HEEFT U GEHOORD?? GRATIS iribvSPn 5.M^5 ZONEN manchester Jassen en Broeden VISITEKAARTJES??:-; ST. NICOLAAS-CADEAU?? H. A. VAK BAARE8 Haven 70 - SCHIM SPECULAAS ■■■ETEN A. DUBBELDAM Ook Uw adres voor DE ST. NICOLAASETALAOES ZIJN GEREED! KDOPT „DE KLEINE WINST" In Heeren- en Jongensjassen Fa. M. J. Stekelenburg Van Rondom NOTARIS MAHLSTEDE te Bergambacht „wille siafl" oniigaiiBn. J. J. DE VREUGT U zoekl een Adres Yan Verhouwen BI M. L. Deerenberg, Juwelier HET BESTE ADRES voor Winterjassen, Cosluums enz. is v uoor 50 cis. onluanoi cadeau een ilinhe speculaaspop 11- I z. 1 I pond Kleine Speculaas 00K IN LEDERWAREN LUXE ARTIKELEN EAU DE COLOGNE J. C. WOLFF - HAVEN 55 - SCHOONHOVEN Kennisgeving Waterleiding „Lek en IJssel" te Ouderkerk aan den IJssel qf gesloten IVoor het a.s. St. Nicolaasfeest Haven 82, Schoonhoven Kuns tglas Plateel - - Koper Tin elc. Fa. J. Doesburg Te koop Couranten FRANS DRIESEN prima Wales Anlhraciel Aberpergwm Korte Tiendeweg 22 Gouda m FEUILLETON. Mengelwerk. Mijn wonderbare reis De Broeders des verderfs. [HEERENBAAI EERSTE BLAD NIEUWSBLAD VOOR EUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhonnich» Cour.nl VRIJDAG 21 NOVEMBER 1830 JAN BROUWER HAVEN 63 vorlgen Woen«d»g In het Nutsgebouw, ons 3-lamps Radiotoestel als Or ammafoon versterker? Gaan 10 of 20 watt, doch alleen de 2 laatste lampen I Weet U dat onze prijzen zeei billijk zijn, dat gratis grammafoon-aansluiting wofdt gemaakt I Weet U dat de nieuwste platei zoowel muziek- als zangnummers van Kees Pruis verkrijgbaar zijn. -■== TELEFOON «23 i SCHOONHOVEN B 0 0 M E N. zal b|j Inschrijving Verkoopen: 84 POPULIEREN, staande op het Slot aldaar. Conditiën liggen ten zijnen Kanto re ter inzage. Insohrijvingsbiljetten inleveren vóór 15 December.1030. MAANDAG A.S. Steeds voorradig Vi> lh, V*, Vb» tyio en 1/w GROOTE GOUOSCHE KERSTVERLOTING HOOFDPRIJS 30 vette Varkens, of VO beste Koeien of een Auto ter waarde van f 2500. HAAST UI HAAST UI Kerkplein 122, Stolwijk. ROITERDAMSCHE BANKVEREENIGING KAPITAAL fSO OOOlOOO RESEJIVE/ZOOOQOOO KANTOOR SCHOONHOVEN Incasseren wissels en kwitanties 150 Eigen Kantoren MAKELAARSKANTOOR VAN G. VAN DER HORST Beëedigd Ma-kriaai in "Onroerende Goederen - Hypotheken tot alk bedrag op. Huizen en Landerijen Op Land met goede overwaarde 4M 10 jaar vaM. Koop - Ver koop - Huur - Verburen - Huiizen en Landerijen. Kortedijk 6 Schoonhoven Tel. 100 Bijverdiensten „zijn in deze tijden welkom ZAAD Is or altijd noodlg! Fa. ZWAAN'S Zaadhandel vraagt In alle plaatsen, waar nog niet vertegenwoordigd AGENTEN en speciaal in de volgende plaatsen: Streefkerk, IJsselstein, Schoonhoven, Krimpen a.d. Lek, Moordrecht, Oorinchem, Hekendorp, Jaarsveld, Hoenkoop, Lekkerkerk, Lexmond, Bergambacht, Bleskensgraaf, Oouderak, Langerak, Lopik, Nieuwpoort, Noordeloos, Ottoland. Vraagt de .oerwaarden - - - HooSe provisie N.V. Zaadteelt en Zaadhandel v h Fa A. Zwaan Jr. Enkhuizen Tuin-, Bloem- eo Landbouwraden - Bollen - vaste Plenten Pootaardappelen - Tuingereedschappen Even durf ik het te wagen, Om uwe aandacht hier te vragen Voor eeri hier pas geïmporteerde zaak, Die ik door deze U bekend thans maak. Het is een uitkomst voor de vrouw, Want het kookt alles mooi en gouw, In drie minuten is uw water aan de kook Op onze mooie nieuwe Kitchen kook, Geen olie, turf of antraciet; En stof of vuil dat heeft men niet, "Qfifrrt rook, geen aanslag en geen roet, Ze stookt, zoodat ge U verwond'ren moet. Oa daarom dit eens even zien; Of liever, schrijft U mij misschien? Dan zal ik gratis komen leeren, Want ik wil gaarne voor U demonstreeren, Zonder iets verplichting maar te maken, Kom Ik er U bekend mee maken. En als U mijn adres niet wist, Dan zeg ik hier: G. Ult®nboogaara In a® Vlist Vertegenwoordiger voor V11t on Omatrokon. Dat vindt U bij Haven 36 - Telefoon III - Sohoonhovon Prachlsorteerlng Qouden voeglooze massieve gladde Ringen. Ora- veeren gratia. - Per gewicht uitgeprijsd. - Bij eventueel verL.ven of trouwen komen wij gaarne met onze groote collectie U thuis een bezoek brengen. - Tevens bieden wij U aan eeh der grootste sor teeringen Gouden, Zilveren Dames- en Heeren-Polshorloges, Klokken, Wekkers en Barometers - Oroote keuze in Diamant, Ooud, Zilver en Doublé. - Bijzondere sorteering luxurleuze Pendulestellen. - Brillen voor VER AF en DICHTBIJ, ook volgens voorschrift van H H. Doctoren tegen scherp concurreerendi; prijzen. - Groote collectie Tafelzilver. Zichtzendingen door het geheeie land - Eigen reparatie-inrichting voor Brillen, Klokken, Goud enz. - Aanbevelend, M L. DEERENBERG. Qediplon&erd Ooudsmid, Horloger en Opticien. Ruime Keuze Sint Nloalaae-Cadeaux H. B- STEENKAMER Dame*- en Heeren-Kleermakerl| TURFMARKT 108 - GOUDA Ieder, die vanaf heden tot en met Zaterdag 6 Deo- koopt bij A. N. VAN ZESSEN te Schoonhoven De Speculaas is afkomstig uit de gunstig bekend etaandenbakkerij van den heer Joh. Bezemen te Schoonhoven Op verpakte geneesmiddelen, chemicaliën en drogerijen worden geen Cadeaux verstrekt WILT OU VOOR UW KINDEREN EEN PASSEND Bezoekt dan het van oude bekende Speelgoedmagazijn met de GROOTSTE en RUIMSTE SORTEERING Iedere kooper boven een gulden een OADEAU, due komt allen naar Wolff DE DIRECTEUR der maakt bekend, dat op DINSDAG 2S NOV. 1930 van dea morgens 8 uur tot dee na middags 4 uurl.de WATERTOEVOER vanaf perceel wijk A no. 1 tot en met perceel wijk C no. 123, glsmede aan den Kerk weg, zal worden BOEHHAflOEL WED. J.VAD EMMERIK, mmriinn. icimmmmn Stoods voorhanden ton ultgabroido coilaotlo ONTSPANNINGSLECTUUR - STUDIEBOEKEN Bljbtls Kerkbookjos - Prontonbooken - Platon „SWAN" VULPENHOUDERS Lovorlng van Vlaltakaart|o« lagan oonourraaranda prl|z«n Balaafd aanbavaland I* de St. Nlcoldaitafel weer voorzien van «en ruim* keuze Borstplaat- en Bonbondoozen, Chocolade- en Suikerfiguren, Marsepein enz. Steeds versch verkrijgbaar Boterletters, Letterbanket, Spritsletters, Appelbollen, Saucijzen, gr. en kl. Speculaas, Pepernoten Aanbevelend Onze collectie „Lee r da nt"-Deensch Schoonhovens - Zweedsch is ongeëvenaard Schoonhoven voor geldbelegging of eigen gebruik diverse Boerderl|en in Zuid-Holland, Weekwoningen In Oouda, rentende 9 pet., Winkelhulzen frf Rotterdam. Te bevragen bij T. C. KOOT, Heéedigd Makelaar tc Stolwijk DRUKKERIJ III. II. HM HOOIEN. SCHOOKHOUEfl (misdruk) Haven 23 Schoonhoven -► Boterletter LOPIKERSTR4AT 38 TEL. 32 SCHOONHOVEN Boterspeculaas Marsepain enz. Wij ontvingen een keurcol leotle geschenken voor elke beurs. Ziet onze diveree etalages Koopt nu voor Uw kinderen Speelgoed! Hat kost U bijna niets! Ala extra St. Nicolaasreciame betalen wij op Vrijdag 5 Deo. en Zaterdag 6 Dcc. 10% uit van alle oontante aankaopan, die U van Zaterdag 22 Nov. tot en met Vrijdag 5 Dec bij ons doet, of U krijgt voor elke gulden die U contant bij ons besteedt esn reuzenballon voor uwe kinderen cadeau. ziet om. etaiag.a Er gaai Éfin roet: joogi Dij van flasreii. daar slaag! U zeker 2i.» »nz. ,taug.. ALLEEN ECHT MET DEZEN NAAM OP ELKE RHUMBOON DEZE NAAM WAAttBORGT KWALITEIT Heelt U las) van slakken ol sintels In Uw haard ot kachel T Probeert dan onze en het behoort tot Het verleden II Prijzen zijn, afmeting 30/45, f 3.40 per H.L. i thuis- afmeiing 20/30, f 3.13 per H.L. f bezorgd. Al onze soorten Anthraciet, worden gruis- Aanbevelend, en steen vrij afgeleverd. QEBB. VAN BRUINESSEN. BRANDSTOfFENHANDEL oude Raven is SCHOONHOVEN telefoon so Onze zijn van prima kwaliteit en laagst in prijs LU (D cc _l CC t— LU UJ N z O t- UJ fsj N m O. cc Ni m 3> O m hebben wij een prachfkeuze in de nieuwste modellen tegen de voord eel i get e prijzen. v.h. Gebr. Mos* Schoonhoven TWtEOt MJLP. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. 8choonhov«n»thl Cour.nL VRIJDAG 21 NOVEMBER 1880 door JAN KIJKUIT. Mag lamand van mtaning var- andsran? Toen ik binnenkwam, rag ik Jod en tante de hoofden bij elkaar steken en, hoorde ik hen grinneken. Ik deed beel onbevangen, omdat Ik volstrekt niet be greep, wat de. reden zijn kon van bun vroolijkheid. Ik hield me dus, of ik niets bemerkt had; zij hadden dan geen pleizler yan hun plagerij- Maar dat kon Jod^ natuurlijk niet ver duwen, hij moest en zou mij zeggen of la ten blijken, waarom hij met tante over mij had gespot. „Zoo, Jan," zei hij, met een plagend gezicht, „voel je je nogal pleiziarig?" „Oah, Jodocus," hernam ik beminne lijk, „ik heb een gevoel, dat jij nooit zult kennen, namelijk het gevoel, mijn plioht te hebben gedaan." Die was, geloof ik, goed raak. Jod antwoordde er niet op, en dat was bet bewijs, dat hij mijn steek gevoeld had. „Ik bedoel eigenlik," vervolgde hij, „of je je niet troteoh gevoelt, nu je in de Sohoonh ovenaoha Courant een navolger hebt gekregen, die zioh Jan Kijkuit II noemt. Het heeft wel iets jan een Vor stenhuis, Jan I en Jan H." „Och ja," antwoordde ik, „zulke din gen bereik je natuurlijk niet als je nooit iets anders doet dan niets doen." „Ziet u wel, tante, dat ik gelijk had, daar juist, toen ik zei, dat Jan zoo ver waand was geworden, als een hond met tvree staarten, omdat iemand in de cou rant een ingezonden stukje geschreven hpeft, dat onderteekend was met Jan Kijkuit II. Nou moet je nog weten," ging hij voort, zich tot mij keer end, „dak ik dat ingezonden stukje in 't geheel niet gelezen had „Geen tijd gehad, zeker," wierp ik er gauw tuaschendoor. Jod ging voort: „Ik had 't niet gelezen, maar pas in de krant van Woensdag zag ik een inge bonden stukje staan, met het opsohrilt: „Aan Jan Kijkuit II". DAt heb ik wèl gelezen," wi Jod met grooten nadruk op de woorden „dat" en „wel". Toen wachtte hij er op, welke indruk dat op mij maakte. Ik knikte hem nog eens toe en zei: „Zoo, soo, jongen, dat doet me genoe gen te 'hooren, dat je ook nog eens iets leest en n iet alleen maar slaapt en eet. Natuurlijk werd hij giftig op zoo i scherp en gevat antwoord en hij viel J»- „Weet je wat daar In staat? Weet je wat die meneer Van Deijsel zegt* Dat Jan Kijkuit II een vrij langdradig en zeurig betoog heeft geschreven. 0, zool Ik lachte sohaterend en riep: „Maar mijn beste jongen, je snapt er al weer totaal niks niemendal van. Ik heb toch niete te maken, met wak een ander schrijft, ook niet, al noemt hij zich Jan Kijkuit Stal je eens voor, dal er iemand was, die een verstandig «tukje schreef en daaronder zette „Jodoous'Je begrijpt tooh wel, dat dan niemand een oogenblik zou denken, dat het van jou was. Welnu," evenmin ml iemand, die een langdradig en zeurig stuk leest, denken, dat ik dat geschreven heb. Kun Je me T°!^Ir komt nog Mi," -rid tot» Wi, „dat het de vraag is, of dat wei waar is. Die meneer Van Deijsel ik heb dien naam nog nooit gehoord in Ouderkerk a.d. IJssel zegt nou wel, dat het stuk van Jan II langdradig en zeurig is, maar is dat nu wel waar? Die Jan II heeft verteld, dat een lid van de Provinciale Staten, die tevens wethouder van Ouder kerk is, een adres onderteekende aan de Provinciale Staten betreffende den af sluiting voor vrachtauto's van den Tiend- weg. Maar ln den raad van Ouderkerk stemde hij' tegen een adhaesie-verklarlni van hetzelfde adres, dat hij onderteekend had „Hij zal gedacht hebben, ieder «*n beurt," zei ik, „eerst de voorstanders en dan de tegenstanders." „Jan II vond dat raar en meener Van Deijsel vindt het heel gewoon," vervolg de tante. „Hij zegt, dat 't iemand tooh best ka" overkomen, dat hij een ander inziaht krijgt in oen zaak. Nou moet ik je zeggen, dat hij daar wel een beetje gelijk in heeft. Dat ia mij ook wel eens gebeurd." „Jawel, tante," sprak Ik, „maax dat is wat andera, dan dat een pubdiek per soon plotseling een volle zwenking maakt. Als u vandaag vindt, dat uw paarse japon eigenlijk op is en een paar dagen later meent u, dat die nog wel eenige maanden mee kan, dan ergert zich niemand daaraan. Maar bij een publiek man, lid van twee vertegenwoordigende lichamen, moet men eenigsrins zeker kunnen zijn van zijn inzichten en mee ningen. Van hem verwacht men, dat hij pas een besluit neemt, nadat hij alles rijpelijk heeft overdacht en onderzocht, zoodat het niet mogelijk is, dat bij daar na hog iete hoort, wat hem tot een an dere mooning brengt. Zijn ja moet zijn ja en zijn neen möet neen zijn. Maar als hij den eenen dag ja zegt, en den volgenden neen, kan men geen rekening houden met zijn inzichten." „Wel, wel, wel," zed Jod sarrend. „Wat ben jij een man van sta-vast. Wat zou jij dan wel gedaan hebben, als je iets ter oore kwam, dat je meening veran derde?" „Dan zou ik in den raad hebben ge zegd: Heeren, ik wil mij van stemming onthouden. Ik heb eenmaal het adres geteekend en kan dus nu niet tegen-stem- men, maar mijn meening ia ten opzichte van dit geval gewijzigd. Zoo zou ik hebben gedaan." „Mag ik je don opmerken, zei Jod, ,dat je dan tooh ook van inrioht waart veranderd en dat je alleen niet tegen stemde." „Natuurlijk kan dat iemand gebeuren, mpar bij moet er juist tegen waken door eerst alle onderwerpen nauwgezet onderzoeken." „Ik zal jullie eens wat zeggen, brom de ouwe Teun nu, „ik ben vroeger in tij den van verkiezingen wel zesmaal van inricht veranderd over tweeërlei Candida- ten. Als ik den oene gehoord had, dacht dat is mijn roanl Maar als dan de andere was komen spreken, ging ik met hem mee." „Ja, Teun," zei ik opstaand, „maar daarom ben je ook nooit Statonlid of wethouder geworden.*1 door W. KERREiMANS. Toen ik in 1910 naar Indië reisde, had ik den tijd tusschen oproeping en ver trek benut om over onze kolonie eenige kennis te verzamelen en bij het lezen over Insulinde had ik ook een vaag en opper vlakkig begrip gekregen van de „stille' kracht, die daar onvatbaar zou rond waren. Er is voor de meesten wel 'n zekere bekoring in die ongekende en onbegrijp bare dingen, waarover men hoort en leest, maar waarvan slechts weinigen er varing hebben. In mijn drukken werkkring aan hst Soerabajaasch Handelsblad had ik geen gelegenheid om te onderzoeken of ook in Soerabaja zulke mysteries bestonden en ik zou vermoedelijk in mijn driejarig verblijf tusschen de keerkringen geen an dere stille kracht bespeurd hebben dan de gebruikelijke diefstallen van bedien den, als niet een verheugend toeval mij gunstig was geweest. De pest in Indië is nu een aanvaard verschijnsel, maar toen in 't begin van 1911 de eerste gevallen werden geconsta teerd, verwekte dis veel ontroering en schrik. Aan cholera, typhus, leverziekte, malaria enz. was men gewoon, maar die nieuwe gast met zijn ak'eligen naam deed de menschen huiveren. De eerste pestgevallen waren voorge komen in een Btreek boven Malang, in Batoe, in Singgosari en Karangplosso en mijn hoofdredacteur, de heer Van Geuns, vroeg mij, of ik het aandurfde om in Batoe voor het Handelsblad op onderzoek te gaan. Ik nam de opdracht gaarne aan en zou den volgendepdag naar Malang vertrekken, 's Avonfro vertelde'ik op do sociëteit aan een kennis waarheen mijn koers was. „Zoo, ga je naar Batoe," zei hij, „als je dan eens iets merkwaardigs, iets van een stille ka-acht wilt brieven, moet je eens naar de doekoen Pa Sidin gaan. Het moet een ware toovena&r zijn. „Of een gooohelaar?" vroeg ik. „Neen, neen," riep hij heftig, „geen goochelaar, geen kunstenmaker, maar iemand die dingen doet die vèr boven ons Westersch begrip uitgaan." Mijn vriend vertelde mij eenige feiten die hij over Pa Sidin had gehoord en ik werd hierdoor levendig opgewekt, dien geheimzinnigen Javaan een bezoek te brengen. Den volgenden dag, 27 Maart 1911, vertrok ik naar Malang, overnachtte daar, reed auto's waren toen in Indië nog schaars met een vierspan de steile bellingen van den Ardjoeno op. Het journalistiek onderzoek naar de pestgevallen vorderde nog al veel tijd en het was al drie uur 's middags voor ik daarmee gereed was. Zoodra ik mijn laatste aanteekeningen had gemaakt, vroeg ik aan een inlander, of hij Pa Sidin kende. Er kwam een eerbiedige trek op het gezicht van den Javaan en zacht ant woordde hij, dat hij Pa Sidin kende. Op mijn vraag of hij mij naar den beroem den man wilde brengen, gaf hij een ont wijkend antwoord en het kostte mij veol moeite en tijd tot het vermoeden te komen, dat hij mijn verzoek weigerde n te willigen, omdat hij bang was dat ik Pa Sidin „de nieuws ziekte" zou bren- n. Hierdoor voorzichtig geworden, ging ik naar een andere plaats van het dorp, gaf daar een Jav&ansch jongetje een kwartje en zei hem kortaf, dat hij mij naar Pa Sidin moest brengen. Verrukt over zijn schat ging de knaap mij voor en bracht mij naai het huisje van den doekoen. Ik ging er binnen, de wonderdoener zat «net gekruiste boenen op zijn balè- balé en staarde voor zich op den grond. Hij bleef zoo nog eenige oogenbükken zitten, toen stond hij op en gToette mij. In beleefde vormen deelde ik hem het doel van mijn komst mee. Hij luisterde stil en zeide toen: „Nu kan dat niet gebeuren. Als u vanavond één uur na zonsondergang hier wilt komen, dan zal ik u laten zien wat gij wenëcht te zien." Den ujd tusschen mijn eerste en tweede bezoek $n Pa Sidin gebruikte ik voor van mijn verslag en daarna mijn koetsier meedeelen dat we iivonds naar Maiang zoudefl te- aarzelde wel even, maar overwon 'direct mijn vrees en slikte de zoetige vloeistof in. „Buig u nu voorover naar dit vuur en denk, denk, denk aan uw meisje," «prak de doekoen. Pa Sidin wreef de kruiden fijn boven Jk houtskool en ikf snoof de dampen op. iEer andere een aarden schotel en wat ge droogde kruiden. Zij gaf allee aan Pa Sidin over en verliet achterwaarts lob- pende het vertrek. De Javaan zete het aarden- pannetje, waarin eenige stukjes houtskool gloeiden, voor mij neer, gaf mij hót kommetje met troebel vocht en zei strak: „Drink dii, meneer." Ik door ■WILLIAM HOLT. 29 De tweede deur rechts was gesloten. Men sloop erheen en luisterde, het was daarbinnen stil en geen lichtspleet viel onder de deur waar te nemen. De Engelschman klopte aan, doch er volgde geen antwoord. Hij klopte nog eens, nu harder en het kwam hem voor, dat hij geschuifel hoorde. Inderdaad, er naderde iemand de deur. „Wie is daar?" klonk het» ,Js u mijnheer Rouan?" vroeg de Li- nar, die voor zijn Engelsohen vriend het woord nam, omdat hij vreeede, dat diens uitspraak hem zou verraden. Maar onze ondernemende Engelschman was dit on derhandelen voor een gesloten deur heel niet naar den zin. Hij zag, dat de deur niet bijzonder stevig was en voor de Linar zijn vraag ten einde bracht, had Nibblington zijn krachtigen schouder te gen de deur gezet en gaf er'zoo'n duw tegen, dat de deur openvloog. De man, die er achter stond, sprong verschrikt terug. De drie vriendón waren direct binnen. In deze kamer was geen licht, doch de deur van de kamer stond geheel open en daar brandde het licht. Rouan, want deze had bij de deur ge staan, liep naar de verlichte kamer te rug en daar zagen zij ook den man, dien ïij zochten. Wat er nu gebeurde, liep sneller af dan het verteld kan worden. Toen de drie mannen kwamen binnen hol schr ging ik eerst 's rugkeeri Een u r na zonsondergang was ik weer in Pa Smin's eenvoudig „verblijf. Ik vond hem in oteelfde houding als dien mid dag. Zond* te zien wie er binnen kwam, stond hij hp, greep een krukje, dat in den hoe^van de woning stond en ver zocht nMj daarop plaats te nemen. „Wat is het, dat u wilt zien?" vroeg hij eenig8zina bedrukt. Ik had tevoren overwogen wat ik zou opgeven. Een verloofde, die sinds eenige maanden van zijn meisje is gescheiden, heeft ook maar één verlangen en ik ant woordde düs: „Ik wil mijn verloofde in Holland zien." Pa Sidin knikte. Hij stak twee offerstokjes aan en ging toen mompelend, langzaam rondom mijn zitplaats loopen. Nadat hij eenige malen den kring geloopen had, ging hij in de zelfde langzame pas naar de uitgang van zijn woning en sprak daar iets luider eenige voor mij onverstaanbare woorden. Daarop hervatte hij weer zijn cirkelgang om mij heeii. Na eenige minuten kwam een Javaansch meisje binnen, die in een hand een klein kommetje droeg en in de „jrst werkten die prikkelend op mijn neus en oogen,' maar dit duurde slechts beel kort. Een vreemde gewaarwording be ving mij. Ik was niet doezelig of slape rig. maaT integendeel leek het mij of mijn geest zelf s^ helderder werd. Ik kreeg een verlangen om steeds meer voorover te bukken, en ik werd aange trokken naar die kooltjes voor mij en hoe meer ik mij voorover boog, des te meer nam het gevoel van*-helderheid en behaag lijkheid toe. Steeds dieper scheen het mij, dat ik mij voorover boog, toen kreeg ik plotseling een schokik zweefde. Even zag ik nog het Javaansche meisje, toen kwam een grijze nevel'mij omhullen. Ik sliep niet, ik droomde niet, ik had geen hallucinatie, maar ik kon mii vol komen rekenschap geven van wat er met mij gebeurde en zoo vond ik het vaèemd dat ik zweefde, terwijl ik toen wist dat dit in strijd was met de natuurwetten. Ik zweefde omhoog, omlaag en vooruit als op voorstuwende golven en ik overlegde bij mijzelf hoe het mogelijk was dat dit kon gebeuren Die toestand leek mij vrij lang te duren tot op een zeker oogenblik ik gevoelde, dat ik het ge bruik over mijn beenen weer terug kreeg en grond tastte onder mijn voeten. Als met een windvlaag stoof de nevel uiteen. "Wind, ja, er was wind, waaj ik stond, wind en regen. O, hoe goed kende ik dien weg, waar ik zoo dikwijls met mijn aanstaande vrouw had gewandeld en gefietst. Ik stond daar, ik zag mijzelf volkomen duidelijk en nu vond ik het plotseling niets onnatuurlijk, dat ik mij daar op dien Hollandschen weg bevond, ook niet dat de felle Maartsche regen mijn wit pak droog liet en dat de gieren de wind mij in mijn tropenkleeding niet deerde. Ik atond daar en wachtte zoo rustig en zeker als gold het een duidelijke afspraak en ik keek uit naar één richting, van waar ik wist dat mijn meisje komen moest. Daar kwam zij, driftig fietsend tegen regen en wind. Ik zag eerst haar nat- glimmende kleederen fn haar doorweekte muts en toen haar beregend gezicht. Na tuurlijk zou zij mij ook zien, maar ik was niet bang, dat zij zou schrikken. Nu was zij bij mij, vlak bij mij en ik wilde haar roepen, maar geen geluid kwam uit mijn mond en zoo klaar bewust was ik" mij op dat oogenblik, dat ik dacht: „Juist als in een droom, dan kun Je ook niet schreeuwen; maar dit is geen droom." Ik spande mij in om haar aandacht te trekken en toen keek zij met een plot selinge beweging van haar hoofd naar de plaats waar ik stond, doch zonder haar vaart te verminderen fietste zij ver der. Nog even keek zij om, maar bleef haar weg vervolgen. Ik wilde haar nagaan, en ging ook in haar richting, doch terwijl zij voortstoof, trok ik met zware schreden over den weg, steeds langzamer. Ik bleef kijken naar haar verdwijnend figuur, dat steeds meer verflauwde. Ook de weg vervaagde, de boomen, de regen, alles smolt samon en duisternis omhulde mij. Ik bleef ech ter steeds volkomen helderder in mijn be wustzijn en ik zei tot mijzelf: ,,'t Is afgeloopen, ik moet weer naar Indië, naar Batoe en naar Pa Sid'n." „Naar Pa Sidin," hoorde ik mijzelf hardop zeggen en op hetzelfde oogenblik zag ik hem. Ik wist niet of ik' mijn oogen gesloten had fcehad of geopend, maar ik zag nu Pa Sidin's rimpelig ge laat aan het eind van baló-baló, waarop blijkbaar de doekoen en het meisje dat ik nog even gezien had, mij hadden neer gelegd. „Niet spreken," zeide de wonderman. „Blijf zoo liggen tot uw hoofd niet meer klopt." I Inderdaad voelde ik nu een zacht en regelmatig kloppen in mijn hoofd, dat geleidelijk minder werd. Onderwijl këek ik op mijn horloge en zag, dat mijn won derbare rety naar de Nederlandeche ge westen geen vijf minuten geduurd kon hebben. Ik heb Pa Sidin voor den bovennaluur- lijkëh tocht, dion hij mij had laten maken, eerbiedig bedankt en dat deed bent ken nelijk meer genoegen dan de stoffelijke briooning, die hij achteloos tusschen zijn kaïn stak. m Daar in een klein dorp, in een uithoek van Java, woonde een totaal onbekend man, „die, alsof het een eenvoudige dage- lijksche opdracht gold, mijn geest, mijn astraal wezon, mijn dubbel-ik, of welke occulte benaming men er aan geven wil, deed 'reizen over zeeën, en landen en mij met onverminderd bewustzijn liet aanschouwen wat op duizenden mijlen afstand van mijn stoffelijk lichaam ge beurde. Want hetgeen ik gezien bad op den Kschenweg, was, preciea zoo op dat oogenblik geschied. Dienzelfden avond schreef ik aan Jmjii meisje, vertelde haar niets van deze avontuurlijke ontmoeting, maar vroeg alleen of zij mij zou kunnen opgeven, of zij op 28 Maart, omstreeks 12 uur 's middags, bad gefietst en of haai daarbij iets bijzonders was opgevallen. Hier is het antwoord, dat ik e later van haar kreeg: „Op je zonderlinge vraag 28 Maart heb gefietst, kan vollig een beslist antwoor< INGEZONDEN MEDIO ML! NNL w stormen, riep de man, die in de verlichte kamer gebleven was: „O, wat een vervloekte ezels zijn jullie toch." Hij scheen op het eerste oogenblik niet voornemens iets te doen, of zich te ver zetten, maar eensklaps, alsof hij plotse ling van gedachte veranderde, bracht hij niet een der overvallers, maar Rouan zod'n krachtigen vuistslag op het hoofd toe, dat deze ineenzakte en had bijna te gelijk het licht uitgedraaid. v Maar indien hij gehoopt had in het duister te ontkomen, vergiste hij zich toch deerlijk, want op hetzelfde oogen blik dat het donker werd in de kamer, was de sportieve Engelschman op hem toegesprongen en samen rolden zij over den vloer. Doch hoe sterk en vlug lord Nibblington zijn mocht, zijn tegenstander was ook niet mis en misschien was deze nog ontkomen. Maar de [Linar had al zijn electrische lantaarn voor den dag ge haald en bij het licht daarvan was de Tournel in staat zijn vriend een handje te helpen, zoodat na eenig worstelen de overwinning behaald was en de vijand zoo'n opstopper had ontvangen, dat hij bewusteloos bleef liggen. Nibblington veegde zich het zweet van z'n voorhoofd. „Begrijp je er iets van," hijgde hij, „dat de kerel zelf eerst zijn bondgenoot tegen de vlakte sloeg. Ik moet zeggen, het was een mooie «mep." Hij keek naar Rouan om, doch zag hem niet meer. „Lioht eens bij." riep hij, „de vent schijnt onder de tafel gerold." Maar ook daar was Rouan niet te vin den. „De slag schijnt toch niet zoo hard te zijn aangekomen, hij is er waarachtig j vandoor," riep de Tournel, die daarop 1 de kamen verliet en de gang opliep om te zien of hij Rouan kon achterhalen. „Maar di Cava hebben we in elk ge val en dat is hoofdzaak," zei de Linar, „hij onskomt ons niet meer." „Neen, waarachtig niet, we zullen hem stevig binden," antwoordde Nibblington, „maar begrijp je er iets van, waarom hij Rouan neersloeg?" „Nu, ik zou dit denken: Hij was over tuigd dat Köuan hem verraden heeft, toen wij zoo onverwachts binnentraden. Hij vertrouwde hem zeker om de een of andere reden niet al te best." „Zoo zal het zijn, maar mijnheer is nu geknipt en z'n hooge sprongen zijn uit. Ja, edele grijsaard," spotte de lord, zijn slachtoffer beschouwend, „ik heb je dadelijk wel herkend ondanks je ver momming. Zie jb, de kerel z'n pruik staat heelemaal scheef," vervolgde hij. Op dit oogenblik kwam dee graaf de Tournel weer binnen. „Rouan is weg,*/ zei hij. „Och, laat hem loopen, we hebben bet hoofd van de bende en daar komt het maar op aan. "Wij zijn...." Plotseling Scheen de bewustoloo7« tot bewustzijn teruggekeerd. Wel ?ag bij nog stil, met ©enigszins opgo'rokk-m knieën, maai hij begon eensklaps te spreken. „Mylord," sprak hij met grooten na druk, „u is heel onvoorzichtig. Zooala u daar voorovergebukt staat, zou ik u een vreeselijken trap kunnen verkoopen, die heel wat erger aankwam dan het duwtje, dat ik dien ellendigen Rouan in de gau wigheid kon geven." Nibblington sprong meteen een pas terug. )rEn waarom doet u het dan niet, mar kies di Cava," zei hij koelbloedig. „Omdat ik niet de markies dl Cava ben, mijn waarde heer." Een oogenblik heershte er een diepe stilte. „Grcpte God", mompelde de Linar, „bet is een andere sten/' Hij liet het licht van zijnjantaarn op het gelaat van den man schijnen, trok hem de pruik van het hoofd en zag een hem geheel onbekend gelaat. Nibblington sloeg zioh met den vuist voor het hoofd. ,^Hel en duivel", schreeuwde hij, „hij is het waarachtig niet". De Tournel had intusschen de lamp weer ontstoken en nu moesten zij alle drie iedere hoop laten varen, dat zij di Cava, het hoofd van de Broeders des Verderfs in hun macht zouden hebben". „Sta op man", zei de Linar somber, „en geef ons uitleg van dit alles. Maar wie gij zijn moogt, we vertrouwen je niet en denk er wel aan bij de eerste ver dachte beweging schiet ik je neer". „Accoord", zei de man en richtte zioh op, „ik zal mij even aan de heeren voor stellen, mijn naam is Turner. Jawel, lord Nibblington eigenlijk ben ik nog een land genoot van u, maar alleen van mijn va ders zijde, mijn moeder is een Franoaise en „Spaar ons die praatjes", riep de Tournel. ,yOho, ik dacht dat de heeren op de meest uitgebreide inlichtingen gesteld zouden zijn. Indien dat niet het geval is kan ik kort zijn, ik heet Turner. De heeren behoeven mij daarom zoo Swaad niet aan te kijken, ik kan het heusch niet helpen, dat ik niet di Cava heet, zooals de heeren eigenlijk van mij ver langd hadden. Het is toch waarlijk mijn schuld niet, dat de heeren zich hebben vergist". „Maar wat deed ge hier?" „Ik was op bezoek bij mijnheer Rouan" „Een vreemde bezoeker, die all «r mier Ja, her viel teontkoma* J was een duidelijk, geval. Vatbü'snaóds had ingebrdkót En tauak (tien kilo) riak Maar zijn advocaat-was pienter En hij vroeg een Üdifestmf. MtiLkÖfikfiLv ECHTE FRIESCHE 20-50et rai ow» VUüutgó van rijpe inbakken. bezoek komt zijn gastheer een slag op het hoofd geeft. Kunt u ons daarvan ook een verklaring geven?" vroeg de Linar. De ander glimlachte. ,Jk zou dat gevoegelijk kunnen na laten," antwoordde hij, „maar ik zal too- nen, dat ik niet kwaad er om ben, dat de heeren mij zoo pardoes op het lijf vieleü en intusschen vriend de Rouan de ge legenheid boden te ontsnappen. Zie eens, toen gij met uw drieën de deur ge forceerd hebt, dacht ik het eerste oogen blik, dat de politie hier een inval deod. Zoo iets op het meest ongelegen tijdstip verwacht ik altijd van de politie. Ik zag echter dadelijk daarop, dat ik niet roet dö politie te doen had en zoo kon ik da delijk niets anders veronderstellen dan dat gij vrienden en bondgenooten waart van mijnheer Rouan. Ik begon toen maar met dezen neer te slaan, zooala gebleken is op een veel te zachtzinnige manier en ik draaide tevens de lsmp uit. Trouwen» dat weten de heeren net zoo goed als ik." De drie vrienden zagen elkaar aan. „Nu weten we nog niets," riep de Tournel ongeduldig. „Als u geen vriend van Rouan zijt, wat deed u dan hier? Om welke reden vermomt u zich?" „U zoudt het geweten hebben als n mij toegestaan had mijn Inlichtingen te geven. Mijn beroep zal u duidelijk mak ken, wat ik hier kwam doen. Ik ben detective." „Detective," riep Nibblington, „en n kwam hier om Rouan te arresteerenP" „Arresteeren, weineen, want dan zou ik.afdoende bewijzen tegen hem in han den moeten hebben." „Maar waar verdenkt u hem van?" vroeg de linar. „Van moord op den bankier Andrieu," klonk het kalm terug. „0," ui de Tournel, „maar dan lilt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 3