öascrjaaa ORD teaneg'sMlieFatritaSi Jas*. Been gris Haar. Ball. t.di Jong, eouda KEOERLAIIO PAST OP HIV 2111! IIElfl MME duin., e.g. icieele KpisgeÉg. ERRES A. PEEK OE „BELfl UIASCH Efl MMT Een halve ton gouds Fordson. ft <0 kostelooze inenting en herinenting ONDERZOEKT ALLE DINGEN EN KOOPT EEN WDOPT Murwe Lijnkoeken WL ft Ster Lijnmeei „Ster" Grondnotenkoeken „Wessanen" Van Rondom makelaarskantoor m Schoonhoven Wijdstraat 3 Gouda i A LEWEN5TEIN Het is Lewenstein's kwaliteit die nimmer verslijt KLEIWEG88,GOUDA (Manen 29 - Tel. 118 LOPIKERSTRAAT 52 SCHOONHOVEN N.V. DELANDBOUWBANK TE UTRECHT Agent veer Seheeahsvea ea Oaiitrekea Makelaarskantoor v. Blokland Helswilder Extra-Cadpaux uitgereikt 11I I aan f BO.OOO.OO N.V. v.b. M. Ravenswaay Zolen, Goriicbem LINCOLN 'W i 6tP /7ik*/P/5fy Opgericht 1765 Wormervear Extra blanke kwaliteit. Garantie 55 - 56% alwlt en vet msstoiïs» WALS O L 4r DE OOGST. Mengelwerk. De wandelende dood. Kloosterbalsem Gemeente Bergambacht ap Dinidog 16 December e.i. FEUILLETON. De Broeders des verderfs. TWEEDE BLAD. van G. v. d. HORST Beêedigd MikeUar in Onroerende Ooedercn. hypotheken toj elk bedrag op Hulzen en Landerijen regen lage rente. Koop, verkoop, huur en verhuur Huiden en Landerijen. Korte Dijk 6 Schoonhoven Tel. 100 Nutsspaarbank OtopMd Zaterdagavoad via MO tot 9 uur Ov«riB« warkdagau vaa II tot l an vaa 2 tot 3.3 uur. RENTE 3,6% Pi ER IS MAAR ÉÉN thini vanaf f IBS compl. met LUIDSPREKER uit voorraad leverbaar. Radio- en Rijwielhandel is Ecr-r~uiBBfLEWEN5TEIN'5 nAAiMAcniriE HVAM5TERD hAAIMACMintMhAhDti Door het Oostersch preparaat --|i» krijgen haren die grij» geworden fijn hun natuurlijke kleur (crug Succes varzekard, Prijs f5. WITOWSBUDVOPW EUIU-HDLLANP IN PTB1CHT. SeheenfwvenKhe Courent is een duiver IRederlaetfeeh artikel, van A tot Z in onze eisen fabrieketj te Barendrecht vervaardigd. de°kwali{eitln 3° *#r'g® repllt,ltlc ltMt u fcort ▼••f Onzte machines doorstaan glansrijk tlke vergelijking met de bu'tenlandsche tabnkaten. Onze verkoopfilialen vindt U in alle plaatsen. Nederlander» bevoordeelt aw «laan lodastrla. Koost daarom geen WASCHMACHINE, zonder eerst een bezoek aan één onzer verkoophuizen te brengen. Daardoor bestrijdt U de werkloosheid en vermindert uwe belasting. VERKOOPDEPflT IN UW DISTRICT! Jartaant Cr.dl.Un op kortaa irmljn, ondar xakalijka af-aa peraoonlijka lakarhaid aan Landbouwara an Narinpdoandaa fa Bohaanhavan De Directie; J. B. DE BEAUFORT. N. C. DE RUYTER. In de betrekkelijk korten tijd dat RsvsiiswNay'a LtHact Artikalan in den hendel zijn, hebben wij voor een bedreu ven meer den "ïge Vlj«l0 duizend puldan enkel en .Heen »n Extra. Cadaaux uitgereikt. Dit zegt genoeg. Elke geregelde verbruiker komt In aanmerking voor een Extra-Cadaau Vraagt nog heden Uw winkelier naar Ravanawaav'% Lattapa-Aptlkalan, welke U het meeatc voordeel brengen In den handel zijn: LETTERS.KOFFIE Rood f B.flJ'k per pond LETTERC-KOFriE Qeel f 0.52* p«r pond LETTERS.KOFFIE blauw f 0.45 per' *~pond LETTERS-THEE f 0.40 LETTERS-TAB A K .10.25 (Baai, Krul of Pruim) LETTERS.MARSARINE f 0.35 per pond LETTfcRS-KOEK f 0.30 per stuk LETTERS-ZEEP f 0.40 per dooi van fwet dubbele itukken. PPM uÖ.U.dnrTV;r 0"d",!""d p'"num«êr W9r<lti>«lMfdirer„elit, lijn PEILKAART blnntn drli di(.a aai kt.toer ep tia.ndti eeder vermelding w. k Eztre-C.d..,, hij w.n.ek, Hl] onlvengi den OEHEtL 1AATII bit langivri.gde EXTRA CAUIAU •aria B. Na., 1009 (E. r. d. QIESSEN, Oorlnchem) per tm per^oni VRIJDAG 12 OECEWarn ,030 ONDDIZOIKT VOORAL BIJ DEN AAN- koop via mo vrachtwagen de nrhniiriu derail, terdege. Neemt geen wagenmet «ca ouderde eoamucdea. De motor dient volgen moderne principal o maeavanceoeaanomiidb type xijn^zooals de zuinige vier-cylindor Ford* IBOtOf mot zijn almwiniiim migyff, OQÜ^lbui •meersystecm cn buitengewoon boog rende» £De schterbrug moet van het type zijn, waarbij het op de r8* dwlf tt van bet gewicht van wagen en last nut doqr de draaiende assen» die de naiMIvca. ia* 4m da ashuhtec wordt g«dragen. Bij daPocd-wagam wvwdi éme drab ifgaica dacr mSeftp ru groot ibrraaat op da atluin de*n. VU* uw Kgglng ep *a wig A« «gmmlkgwhk aee geing •oaaUjkcSw GW muuveraile «oarveec m ia „nnulever" achmcvcaea. ilamadi dom d» tocpuijng vaa electruch lawchcu, ia het ongeveeede bij de Sordxrock» toe ecu aünimum u-p-rfa metccgeoataande de gewone weekte van hg ondemcl Dir lijn lUcha aalnk dee «Hatbakag- rijks» pturtec Na crituch •«UW. keurig onderzoek sok gfj overtuigd zijn. dat de Ford-truck veel tnaeill' waard is dan hij kolt! laat U omtrent deze punten voorlichten, bezoekt 'en uautbijzijuden Ford-Dealer. N.V. NEDERLANDSCHE FORD AUTOMOBIEL FABRI EK, ROTTERDAM Official Ford Daalar: A. Schakal, SchoonHouan. Official Ferd Lincoln Daalar: M.V. Trasfon Co's Automobielbedrijf, Rotterdam. ALLEEN ECHT MET DEZEN NAAM OP ELKE RHJMBOON: DEZE NAAM WAARBORGT KWALITEIT Vraagt Uwen leverancier naar da la klaaie fabrikaten Barantle 11-12% vat en 30% alwlt fiarant/a 37-30% eiwit en vet ulo tablatjaa Llnla verf rise lm product van natuuril|ka- in comtanta icminitilllna. walkn dl voadlngiiautcn bavat voor hit baandarinitalial, •n daardoor oon ultnomond mlddol li tor boitri|dlns van i tnoalacha Ciakta bij aladiNi M Kliargaxwallan. v,..,.n...„.. ALIHN ICHT wannoar ulo *lr»vl»lr» kurk Is voarzlaw van haf w»fflg naarda woordmark //WALSOL7' =3=c==s-- Contraal-dopSti A. VAN WALJUM Fm. •odlplomoord Dreglit A.N.D.S. - Oudorkork a.d. IJiiol. Verkrijgbaar bij dé onderstaande verkoonert: KrfmpcB i d. IJiiel, Wed T. Sloof; Krimpen i.d LtkJ. C. Hagen Droglit; Stolwijk, 8 NatzijlBergimbicht, P. Duhen ft Co proglilen; Berkenwoude, E. Verwnl; Streefkerk, C. Aridijki J. Holderm.n. te Lekkerkerk. °1! Koop! ultilultond „Wal.ol", waardoor U var- •akard li aan waardaval product fa entvangan Op illi pliitim, wnr mg nlat virkrjghnr cotiava wadarvarkoapapa gavnacgd. Vrugt ultvoirlgi tirtuliln in conditiën - V ^0 DRUKKERIJ 1.1 Ui. R. Uflll HOOTER, ICHOOHHOVER NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Schoonhovansch» Coürmnt Ik sloop weg om de Schoonhorezucbe Courant te halen met het verslag van de laatste raadszitting in de zondige ge meente en ik hoorde nog juist hoe Jod tante vermaande: „Dat is een verkeerde opvatting, tante. Als u zegt: wij hebben er niets mee te maken, dan maakt u uzelf er gemakkelijk van af, maar u laat tiw medemenschon in dien poel des verd^rfs, die "Waddinx- veen genoemd wordt, (zonder een vinger uit te steken, om hen' te redden." Toen ik terugkwam met Te krant scheen het me dat Jod een terrein gewonnen had. want tante zat in diep gepeins, zoodat ze zelfs haar breikous liet rusten. Intusschen las ik vlug het raadsver- slag en al gauw kon ik roepen: Aha!" „Wat Aha?" vroeg tante. „Ahal Aha!" herhaalde ik. „Het is gelukkig niet zoo vreeselijk als tante meent. U hebt het verslag wel gelezen, maar niet nauwkeurig gelezen. Gelukkig is er geen sprake van dat Waddinxveen een modern Sodom zou zijn." Tante stoof op. „Wat zeg je nou? Denk je dat ik niet lezen kan? Ik heb 't zelf duidelijk ge lezen dat nog wel de voorzitter, de bur- gemeeser dus, zelf gezegd heeft: „Waar bevinden we ons, in Waddinxveen of in Sodom?" Zeg eens dat het niet waar ia!" „Tante," begon ik rustig, f,ga daar eens kalm zitten. Dan kan ik u antwoorden dat het waar is en niet waar." „Dat is kletspraat," meende tante meer oprecht dan beleefd te moeten zeggen „Precies mijn idee," voegde Jod er bij. „Laat me uitpraten, dan zult u zien dat het juist is wat ik zeg. De kwestie is zoo gelegen. Het raadslid v. d. Hee had gesproken over verschillende zaken en toen zei de voorzitter, dat als je den heer Van der Hee hoorde men zou vra gen „Waar bevinden we ons, in Wad dinxveen of in Sodom?" Hij wou dus daarmede juist het tegenovergestelde zeggen, n.l. dat de heer v. d. Hee gewel dig overdreven had." „Wat had die v. d. Hee dan gezegd?" vroeg Jod gretig. Ik wierp een schuin oogje naar tante om haalr gelegenheid te_ geven te doen wat'zij eerst gezegd had én heen te gaan, maar ze bleef vol belangstelling mede- luisteren. „Nou, het raadslid v. d. Hee had hi wat bezwaren, zooals OH waarop men in Waddinxvi da# doorbrengt: voetballen dorp, waar entree gehe- bier gedronken en zelfs snoepwinkels open zijn." „Dat heeft toch allemaal niets met Sodom te maken," merkte Jod op. „In Sodom werd in 't geheel niet gevoetbald of entree geheven en snoepwinkels had je daar ook niet.' „Neen," ging ik aarzelend verder, ',.maar ergste moet ook nog komen Houden jullie je nu even vast. Volgens dit raadslid schijnt het voor te komen dat na zoo'n wedstrijd de meisjes gaan naar de donkere wegen van den Zuidplaspolder.m|^ Ik had gedacht dat 'tante na deze schrikkelijke openbaring de fiolen van haar toorn en verontwaardiging over het schuldige Waddinxveen zou uitgieten en dat Jod minstens in blik of gebaar zijn afkeer over zooveel slechtheid zou too- nen, maar dat was wel zoo vei; mis als het maar kon. Jod zat te grinniken als een onbewaakte ideoot, doch met tante was 't nog veel erger gesteld. Men zal 't nauwelijks gelooven, maar hetia de waarheid: tante lachte. Niet zoo'n half flauw glimlachje of een ver goelijkend hoorbaar lachen, neen, veel sterker nog, ze schaterde gewoon. Ik zat verstomd te kijken en wachtte af wat dat te beteekenen kon hebben. Tante nam het woord en sprak al lachend: „Je moet eens aan dien meneer r. d. Hee schrijven of zeggen dat zoo iets wel r. d. Hee had heel tegen de wijze, linxveen \den Zon- allen bij \bet oude iheven wopdt, veel meer voorkomt. Niet alleen, in Waddinx veen en niet alleen aa voetbalwedstrijden en niet alleen ia den Zuidplaspolder, maar in alle dorpen en stsden en wilder nissen van de geheel» wereld en als me neer v. d. Hee dat veranderen wil, zal hij 't niet gemakkelijk hebben." Toen kwam oude Teun binnen, wiens snelle gang dit gesprek had veroorzaakt en hij hoorde tante vragen: „Wat wil dat raadslid?" Ik las uit het verslag voor; „De^heor v. d. Hee meent da^ het op 'den weg van de overheid ligt te zorgen dat aan een dergelijke toestand* een einde wordt gemaakt." „Welja," spotte Teun, „dat moeten ze doen. Ze moeten in Waddinxveen een rechte, kale en sterk verlichte weg maken en die aanwijzen voor minnende paar tjes. Geloof maar dat 't daar druk zal zijn." W. K - do«ur ERjpMANi S. Dokter Van Galen had hem het eerst gezien, maar niemand iets over de maca bere ontmoeting gezegd, omdat het voor hem vaat stond, dat het niets anders dan een hallucinatie moest z^jn geweest. Thuis had hij de litteratuur over zulk optisch bedrog doorgelezen. Staudemaiers en h'reuds verklaringen hadden hem weer eemge geruststelling gegeven, maar het bleef den medicus onverklaarbaar, dat hij rustig nuchter en welgemoed terug- keerend van d|e sociëteit, in de Nieuw- straat bij zijn woning, volkomen duide lijk en tastbaar gezien had een geraamte met een grootén hoed op, dat daar stond en bij zijn nadering met loome schreden zioh verwijderd had, hem had aangeke ken en met een arm had gezwaaid om te 'beduiden, dat Van Galen hem niet moest volgen. De volgenden, die het schrikkelijke phenomeen hadden aansohouwd, waren de heer en mevrouw Donker, hun doch ter en haar verloofde, Brtfuwer. Het jonge paar liep eenige passen voor de ouders. Midden in een zin over de mu ziek van Debussy hield het meisje op, stond stil en kneep den arm van Henk BrouweruZij *egde niets, wees niets aah, alleen met verstarde gelaats- de overzijde der straat, ook en zag. De ouders kwa- -bij en zagen - en allen zwo- de overzijde der smalle straat irgebogen hoofd, lang zaam als een zwaar vermoeide, de Dood, een skelet, dat zelfs beangstigende scha duwen &ierp in de lichtkring van de lan taarn. Onder die lichtbron bleef de ver schijning staan en wendde zijn grijnzend gelaat naar ae vier fir Stijfde voorbij gangers. Met zijn holle oogkassen onder den kolossalen hoed staarde hij bon aan, strekte toen bevelend een hand uit, aan gevende, dat zij hun weg zouden vervol gen en «ohreed toen verder. „Watwatis dat?" hijgde Brouwer, „ziet u dat, ziet u, wat ik zie een geraamte?" Hij kreeg geen antwoord, maar hij las van de gezichten der anderen, dat hij niet alleen het onheilspellend visioen h^d aanschouwd. Mevrouw Donker kreunde en zocht steun tegen een huis, haar dooh- ter wendde zich met het galaat in de handen a! van den tragen Dood. Verderop in de straat klonk een stap, de rufltige pas van iemand, die tijd had. Donker snelde er heen, en stotterde tot den onbekende: „Kom mee I daar isI" „Wat? was is er?" vroeg de gepen- sionneerde kapitein Wolf. „De Dood," antwoordde Donker, dof en plechtig. „Een gek," dacht Wolf. „Meegaan en zien hoe ik hem ergens heenloods." maar k !n<Uuu Henk k Ze liepen haastig voorbij de drie an deren sn Donker riep zenuwachtig, tot Brouwer, dat hij bij de dames moest bljj- ven. „Daar, daar gaat hij," steund# (Don ker tot Wolf, „awt u hem ook, zügj 't of u 't ook ziet." Wolf stond stil en rekte zijn hajs uit en onmiskenbaar zag hij daar eeh ge raamte loopen. I Onderzoekend keek hij even toe, toen riep hij nijdig: „Dat is een ongepaste grap!" Wat Donker en Brouwer voor geen goud volvoerd zouden hebben, wiet zou den hebben kunnen doen, deed Wolf. Hij ging er heen, hij liep- naar d?n Dood als- af hij meer dan één leven te verliezen had. De »Dood hoorde hem naderen, hield halt, wendde zich om en we©s gebiedend' den onverschrokken Wolf terug. Deee ontstelde van dat langzame gebaar en staakte zijn loop. Maar met den meest gebruikten Nederlandschen vloek ver- mandde hij zich en deed nog eenige pas sen in de richting van den Dood: Twee passen deed hij nog. Wat daar na gebeurde was zoo gestvetwoestend, dat gillen en kreten van afschuw klonken uit de monden der wéinigen, die het za gen. Zij zagen, hoe de dood zijn armen ophief en langzaam op den kapitein toe sloop, hoe deze achterover neerviel, waarna de Dood opsteeg in de donkere lucht „Help!" gilde Donker schor, „hslpl" Een haastig dravende stap naderde, een agent. Zij gingen naar den doode, maar deze was reeds tweer opgestaan en vertelde, hoe hij zijn zelfbeheereohing verloren had, toen hij het boven men- schenverstand liggend tooneel had aan sohouwd van een op h,em toetredend ge raamte. Hij was te haas,tig achteruit ge- loopen, gevallen en had gezien, hos de Dood met opgeheven armen het luoht- ruinj, inzweefde. Onrustig, zenuwachtig om zich heen en naar boven blikkend, stonden de cnen- soben, die den Dood gezien hadden rond om de agent en vertelden hem. opgewon den, wat gebeurd was. De béide dames, met hun beschermer Brouwer, waren aarzelend genaderd en ieder der vijf wandelaars, wilde haar of zijn relaas als "het gewichtigste aan den agent mede- deelen, zoodat gewoonlijk vijf personen tegelijk spraken en de politieman, pog maar gedeeltelijk werd ingelicht Hij nam de hem omringende op en koos Wolf als de rustigste en bezadigste uit om rap port te doen. Wolf vertelde wat hem overkomen was en onderwijl moest de agent Donker in bedwang houden, die telkens beproefde bekend te maken, dat hij eerder, lang ▼oor Wolf, den wandelenden Dood had gezien. De agent was met het geval verlegen Vijf geheel nuchtere menschen ver klaarden eenparig hetzelfde. Er was geen enkele tegenspraak in hun mededeelingen en toch was 't éntwijfelbaar onzin, wat ze vertelden. Hy wist ook niet, wat hij mot die mensahen en met den afwezigen Dood móest beginnen. Zijn reglementen zwegen over zulke verschijningen. Hij kon 't ge val niet verzwijgen aan zijn chef en hij wist, dat deze hem zou uitlachen. 't Verstandigste leek, hem voorloopig de vijf menschen af te voeren en dan zelf en alleen nog eens op onderzoek te gaan. Gemoedelijk maande hij dus de ont stelden aan, nu maar door te gaan, dan zou hij beproeven klaarheid te brengen in dit mysterie. Opgewonden sprekend liepen zij allen op één rij door de beangstigende straat toen mevrouw Donker omkeek, een hartverscheurende gil uitte en wegrende, gevolgd door haar dochter en Brouwer. De drie anderen wendden zich om en staarden naar de verschijning, die ariclj opnieuw vertoonde. „Fluit," commandeerde Wolf den agent, „roep assistentie ,we moeten we ten, wat het is." INGEZONDEN MEDEDEELINQ. Doê 9f Ktooatêrb&laem op tl het gewone gezegde, als men zich heeft gesneden, gestooten, gebrand, geklemd of geschramd. Die verzacht, zuivert an er blijven géén lltteekena. „Gatn goud too goed" TWEEDE blad. BURGEMEESTER u wethouders van Bergambacht maken bekend,' dat dei namiddags 2 uur, gelegenheid zal zijn opengesteld tot van hen, die zich daartoe ten Raadhuize aanmelden. Bergambacht, 11 December 1930. Burgemeester en Wethouder? voornoemd Dfe Burgemeester, J. A. A. U1LKENS De Secretaris, W. SCHIPPERS. door JAN KlJKtJIT. Waddinxveen of Sodom? We behandelen een klesch onderwerp. „Kijk ouwe Teun eens hard loopen," mompelde Jod, die voor 't raam zat, „het schijnt wel of hij een record ver beteren wil in hardloopen." „Ze lijken tegenwoordig wel gek met hun records," zei tante. „Als iemand een eind in vijf minuten geloopen, getufd of gevlogen heeft, blijven ze net zoo lang aan 't rennen tot er een is die 't in vier minuten doet. Dan hebben ze zoogenaamd •en record verbeterd en dan begint 't op nieuw, tot er een in slaagt om 't in 3 minuten te doen. Dat gaat zoo door en natuurlijk gebeuren er allerlei ongeluk ken bij. Dat kan toch niet anders, met dat jakkeren e^i jager^" „Behalve met de records die we hier hebben," viel ik bij. „Wat bedoel je, Jan?" vroeg tante. „Hier hebben we een gemeentebegroo- tingsbehandelingsrecord," antwoordde ik Dat staat op 5 minuten en dat record is nog niet igeslagen „Ze hebben 't wel geprobeerd te Wad dinxveen," merkte Jod op, „maar daar viel 't faliekant uit, want in plaats van kort, duurde ze daar juist "bijzonder lang." „Als jullie over Waddinxveen begin nen ga ik de kamer uit," hernam tante scherp. „Waarom mogen we niet over dat wel varende dorp Spreken," vroegen we bei den verbaasd. „Welvarend, dat kan wel zijn, maar dan .is het een welvaart van den duivel, want een gemeente die zóó verdorven en zóó zondig is als Waddinxveen kan geen tegen hebben op haar werk." „Maar tantebegon Ik. Jlo0 komt ustotterde Jod. We kregen echter geen van beiden ge legenheid om onze toespraken te ver volgen, want tante zwaaide gebiedend haar arm en ging voort: „Er kan helaas geen twijfel aan zijn of het waar is wat ik zeg, want het is in den gemeenteraad van Waddinxveen gezegd en nadrukkelijk gezegd. Zelfs is er gevraagd: „Waar bevinden we ona, in Waddinxveen of in Sodom?" „Maar tanteriep ik weer. „Zwijg jongen, zoo min als ik wil boo- ren wat er voorheen in Sodom en Go- morra is geschied, zoo min wil ik iets hooren over Waddinxveen. Wij hebben o daar niets mede te maken." door WILLIAM HOLT. 38 En zeer dikwijls hadden zij samen langdurige besprekingen. Ja, zij was tijdens de laatste wekeh van zijn ziekte zijn eenige vertrouwelinge. En ik twijfel voor mij dan ook niet of zij weet zeer wel, wat er omtrent de nalatenschap be slist is, indien aan, de voorwaarde in het testament gesteld, niet wordt voldaan." „Zij zon dat dus weten?" „Ja, en die overtuiging heeft Adolphe Rouan ook." „Dus Rouan zelf zou er niet van op de hoogte zijn?" „Neen." „Maar wat deedt gij dan dien avond bij hem?" „Hij zou dien avond signora Chiarlna ontvangen en daar wilde ik bij zijn. Want Ik veronderstelde daar bijzonderheden te zullen hooren die ik voor een goed oor deel over de zaak noodig had." „En gij veronderstelt," vroeg de Linar. „dat zij zou hebben gesproken." „Ja." „Maar, maar het blijft alles even duis ter." „Het Is ook alles nog duister, ik heb de overtuiging echter, dat veel ons dui delijk zou worden, indien die dame wil de spreken." Op dat oogenblik kwam een bediende binnen, die een telegram bracht voor Turner. Deze brak het open en las den inhoud. Towi stond hij bedaard op. htersn," zei hij, „de tijd voor verdere theorètische bespiegelingen ie er thans niet meer, ik geloof, dat we weer kunnen overgaan tot meer practischen arbeid". „Wat is er, weet ge iets'" riep Nib- blington. „Ja", antwoordde de detective. „Ik heb u gezegd, dat naar mijn meening veel ons duidelijk zou worden, indien <de dame wilde spreken. Welnu, mis schien is daar eenige kans op. In ieder geval zullen wij beproeven haar verblijf op te sporen". „Ge weet waar ze is?", vroeg de Tour nel. „Ja ik weet, dat zij zich in zeer groot gevaar bevindt. Zij is in handen'van den man, die haar het meest van allen haat". „Zij was "immers bij di Cava". „Maar op het oogenblik niet meer. Kom mijne heeren, zij bevindt zich in groot gevaar, ik weet zeker dat gij mij zult helpen, haar te bevrijden. En daar na misschien zal zij willen spreken. Als het ons gelukt den man onschadelijk te maken in wiens macht zij zich thans be vindt". IX. Het telejgram dat Turner had ontvan gen was van een helper van den detec tive, van wien deze in dagen niets bad vernomen. Hij had den jongen man in wiens scherpzinnigheid hij groot ver trouwen stelde opgedragen iemand, die in deze geschiedenis een rol speelde, na te gaan. Die iemand was de persoon aan wien di Cava de bewaking had toevertrouwd van signora Chiarina. De helper wist volstrekt niet. dat de rdsn dien hij naging een lid zou zijr, vati bi" beruchte geheime genootschap. Maar hij had sinds hem de opdracht verstrek' werd hem te bewaken, zijn man niet uit het oog verloren. En toen dien dag, dat di Cara al sijn helpers verlof gaf, den man per ayto te volgen naar een klein afgelegen land huisje buiten Parijs, waarheen hij ver trokken was, vergezeld*van een blijkbaard zieke vrouw, ook toen was hij' gevolgd, zonder dat hij dit bemerkte. De jonge detective had daarv&n niets aan zijn meester gerapporteerd, hij. had* opdracht pas dan iets te vermelden, in dien hij iets bijzonders had ontdekt. En hij achtte het heel weinig bijzonders, dat de bewuste mam met een vrouw per auto naar buiten vertrok. Toen was hij dat landhuisje gaan be waken met het geduld van een kat. die op een muis loert. Hij won voorzichtig inlichtingen in, hij lag bijna dag en nacltt op de loer en kwam tot de overtuiging dat de dame, die ook in dat landhuisje vertoefde, daar een gevangene was, die het onmogelijk gemaakt werd, op eenige wijze met de buitenwereld te verkeeren. Toen hij zoover was achtte hij het tijd, Turner te waarschuwen, want nu meen de hij iets te ontdekken, dat de moeite van het mededeelen waard was Maar zijn zucht om meer nog te ontdekken, deed hem besluiten nog een dag te wachten. Hij wilde natuurlijk gftiag meer posi tieve resultaten van zijn onderzoek aan Turner mededeelen. Want eigenlijk kon hij hem nog niets anders berichten, dan dat de man, dien hij bewaken moest, in een landhuisje woonde en dat hij daar met een dame verbleef benevens een oude dienstmeid, dat die dame evenwel meer een gevangene leek. Die dag, welke hij nog wachtte, bracht hem nog nadere bijzonderheden, want dien morgen zag hij den man, terwijl hij vu en v "n lelde aanspreken door een in 'ere deme. En samen hadden zij een zeer druk gesprek, dat hij alle moeitp deed te beluisteren, doch waarvan hij slechts enkele brokstukken vermocht op te vangen. Maar zooveel had hij toch gehoord, dat dit geaprek ging over een andere vrouw, dis door tyze jonge dame gezocht werd., En het stond bij den jongen detective vast, dat die andóre vrouw niemand we zen kpn dan de vrouw, die in het land huis opgesloten gehouden werd. Hij hoorde ook nog, dat die jonge dame af sprak den volgenden dag terug te komen. Toen achtte hij het hoog tijd zijn mees ter te waarschuwen en verzond zoo spoe dig mogelijk een telegram, dat Turner ontvinlg, toen hij met de drie edellieden beraadslaagde. En nadat hij dit tele gram had afgestuurd, zette hij bedaard zijn bespieding voort. Maar hij was nu zeker, dat Turner over hem tevreden zou zijp, want hij begreep wel dat de inlichtingen, die hij thans geven kon voor„ zijn patroon zeer waardevol zouden zijn Dien avond kwam er een reisgezel schap in een klein hotel ,.De gouden leeuw" aan. En dit reisgezelschap, be staande uit vier heeren, trof daar den detective, die er zijn meester verwachtte. Hij was zeer verwonderd Turner in zoo'n groot gezelschap te zien, maar toen Tur ner hem aan de drie anderen voorstel de, ging hem een licht op. Hij had eenige dagen geleden natuurlijk ook in de cou ranten de namen gelezen van de drie edellieden, die zich zoo verdienstelijk ge maakt hadden in den strijd tegen de mis- dadigersbende, die Parijs onveilig maak te. En nu Turner mqt hen hierheen kwam, begreep hij. dat de man, dien hij bewaakt had, wellicht behoorde tot de Broeders des Verderfs. Ja, het leek hem waarschijnlijk, dat deze man niemand anders was dsin het hoofd der bende, di Cava zelf. f Fn hij vroeg zijn patroon of dit ver moeden mogelijk juist was Maar deze schudde het h'oofd. „Neen," zei hij. ..de man dien ik u ter bespieding heb aangewezen, is di Cava niet, maar toch la zijn doen en laten voor ona van bat hoogate belang. Vertal ona VRIJDAG 12v DECEMBER 1930 Snerpend klonk het alarmfluitje vaa Nden agent door Je etille stad, deuren werden geopend, agenten liepen toe cn onder de menigte, die xich nu verzamelde was Dr. Van Galen, die verklaarde, dat hij het geraamte ook had zien staan bij cijn huls. Het verslag vqn den dokter bad geens zins diie belangstelling, waarop bet eigen lijk recht had. Maar nu zagen zij allen zelf de lugubere verschijning, aanschouw den zij, wat nooit Iemand had kunnen denken te zien, wat men zioh alleen alp symtbool had gedacht: de Dood. Want als dat de Dood niet was, wat iou 't dan wel kunnen zajn? j Onder een lantaarn etond het geraamte met den grooten hoed op aen ontvleesden eohedel. Traag bewoog het zijn hoofd in verecbillende richtingen. Toen hief het als in een bezwering een hand op en dit gebaar alleen waa al voldoende om de staag aangroeiende menigte in paniek te rug (e drijven. Op grooten afstand schoolden de ont stelden samen en voelden zioh alleen angstig bedreigd in hun leven, maar wil den of durfden toch ook niet weggaan. Waar toch zouden zij veilig zijn voor de achtervolging van dat levende en zwe vende geraamte. Zij staarden zwijgend naar den Dood, die staan bleef onder de lantaarn, maar bij elke beweging, die het skelet maakte, drongen de menschen te rug. De agenten hadden mét elkaar beraad gehouden en de oudste had uitgemaakt, dat 't een grap moest zijh, maar de twee anderen keken bedenkelijk naar het angst Xjagend phenomeen, dat er volstrekt als een grap uitzag. De agenten be sloten, dat zij van drie zijden op den Ont zagwekkende zouden af gaan en beproe ven hem te grijpen. Aarzelend gingen zij vooruit en toen de toeschouwers begrepen, 4at de politie het werkelijk zou wagen, om \den Dood te arresteerefi, ontstond een zmmwachtig ge fluister en-onzeker bewegen. Men wilde wel weten, wat er ging gebeuren, maar huiverde ook bij de gedachte\ dat men weldra die drie agenten zou zien neer vallen. De pólitiemannen naderden omzichtig den Gevreesde en deze keek rustig van den een naar den ander, liet hen tot op enkele paacan naderen toen steeg hij op, onhegTijpbaar en verdween in de don kere lucht.. Een massale oollectieve zucht van ver- liohting uit de menigte, de agenten inbe grepen, vergezelden den onbekenden gast. Dat was althans een 'minnelijke schikking, een gelukkige oplossing, al bleef het denkbeeld aan dit weinig ver- eerend bezoek griezelig. Den volgenden dag zag een der be woners van de Nieuwstraat het geraamte zonder hoofd en ronder hoed liggen op het platte dak van een bijkeuken en toen eenige dapperen er bij geklommen waren, vonden zij iets, dat op een geraamte ge leek, maar'het niet wai. Het skelet was gemaakt, of beter, aangegeven door al lerlei licht materiaal, de ribben door witte veeren, de groote beenderen door .wit «kartonnen atroken. In het halfduis ter en op eenigen afstand had dit samen stel wel den indruk van een volledig ge raamte moeten geven. Maar het raadsel bleef, hoe dit, maaksel zioh loopend door de straat bad bewogen, gebaren had ge maakt, opgestegen en neergedaald was- precies, wat gij van hem weet. Deze heeren hier mogen alles hooren, ge be hoeft voor hen niets te verzwijgen." „Vertel ons dan eerst, wie de man is," zei de Tournel. De helper van den detective haalde de sohouders op. „Hij noemt zich monsieur Carpentier, maar dat zal wel een willekeurig geko zen naam zifn. Mijnheer Turner heeft me niet opgedragen z'n verleden na te gaan, te ontdekken wie hij eigenlijk is." „Neen, zeker niet," zei Turner, „ik heb u alleen dien man aangewezen en gezegd: verlies hem niet uit het oog." ,Jk heb hem niet uit het oog verloren, ik heb hem gevolgd en heb genoeg merk waardigs ontdekt, geloof ik „Wel, vertel ons dat dan." „De man verbleef in een huis, waar meerdere personen samenkwamen. Op zekeren dag kwam er een auto voorrij den, waarin hij zelf plaats nam, nadat er een dame ingedragen was, die erg ziek leek, wellicht bewusteloos was. Hij is met die dame hierheen gereden, naar een klein afgelegen landhuisje, „Veld zicht" geheeten. Dat huisje wordt bewoend behalve door ham en de zieke dame. door een oude dienstbode. Ik heb het huis sindsdien bespionneerd, de betw ners in hun gangen nagegaan, ik heb getracht er binnen te dringen, ik hety van uit een boom den tuin en achterzijde van het huis bespionneerd, een kwade hond heeft me een stuk uit mijn pan talon gescheurd, enz. enz. Maar alles bijeen heb ik dit kunnen vaststellen de zieke dame wordt als (gevangene- behan deld, zij is opgesloten in een-kamer. d»e op den tuin uitziet, het eten wordt haar door de meid gebracht en nu en dan komt haar cipier, zoo zal ik dien Car pentier maar noemen, met haar praten. Een keer ging het er vrij heftig toe Ik kon niet hooren wat zij spraken, maar ik zat in «en boom tegenover het raam

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1930 | | pagina 4