firooie Demoflstratfe mei Llcmiieeiiieii
Groofe Uitverkoop
Groenmerk-Koffie
40 ct. per half pond
NIENHUIS - SCHOONHOVEN
4
BONNEN op I pond van onze S merken
Nienhuis Koffie op iedere tafel
BOUWLAND
ILDEEmG
Metselaarszaak
ONZE GROOTE
Yerkoopen:
15 JANUARI a s.
ROTTERDAM
goed groeiende varkens
in hef Schoenenmagazijn
Yan de Firma D. Smif
Haven 4 - Schoonhoven
III Reparaties spoedig en billijk |||H
Werkmansgoederen
„DE KLEINE WINST"
RAVENS WA AY'S bekende
Graafslroom's Yerp. Roombof er
VOORDEEL (wit) 45cLp4Pond ROEM (rood) 65 ct.p.|pond
KABOUTER (groen) 50cf.p4Pond DIANA (blauw) 57\ ci.p. bond
SPRENIE (geel) 371 cl. p.f pond
Te koop:
TE KOOPi
flinke Makke H I T
Notaris A. T. v.d. Leeden
Stolwijk
=SBK IN ALLE AFDEELINGEN
DUURT NOG SLECHTS TOT
HOOFDSTEEG
HOUTTUIN - BOERENSTEIGER
Nutsspaarbank
Schoonhoven
Ie Huur: Een Hink woonhuis
Coöp. Boerenleenbank
Nieuwerkerk a. d. IJssel
PR0VENDINE
Onbreekbare Horlogeglazen G-S
zijn de echte a
Haven 86 - Schoonhoven
Wensoht Vrienden en
Begunstigers een
Gelukkig Nieuwjaar.
De specialist
voor bandages
Profiteer! van deze gelegenheid!!
Alle restanten bijna voor niets
White's Electrische Karh
GOEDKOOP en S0LIEDE
Prima kwaliteit
Koffie is iets buitengewoons
Het heeft verbazeid ingeslagen Onze omzet,
hoewel groot, is weer verbazend gestegen
Daarom hebben wij besloten om voorloopig nog 4 bonnen te geven op ieder pond
overal verkrijgbaar
Weet U wat 4 bonnen beteekent?
Op 5 pond Koffie een Eiken Bloemtafel
Op 70 pond Koffie ons mooie Theemeubel
Op 3 pond Koffie 6 Japansche Kop en Schotels
Probeert ook eens onze 3 soorten Thee; 3 soorten
Boter, Vet Zeep, Zeeppoeder. Was, Schoencrême,
Koek enz., ailes met dezelfde bon
Tevens wenschen wij ai onze Afnemers en Vrienden een ZALIG NIEUWJAAR
Van Rondom
FEUILLETON.
De Broeders des
verderfs.
Mengelwerk.
De Bankdiefstal.
-Springende
Handen
Kloosterbalsem
Ean flink*
wegen» dubb. raken. Prijs f 2000 -
met Inbegrip van benoodlgdheden.
Brieven franco onder No. 3040
bureau van dit blad.
een dichte
4-Wlellgt W A 0 E N,
speciaal ingericht voor .Kruide
nier; ook gesohikt voor Bakker;
en een
(ruim 4M jaar( met z. g. a.
nieuw tuig, voor spotprijs 250
H. C. VAN OS Kruidenier
Papendrechi 9
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HUURND EN UTRECHT. Schoonflovanacbe Courant.
t« Ouderkerk .a.d. IJssel ia voor-
nemens op
Woensdag 7 Januari 1931
morgens ten IJ ure in hel koffie-
huis van J O H. N O O M E N te
Stolwijk, ten Verzoeke van den heer
W. TREUREN aldaar, in het
openbaar te
I perceel
gelegen onder de gemeente
fn den Polder Beijersche, groot
57 A., 70 c.A.
Inlichtingen ten kantore van den
Notaris.
Balans-Oprniiniiig
NOGMAALS STERK
VERLAAGDE PRIJZEN
Profiteert van deze
Buitengewone Aanbieding
EJsders
VRIJDAG 2 JANUARI
Rente 3.6
Geopendi Zaterdagavond van
7.30 tot 9 uur
Ovarlge werkdagen van
11 tot 1 en van 3 tot 3.30 uur
met Pomp en nieuwe Varkensschuur
9 Vruchtboomen, 20 roede Bouw
land en Dijkgrond, gelegen bij de
woning aan den Lekdijk tusschen
Schoonhoven en Ammerstol te bevr.
W. STIQ TER, Lekdijk B 73
Bergambacht.
Maandag 5 Januari des avonds 8 uur, in hel Nul Ie Schoonhoven
over HOOGFREQUENTIEBESTRALING, de geneeswijze
der Professoren: Dr. von Wendt te Helsingfors, Dr. Eberhardt
en d Arsonval, toegepast volgens methode Zeiler's, den
WONDERDOKTER VAN GALSBACH.
Deze demonstratie toont U de zelfbehandeling voor Rheumatiek
Asthma, Slapeloosheid, Verlamming, Hardhoorendheid, Suikerziekte!
Aambeien, Spataderen, Zenuwlijden, Vrouwenlijden en andere, zelfs
oudere kwalen.
VRIJ ENTRÉE. Geen. toegang voor kinderen.
Uitgaande van de Oeneeskring „RAYON", Kruisstr. 17, Rotterdam.
maakt van stijve varkens en
achterblijvers
Prljn fl. 1.76 per pak
Indien niet In Uw plaats verkrijgbaar, schrijft
dan aan de Imp.: Kuypsrs 4*Co, Maastricht
Is hat rentatarisf als volgt
Wacht U voor namaakt
Juwelier
Vanaf 1 Januari 1931
vastgesteld!
Spaarbankrente
Creditrente voor loopende rekeningen 3%
Debetrente voor loopende rekeningen en
voorschotten
HET BESTUUR
O. 1. ABENDS
13. thane HOOFDSTEEG 39. ROTTERDAM
Met.
masseert en versterkt men hef ha^r
BALT. A. DE JONG - GOUDA
Ooethaven 29 - Telefoon lip
Prijs f 7.50
zijn de EIOENOEMAAKTE
Korfe Trendeweg 22
Goudn
zonder oadeaux zal vanaf 1 Jan. 1931 verkrijgbaar zijn
Boter met Rijksmerk komt ven de koe.
VRAAGT
voorzien van het RIJKSBOTERMERK. Kwaliteit gegarandeerd.
Hoog»! fijn van «maak en geur. ALOM VERKRIJQBAAR.
N.V. Zuivelfabriek „DE GRAAFSTROOM".
en zoo kunt U doorgaan uit ons Cadeauboekje met pl.m. lOOO
verschillende soorten Cadeaux
Onze Koffieprijzen zijns
TWEEDE BLAD
NIEUWSBLAD
VOOR ZUJD-HOLUANQ EN UTRECHT, Schoonhovn»chè Courant
VRIJDAG 2 JANUARI 1931.
door
JAN &UTJJT.
Over den tijd en over de
benoeming in Hoog-Blok-
land.
Als ieder jaar zaten we "Woensdag
avond bij elkaar om van oud in nieuw te
vieren. Dat vieren gebeurt bij tante rus
tig en eenigszins met eerbied. Tante
heeft er slag van om zonder veel woor
den of zonder de anderen er toe te for-
ceeren, bepaalde stemming te verwekken
en toen ze Woensdag-avond ons de kop
jes elemp-melk had ingeschonken, ging
ze bij den haard zitten, vouwde de ban
den in haar schoot en keek ons peinzend
aan.
Na eenigen tijd van zwugen zei ze
zachtjes:
„Weer een jaar! Weer 3f>5 dagen en
weer een stukje dichter bij het einde.
Waar blijft de tijd?"
Jod beging weer eon ran zun onhan
digheden. In plaat» van in de door tante
bedoelde richting door te spreken of ten
minste te denken, sprak hij met harde,
jolige stem::
„Waar de tijd blijft, vraagt u tante?
Wel, tante, die kan nergens blijven, om
dat er geen tijd is."
Tante keek hem verstoord aan, maar
Jod trok er zich niets van aan en ging
voort:
„Kijk eens hier, de tijd bestaat uit ver
leden, heden en toekomst, nietwaar? Dat
kan niemand tegenspreken. Het verleden
is er al geweest en bestaat dus niet meer.
De toekomst moet nog komen en bestaat
dus nog niet. We hebben dus alleen het
heden. Wat is het heden echter? Niei
morgen, dat is de toekomst, niet gisteren,
dat is het verleden. Dus alleen vandaag
Maar ook niet vanochtend of vanmiddag,
want <tyt is ook verleden. Alleen dit
oogenblik is heden, is tijd. Maar als ik
zeg „nu" dan is het alweer weg, dan is
het alweer verleden. De tijd bestaat dus
uit iets wat er al geweest is en wat
nog komen moet, want het heden gaat
onmiddellijk over van de toekomst naar
het verleden. Er bestaat dus geen tijd."
Tante keek haar neef bedrukt aan en
schudde haar hoofd.
„Onze geachte neef vergeet een klei
nigheid,' zei ik toen, „namelijk dat al die
kleine ondeelbare oogenblikjes, die het
heden zijn, samen één seconde, één mi
nuut, een uur enzoovoort opbouwen en
den tijd vormen, die volgens Jod er niet
is."
„Heb je tijd?" vroeg tante spottend,
„sjeek dan een sigaar op, maar als er
geen tijd is kan je ook geen tijd hebben
en als je geen tijd hebt, moet je geen si
gaar opsteken, maar het werk doen,
waarvoor je je tijd noodig hebt. Als de
menschen dat maar eens meer beseften,"
vervolgde tante ernstiger, „dat zij altijd
moeten doen het werk dat het eerst ge
beuren moet en als zij maar eens niet
steeds wilden uitstellen wat tenslotte toch
moet gebeuren en als de menschen dan
tegelijk dat* wat zij moeten doen ineens
goed doen, dan zou er veel minder teleur-
stelin'g en verdriet op de wereld te ver
werken zijn/*
„Zooals ze bijvoorbeeld in Hoog-Blok-
land hebben gedaan," zei ik met een effen
gezicht.
„Wat bedoel je daarmee, Jan?" vroeg
tante.
Jod was me voor met zijn antwooyd
en lichtte tante aldus in-. v
„In Hook-jBlokland'moest "een gemeen
te-ontvanger worden benoemd, dat is nu
gebeurd; maar zooals dat dikwijls gaat,
zijn niet allen 't eens over 'de keuze. Als
Piet benoemd is, pijn er .altijd die liever
gezien hadden dat Jan was benoemd en
weer anderen geven de voorkeur aan
Kees."
„Is dat alles?" vroeg tante.
„Ja en neen," heraam ik. „Wat Jod
zegt is wel de waarheid, maar niet de ge-
heele waarheid. De zaak zit aldus. In
v Hoog-Blokland werd de gemeente-ontvan-
I
door
WTTJJAM HOLT.
46
Opeens "zag Turner dat de man die zoo
onverwachts den schurk overvallen had
niemand anders was dan John, zijn as
sistent.
De deur was gesloten, hij begreep Jus
oogenblikkelijk, dat John over het bal
kon door het raam moest binnen gekomen
zijn. Hij bedacht zich dan ook geen se
conde, sprong van zijn stoel, was in een
oogenblik op het balkon, klom over het
hekje en vond het raam van Sheppard's
kamer open. Hij had nog juist den tijd
om den schurl, die waarlijk net den jon
gen man onder had gekregen, een schï-ik-
kelijken? vuistslag toe te dienen, die hem
bewusteloos maakte.
„Je was haast te vroeg geweest, jon
gen," zei hij tot zijn helper.
„Maar u kwam nog op tijd, patroon,"
antwoordde deze hijgend.
„Waar heeft hij de sleutel van deze
kamer, mijnheer.?" vroeg Turner.
„In zijn vestzak.'
Turner haalde hem er uit.
„Boeit den kerel goed," zei hij tot zijn
helper.
Toen opende hij de deur.
„Mijnheer, gaat$u met mij-mee, hier
naast."
De ander volgde hem willoos.
„Ga hier kalm op bed liggen," zei de
detective. „Neen, vertel me niets, u ver
keert in levensgevaar. Blijf hier waohten.
Wij zullen u reddw,"
ger ziek. Gedurende zijn ziekte aam de
heer J. den Hartog zijn betrekking waar
en hij deed dat tot aller tevredenheid. De
ontvanger overleed en de keuze voor een
opvolger was dus niet moeilijlt. Ieder
begreep, dat niemand anders benoemd
zou worden dan de man, die reqds ge
toond had, voor dat werk bekwaam te
zijn. Om echter niet aan één candidaat
gebonden te zijn, deden Burgemeester on
Wethouders van Hoog-Blokland nog een
oproep voor den post van ontvanger on
daarvoor meldden zich 9 sollicitanten
aan, onder wie ook de heer Den Hartog
Van die negen bleek de heer Den Har
tog de meest geschikte en na hèm volgde
de heer A. S. v. d. Klei.. B. en W. dien
den dus bij den raad een aanbeveling in,
waarop de heer De Hartog nummer 1 en
de heer v. d. Klei nummer 2 was. De
raad kwam bijeen, dê benoeming van een
ontvanger was aan de orde en benoemil
wordniet de heer De'Hartog, ook
niet de heer v d. Klei, maar Iemand
die in het geheel niet op de aanbeveling
voorkwam, namelijk een zekeren A. P.
de Jager
„Nou," meende tante, „die meneer De
Jager zal zeker nóg bekwamer zijn ge
weest in de gemeente-administratie, dan
meneer De Hartog."
„Neen, tante, dat moet ik tegenspre
ken. Meneer De Jager is een eerzaam en
achtbaar man, een landbouwer, mis
schien zelfs een bekwaam landbouwer,
maar van gemeente-administratie kent
hij de eerste beginselen nog niet."
„Je verget," viel Jod in, „dat zijn va
der secretaris-penningmeester is van den
polder De Beomd."
Ik keek mijn neef verbaasd aan en
vroeg:
„Wat heeft er dat mee te maken? Mis
schien heeft de heer De Jager fael een
oom of een neef, die lid van den gemeen
teraad zijn, ma*r daarom kan hij nog
geen ontvanger worden."
„Ik wilmaar zeggen," vervolgde Jo-
docus, „dat zijn vader hem wel wat kan
inlichten over administratie en zoo."
„Dat weet ik niet, dat kan ik niet be-
oordeelen," merkte ik op „Alleen is mij
gezegd, dat de secretaris-penningmeester
van den polder De Beemder ook nog
een assistent op nahoudt voor de admi
nistratie."
„Dan weet ik een goede oplossing," zei
tante, „laten ze meneer Den Hartog assis
tent maken van den vader van meneer
De Jager, dan kan hij De Jager Senior
en Junior bijstaan in hun administratief
werk en dan zijn alle partijen geholpen."
„Meneer Den Hartog heeft anders hee-
lemaal geen hulp noodig," bromde Jod,
die kan er ook zonder het tractement van
ontvanger wel kcftnen."
„We dWhlen af," riep ik, „het gaat er
niet over menschen te helpen of om
iemand op te leiden voor ontvanger, het
gaat er alleen om den bekwaamsten te
benoemen."
„Laten ze dan die twee, dien Jager en
dien Hertog, examen laten doen," vond
tante, „want ik denk dat als je het vraagt
aan meneer De Jager en aan de raads
leden, die hem benoemd hebben, dat je te
hooren krijgt dat De Jager bekwamer is
dan de Hertog."
„jtfisschien wel in het jagen, maar niet
in net ontvangen en beheeren van ge
meentegeld," hernam ik. „Maar van exa
men gesproken, niet meneer Den Hartog
maar de raad heeft examen moeten doen.
Ze zijn Maandag naar Den Haag geroe
pen, om daar aan de Gedeputeerden te
vertellen, waarom ze ae Jager hebben
benoemd."
Zoooo," vroeg tante belangstellend, „en
wat zeiden de heeren in Den Haag?"
„2e hebben gezegd dat de raadsleden
zicfi maar eens ernstig moeten afvragen
of zij bij de benoeming van defl ontvan
ger wel gedacht hebben aan den eed, dien
'zij hebben 'rfgelegd, toen zij raadslid wer
den: „Ik zweer dat ik de belangen der
gemeeüte Hoog-Blokland met al mijn
vermogen zal bevorderen." 9
Teun grinnikte en zei;
„Het belang van meneer de Jager lp
toch zeker ook een gemeentebelang!"
Hij liet den man al!oen en liep vlug
naar kamer 16.
Daar klopte hij aan.
„Wie is daarP" klonk het van binnen.
„Mevrouw," zei de detective zacht,
maar duidelijk, „er verkeert iemand in
levensgevaar, gelijk indertijd lord Nib-
blington in gevaar verkend heeft. Zoo
als ge- dien toen geholpen hebt, moet ge
ook thans helpen. Aafczel geen ocgenblik,
of het is te laat."
„Een OQgenblik," antwoordde degene,
die hij aangesproken had.
Na eenige minuten ging de deur open.
Signora Chiarina verscheen, zy zag
Turner, die haar vreemd was.
„Ik dacht," zei zy.
„U dacht een der drie edellieden te
zien. Maar ik ben hun vriend, mevrouw.
Neen, ik heb u geen valstrik gespannen,
het is werkelijk waar, wat ik u gezegd
heb, er verkeert iemand in levensgevaar."
„Waar is hu?"
Turner zag, dat zy een klein fleschje
in de hand had.
„Volg mij," zei bij en ging haar voor.
Zu volgde hem, zij dacht dat hy voor
de deur van kamer 24 staan bleef, maar
hij liep door en opende de deur van de
volgende kamer.
„Hier ligt het slachtoffer," zei hy.
Zy zag den man, die gekleed boven op
het bed lag, aan.
„0," zei zij met een zucht van verlich
ting, „hij kan nog gered worden."
X.
Het was al laat in den avond, toen de
Tournel en Nibblington met de jonge
dame in Orleans aankwamen, vanwaar
zy zich begaven naar het hotel dn Com
merce. Hei was de Linar, die hen be
groette en zich niet weinig verbaasd
toonde over het bijzijn der zuster van
signer* Chiarina,
-"p
door
W. KERREMANS.
Eindelijk was Kaasmin's dap pe-
komen en volmaakt rus tip besloot hij
tot de uitvoering. Dat hij zoo kalm
was by hel volvoeren van het feit, dat
over zfln verder leven beslissen zou.
kwam, omdat hij jarenlang aan de
voorbereiding had gewerkt en nu zoo
zeker was van zijn voortreffelijke or
ganisatie dat'-hjj voor geen mislukking
vreesde.
Kaaslnin was procuratiehouder op
een bank -en de uovenliedoclde voor
bereiding en organisatie betrof het
zich toe-eigenen en,"daarmee zich uit
de voeten maken van een groot be
drag. Een heel groot bedrag moest
't zijn .dat hom zekerheid gaf om
een royaal renleniersleven te kunnen
leiden. Hij had dikwijls genoeg gele
genheid gekregen om met eenige tien.
duizenden guldens te verdwijnen,
maar dat was lang niet genoeg. Hij
wachtte geduldig op den dag waarop
hij een greep zou kunnen doen naar
een paar ton.
Zoo iets kwam niet dikwijls voor
en mi de kans en de kas openstonden
Voor f 180000 aarzelde hij piet te
minder omdat het lot hem nu een dag
voorsprong gal. t Was Zaterdag, als
hij straks met het geld heenging, zou
hij anderhalve dag voor zich hebben
voor de diefstal werd' geconstateerd.
Hii bleef aan het werk tot ieder
het kantoor had verlaten, dééd toen
het geld in zijn tasch en trok voor
de laatste maal de deur van het bank
gebouw achter zich" dicht.
Mei blijdschap constateerde Kaas-
min dat er geen zweem van angst
of zenuwachtigheid in hem was. Hij
had het gevoel of bij met verlof'ging
en hij verheugde zich er op dat hij
nu zijn tot in de uiterste details voor.
bereide plan kon gaan volvoeren. Hij
wist dat hij niets vergelen had, dat
alles gereed lag en dat hy door zijn
herhaalde repetities en oefeningen
geen fouten kon maken.
Kaasmin wandelde naar zijn ka
mer, at met smaak zijn tweede ont
bijt en zeide aan zijn hospita dat. hij
tot Maandag naar Amsterdam ging
Nadat de juffrouw zich had ver
wijderd, sloot hij de deur achter Haar
en haaldp uit zijn bureau eenige hon
derden gulden aan bankpapier,
die daar altijd renteloos gelegen
hadden voor het volvoeren van
zijn plan. Van het geld, dat
hij zich had toegeëigend,* wilde hij
in de eerste weken niets uitgeven,
hoewel hij zorg gedrêgen had om
lüt het boek waarin de nummers der
bankbiljetten en de titels der effecten
genoteerd stonden, Je bladzijde te
scheuren waarop zijn onrechtmatig
bezit stond genoteerd. -
"Bij het geld lag een lijstje, waarop
in alleen voor hem begrijpelijke
woorden, de werkzaamheden geschré
ven stonden, die hij achtereenvolgens
moest doen en waaraan hij nu begon.
Hij sloot twee 'maanden huur bij een
briefje aan zijn hospita en plaatste
den brief tusschen de boeken opzijn
schrijftafel. Pas als die boeken wer
den weggehaald zou de hospita den
brief met het geld vinden.
Nu ging hij zijn koffer pakken.
Het was een koffer in een overtrek,
dat hy onderweg zou wegwerpen in
een or ander water. De steen om het
overtrek te laten zinken, lag gereed.
In de "koffer deed hy een licht
costuum, waarin nooit een bekende.
Kaasmin, die altyd donkere kleeding
droeg, had gezien. Toch had hij ge
zorgd, dat 't niet door zijn nieuwheid
op vier:, buitenslands haa hij het elk
jaar eenige dagen gedragen. Een
bruine deukhoea ging er Dij, om zijn
traditioneele dophoed te vervangen,
De eerste vraag van de Tournel was,
of de vluchtelingen achterhaald waren en
toen de Linar toestemmend knikte, vroeg
hy dadeiyk of de detective zich ook be
diend had van het bevel tot inhechtenis
neming tegen signora Chiarina.
De Linar stelde hem gerust, dat dit
niet het geval was.
Een zucht van verlichting ontsnapte
aan haar zuster, toen zij dit vernam.
„Waar is zij? Ik zou haar gaarne
zien," sprak ze.
De Linar antwoordde:
>,Uw zuster ié niet meer hier. Wij heb
ben haar in een particuliere woning on
dergebracht. Zij logeert by dr. Dupuy.
Indien u wilt kunt u zich daar,by haar
voegen."
„Hè," riep de Tournel, „by dokter
Dupuy; zy is toch niet ziek of gewond?"
„Weineen," antwoordde de Linar,
„breng de juffrouw daarheen en kom dan
terug."
„Maar wat is er gebeurd?"
,XHj zult het drama vernemen. Ik ge
loof, dat thans snel de ontknooping na
dert. Het schu'nt of alle handelende per
sonen hier bijeen moeten komen,"
„Di Cava?"
„Di Cava is in onze handen."
,Houan?
„Rouan is ook hier."
„Maar
„Breng eerst de jonge dame weg, zy is
daar veilig en kom dan terug."
De graaf de Tournel'deed wat hem ge
zegd werd.
In een auto reed hij met het meisje
naar de woning van dokter Dupuy. En
hij vroeg zich -af wat er gebeurd kon
zijn. Hoe kwam men er by de beide dames
daar onder té brengen? Hoe kwam het
hoofd der Broeders zoo onverwacht hier
en bevond hy zich weder in hun macht?
En de Rouan was er ook. Inderdaad, dat
kon niets anders .bettekenen, das dat
la#© schoenen in plaats van hoogt,
©en haarkleurmiddel, een zwarte snor
en Henri IV baardje, een uilenbril.
een kleurmiddel om zijn huid eenif$-
zins bruin te tinten, visitekaartjes,
waarop gedrukt stond W. L. Harm-
seji ,een horloge met ketting, een
ander soort boord dan hij gewoon
was te liragen, een das. handschoenen
alles stond gereed m een zorgvul
dig gesloten kist en al die artikelen
waren gekocht in tal van verschillen
de plaatsen. Op zyn wandelingen had
hy zich geregeld geoefend in een an
deren gang en ook zijn stem had hij
m bedwang om die een pieuwen klank
te geven.
Kaasmin ging naar 't station, vertel
de onderweg aan twee kenissen, dat
hij tot Maandag naar Amsterdam ging
en nam ook een kaartje naar die stad
Van de hoofdstad reisde hij naar
1'!recht, kocht daar een plaatsbewijs
le klasse voor Zwolle. Op hel avond-s
uub waarop hij langs den trein liqpl
die hem naar Zwolle zou brengen.'
waren er weinig reizigers voor die
richting en Kaasmm kreeg wat hij
hébben moest, een coupé zonder
medereizigers Toen hij in Zwolle
den trein verliet, zou niémand in hem
den voortvliichtigen procuratiehouder
hebben herkend.
Kaasmin overnachtte in Zwolle,
reisde den volgenden dag, Zondag,
naar Maastricht en keerde van daar
vroqg teiW naar zijn woonplaats.
Zijn berekening was dat men over
al zou zoeken, behalve daar en hij
wilde daar ^en of twee weken blijven,
tot de waakzaamheid wat zou zijn
verslapt, om dat geenspoor van hem
te vinden was.
Voor hij het perron verliet om de
bekende stad in te gaan, herhaalde
hii nog eens nadrukkelijk tffj zich
zelf de suggestie dat hij niemand
mocht kennen, nooit vrees toonen,
van niets verschrikken en dat hij zich
volmaakt veilig moest gevoelen.
Hy riep een witkiel én droeg dien
op zyn valies te brengen naar* het
hotel „De Kroon". Aan den bestel
ler vrog Kaasmin ook-den weg naar
Nu nam hy z(jn kunstmatigen gang
aan en betrad de stad. Een politie
agent stond bij den uitgang en Kaas
min's eerste iö,druk was, dat die hém
scherp opnam, maar onbevangen kij
kend liep Kaasmin voort en repe
teerde /Volgens de Coué-methode: Ik
ben veilig, want niemand kent mij
hier.
Hy had dien geestelijken steun wel
noodig ,want 't leek 'of een aantal
zijner beste kennissen afgesproken
hadden om hem op den weg naar
het hotel le ontmoeten. Niemand ech
ter lette op hem en het onbehage-
lyke gevoel, dat, trots Coué, hem in
keel en borst hinderde, week gelei
delijk. Een wissellooper van zijn
bank, een man dien hij dagelijks
sprak, keek hem bij 't passeeren aan,
maar zonder eenig blijk van herken
ning fop zijn gelaat
Een oogenblik was Kaasmin van
plan zijn bank binnen te gaan om
een of andere inlichting te vragen,
maar dit gevaarlijke experiment wilde
hij toch eenige dagen uitstellen.
Als een vreemdeling, die voor 't
eerst de' stad zag,, ging hy door de
straten, bleef voor eenige winkels
staan en bekeek Aandachtig de groo-
te gebouwen die hy passeerde.
In het hotel gaf hij op een of twee
weken te zullen blijven. Hij wilde,
vertelde Kaasmin aan den eigenafar
op het gemeente archief eenige on
derzoekingen doen naar den daar ge-
boren 17e eeuwschen zeeheld Vol-
ckertsz. De hotelier gaf hem inlich
tingen over den archivaris en over
een assistent, die zich bijzonder met
Volckertsz leven had bezig gehouden
en Kaasmin antwoordde dat hy dan
maar dadeiyk naar het archief zou
gaan.
Hij deed zoo en verveelde zich
urenlang met het lezen van oude fo-
werkelijk de ontknooping naderde. Zou
dan toch, zoo vroeg de Tournel zich af,
de detective de oplossing der vele raad
sels gevonden hebben?
„Waar denkt u aan, mijnheer de
graaf?" vroeg eensklaps het meisje, dat
tegenover, hem zat.
„O," zei hy, „ik dacht er over, hoe nu
toch het einde van deze vreeselijke din
gen nog onverwacht snel schu'nt te ko
men. Als di Cava gevangen genomen is,
zullen wu hem niet laten ontsnappen.
En ik zou u ernstig willen vragen, uw
zuster te overreden, dat zy ons eindelijk
ten volle vertrouwt."
„Dat doet zij zeker."
„Neen, zoo min als gü"
„Mijnheer de Tournel, gij vergist u.
Mijn zuster* zoowel als ik, wij weten, dat
wij veel aan u en uw vrienden te danken
hebben; wu weten dat gü onze vrienden
zijte"
„Maar waarom spreekt gy dan niet,
waarom hebt gij beiden u niet onder onze
bescherming gesteld? Werkelijk, gij moet
uw zu&er trichten over te halen dat nog
te doen." v
„Er zün goede redenen, die ons belet
hebben u dingen te zeggen, die geheim
moeten blüven, helaas."
„Maar nu is wellicjit alles veranderd.
Di Cava is weer in onze macht. Hü zal
niet ontsnappen. .Uw zuster zal hem niet
ten tweede male kunnen redden. Laat zij
toch openhartig alles mededeelén. Het is
voor haar, het is voor hem wellicht ook
het beste."
„Ik zal het haar vragen, meer kan ik
u niet beloven."
De auto stond voor de deur van dokter
Dupuy stil. De Tournel dacht aan den
nacht, toen zij hier 'den zwaargewonden
di Cava hadden binnen gedragen. Hy
belde aan. De dokter opende zelf de deur.
„Ah, münheer de graaf," riep hy, ,,u
ook hier,"
INGEZONDEN MEDEDEEL ING.
Doe het «Ut Jaar beter du du vodgen
winter. Zorg dat ge een pot Akker's
Kloosterbalsem in huis hebt en bescherm
Uw huid tegen inwerking vu koude en 1
vocht, door haar lederen avond voor het
naar bed gaan, in te smeren mei AJdtcr's
„Gun goud
Moo goud"
lianten over iemaqd, die hem niet
interesseerde.
Om drie tlur werd het archief $e-
>dolen en de assistent bood Kaa&-
Mfcu aan om een der boeken mee te
Hfitneii, dan kon hij' in zijn hotel de
Rudie over den zeeheld voortzetten.
Dankbaar aanvaardde hij dat voor
stel en 7ciri,e voorloophz cenoec daar
aan te hebben.
Kaasmin had zich zoodanig in zijn
rol gedacht dat hij in een prettige
onbevreesde stemming door de stad
wandelde, later in een café ging zit
ten ^en daar voor 'i eerst zyn naam
hoorde "noemèn, zonder dat 't hem
eenigszins aandeed. Hij kat bij het
raam en ami een naburig tafeltje
kwamen twee heeren zitten, die liij
vluchtig kende. Kennelijk hadden zij
onderweg reeds van hém gesproken.
„Ik haa 't nooit van dien securen.
bedaarden Kaasmin kunnen denken"
zei de eene.
„Stomme streek", antwoordde de
ander. „Die lui worden immers altyd
gepakt. Waar kan hij heen? Binnen
een week zit hii in 'de nor".
„Als Kaasmm hernam de eerste,
deze onderneming heeft opgezet met
tie nauwgezetheid, waarmede hij al
tijd werkte ,dan zal 't een toer zyn
hem te achterhalen'*.
Kaasmin glimlachte gevleid.
„Weet je hoeveel hij meegenomen
heeft", vroeg de bewonderaar van
zyn accuratesse. i
„Ik heb gehoord van drie ton".
„Allemachtig, wat een slag voorde*
bank. Hoe is t met hun reserve?"
Het gesprek ging verder over den
financieelen toestand van de bank,
waarbij Kaasmin gaarne op eenige
on juisthéden zou hebben gewezen. Er
kwamen "meer bezoekers op het bit
teruur en Kaasmin zat zich te ver
kneuteren over de algemeene belang
stelling die zijn persoon genoot.
Tegen bet uur van dineeren keerde
hij terug naar zijn hotel en toen hy
de eetzaal binnentrad was de eerste,
dien hij aan een tafel bij 't raam zag
zitten: de president-commissaris van
«ijn bank, wiens felle blik Kaasmin
even deed schrikken. Kaasmin hoest
te even om zich een figuur te geven,
en nam toen bedaard plaats aan een
'tafeltje achter den gevreesden man.
Gedurende het maal, zoo dicht bfj
iemand, dieo hem goed kende en die
naar hem zocht, merkte Kaasmin dat
zijn hand beefde en hij had alle hulp
van Coué noodig om zich" te her
stellen.
De president was eerder klaar mei
eten aén Kaasmin.
Als hij opstaat, had Kaasmin zich
voorgenomen, kijk ik hem onbe
vreesd aan en eet kalm door.
De president wierp een vluchtigen
blik naar den onbekende, achteloos
keek Kaasmin even in zyn richting
en boog zich toen weer over zijn
bord. i
's Avonds begaf hij zich naar het
café, waar hij gewoon was te ko
men en waar zijn vrienden zouden
zijn. Hij zette zich aan een tafeltje
bij het raam, welke plaatsen door een
gordijn waren afgescheiden van het
overige deel van het café. Zoo kon
hij beluisteren hoe er over hem ge
zégd werd en den geheelen avond
De Tournel vertelde den dokter, dat'hu
hem noK een logee kwam brengen en
Dupuy heette de jonge dame hartelijk
welkom.
„Zü zün hier toch vèilig, nietwaar?"
vroeg de graaf.
„O," antwoordde Dupuy, „ik weet niet
wat zij nog te vriezen zouden hebben. Dl
Cava en allen die haar gevaarlijk zouden
kunnen zün bevinden zich in de macht
van het driemanschap."
Gaarne zou de Tournel signora Chia
rina ontmoet hebben, maar hu was te
nieuwsgierig om te weten wat er was
voorgevallen en dus nam hij haastig af
scheid en reed naar zijn vrienden terug.
In de hal trof hü de Linar en Nibbling
ton.
„Welnu," zei hü, „vertel toch, wat er
gebeurd is. Nibblington heeft je zeker al
meegedeeld, hoe wij met die jonge dame
hierheen gekomen zun. Maar wat is hier
voorgevallen?"
„Er is heel wat voorgevallen," ant
woordde de Linar, „maar ik moet beken
nen, dat ik er heel weinig toe bugedra-
gen jheb. Het is alles gebeurd door dien
Turner en niet te vergeten door Zün as
sistent."
„Zoo, wat hebben die gedaan?"
„Eerstens een nieuwen moord verhin
derd, vervolgens di Cava overvallèn en
netjes geboeid. Verder ontdekt, dat de
moord op „Veldzicht" niet het werk is
van signora Chiarina en den heer die
met Baar van „Veldzicht" wegreed; me
dunkt, het is heel wat!"
„Het is inderdaad heel wat. Maar hoe
kwam di Cava hier?"
„Dat zal ik u zqggen. Signora Chiarina
|werd werkelijk op „Veldzicht" gevangen
gehouden. Maar ze is niet weggereden
met den man, die haar daar bewaakte.
Het was di Cava, die haar met een auto
weghaalde, tijdens de afwezeigheid van
haar bewaker, Toto de aui»tent yan Tor*