j* MET DE TOTSTANDKOMING VAN DIT MODEPALEIS
ZIJN WIJ OVERTUIGD AAN EEN REEDS LANG DLOR ONZE GEACHTE DAMES-
CLIENTÈLE GEVOELDE BEHOEFTE TE HEBBEN VOLDAAN.
Dit modern, schitterend ingelicht magazijn bevat hoofdzakelijk onze afdeelingen
DAMES- EN MEISJESKLEEDING
ALSMEDE DAMESHOEDEN. LINGERIE, DAMESSCHOENEN EN MODE-ARTIKELEN.
Fraaie overzichtelijke etalages, ruime, gezellige paskamers en vlotte deskundige bediening
vergemakkelijken uw keus.
Ook het hoofdgebouw heeft vele verbeteringen ondergaan, hetgeen de afdeelingen
HEEREN- EN JONGENSKJLEEDING
alsmede de Heeren Mode-artikelen zeer ten goede is gekomen. Beide gebouwen zijn onderling
verbonden door een breeden, gezellig mgerichten tunnel, welke het verkeer tusschen beide
magez'jnen voor onze cliënten vergemakkelijkt. WiltU dus naar ons ander gebouw, dan heeft
U geen moeilijkheden met het drukke verkeer; U gaat eenvoudig onder de Hoofdsteeg door.
RECEPTIE VRIJDAG VAN 5.30 TOT 7 UUR MM.
2 UUR N.M.
DE VERKOOP IN HET NIEUWE MAGAZIJN BEGINT ZATERDAG
Binnenland.
Gemeenteraad Schoonhoven
Rechtszaken
GROOTE EXPOSITIE INGANG HOOFDGEBOUW, HOOFDoTEEG hoek Houttuin
VIERDE BLAD
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, SchaonhoYMUha Courant
VRUDAB 17 MAART 1WI
de tollen op den utrechtschen
STRAATWEG.
B. en W. van Utrecht hebben op de
vragen van het/ raadslid, den heer Frijda,
geantwoord, dat rij op de hoogte zijn van
de feiten, naar welke de rechtstoestand
van den straatweg Utrecht—Vreeswijk
moet worden s beoordeeld. Omtrent de
hoofdpunten daarvan hebben lij den raad
ingelicht bij hun voorstel van 20 Novem
ber 1920, waarin de vermelding voor
komt, dat de weg bij keizerlijk decreet van
10 December 1811 is gerangschikt onder
de „routes impórialies de lre classe" en
diensvolgens op rijkskosten is,bestraat en
verbreed.
De feiten ainda dien nagaande, komen
B. en W. tot de conclusie, dat het rijk
zioh aan de zorg voor den weg gaande
weg minder en ten laatste in het geheel
niet meer gelegen heeft laten liggen, zoo
dat de gemeente reeds sedert verscheide
ne tientallen jaren een volkomen zelfstan
digheid heeft genoten, zoowel bij het na
komen van haar onderhoudsplicht als bij
het verleenen van vergunningen voor de
uitvoering van werken in den weg door
derden.
ïn de afgeloopen maanden van dit jaar
hebben zij rich reeds tweemaal tof den
Minister van Waterstaat gewend en
daarbij op een apoedlge regeling van de
opheffing van de tollen aangedrongen,
zulks laatstelijk ter uitvoering van de op
dracht hun verstrekt door aanneming
van een desbetreffend voorstel van den
heer Jan C do Haas ln de raadsverga-
ring van 5 Maart
Buitengewone vergadering van den
gemeenteraad van Schoonhoven op
Woensdag 25 Maart.
Voorzitter mr. F. L. J. E. Rambonnet,
burgemeester. Afwezig mr. G. van Leeu
wen van Duivenbode.
De V oo ril tier opent de vergade
ring en «telt aan de orde een nadere be
spreking van het raadsbesluit tot instel
ling van een Maatschappelijk Hulpbetoon
en de daarvoor verelschte maatregelen.
De heer Van Harmeien zegt, dat
het nem heeft getroffen, dat B. en W
aan het voorstel van spr's fractie een
andere lezing geven dan de voorstellers.
B. en W. stellen het voor alsof de finan-
cieele gevolgen van het voorstel van dien
aard zijn, dat daarom geen hunner de lei
ding van de commissie kan aanvaarden.
Spr. kan zich dat financieele bezwaar
met goed indenken. Als dezelfde gega
digden, die zich voortaan tot M. H. zul
len wenden, in plaats daarvan op het
Burgerl. Armbestuur bleven aangewezen,
dan zou aan die instelling een hoogere
subsidie moeten worden verleend, tot de
zelfde bedragen.
Spr.'s collega Deerenberg zal de finan
cieele zijde dezer zaak nader bespreken-
Geen Armenraad.
Als B. en W. hot voorstel goed hadden
gelezen, dan hadden zij gezien dat er
wordt gesproken van het „zoo mogelijk
inwinnen van inlichtingen bij den secre
taris van den Armenraad. Spr's fractie
heeft echter met bedoeld om naasl ue
nu reeds bestaande instellingen ook nog
een armenraad te stichten. Zij heeft zich
alleen bij haar voorstel bediend van een
concept-regeling, waarin met de moge
lijke aanwezigheid van een armenraad is
rekening gehouden.
Het secretariaat van M. H. behoeft
geen financ. moeilijkheden op te levenu.
Eén persoon kan hier voorzien in de
functie's van secretaris der verschillen
de instellingen.
Spr. komt voorta tot het besluit van den
voorzitter, om geen nietigverklaring va"
het raadsbeeluit aan te vragen, oa. om
dat Ged. Staten toch het besluit moeten
goedkeuren. Als 13. en W. verwa-btnn,
dat Ged. Staten die goedkeuring ntet
zullen verluenen, ziet apr. daarin oei
grooto inconsequentie.
Spr. meent to moeten constates ren,
dat B. en W. tegenover deze zaak on
svmpathiek staan. Do moeilijkhedeu, dij
zij zien, kunen naar spr.'s meening gu
vooglijk terzijde worden gesteld.
De heer Deerenberg bespreekt de
■temming,in de vorige vergadering. Het
is eigenlijk een min of me«T juridleohe
opmerking, die hij hierovér wil maken
Naar aanleiding van een interruptie
deelt de Voorrltter mede, dat ie
heer Van T eeuwen van Duivenbode ken
nis heeft gegeven, dat hij verhinderd is.
deze vergadering bij te wonen. Spr. was
vergeten dit mede te doelen.
De heer Deerenberg zegt, d&t de
Voorzitter in de vorige vergadeiing eon
groote fout heeft gemaakt.
De Voorzitter: Dank U, dat is
recht op den man af.
De heer Deerenberg merkt op, dat
de Voorzitter in deze woorden geen be-
leediging behoeft te zien. Het ie toch de
gewoonte, dat als op een voorstel een
amendement wordt ingediend, zooais toen
de heer Kortland deed, men imt
eerst in stemming brengt. Spr. herhaalt
voorts wat hij in de vorige vergadering
reeds heeft gezegd, n.l. dat de nu ge
schapen toestand eenvoudig is en er van
een chaos geen sprake is. Voor wat dooi
M. H'. wordt uitbetaald krijgt men geen
rijkssubsidie; voor wat de crisis-werk-
loozen betreft wel.
Met B. en W's opmerking over den
Armenraad en de h.i. noodige belasting-
verhooging, is de zaak wat onsympa
thiek geworden Naar spr.'s meening is
oen belastingverhooging niet noodig. B.
en W. hebben tweemaal kans gezien een
J*?rdeelige kasgoldleening af te sluiten.
Wt was *e^ zuiver gevolg van de slech
te economjéche omstandigheden. Spreker
meent dot het voor de hand ligt hel toen
bereikte voordeel nu te baat te nemen
voor de werkloozenzorg.
In de post onvoorziene uitgaven Van
f 6500 op deze begrooting is ook een
bedrag gereserveerd voor salarisverho
gingen. Dat bedrag ligt tusschen f J000
tot f 3000. Spr. zou het zeer onverant
woordelijk vinden als onder de huidige
omstandigheden salaris-verhoog ngen wer
den gegeven. Dom post kan duè goed
voor de werkloosheidsuitgaven worden
benut. Spr. geeft B. en W. ernstig in
overweging de oplossing in den post „on
voorziene uitgaven" to zoeken.
De heer Olree bestrijdt opnieuw de
meening van den heer Van Harmeien,
dat de gemeente slechts rijkssubsidie
heeft aan te vragen en ze dan krijgt
Spr. leest vo-r uit de circulaire, dat de
minister de indeeling van werkloozen on
der de crisis-regeling voor ieder» ge
meente eerst afzonderlijk overweegt, wat
in de vorige vergadering de heer Van
Harmeien betwistte.
Het doet spr. genoegen, dat de heer
Deerenberg, die indertijd pleitte voor sa-
larisverhoogingen, daar thans op terug
komt. Spr vreest, dat men aan belas
tingverhoging niet zal kunnen ontko
men.
De heer P e e r b o 11 e zegt dat de men-
echen, die het goed hebben, over de wei k
loosheid spreken als ware het een weers
verschijnsel- i)e Raad heeft de verplich
ting te zorgen dat de nadeelige Kevol80n
van de werkloosheid voor de gedupeer
den zooveel mogelijk beperkt blijven
Daarom zal spr. tegen een belastmgver
hooging niet opzien als die werkelijk
noodig mocht blijken om de werkloozen
voor ondergang te behoeden.
De Voorzitter zegt dat het voor
hem, die ook de financiën van de gemeen
te onder zijn beheer heeft, moeilijk is de
leden te beantwoorden. Wie een bepaald
steUel heeft opgebouwd en dat achter
zijn rug ziet afgebroken, komt daardoor
in een lastig parket te staan. Spr acht
zich persoonlijk niet geschikt voor de
leiding van de commissie voor M. H..
doch bewondert hen, die dat wel zijn»
zooals de leden van het B A. Spr. ge
looft dat hij te royaal zou wezen.
B. en W. hebben ingezien dat het
raadsbesluit niet is uit te voeren zonder
eon nader overleg met den Raad. Spr
begrijpt niet, hoe de Raad daar bezwa
ren togen kan hebben.
In het voorstel ijler soc.-dem. fractie
wordt wel degelijk gesproken van een Ar
menraad. Al» de heeren dien totaal over
bodig achten, dan 'is spr. het met hen
eens, doch aangezien de Raad bedoeld
PAA8CH VLEESCH.
Paschen is het einde van de groote vasten en een ruimer vleeschgebruik is dan
weer veroorloofd. Men ziet dan ook tegen Paaachtijd veehandelaars en slagers in de
weer om groote en mooie beesten te verkoopen en te koopen .Het plaatje hier
boven is een afbeelding van de veetentoonstelling te Tiel,
voorstll heeft aangenomen, heelt hij tot
een Armenraad besloten.
8. en W. niet fnthoueiast.
B. en W. leggen, «*ar de heer Van
Harmeien zegt, de zaak moeilijkheden in
den weg. Spr. zegt dat B en W. de be
sluiten van den Raad willen uitvoeren,
zooals zij dat verplicht zijn. Men moet
echter niet van hft ooilege verwéohten
det het nu plotseling enthousiast is 3/er
dat besluit en met volle ambitie de uit
voering ervan ter hand kan nemen. Het
college heeft nog zijn eigen standpunt.
Over de financieele zijde van de zaak is
spr. Jhiet zoo optimistisch als de voor
stellers. Spr. "metot dat de rijkzuitkee-
nng, die v&rieert van 25 tot 76 pCt., foor
Schoonhoven niet zoo heel hoog zal zijn.
Dat hij in de vorige vergadering eeji
fout heeft gemaakt erkent spr., doch niet
die, welke de heer Deerenberg bedoelt.
Spr. had n.l. na aanneming van het eer
ste deel van hét voorstel moeten weigeren
het'tweede in stemming te brengen, om
dat met de eerate stemming het geheele
voorstel der S.D.A.P.-fractie eigenlijk
was verworpen. De voorstelling van dan
heer Deerenberg omtrent de amendemen
ten is echter onjuist.
De heer Deerenberg heeft B. en W.
verwezen naar den post „onvooriién"
Spr. wijst sr echter op dat men een gul
den niet 2 of 8 maal kan uitgeven.
De heer Deerenberg: Het bedrag
is nog niet uitgegeven.
De Voorsit4er antwoordt, dat de
Raad indertijd verwachtingen heeft ge
wekt door een post voor het georgani
seerd overleg te reserveeren. Als de Raad
dat geld thans voor andere doeleinden
wil benutten, kan spr. dat niet op zijn
verantwoording nemen.
Verder is er nog een tegenvaller. Ged.
Staten gaan er niet mee accoord, dat oy
de begrooting voor 1031 een post van
f 8500 voorkomt van winst uit de oo drij
ven. Die winst mag eerst op de begroo
ting van 1082 worden benut. Om die te
genvaller te dekken bédden B. en W. den
voordeeligen posHt noodig dien de heer
Deerenberg althans gedeeltelijk zou
willen benutten om nu aan belastingver-
hooging te ontkomen. Het bedrag van
f 4800, dat nog van den poet „onvoor
zien" overschiet, moet noodig worden
gespaard. Ged. Staten pleiten steeds
voor een veel hoogeren poet voor „on
voorzien". Spr. herhaalt zijn verklaring
omtrent de kwestie van den armenraad
Wat B. en W. daaromtrent schrijven is
geen chicaneeren; het geldt hier eenvou
dig een uitvoerm- van wat de Raad
heeft besloten. Als echter de voorstellers
dien Armenraad willen laten vervallen,
dan gaan B. en W. daar dadelijk mede
accoord. Er blijft dan no* over de criA»-
commissie en die voor Maatschappelijk
Hulpbetoon.
De heer Deerenberg blijft van
meening dat hetgeen de heer Kortland
in de vorige vergadering voorstelde, een
amendement is, hetwelk spr. heeft ge
steund.
Weth. Schreuder ontkent dat
De heer Deerenberg zegt, dat de
héér Schreuder in ieder geval niet zal
kunnen betwisten, dat spr. een amende
ment heeft bedoeld. In antwoord op hel
betoog van den heer Olree ontkent spr.
ten stelligste dat hij het zou hebben wil
len doen voorkomen, als zou de ministei
de indeeling van de werkloozen m do
cnsisregelm" niet aan zijn nadere goed
keuring onderwerpen.
Van de commissie voor georganiseerd
overleg is ook spr. lid. In tegenstelling
met den Voorzitter neemt hij echter voor
100 pCt. de verantwoording op zich om
het bedrag dat in den post „onvoor
zien" is gereserveerd voor het
gladstrijken van plooien
.n de salarisregel.ngen, voorloopig te be
nutten voor een doel, waarvoor het nu
dringender noodig is. Het verheugt spr.,
dat de soc.-democratische raadsleden,
met wie hij hierover heeft gesproken,
daarmede accoord gaan. Spr. zou heden
q/an crediet van f 2000 a f 8000 voor
werkloozenzorp willen toestaan.
Er is in de gemeente beweerd, dat het
gevolg van het genomen raadsbesluit zal
zijn, dat ook werkloozen, die daarop
geen aanspraak msiken, of om het rechte
woord hier maar te bezigen, de „slam
pampers" van de steunregeling zullen
profiteeren. Spr. bestrijdt dat met na
druk. In het voorstel zijn scherpe con
trolemaatregelen genoemd. I
Weth. Niekerk stelt voor, de ver
gadering een oogenblik te 'schorsen. Spr.
zou gaarne even overleg plegen met de
overige leden van het college van B. en
W.
De heer Kortland vraagt vóór dien
nog even het woord. De zaak komt nu
hierop neer, dat B. en W. het raadsbe
sluit willen uitvoeren, doch met den raad
overleg plegen over de financieele oplos
sing. Spr. wijst er nu o~ dat hij bij de
behandeling der belastingvoorstellen
reeds heelt gepleit voor een iets hoogere
Heffing. Hij gelooft dat die een volgend
jaar toch noodig zal zijn en ziet er der
halve geen bezwaar in, om reeds nu tol
die verüooging te besluiten.
De Voorzitter schorst hierop de
vergadering.
Na heropening zegt de Voorzitter,
dat, wanneer de Raad thans de voor
stellen van B. en W. pou aan e men, de
zaak daarmede nog met als geheel afge
daan zou kunnen worden beschouwd. Dan
is n.l, nog de goedkeuring van Ged. Sta
ten noodig en spr. vreest, dat die op dit
raadsbesluit niet zal zijn te verkrijgen.
Spr. bedoelt hier geen bedreiging, doch
hij gelooft dat Ged. Staten een begroo-
tingswijziging voor werkloozenzorg niet
zullen goedkeuren, als de raad met die
beide commissie'! aankomt; wel echts*
voor één commissie. De vraag ie nu ol
de raad aan die beide commissie'* wil
vasthouden, dan wel de moeilijkheid over
bruggen.
Toenadering.
De heer Kortland begrijpt uit dep
woorden van den Voorzitter, dat deze tot
één oommisie wil komen. Dan zou de
Raad den door spr. bepleiten weg moeten
inslaan en een kleine oonoeMie doen.
De heer P e e r b o 11 e zegt, dat het er
in hoofdtaak om gaat, dat de belangheb
benden worden geholpen. Spr. hbeft er
geen bezwaar tegen, dat dit resultaat be
reikt wordt door slechts één commissie
in te stellen, mits die oommissie dan
niet uitsluitend bestaat uit leden van het
Burgerlijk Armbestuur. Met de opname
van enkele dezer loden, desgewenscht
ook den voorzitter, in de nieuwe com
missie, kan spr., zpoala hij reeds in de
vorige vergadering heeft gezegd, accoord
gaan. Het moet echter een speciaal aan
te wijzen commissie blijven.
De heer Deerenberg'vraagt den
Voorzitter wat dep heeft bedoeld toen
hij sprak van overbrugging van moeilijk
heden.
De Voorsitter antwoordt hierop,
dat hij den Raad zou willen voorstellen
de beide reeds genomen besluiten in te
trekken en één commissie in te stellen,
in den geest, zooals door B. en W. be
doeld, doch met die. wijiiging, dat ze zal
bestaan uil den voorzitter en 2 leden van
hst B. A„ 2 leden dis de Raad benoemt
en 2 leden van de vakorganisatie'!. Dese
beide laatstgenoemde setels souden fa
cultatief moeten worden bezet. Ze dienen,
al éaar de te behandelen aanvragen
worden bezet, door afgevaardigden van
verschillende organisaties.
De heer Deerenberg oonstateert
met vreugde, dat de Voors. en de Raad
thans elkaar dicht genaderd zijn. Spr.
zou gaarne weten of hetgeen de voorsit
ter nu voorstelt, ook de instemming van
de beide wethouders heeft.
Weth. N i e k e r k antwoordt hierop,
dat hij met het voorstel van den voor
sitter aouoord gaat, mits van den naan
Maatschappelijk Hulpbetoon wordt af
gestapt. Spr. zag in oen naam liever
uitkomen, dat het hier een tijdelijke op
lossing gedurende de crisis betreft.
De heer Deerenberg wil de com
missie dan „Steuncommissie" noemen
waarmede de wethouder rich kan ver-
eemgen.
De heer P e e r b o 11 e vindt het i
voudiger om voor de organisaties 2 vaste
leden te benoemen uit elk der centrales
van vakvereemgingen.
De heer Van Harmeien stemt met
het idee in, doch acht het voldoende, als
uit elke centrale 1 persoon wordt afge
vaardigd. De commissie behoeft niet zoo
groot te zijn.
De heer Peerbolte kan zich daar
mede vereehiugen. Het komt z.i. vrijwel
op hetzelfde neer.
Een incident.
De heer Deerenberv zegt, dat het
met het oog op de meerderheid wel een g
verschil maakt, wat weth. Schreuder
doet uitroepen, dat het er hier blijkbaar
over gaat, wie de meerderheid zal heb
ben. Aan dergelijke discussie's kan spr.
niet deelnemen. Hij heeft den Voorzitter
zooeven reeds gezegd dat hij niet lang
meer kon blijven. Spr. zal nu vertrekken.
(Luide protesten! De heer Schreu
der spreekt van een vergadering vau
onverantwoordelijke personen en verlaat
dan de raadszaal).
De heer Peerbolte protesteert hef
tig tegen de houding van den wethouder,
waarvoor naar spr. s meening geen en
kele aanleiding bestaat. Laten we maar
zeggen, roept spr. uit, dat wij weer de
macht in handen willen hebben, dan
heeft de heer Schreuder zijn zin. Spr.
vindt het bespottelijk.
De heer Van Harmeien, voort
gaande, stelt voor, de commissie als volgt
samen te stellen: De voorzitter van het
B. A. wordt ook voorzitter van de steun»
commisie en voorts krijgt nog 1 lid van
het B. A. er zitting in. Verder wijst de
raad 2 leden aan en de 3 vakcentrale#
elk één lid, zoodat de commissie dan
slechts 7 leden behoeft te tellen.
De heer Peerbolte vraagt nog even
het woord om te protesteeren tegen de
woorden van weth. Schreuder. Spr.
hoopt, dat de Voorzitter het daar met
mede eens zal zijn.
De Voorzitter merkt op, dat hij
in de vorige vergadering wel als zijn
meening heeft uitgesproken, dat de be
schikking over de door de gemeenschap
op te brengen gelden niet in handen
moet worden gegeven van personen, die
te veel belanghebbenden zijn.
De heer Peerbolte is het daarmede
volkomen eens. Spreker verklaart ver
der, dat hij zich met het voorstel van den
heer Van Harmeien geheel kan vereem-
gen.
De Voorzitter neemt het voorstel
van den heer Van Harmeien over. Spr.
wil voorts de steunbedragen, welke de
commissie zal kunnen uitkeeren, vast
stellen, zooals ze in het voorstel van B.
en W. waren opgenomen.
De heer Van Harmeien heeft on
die regeling nog een kleine aanmerking.
Spr. acht n.l. een bedrag van f 5 voor
kostgangers te laag.
De heer Deerenberg stemt daar
mede in en ook de heer Peerbolte,
die opmerkt dat niemand voor f 5 een
kostganger zal willen houden.
De Vb o r z 111 e r deelt mede, dat in
gevolge het besluit der vorige vergade
ring het voorstel inzake de steunregeling
reeds ter goedkeuring is ingezonden. B.
en W. willen echter trachten voor een
hoogere uitkeering aan kostgangers toe
stemming te verkrijgen. De commissie
zal de bevoegdheid krijgen, onder haar
zorgen op te nemen de door den minis»-
ter genoemde groepen van crififwerk-
looten en 2e aDe andere werklonen, niet
behoorende tot de thuiszittende amen.
Wat voor de laatste groep wordt uitge
geven wordt jjpdergobracht in den poet
Burgerl. Armbestuur.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de
ra&d met deze voorstellen accoord en
eveneens met dat om de beide, ter vorige
vergadering genomen besluiten in te
trekken.
Wat -de oplossing van de finanoieele
zijde van het vraagstuk betreft, zegt de
heer Deerenberg, dat het tenslotte
geen verschil maakt, of de winst uit de
bedrijven al dan niet op de begrooting
1031 voorkomt. Als ze blijft gereserveerd
voor de volgende begrooting, dan heeft
men daarvoor nu reeds een aardig begin-
saldo en kan men dus thans gerust met
een matigen post „onvoorzien" volstaan.
Het is dan geen bezwaar dien post tot
f 4800 terug te brengen en op die wijze
kan belastingverhooging voorkomen wor-
in.
De Voorzitter etelt voor, dat aan
de oommissie voorloopig een crediet van
f 1500 zal worden verstrekt en dat B. en
W. in de volgend# raadsvergadering zul
len komen met voorstellen tot dekking van
deze uitgave. Ook B. en W. gaan Bever
niet over tot belaatingverhooging als dat
niet beslist noodig is.
Zondsr hoofdelijke stemming gaat de
Raad ook met dit voorstel aoooord.
Weth. N ié kerk brengt den Voor
zitter dank voor diens uitstekends lei
ding van deze besprekingen. Het doet
spr. genoegen dat thana een regeling ie
getroffen waarin ook spr.'s wensch wordt
bevredigd.
Benoeming commissieleden.
Hierop komt aan de orde de benoe
ming van twee leden der steuncommis
sie door den Raad.
De Voorzitter schorst opnieuw de
vergadering. Na heropening volgt do
stemming. Als leden worden'Benoemd de
heeren J. A. Woudenberg en Hugo
Scheer, reep. met 7 en 0 stemmee. Op
de heeren G. Vreedenburgh, H. J. Adri-
aens en M. A. Valk worden reep. 2, 2 «n
1 st. uitgebracht.
Tot plaatsvervangers benoemt de Raad
voorts de heeren H. J. Adriaens en M. A.
Valk met reap. 8 en 0 «temmen (2 st. op
den heer C. Vreedenburgh en 1 op de
heeren W. Kerremaus en Hugo Scheer).
De heey Deerenberg zegt, dat de
minister in zijn circulaire ook vraagt of
er in deze gemeentfe werken zijn die ge
schikt zijn voor werkverschaffing. Spr.
wijst in deze op de Groote Gracht, die
nog altijd moet worden uitgebaggerd.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat B en W. in hun voorstel reeds heb
ben verklaard, dat zij als de 'werkloos
heid in de bouwbedrijven mocht aanhou
den, bereid zijn naar productieve werk
verschaffing opi te zien. Spr. zou thans
nog even willen aanzien hoe het loopt met
de werkloosheid. Hij vestigt er de aan
dacht op, dat het lijstje van ingeschre
venen niet als een thermometer van de
werkloosheid kan worden beschouwd.
Daar komen ni. werknemers op voor, die
tijdelijk of een deel der week werk heb
ben, doch in afwachting van vast werk
ingeschreven blijven. Toen er bijv. dezer
lagen schilders werden aangevraagd
bleken alle ingeschreven schilders aan
het werk te zijn. Vier der ingeschrevenen
werkzoekenden hebben thans voor 32 uur
per week werk; anderen werken een klei
ner gedeelte van de week enz. Zoo zijn
er 24 van de 65 werkloozen niet geheel
erkloos.
De heer Van H&rmelen zegt dat B.
en W. een circulaire hebben ontvangen
van den minister over jeugdige werk
loozen. Spr. vraagt of B. en W. bereid
zijn de daarin bedoelde enquête in te
stellen.
De Voorzitter zegt, dat in Schoon
hoven waarschijnlijk 1 of 2 jeugdiee
werjdoozen zijn. Het zal moeilijk gaan
voor hen een cursus in te stellep, zooals
de minister bedoelt. Bovendien is hier
ook de vakschool.
De heer Van Harmeien verklaart
het bezwaar in te zien. Spr. hééft slechts
willen weten, hoe het met deze zaak
stond.
De vergadering wordt hierop gesloten.
KANTONGERECHT GOUDA.
Uitspraken van 26 Maart
Wegens schoolverzuim: L. T. te Moor
drecht, schuldig zonder ioepassing van
straf, P. v. B. B. te Nieuwerkerk, 5
subs 1 d.; J. R. te Gouderak, 2 d. h.;
A B. te Gouda, f 3 subs. 1 d; D V. te
Moordrecht, schuldig zonder toepassing
van straf.
Wegens Overtreding Arbeidswet G- V.
te W&ddinxveen, 2 maal f 6 subs. 2 maal
3 d. h.
Wegens straatschenderij: H. Th. Z. te
Gouda, f 1 subs. 1 d.
Wegens/rijwiel zonder licht: M. H. B.
te Gouda, P. V. te Moordrecht, G. W. F.
H. te Gouda, ieder f 2 subs. 1 d.
Wegens rijwiel zonder bel: A. R. te
Gouda, P. G. T. te Reeuwijk en P. W. A
\an L. te Gouda, ieder f 2 subs. 1 d.
Wegens overtreding ijkwet: H. de P. te
Gouda, f 1 subs. 1 d. h., met verbeurd
verkaring van het gewicht.
Wegens op den openbarenweg een per
soon naroepen: P. Z. te Zevenhuizen
f 10 subs. 2 d.
Weaens overtreding van art. Ia verord
winkelsluiting te Gouda: M. J. de J. en
H. M. L., beiden t« Gouda, ieder f 1
subs. 1 d.
Wegens ovsrtreding van arf n M. en
R reglement: M. K. te Waddinxveen, i
subs. 2 d.
Wegens overtreding van art. 17 A. P.
V. te Gouda: W. V. te Goud*, f 0,uu
subs. 1 i