Behang vana! 6 cl. p. rol Glansverf vanaf 70 cl. Grondverf Yanaf 60 K.G.bas wia'Sodigd'hïdln
lineL
x:
MET ONZE ALLES
VERSLAANDE CONCURRENTIEPRUZEN
16
IIM v.ROSSEM's TROOST
ZIE ONZE PRIJZEN J Ax.ninster Karpetten
LINOLEUMS Tapis Beloe Karpetten
Bericht Yah Inzet
BET BUIS
Polder jBBHoeiBflScnusoi"
Schouw
Burgerwoonhuis
f 6
Voor goede optiek
CompleteMeubüeeriné
ApjM9S1
BEKLEEDINGEN
B8Drv.il mist
mm blab
nnrmemrr.
1/
VLOERZEILEN
Vraagt het Karpet van het heden en de toekomst
GROOTST SPECIAAL TAPUT:
prP/rn
MAKELAARSKANTOOR
van G. VAN DER HORST
Wei- en Bouwland
Bergambacht
Notaris Mahlstede
Lekkerkerk
- SaltgMlMld voer bet
Weldea vu S Pinken
KERKBOEKEN
BOEKEN
TEKSTEN - - -
FIRMA J. DE ORUUTER
SCHOONHOVEN - -
Uit de band te koop:
Voorjaar 1931
NeerlandSa rqanal
JOB. IOEFIABEL, Damt- in Heerenkapper. Tel. 95. SCHOOnHOUEn
M. EEGDEMAN, HAASTRECHT
P. J. DE HOOG VAN DEN BERGH
Haven W.-Z. 6-8 Schoonhoven
Karpetten. Linoleum, Vloerzeilen
Vitrage, Cocos, Chinamatten enz.
Alle soorten Meubelen.
Voor wat moet U te veel
betalen
HEEREN-COSTUUM
loriB TlBndBUIBD 3 "'li VsMwiBksi Bouda
H.H. Pluimveehouders
J. BOS
Brooi-Ammers
137
Van Rondom
FEUILLETON
Om honderd duizend
dollar!
Mengelwerk.
Een Liefde op de
Antillen.
VB1JDMB n AFB1L 1tfl
nn^irtri» i
3X4 Wol plucho AX-IA90
minster. Ruime sorteer.
3X4 Tapis beige bouclé T' 90
Nieuwste uitvoerinaen
3X4 Wol pluche Ax- 0X90
minster. Mod. dessins itj.
183 braad Linoleum 4JLK
prima kwaliteit I.
200 braad Unolaum tin
Hollandsch fabrikaat I.
Naderlandsch Linoleum
Nieuwste uitvoeringen
3x4 Imitatie bouclé II50
3X4 Prima Eng.
mlneterZulv.wolpluche
Het aangewezen
kemer karpel
Extra zwaar
3X4 Degelijk huiakamer |£90
Karpet met wol ID.
3x4 Prima wollan
huiskamer karpet
Eigen ontwerpen
10,
200 o.M. br. moderne 230
daseins
Prima Linoleum, da
aangsoraien vloarba-
dekklng.200 o.M braad
Da nlauwata daseins
Prima Eng. Vloarxail
183 o.M. braad
3X47] Prima Eng. Ax-
mlnatar. Pracht dasalna.
Prima dubbel gavarn.
Eng. Vloarxail 183 c.M.I"
braad
200 c.M. braad Zall (45
Engelach fabrikaat I.
Hal bouclé Karpet aan belas zijden la leggen 2|.w Jt7*° 36.*"
200 c.M. dubbel gevern. j jg
Hoaraall Eng. fabrikaat
BEDDEN- tri MEUBELHUI5.
n"A"M
510
Oeef de bode kleurstaaltje voor verf of last hem stalenboek halen. Alle verf in gesloten bussen.
en behangen. Zeer goedkoop.
Beéedigd Makelaar in Onroerende
üoederen, - Hypotheken tot elk
bedrag op Huizen en Landerijen
tegen lage rente:
Koop, verkoop huur en verhuur
Huizen en Landerijen
Ksrle Dijk 8 Schatihovca
Tel. 100.
met het perceel
onder de gemeente
aan den Oroenen Kerkweg, groot
2.28.55 centlaren, geveild ten over
staan van
te Bergambacht den 7 April 1931,
is in bod gebracht op
ff B800.
DE AFSLAS blijft bepaald op
Dinsdag 14 April 1931,
des avonds half acht uur in het
Café 't CENTRUM" te
BERGAMBACHT.
EERSTVOLGENDE Hl
TREKKING 22 APRIL
inschrijving op a«
in geheel Nederland wettig
geoorloofde premieleeningen
Oroep „H"
1% Had rirlls PriililitiR 1.1911
5% Crsdlt nation. Prsmlsiotsif .1919
Oegarandeerd door den
Franschen Staat.
Jaarl. 10 trekkingen met
volgende prijzen:
Fr5. 1.000000 500.000
200.000, 100.000, 50.000 enz.
Geen nieten! Elk lot esn prijsI
Maandelijksche atlossing
slechts I Sa-a
Ondergeteekende verzoekt
Prospectus gratis door:
O. STROETZEL,
Advert.-Bureau, Haarlem
Postbox No. 83.
Naam
Woon plaatst
Straat
HET BESTUUR van den
onder
brengt hierdoor ter kennis van be
langhebbenden, dit het voorne
mens is
•p Woensdag 29 April s.s.
te drijven over de breedte, het ton
rond en vierkant opmaken dér wegen
en hetgeen verder daarmede verband
houdt, benevens het herstellen der
gebreken van de daarin voor
komende bruggen en hare taluds
een en ander bij de Keur nader
omschreven
De Voorzitter,
B. STREEFLAND.
De Secretaris,
C. v. d. WOUDEN Dx.
Lekkerkerk, 10 April 1931.
Inlichtingen bij C. SLINGERLAND
Streefkerk.
VOOR CADKAU
OF BELIJDINII
Denk nu om de
en gebruikt hiervoor onze prime
Spananzalf
Di ogltlerll „Bel Branie Knie"
KLEIWEO 91 OOUDA
Emn
met Kamer* en Schuur enz.
Akkir, Boomgaard en firaaland
gelegen op een welvarend dorp
tusschen Óouda en Schoonhoven.
Brieven onder no. 3880, bureau
van dit blad.
Koopt thans 'n IJzer
sterk, licht-loopend Kestein's
BIJ denagent
TELEF. 11
VIRMINDERD TARIEF
Permanonf Wi
MET VOLLE GARANTIE
Ni Is jhet de tijd om Uw haar te laten permanentend
Uw Kapsel zit dan ge durende den geheelen zomer netjes.
Een blijvende haargolf zoowel voor lang als kort haar
is een weldaad voor iedere Dame.
Vakkundig* b*dicnlag
Haarkalppaa - Ondulttrtn - Haarverven
Lang kaar waeschea
SALON VOOR SCHEREH ER HAARSNIJDER
Beleefd aanbevelend,
M. Binnenweg 281-283, a Binnanwag 117
HooMetcco ft Rotterdam
awan»«MFi»aMM>«MMw«Fin»aw<
Heelt U Inkoopen Ie doen voor de Schoonmzek?
Bezoekt den eerel onze magazijnen. Ruime keuze In
Levering franco huil. AwkMIlMd,
HONDERDEN kochten al reeds een
bij de
Ook voor
Jongeheeren- en Klnderkleeding
ALLES STERK VERLAAODE PRIJZEN
HOEDEN MAGAZIJN
,DE ZWALUW'
HAVIN^^WOONHOVIN
bericht de ontvangst van een zeer
mooie collectie
PAMIS- EN K1NPERHOEPËN
in alle maten en zeer voordeellge
prijzen,
MmM tsabtvtlMé,
N, V. d. MI-PiUÜT
NAAIMACHINES*
Singer naaisters trapmachine 49.
M e-a.handnaaimach.20.-25.-enz
Singer SCHOENMAKER nieuw 60.-
Hagelnieuwe inzinkbare trapmach.
loopt kogellager, voor-en achteruit
werkend. 79.— VERMEULEN
Kipstr. 84, R'dam. Tel 52176, Repa-
reeren. Inr. (lelegenheidskoopjet
Ondergeteekende beveelt zich min
zaam aan voor levering van file
soorten Pluimveevoeder,voor géétte
kwaliteit wordt ingestaan.
J.8.B. Ochtendvotr No. I f 7.50
13.B. Ochtendvoer No. II f 6 50
Oohtendvoar .Conourrent' f 5.—
J.S.B. Opfokvoer Ni. I f 11.
J.S.B. Opfokvoer No. II f 9.50
J.8.B. Kalvermeel f 8
Gemengd Uraan en Kulkonzaad
oonouireerendo prijs
Alle» per 50 K.O. - Franco hute.
Op aanvr. ook kleinere verpakking
Oroots afnemers en wederverkooper»
vraagt prijs.
J. 8UYKER, Fabrikant In Pluimvee-
voeder, Bsrksnwouda.
VOOR MEUBEL- th
AUT0BEKLEEDIN8 BIJ
Ouderkerk e.d. IJiiel
Derpelreet C 98. A
gegolfde en
vlakke Afb*st-
C*m*ntplnt*n.
Geïll. prjjieourant
grati» en franoo
op aanvraag.
TWKTO BLAD
WltBWBBLAP <wn CTtP-HOJ-Ain» tw OTBBdff, Sehoonhmrmeehi hult
VBIJDAB IB AFBIL 1W1
door
JAN KIJKUIT.
Jod bfdsnkt weer lots on-
mogalijks.
Ik stootte Jod aan bn wees door mid
del van een knipoogje naar tante Betje.
Jod keek en grijnsde. Hij zag even als
ik dat tante Betje dermate bewogen was
door de lectuur van de Schoonhoveneche
Courant, dat ze onder het lezen door
meewarig met haar hoofd zat te schud
den.
„Is 't zoo erg, tante?'' vroeg Jod on
tactisch.
Tante zétte haar bril af en keek ons
nadenkend aan.
„Ja, Jod." antwoordde zij, „ik vind
het zeker erg dat er zooveej menschen
zijn die graag willen werken en die maar
geen werk kunnen vinden. Stel jij je
maar eens voor wat het beteekent als je
altijd fatsoenlijk en netjes er gekomen
bent, als je netjes in je meubeltjes zit en
de kinderen knap gekleed gaan, dat dan
de man werkloos wordt. Eerst gaat 't
misschien nog door wat te bezuinigen
en te bekrimpen, door de spaarpenningen
op te maken, maar dan wordt 't steeds
erger. Er moeten dirigen worden ver
kocht om geld te krijgen, noodzakelijke
dingen kunnen niet gekocht worden, de
kleeren worden minder en minder, het
peil daalt en langzaam ziet het eerst
keurige gezin zich afzakken naar de el
lende. Noem je dat niks?
Jod en ik knikten ten teeken dat we
het niet niks vonden.
„Ja, ja," zuchtte ik, „het schijnt wel
dat daartegen geen kruid ie gewassen,
want sinds jaren en jaren zoeken de
knapste bollen en schranderste deskun
digen naar een oplossing en ze kunnen,
niet eens eenige verlichting aanbrengen,
want de werkloosheid neemt eerder toe
dan af en alle middelen er tegen zijn lap
middelen, die hoogstens strekken ter ver
zachting, maar niet ter genezing."
„Toch zou ik wel een middel weten
zei Jod zacht en eenvoudigjes weg, alsof
't èen middel tegen kiespijn waa en niet
tegjn een economische wereldkwaal.
Tante en ik keken stom verbaasd Ge
durende een lange stilte onzen neef aan.
We waren een ietsje geschrokken van
de nuchtere mededeeling van onzen neef
en ik besloot daarom het maar in eens
van den tuchtigen kant aan te pakken.
„Daar moet je patent op nemen," ad
viseerde ik-
IrZou je dan eerst niet eens moeten
weten wat voor middel ik op het oqg
heb?" vroeg Jod met ongewone lankmoe
digheid.
„Och, antwoordde ik, „dat ia natuur
lijk weer een van die middelen, zooals er
al tientallen zijn aanbevolen: werkver
schaffing of het kunstmatig kweeken van
eigenlijk overbodige werken of door het
verplaatsen van de werkloosheid van het
eene opbied naar het andere."
„Neen, Jantje," vervolgde nu Jod, met
tergende lieftalligheid, „dat is geen van
de dingen die ik bedoel, en ik zal je je
scherpzinnigheid maar niet verder laten
uitputten met raden, omdat het denkbeeld
dat ik heb, alleen maar kan opkomen in
een rijken geest als de mijne
„Eigen roem verspreidt een hoogst on
aangename geur," wierp ik er tusschen,
„maar ga door, Jod, geen ander zal dat
ooit van jou zeggen."
Misschien wel als jullie mijn plan
hebben gehoord. De oplossing die ik er
voor gevonden heb is zoo eenvoudig en
zoo voor de hand liggend, dat ik niet
beerijpen kan dat er nog niemand an
ders op dat denkbeeld is gekomen. De
werkloosheid ontstaat doordat er te veel
arbeidskrachten zijn, nietwaar. Laat ons
aaanemen dat er in een bepaalde ge
meente 300 werkloozen zijn. Er ia voor
hen geen werk.... in hun eigen vak.
Let wel op wat ik zeg: in hun eigen vak.
„Je wilt toch niet een grondwerker
36
Hoe opgewonden hij ook was. de iro
nie van het geval ontging hem niet
dat hij hulp moest vragen nu aan
Millman. En vreemd, toen dat eerste ge
voel van weerzin voorbij was, voelde hij
zich wonderlijk tevreden dat het juiBt
Millmnn was en niemand anders
Hij keek de straat af, waar hij zich
nu bevond. Het was vier uur in den mor
gen en alles lag nog in duisternis
Neen, toch niet, even verderop zag hij
een verlicht venster.
Het bleek een van die kleine restau
rants die den heelen nacht open zijn voor
de menschen, die uit harde noodzaak of
voor het najagen van pleziertjes 's nachts
en in den vroegen ochtend bij den weg
zijn.
Hij ging binnen, vroeg naar de tele
foon en deed de deur van de cel zorg
vuldig afchter zich dicht.
Het volgend oogenblik had hij net St.
Lucian Hotel aan het toestel.
Ik moet meneer Millman hebbea..
meneer Charles Millman, riep hij ge
jaagd.
Dat was onmogelijk, verklaarde da te
lefoniste van het hotel, hot was absoluut
onmogelijk om een gast op dit uur van
den nacht te storen. Het was tegen de
voorschriften
Laat U meneer Millman toch aan
de telefoon komen, smeekte Dave Hen
derson heesch, het is een kwestie van
leven en dood---.
Hetkan niet
De meisjesstem aan de andere zijde
▼an de draad klonk aarzelend, minder
«ker dan zoetten.
aan het horlogemakon zetten," vroeg ik
•pottend.
„Neen. Jantje, dat wil ik niet. mijn
plan ia «enigszins practischer. Zij kun
nen geen werk vinden in hun eigen vak,
omdat daar te veel arbeidskrachten zijn,
maar als er nu een ander vak is waar
voortdurend een groot tekort is aan ar
beidskrachten, zouden ze dan daarin niet
kunnen gaan arbeiden?"
„Ik geloof dat als je zoo voort gaat,
Jod," zei tante, „dat we er niet komen,
want ten eerste ken ik geen een vak,
waarin een voortdurend tekort is aan ar
beidskrachten en ten tweede zouden de
werkloozen dan tbch weer eerst dat vak
moeten leeren."
„Noch het eek1, noch het ander ia
juist, tante," /ging Jod onverstoorbaar
voort „Het vak met groote behoefte aan
werkkrachten jbestaat. want in elke cou
rant worden zulke krachten gevraagd eii
het leeren van dat vak kan gebeuren, ter
wijl zij het uitoefenen."
„Wat is dat dan toch voor een won
derlijk soort van werk?" vroeg ik
Jod wachtte even, keek ons beiden
glimlachend aan en zeide toen met na
druk: j
„Dienstbodel"
Tante lachtte en ik proestte.
Zulke vakken weet ik nog meer," riep
ik, „baker, kindermeisje, waachvrouw
„Prachtig," riep jJod als een overwin
naar, „daarop zat ik tei wachten, nu heb
jij het zelf gezegd. Waachvrouw zeg je
en je vergeet dat er minstens evenveel
mannelijke als vrouwelijke personen zijn,
die de wasch doen. Waarom kan dat
zelfde niet bij huishoudelijken arbeid? De
vrouwen hebben een aantal mannen ver
drongen uil hun werkkring, laten de
mannen haar met dezelfde munt betalen
en het werk opnemen dat zij blijkbaar
versmaden. De meeste meisjes, die voor
dienstbode in aanmerking komen, ver
kiezen tegenwoordig een andere betrek
kin" winkeljuffrouw, werken op een fa
briek, zoo mogelijk op een kantoor en
doordat zij die beroepen vervullen, welke
vroeger voor een groot deel door mannen
werden vervuld, wórden nu mannen
werkloos. Mij plan is heelemaal niet zoo
dwaas als jullie denken en zeker niet om
te lachen. Ik onderstelde daar straks,
dat er in een stad 300 werkloozen waren,
welnu, daarvan zou zeker direct de helft
werk kunnen vinden in gezinnen, natuur
lijk op voorwaarde dat zij bereid waren
het te verrichten werk naar hun beste
vermogen uit te voeren. In het begin zou
het misschien een beetje Stuntelig gaan,
maar ik zou den man wel eens willen
zien die geen kaïns zag om binnen enkele
dagen te leeren vegen, poetsen, bedden
opmaken, borden wasschen, stofzuigen
en naar de bel loopen."
Ik bootste het gesprek na van twee
dames:
„Zeg Marie, heb je tegenwoordig nogal
een goede hulp?"
„Ik, o ja, ik ben nu gesteld, ik heb
geen meisje meer, maar een bankwerker
voor dag en nacht."
„Zoo, ik heb 't ook getroffen, hoor. Ik
heb een losse arbeider voor den dag. Ik
ben nu bezig met hem te leeren dat hij
het stof met een doek moet afvegen en
niet met de fietspomp wegblazen
Jod viel me scherp in de rede: „Je
praat naar dat je verstand hebt. Ik heb
vooraf gezegd dat een eerste eisch was
dat ijj het te verrichten werk naar beste
kunnen uitvoeren. Is het niet dwaas dat er
in die bedoelde stad 300 mannen en vrou
wen werkloos zijn en ondersteund moeten
worden door hen die wel werk hebben,
terwijl er tevergeefs gezocht wordt naar
ten minste 100 werkkrachten voor een
soort van werk dat die werkloozen met
gooden wil onmiddellijk ter hand kunnen
nemen?"
ite schudde weet hoor hoofd en
zei tot Jod:
„Neen, Jod, dat plan is niet uitvoer
baar. Zoo'n plan kan alleen maar op
komen in het hoofd van een man. Ik
•weet zeker dat je geen eene werklooze
voor dat soort werk zoudt vinden.
„En waarom niet?" informeerde Jod.
„Omdgt ze dat niet willen, ze zouden
het een vernedering vinden om huishou
delijk werk te doen."
.Vernederend," herhaalde Jod me'
groote nadruk en fterke verbazing „ver
nederend? I» dat werk niet vernederend
voor een vrouw en wel voor een man?
Is het niet meer vernederend als een
kok het werk van een keukenmeid doet
en de waschbaas of de bleeker het werk
van de waschvrouw? Is het niet verne
derend voor een vrouw als zij meer en
meer in de betrekkingen komt van de
mannen eu wel als de man het omge
keerde doet en het werk doet van de
ifrouw? Ik geloof dat u het mis hebt en
•dat. als de werkloozen een kans gegeven
werd in de richting als ik bedoel, zij die
met heide handen zullen aanvatten."
„Jod, je vergeet nog iets." vulde ik
aa.n Het loon van een dienstbode be
staal uit twee deelen, een deel in -""ld
en een deel in voeding en huisvesting.
De werkloozen zijn voor een deel ge
huwd en voor een deel kostganger, wonen
dus buiten het huis waar zii dienstbode
zouden zijn Aan de voeding, die zij in
dat huis krijgen, -hebben hun vrouwen
en kinderen niets, maar de mevrouw bij
wie zij dienen, kan voor het huiswerk
geen hooger loon geven dan het geldende
dienstbodenloon. dat met 7 gulden in de
week aan den hoogen kant is. Waar is
de werklooze, die voor 7 gulden en kost
een geheele week wil arbeiden?"
„Natuurlijk heb ik dat alles ook over
wogen," hernam Jod uit de hoogte, „en
mijn plan is daarom heel wat verstan
diger Volgens mijn denkbeeld zou het ar
beiden in de gezinnen door werkloozen
moeten geschieden op dezelfde wijze als
bijvoorbeeld de wenkl'eden van een ge
meentelijk. electricitottsbedrijf. Die gaan
naar verschillende huizen en repareeren
in het eene een stopcontact en in het an
dere leggen zij een nieuwe leiding aan
Het is hun onverschillig of zij in een
huis veel of weinig werk hebben, omdat
zij hun vaste weekloon krijgen.' Zoo zou
den ook de huisdienera van de gemeente
hun loon ontvangen en zouden de par
ticulieren, die van hun diensten profi
teered daarvoor naar een vast tarief aan
de gemeente moeten betalen."
Tante schudde weer haar hoofd en ik
deed hetzelfde.
Ouwe Teun kwam binnen, hij keek
eens rood en begon toen ook zijn hoofd
te schudden.
„Ik weet wel niet waar 't over gaat,
maar als ik jullie zie schudden, begrijp
ik dat Jod weer eens iets onmogelijks
heeft bedacht," zeide hij.
Op da Antillen heeft iedereen warm
bloed en een Cubaan denkt er niet aan*
iets half te doen: hij bemint of haat!
Sanohez, die als zijn liefde beantwoord
waa geworden, een grenzenlooze toewij
ding voor Pepita ®ou hebben gekoesterd,
had, nu zijn liefste hoop in rook vervlo
gen waa, nog slechte één enkele gedachte:
zich zonder één oogenblik te verliezen, te
wreken op hem, die de oorzaak wae van
zijn verschrikkelijk lijden.
Tegen het einde van dien dag ver
wachtte Pepita, nog geheel onder den in
druk van de heftige scène met Sanchez,
haar verloofde, Paul Rivert, die als inge
nieur de leiding had van een groot werk,
dat in de nabije stad werd uitgevoerd en
die haar iederen avond kwam bezoeken.
Het getrappel van de paardenhoeven,
deed de jonge Creoolache naar het hek
van den tuin «nellen. Op hetzelfde oogen
blik, dat zij het had bereikt, sprong er 'n
elegante jongeman van zijn paard en sloot
haar in zijn armen. Maar met dat intuï
tief gevoel, dat eigen is aan bijna alle
vrouwen, merkte Pepita dadelijk, dat
er iets bijzonders met hem was en toen zij
hem even van zioh had afgeduwd, om
hem goed te kunnen opnemen, zag zij, dat
zijn mouw boven aan de schouder was
gescheurd.
„Paul," mompelde ze, „wat is eer ge
beurd?"
Niets bijzonders, kindje! Ik ben door
een eoort struikroover onderweg hierheen
aangevallen."
De schrik sloeg Pepita om het hart.
„Vertel het me," drong m aan. „Vertel
me alles."
En de jonge ingenieur vertelde, hoe hij
halverweg tusschen Santiago en haar
woning, opeens uit een der plantages een
man op zioh had zien toespringen, die,
zonder een woord te zeggen, ©enige scho
ten uit eon revolver op hem had geloei
Zijn paard was eohter geschrokken en
op de vlucht geslagen, zoodat hij zijn
aanvaller niet had kunnejp opnemen en
hij er van ai gekomen was met een
schampschot aan zijn schouder. Pepita
behoefde echter niets meer ts weten om
te begrijpen, dat het Sanchez was ge
weest, die zijn bedreiging van dien mid
dag had ten uitvoer gebracht en haar ver
loofde had willen dooden. Ze durfde Paul
echter de ware toedracht der zaak niet
vertellen, maar smeekte hem niettemin,
in het vervolg tooh voor dergelijke over
vallen op zijn hoede te zijn en dien avond
niet meer naar Santiago terug te kee-
Pepita had het aanzoek van Sanchez
„O, ik weet wel, waarom je niet van
me kunt houden!" riep Sanchez, die niet
langer in staat was zijn toorn en veront
waardiging te beheereohen. „Ik weet wel
waarom! Omdat je een ander bemint"
Uitdagend wierp Pepita haar hoofd in
den nek. „En als dat nou eens zoo was?"
vri>eg ze tartend.
„Als dat zoo wasDan, wee jou,
Pepita, en bovenal: wee hem!"
Maar de Ingenieur lachte
lend. „Je moet niet zoo overdreven be
zorgd zijn, Pepita," zei hij. „Bovendien
is hetgeen je mij vraagt, tob onmogelijk.
Ik moet perse vanavond nog terug. Ik
heb verschillende dringende zaken tere
gelen en ik zou zelfs niet eens zijn ge
komen, als ik niet gedreven was gewor
den door een onweerstaanbaar verlan
gen om je te aden."
„Toe, Paul.ik smeek het je.
Blijf hier Het gaat om je leven! Ik
heb zoo'n angstig voorgevoel."
Hij sloeg zijn armen geruststellend om
Pepita's eohouders. „Dat is geen voldoen
de motief, kleintje, jouw voorgevoel," zei
hij lachend. „Bovendien, men ia nooit
twee keer direct achtereen het slachtoffer
van een aanslag, als waaraan ik nu net
ben ontsnapt en indien het werkelijk waar
mooht zijn, dat de een of andere schurk
op me loert, dan zal hij stellig niet ver
wachten, dat ik al weer zóó spoedig de
zelfde plaats passeer."
Pepiita boog haar hoofd. Ze kende te
goed het karakter van de Cubanen en
vooral dat van Sanchez, om zich te dien
opzichte eenige illuaeie te maken. Zij
wist, dat, als het er om ging. een vendatta
te voltooien, een man van Sanchez* aan
leg overal toe in staat wasAam den
anderen kant wiet zij eohter ook, dat het
haar niet zou gelukken, Paul te weerhou
den dien avond ts vertrekken. Xv Mod
haar slechts één ding ts doen.
„Pep*!" riep oij.
Een mulat van ongeveer dertig jaar,
een robuust gebouwde kerel met een vast
beraden gecdoht, kwam aansnellen. „8e-
nora?"
,Ik kan op je vertrouwen en Je houdt
van mij, PepeP"
„Weet u niet, eenora. dat mijn gan-
sche leven u toebehoort.
„Ik weet het, mijn beste Pepe en daar
om heb ik je ook laten roepen om aan
Jou toe te vertrouwen, wat ik op de we
reld bezit: het leven van Paul Luister
goed naar me: je spant de twee bette
paarden uit den stal voor den kleinen wa
gen en zoo hard je kunt rijden, zonder je
ook maar door iets te laten ophouden,
wat er ook gebeurt, breng je den inge
nieur naar Santiagol"
„MaarPepita! Waarom.?" protes
teerde haar verloofde.
„Stil," beval het meisje hem vastbera
den. „Laat mij mijn gang gaanLater
zal ik je alles uitleggen. Je hebt me
goed begrepen, nietwaar, Pepe? Je laat je
door niets ophouden, en maakt, dat je
zoo gauw mogelijk in Santiago bent. Denk
er aan, dat, wanneer je ook maar één
oogenblik aarzelt, het de dood van mijn
verloofde beteekent. En nu: gal"
De ingenieur omhelsde zijn mooie ver
loofde en ging daarop naar den mulat,
die de paarden reeds inspande. Eenige mi
nuten later zwenkte een licht wagentje,
getrokken door twee vurig» hengsten,
door het hek van den tuin en verdween
als een pijl uit den boog in de riohting
van Santiago. Het kloppen van haar
hart nauwelijks kunnende bedwingen keek
Pepita het na tot het uit het gezicht ver
dwenen was. Toen walde zij naar binnen
gaan, maar opeens bleef ze staan en
momjpelde, de hand aan haar hoofd
slaand: „0, die onzekerheid! Die onze
kerheid! Ik houd het niet uit
En Vlug Eep ze naar den stal, zadelde
eigenhandig haar paard en geen twee mi
nuten later galoppeerde zij hen na.
Pepita's huis lag aan den voet van da
Sierra Maestro, op betrekkelijk geringen
afstand van Santiago. Vroeger was deze
streek begroeid geweest met dichte bot-
schen, die nu eohter zijn verdwenen en
plaats hebben gemaakt toot uitgestrekte
koffie- en tabaksplantage*, die vaak om
zoomd zijn met heggen van 8t.-Jan*brood
hoornen. Ongeveer halverwege Pepita's
huis en Santiago was een gedeelte der
vroegere boeschsn blijven bestaan, terwijl
zich er vóór en er na een groote, wijde
vlakte uitstrekte, die nog niet in cultuur
waa gebracht.
Getrouw aan de opdracht, die Pepe
van zijn meesteres had ontvangen, zette de
mula/t zijn paarden tot eteeds grooter
spoed aan. Maar toen hij het gedeelte van
den weg naderde, waar het bosoh niet
wae omgekapt, sprong er een jongeman
uit het struikgewas te voorschijn en be
duidde hem, door met een geweer te
zwaaien, dat hij moest stoppen. Als eenig
antwoord legde de mulat de zweep over
zijn paardenEr klonk een schot en
de kogel trof een oor van een der dieren.
Doch, inplaata van te blijven staan, sloeg
het, dol van pijn, op hol.
Sanchez want deze wae het wierp
zijn geweer, waarvan hij geen nut meer
kon hebben, op den grond en sprong le
nig als een panter tegen de paarden op,
zioh vastklemmend aan hun teugels
Een dwaze en roekelooze onderneming,
waarvan de noodlottige afloop vooraf was
te voorzien en die hij dan ook zeker niet
zou hebben ten uitvoer gebracht, indien
hij niet door woede, haat en jalouzie ver
blind was geweestPepe verhief zioh
op den bok en sloeg met zijn zweep naar
Sandhez, die midden in het oog getroffen
werd, een kreet slaakte van pijn en een
hand voor zijn gezicht sloeg. Hierdoor kon
hij zich niet meer houden, de
Het moet! Roept U Millman in
Godsnaam aan de telefoon. Dave huilde
bijna er staat een menschenleven op
het spel. Roept u hem direct alstublieft!
Wacht u dan maar even, besliste
de hoteltelefoniste ten slotte.
Het duurde een eeuwigheid vond D/jve,
maar eindeliik klonk een slaperige stem:
Hallo! Wat is er aan de hand?
Ben jij daar, Millman? vroeg Daye
haastig, ben jij het?
Ja, met Millman, was het antwoord
Je spreekt met Dave, met Dave,
versta je me? Iker is iemand ernstig
gewond. Ik kan ie door de telefoon geen
bijzonderheden vertellen, maar zie in
Godsnaam dat je een dokter krijgt dien
je vertrouwen kunt en kom.
Ik zal komen, Dave, antwoordde
Millman op zijn kalme manier. Maar
waar moet ik komen?
Dave Henderson opende de telefoon
cel. Hij had niet het flauwste idee waar
hij zich in New York bevond, behalve
dan dat hij in de buurt van de „IJzeren
i'aveerne" was. En dien naam wilde
hij maar liever niet noemen. Over een
paar minuten zouden de kranten er vol
van staan en op de telefooncentrale zou
den ze dien naam wel eens in de ooren
kunnen knoopen!
-T- Wat is het adres van het restau
rant hier? riep hij naar den man achter
het buffet.
De aangesprokene deelde het hem mee
en Dave Henderson herhaalde het door
de telefoon.
In orde, Dave. Ik kom direct als
ik mijn auto heb ovehaald «n ik breng
den dokter mee.
Dave Henderson liep terug naar de
stee" ging de schuur weer binnen en
knielde naast Teresa. Ze was nog steeds
bewusteloos.
Hij liet het licht van de zaklantaarn
op haar onbtwwglljk figuurtje sohljnen.
Het verband dat hij had aangelegd wa«
wel onbeholpen en primitief, maar hi<
was toch erg blij toen hij zag dat het ten
minste het bloeden had gestelpt. Toen
vestigden zijn oogen zich weer op het
bleeke gezicht. Hij had een gevoel alsof
zijn geest was uitgedoofd; zijn hoofd was
dof en suf Werktuigelijk keek hij van
tijd tot tijd op zijn horloge.
Eindelijk kwam hij overeind, liep de
steeg in en vandaar naar de straat,
waar het restaurant was, waar hij zoo
even had getelefoneerd. Hij wist dat Mill
man er nog niet zijn kon, maar hij had
rust noch duur en hij liep op en neer.
Het zou wel dag zijn als zij kwamen,
dacht hij. Was het nu een uur geleden,
dat hij getelefoneerd had, of een eeuw,
of duizend jaar?
Eindelijk! Een groote luxe auto kwam
de straat inrijden. Dave holde den wa
gen tegemoet. Goddank, het was Mill
man. Hij zat zelf, ^chter het stuur.
De wagen stopt^'op zijn wenk en Dave
sprong op de trééplank.
Gauw! riep hij. Rijd naar de
hoek van de steeg daar!
De auto zete zich weer in beweging en
stopte even later op de aangeduide
plaats. Millman sprong eruit, gevolgd
door een heer met een kleine zwarte
tasch in de hand. Dave ging hen haastig
voor de steeg in en deed de deur van de
schuur open. Hij lichtte met de brandende
zaklantaarn den dokter bij, maar hij
praatte tegen Millman.
Jij hebt het recht erop om alles te
weten, zei hij op gédempten toon, ter
wijl de dokter zich met professioneele
aandacht over Teresa boog. De hel is
vannacht losgebroken, Millman; een eind
je verderop, in een gelegenheid, die ze
de „IJzeren Taveerne" noemen, is het
moord en doodslag geweest. Dat is de
zeden dat ik niemand anders om hulp
kon vragen dan jou, begrijp je?
En snel en fluisterend bracht hij Mill
man op de hoogte van alle bijzonder
heden.
Nu begrijp je zeker wel waarom ik
niemand anders om hulp kon vragen,
eindigde hij.
Millman gaf niet direct antwoord.
Vragend keek hii den dokter aan, die
juist overeind kwam.
Ze moet direct naar het ziekenhuis,
besliste de arts kortaf, hoewel niet on
vriendelijk.
Naar een ziekenhuis? herhaalde
Dave toonloos. Als de zaken zóó stonden
had hij-zelf wel direct den geneeskundi
gen dienst of de politie kunnen waar-
schuwenl NaaT een ziekenhuis.... dat
beteekende al zijn kaarten op tafel leggen!
Onwillekeurig dwaalden zijn oogen af
naar den donkeren hoek van de schuur,
waar het met bloed bevlekte pakje bank
papier in Teresa's koffer verborgen was
Ziekenhuis of politie-bureaudat
kwam voor Teresa op hetzelfde neerl
Toen begon Millman te spreken.
Wacht! zei hjj en legde zijn hand
op Dave Henderson's arm. Daarop wend
de hij zich tot den dokter en vroeg:
Kunnen we haar in mijn auto ver
voeren?
Ik denk wel dat dat lukken zal,
meende de geneesheer.
Millman trok den dokter terzijde en
fluisterde een poosje met hem. Dave ving
iets op van „een verpleegster laten ko
men"en toen voelde hij weer den
druk van Millman'e hond op zijn arm.
Het komt in orde, jongen, zei zijn
oude vriend opgewekt. Ik -sloof dat ik
er toch maar toe besluit mijn huis in
de stad deze zomer open te maken
voor een klein en select aantal gasten
wel te verstaan! We zullen beginnen met
haar er b«en te brengen, Davtl
De groote kans.
Het was een groot huis en het was er
eenzaam en verlaten. Voetstappen en
stemmen, als ze er waren, galmden door
de groote holle gangen.
Dave Henderson zat in de hall met zijn
kin in de handen gesteund; opeens hief
hij het hoofd op. Was het de verpleeg
ster of was het de dokter, die voetstap
pen boven? Hii luisterde een oogenblik,
en toen liet hij zijn kin weer in zijn han
den rusten.
Het waren donkere uren geweest
donkere uren voor zijn ziel, eindelooze
uren vol teisterenden angst om Teresa.
Haast tegelijk met hun aankomst in
het huis, was er een verpleegster geko
men. Uit een restaurant in de buurt had
iemand een ontbijt gebracht voor den
dokter, voor de verpleegster, voor Mill
man en voor hem. Hij had iets gegeten
wat, hij wist het niet. De dokter was
weggegaan en weer teruggekomen, hij
was nu boven. Als hij weer beneden
kwam, mocht hij misschien even naar
Teresa toe. Een half uur geleden hadden
zij hem gezegd, dat er uitzicht op her
stel was. Millman had er op aangedron
gen dat hij naar bed zou gaan en wat
slapen. Alsof hij dat gekund hadl HU
was half dol geweest vap angst om Te
resa.
Millman! Hij had Millman een eerlij
ken kerel genoemd. Maar vanmorgen had
hij geprobeerd nog iets anders van Mill
man te zeggen voor wat Millman dien
nacht voor Teresa en hem had gedaan.
Maar de woorden hadden niet willen
komen. Millman scheen het echter be
grepen te hebben, hoewel hij zelf even
min veel gezegd had. Er was een glim
lach in de grijze ooeen gekomen en hij
had zijn beide handen met een gebaar
van hartelijkheid op Dave'e schouder»
gele,4.