j* MET DE TOTSTANDKOMING VAN DIT MODEPALEIS ZIJN WIJ OVERTUIGD AAN EEN REEDS LANG DLOR ONZE GEACHTE DAMES- CLIENTÈLE GEVOELDE BEHOEFTE TE HEBBEN VOLDAAN. Dit modern, schitterend ingelicht magazijn bevat hoofdzakelijk onze afdeelingen DAMES- EN MEISJESKLEEDING ALSMEDE DAMESHOEDEN. LINGERIE, DAMESSCHOENEN EN MODE-ARTIKELEN. Fraaie overzichtelijke etalages, ruime, gezellige paskamers en vlotte deskundige bediening vergemakkelijken uw keus. Ook het hoofdgebouw heeft vele verbeteringen ondergaan, hetgeen de afdeelingen HEEREN- EN JONGENSKJLEEDING alsmede de Heeren Mode-artikelen zeer ten goede is gekomen. Beide gebouwen zijn onderling verbonden door een breeden, gezellig mgerichten tunnel, welke het verkeer tusschen beide magez'jnen voor onze cliënten vergemakkelijkt. WiltU dus naar ons ander gebouw, dan heeft U geen moeilijkheden met het drukke verkeer; U gaat eenvoudig onder de Hoofdsteeg door. RECEPTIE VRIJDAG VAN 5.30 TOT 7 UUR MM. 2 UUR N.M. DE VERKOOP IN HET NIEUWE MAGAZIJN BEGINT ZATERDAG Binnenland. Gemeenteraad Schoonhoven Rechtszaken GROOTE EXPOSITIE INGANG HOOFDGEBOUW, HOOFDoTEEG hoek Houttuin VIERDE BLAD NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, SchaonhoYMUha Courant VRUDAB 17 MAART 1WI de tollen op den utrechtschen STRAATWEG. B. en W. van Utrecht hebben op de vragen van het/ raadslid, den heer Frijda, geantwoord, dat rij op de hoogte zijn van de feiten, naar welke de rechtstoestand van den straatweg Utrecht—Vreeswijk moet worden s beoordeeld. Omtrent de hoofdpunten daarvan hebben lij den raad ingelicht bij hun voorstel van 20 Novem ber 1920, waarin de vermelding voor komt, dat de weg bij keizerlijk decreet van 10 December 1811 is gerangschikt onder de „routes impórialies de lre classe" en diensvolgens op rijkskosten is,bestraat en verbreed. De feiten ainda dien nagaande, komen B. en W. tot de conclusie, dat het rijk zioh aan de zorg voor den weg gaande weg minder en ten laatste in het geheel niet meer gelegen heeft laten liggen, zoo dat de gemeente reeds sedert verscheide ne tientallen jaren een volkomen zelfstan digheid heeft genoten, zoowel bij het na komen van haar onderhoudsplicht als bij het verleenen van vergunningen voor de uitvoering van werken in den weg door derden. ïn de afgeloopen maanden van dit jaar hebben zij rich reeds tweemaal tof den Minister van Waterstaat gewend en daarbij op een apoedlge regeling van de opheffing van de tollen aangedrongen, zulks laatstelijk ter uitvoering van de op dracht hun verstrekt door aanneming van een desbetreffend voorstel van den heer Jan C do Haas ln de raadsverga- ring van 5 Maart Buitengewone vergadering van den gemeenteraad van Schoonhoven op Woensdag 25 Maart. Voorzitter mr. F. L. J. E. Rambonnet, burgemeester. Afwezig mr. G. van Leeu wen van Duivenbode. De V oo ril tier opent de vergade ring en «telt aan de orde een nadere be spreking van het raadsbesluit tot instel ling van een Maatschappelijk Hulpbetoon en de daarvoor verelschte maatregelen. De heer Van Harmeien zegt, dat het nem heeft getroffen, dat B. en W aan het voorstel van spr's fractie een andere lezing geven dan de voorstellers. B. en W. stellen het voor alsof de finan- cieele gevolgen van het voorstel van dien aard zijn, dat daarom geen hunner de lei ding van de commissie kan aanvaarden. Spr. kan zich dat financieele bezwaar met goed indenken. Als dezelfde gega digden, die zich voortaan tot M. H. zul len wenden, in plaats daarvan op het Burgerl. Armbestuur bleven aangewezen, dan zou aan die instelling een hoogere subsidie moeten worden verleend, tot de zelfde bedragen. Spr.'s collega Deerenberg zal de finan cieele zijde dezer zaak nader bespreken- Geen Armenraad. Als B. en W. hot voorstel goed hadden gelezen, dan hadden zij gezien dat er wordt gesproken van het „zoo mogelijk inwinnen van inlichtingen bij den secre taris van den Armenraad. Spr's fractie heeft echter met bedoeld om naasl ue nu reeds bestaande instellingen ook nog een armenraad te stichten. Zij heeft zich alleen bij haar voorstel bediend van een concept-regeling, waarin met de moge lijke aanwezigheid van een armenraad is rekening gehouden. Het secretariaat van M. H. behoeft geen financ. moeilijkheden op te levenu. Eén persoon kan hier voorzien in de functie's van secretaris der verschillen de instellingen. Spr. komt voorta tot het besluit van den voorzitter, om geen nietigverklaring va" het raadsbeeluit aan te vragen, oa. om dat Ged. Staten toch het besluit moeten goedkeuren. Als 13. en W. verwa-btnn, dat Ged. Staten die goedkeuring ntet zullen verluenen, ziet apr. daarin oei grooto inconsequentie. Spr. meent to moeten constates ren, dat B. en W. tegenover deze zaak on svmpathiek staan. Do moeilijkhedeu, dij zij zien, kunen naar spr.'s meening gu vooglijk terzijde worden gesteld. De heer Deerenberg bespreekt de ■temming,in de vorige vergadering. Het is eigenlijk een min of me«T juridleohe opmerking, die hij hierovér wil maken Naar aanleiding van een interruptie deelt de Voorrltter mede, dat ie heer Van T eeuwen van Duivenbode ken nis heeft gegeven, dat hij verhinderd is. deze vergadering bij te wonen. Spr. was vergeten dit mede te doelen. De heer Deerenberg zegt, d&t de Voorzitter in de vorige vergadeiing eon groote fout heeft gemaakt. De Voorzitter: Dank U, dat is recht op den man af. De heer Deerenberg merkt op, dat de Voorzitter in deze woorden geen be- leediging behoeft te zien. Het ie toch de gewoonte, dat als op een voorstel een amendement wordt ingediend, zooais toen de heer Kortland deed, men imt eerst in stemming brengt. Spr. herhaalt voorts wat hij in de vorige vergadering reeds heeft gezegd, n.l. dat de nu ge schapen toestand eenvoudig is en er van een chaos geen sprake is. Voor wat dooi M. H'. wordt uitbetaald krijgt men geen rijkssubsidie; voor wat de crisis-werk- loozen betreft wel. Met B. en W's opmerking over den Armenraad en de h.i. noodige belasting- verhooging, is de zaak wat onsympa thiek geworden Naar spr.'s meening is oen belastingverhooging niet noodig. B. en W. hebben tweemaal kans gezien een J*?rdeelige kasgoldleening af te sluiten. Wt was *e^ zuiver gevolg van de slech te economjéche omstandigheden. Spreker meent dot het voor de hand ligt hel toen bereikte voordeel nu te baat te nemen voor de werkloozenzorg. In de post onvoorziene uitgaven Van f 6500 op deze begrooting is ook een bedrag gereserveerd voor salarisverho gingen. Dat bedrag ligt tusschen f J000 tot f 3000. Spr. zou het zeer onverant woordelijk vinden als onder de huidige omstandigheden salaris-verhoog ngen wer den gegeven. Dom post kan duè goed voor de werkloosheidsuitgaven worden benut. Spr. geeft B. en W. ernstig in overweging de oplossing in den post „on voorziene uitgaven" to zoeken. De heer Olree bestrijdt opnieuw de meening van den heer Van Harmeien, dat de gemeente slechts rijkssubsidie heeft aan te vragen en ze dan krijgt Spr. leest vo-r uit de circulaire, dat de minister de indeeling van werkloozen on der de crisis-regeling voor ieder» ge meente eerst afzonderlijk overweegt, wat in de vorige vergadering de heer Van Harmeien betwistte. Het doet spr. genoegen, dat de heer Deerenberg, die indertijd pleitte voor sa- larisverhoogingen, daar thans op terug komt. Spr vreest, dat men aan belas tingverhoging niet zal kunnen ontko men. De heer P e e r b o 11 e zegt dat de men- echen, die het goed hebben, over de wei k loosheid spreken als ware het een weers verschijnsel- i)e Raad heeft de verplich ting te zorgen dat de nadeelige Kevol80n van de werkloosheid voor de gedupeer den zooveel mogelijk beperkt blijven Daarom zal spr. tegen een belastmgver hooging niet opzien als die werkelijk noodig mocht blijken om de werkloozen voor ondergang te behoeden. De Voorzitter zegt dat het voor hem, die ook de financiën van de gemeen te onder zijn beheer heeft, moeilijk is de leden te beantwoorden. Wie een bepaald steUel heeft opgebouwd en dat achter zijn rug ziet afgebroken, komt daardoor in een lastig parket te staan. Spr acht zich persoonlijk niet geschikt voor de leiding van de commissie voor M. H.. doch bewondert hen, die dat wel zijn» zooals de leden van het B A. Spr. ge looft dat hij te royaal zou wezen. B. en W. hebben ingezien dat het raadsbesluit niet is uit te voeren zonder eon nader overleg met den Raad. Spr begrijpt niet, hoe de Raad daar bezwa ren togen kan hebben. In het voorstel ijler soc.-dem. fractie wordt wel degelijk gesproken van een Ar menraad. Al» de heeren dien totaal over bodig achten, dan 'is spr. het met hen eens, doch aangezien de Raad bedoeld PAA8CH VLEESCH. Paschen is het einde van de groote vasten en een ruimer vleeschgebruik is dan weer veroorloofd. Men ziet dan ook tegen Paaachtijd veehandelaars en slagers in de weer om groote en mooie beesten te verkoopen en te koopen .Het plaatje hier boven is een afbeelding van de veetentoonstelling te Tiel, voorstll heeft aangenomen, heelt hij tot een Armenraad besloten. 8. en W. niet fnthoueiast. B. en W. leggen, «*ar de heer Van Harmeien zegt, de zaak moeilijkheden in den weg. Spr. zegt dat B en W. de be sluiten van den Raad willen uitvoeren, zooals zij dat verplicht zijn. Men moet echter niet van hft ooilege verwéohten det het nu plotseling enthousiast is 3/er dat besluit en met volle ambitie de uit voering ervan ter hand kan nemen. Het college heeft nog zijn eigen standpunt. Over de financieele zijde van de zaak is spr. Jhiet zoo optimistisch als de voor stellers. Spr. "metot dat de rijkzuitkee- nng, die v&rieert van 25 tot 76 pCt., foor Schoonhoven niet zoo heel hoog zal zijn. Dat hij in de vorige vergadering eeji fout heeft gemaakt erkent spr., doch niet die, welke de heer Deerenberg bedoelt. Spr. had n.l. na aanneming van het eer ste deel van hét voorstel moeten weigeren het'tweede in stemming te brengen, om dat met de eerate stemming het geheele voorstel der S.D.A.P.-fractie eigenlijk was verworpen. De voorstelling van dan heer Deerenberg omtrent de amendemen ten is echter onjuist. De heer Deerenberg heeft B. en W. verwezen naar den post „onvooriién" Spr. wijst sr echter op dat men een gul den niet 2 of 8 maal kan uitgeven. De heer Deerenberg: Het bedrag is nog niet uitgegeven. De Voorsit4er antwoordt, dat de Raad indertijd verwachtingen heeft ge wekt door een post voor het georgani seerd overleg te reserveeren. Als de Raad dat geld thans voor andere doeleinden wil benutten, kan spr. dat niet op zijn verantwoording nemen. Verder is er nog een tegenvaller. Ged. Staten gaan er niet mee accoord, dat oy de begrooting voor 1031 een post van f 8500 voorkomt van winst uit de oo drij ven. Die winst mag eerst op de begroo ting van 1082 worden benut. Om die te genvaller te dekken bédden B. en W. den voordeeligen posHt noodig dien de heer Deerenberg althans gedeeltelijk zou willen benutten om nu aan belastingver- hooging te ontkomen. Het bedrag van f 4800, dat nog van den poet „onvoor zien" overschiet, moet noodig worden gespaard. Ged. Staten pleiten steeds voor een veel hoogeren poet voor „on voorzien". Spr. herhaalt zijn verklaring omtrent de kwestie van den armenraad Wat B. en W. daaromtrent schrijven is geen chicaneeren; het geldt hier eenvou dig een uitvoerm- van wat de Raad heeft besloten. Als echter de voorstellers dien Armenraad willen laten vervallen, dan gaan B. en W. daar dadelijk mede accoord. Er blijft dan no* over de criA»- commissie en die voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De heer Deerenberg blijft van meening dat hetgeen de heer Kortland in de vorige vergadering voorstelde, een amendement is, hetwelk spr. heeft ge steund. Weth. Schreuder ontkent dat De heer Deerenberg zegt, dat de héér Schreuder in ieder geval niet zal kunnen betwisten, dat spr. een amende ment heeft bedoeld. In antwoord op hel betoog van den heer Olree ontkent spr. ten stelligste dat hij het zou hebben wil len doen voorkomen, als zou de ministei de indeeling van de werkloozen m do cnsisregelm" niet aan zijn nadere goed keuring onderwerpen. Van de commissie voor georganiseerd overleg is ook spr. lid. In tegenstelling met den Voorzitter neemt hij echter voor 100 pCt. de verantwoording op zich om het bedrag dat in den post „onvoor zien" is gereserveerd voor het gladstrijken van plooien .n de salarisregel.ngen, voorloopig te be nutten voor een doel, waarvoor het nu dringender noodig is. Het verheugt spr., dat de soc.-democratische raadsleden, met wie hij hierover heeft gesproken, daarmede accoord gaan. Spr. zou heden q/an crediet van f 2000 a f 8000 voor werkloozenzorp willen toestaan. Er is in de gemeente beweerd, dat het gevolg van het genomen raadsbesluit zal zijn, dat ook werkloozen, die daarop geen aanspraak msiken, of om het rechte woord hier maar te bezigen, de „slam pampers" van de steunregeling zullen profiteeren. Spr. bestrijdt dat met na druk. In het voorstel zijn scherpe con trolemaatregelen genoemd. I Weth. Niekerk stelt voor, de ver gadering een oogenblik te 'schorsen. Spr. zou gaarne even overleg plegen met de overige leden van het college van B. en W. De heer Kortland vraagt vóór dien nog even het woord. De zaak komt nu hierop neer, dat B. en W. het raadsbe sluit willen uitvoeren, doch met den raad overleg plegen over de financieele oplos sing. Spr. wijst er nu o~ dat hij bij de behandeling der belastingvoorstellen reeds heelt gepleit voor een iets hoogere Heffing. Hij gelooft dat die een volgend jaar toch noodig zal zijn en ziet er der halve geen bezwaar in, om reeds nu tol die verüooging te besluiten. De Voorzitter schorst hierop de vergadering. Na heropening zegt de Voorzitter, dat, wanneer de Raad thans de voor stellen van B. en W. pou aan e men, de zaak daarmede nog met als geheel afge daan zou kunnen worden beschouwd. Dan is n.l, nog de goedkeuring van Ged. Sta ten noodig en spr. vreest, dat die op dit raadsbesluit niet zal zijn te verkrijgen. Spr. bedoelt hier geen bedreiging, doch hij gelooft dat Ged. Staten een begroo- tingswijziging voor werkloozenzorg niet zullen goedkeuren, als de raad met die beide commissie'! aankomt; wel echts* voor één commissie. De vraag ie nu ol de raad aan die beide commissie'* wil vasthouden, dan wel de moeilijkheid over bruggen. Toenadering. De heer Kortland begrijpt uit dep woorden van den Voorzitter, dat deze tot één oommisie wil komen. Dan zou de Raad den door spr. bepleiten weg moeten inslaan en een kleine oonoeMie doen. De heer P e e r b o 11 e zegt, dat het er in hoofdtaak om gaat, dat de belangheb benden worden geholpen. Spr. hbeft er geen bezwaar tegen, dat dit resultaat be reikt wordt door slechts één commissie in te stellen, mits die oommissie dan niet uitsluitend bestaat uit leden van het Burgerlijk Armbestuur. Met de opname van enkele dezer loden, desgewenscht ook den voorzitter, in de nieuwe com missie, kan spr., zpoala hij reeds in de vorige vergadering heeft gezegd, accoord gaan. Het moet echter een speciaal aan te wijzen commissie blijven. De heer Deerenberg'vraagt den Voorzitter wat dep heeft bedoeld toen hij sprak van overbrugging van moeilijk heden. De Voorsitter antwoordt hierop, dat hij den Raad zou willen voorstellen de beide reeds genomen besluiten in te trekken en één commissie in te stellen, in den geest, zooals door B. en W. be doeld, doch met die. wijiiging, dat ze zal bestaan uil den voorzitter en 2 leden van hst B. A„ 2 leden dis de Raad benoemt en 2 leden van de vakorganisatie'!. Dese beide laatstgenoemde setels souden fa cultatief moeten worden bezet. Ze dienen, al éaar de te behandelen aanvragen worden bezet, door afgevaardigden van verschillende organisaties. De heer Deerenberg oonstateert met vreugde, dat de Voors. en de Raad thans elkaar dicht genaderd zijn. Spr. zou gaarne weten of hetgeen de voorsit ter nu voorstelt, ook de instemming van de beide wethouders heeft. Weth. N i e k e r k antwoordt hierop, dat hij met het voorstel van den voor sitter aouoord gaat, mits van den naan Maatschappelijk Hulpbetoon wordt af gestapt. Spr. zag in oen naam liever uitkomen, dat het hier een tijdelijke op lossing gedurende de crisis betreft. De heer Deerenberg wil de com missie dan „Steuncommissie" noemen waarmede de wethouder rich kan ver- eemgen. De heer P e e r b o 11 e vindt het i voudiger om voor de organisaties 2 vaste leden te benoemen uit elk der centrales van vakvereemgingen. De heer Van Harmeien stemt met het idee in, doch acht het voldoende, als uit elke centrale 1 persoon wordt afge vaardigd. De commissie behoeft niet zoo groot te zijn. De heer Peerbolte kan zich daar mede vereehiugen. Het komt z.i. vrijwel op hetzelfde neer. Een incident. De heer Deerenberv zegt, dat het met het oog op de meerderheid wel een g verschil maakt, wat weth. Schreuder doet uitroepen, dat het er hier blijkbaar over gaat, wie de meerderheid zal heb ben. Aan dergelijke discussie's kan spr. niet deelnemen. Hij heeft den Voorzitter zooeven reeds gezegd dat hij niet lang meer kon blijven. Spr. zal nu vertrekken. (Luide protesten! De heer Schreu der spreekt van een vergadering vau onverantwoordelijke personen en verlaat dan de raadszaal). De heer Peerbolte protesteert hef tig tegen de houding van den wethouder, waarvoor naar spr. s meening geen en kele aanleiding bestaat. Laten we maar zeggen, roept spr. uit, dat wij weer de macht in handen willen hebben, dan heeft de heer Schreuder zijn zin. Spr. vindt het bespottelijk. De heer Van Harmeien, voort gaande, stelt voor, de commissie als volgt samen te stellen: De voorzitter van het B. A. wordt ook voorzitter van de steun» commisie en voorts krijgt nog 1 lid van het B. A. er zitting in. Verder wijst de raad 2 leden aan en de 3 vakcentrale# elk één lid, zoodat de commissie dan slechts 7 leden behoeft te tellen. De heer Peerbolte vraagt nog even het woord om te protesteeren tegen de woorden van weth. Schreuder. Spr. hoopt, dat de Voorzitter het daar met mede eens zal zijn. De Voorzitter merkt op, dat hij in de vorige vergadering wel als zijn meening heeft uitgesproken, dat de be schikking over de door de gemeenschap op te brengen gelden niet in handen moet worden gegeven van personen, die te veel belanghebbenden zijn. De heer Peerbolte is het daarmede volkomen eens. Spreker verklaart ver der, dat hij zich met het voorstel van den heer Van Harmeien geheel kan vereem- gen. De Voorzitter neemt het voorstel van den heer Van Harmeien over. Spr. wil voorts de steunbedragen, welke de commissie zal kunnen uitkeeren, vast stellen, zooals ze in het voorstel van B. en W. waren opgenomen. De heer Van Harmeien heeft on die regeling nog een kleine aanmerking. Spr. acht n.l. een bedrag van f 5 voor kostgangers te laag. De heer Deerenberg stemt daar mede in en ook de heer Peerbolte, die opmerkt dat niemand voor f 5 een kostganger zal willen houden. De Vb o r z 111 e r deelt mede, dat in gevolge het besluit der vorige vergade ring het voorstel inzake de steunregeling reeds ter goedkeuring is ingezonden. B. en W. willen echter trachten voor een hoogere uitkeering aan kostgangers toe stemming te verkrijgen. De commissie zal de bevoegdheid krijgen, onder haar zorgen op te nemen de door den minis»- ter genoemde groepen van crififwerk- looten en 2e aDe andere werklonen, niet behoorende tot de thuiszittende amen. Wat voor de laatste groep wordt uitge geven wordt jjpdergobracht in den poet Burgerl. Armbestuur. Zonder hoofdelijke stemming gaat de ra&d met deze voorstellen accoord en eveneens met dat om de beide, ter vorige vergadering genomen besluiten in te trekken. Wat -de oplossing van de finanoieele zijde van het vraagstuk betreft, zegt de heer Deerenberg, dat het tenslotte geen verschil maakt, of de winst uit de bedrijven al dan niet op de begrooting 1031 voorkomt. Als ze blijft gereserveerd voor de volgende begrooting, dan heeft men daarvoor nu reeds een aardig begin- saldo en kan men dus thans gerust met een matigen post „onvoorzien" volstaan. Het is dan geen bezwaar dien post tot f 4800 terug te brengen en op die wijze kan belastingverhooging voorkomen wor- in. De Voorzitter etelt voor, dat aan de oommissie voorloopig een crediet van f 1500 zal worden verstrekt en dat B. en W. in de volgend# raadsvergadering zul len komen met voorstellen tot dekking van deze uitgave. Ook B. en W. gaan Bever niet over tot belaatingverhooging als dat niet beslist noodig is. Zondsr hoofdelijke stemming gaat de Raad ook met dit voorstel aoooord. Weth. N ié kerk brengt den Voor zitter dank voor diens uitstekends lei ding van deze besprekingen. Het doet spr. genoegen dat thana een regeling ie getroffen waarin ook spr.'s wensch wordt bevredigd. Benoeming commissieleden. Hierop komt aan de orde de benoe ming van twee leden der steuncommis sie door den Raad. De Voorzitter schorst opnieuw de vergadering. Na heropening volgt do stemming. Als leden worden'Benoemd de heeren J. A. Woudenberg en Hugo Scheer, reep. met 7 en 0 stemmee. Op de heeren G. Vreedenburgh, H. J. Adri- aens en M. A. Valk worden reep. 2, 2 «n 1 st. uitgebracht. Tot plaatsvervangers benoemt de Raad voorts de heeren H. J. Adriaens en M. A. Valk met reap. 8 en 0 «temmen (2 st. op den heer C. Vreedenburgh en 1 op de heeren W. Kerremaus en Hugo Scheer). De heey Deerenberg zegt, dat de minister in zijn circulaire ook vraagt of er in deze gemeentfe werken zijn die ge schikt zijn voor werkverschaffing. Spr. wijst in deze op de Groote Gracht, die nog altijd moet worden uitgebaggerd. De Voorzitter antwoordt hierop, dat B en W. in hun voorstel reeds heb ben verklaard, dat zij als de 'werkloos heid in de bouwbedrijven mocht aanhou den, bereid zijn naar productieve werk verschaffing opi te zien. Spr. zou thans nog even willen aanzien hoe het loopt met de werkloosheid. Hij vestigt er de aan dacht op, dat het lijstje van ingeschre venen niet als een thermometer van de werkloosheid kan worden beschouwd. Daar komen ni. werknemers op voor, die tijdelijk of een deel der week werk heb ben, doch in afwachting van vast werk ingeschreven blijven. Toen er bijv. dezer lagen schilders werden aangevraagd bleken alle ingeschreven schilders aan het werk te zijn. Vier der ingeschrevenen werkzoekenden hebben thans voor 32 uur per week werk; anderen werken een klei ner gedeelte van de week enz. Zoo zijn er 24 van de 65 werkloozen niet geheel erkloos. De heer Van H&rmelen zegt dat B. en W. een circulaire hebben ontvangen van den minister over jeugdige werk loozen. Spr. vraagt of B. en W. bereid zijn de daarin bedoelde enquête in te stellen. De Voorzitter zegt, dat in Schoon hoven waarschijnlijk 1 of 2 jeugdiee werjdoozen zijn. Het zal moeilijk gaan voor hen een cursus in te stellep, zooals de minister bedoelt. Bovendien is hier ook de vakschool. De heer Van Harmeien verklaart het bezwaar in te zien. Spr. hééft slechts willen weten, hoe het met deze zaak stond. De vergadering wordt hierop gesloten. KANTONGERECHT GOUDA. Uitspraken van 26 Maart Wegens schoolverzuim: L. T. te Moor drecht, schuldig zonder ioepassing van straf, P. v. B. B. te Nieuwerkerk, 5 subs 1 d.; J. R. te Gouderak, 2 d. h.; A B. te Gouda, f 3 subs. 1 d; D V. te Moordrecht, schuldig zonder toepassing van straf. Wegens Overtreding Arbeidswet G- V. te W&ddinxveen, 2 maal f 6 subs. 2 maal 3 d. h. Wegens straatschenderij: H. Th. Z. te Gouda, f 1 subs. 1 d. Wegens/rijwiel zonder licht: M. H. B. te Gouda, P. V. te Moordrecht, G. W. F. H. te Gouda, ieder f 2 subs. 1 d. Wegens rijwiel zonder bel: A. R. te Gouda, P. G. T. te Reeuwijk en P. W. A \an L. te Gouda, ieder f 2 subs. 1 d. Wegens overtreding ijkwet: H. de P. te Gouda, f 1 subs. 1 d. h., met verbeurd verkaring van het gewicht. Wegens op den openbarenweg een per soon naroepen: P. Z. te Zevenhuizen f 10 subs. 2 d. Weaens overtreding van art. Ia verord winkelsluiting te Gouda: M. J. de J. en H. M. L., beiden t« Gouda, ieder f 1 subs. 1 d. Wegens ovsrtreding van arf n M. en R reglement: M. K. te Waddinxveen, i subs. 2 d. Wegens overtreding van art. 17 A. P. V. te Gouda: W. V. te Goud*, f 0,uu subs. 1 i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1931 | | pagina 7