HEEFT U GEHOORD??
GRATIS
iribvSPn
5.M^5 ZONEN
manchester Jassen en Broeden
VISITEKAARTJES??:-;
ST. NICOLAAS-CADEAU??
H. A. VAK BAARE8 Haven 70 - SCHIM
SPECULAAS
■■■ETEN
A. DUBBELDAM
Ook Uw adres voor
DE ST. NICOLAASETALAOES ZIJN GEREED!
KDOPT
„DE KLEINE WINST"
In Heeren- en Jongensjassen
Fa. M. J. Stekelenburg
Van Rondom
NOTARIS MAHLSTEDE
te Bergambacht
„wille siafl" oniigaiiBn.
J. J. DE VREUGT
U zoekl een Adres Yan Verhouwen BI
M. L. Deerenberg, Juwelier
HET BESTE ADRES voor
Winterjassen, Cosluums enz. is
v
uoor 50 cis. onluanoi cadeau een ilinhe speculaaspop
11-
I z.
1
I pond Kleine Speculaas
00K IN LEDERWAREN LUXE ARTIKELEN EAU DE COLOGNE
J. C. WOLFF - HAVEN 55 - SCHOONHOVEN
Kennisgeving
Waterleiding „Lek en IJssel"
te Ouderkerk aan den IJssel
qf gesloten
IVoor het a.s.
St. Nicolaasfeest
Haven 82, Schoonhoven
Kuns tglas
Plateel - -
Koper Tin elc.
Fa. J. Doesburg
Te koop
Couranten
FRANS DRIESEN
prima Wales Anlhraciel Aberpergwm
Korte Tiendeweg 22 Gouda
m
FEUILLETON.
Mengelwerk.
Mijn wonderbare reis
De Broeders des
verderfs.
[HEERENBAAI
EERSTE BLAD
NIEUWSBLAD VOOR EUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhonnich» Cour.nl
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1830
JAN BROUWER
HAVEN 63
vorlgen Woen«d»g In het Nutsgebouw, ons 3-lamps Radiotoestel als Or ammafoon versterker?
Gaan 10 of 20 watt, doch alleen de 2 laatste lampen I Weet U dat onze prijzen zeei
billijk zijn, dat gratis grammafoon-aansluiting wofdt gemaakt I Weet U dat de nieuwste platei
zoowel muziek- als zangnummers van Kees Pruis verkrijgbaar zijn. -■==
TELEFOON «23 i SCHOONHOVEN
B 0 0 M E N.
zal
b|j Inschrijving Verkoopen:
84 POPULIEREN,
staande op het Slot aldaar.
Conditiën liggen ten zijnen Kanto
re ter inzage.
Insohrijvingsbiljetten inleveren
vóór 15 December.1030.
MAANDAG A.S.
Steeds voorradig Vi> lh, V*, Vb» tyio
en 1/w
GROOTE GOUOSCHE
KERSTVERLOTING
HOOFDPRIJS 30 vette Varkens,
of VO beste Koeien of een Auto
ter waarde van f 2500.
HAAST UI HAAST UI
Kerkplein 122, Stolwijk.
ROITERDAMSCHE
BANKVEREENIGING
KAPITAAL fSO OOOlOOO
RESEJIVE/ZOOOQOOO
KANTOOR
SCHOONHOVEN
Incasseren
wissels en
kwitanties
150 Eigen
Kantoren
MAKELAARSKANTOOR VAN
G. VAN DER HORST
Beëedigd Ma-kriaai in "Onroerende
Goederen - Hypotheken tot alk
bedrag op. Huizen en Landerijen
Op Land met goede overwaarde
4M 10 jaar vaM. Koop - Ver
koop - Huur - Verburen - Huiizen
en Landerijen.
Kortedijk 6 Schoonhoven Tel. 100
Bijverdiensten „zijn in deze tijden welkom
ZAAD Is or altijd noodlg!
Fa. ZWAAN'S Zaadhandel vraagt In alle plaatsen,
waar nog niet vertegenwoordigd AGENTEN en speciaal
in de volgende plaatsen: Streefkerk, IJsselstein, Schoonhoven,
Krimpen a.d. Lek, Moordrecht, Oorinchem, Hekendorp, Jaarsveld,
Hoenkoop, Lekkerkerk, Lexmond, Bergambacht, Bleskensgraaf,
Oouderak, Langerak, Lopik, Nieuwpoort, Noordeloos, Ottoland.
Vraagt de .oerwaarden - - - HooSe provisie
N.V. Zaadteelt en Zaadhandel v h Fa A. Zwaan Jr.
Enkhuizen
Tuin-, Bloem- eo Landbouwraden - Bollen - vaste Plenten
Pootaardappelen - Tuingereedschappen
Even durf ik het te wagen,
Om uwe aandacht hier te vragen
Voor eeri hier pas geïmporteerde zaak,
Die ik door deze U bekend thans maak.
Het is een uitkomst voor de vrouw,
Want het kookt alles mooi en gouw,
In drie minuten is uw water aan de kook
Op onze mooie nieuwe Kitchen kook,
Geen olie, turf of antraciet;
En stof of vuil dat heeft men niet,
"Qfifrrt rook, geen aanslag en geen roet,
Ze stookt, zoodat ge U verwond'ren moet.
Oa daarom dit eens even zien;
Of liever, schrijft U mij misschien?
Dan zal ik gratis komen leeren,
Want ik wil gaarne voor U demonstreeren,
Zonder iets verplichting maar te maken,
Kom Ik er U bekend mee maken.
En als U mijn adres niet wist,
Dan zeg ik hier: G. Ult®nboogaara In a® Vlist
Vertegenwoordiger voor V11t on Omatrokon.
Dat vindt U bij
Haven 36 - Telefoon III - Sohoonhovon
Prachlsorteerlng Qouden voeglooze massieve gladde Ringen. Ora-
veeren gratia. - Per gewicht uitgeprijsd. - Bij eventueel verL.ven of
trouwen komen wij gaarne met onze groote collectie U thuis een
bezoek brengen. - Tevens bieden wij U aan eeh der grootste sor
teeringen Gouden, Zilveren Dames- en Heeren-Polshorloges, Klokken,
Wekkers en Barometers - Oroote keuze in Diamant, Ooud, Zilver
en Doublé. - Bijzondere sorteering luxurleuze Pendulestellen. - Brillen
voor VER AF en DICHTBIJ, ook volgens voorschrift van H H. Doctoren
tegen scherp concurreerendi; prijzen. - Groote collectie Tafelzilver.
Zichtzendingen door het geheeie land - Eigen reparatie-inrichting
voor Brillen, Klokken, Goud enz. - Aanbevelend,
M L. DEERENBERG. Qediplon&erd Ooudsmid, Horloger en Opticien.
Ruime Keuze Sint Nloalaae-Cadeaux
H. B- STEENKAMER
Dame*- en Heeren-Kleermakerl|
TURFMARKT 108 - GOUDA
Ieder, die vanaf heden tot en met Zaterdag 6 Deo-
koopt bij A. N. VAN ZESSEN te Schoonhoven
De Speculaas is afkomstig uit de gunstig bekend
etaandenbakkerij van den heer Joh. Bezemen
te Schoonhoven
Op verpakte geneesmiddelen, chemicaliën en
drogerijen worden geen Cadeaux verstrekt
WILT OU VOOR UW KINDEREN EEN PASSEND
Bezoekt dan het van oude bekende Speelgoedmagazijn
met de GROOTSTE en RUIMSTE SORTEERING
Iedere kooper boven een gulden een OADEAU, due komt allen naar Wolff
DE DIRECTEUR der
maakt bekend, dat op DINSDAG 2S NOV. 1930
van dea morgens 8 uur tot dee na
middags 4 uurl.de WATERTOEVOER
vanaf perceel wijk A no. 1 tot en met perceel wijk
C no. 123, glsmede aan den Kerk weg, zal worden
BOEHHAflOEL WED. J.VAD EMMERIK, mmriinn. icimmmmn
Stoods voorhanden ton ultgabroido coilaotlo
ONTSPANNINGSLECTUUR - STUDIEBOEKEN
Bljbtls Kerkbookjos - Prontonbooken - Platon
„SWAN" VULPENHOUDERS
Lovorlng van Vlaltakaart|o« lagan oonourraaranda prl|z«n
Balaafd aanbavaland
I* de St. Nlcoldaitafel weer voorzien van «en
ruim* keuze Borstplaat- en
Bonbondoozen, Chocolade- en
Suikerfiguren, Marsepein enz.
Steeds versch verkrijgbaar Boterletters,
Letterbanket, Spritsletters, Appelbollen,
Saucijzen, gr. en kl. Speculaas, Pepernoten
Aanbevelend
Onze collectie
„Lee r da nt"-Deensch
Schoonhovens - Zweedsch
is ongeëvenaard
Schoonhoven
voor geldbelegging of
eigen gebruik diverse
Boerderl|en
in Zuid-Holland,
Weekwoningen
In Oouda, rentende 9 pet.,
Winkelhulzen
frf Rotterdam.
Te bevragen bij T. C. KOOT,
Heéedigd Makelaar tc Stolwijk
DRUKKERIJ
III. II. HM HOOIEN. SCHOOKHOUEfl
(misdruk)
Haven 23 Schoonhoven
-► Boterletter
LOPIKERSTR4AT 38 TEL. 32
SCHOONHOVEN
Boterspeculaas
Marsepain enz.
Wij ontvingen een keurcol leotle
geschenken voor elke beurs. Ziet onze diveree etalages
Koopt nu voor Uw kinderen Speelgoed! Hat kost U bijna niets!
Ala extra St. Nicolaasreciame betalen wij op Vrijdag 5 Deo. en Zaterdag 6 Dcc. 10% uit van alle
oontante aankaopan, die U van Zaterdag 22 Nov. tot en met Vrijdag 5 Dec bij ons doet, of U
krijgt voor elke gulden die U contant bij ons besteedt esn reuzenballon voor uwe kinderen cadeau.
ziet om. etaiag.a Er gaai Éfin roet: joogi Dij van flasreii. daar slaag! U zeker 2i.» »nz. ,taug..
ALLEEN ECHT MET DEZEN NAAM
OP ELKE RHUMBOON
DEZE NAAM WAAttBORGT KWALITEIT
Heelt U las) van slakken ol sintels In Uw haard ot kachel
T
Probeert dan onze
en het behoort tot Het verleden II
Prijzen zijn, afmeting 30/45, f 3.40 per H.L. i thuis-
afmeiing 20/30, f 3.13 per H.L. f bezorgd.
Al onze soorten Anthraciet, worden gruis-
Aanbevelend, en steen vrij afgeleverd.
QEBB. VAN BRUINESSEN. BRANDSTOfFENHANDEL
oude Raven is SCHOONHOVEN telefoon so
Onze
zijn van
prima kwaliteit en laagst in prijs
LU
(D
cc
_l
CC
t—
LU
UJ
N
z
O
t-
UJ
fsj
N
m
O.
cc
Ni
m
3>
O
m
hebben wij een prachfkeuze in de nieuwste modellen
tegen de voord eel i get e prijzen.
v.h. Gebr. Mos*
Schoonhoven
TWtEOt MJLP.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. 8choonhov«n»thl Cour.nL
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1880
door
JAN KIJKUIT.
Mag lamand van mtaning var-
andsran?
Toen ik binnenkwam, rag ik Jod en
tante de hoofden bij elkaar steken en,
hoorde ik hen grinneken. Ik deed beel
onbevangen, omdat Ik volstrekt niet be
greep, wat de. reden zijn kon van bun
vroolijkheid. Ik hield me dus, of ik niets
bemerkt had; zij hadden dan geen pleizler
yan hun plagerij-
Maar dat kon Jod^ natuurlijk niet ver
duwen, hij moest en zou mij zeggen of la
ten blijken, waarom hij met tante over mij
had gespot.
„Zoo, Jan," zei hij, met een plagend
gezicht, „voel je je nogal pleiziarig?"
„Oah, Jodocus," hernam ik beminne
lijk, „ik heb een gevoel, dat jij nooit zult
kennen, namelijk het gevoel, mijn plioht
te hebben gedaan."
Die was, geloof ik, goed raak.
Jod antwoordde er niet op, en dat was
bet bewijs, dat hij mijn steek gevoeld
had.
„Ik bedoel eigenlik," vervolgde hij,
„of je je niet troteoh gevoelt, nu je in de
Sohoonh ovenaoha Courant een navolger
hebt gekregen, die zioh Jan Kijkuit II
noemt. Het heeft wel iets jan een Vor
stenhuis, Jan I en Jan H."
„Och ja," antwoordde ik, „zulke din
gen bereik je natuurlijk niet als je nooit
iets anders doet dan niets doen."
„Ziet u wel, tante, dat ik gelijk had,
daar juist, toen ik zei, dat Jan zoo ver
waand was geworden, als een hond met
tvree staarten, omdat iemand in de cou
rant een ingezonden stukje geschreven
hpeft, dat onderteekend was met Jan
Kijkuit II. Nou moet je nog weten," ging
hij voort, zich tot mij keer end, „dak ik
dat ingezonden stukje in 't geheel niet
gelezen had
„Geen tijd gehad, zeker," wierp ik er
gauw tuaschendoor.
Jod ging voort:
„Ik had 't niet gelezen, maar pas in de
krant van Woensdag zag ik een inge
bonden stukje staan, met het opsohrilt:
„Aan Jan Kijkuit II". DAt heb ik wèl
gelezen," wi Jod met grooten nadruk op
de woorden „dat" en „wel".
Toen wachtte hij er op, welke indruk
dat op mij maakte.
Ik knikte hem nog eens toe en zei:
„Zoo, soo, jongen, dat doet me genoe
gen te 'hooren, dat je ook nog eens iets
leest en n iet alleen maar slaapt en eet.
Natuurlijk werd hij giftig op zoo i
scherp en gevat antwoord en hij viel J»-
„Weet je wat daar In staat? Weet je
wat die meneer Van Deijsel zegt* Dat
Jan Kijkuit II een vrij langdradig en
zeurig betoog heeft geschreven. 0, zool
Ik lachte sohaterend en riep:
„Maar mijn beste jongen, je snapt er
al weer totaal niks niemendal van. Ik
heb toch niete te maken, met wak een
ander schrijft, ook niet, al noemt hij zich
Jan Kijkuit Stal je eens voor, dal er
iemand was, die een verstandig «tukje
schreef en daaronder zette „Jodoous'Je
begrijpt tooh wel, dat dan niemand een
oogenblik zou denken, dat het van jou
was. Welnu," evenmin ml iemand, die een
langdradig en zeurig stuk leest, denken,
dat ik dat geschreven heb. Kun Je me
T°!^Ir komt nog Mi," -rid tot» Wi,
„dat het de vraag is, of dat wei waar
is. Die meneer Van Deijsel ik heb dien
naam nog nooit gehoord in Ouderkerk
a.d. IJssel zegt nou wel, dat het stuk
van Jan II langdradig en zeurig is, maar
is dat nu wel waar? Die Jan II heeft
verteld, dat een lid van de Provinciale
Staten, die tevens wethouder van Ouder
kerk is, een adres onderteekende aan de
Provinciale Staten betreffende den af
sluiting voor vrachtauto's van den Tiend-
weg. Maar ln den raad van Ouderkerk
stemde hij' tegen een adhaesie-verklarlni
van hetzelfde adres, dat hij onderteekend
had
„Hij zal gedacht hebben, ieder «*n
beurt," zei ik, „eerst de voorstanders en
dan de tegenstanders."
„Jan II vond dat raar en meener Van
Deijsel vindt het heel gewoon," vervolg
de tante. „Hij zegt, dat 't iemand tooh
best ka" overkomen, dat hij een ander
inziaht krijgt in oen zaak. Nou moet ik
je zeggen, dat hij daar wel een beetje
gelijk in heeft. Dat ia mij ook wel eens
gebeurd."
„Jawel, tante," sprak Ik, „maax dat is
wat andera, dan dat een pubdiek per
soon plotseling een volle zwenking
maakt. Als u vandaag vindt, dat uw
paarse japon eigenlijk op is en een paar
dagen later meent u, dat die nog wel
eenige maanden mee kan, dan ergert zich
niemand daaraan. Maar bij een publiek
man, lid van twee vertegenwoordigende
lichamen, moet men eenigsrins zeker
kunnen zijn van zijn inzichten en mee
ningen. Van hem verwacht men, dat hij
pas een besluit neemt, nadat hij alles
rijpelijk heeft overdacht en onderzocht,
zoodat het niet mogelijk is, dat bij daar
na hog iete hoort, wat hem tot een an
dere mooning brengt. Zijn ja moet zijn
ja en zijn neen möet neen zijn. Maar
als hij den eenen dag ja zegt, en den
volgenden neen, kan men geen rekening
houden met zijn inzichten."
„Wel, wel, wel," zed Jod sarrend.
„Wat ben jij een man van sta-vast. Wat
zou jij dan wel gedaan hebben, als je iets
ter oore kwam, dat je meening veran
derde?"
„Dan zou ik in den raad hebben ge
zegd: Heeren, ik wil mij van stemming
onthouden. Ik heb eenmaal het adres
geteekend en kan dus nu niet tegen-stem-
men, maar mijn meening ia ten opzichte
van dit geval gewijzigd. Zoo zou ik
hebben gedaan."
„Mag ik je don opmerken, zei Jod,
,dat je dan tooh ook van inrioht waart
veranderd en dat je alleen niet tegen
stemde."
„Natuurlijk kan dat iemand gebeuren,
mpar bij moet er juist tegen waken
door eerst alle onderwerpen nauwgezet
onderzoeken."
„Ik zal jullie eens wat zeggen, brom
de ouwe Teun nu, „ik ben vroeger in tij
den van verkiezingen wel zesmaal van
inricht veranderd over tweeërlei Candida-
ten. Als ik den oene gehoord had, dacht
dat is mijn roanl Maar als dan de
andere was komen spreken, ging ik met
hem mee."
„Ja, Teun," zei ik opstaand, „maar
daarom ben je ook nooit Statonlid of
wethouder geworden.*1
door
W. KERREiMANS.
Toen ik in 1910 naar Indië reisde, had
ik den tijd tusschen oproeping en ver
trek benut om over onze kolonie eenige
kennis te verzamelen en bij het lezen over
Insulinde had ik ook een vaag en opper
vlakkig begrip gekregen van de „stille'
kracht, die daar onvatbaar zou rond
waren.
Er is voor de meesten wel 'n zekere
bekoring in die ongekende en onbegrijp
bare dingen, waarover men hoort en
leest, maar waarvan slechts weinigen er
varing hebben.
In mijn drukken werkkring aan hst
Soerabajaasch Handelsblad had ik geen
gelegenheid om te onderzoeken of ook in
Soerabaja zulke mysteries bestonden en
ik zou vermoedelijk in mijn driejarig
verblijf tusschen de keerkringen geen an
dere stille kracht bespeurd hebben dan
de gebruikelijke diefstallen van bedien
den, als niet een verheugend toeval mij
gunstig was geweest.
De pest in Indië is nu een aanvaard
verschijnsel, maar toen in 't begin van
1911 de eerste gevallen werden geconsta
teerd, verwekte dis veel ontroering en
schrik. Aan cholera, typhus, leverziekte,
malaria enz. was men gewoon, maar
die nieuwe gast met zijn ak'eligen naam
deed de menschen huiveren.
De eerste pestgevallen waren voorge
komen in een Btreek boven Malang, in
Batoe, in Singgosari en Karangplosso en
mijn hoofdredacteur, de heer Van Geuns,
vroeg mij, of ik het aandurfde om in
Batoe voor het Handelsblad op onderzoek
te gaan. Ik nam de opdracht gaarne aan
en zou den volgendepdag naar Malang
vertrekken, 's Avonfro vertelde'ik op do
sociëteit aan een kennis waarheen mijn
koers was.
„Zoo, ga je naar Batoe," zei hij, „als
je dan eens iets merkwaardigs, iets van
een stille ka-acht wilt brieven, moet je
eens naar de doekoen Pa Sidin gaan.
Het moet een ware toovena&r zijn.
„Of een gooohelaar?" vroeg ik.
„Neen, neen," riep hij heftig, „geen
goochelaar, geen kunstenmaker, maar
iemand die dingen doet die vèr boven
ons Westersch begrip uitgaan."
Mijn vriend vertelde mij eenige feiten
die hij over Pa Sidin had gehoord en ik
werd hierdoor levendig opgewekt, dien
geheimzinnigen Javaan een bezoek te
brengen.
Den volgenden dag, 27 Maart 1911,
vertrok ik naar Malang, overnachtte daar,
reed auto's waren toen in Indië nog
schaars met een vierspan de steile
bellingen van den Ardjoeno op.
Het journalistiek onderzoek naar de
pestgevallen vorderde nog al veel tijd en
het was al drie uur 's middags voor ik
daarmee gereed was. Zoodra ik mijn
laatste aanteekeningen had gemaakt,
vroeg ik aan een inlander, of hij Pa
Sidin kende.
Er kwam een eerbiedige trek op het
gezicht van den Javaan en zacht ant
woordde hij, dat hij Pa Sidin kende. Op
mijn vraag of hij mij naar den beroem
den man wilde brengen, gaf hij een ont
wijkend antwoord en het kostte mij veol
moeite en tijd tot het vermoeden te
komen, dat hij mijn verzoek weigerde
n te willigen, omdat hij bang was dat
ik Pa Sidin „de nieuws ziekte" zou bren-
n.
Hierdoor voorzichtig geworden, ging
ik naar een andere plaats van het dorp,
gaf daar een Jav&ansch jongetje een
kwartje en zei hem kortaf, dat hij mij
naar Pa Sidin moest brengen. Verrukt
over zijn schat ging de knaap mij voor
en bracht mij naai het huisje van den
doekoen.
Ik ging er binnen, de wonderdoener
zat «net gekruiste boenen op zijn balè-
balé en staarde voor zich op den grond.
Hij bleef zoo nog eenige oogenbükken
zitten, toen stond hij op en gToette mij.
In beleefde vormen deelde ik hem het
doel van mijn komst mee. Hij luisterde
stil en zeide toen:
„Nu kan dat niet gebeuren. Als u
vanavond één uur na zonsondergang hier
wilt komen, dan zal ik u laten zien wat
gij wenëcht te zien."
Den ujd tusschen mijn eerste en tweede
bezoek $n Pa Sidin gebruikte ik voor
van mijn verslag en daarna
mijn koetsier meedeelen dat we
iivonds naar Maiang zoudefl te-
aarzelde wel even, maar overwon
'direct mijn vrees en slikte de zoetige
vloeistof in.
„Buig u nu voorover naar dit vuur en
denk, denk, denk aan uw meisje," «prak
de doekoen.
Pa Sidin wreef de kruiden fijn boven
Jk houtskool en ikf snoof de dampen op.
iEer
andere een aarden schotel en wat ge
droogde kruiden. Zij gaf allee aan Pa
Sidin over en verliet achterwaarts lob-
pende het vertrek.
De Javaan zete het aarden- pannetje,
waarin eenige stukjes houtskool gloeiden,
voor mij neer, gaf mij hót kommetje met
troebel vocht en zei strak:
„Drink dii, meneer."
Ik
door
■WILLIAM HOLT.
29
De tweede deur rechts was gesloten.
Men sloop erheen en luisterde, het was
daarbinnen stil en geen lichtspleet viel
onder de deur waar te nemen.
De Engelschman klopte aan, doch er
volgde geen antwoord. Hij klopte nog
eens, nu harder en het kwam hem voor,
dat hij geschuifel hoorde. Inderdaad, er
naderde iemand de deur.
„Wie is daar?" klonk het»
,Js u mijnheer Rouan?" vroeg de Li-
nar, die voor zijn Engelsohen vriend het
woord nam, omdat hij vreeede, dat diens
uitspraak hem zou verraden. Maar onze
ondernemende Engelschman was dit on
derhandelen voor een gesloten deur heel
niet naar den zin. Hij zag, dat de deur
niet bijzonder stevig was en voor de
Linar zijn vraag ten einde bracht, had
Nibblington zijn krachtigen schouder te
gen de deur gezet en gaf er'zoo'n duw
tegen, dat de deur openvloog.
De man, die er achter stond, sprong
verschrikt terug. De drie vriendón waren
direct binnen. In deze kamer was geen
licht, doch de deur van de kamer stond
geheel open en daar brandde het licht.
Rouan, want deze had bij de deur ge
staan, liep naar de verlichte kamer te
rug en daar zagen zij ook den man, dien
ïij zochten.
Wat er nu gebeurde, liep sneller af
dan het verteld kan worden.
Toen de drie mannen kwamen binnen
hol schr
ging ik
eerst 's
rugkeeri
Een u r na zonsondergang was ik weer
in Pa Smin's eenvoudig „verblijf. Ik vond
hem in oteelfde houding als dien mid
dag. Zond* te zien wie er binnen kwam,
stond hij hp, greep een krukje, dat in
den hoe^van de woning stond en ver
zocht nMj daarop plaats te nemen.
„Wat is het, dat u wilt zien?" vroeg
hij eenig8zina bedrukt.
Ik had tevoren overwogen wat ik zou
opgeven. Een verloofde, die sinds eenige
maanden van zijn meisje is gescheiden,
heeft ook maar één verlangen en ik ant
woordde düs:
„Ik wil mijn verloofde in Holland
zien."
Pa Sidin knikte.
Hij stak twee offerstokjes aan en ging
toen mompelend, langzaam rondom mijn
zitplaats loopen. Nadat hij eenige malen
den kring geloopen had, ging hij in de
zelfde langzame pas naar de uitgang van
zijn woning en sprak daar iets luider
eenige voor mij onverstaanbare woorden.
Daarop hervatte hij weer zijn cirkelgang
om mij heeii. Na eenige minuten kwam
een Javaansch meisje binnen, die in een
hand een klein kommetje droeg en in de
„jrst werkten die prikkelend op mijn neus
en oogen,' maar dit duurde slechts beel
kort. Een vreemde gewaarwording be
ving mij. Ik was niet doezelig of slape
rig. maaT integendeel leek het mij of
mijn geest zelf s^ helderder werd. Ik
kreeg een verlangen om steeds meer
voorover te bukken, en ik werd aange
trokken naar die kooltjes voor mij en hoe
meer ik mij voorover boog, des te meer
nam het gevoel van*-helderheid en behaag
lijkheid toe. Steeds dieper scheen het mij,
dat ik mij voorover boog, toen kreeg ik
plotseling een schokik zweefde. Even
zag ik nog het Javaansche meisje, toen
kwam een grijze nevel'mij omhullen.
Ik sliep niet, ik droomde niet, ik had
geen hallucinatie, maar ik kon mii vol
komen rekenschap geven van wat er met
mij gebeurde en zoo vond ik het vaèemd
dat ik zweefde, terwijl ik toen wist dat
dit in strijd was met de natuurwetten.
Ik zweefde omhoog, omlaag en vooruit
als op voorstuwende golven en ik
overlegde bij mijzelf hoe het mogelijk was
dat dit kon gebeuren Die toestand leek
mij vrij lang te duren tot op een zeker
oogenblik ik gevoelde, dat ik het ge
bruik over mijn beenen weer terug kreeg
en grond tastte onder mijn voeten.
Als met een windvlaag stoof de nevel
uiteen. "Wind, ja, er was wind, waaj ik
stond, wind en regen. O, hoe goed kende
ik dien weg, waar ik zoo dikwijls met
mijn aanstaande vrouw had gewandeld
en gefietst. Ik stond daar, ik zag mijzelf
volkomen duidelijk en nu vond ik het
plotseling niets onnatuurlijk, dat ik mij
daar op dien Hollandschen weg bevond,
ook niet dat de felle Maartsche regen
mijn wit pak droog liet en dat de gieren
de wind mij in mijn tropenkleeding niet
deerde.
Ik atond daar en wachtte zoo rustig en
zeker als gold het een duidelijke afspraak
en ik keek uit naar één richting, van
waar ik wist dat mijn meisje komen
moest.
Daar kwam zij, driftig fietsend tegen
regen en wind. Ik zag eerst haar nat-
glimmende kleederen fn haar doorweekte
muts en toen haar beregend gezicht. Na
tuurlijk zou zij mij ook zien, maar ik
was niet bang, dat zij zou schrikken. Nu
was zij bij mij, vlak bij mij en ik wilde
haar roepen, maar geen geluid kwam
uit mijn mond en zoo klaar bewust was
ik" mij op dat oogenblik, dat ik dacht:
„Juist als in een droom, dan kun Je ook
niet schreeuwen; maar dit is geen
droom."
Ik spande mij in om haar aandacht
te trekken en toen keek zij met een plot
selinge beweging van haar hoofd naar
de plaats waar ik stond, doch zonder
haar vaart te verminderen fietste zij ver
der. Nog even keek zij om, maar bleef
haar weg vervolgen.
Ik wilde haar nagaan, en ging ook in
haar richting, doch terwijl zij voortstoof,
trok ik met zware schreden over den weg,
steeds langzamer. Ik bleef kijken naar
haar verdwijnend figuur, dat steeds
meer verflauwde. Ook de weg vervaagde,
de boomen, de regen, alles smolt samon
en duisternis omhulde mij. Ik bleef ech
ter steeds volkomen helderder in mijn be
wustzijn en ik zei tot mijzelf:
,,'t Is afgeloopen, ik moet weer naar
Indië, naar Batoe en naar Pa Sid'n."
„Naar Pa Sidin," hoorde ik mijzelf
hardop zeggen en op hetzelfde oogenblik
zag ik hem. Ik wist niet of ik' mijn
oogen gesloten had fcehad of geopend,
maar ik zag nu Pa Sidin's rimpelig ge
laat aan het eind van baló-baló, waarop
blijkbaar de doekoen en het meisje dat
ik nog even gezien had, mij hadden neer
gelegd.
„Niet spreken," zeide de wonderman.
„Blijf zoo liggen tot uw hoofd niet meer
klopt." I
Inderdaad voelde ik nu een zacht en
regelmatig kloppen in mijn hoofd, dat
geleidelijk minder werd. Onderwijl këek
ik op mijn horloge en zag, dat mijn won
derbare rety naar de Nederlandeche ge
westen geen vijf minuten geduurd kon
hebben.
Ik heb Pa Sidin voor den bovennaluur-
lijkëh tocht, dion hij mij had laten maken,
eerbiedig bedankt en dat deed bent ken
nelijk meer genoegen dan de stoffelijke
briooning, die hij achteloos tusschen zijn
kaïn stak. m
Daar in een klein dorp, in een uithoek
van Java, woonde een totaal onbekend
man, „die, alsof het een eenvoudige dage-
lijksche opdracht gold, mijn geest, mijn
astraal wezon, mijn dubbel-ik, of welke
occulte benaming men er aan geven wil,
deed 'reizen over zeeën, en landen en
mij met onverminderd bewustzijn liet
aanschouwen wat op duizenden mijlen
afstand van mijn stoffelijk lichaam ge
beurde. Want hetgeen ik gezien bad op
den Kschenweg, was, preciea zoo
op dat oogenblik geschied.
Dienzelfden avond schreef ik aan Jmjii
meisje, vertelde haar niets van deze
avontuurlijke ontmoeting, maar vroeg
alleen of zij mij zou kunnen opgeven,
of zij op 28 Maart, omstreeks 12 uur 's
middags, bad gefietst en of haai daarbij
iets bijzonders was opgevallen.
Hier is het antwoord, dat ik e
later van haar kreeg:
„Op je zonderlinge vraag
28 Maart heb gefietst, kan
vollig een beslist antwoor<
INGEZONDEN MEDIO ML! NNL
w
stormen, riep de man, die in de verlichte
kamer gebleven was:
„O, wat een vervloekte ezels zijn jullie
toch."
Hij scheen op het eerste oogenblik niet
voornemens iets te doen, of zich te ver
zetten, maar eensklaps, alsof hij plotse
ling van gedachte veranderde, bracht hij
niet een der overvallers, maar Rouan
zod'n krachtigen vuistslag op het hoofd
toe, dat deze ineenzakte en had bijna te
gelijk het licht uitgedraaid. v
Maar indien hij gehoopt had in het
duister te ontkomen, vergiste hij zich
toch deerlijk, want op hetzelfde oogen
blik dat het donker werd in de kamer,
was de sportieve Engelschman op hem
toegesprongen en samen rolden zij over
den vloer. Doch hoe sterk en vlug lord
Nibblington zijn mocht, zijn tegenstander
was ook niet mis en misschien was deze
nog ontkomen. Maar de [Linar had al zijn
electrische lantaarn voor den dag ge
haald en bij het licht daarvan was de
Tournel in staat zijn vriend een handje
te helpen, zoodat na eenig worstelen de
overwinning behaald was en de vijand
zoo'n opstopper had ontvangen, dat hij
bewusteloos bleef liggen.
Nibblington veegde zich het zweet van
z'n voorhoofd.
„Begrijp je er iets van," hijgde hij,
„dat de kerel zelf eerst zijn bondgenoot
tegen de vlakte sloeg. Ik moet zeggen,
het was een mooie «mep."
Hij keek naar Rouan om, doch zag
hem niet meer.
„Lioht eens bij." riep hij, „de vent
schijnt onder de tafel gerold."
Maar ook daar was Rouan niet te vin
den.
„De slag schijnt toch niet zoo hard te
zijn aangekomen, hij is er waarachtig
j vandoor," riep de Tournel, die daarop
1 de kamen verliet en de gang opliep om
te zien of hij Rouan kon achterhalen.
„Maar di Cava hebben we in elk ge
val en dat is hoofdzaak," zei de Linar,
„hij onskomt ons niet meer."
„Neen, waarachtig niet, we zullen hem
stevig binden," antwoordde Nibblington,
„maar begrijp je er iets van, waarom hij
Rouan neersloeg?"
„Nu, ik zou dit denken: Hij was over
tuigd dat Köuan hem verraden heeft,
toen wij zoo onverwachts binnentraden.
Hij vertrouwde hem zeker om de een
of andere reden niet al te best."
„Zoo zal het zijn, maar mijnheer is
nu geknipt en z'n hooge sprongen zijn
uit. Ja, edele grijsaard," spotte de lord,
zijn slachtoffer beschouwend, „ik heb je
dadelijk wel herkend ondanks je ver
momming. Zie jb, de kerel z'n pruik
staat heelemaal scheef," vervolgde hij.
Op dit oogenblik kwam dee graaf de
Tournel weer binnen.
„Rouan is weg,*/ zei hij.
„Och, laat hem loopen, we hebben bet
hoofd van de bende en daar komt het
maar op aan. "Wij zijn...."
Plotseling Scheen de bewustoloo7« tot
bewustzijn teruggekeerd. Wel ?ag bij
nog stil, met ©enigszins opgo'rokk-m
knieën, maai hij begon eensklaps te
spreken.
„Mylord," sprak hij met grooten na
druk, „u is heel onvoorzichtig. Zooala u
daar voorovergebukt staat, zou ik u een
vreeselijken trap kunnen verkoopen, die
heel wat erger aankwam dan het duwtje,
dat ik dien ellendigen Rouan in de gau
wigheid kon geven."
Nibblington sprong meteen een pas
terug.
)rEn waarom doet u het dan niet, mar
kies di Cava," zei hij koelbloedig.
„Omdat ik niet de markies dl Cava
ben, mijn waarde heer."
Een oogenblik heershte er een diepe
stilte.
„Grcpte God", mompelde de Linar, „bet
is een andere sten/'
Hij liet het licht van zijnjantaarn op
het gelaat van den man schijnen, trok
hem de pruik van het hoofd en zag een
hem geheel onbekend gelaat.
Nibblington sloeg zioh met den vuist
voor het hoofd.
,^Hel en duivel", schreeuwde hij, „hij
is het waarachtig niet".
De Tournel had intusschen de lamp
weer ontstoken en nu moesten zij alle
drie iedere hoop laten varen, dat zij di
Cava, het hoofd van de Broeders des
Verderfs in hun macht zouden hebben".
„Sta op man", zei de Linar somber,
„en geef ons uitleg van dit alles. Maar
wie gij zijn moogt, we vertrouwen je niet
en denk er wel aan bij de eerste ver
dachte beweging schiet ik je neer".
„Accoord", zei de man en richtte zioh
op, „ik zal mij even aan de heeren voor
stellen, mijn naam is Turner. Jawel, lord
Nibblington eigenlijk ben ik nog een land
genoot van u, maar alleen van mijn va
ders zijde, mijn moeder is een Franoaise
en
„Spaar ons die praatjes", riep de
Tournel.
,yOho, ik dacht dat de heeren op de
meest uitgebreide inlichtingen gesteld
zouden zijn. Indien dat niet het geval
is kan ik kort zijn, ik heet Turner. De
heeren behoeven mij daarom zoo Swaad
niet aan te kijken, ik kan het heusch
niet helpen, dat ik niet di Cava heet,
zooals de heeren eigenlijk van mij ver
langd hadden. Het is toch waarlijk mijn
schuld niet, dat de heeren zich hebben
vergist".
„Maar wat deed ge hier?"
„Ik was op bezoek bij mijnheer Rouan"
„Een vreemde bezoeker, die all «r mier
Ja, her viel teontkoma*
J was een duidelijk, geval.
Vatbü'snaóds had ingebrdkót
En tauak (tien kilo) riak
Maar zijn advocaat-was pienter
En hij vroeg een Üdifestmf.
MtiLkÖfikfiLv
ECHTE FRIESCHE
20-50et rai ow»
VUüutgó van rijpe inbakken.
bezoek komt zijn gastheer een slag op
het hoofd geeft. Kunt u ons daarvan ook
een verklaring geven?" vroeg de Linar.
De ander glimlachte.
,Jk zou dat gevoegelijk kunnen na
laten," antwoordde hij, „maar ik zal too-
nen, dat ik niet kwaad er om ben, dat de
heeren mij zoo pardoes op het lijf vieleü
en intusschen vriend de Rouan de ge
legenheid boden te ontsnappen. Zie
eens, toen gij met uw drieën de deur ge
forceerd hebt, dacht ik het eerste oogen
blik, dat de politie hier een inval deod.
Zoo iets op het meest ongelegen tijdstip
verwacht ik altijd van de politie. Ik zag
echter dadelijk daarop, dat ik niet roet
dö politie te doen had en zoo kon ik da
delijk niets anders veronderstellen dan
dat gij vrienden en bondgenooten waart
van mijnheer Rouan. Ik begon toen maar
met dezen neer te slaan, zooala gebleken
is op een veel te zachtzinnige manier en
ik draaide tevens de lsmp uit. Trouwen»
dat weten de heeren net zoo goed als ik."
De drie vrienden zagen elkaar aan.
„Nu weten we nog niets," riep de
Tournel ongeduldig. „Als u geen vriend
van Rouan zijt, wat deed u dan hier?
Om welke reden vermomt u zich?"
„U zoudt het geweten hebben als n
mij toegestaan had mijn Inlichtingen te
geven. Mijn beroep zal u duidelijk mak
ken, wat ik hier kwam doen. Ik ben
detective."
„Detective," riep Nibblington, „en n
kwam hier om Rouan te arresteerenP"
„Arresteeren, weineen, want dan zou
ik.afdoende bewijzen tegen hem in han
den moeten hebben."
„Maar waar verdenkt u hem van?"
vroeg de linar.
„Van moord op den bankier Andrieu,"
klonk het kalm terug.
„0," ui de Tournel, „maar dan lilt