qois ^^nuuiioi kaai* .^.WEEK HALVEN PRY/ GRATI/ CADEAU; RADIO EN GRAMMAFOONS I i 165: I Werkmansgoederen HARDELSORUKIIIERH,?: Abdijsiroop r V^rschtlLenjcLe actikeleri tegea Vraagt vooral Van VollenhoVeiTs Sfout IZAK VERHEIJ - Koestraat 58 „DE KLEINE WINST" nieuwe Orgels ERRES A. PEEK Ziet de uitwerking onzer Poeder tegen Pest ziekte bij Varkens, droge en natte Pest (^amt/oert ioap-e^s-enx-utoeebzri gemetengemaakt en geplaatst Bij ueder Tlx minster- enlarws J5eige Tiaspet 2 bgpassende kleedjies Vanaf Maandag 3 November is weder verkrijgbaar: „De Gekroonde Valk" HHMHi Agent voor Schoonhoven en Omstreken: Ook verkrijgbaar alle soorten Limonade t - P' RRES K.Y.107 Q. PLOMP N.V. DELANDBOUWBANK TE UTRECHT Vraagt steeds met Cadeaux HET SPECIAAL ADRES Korte Tiendeweg 22 jGouda doorloopende harp J. A. iroeneueid ScnooniM Wijdstraat 3. Gouda Wöffftervéer Murwe Lijnkoek^ Lijnmeel Grondnotenkoeke^i „Wessanen" n W L Ster „Ster" I Drogisterij „Hei Groene Kruis", Kleiweg 91, Gouda, TeleL 317 Van Rondom De Broeders des verderfs, Mengelwerk. Verdwenen. ycrdrijf dien Koest die Uw ouden dag vergalt _1J TWEEDE BLAD. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Schoonhovtnicht Courant VRIJDAG 81 OCTOBER T83D. Allo benoodigdheden, zoowel Tosstellen als Onderdeden STEEDS HET NIEUWSTE EN HET BESTE JAN BROUWER, Haven 63, Tel. 113, SCHOONHOVEN Van Vollenhoven's Bieren T Vs ,-T - II* naaf 3 Iwnpi onlvan|toHtii Ingabouwdaa luidspreker. aa« den wand worden gefian- In eikenhouten uHvoorlng. Hst nlsuwsto sn bssts van R. S. Stokvis Rotterdam, on mot volls garantls. Afltnt voor Schoonhovsn sn Omstr. KOESTRAAT 16 Electro Tschnlsch Inntsllatls Bursau WATrENTRECHTERS WATTENSCHIJVEN Loste Bodems en Beugels. Aanbevelend, C. VAN LEEUWEN, Tuinstraat 86 - Gouda Donderdags Markt tegenover Kantongerecht, verleent Credieten op korten termijn, onder ocakelijke of- en persoonlijke zekerheid een Landbouwereen Neringdoenden Agent voor Schoonhoven en Omstreken Makelaarskantoor v. Blokland Holswilder te Sohoonhoven De Directie: voor is de IHWKMUUMtrHtfl Wij ontvingèn weder een lending w.o. met geheel voor f 250.- met 10 jaar schriftelijke garantie. Aanbevelend, W er is maar één thans vanaf f 165 compl. met LUIDSPREKER uit voorraad leverbaar, Radio- en Rijwielhandel B. DE BEAUFORT. N. C. DE RUVTER Opgericht 1765 Vraagt Uwen leverancier nad Garantie 12% vet Garantie 3739°/> eiwit en vet Extra blanke kwaliteit. Garantie 55 - 56% eiwit en vet r de Ie klasse fabrikaten en 30% eiwit TRAAGT INLICHTINGEN EN DANKBETUIGINGEN IN jen bij onze we/erverkoopers A. N. van Zessen, Schoonhoven; Jac. Sturm, Lekkerkerk; J Haagen. Haastrecht; Wed.v Dool, Bergambacht; Firna T. Duhen, Bergambacht; H. v. Buuren, Groot-A mm era; jv Walsum, Ouderkerk; G. Vonk, Molenaarsgraaf; C. de Wit, Hei- en Boeicot; BoelejNieuwerkerk; K. Stuurman,JWedrecht; Natzijl, Stolwijk. DRUKKERIJ V*R ROOTER, IGHQOHNOVER tweede blad. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schonnhovinschs Courant VftIJDAQ 31 OCTOBER 1030. dsor JAN KIJKUIT. We krijgen bezoek van een praatgragen boer. Nu ik mij weer zet om neer te schrij ven wat we deze week in onzen kring hebben beleefd, zie ik, dat ik eigenlijk tante Bet je, Jod, Teun en mijn persoon, wol buiten beschouwing kan laten, om-lal wij zoowat nieta hebben gezegd. We hebben namelijk een bezoeker gehad, die zoo goed kon praten, dat wij niets ,e doen hadden dan te luisteren of hoog stens een onkele keer eens wat te vragen Het was Kees Beure, die tb ons op visite kwam. Hij was bij een familielid in de buurt 'geweest en toen hij bij ons voorbij kwam, had hij ouwe Teun gezien, dien hij al lang kunt en was met hom een praatje begonnen. Terwijl zij in den voortuiè stonden te spreken, had tante hen geroepen en gevraagd of zij niet bin nen wilden komen om een kop koffie te drinken. Zoo kwam het geheele gezel schap bij elkaar, terwijl Kees Beure on onderbroken aan het woord was. „Goeienmorgen," zei hij binnen stap pend. „Ja, een kop koffie wil ik graag hebben, want ik ben al vroeg op geweest vandaag, pen boer heeft het tegenwoor dig niet gemakkelijk als hij uit de prut sen wil blijven." ,,'t Zal nu wel gauw beter worden," merkte ik op, „de Tweede Kamer heeft de geheele week bijna over niets anders gesproken dan over jullie en Kees viel me in de rede: „Asjeblief en goeiemorgen en mooi weer en jjog zoo'n portie. Ja man, daar weet ik alles van. Ze hebben het gehad over de nieuwe pachtwet. Nou, ik ben zelf ook pachter en dus weet ik er wel zoowat van, maar ik kan je dit dan zeg gen, dat de heeren daar in den Haag, wel veel praten, maar nog veel meer vergeten .of heelemaal niet weten." „Wat...." probeerde tante te vragen, maar ze kreeg geen kans, want Kees ging door; „Daar heb je nou bijvoorbeeld de scha de vergoeding en de vergoeding. Ik cal je daar eens wat van vertellen „Wat is bet verschil tusschen schade vergoeding en vergoeding, vroeg Jod snel. „Kees keek hem *an of hij nu Jod voor het eerst zag: „Weet je dat niet? Neen waar? Nou schadevergoeding, dat is vergoeding voor schade en vergoeding is vergoeding. Snap je? „Ja, ja. antwoordde Jod wanhopig, nu is het mij volkomen duidelijk. „Maar mij niet, zei tante, ik ben nieta wiizer geworden door je uitleg. Kees dronk rustig een paar slokken uit zijn kopje, zette dit neer en veegde mat den rug van zijn hand zijn mond af. Toen ging hij verder: ^Schadevergoeding is vergoeding voor schade, die de boer lijdt bijvoorbeeld door storm, misgewas, ziekte in het gewas, overstrooming, natte zomers en zulke din gen, maar vergoeding is wat de boer zou krijgen voor verbeteringen, die hij aan hei lapd of aan gepachte boerderij maakt. Nou gd ik heen.en ik zeg zoo: het land en boerderij zijn eigenlijk van twee men- schen, van den verpachter en van dan pachter. De eene zit in een groote stad of in een vreemd land en weet van niks de andere werkt op het land van 's mor-» SBns tot 's avonds laat. Als 't goed gaat an gaat 't goed, dan krijgt de verpach ter zijn duiten en de boer verdient ook wat, maar als 't slecht gaat dan krijgt de verpachter zijn volle pond en de boer krijgt niks of nog een beetje minder. Dat noem ik niet rechtvaardig. Samen uit, samen thuis, zeiden wij vroeger. We gaan samen met den verpachter uit, maar ai* 't mis loopt laat hij ons in den steek eu laat ons alleen het karweitje opknappen Maar nou de vergoeding. Veronderstel eens dat ik een slimme boer ben, een knappe boer zoo gezegd en dat ik op mijn FEUILLETON. door WILLIAM HOLT. 20 ,Jk ook," sprak de Linar, „maar laat het zijn gelijk het wil, hiervan zijn wij toch allen wel overtuigd, dat die mar kies in ieder geval ook tot de Broeders des Verderfs in betrekking staat, laat hij dan het hoofd der bondgenooten zijn of niet.' „Ja," zei lord Nibblington, „en dit is een gewichtige ontdekking. Tot heden zoch ten wij naar de Broeders des Verderfs zonder meer, naar een onbekende dame en we kenden d,e personen, die wij zoch ten, niet. Thans is dit anders. Wij moe ten thans opsporen markies di Cava, signora Chiarina, haar broeder en zus ter, menschen dus, wier namen wij ken nen, wier uiterlijk ons niet vreemd is, die zich dan ook moeilijker zullen kun nen verbergen. Dat maakt onze taak minder moeilijk." /Laten wij dan weder met onze na sporingen beginnen," stelde de Tournel voor. Men deed alzoo, maar de eerstvolgen de dagen ontdekten de vrienden geen spoor, noch van signora Chiarina, noch van den markies of van de andere per sonen die zij zochten hoeveel moeite zij rich ook gaven. Zij ontvingen in dien tijd nog een schrijven van den politie- inspecteur te Sens, die tot zijn spijt moest fcededeelen, dat hij niets had kunnen ontdekken. „Ja, ja," zei lord Nibblington, „wij hebben te doen met slimme duivels. Deze brief bewijst het een keer te meer." stee allerlei uitvindingen en verbeteringen aanbreng, waardoor ik meer verdienen kan. Als 't dan mijn tijd is ga ik dood of ik ga van de hofstee af om een an dere reden. Wie heeft dan het voordeel van al mijn uitvindingen? Mijn opvolger en de verpachter, die een betere stee heeft, dan toen ik er op kwam. Moet hij mij nou daarvoor niet wat vergoeden? Als ik op een fabriok werkte en ik maak te een verbetering aan een machine zou ik er toch ook wat voor krijgen? Nou jij, besloot hij met hoofdknik tegen mij. ,/Nou ik, begon ik. Luister dan eens even. Veronderstel nu eens dat er een boer is, die zijn eigen verbeeldt, dat hij slim en knap is, maar het eigenlijk niet is, en die op zijn eigen boerderij aller lei dingen aanbrengt, waarvan hij ver wacht dat het verbeteringen zullen zijn maar die in het gebruik verslechteringen blijken te zijn? Wat dan? „Wat dan? dan? riep Kees op een toon of hij stom verbaasd was. Wel man, dat is toch zoo eenvoudig. Want dat zijn toch immers geen verbeteringen zooals je zelf zegt, dat zijn toch verslechteringen „Ja juist, maar wie moet dan de scha de dragen van die verslechteringen, do pachter of de verpachter? Kees ontweek deze vraag handig en zei, alsof ik hem niets had gevraagd „Nou moet je eens luisteren. Er zijn twee boeren van denzelfden verpachter De een werkt hard en geeft' veel mast, de andere doet zoo maar lauwtjes aan en geeft weinig mest. Als de pacht om is dan is het land van den een toch ze ker veel meer waard dan van den an dere. Voor wie is nu die hoogere waar de? Toch zeker niet voor den man die in de groote stad woont ea die niet eens weet wat er met zijn land ;.'beurd is ,Jk iou zeggen dat ze een boerderij moesten t&xeeren als er een pachter op komt en ook als die er af gaat," meende Jod. Kees verslikte zich in de* koffie. „NAen," riep hij, met zijn hand zwaai end,,\daar moet ik niks van hebben. TaxbSjlbn is niets waard. Niemand kan in een uur of wat zien hoeveel werk en zorg er in al die jaren aan het land en de hofstee zijn besteed. Mijn gedachte is, dat de verpachter den pachter behoort te betalen wat hij hem heeft aangebracht door verbeteringen en door hard werk, ook al zou door een ongunst van den tijd de waarde van de boerderij gedaald zijn. Hij zal 't toch zeker beter kunnen missen dan wij en hij behoeft er niets voor te doen." „Wil ik je eens wat zeggen," zei Teun. „Ga jij nou eens naar den Haag en zeg daar de heeren van de Kamer dat zij zoo moeten doen; de pacht niet vaststel len voor den heelen duur van de pacht, maar na afloop van den zomer. Als 't een goed jaar is geweest, kan de boer wat mee» betalen en als 't een slecht jaar is geweest betaalt hij'weinig. Dat is mijn gedachte." Kees keek Teun met bewondering aan en besloot: „Teun, jou mosten ze minister van den landbouw maken." jGoed," zei Teun, „dan zal ik mijn ministerspakje vast laten aanmeten." door W. KERREMANS. De jonge mevrouw Drijber keek met een verrukt en glanzend gezicht naar het kleine hoopje mensch, dat lenig in den wieg lag te spartelen, en voorbereidende spreekoefeningen hield. Zij beschouwde met een van geluk tintelende moeder vreugde haar gezonde, stevige eersteling, nam de baby uit zijn rustplaats en liet hem kraaien van pret, als rij het kind hoog boven haar hoofd liet zweven. Bruiten brandde de zon.. Op het" onbe schutte balkon van de bovenwoning was De Tournel was intusschen verdiept in een anderen brief, die met dezelfde post gekomen was. „Vrienden," zei hij, „weer schijnt zij zich met ons te willen bemoeien." „Wie?" riep lord Nibblington. „De onbekende dame ,of liever signora Chiarina. Hier is een brief van hare hand. Zij zond die naar mijn woning, zeker wel vermoedende, dat mijn huis knecht voor de verdere verzending zou zorg dragen, wat Jean dan ook trouw gedaan heeft." „Maar lees ons toch voor, wat staat er in?" „Luister," antwoordde de Tournel en hij las: Mijne heeren. „Indien gij haar, die u eenige malen een dienst mocht bewijzen, op uw beurt helpen wilt/ kom dan morgenavond te gen negen uur bij de Madeleine, waar ik u zeer gaarne spreken wil." „En de onderteekening?" vroeg lord Nibblington. „Een onderteekening draagt het brief je niet, maar ik stel er in ieder geval vertrouwen in, omdat ^etvan haar komt." „Zonder twijfel," antwoordde de Li nar, „wij hebben haar raadgeving eens in den wind geslagen en dat was ons bijna heel slecht bekomen." „We zullen dus gaan," zei de Tournel. „Het spreekt immers van zelf." „Nu, ik vind het uitstekend." „Maar" zei lord Nibblington, ,het kan óok een valstrik zijn. wij zullen in ieder geval gewapend zijn." „Zeker, het kan nooit kwaad, maar iedere schijn van wantrouwen is hier misplaatst. Gij durft toch niet veronder stellen, dat signora Chiarina ons een valstrik zou willen spannen?" geen plaatsje te vinden, waar zij de klei ne kon doen genieten van de buitenlucht, die, had de dokter haar gezegd, eten en drinken is voor de kleinen. De kleuter rijden in den kinderwagen op de straat, waar de muren der huizen de zonnehitte opnamen en weergaven, was voor moeder en kind een kwelling en mevrouw Drijber zou weder als elke war men middag het kind brengen naar haar vriendin, mevrouw de Poorter, die aan haar huis een grooten tuin had. Zij droeg pratend en schertsend het kind naar beneden, legde het zorgvuldig in den glanzenden wdtren en reed het voertuig omzichtig naar buiten. Paulina de Poorter zat bij haar jeug digen zoon, die ongeveer van gelijken leeftijd was als Willy Drijber, in den tuin en in een tegen wind en zon bescHut hoekje werden d$ twee wagens mei de kostbare ladingen neergezet. Het was vier uur, en toen Mien Drijber eenigen tijd met haar vriendin had ge sproken, zeide zij*nog een boodschap te willen doen in de stad, daarna zou zij haar man van het kantoor halen en met hem bij Paulina terugkomen Paulina verzekerde haar, dat Jegen dit plan geen bedenking was, omdat zij toch voorne mens was den geheelen middag in den tuin te blijven bij de kinderen, Mevrouw Drijber ging weg. Een uur later kwam Paulina's man thuis, samen dronken zij the© in den tuin en 't was al over half zes, toen de Poorter zeide: „Mien's «vertrouwen in* je bewaking van haar dochtertje is nipt schriel." „Ik begrijp ook niet, waar ze zoolang blijft Ze zou zeker voor 6 uur terug zijn, heeft zij gezegd, want om half zes moet Willy gevoed worden." „Ik zal Drijber eens opbellen," ant woordde de Poorter. „Och, ik zou nog maar even wachten, 't Lijkt zoo, of we 't lastig vinden." ITet echtpaar dronk nog een kop thee, maar toen 't zes uur geworden was, stond de Poorter op en hernam, dat hij nu toch een9 ging informeeren. Hij ging naar binnen en kwam spoedig weer terug. Op 't kantoor zeggen ze, dat mevrouw Drijber omstreeks half vijf daar is ge weest en toen met haar man is heen ge gaan. Verbaasd en verward keek mevrouw de Poorter haar man aan. „Misschien hebben ze Willy vergeten," schertste de Poorter. „Ik ga eens zi$n, of er iemand thuiB is." De kleine* Williy, die zoo ascuraat haar voedig kreeg, verloor haar goed humeur en begon steeds heftiger to demonstreeren dat zij honger had. Toen het mevrouw de Poorter niet gelukte de kleine te sussen, nam zij de functie van Willy's moeder over, laafde 't schreiende kind en gaf het de verdere zorgen, waarop een zuigeling recht heeft. Paulina's stemming jegens haar vrien din begon korzelig te worden. Hob kon nu toch Mion zóó lang wegblijvend haar kind vergeten? Er moest toch wel een zeer dringende reden zijn, dat zij zoo handel de, want Mien was een uiterst toegewijde moeder, die aan geen andere handen haar kind toevertrouwde. De Poorter kwam terug met een ernstig gezicht. „Het wordt onbegrijpelijk!" riep hij. De meid van Drijber weet van mets. Ze Heeft verschillende adressen opgebeld, waar Mien zou kunnen zijn, maar nie mand heeft haar gezien. Als zij ons ten minste maar een boodschap had gezon den, dat we wisten, wanneer ze-kwam." ~a," sprak Paulina was kribbig, „rij ons tenminste wel. eens kunnen tele- foneeren. We zullen nu maar gaan eten, dan zullen ze intusschen wel komen." Ma,ar ze kwamen niet. Het was 7 uur geworden. De Poorter telefoneerde naar alle kennissen van de Drijbers, zonder eenig resultaat en toen 't 8 uur was, had de ontstemming van Paulina plaats ge maakt voor toenemende bezorgdheid. „Je moet de politie opbellen," 'zei zij. „Ik weet er niels anders op. Dit is tooh geen gewoon iets. Er moet iets gebeurd zijnon we mogen niet ganger dit maar af wachten." De Poorter vond dat ook en vroeg aan sluiting met de politfe. Aan den dienst- hadui noet „Neen, maar wij hebben zoo pas nog gezegd, dat de Broeders des Verderfs zulke< slimme duivels zijn. Wij weten uit den mond van hun hoofd zelf, dat hu vermoeden van verraad heeft. Hij wilde immers den naam weten van dengene, die ons geholpen had. Welnu, kap het niet zijn, dat hij de signora verdenkt, kan het zelfs niet zijn, dat hij haar verraad ontdekt heeft. Of is zij misschien niet gevlucht met haar jongere zuster? Dat alles is zeer goed denkbaar en mogelijk is het daii ook, dat hij ons een valstrik spannen wil Dit briefje i naar de Madeleine lokken. „Wij kunnen' niet te voorzichtig zijn, dat is zeker," stemde de Tournel in en uij vergeleek het schrift van het briefje met dat, hetwelk zij in den trein ontvan gen hadden toen zij naar Sens gingen. De beide briefjes waren niet van de zelfde hand» en dit versterkte de vrien den in deti argwaan, dien zij hadden op gevat. „Maar," opperde de Linar, „laten wij aannemen, dat het briefje slechts het doel heeft ons naar de Madeleine te lok ken en wij gaan daarheen. Wat hebben de schurken daaraan Üan nog. 's Avonds om negen uur is het daai niet zoo een zaam, dat drie gewapende mannen èi veel te vreezen zouden hebben." „Gij kunt het niet weten," antwoordde, lord Nibblington, „en dan, als wij er ko men kunnen do Broeders in ieder geval weer ons spoor volgen, zij-weten dan we der waar wij zijn, wat hen nu waar schijnlijk niet'bekend is. Bovendien is het Mogelijk, dat zij slechts vermoeden, dat wij met signora Chiarina in betrekking stahn en dat zij zich op zoo'n wijze ze kerheid'hieromtrent willen verschaffen." „Dus zullen wij niet gaan?" vroeg de Linar. „Zeker, zullen wij gaan, maar onder de hoodige .voorzorgsmaatregelen. Want doenden inspecteur legde hij het zonder linge geval uit en deze zegde toe een re chercheur naar de Poorter te zenden, De speurder kwam, kreeg alle inlich tingen en ging op onderzoek. De opwinding bij het echtpaar de Poorter steeg tot angst en om half tien overwoog de Poorter of hij niet verplicht was om Drijber's familie te telegrafeoren. „Ik ga eerst nog eens naar de politie," zei hij kort. „Ik ga mee," riep zijn vrouw half schreiend, „ik wil er bij zijn." Beiden namen hun rijwielen en reden zwijgend naar het politiebureau. De in specteur kon geen enkele troost geven. Er was geen spoor te vinden van het ver dwenen echtpaar. Men stond voor doorgrondelijk raadsel. Uit het on was het volgende gebleken: mevrouw Drijber was om kwart over vier in een winkel geweest, waar zij een kleedingstuk voor haar kind had gekocht; om vijf mi nuten voor half vijf was zij op het kan toor van haar man gekomen. Zij hadden' even gesproken, vroolijk en welgemoed en waren daarna samen heen gegaan. Het laatst waren zij gezien door een agent, dicht bij het kantoor en toen schenen zij wel door de aarde te zijn verzwolgen. Noch per trein, tram of auto, waren zij vertrokken en hoewel inplaats van één rechercheur, nu een gPoot deel der politie macht op onderzoek was, bleef nog elk spoor uit. In overleg met den inspecteur besloot de Poortér om aan de ouders van Drijber en van Mien te telegrafeoren en hun "te vragen of zij inlichtingen konden geven. Paulina zat snikkend aan tafel, toen om elf uur een antwoord kwam. De ver ontruste ouders begrepen niets van de vraag en vroegen wat er gebeurd was. De telefoon rinkelde alarmeerend in de nachtelijke stilte. Het waren de ouders van Jtten, die hevig geagiteerd inlichtin gen jtroegen en die besloten met te zeg- gen^ dat zij onmiddellijk per auto ver trokken en over eenige uren bij de Poor ter zouden zijn. Rust kwam er niet bij de Poorter. Nauwelijks was de telefoon van Mien's oudera verstomd, of de politie riep hem aan het toestel en zeide, dat getelegra feerd was om een politiehond, welke nu was gekomen. Men verzocht dé Poorter een of ander voorwerp, waaraan de vier voetige zoeker „lucht" zou kunnen gege ven worden. De Poorter snelde naar Drijber's wo ning en verkreeg van de overspannen dienstbode een rok van mevrouw Drij ber. Van daar gin'g hij naar de politie en daarna zag njen door de verlaten straten gaan de Poorter, een inspecteur van po litie, een rechercheur, de geleider van den hond en het dier. Bij Drijber's kantoor hield men stil. De geleider liet den hond ruiken ag.n Mien's japon en beval „zoek". De hond zocht, maar vond niet. Hij liep heen en terug van en naar den in gang van het kantoor, maar er waren te veel voetstappen -gegaan over het spoor en bovendien was er eenige regen geval len. Na een aantal vergeefsche pogingen, werd. het experiment gestaakt en de in specteer van politie zeide, dat er op dat oogenblik nieta meer gedaan kon worden, maar dat den volgenden ochtend het on derzoek met kracht hervat zou worden. De Poorter hporde, thuiskomende, drukke en opgewonden stemmen in de huiskamer en binnentredend, vond hij daar de ouders van Mien Drijber iir ont steld gesprek met Paulina, die haar zelf- beheersching had teruggekregen, nu zij anderen moest trachten te kalmeeren. Nog eens werd de geheele situatie na gegaan: Drijber en zijn vrouw, die vroo lijk en gelukkig het kantoro verlaten, di*' eenige straten verder nog gezien zijn in opgeruimd gesprek en daar spoorloos ver dwijnen! Midden op den dagl „De stad zijn ze niet uit," Mi de Poorter, „dat staat vast". „Natuurlijk niet," viel zijn vrouw in, „ze zullen toch zoo maar niet vertrek ken, en hun kind in de fcteek laten." „Goed," ging haar man voort, „als ze niet uit de stad zijn, moeten ze 9r nog in zijn en dan moeten zij zich ergens be vinden, waar zij ni$t weg kunnen. Ze wij maken slechts veronderstellingen en het is zeer wel mogelijk dat dit briefje van de vroegere zangeres is en dat zij onze hulp noodig heeft. En in dat geval zullen wij haar die niet weigeren." „Dat is waar," stemden de beide ande ren toe, „wij gaan dus." Ën den volgenden avond op den be paalden tijd waren de drie vrienden op het plein voor de Madeleine aanwezig. Maar niet zoo, dat de Broeders des Verde/fs, mochten deze aanwezig zijn, hen konden herkennen. De Tournel was vermomd als een gemoedelijke provin ciaal, die Parija op zijn gemak bekeek in een huurrijtuig, dat door lord Nib blington als huurkoetsier gereden werd. En de Linar had zich dicht bij de kerk gevestigd als schoenpoetser en hield- zijn vrienden in het oog, hoewel niemand ge markt zou hebben, dat hij bij- hen be hoorde. Zoo loerden de drie vrienden rond, het was negen uur, maar zij zagen signora (Chiarina "biet op de afgesproken plaats en reeds meenden zij te mogen besluiten, dat men hen een strik had willen spannen, toen voor de kerk een huurautomohiel stilhield, waarin werke lijk de bewuste dame zat. /Groote goedheid," mompelde de Li nar, die op dat ooganblfk dicht bij haar was het briefje wqtyl dan werkelijk van haai1." L Hij zag hoe zij J haaztig en gejaagd rondkeek en iondeff/rieh te bedenken liep hij op den auto,.toe en met de pet In de hand, fluisterde hij' „Baron de Linar." Een oogenblik zag de dame hom <h- derzoekend aan, toen zei zij: „Vertrouwt gij mij?" „Volkomen, signora." .jGrij zijt gewapend?" 4 „Zeker, en onbevreesd." „Welnu, ga dan ritten naast den moetèn opgesloten zijn; bij vergissing na- tuurlijfc, want aan opzet valt niet te den ken. We moeten morgen beginnen met pa te zoeken in de buurt, waar zij het laatst gezien zijn of daar een verblijf is, waar Weer rinkelde de telefoon ongemeen luid in dat late, nachtelijke uur. „Met de Poorter! „Wwatzegt u?" „Ze zijn gevonden, juichte hijIn den torenl" Een agent had op zijn ronde telkens vlammetjes waargenomen in de bovenste verdieping van den toren, nu voor het eene, vdan voor het andere raam. Hij rap porteerde dat, de koster werd uit zijn bed gehaald en toen bleek het vermiste echtpaar daar opgesloten te zijn. De toren was voor het publiek openge steld en naar huis gaande, had Drijber zijn vrouw voorgesteld om eindelijk eens hun plan te volvoeren en den toren te be klimmen De controleur had gemeend, dat alle bezoekers vertrokken waren, ter wijl Drijber en zijn vrouw in het topje za ten en hij had de deuren afgesloten. Ze hadden gegild, geschreeuwd, ge- bonst, maar niemand hoorde hen. Toen was Drijber begonnen met blaadjes uit zijn notitieboekjes aan te steken en die voor de ramen te houden.- Het geheele boekje was ongeveer verbruikt voor ds waakzame agent het signaal opmerkte. .Zacht snikte Mien, met haar armen om den hals van haar moeder, terwijl Drijber bevend nog van agitatie, het ver haal deed. „En was 't een mooi uitzicht, daar boven?" vroeg de Poorter schertsend, om de stemming wat op te vroolijken. Alleen maar naar jullie huis heb ik ge keken, riep Mien schreiend „Dat is hartelijk," bromde de Poorter er tusschen. „Naar het huis, waar die arme Willy was „Dat is weer wat minder hartelijk," de Poorter er bij. Alblasserdsm. De voorloapige inza meling voor den bouw van een nieuw catechisatie- en vereenigingslokaal voor de Ned. Herv. Gem. v&n Aiblasserdam, heeft opgebracht f 1073,93 X. Verschil lende verdere toezeggingen zijn nog ge daan. INGEZONDEN MSDEDCCL1N6. Met de laren verzwakken onze adem halingsorganen. Kom se te hulp wanneer het ademen moeilijker gaat dan vroeg», wanneer Gij vlugger benauwd zijt Ge kunt al die ongemakken bestrijden. Ge behoeft niet te hoesten, niet kuchen, geen wanhopige pogingen te doen dat moeilijk op te lossen slijm kwjjt te rt»«cn. Neem dadelijk Abdijsiroop. Doof dm bijzondere samenstelling voor U een afui- gewezen middel. Bultengewoo# verzach tend, slljmoplossend en -boritvtrsterkend. Beroemd by Hoest, Bronchitis, Aathmsu „Voor di Bqrtt' Alom v»r1crllgoaat Prfja Pt 00, Pt 2.79, PI. 4,50 Oebrulk buitenshuis Ab/flilroop-Bonbons (CO cl). Dan bespoedigt ;ue Uw genezing ABDIJJIRQOP-BONBGNfJ fftstoUl Abdijsiroop» i v I mu-iawniaau.uui' chaufeur en ik zal u brengen waar uw hulp noodig ia." „Kunnen mijn vrienden ook helpen?" u^Us zij aanwezig zijn, zeer gaarne." D# Linar zette zich reeds naast den chauffeur, hij wenkte den huurkoets, die juist naderbij gekomen was, te volgen en voorjt ging de automobiel in matige vaart, zoodlat het huurrijtuig wel kon volgen. De Linar draaide zich om, toen men in een stille straat gekomen was en vroeg: „Waarheen gaat de tocht?" „Eejnige straten nog, dan zullen wij stilhouden," luidde het antwoord. En dit geschiedde ook, de auto stond stil, nog steeds gevolgd door het rijtuig, waarin de Tournel en lord Nibblington gezeten waren. De dame stapte uit, betaalde den chauffeur en liet de auto wegrijden. Zij zag naar hst huurrijtuig en vroeg. „Is de koetsier een der .uwen?" „Het is lord 'Nibblington, De. anders i« de graaf de Tournel." 1 ''„Uitnemend," antwoordde de dame. Zij ging op het rijiuig toe, groette be-^ vallis eü stapte in, terwijl zij vroeg: •„De heeren 'vinden het goed, dat ik over hen en hun voertuig beschik?' Alle drie bogen het hoofd. „Welaan, laat ik u dan in korte woor den zeggen waarom het gaat. ITet geldt hier een slachtoffor te redden uit de han den van de Broeders des Verderfs. „Welnu, signora Chiarina, wij zullen hem redden." „Hoe,' riep zij ontsteld, „gij kent mijn naipn? Maar daarover laler misschien, er valt nu geen tijd te verliezen. Ik zal bjj lord Nibblington op den bok gaan zit ten en hem den te volgyn weg wijzen. Laten wij voortmaken en ik geef u spoe dig meerderen uitleg." Een oogenblik later rolde het rijtuig voort, volgde vilt straten en n& een half

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3