes verzekerd, Prlj» f 5. TWEEDE blad. door JAN KIJKUIT. Raadseltjes uit Hoornaar en cadeautjes geven zond' betalen. Ouwe Teun had een brief geechrever en omdat uit gei dagelijkse., werk voo. He..» ie, zat mj ^en ge-ma vermoeiu maar triomfantelijk bij, met een gezient alsof hij een wonder van wetenechappe- lyk werk had verricht. Hij hield zijn penhouder nog in de band en keek er met. welgevallen naar „Jongens," zei hij, „ik herinner me nog dat er in mijn jongen tijd menechen waren, die met veeren pennen schre ven, omdat zij niet aan die nieuwigheid van de stalen pennen konden gewennen, maar als je nu om een veeren pen ging zou je evengoed kunnen vragen wanneer de trekschuit van Den Haag op Leiden afvaart." „Ja, Teun," antwoordde tante Betje, „we doen 'l hu met schrijfmachines en vulpennen." „Gek hè, dat die dingen zoo duur blijven," zei ik. „Welke dingen?" vroeg tante. „De vulpennen. Als je rekent dat bij na ieder een vulpen gebruikt, begrijp je niet dat ze die nuttige zaken niet goed- kooper gaan maken." „Je weet er weer niks van," wierp Jod er "nijdig tusschen. „Je kunt tegenwoor iie j voor een schijntje al een heel goeden vulpen koopen „Laat naar je kijken," hernam ik be leefd. „Dacht je dan dat ze in Hoornaar zoo gek zouden zijn om daar f 60 voor een vulpen te betalen?" „Laat jij niet naar je kijken," riep Jod, „daar ben je te leelijk voor, maar vulpennen van f 60 ken ik niet „Nou ja, wat jij niet kent, is te veel om op te noemen Je weet zeker ook niet dat een reperatie aan zoo'n dure pen f 13,50 kan kosten." „Hoe weet jij dat allemaal zoo pre cies, Jan," vroeg tante, ben je curator of zoo iets geworden van Hoornaar?" „Neen, tante, maar ze hebben 't er over gehad in de raad van die! gemeente. Heel duidelijk is mij de kwestie ook niet, moet ik er bij zeggen. De zaak zit zoo In een vorige raadsvergadering werd bij de rondvraag inlichting ver zocht over een post vab f 13,50 voor herstelling aan een vulpen en over het buitensporige verbruik van pennen. Er waren in een jaar op de .secretarie meer pennen gebruikt dan op de lagere school „Dat beteekent niks," meende Teun, „er blijkt alleen uit dat ze op de secre tarie mirakels hard werken of dat er op de school niet veel geschreven wordt." „Wacht even," ging ik voort. „Er kwam toen een inlichting in een inge zonden stuk, dat de vulpen van den voorzitter was, die hem zelf had ge kocht voor f 60 en dat de herstellings kosten daaraan verdeeld zouden worden over de drie gemeenten Hoornaar, Noordeloos en Hoog-Blokland en dat van de drie doosjes pennen voor de se cretarie, er een was gegeven aan den veldwachter en een hoeveelheid aan den ontvanger, om de belastingbiljetten in to vullen en op te schrijven wie een aan maning moet hebben. Tegelijk werd er toen bijgevoegd dat men beter zou doen om eens te kijken naar de petroleum die verbruikt werd voor het aanmaken der kachels op de openbare scholen, waar voor tienmaal meer olie werd gebruikt dan in andere gemeenten." „Ze schijnen daar in Hoornaar geld to veel te hebben," bromde Teun. „Vul pennen van f 60, reperaties van f 13,50, meer pennen dan de geheele school ge bruikt en tienmaal meer petroleum dan noodig is. Ik geloof best dat de ontvan ger daar veel pennen noodig heeft." „Hoe is dat verder gegaan, Jan?" vroeg tante vol belangstelling. door WELT J.AM HOLT. 11 „Waarheen?" „Dat zullen wij u dan wel zeggen. Gij kunt er honderd francs mee verdienen. Morgenvroeg kunt ge weer gaan, waar heen gij wilt." „Hm, het is een gevaarlijk zaakje ze ker, anders zoudt gij ons geen honderd francs bieden. Voor tien francs hebt gij een rijtuig." „Daarvan kunnen wij geen gebruik maken," zei de ander weer, „ik zal u zeggen waarom. Het betreft namelijk een duel. Er is iemand gewond en die moet nu heel in 't geheim vervoerd worden." „Ah, de politie heeft er de lucht van, ik begrijp het. Daarvoor werden zeker alle voertuigen aangehouden." „Ja, juist en het is nog zoo. Gij zijl immers ook reeds op het bureau ge weest?" „Jawel, maar de politie-commissaris liet ons spoedig weer gaan. Wij hielden den mond en spraken niet van de op dacht die wij hadden." „Gij zijt verstandige lui, gij neemt dus mijn voorstel aan?" ,/Goed. Wij zullen ter plaatse zijn van avond." "Kan ik er vast op rekenen?" „Wij zullen er zijn." „Tot weerziens dan, zorg dat ge niet te laat zijt," sprak de onbekende. Hij groette, wierp een blik op den an deren ketellapper, die nog scheen te NIEUW8BLAD „Het gekste komt nog. Er is nu weer raad geweest in Hoornaar en ze hebben 't weer gehad over die dure vulpen, maar nu zei de voorzitter, dat het geen vulpen is geweest, maar een vulpotlood, dat dit ook geen f 60 maar f 3,50 heeft gekost en dat niet hij, maar de secre taris het had gekocht. Bovendien beviel het vulpotlood den secretaris niet en daarom had hij het teruggezonden." ..foo," mompelde Jod nadenkend, das nu weei^géén vulpen." .Wacht nog even." vervolgde ik, je ï.egt; dus geen vulpen, maar 't was toch eigenlijk wèl een vulpen." ,3en jij nou niet goed Ui je verjund of zijn ze 't daarginds niet?" vroeg tante verbaasd. „Is 't nou een potlood of een pen?" „Ik weet bet niet." bekende ik. „De voorzitter heeft in den raad gezegd wat ik daarnet verteld heb van hot vulpot lood van den secretaris, maar daarna heeft hij op de vraag van een and^r raadslid geantwoord dat de reperUie aan de vulpen f 4,50 heeft gekost en dat ieder der drie gemeenten daaraan dus f 1,50 moet betalen." „En daar net zei je dat die reperatie f 13,50 gekost had?" vroeg Jod. „Ja, dat heeft de secretaris eerst in de courant geschreven, maar over die f 13,50 is nu niet meer gesproken." „Én is dat toen zoo maar afgeloo- pen?" wroeg Teun. „Ja, ze zullen een volgende keer 't er nog eens over hebben." „Tjonge, tjonge," zei tante hoofd schuddend, „zooiets zou eens in Nieuw- Lekkerland gebeurd moeten zijn, dan zou je wat gehoord hebben. Je moet eens lezen hoe ze daar van leer trekken, zon der zulke rare dingen. Daar gaat 't al op vechten af als ze 't nog alleen maar hebben over de toekomst." „Hebben ze daar dan waarzegsters of zoo iets in den raad, tante," vroeg ik. „Die hebben ze daar niet noodig," ging tante voort. „Daar heeft mijnheer Stam een lange lijst opgenoemd van al lerlei dingen die bij noodig vindt dat gebeuren moesten: volkshuisvesting, ge neeskundig schooltoezicht, ziekenhuis, badinrichting, sportterrein, melkver- strekking, stofbestrijding, subsidie aan muziekvereenigingen, een nieuwe school. „Dat is een gemakkelijk kunstje, om de kiezers op je hand te krijgen," merk te ik op. „Ieder raadslid kan nog een veel grootfcre en mooiere lijst opmaken, bijvoorbeeld: geen belastingen meer, alle kinderen ell^pn dag een taartje, ieder inwoner vrij vuur en licht, vol pensioen op 4D-jarigen leeftijd voor alle inwoners, een 2H-urigen werkdag, vrij reizen naar alle plaatsen in ons land. Ga zoo maar door." „Ja," zei tante", „er was een ander raadslid, die had het zich ook gemakke lijk gemaakt, die had een pak couranten meegebracht en daar las hij uit voor, tot de andere raadsleden riepen of ze dat nu allemaal moesten aanhooren. „Tante," vroeg ik, „heeft die meneer Stam niet gezegd waar het geld vandaan moest komen om al die dure dingen te betalen, die hij voorstelde." „Neen," antwoordde tante, „hij niet, maar wel een ander, meneer De Kraai." „O, daar ben ik nieuwsgierig naar," viel Jod bij. „Waar wil hij de groote bedragen vinden, die er noodig zouden zijn?" „Dat is niet zoo moeilijk," lichtte tante in. „Meneer De Kraai zei eenvoudig: „Waar het vandaan moet komen kan mij niet schelen." ingezonden mededeeunq. Tegen weer en wind bestand slapen, sprong op zijn rijwiel en reed weg. 4 De Linar keek hem na en toen hij een heel eind weg was, riep hij zijn vriend. Lord Nibblington had zich reeds opge richt. Zijn oogen schitterden. „Ik heb alles gehoord," zei hij, „ein delijk dan zullen wij eens succes hebben. O, laat die schurken op hun hoede zijn. Thans»zullen niet wij, thans zulion zij in de val loopen." „Wij willen het hopen," antwoordde zijn vriend, „in ieder geval staan wij thans sterk tegenover hen. Zij kennen ons niet en koesieren dus geen argwaan. Maar zouden wij den graaf de Tournel te vervoeren krijgen? Zou onze vriend gewond zijn?" „Ik geloof het niet," sprak de lord peinzend. „Maar wie dan?" „Vergeet niet, dat ik, voor ik bewus teloos werd, terwijl gij en de Tournel reeds op den grond laagt, nog gescho ten heb, toen ik beweging meende te zien. Ik heb u immers verteld, hoe tot mijn benevelde hersens nog een smart kreet doordrong. Welnu, ik vermoed dat een der schurken gewond is en dat hij vervoerd moet worden. Hij zal waar schijnlijk een dokter, noodig hebben en men durft dien niet te ontbieden. Het wakkere hoofd van politie te Seps let overal op. Hij weet ook dat ik gescho ten heb, allicht heeft hij de dokters ge- instrueerd hem te waarschuwen, als zij bij iemand geroepen worden, die een schotwond heeft." „Dat kan zijn," antwoordde'de Linar, „doch ik had liever dat wij den graaf te vervoeren kregen. Maar wie weet wat er gebeurt. In ieder geval zullen wij goed uit onze oogen kijken en handelen naar omstandigheden." „Dat zal inderdaad wel het beste zijn, VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, „Ooooooooo!" riepen wij allen. „Ik stel voor dat wij een automobiel koopen," zei Teun grinnikend, „waar het geld vandaan moet komen kan mij niet schelen." Vuil flOildd. Men schreef 1527. Een vloot van vijf schepen met zeshonderd welgewapende Spanjaarden, was uit Spanje naar Cuba overgestoken en men maakto zich nu ge reed, om het onbekende vasteland in het Noorden te gaan veroveren. La Florida hadden de eerste ontdekkers het genoemd maar nog memand had kans gezien, om onder de weerbarstige Indianen van dat geheimzinnig land v^R||i» Vü0t te krijgen. Ditmaal zou Pénmo/de Narvaez het probeeren, gewapend met een keizerlijke aanstelling van Karei V tot stadhouder over de te veroveren gewesten. De vloot voer van Cuba naar den over- wal en de Spanjaarden landden vol Ver wachting op die nieuwe kust, die zij plechtig in bezit namen voor de Kroon van Caatilie. Het Indiaansche opperhoofd Hirrihigua ontving hen zoo gastvrij als hij kon, maar de Spanjaarden maakten al spoedig van deze welwillende hou ding der roodhuiden een flbhromeljjk ge bruik. Zij plunderden zooveel ze kans zagen en behandelden de inboorlingen op de meest wreede wijze. Hirrihigua zélf werd gevangen genomen, waarna de Spaansche aanvoerder hem zijn neus liet afsnijden. En Hirrihigua's oude moeder liet hij voor de bloedhonden werpen, die haar voor de oogen van haren zoon ver scheurden. Toen zwoer Hirrihigua wraak! Hij wist zijn gevoelens echter te verbergen, omdat de Spaansche macht hem te sterk was. Maar ondqrtusscben vertelde hij hun, dat zij dat gele metaal, waar ze hem naar vroegen, in overvloed verder op zouden vinden, in het land van Apa- lache, dat voorbij de groote moerassen laa. De Spanjaarden zijn in hun begeer te naar goud daarheen getrokken, doch de dappere krijgslieden van Apalache hebben spoedig met hen afgerekend. Slechts een gedeelte der vreemde in dringers wist zich op zelfgebouwde vaartuigjes uit de voeten te maken, maar men heeft nooit meer van hen gehoord. Zij zijn op zee omgekomen. Nauwelijks waren de vreemdelingen uit Hirrihigua's land vertrokken, of daar verscheen wederom een groot schip op de kust. Het was er slechts één en de opvarenden waagden het niet om aan land te komen. Toen kwam Hirrihigua op een idee: al die blanken wilde hij aan land lokken en gevangen nemen, en daar na zou er weken lang feest zijn. Want één voor één zouden zij die vreemde lingen naakt loslaten om er met hun boog en pijlen op te schieten; niet te hard, want anders was het te gauw afgeloopen: urenlang moest de vreugde duren, voor dat zoo'n Spanjaard mocht bezwijken. Maar de vreemdelingen bleven op hun schip en vertrouwden de roodhuiden niet. Toen liet Hirrihigua hun een paar witte stukjes papier zien, waar de blan ken hun gedachten op schrijven. Die had hij als bewijs van vriendschap gekregen van dien anderen Spanjaard, die zoo juist vertrokken was. Zoo zei de Indi aan. Maar nog vertrouwden de Spanjaar den het geval niet. Daarop stuurde Hir rihigua vier van zijn beste krijgslieden in een kano naar het vreemde schip toe, met de boodschap, dat de Indianen niet zoo vreesachtig waren als de blanken. Deze vier edele stamhoofden konden zij' als gijzelaars bij zich houden. En nu zou den zij toch zeker wel aan wal durven te komen om bericht over hun weggeva ren landgenooten te komen halen? Onmiddellijk namen de Spanjaarden dit voorstel aan. Doch tot Hirrihigua's teleurstelling stapten er maar vier van hen in de kano. Liever had hij hen allen gehad, doch hij durfde zijn bedoelingen maar laten wij nu inspannen. Ik brand van ongeduld om te vertrekken." Het paard werd weer voor den wagen gespannen en men ging den weg terug dien men gekomen was, om volgens de aanwijzingen van den onbekende, zich naar de plek te begeven, waar dien avond de gewonde zou worden ingela den om hem naar een andere plaats te vervoeren. Waarheen, dat wisten de beide vrienden jpog niet, maar zij zou den het toch wel zien. Dus daarover braken zij zich het hoofd niet. De quaes- tie was, van de gelegenheid die zich thans aanbood, zooveel mogelijk voor deel te trekken. „Als het soms toch de Tournel is, dien wij moeten vervoeren," zei lörd Niblmg- ton, „dan rijden wij niet met hem, waar heen zijn vijanden willen, doch dan ver lossen wij hem uit hun handen. Dat zijn wij aan hem verplicht." „Zeker, het moge dan kosten wat het wil. En wij moeten met de mogelijkheid, dat hij het is, rekening houden. Wij moeten hem wegvoeren, maar waar heen, dat is de groote vraag. „Hm, ja, gij hebt gelijk. Natuurlijk zal de kortste weg zijn die naar het politieburoau te Sens. Maar wat maken wij al plannen. Wij zullen ons g9heel naar de 'omstandigheden moeten gedra gen. Bah, het zal wel zoo erg niet zijn, we krijgen wat te doen, dat is hoofd zaak. We zijn op alles voorbereid en hebben onze wapenen bij ons." „Bovendien, als wij vechten moeten, weten we nu, dat we te doen „hebben met menschen van vleesch en been. Ha, de schurken mogen voorzichtig zijn, want we hebben met hen een heele re kening te vereffenen," Toen het reeds donker begon te wor den, waren onze vrienden ter plaatse aangekomen, dis hen aangewezen was. Schoonhovenschs Courant. niet te verraden en daarom was het be ter om tenminste met deze vier genoe gen te nemen. Nauwelijks hadden zij voet aan wal gezet, of ze werden gegre pen en vastbonden. Op hetzelfde oogen- blik sprongen de vier Indianen van het schip af te water en zwommen schielijk naar den wal. Groote vreugde onder de roodhuiden en diepe, verslagenheid aan boord. Het schip bleef nog even wach ten, doch voer daarna weg. Een paar dagen werden de gevange nen vastgezet en goed gevoed. Want er was een groot feest op komst en bij die gelegenheid zouden ze worden losgelaten en neergeschoten. Zoo geschiedde dan ook met drie van hen, totdat de beurt aan de vierde kwam, een jonge man uit Sa- villa, die Juan Orotiz heette. Hij was nog geen achttien jaar oud. Maar juist, toen de Indianen hem naakt wilden loslaten, om den wedstrijd te hervatten, kwam de vrouw van Hirri higua met drie van haar doehtertjes aan- loopen. Zij smeekte haar doorluchten echtgenoot, om nu met de vorige drie slachtoffers tevreden te zijn, dooh dezen jongèn man te sparen, want het was nog haast een kind. Bovendien kon zij hem goed gebruiken ais slaaf. Hirrihigua gaf aan het verzoek van zijn vrouw toe en liet Juan Orotiz in het leven. Maar wèl begon hij hem nu het leven zóó zuur te maken, dat de gevan gene dikwijls het lot van zijn makkers benijdde. Hij moest van vroeg tot laat brand hout en water sleepen, en kreeg haast geen voedsel of slaap, maar wei voort durend slaag. Zoo was hij doorloopend uitgeput van honger en vermoeidheid. Op de feestdagen werd hij gebruikt als tijdverdrijf voor de stamhoofden. De ze zaten dan in een kring rondom het dorpsplein, terwijl Juan Orotiz den ge- heelen dag in dien kring moest ronddra^ ven, zonder een oogenblik op te houden; stond hij even stil, dan werd er terstond met pijlen op hem geschoten. Het feest begon bij zonsopgang, en op datzelfde oogenblik moest Juan ook met loopen beginnen. Wanneer Hirrihigua onder- tusschen den maaltijd ging gebruiken, bleven er altijd andere opperhoofden in den kring achter om te zorgen, dat de blanke slaaf geen oogenblik zou verflau wen. Zoodra hij langzamer begon te loo pen, flitste er waarschuwend een pijl vlak langs hem. Zoo draafde hij door tot het einde van den dag en viel dan ge broken neer. De vrouw en de doohtertjes van 't opperhoofd kwamen hem dan ver zorgen, maar Hirrihigua zag dat niet graag, omdat hij alles wat bleekgezicht was, verafschuwde. De haat van het opperhoofd nam steeds toe. Op een keer vond hij het ronddraven niet voldoende meer, en toen liet hij ter gelegenheid van een belangrijken feest dag midden in het dorp een groot vuur stoken. Zoodra er genoeg gloeiende ko len bijeen waren, liet hij daarover heen een groot houten braadrooster spannen, een el boven den gTond. Hier werd Juan Orotiz op vastgebonden, want bij zou le vend gebraden worden. Reeds had de arme jongen eenige oogenblikken boven dien gloed gelegen, toen op zijn geschreeuw de vrouw en de dochter van Hirrihigua kwamen aanloo- pen. Zij begonnen het opperhoofd heftig uit te schelden en sneden hun slaaf snel van het rooster los. Reeds was hij deer^- lijk verbrand. De vrouwen namen hem mee en verzorgden zijn brandwonden met heilzame kruiden. Pas na vele dagen was Juan Orotiz weer zóóver hersteld, dat hij loopen kon, maar hij hield groote littekens over. Op aandringen van de vrouwen kreeg de gevangene nu een ander werkje to doen. Hij moest de dooden bewaken, die op een afstand van het dorp in ruwe houten kisten op den grond gezet wer den, zonder deksels of hengsels, maar enkel met een paar losse stukken steen of hout toegedekt. Juan Orotiz werd nu als nachtwaker aangesteld, met de boodschap dat hij ditmaal zonder pardon levend gebraden zou worden, wanneer hij de roofdieren niet op een afstand hield. Hij kreeg vier speren mee, om zich te ver- Zij keken drommels goed uit hun oogen, waar zij zich bevonden, om zich dien nacht gemakkelijk te kunnen oriëntee- ren. Binnen in den wagen, om niet ge zien te worden, bestudeerde de Linar een kaart van Sens en omstreken en hij toekende daarop met een kruisje de plaats aan, waar men zich bevond. „Kijk," mompelde hij, „hier geen vijf minuten vandaan moet een deftig hee renhuis staan en anders vindt men in den omtrek niets dan wat boerenhuizen. De gewonde is natuurlijk hier in den omtrek ergens onder dak gebracht. Het lijkt mij waarschijnlijker, dai hij in het landhuis verblijf houdt dan bij een der boeren. Wij moeten in elk geval dit huis eens onthouden." Toen hij zijn gedachten hierover aan Nibblington mededeelde, -die op een boom van den wagen een pijp zat te roo- ken, knikte deze. „Zeer zeker," zeide hij, „wij komen in elk geval hierheen terug." Men wachtte en bleef langer wachten dan twee uren. Het waa intusachen reeds volslagen donker geworden en daar^nen nieuwe maan had, kon men geen hand voor de oogen z.ien, vooral niet onder de boomen. „Zij zullen ons toch zeker niet weder tevergeefs laten wachten," zei met ver twijfeling in zijn stem de Linar. „Geduld, geduld," luidde het ant woord, „ze zullen wel komen." En zij kwamen inderdaad, want geen kwartier later hoorden beiden naderende schre den en weldra stond de persoon voor hen met wien zij onderhandeld hadden. „Wij zijn op tijd, mijnheer," fluister de de Linar. „Ik weet het, span uw paard voor den wagen. Hm, het dier is erg mager. Zal het nog een flinken tocht kunnen ma ken?" VRIJDAG 10 OCTOBER 1930. dedigen. Juan was blij, dat hij nu ten minste van Hirrihigua af was en hy hoopte, met de dooden beter te kunnen opschieten dan met de levenden Eéns op een nacht was hij tegen den ochtend even ingedommeld, toen hij plot seling wakker werd door het geluid van een dier. Zonder te weten, wat hij moest doen, liep hij radeloos een eindje de wil dernis in en overwoog, of hij niet kon ontvluchten. Maar toen opeens hoorde hij een geluid. Hij sloop naderbij, en zag bij het maanlicht een poema in de struiken liggen. Juan vatte moed en wierp met kracht zijn speer. Wat er toen gebeur de, kon hij nietr meer zien, on daarom bleef hij daar maar op diezelfde plek af wachten tot de ochtend aanbrak. Toen de zon opging, zag hij het roofdier mors dood liggen, met de speer dwars door 't hart. Juan sleepte de poema aan één poot naar het dorp, maar zonder de speer er uit te trekken. Zijn daad wekte de groot ste bewondering, want het gold onder de Idianen als iets heel bijzonders, wanneer een mensch een poema doodde. Daarom vatten de vrouwen en de dochters van Hirrihigua moed en Juan kreeg het ook iets beter. Maar toch kon het opperhoofd zijn afkeer nog niet verkroppen, want wanneer hij den blanke zag, greep hij naar zijn verminkten neus. En ook dacht hij nog voortdurend aan zijn moeder Daarom zei hij' ten slotte, dat het nu toch uit moest zijn, want hij kon dien Spanjaard niet in zijn buurt verdragen. Bij het eerstvolgende feest zou hij neer geschoten worden. Maar een paar dagen tevoren hielp een der dochters Juan 's nachts ont vluchten. Ze gaf hem een Indiaan mee, die hem zou brengen tot aan de grens van het land van Mucozo, een naburig opperhoofd, die haar tot vrouw begeer de. De ontvluchting gelukte; Mucozo nam hem vriendelijk op en maakte hem tot zijn lijfbediende. Maar weldra was hun verhouding zoo hartelijk, dat zij meer als vrienden met elkaar omgin gen. Mucozo weigerde pertinent om Juan weer aan Hirrihigua uit te leve ren en liet er zelfs.zijn huwelijk om afspringen. Zoo bleef Juan Orotiz tien jaar lang bij Mucozo, waar hij gaandeweg geheel Indiaan werd. En toen daarna de ade- lantado don Hermando de Soto op de kust landde, en hoorde, dat er in die buurt een blanke onder de roodhuiden leefde, liet hij hem onmiddellijk halen. Maar de Spanjaarden hadden de groot ste moeite om hem als een landgenoot te herkennen, want Juan ging naakt, op een lendendoekje na, droeg een veeren- bos op het hoofd, net als alle andere In dianen. Ook had hij in dien langen tijd zijn Spaansch grootendeels verleerd. Hij is als tolk met het leger van Her nando de Soto meegegaan, doch het duurde meer dan drie weken, voor hij zich weer gewend had, om Spaansche kleeren te dragen. Mucozo is een trou we vriend van den Spaanschen generaal geworden, doch Hirrihigua heeft zich nooit meer laten zien. Misplaatste baldadigheid» Brandwijk. Toen mej. Hakkesteegt do zer dagen des morgens zich naar het land begaf om haar koeien te melken, had men de plank, dien ze altijd over moest, weg getroJcken, zoodat ze, haar gewonen gang gaande, in het water liep. Tevens had men haar emmers en melk- blok in het water geworpen, die men la ter vond. Laat de jeugd toch voorzich tig zijn met zulke verregaande baldadig heid. De gevolgen zijn dikwijls niet te overzien. Giessendam. Zondagmorgen geraakte do heer A. v. H. achter zijn woning in de Giessen. Op zijn hulpgeroep kwam De B. toesnellen, die den drenkeling weer op het droge wist te brengen. De in de Ned. Herv. Kerk gehou den collecte voor de Evangelisatie op Voorne en Puten heeft f 40,24 opge bracht „O zeker, mijnheer, het is een taai dier en het heeft voldoende gerust." „Des te beter. Hebt gij uw wagen wat opgeruimd? De gewonde moet er in kunnen liggen." Dit zeggend maakte hij een kleine dievenlantaarn open en lichtte in den wagen. „Gooi dat oude b'eddegoed er uit. De persoon, die gij vervoeren moei, kan daarvan geen gebruik maken." Nibblington stopte de oude vodden, want dat waren het, achter in een hoek van den wagen. „Waar moet het heen, mijnheer?" vroeg hij. „Ik zal het u terstond zeggen, doch op gepast, daar is men met den zieke." Werkelijk naderde er zacht en voor zichtig een groepje personen, waarvan er een een lantaarn droeg. Toen zij na derbij kwamen zagen de beide edellie den, dat twee anderen een draagbaar droegen, waarop iemand lag uitge strekt, die nu en dan een zacht kreunen deed hooren. „Voorzichtig," fluisterde de man, die het eerst gekomen was. „Laadt hem in den wagen, met draagbaar, bed en al." Bij het lichl van de twee lantaarns ge schiedde dit met de uiterste behoedzaam heid en lord Nibblington kon niet nala ten bij zichzelf or> te merken, dat de Broeders elkaar met teedere zorg be handelden. Maar het leek ook wel, of de gewonde, die daar lag uitgestrekt, een der voornaamsten was van de Broe ders des Verderfs, misschien wel het hoofd van dt misdadigersorganisatie. Nu, des te beter, het was dan zaak hem in hun macht te krijgen en dat zou gebeu ren ook^er mocht dan zoovéél gevaar bij zijn' als mogelijk was. Maar men was nog zoo ver niet, want de man, dien zij dien middag bij zich hadden gehad,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3