öascrjaaa
ORD
teaneg'sMlieFatritaSi
Jas*.
Been gris Haar.
Ball. t.di Jong, eouda
KEOERLAIIO
PAST OP HIV 2111!
IIElfl MME duin., e.g.
icieele KpisgeÉg.
ERRES
A. PEEK
OE „BELfl UIASCH Efl MMT
Een halve ton gouds
Fordson.
ft
<0
kostelooze inenting
en herinenting
ONDERZOEKT
ALLE DINGEN
EN KOOPT EEN
WDOPT
Murwe Lijnkoeken WL ft Ster
Lijnmeei „Ster"
Grondnotenkoeken „Wessanen"
Van Rondom
makelaarskantoor
m
Schoonhoven
Wijdstraat 3
Gouda i
A LEWEN5TEIN
Het is Lewenstein's
kwaliteit
die nimmer verslijt
KLEIWEG88,GOUDA
(Manen 29 - Tel. 118
LOPIKERSTRAAT 52 SCHOONHOVEN
N.V. DELANDBOUWBANK TE UTRECHT
Agent veer Seheeahsvea ea Oaiitrekea
Makelaarskantoor v. Blokland Helswilder
Extra-Cadpaux uitgereikt 11I I
aan
f BO.OOO.OO
N.V. v.b. M. Ravenswaay Zolen, Goriicbem
LINCOLN
'W i
6tP /7ik*/P/5fy
Opgericht 1765
Wormervear
Extra blanke kwaliteit. Garantie 55 - 56% alwlt en vet
msstoiïs»
WALS O L
4r
DE OOGST.
Mengelwerk.
De wandelende dood.
Kloosterbalsem
Gemeente Bergambacht
ap Dinidog 16 December e.i.
FEUILLETON.
De Broeders des
verderfs.
TWEEDE BLAD.
van G. v. d. HORST
Beêedigd MikeUar in Onroerende
Ooedercn. hypotheken toj elk
bedrag op Hulzen en Landerijen
regen lage rente.
Koop, verkoop, huur en verhuur
Huiden en Landerijen.
Korte Dijk 6 Schoonhoven
Tel. 100
Nutsspaarbank
OtopMd Zaterdagavoad via
MO tot 9 uur
Ov«riB« warkdagau vaa
II tot l an vaa 2 tot 3.3 uur.
RENTE 3,6%
Pi ER IS MAAR ÉÉN
thini vanaf f IBS compl.
met LUIDSPREKER
uit voorraad leverbaar.
Radio- en
Rijwielhandel
is Ecr-r~uiBBfLEWEN5TEIN'5
nAAiMAcniriE
HVAM5TERD hAAIMACMintMhAhDti
Door het Oostersch preparaat
--|i»
krijgen haren die grij» geworden
fijn hun natuurlijke kleur (crug
Succes varzekard,
Prijs f5.
WITOWSBUDVOPW EUIU-HDLLANP IN PTB1CHT. SeheenfwvenKhe Courent
is een duiver IRederlaetfeeh artikel, van A tot Z in onze eisen
fabrieketj te Barendrecht vervaardigd.
de°kwali{eitln 3° *#r'g® repllt,ltlc ltMt u fcort ▼••f
Onzte machines doorstaan glansrijk tlke vergelijking met de
bu'tenlandsche tabnkaten. Onze verkoopfilialen vindt U in alle
plaatsen. Nederlander» bevoordeelt aw «laan lodastrla. Koost
daarom geen WASCHMACHINE, zonder eerst een bezoek aan
één onzer verkoophuizen te brengen. Daardoor bestrijdt U de
werkloosheid en vermindert uwe belasting.
VERKOOPDEPflT IN UW DISTRICT!
Jartaant Cr.dl.Un op kortaa
irmljn, ondar xakalijka af-aa
peraoonlijka lakarhaid aan
Landbouwara an Narinpdoandaa
fa Bohaanhavan
De Directie;
J. B. DE BEAUFORT.
N. C. DE RUYTER.
In de betrekkelijk korten tijd dat RsvsiiswNay'a LtHact
Artikalan in den hendel zijn, hebben wij voor een bedreu ven
meer den
"ïge Vlj«l0 duizend puldan enkel en .Heen »n Extra.
Cadaaux uitgereikt. Dit zegt genoeg. Elke geregelde verbruiker
komt In aanmerking voor een Extra-Cadaau
Vraagt nog heden Uw winkelier naar Ravanawaav'%
Lattapa-Aptlkalan, welke U het meeatc voordeel brengen
In den handel zijn:
LETTERS.KOFFIE Rood f B.flJ'k per pond
LETTERC-KOFriE Qeel f 0.52* p«r pond
LETTERS.KOFFIE blauw f 0.45 per' *~pond
LETTERS-THEE f 0.40
LETTERS-TAB A K .10.25
(Baai, Krul of Pruim)
LETTERS.MARSARINE f 0.35 per pond
LETTfcRS-KOEK f 0.30 per stuk
LETTERS-ZEEP f 0.40 per dooi
van fwet dubbele itukken.
PPM uÖ.U.dnrTV;r 0"d",!""d p'"num«êr W9r<lti>«lMfdirer„elit, lijn
PEILKAART blnntn drli di(.a aai kt.toer ep tia.ndti eeder
vermelding w. k Eztre-C.d..,, hij w.n.ek,
Hl] onlvengi den OEHEtL 1AATII bit langivri.gde EXTRA CAUIAU
•aria B. Na., 1009 (E. r. d. QIESSEN, Oorlnchem)
per tm
per^oni
VRIJDAG 12 OECEWarn ,030
ONDDIZOIKT VOORAL BIJ DEN AAN-
koop via mo vrachtwagen de nrhniiriu
derail, terdege. Neemt geen wagenmet «ca
ouderde eoamucdea.
De motor dient volgen moderne principal
o maeavanceoeaanomiidb
type xijn^zooals de zuinige vier-cylindor Ford*
IBOtOf mot zijn almwiniiim migyff, OQÜ^lbui
•meersystecm cn buitengewoon boog rende»
£De schterbrug moet van het type zijn, waarbij het op de r8* dwlf
tt van bet gewicht van wagen en last nut doqr de draaiende assen» die de
naiMIvca. ia* 4m da ashuhtec wordt g«dragen. Bij daPocd-wagam
wvwdi éme drab ifgaica dacr mSeftp ru groot ibrraaat op da atluin
de*n. VU* uw Kgglng ep *a wig A« «gmmlkgwhk aee geing
•oaaUjkcSw GW muuveraile «oarveec m ia „nnulever" achmcvcaea.
ilamadi dom d» tocpuijng vaa electruch lawchcu, ia het ongeveeede
bij de Sordxrock» toe ecu aünimum u-p-rfa metccgeoataande de
gewone weekte van hg ondemcl Dir
lijn lUcha aalnk dee «Hatbakag-
rijks» pturtec Na crituch •«UW.
keurig onderzoek sok gfj overtuigd
zijn. dat de Ford-truck veel tnaeill'
waard is dan hij kolt! laat U omtrent
deze punten voorlichten, bezoekt
'en uautbijzijuden Ford-Dealer.
N.V. NEDERLANDSCHE FORD AUTOMOBIEL FABRI EK, ROTTERDAM
Official Ford Daalar: A. Schakal, SchoonHouan.
Official Ferd Lincoln Daalar: M.V. Trasfon Co's Automobielbedrijf, Rotterdam.
ALLEEN ECHT MET DEZEN NAAM
OP ELKE RHJMBOON:
DEZE NAAM WAARBORGT KWALITEIT
Vraagt Uwen leverancier naar da la klaaie fabrikaten
Barantle 11-12% vat en 30% alwlt
fiarant/a 37-30% eiwit en vet
ulo tablatjaa Llnla verf rise
lm product van natuuril|ka- in comtanta icminitilllna.
walkn dl voadlngiiautcn bavat voor hit baandarinitalial,
•n daardoor oon ultnomond mlddol li tor boitri|dlns van i
tnoalacha Ciakta bij
aladiNi M Kliargaxwallan.
v,..,.n...„.. ALIHN ICHT wannoar ulo
*lr»vl»lr»
kurk Is voarzlaw van haf w»fflg
naarda woordmark //WALSOL7' =3=c==s--
Contraal-dopSti A. VAN WALJUM Fm.
•odlplomoord Dreglit A.N.D.S. - Oudorkork a.d. IJiiol.
Verkrijgbaar bij dé onderstaande verkoonert:
KrfmpcB i d. IJiiel, Wed T. Sloof; Krimpen i.d LtkJ. C. Hagen
Droglit; Stolwijk, 8 NatzijlBergimbicht, P. Duhen ft Co
proglilen; Berkenwoude, E. Verwnl; Streefkerk, C. Aridijki
J. Holderm.n. te Lekkerkerk. °1!
Koop! ultilultond „Wal.ol", waardoor U var-
•akard li aan waardaval product fa entvangan
Op illi pliitim, wnr mg nlat virkrjghnr
cotiava wadarvarkoapapa gavnacgd.
Vrugt ultvoirlgi tirtuliln in conditiën
- V ^0
DRUKKERIJ
1.1 Ui. R. Uflll HOOTER, ICHOOHHOVER
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhovansch» Coürmnt
Ik sloop weg om de Schoonhorezucbe
Courant te halen met het verslag van de
laatste raadszitting in de zondige ge
meente en ik hoorde nog juist hoe Jod
tante vermaande:
„Dat is een verkeerde opvatting, tante.
Als u zegt: wij hebben er niets mee te
maken, dan maakt u uzelf er gemakkelijk
van af, maar u laat tiw medemenschon
in dien poel des verd^rfs, die "Waddinx-
veen genoemd wordt, (zonder een vinger
uit te steken, om hen' te redden."
Toen ik terugkwam met Te krant scheen
het me dat Jod een terrein gewonnen
had. want tante zat in diep gepeins,
zoodat ze zelfs haar breikous liet rusten.
Intusschen las ik vlug het raadsver-
slag en al gauw kon ik roepen:
Aha!"
„Wat Aha?" vroeg tante.
„Ahal Aha!" herhaalde ik. „Het is
gelukkig niet zoo vreeselijk als tante
meent. U hebt het verslag wel gelezen,
maar niet nauwkeurig gelezen. Gelukkig
is er geen sprake van dat Waddinxveen
een modern Sodom zou zijn."
Tante stoof op.
„Wat zeg je nou? Denk je dat ik niet
lezen kan? Ik heb 't zelf duidelijk ge
lezen dat nog wel de voorzitter, de bur-
gemeeser dus, zelf gezegd heeft: „Waar
bevinden we ons, in Waddinxveen of
in Sodom?" Zeg eens dat het niet waar
ia!"
„Tante," begon ik rustig, f,ga daar eens
kalm zitten. Dan kan ik u antwoorden
dat het waar is en niet waar."
„Dat is kletspraat," meende tante meer
oprecht dan beleefd te moeten zeggen
„Precies mijn idee," voegde Jod er bij.
„Laat me uitpraten, dan zult u zien
dat het juist is wat ik zeg. De kwestie
is zoo gelegen. Het raadslid v. d. Hee
had gesproken over verschillende zaken
en toen zei de voorzitter, dat als je den
heer Van der Hee hoorde men zou vra
gen „Waar bevinden we ons, in Wad
dinxveen of in Sodom?" Hij wou dus
daarmede juist het tegenovergestelde
zeggen, n.l. dat de heer v. d. Hee gewel
dig overdreven had."
„Wat had die v. d. Hee dan gezegd?"
vroeg Jod gretig.
Ik wierp een schuin oogje naar tante
om haalr gelegenheid te_ geven te doen
wat'zij eerst gezegd had én heen te gaan,
maar ze bleef vol belangstelling mede-
luisteren.
„Nou, het raadslid v. d. Hee had hi
wat bezwaren, zooals OH
waarop men in Waddinxvi
da# doorbrengt: voetballen
dorp, waar entree gehe-
bier gedronken en zelfs snoepwinkels
open zijn."
„Dat heeft toch allemaal niets met
Sodom te maken," merkte Jod op. „In
Sodom werd in 't geheel niet gevoetbald
of entree geheven en snoepwinkels had
je daar ook niet.'
„Neen," ging ik aarzelend verder,
',.maar ergste moet ook nog komen
Houden jullie je nu even vast. Volgens
dit raadslid schijnt het voor te komen
dat na zoo'n wedstrijd de meisjes
gaan naar de donkere wegen van den
Zuidplaspolder.m|^
Ik had gedacht dat 'tante na deze
schrikkelijke openbaring de fiolen van
haar toorn en verontwaardiging over het
schuldige Waddinxveen zou uitgieten en
dat Jod minstens in blik of gebaar zijn
afkeer over zooveel slechtheid zou too-
nen, maar dat was wel zoo vei; mis als
het maar kon. Jod zat te grinniken als
een onbewaakte ideoot, doch met tante
was 't nog veel erger gesteld.
Men zal 't nauwelijks gelooven, maar
hetia de waarheid: tante lachte. Niet
zoo'n half flauw glimlachje of een ver
goelijkend hoorbaar lachen, neen, veel
sterker nog, ze schaterde gewoon.
Ik zat verstomd te kijken en wachtte
af wat dat te beteekenen kon hebben.
Tante nam het woord en sprak al lachend:
„Je moet eens aan dien meneer r. d.
Hee schrijven of zeggen dat zoo iets wel
r. d. Hee had heel
tegen de wijze,
linxveen \den Zon-
allen bij \bet oude
iheven wopdt, veel
meer voorkomt. Niet alleen, in Waddinx
veen en niet alleen aa voetbalwedstrijden
en niet alleen ia den Zuidplaspolder,
maar in alle dorpen en stsden en wilder
nissen van de geheel» wereld en als me
neer v. d. Hee dat veranderen wil, zal
hij 't niet gemakkelijk hebben."
Toen kwam oude Teun binnen, wiens
snelle gang dit gesprek had veroorzaakt
en hij hoorde tante vragen:
„Wat wil dat raadslid?"
Ik las uit het verslag voor;
„De^heor v. d. Hee meent da^ het op
'den weg van de overheid ligt te zorgen
dat aan een dergelijke toestand* een einde
wordt gemaakt."
„Welja," spotte Teun, „dat moeten ze
doen. Ze moeten in Waddinxveen een
rechte, kale en sterk verlichte weg maken
en die aanwijzen voor minnende paar
tjes. Geloof maar dat 't daar druk zal
zijn."
W. K
- do«ur
ERjpMANi
S.
Dokter Van Galen had hem het eerst
gezien, maar niemand iets over de maca
bere ontmoeting gezegd, omdat het voor
hem vaat stond, dat het niets anders dan
een hallucinatie moest z^jn geweest. Thuis
had hij de litteratuur over zulk optisch
bedrog doorgelezen. Staudemaiers en
h'reuds verklaringen hadden hem weer
eemge geruststelling gegeven, maar het
bleef den medicus onverklaarbaar, dat hij
rustig nuchter en welgemoed terug-
keerend van d|e sociëteit, in de Nieuw-
straat bij zijn woning, volkomen duide
lijk en tastbaar gezien had een geraamte
met een grootén hoed op, dat daar stond
en bij zijn nadering met loome schreden
zioh verwijderd had, hem had aangeke
ken en met een arm had gezwaaid om
te 'beduiden, dat Van Galen hem niet
moest volgen.
De volgenden, die het schrikkelijke
phenomeen hadden aansohouwd, waren
de heer en mevrouw Donker, hun doch
ter en haar verloofde, Brtfuwer. Het
jonge paar liep eenige passen voor de
ouders. Midden in een zin over de mu
ziek van Debussy hield het meisje op,
stond stil en kneep den arm van Henk
BrouweruZij *egde niets, wees niets aah,
alleen met verstarde gelaats-
de overzijde der straat,
ook en zag. De ouders kwa-
-bij en zagen - en allen zwo-
de overzijde der smalle straat
irgebogen hoofd, lang
zaam als een zwaar vermoeide, de Dood,
een skelet, dat zelfs beangstigende scha
duwen &ierp in de lichtkring van de lan
taarn. Onder die lichtbron bleef de ver
schijning staan en wendde zijn grijnzend
gelaat naar ae vier fir Stijfde voorbij
gangers. Met zijn holle oogkassen onder
den kolossalen hoed staarde hij bon aan,
strekte toen bevelend een hand uit, aan
gevende, dat zij hun weg zouden vervol
gen en «ohreed toen verder.
„Watwatis dat?" hijgde
Brouwer, „ziet u dat, ziet u, wat ik
zie een geraamte?"
Hij kreeg geen antwoord, maar hij las
van de gezichten der anderen, dat hij
niet alleen het onheilspellend visioen h^d
aanschouwd. Mevrouw Donker kreunde
en zocht steun tegen een huis, haar dooh-
ter wendde zich met het galaat in de
handen a! van den tragen Dood.
Verderop in de straat klonk een stap,
de rufltige pas van iemand, die tijd had.
Donker snelde er heen, en stotterde tot
den onbekende:
„Kom mee I daar isI"
„Wat? was is er?" vroeg de gepen-
sionneerde kapitein Wolf.
„De Dood," antwoordde Donker, dof
en plechtig.
„Een gek," dacht Wolf. „Meegaan en
zien hoe ik hem ergens heenloods."
maar k
!n<Uuu
Henk k
Ze liepen haastig voorbij de drie an
deren sn Donker riep zenuwachtig, tot
Brouwer, dat hij bij de dames moest bljj-
ven.
„Daar, daar gaat hij," steund# (Don
ker tot Wolf, „awt u hem ook, zügj 't of
u 't ook ziet."
Wolf stond stil en rekte zijn hajs uit
en onmiskenbaar zag hij daar eeh ge
raamte loopen. I
Onderzoekend keek hij even toe, toen
riep hij nijdig:
„Dat is een ongepaste grap!"
Wat Donker en Brouwer voor geen
goud volvoerd zouden hebben, wiet zou
den hebben kunnen doen, deed Wolf. Hij
ging er heen, hij liep- naar d?n Dood als-
af hij meer dan één leven te verliezen
had.
De »Dood hoorde hem naderen, hield
halt, wendde zich om en we©s gebiedend'
den onverschrokken Wolf terug. Deee
ontstelde van dat langzame gebaar en
staakte zijn loop. Maar met den meest
gebruikten Nederlandschen vloek ver-
mandde hij zich en deed nog eenige pas
sen in de richting van den Dood:
Twee passen deed hij nog. Wat daar
na gebeurde was zoo gestvetwoestend,
dat gillen en kreten van afschuw klonken
uit de monden der wéinigen, die het za
gen. Zij zagen, hoe de dood zijn armen
ophief en langzaam op den kapitein toe
sloop, hoe deze achterover neerviel,
waarna de Dood opsteeg in de donkere
lucht
„Help!" gilde Donker schor, „hslpl"
Een haastig dravende stap naderde,
een agent. Zij gingen naar den doode,
maar deze was reeds tweer opgestaan en
vertelde, hoe hij zijn zelfbeheereohing
verloren had, toen hij het boven men-
schenverstand liggend tooneel had aan
sohouwd van een op h,em toetredend ge
raamte. Hij was te haas,tig achteruit ge-
loopen, gevallen en had gezien, hos de
Dood met opgeheven armen het luoht-
ruinj, inzweefde.
Onrustig, zenuwachtig om zich heen
en naar boven blikkend, stonden de cnen-
soben, die den Dood gezien hadden rond
om de agent en vertelden hem. opgewon
den, wat gebeurd was. De béide dames,
met hun beschermer Brouwer, waren
aarzelend genaderd en ieder der vijf
wandelaars, wilde haar of zijn relaas
als "het gewichtigste aan den agent mede-
deelen, zoodat gewoonlijk vijf personen
tegelijk spraken en de politieman, pog
maar gedeeltelijk werd ingelicht Hij nam
de hem omringende op en koos Wolf als
de rustigste en bezadigste uit om rap
port te doen.
Wolf vertelde wat hem overkomen was
en onderwijl moest de agent Donker in
bedwang houden, die telkens beproefde
bekend te maken, dat hij eerder, lang
▼oor Wolf, den wandelenden Dood had
gezien.
De agent was met het geval verlegen
Vijf geheel nuchtere menschen ver
klaarden eenparig hetzelfde. Er was geen
enkele tegenspraak in hun mededeelingen
en toch was 't éntwijfelbaar onzin, wat
ze vertelden.
Hy wist ook niet, wat hij mot die
mensahen en met den afwezigen Dood
móest beginnen. Zijn reglementen zwegen
over zulke verschijningen. Hij kon 't ge
val niet verzwijgen aan zijn chef en hij
wist, dat deze hem zou uitlachen.
't Verstandigste leek, hem voorloopig
de vijf menschen af te voeren en dan zelf
en alleen nog eens op onderzoek te
gaan.
Gemoedelijk maande hij dus de ont
stelden aan, nu maar door te gaan, dan
zou hij beproeven klaarheid te brengen
in dit mysterie.
Opgewonden sprekend liepen zij allen
op één rij door de beangstigende straat
toen mevrouw Donker omkeek, een
hartverscheurende gil uitte en wegrende,
gevolgd door haar dochter en Brouwer.
De drie anderen wendden zich om en
staarden naar de verschijning, die ariclj
opnieuw vertoonde.
„Fluit," commandeerde Wolf den
agent, „roep assistentie ,we moeten we
ten, wat het is."
INGEZONDEN MEDEDEELINQ.
Doê 9f
Ktooatêrb&laem op
tl het gewone gezegde, als men zich
heeft gesneden, gestooten, gebrand,
geklemd of geschramd. Die verzacht,
zuivert an er blijven géén lltteekena.
„Gatn goud
too goed"
TWEEDE blad.
BURGEMEESTER u wethouders
van Bergambacht maken bekend,' dat
dei namiddags 2 uur, gelegenheid zal
zijn opengesteld tot
van hen, die zich daartoe ten Raadhuize
aanmelden.
Bergambacht, 11 December 1930.
Burgemeester en Wethouder?
voornoemd
Dfe Burgemeester,
J. A. A. U1LKENS
De Secretaris,
W. SCHIPPERS.
door
JAN KlJKtJIT.
Waddinxveen of Sodom?
We behandelen een klesch
onderwerp.
„Kijk ouwe Teun eens hard loopen,"
mompelde Jod, die voor 't raam zat,
„het schijnt wel of hij een record ver
beteren wil in hardloopen."
„Ze lijken tegenwoordig wel gek met
hun records," zei tante. „Als iemand een
eind in vijf minuten geloopen, getufd of
gevlogen heeft, blijven ze net zoo lang
aan 't rennen tot er een is die 't in vier
minuten doet. Dan hebben ze zoogenaamd
•en record verbeterd en dan begint 't op
nieuw, tot er een in slaagt om 't in 3
minuten te doen. Dat gaat zoo door en
natuurlijk gebeuren er allerlei ongeluk
ken bij. Dat kan toch niet anders, met
dat jakkeren e^i jager^"
„Behalve met de records die we hier
hebben," viel ik bij.
„Wat bedoel je, Jan?" vroeg tante.
„Hier hebben we een gemeentebegroo-
tingsbehandelingsrecord," antwoordde ik
Dat staat op 5 minuten en dat record is
nog niet igeslagen
„Ze hebben 't wel geprobeerd te Wad
dinxveen," merkte Jod op, „maar daar
viel 't faliekant uit, want in plaats van
kort, duurde ze daar juist "bijzonder
lang."
„Als jullie over Waddinxveen begin
nen ga ik de kamer uit," hernam tante
scherp.
„Waarom mogen we niet over dat wel
varende dorp Spreken," vroegen we bei
den verbaasd.
„Welvarend, dat kan wel zijn, maar
dan .is het een welvaart van den duivel,
want een gemeente die zóó verdorven en
zóó zondig is als Waddinxveen kan geen
tegen hebben op haar werk."
„Maar tantebegon Ik.
Jlo0 komt ustotterde Jod.
We kregen echter geen van beiden ge
legenheid om onze toespraken te ver
volgen, want tante zwaaide gebiedend
haar arm en ging voort:
„Er kan helaas geen twijfel aan zijn
of het waar is wat ik zeg, want het is
in den gemeenteraad van Waddinxveen
gezegd en nadrukkelijk gezegd. Zelfs is
er gevraagd: „Waar bevinden we ona, in
Waddinxveen of in Sodom?"
„Maar tanteriep ik weer.
„Zwijg jongen, zoo min als ik wil boo-
ren wat er voorheen in Sodom en Go-
morra is geschied, zoo min wil ik iets
hooren over Waddinxveen. Wij hebben
o daar niets mede te maken."
door
WILLIAM HOLT.
38
En zeer dikwijls hadden zij samen
langdurige besprekingen. Ja, zij was
tijdens de laatste wekeh van zijn ziekte
zijn eenige vertrouwelinge. En ik twijfel
voor mij dan ook niet of zij weet zeer
wel, wat er omtrent de nalatenschap be
slist is, indien aan, de voorwaarde in het
testament gesteld, niet wordt voldaan."
„Zij zon dat dus weten?"
„Ja, en die overtuiging heeft Adolphe
Rouan ook."
„Dus Rouan zelf zou er niet van op de
hoogte zijn?"
„Neen."
„Maar wat deedt gij dan dien avond
bij hem?"
„Hij zou dien avond signora Chiarlna
ontvangen en daar wilde ik bij zijn. Want
Ik veronderstelde daar bijzonderheden te
zullen hooren die ik voor een goed oor
deel over de zaak noodig had."
„En gij veronderstelt," vroeg de Linar.
„dat zij zou hebben gesproken."
„Ja."
„Maar, maar het blijft alles even duis
ter."
„Het Is ook alles nog duister, ik heb
de overtuiging echter, dat veel ons dui
delijk zou worden, indien die dame wil
de spreken."
Op dat oogenblik kwam een bediende
binnen, die een telegram bracht voor
Turner.
Deze brak het open en las den inhoud.
Towi stond hij bedaard op.
htersn," zei hij, „de tijd voor
verdere theorètische bespiegelingen ie er
thans niet meer, ik geloof, dat we weer
kunnen overgaan tot meer practischen
arbeid".
„Wat is er, weet ge iets'" riep Nib-
blington.
„Ja", antwoordde de detective. „Ik
heb u gezegd, dat naar mijn meening
veel ons duidelijk zou worden, indien
<de dame wilde spreken. Welnu, mis
schien is daar eenige kans op. In ieder
geval zullen wij beproeven haar verblijf
op te sporen".
„Ge weet waar ze is?", vroeg de Tour
nel.
„Ja ik weet, dat zij zich in zeer groot
gevaar bevindt. Zij is in handen'van den
man, die haar het meest van allen haat".
„Zij was "immers bij di Cava".
„Maar op het oogenblik niet meer.
Kom mijne heeren, zij bevindt zich in
groot gevaar, ik weet zeker dat gij mij
zult helpen, haar te bevrijden. En daar
na misschien zal zij willen spreken. Als
het ons gelukt den man onschadelijk te
maken in wiens macht zij zich thans be
vindt".
IX.
Het telejgram dat Turner had ontvan
gen was van een helper van den detec
tive, van wien deze in dagen niets bad
vernomen. Hij had den jongen man in
wiens scherpzinnigheid hij groot ver
trouwen stelde opgedragen iemand, die
in deze geschiedenis een rol speelde, na
te gaan. Die iemand was de persoon
aan wien di Cava de bewaking had
toevertrouwd van signora Chiarina. De
helper wist volstrekt niet. dat de rdsn
dien hij naging een lid zou zijr, vati bi"
beruchte geheime genootschap. Maar hij
had sinds hem de opdracht verstrek'
werd hem te bewaken, zijn man niet uit
het oog verloren.
En toen dien dag, dat di Cara al sijn
helpers verlof gaf, den man per ayto te
volgen naar een klein afgelegen land
huisje buiten Parijs, waarheen hij ver
trokken was, vergezeld*van een blijkbaard
zieke vrouw, ook toen was hij' gevolgd,
zonder dat hij dit bemerkte.
De jonge detective had daarv&n niets
aan zijn meester gerapporteerd, hij. had*
opdracht pas dan iets te vermelden, in
dien hij iets bijzonders had ontdekt. En
hij achtte het heel weinig bijzonders, dat
de bewuste mam met een vrouw per auto
naar buiten vertrok.
Toen was hij dat landhuisje gaan be
waken met het geduld van een kat. die
op een muis loert. Hij won voorzichtig
inlichtingen in, hij lag bijna dag en nacltt
op de loer en kwam tot de overtuiging
dat de dame, die ook in dat landhuisje
vertoefde, daar een gevangene was, die
het onmogelijk gemaakt werd, op eenige
wijze met de buitenwereld te verkeeren.
Toen hij zoover was achtte hij het tijd,
Turner te waarschuwen, want nu meen
de hij iets te ontdekken, dat de moeite
van het mededeelen waard was Maar zijn
zucht om meer nog te ontdekken, deed
hem besluiten nog een dag te wachten.
Hij wilde natuurlijk gftiag meer posi
tieve resultaten van zijn onderzoek aan
Turner mededeelen. Want eigenlijk kon
hij hem nog niets anders berichten, dan
dat de man, dien hij bewaken moest, in
een landhuisje woonde en dat hij daar
met een dame verbleef benevens een oude
dienstmeid, dat die dame evenwel meer
een gevangene leek.
Die dag, welke hij nog wachtte, bracht
hem nog nadere bijzonderheden, want
dien morgen zag hij den man, terwijl hij
vu en v "n lelde aanspreken door een
in 'ere deme. En samen hadden zij een
zeer druk gesprek, dat hij alle moeitp
deed te beluisteren, doch waarvan hij
slechts enkele brokstukken vermocht op
te vangen. Maar zooveel had hij toch
gehoord, dat dit geaprek ging over een
andere vrouw, dis door tyze jonge dame
gezocht werd.,
En het stond bij den jongen detective
vast, dat die andóre vrouw niemand we
zen kpn dan de vrouw, die in het land
huis opgesloten gehouden werd. Hij
hoorde ook nog, dat die jonge dame af
sprak den volgenden dag terug te komen.
Toen achtte hij het hoog tijd zijn mees
ter te waarschuwen en verzond zoo spoe
dig mogelijk een telegram, dat Turner
ontvinlg, toen hij met de drie edellieden
beraadslaagde. En nadat hij dit tele
gram had afgestuurd, zette hij bedaard
zijn bespieding voort. Maar hij was nu
zeker, dat Turner over hem tevreden
zou zijp, want hij begreep wel dat de
inlichtingen, die hij thans geven kon voor„
zijn patroon zeer waardevol zouden zijn
Dien avond kwam er een reisgezel
schap in een klein hotel ,.De gouden
leeuw" aan. En dit reisgezelschap, be
staande uit vier heeren, trof daar den
detective, die er zijn meester verwachtte.
Hij was zeer verwonderd Turner in zoo'n
groot gezelschap te zien, maar toen Tur
ner hem aan de drie anderen voorstel
de, ging hem een licht op. Hij had eenige
dagen geleden natuurlijk ook in de cou
ranten de namen gelezen van de drie
edellieden, die zich zoo verdienstelijk ge
maakt hadden in den strijd tegen de mis-
dadigersbende, die Parijs onveilig maak
te. En nu Turner mqt hen hierheen
kwam, begreep hij. dat de man, dien hij
bewaakt had, wellicht behoorde tot de
Broeders des Verderfs. Ja, het leek hem
waarschijnlijk, dat deze man niemand
anders was dsin het hoofd der bende, di
Cava zelf. f
Fn hij vroeg zijn patroon of dit ver
moeden mogelijk juist was Maar deze
schudde het h'oofd.
„Neen," zei hij. ..de man dien ik u ter
bespieding heb aangewezen, is di Cava
niet, maar toch la zijn doen en laten voor
ona van bat hoogate belang. Vertal ona
VRIJDAG 12v DECEMBER 1930
Snerpend klonk het alarmfluitje vaa
Nden agent door Je etille stad, deuren
werden geopend, agenten liepen toe cn
onder de menigte, die xich nu verzamelde
was Dr. Van Galen, die verklaarde, dat
hij het geraamte ook had zien staan bij
cijn huls.
Het verslag vqn den dokter bad geens
zins diie belangstelling, waarop bet eigen
lijk recht had. Maar nu zagen zij allen
zelf de lugubere verschijning, aanschouw
den zij, wat nooit Iemand had kunnen
denken te zien, wat men zioh alleen alp
symtbool had gedacht: de Dood. Want als
dat de Dood niet was, wat iou 't dan wel
kunnen zajn? j
Onder een lantaarn etond het geraamte
met den grooten hoed op aen ontvleesden
eohedel. Traag bewoog het zijn hoofd in
verecbillende richtingen. Toen hief het
als in een bezwering een hand op en dit
gebaar alleen waa al voldoende om de
staag aangroeiende menigte in paniek te
rug (e drijven.
Op grooten afstand schoolden de ont
stelden samen en voelden zioh alleen
angstig bedreigd in hun leven, maar wil
den of durfden toch ook niet weggaan.
Waar toch zouden zij veilig zijn voor de
achtervolging van dat levende en zwe
vende geraamte. Zij staarden zwijgend
naar den Dood, die staan bleef onder de
lantaarn, maar bij elke beweging, die het
skelet maakte, drongen de menschen te
rug.
De agenten hadden mét elkaar beraad
gehouden en de oudste had uitgemaakt,
dat 't een grap moest zijh, maar de twee
anderen keken bedenkelijk naar het angst
Xjagend phenomeen, dat er volstrekt
als een grap uitzag. De agenten be
sloten, dat zij van drie zijden op den Ont
zagwekkende zouden af gaan en beproe
ven hem te grijpen.
Aarzelend gingen zij vooruit en toen
de toeschouwers begrepen, 4at de politie
het werkelijk zou wagen, om \den Dood te
arresteerefi, ontstond een zmmwachtig ge
fluister en-onzeker bewegen. Men wilde
wel weten, wat er ging gebeuren, maar
huiverde ook bij de gedachte\ dat men
weldra die drie agenten zou zien neer
vallen.
De pólitiemannen naderden omzichtig
den Gevreesde en deze keek rustig van
den een naar den ander, liet hen tot op
enkele paacan naderen toen steeg hij
op, onhegTijpbaar en verdween in de don
kere lucht..
Een massale oollectieve zucht van ver-
liohting uit de menigte, de agenten inbe
grepen, vergezelden den onbekenden
gast. Dat was althans een 'minnelijke
schikking, een gelukkige oplossing, al
bleef het denkbeeld aan dit weinig ver-
eerend bezoek griezelig.
Den volgenden dag zag een der be
woners van de Nieuwstraat het geraamte
zonder hoofd en ronder hoed liggen op
het platte dak van een bijkeuken en toen
eenige dapperen er bij geklommen waren,
vonden zij iets, dat op een geraamte ge
leek, maar'het niet wai. Het skelet was
gemaakt, of beter, aangegeven door al
lerlei licht materiaal, de ribben door
witte veeren, de groote beenderen door
.wit «kartonnen atroken. In het halfduis
ter en op eenigen afstand had dit samen
stel wel den indruk van een volledig ge
raamte moeten geven. Maar het raadsel
bleef, hoe dit, maaksel zioh loopend door
de straat bad bewogen, gebaren had ge
maakt, opgestegen en neergedaald was-
precies, wat gij van hem weet. Deze
heeren hier mogen alles hooren, ge be
hoeft voor hen niets te verzwijgen."
„Vertel ons dan eerst, wie de man is,"
zei de Tournel.
De helper van den detective haalde de
sohouders op.
„Hij noemt zich monsieur Carpentier,
maar dat zal wel een willekeurig geko
zen naam zifn. Mijnheer Turner heeft
me niet opgedragen z'n verleden na te
gaan, te ontdekken wie hij eigenlijk is."
„Neen, zeker niet," zei Turner, „ik heb
u alleen dien man aangewezen en gezegd:
verlies hem niet uit het oog."
,Jk heb hem niet uit het oog verloren,
ik heb hem gevolgd en heb genoeg merk
waardigs ontdekt, geloof ik
„Wel, vertel ons dat dan."
„De man verbleef in een huis, waar
meerdere personen samenkwamen. Op
zekeren dag kwam er een auto voorrij
den, waarin hij zelf plaats nam, nadat
er een dame ingedragen was, die erg
ziek leek, wellicht bewusteloos was. Hij
is met die dame hierheen gereden, naar
een klein afgelegen landhuisje, „Veld
zicht" geheeten. Dat huisje wordt bewoend
behalve door ham en de zieke dame.
door een oude dienstbode. Ik heb het
huis sindsdien bespionneerd, de betw
ners in hun gangen nagegaan, ik heb
getracht er binnen te dringen, ik hety
van uit een boom den tuin en achterzijde
van het huis bespionneerd, een kwade
hond heeft me een stuk uit mijn pan
talon gescheurd, enz. enz. Maar alles
bijeen heb ik dit kunnen vaststellen de
zieke dame wordt als (gevangene- behan
deld, zij is opgesloten in een-kamer. d»e
op den tuin uitziet, het eten wordt haar
door de meid gebracht en nu en dan
komt haar cipier, zoo zal ik dien Car
pentier maar noemen, met haar praten.
Een keer ging het er vrij heftig toe Ik
kon niet hooren wat zij spraken, maar
ik zat in «en boom tegenover het raam