Behang vana! 6 cl. p. rol Glansverf vanaf 70 cl. Grondverf Yanaf 60 K.G.bas wia'Sodigd'hïdln lineL x: MET ONZE ALLES VERSLAANDE CONCURRENTIEPRUZEN 16 IIM v.ROSSEM's TROOST ZIE ONZE PRIJZEN J Ax.ninster Karpetten LINOLEUMS Tapis Beloe Karpetten Bericht Yah Inzet BET BUIS Polder jBBHoeiBflScnusoi" Schouw Burgerwoonhuis f 6 Voor goede optiek CompleteMeubüeeriné ApjM9S1 BEKLEEDINGEN B8Drv.il mist mm blab nnrmemrr. 1/ VLOERZEILEN Vraagt het Karpet van het heden en de toekomst GROOTST SPECIAAL TAPUT: prP/rn MAKELAARSKANTOOR van G. VAN DER HORST Wei- en Bouwland Bergambacht Notaris Mahlstede Lekkerkerk - SaltgMlMld voer bet Weldea vu S Pinken KERKBOEKEN BOEKEN TEKSTEN - - - FIRMA J. DE ORUUTER SCHOONHOVEN - - Uit de band te koop: Voorjaar 1931 NeerlandSa rqanal JOB. IOEFIABEL, Damt- in Heerenkapper. Tel. 95. SCHOOnHOUEn M. EEGDEMAN, HAASTRECHT P. J. DE HOOG VAN DEN BERGH Haven W.-Z. 6-8 Schoonhoven Karpetten. Linoleum, Vloerzeilen Vitrage, Cocos, Chinamatten enz. Alle soorten Meubelen. Voor wat moet U te veel betalen HEEREN-COSTUUM loriB TlBndBUIBD 3 "'li VsMwiBksi Bouda H.H. Pluimveehouders J. BOS Brooi-Ammers 137 Van Rondom FEUILLETON Om honderd duizend dollar! Mengelwerk. Een Liefde op de Antillen. VB1JDMB n AFB1L 1tfl nn^irtri» i 3X4 Wol plucho AX-IA90 minster. Ruime sorteer. 3X4 Tapis beige bouclé T' 90 Nieuwste uitvoerinaen 3X4 Wol pluche Ax- 0X90 minster. Mod. dessins itj. 183 braad Linoleum 4JLK prima kwaliteit I. 200 braad Unolaum tin Hollandsch fabrikaat I. Naderlandsch Linoleum Nieuwste uitvoeringen 3x4 Imitatie bouclé II50 3X4 Prima Eng. mlneterZulv.wolpluche Het aangewezen kemer karpel Extra zwaar 3X4 Degelijk huiakamer |£90 Karpet met wol ID. 3x4 Prima wollan huiskamer karpet Eigen ontwerpen 10, 200 o.M. br. moderne 230 daseins Prima Linoleum, da aangsoraien vloarba- dekklng.200 o.M braad Da nlauwata daseins Prima Eng. Vloarxail 183 o.M. braad 3X47] Prima Eng. Ax- mlnatar. Pracht dasalna. Prima dubbel gavarn. Eng. Vloarxail 183 c.M.I" braad 200 c.M. braad Zall (45 Engelach fabrikaat I. Hal bouclé Karpet aan belas zijden la leggen 2|.w Jt7*° 36.*" 200 c.M. dubbel gevern. j jg Hoaraall Eng. fabrikaat BEDDEN- tri MEUBELHUI5. n"A"M 510 Oeef de bode kleurstaaltje voor verf of last hem stalenboek halen. Alle verf in gesloten bussen. en behangen. Zeer goedkoop. Beéedigd Makelaar in Onroerende üoederen, - Hypotheken tot elk bedrag op Huizen en Landerijen tegen lage rente: Koop, verkoop huur en verhuur Huizen en Landerijen Ksrle Dijk 8 Schatihovca Tel. 100. met het perceel onder de gemeente aan den Oroenen Kerkweg, groot 2.28.55 centlaren, geveild ten over staan van te Bergambacht den 7 April 1931, is in bod gebracht op ff B800. DE AFSLAS blijft bepaald op Dinsdag 14 April 1931, des avonds half acht uur in het Café 't CENTRUM" te BERGAMBACHT. EERSTVOLGENDE Hl TREKKING 22 APRIL inschrijving op a« in geheel Nederland wettig geoorloofde premieleeningen Oroep „H" 1% Had rirlls PriililitiR 1.1911 5% Crsdlt nation. Prsmlsiotsif .1919 Oegarandeerd door den Franschen Staat. Jaarl. 10 trekkingen met volgende prijzen: Fr5. 1.000000 500.000 200.000, 100.000, 50.000 enz. Geen nieten! Elk lot esn prijsI Maandelijksche atlossing slechts I Sa-a Ondergeteekende verzoekt Prospectus gratis door: O. STROETZEL, Advert.-Bureau, Haarlem Postbox No. 83. Naam Woon plaatst Straat HET BESTUUR van den onder brengt hierdoor ter kennis van be langhebbenden, dit het voorne mens is •p Woensdag 29 April s.s. te drijven over de breedte, het ton rond en vierkant opmaken dér wegen en hetgeen verder daarmede verband houdt, benevens het herstellen der gebreken van de daarin voor komende bruggen en hare taluds een en ander bij de Keur nader omschreven De Voorzitter, B. STREEFLAND. De Secretaris, C. v. d. WOUDEN Dx. Lekkerkerk, 10 April 1931. Inlichtingen bij C. SLINGERLAND Streefkerk. VOOR CADKAU OF BELIJDINII Denk nu om de en gebruikt hiervoor onze prime Spananzalf Di ogltlerll „Bel Branie Knie" KLEIWEO 91 OOUDA Emn met Kamer* en Schuur enz. Akkir, Boomgaard en firaaland gelegen op een welvarend dorp tusschen Óouda en Schoonhoven. Brieven onder no. 3880, bureau van dit blad. Koopt thans 'n IJzer sterk, licht-loopend Kestein's BIJ denagent TELEF. 11 VIRMINDERD TARIEF Permanonf Wi MET VOLLE GARANTIE Ni Is jhet de tijd om Uw haar te laten permanentend Uw Kapsel zit dan ge durende den geheelen zomer netjes. Een blijvende haargolf zoowel voor lang als kort haar is een weldaad voor iedere Dame. Vakkundig* b*dicnlag Haarkalppaa - Ondulttrtn - Haarverven Lang kaar waeschea SALON VOOR SCHEREH ER HAARSNIJDER Beleefd aanbevelend, M. Binnenweg 281-283, a Binnanwag 117 HooMetcco ft Rotterdam awan»«MFi»aMM>«MMw«Fin»aw< Heelt U Inkoopen Ie doen voor de Schoonmzek? Bezoekt den eerel onze magazijnen. Ruime keuze In Levering franco huil. AwkMIlMd, HONDERDEN kochten al reeds een bij de Ook voor Jongeheeren- en Klnderkleeding ALLES STERK VERLAAODE PRIJZEN HOEDEN MAGAZIJN ,DE ZWALUW' HAVIN^^WOONHOVIN bericht de ontvangst van een zeer mooie collectie PAMIS- EN K1NPERHOEPËN in alle maten en zeer voordeellge prijzen, MmM tsabtvtlMé, N, V. d. MI-PiUÜT NAAIMACHINES* Singer naaisters trapmachine 49. M e-a.handnaaimach.20.-25.-enz Singer SCHOENMAKER nieuw 60.- Hagelnieuwe inzinkbare trapmach. loopt kogellager, voor-en achteruit werkend. 79.— VERMEULEN Kipstr. 84, R'dam. Tel 52176, Repa- reeren. Inr. (lelegenheidskoopjet Ondergeteekende beveelt zich min zaam aan voor levering van file soorten Pluimveevoeder,voor géétte kwaliteit wordt ingestaan. J.8.B. Ochtendvotr No. I f 7.50 13.B. Ochtendvoer No. II f 6 50 Oohtendvoar .Conourrent' f 5.— J.S.B. Opfokvoer Ni. I f 11. J.S.B. Opfokvoer No. II f 9.50 J.8.B. Kalvermeel f 8 Gemengd Uraan en Kulkonzaad oonouireerendo prijs Alle» per 50 K.O. - Franco hute. Op aanvr. ook kleinere verpakking Oroots afnemers en wederverkooper» vraagt prijs. J. 8UYKER, Fabrikant In Pluimvee- voeder, Bsrksnwouda. VOOR MEUBEL- th AUT0BEKLEEDIN8 BIJ Ouderkerk e.d. IJiiel Derpelreet C 98. A gegolfde en vlakke Afb*st- C*m*ntplnt*n. Geïll. prjjieourant grati» en franoo op aanvraag. TWKTO BLAD WltBWBBLAP <wn CTtP-HOJ-Ain» tw OTBBdff, Sehoonhmrmeehi hult VBIJDAB IB AFBIL 1W1 door JAN KIJKUIT. Jod bfdsnkt weer lots on- mogalijks. Ik stootte Jod aan bn wees door mid del van een knipoogje naar tante Betje. Jod keek en grijnsde. Hij zag even als ik dat tante Betje dermate bewogen was door de lectuur van de Schoonhoveneche Courant, dat ze onder het lezen door meewarig met haar hoofd zat te schud den. „Is 't zoo erg, tante?'' vroeg Jod on tactisch. Tante zétte haar bril af en keek ons nadenkend aan. „Ja, Jod." antwoordde zij, „ik vind het zeker erg dat er zooveej menschen zijn die graag willen werken en die maar geen werk kunnen vinden. Stel jij je maar eens voor wat het beteekent als je altijd fatsoenlijk en netjes er gekomen bent, als je netjes in je meubeltjes zit en de kinderen knap gekleed gaan, dat dan de man werkloos wordt. Eerst gaat 't misschien nog door wat te bezuinigen en te bekrimpen, door de spaarpenningen op te maken, maar dan wordt 't steeds erger. Er moeten dirigen worden ver kocht om geld te krijgen, noodzakelijke dingen kunnen niet gekocht worden, de kleeren worden minder en minder, het peil daalt en langzaam ziet het eerst keurige gezin zich afzakken naar de el lende. Noem je dat niks? Jod en ik knikten ten teeken dat we het niet niks vonden. „Ja, ja," zuchtte ik, „het schijnt wel dat daartegen geen kruid ie gewassen, want sinds jaren en jaren zoeken de knapste bollen en schranderste deskun digen naar een oplossing en ze kunnen, niet eens eenige verlichting aanbrengen, want de werkloosheid neemt eerder toe dan af en alle middelen er tegen zijn lap middelen, die hoogstens strekken ter ver zachting, maar niet ter genezing." „Toch zou ik wel een middel weten zei Jod zacht en eenvoudigjes weg, alsof 't èen middel tegen kiespijn waa en niet tegjn een economische wereldkwaal. Tante en ik keken stom verbaasd Ge durende een lange stilte onzen neef aan. We waren een ietsje geschrokken van de nuchtere mededeeling van onzen neef en ik besloot daarom het maar in eens van den tuchtigen kant aan te pakken. „Daar moet je patent op nemen," ad viseerde ik- IrZou je dan eerst niet eens moeten weten wat voor middel ik op het oqg heb?" vroeg Jod met ongewone lankmoe digheid. „Och, antwoordde ik, „dat ia natuur lijk weer een van die middelen, zooals er al tientallen zijn aanbevolen: werkver schaffing of het kunstmatig kweeken van eigenlijk overbodige werken of door het verplaatsen van de werkloosheid van het eene opbied naar het andere." „Neen, Jantje," vervolgde nu Jod, met tergende lieftalligheid, „dat is geen van de dingen die ik bedoel, en ik zal je je scherpzinnigheid maar niet verder laten uitputten met raden, omdat het denkbeeld dat ik heb, alleen maar kan opkomen in een rijken geest als de mijne „Eigen roem verspreidt een hoogst on aangename geur," wierp ik er tusschen, „maar ga door, Jod, geen ander zal dat ooit van jou zeggen." Misschien wel als jullie mijn plan hebben gehoord. De oplossing die ik er voor gevonden heb is zoo eenvoudig en zoo voor de hand liggend, dat ik niet beerijpen kan dat er nog niemand an ders op dat denkbeeld is gekomen. De werkloosheid ontstaat doordat er te veel arbeidskrachten zijn, nietwaar. Laat ons aaanemen dat er in een bepaalde ge meente 300 werkloozen zijn. Er ia voor hen geen werk.... in hun eigen vak. Let wel op wat ik zeg: in hun eigen vak. „Je wilt toch niet een grondwerker 36 Hoe opgewonden hij ook was. de iro nie van het geval ontging hem niet dat hij hulp moest vragen nu aan Millman. En vreemd, toen dat eerste ge voel van weerzin voorbij was, voelde hij zich wonderlijk tevreden dat het juiBt Millmnn was en niemand anders Hij keek de straat af, waar hij zich nu bevond. Het was vier uur in den mor gen en alles lag nog in duisternis Neen, toch niet, even verderop zag hij een verlicht venster. Het bleek een van die kleine restau rants die den heelen nacht open zijn voor de menschen, die uit harde noodzaak of voor het najagen van pleziertjes 's nachts en in den vroegen ochtend bij den weg zijn. Hij ging binnen, vroeg naar de tele foon en deed de deur van de cel zorg vuldig afchter zich dicht. Het volgend oogenblik had hij net St. Lucian Hotel aan het toestel. Ik moet meneer Millman hebbea.. meneer Charles Millman, riep hij ge jaagd. Dat was onmogelijk, verklaarde da te lefoniste van het hotel, hot was absoluut onmogelijk om een gast op dit uur van den nacht te storen. Het was tegen de voorschriften Laat U meneer Millman toch aan de telefoon komen, smeekte Dave Hen derson heesch, het is een kwestie van leven en dood---. Hetkan niet De meisjesstem aan de andere zijde ▼an de draad klonk aarzelend, minder «ker dan zoetten. aan het horlogemakon zetten," vroeg ik •pottend. „Neen. Jantje, dat wil ik niet. mijn plan ia «enigszins practischer. Zij kun nen geen werk vinden in hun eigen vak, omdat daar te veel arbeidskrachten zijn, maar als er nu een ander vak is waar voortdurend een groot tekort is aan ar beidskrachten, zouden ze dan daarin niet kunnen gaan arbeiden?" „Ik geloof dat als je zoo voort gaat, Jod," zei tante, „dat we er niet komen, want ten eerste ken ik geen een vak, waarin een voortdurend tekort is aan ar beidskrachten en ten tweede zouden de werkloozen dan tbch weer eerst dat vak moeten leeren." „Noch het eek1, noch het ander ia juist, tante," /ging Jod onverstoorbaar voort „Het vak met groote behoefte aan werkkrachten jbestaat. want in elke cou rant worden zulke krachten gevraagd eii het leeren van dat vak kan gebeuren, ter wijl zij het uitoefenen." „Wat is dat dan toch voor een won derlijk soort van werk?" vroeg ik Jod wachtte even, keek ons beiden glimlachend aan en zeide toen met na druk: j „Dienstbodel" Tante lachtte en ik proestte. Zulke vakken weet ik nog meer," riep ik, „baker, kindermeisje, waachvrouw „Prachtig," riep jJod als een overwin naar, „daarop zat ik tei wachten, nu heb jij het zelf gezegd. Waachvrouw zeg je en je vergeet dat er minstens evenveel mannelijke als vrouwelijke personen zijn, die de wasch doen. Waarom kan dat zelfde niet bij huishoudelijken arbeid? De vrouwen hebben een aantal mannen ver drongen uil hun werkkring, laten de mannen haar met dezelfde munt betalen en het werk opnemen dat zij blijkbaar versmaden. De meeste meisjes, die voor dienstbode in aanmerking komen, ver kiezen tegenwoordig een andere betrek kin" winkeljuffrouw, werken op een fa briek, zoo mogelijk op een kantoor en doordat zij die beroepen vervullen, welke vroeger voor een groot deel door mannen werden vervuld, wórden nu mannen werkloos. Mij plan is heelemaal niet zoo dwaas als jullie denken en zeker niet om te lachen. Ik onderstelde daar straks, dat er in een stad 300 werkloozen waren, welnu, daarvan zou zeker direct de helft werk kunnen vinden in gezinnen, natuur lijk op voorwaarde dat zij bereid waren het te verrichten werk naar hun beste vermogen uit te voeren. In het begin zou het misschien een beetje Stuntelig gaan, maar ik zou den man wel eens willen zien die geen kaïns zag om binnen enkele dagen te leeren vegen, poetsen, bedden opmaken, borden wasschen, stofzuigen en naar de bel loopen." Ik bootste het gesprek na van twee dames: „Zeg Marie, heb je tegenwoordig nogal een goede hulp?" „Ik, o ja, ik ben nu gesteld, ik heb geen meisje meer, maar een bankwerker voor dag en nacht." „Zoo, ik heb 't ook getroffen, hoor. Ik heb een losse arbeider voor den dag. Ik ben nu bezig met hem te leeren dat hij het stof met een doek moet afvegen en niet met de fietspomp wegblazen Jod viel me scherp in de rede: „Je praat naar dat je verstand hebt. Ik heb vooraf gezegd dat een eerste eisch was dat ijj het te verrichten werk naar beste kunnen uitvoeren. Is het niet dwaas dat er in die bedoelde stad 300 mannen en vrou wen werkloos zijn en ondersteund moeten worden door hen die wel werk hebben, terwijl er tevergeefs gezocht wordt naar ten minste 100 werkkrachten voor een soort van werk dat die werkloozen met gooden wil onmiddellijk ter hand kunnen nemen?" ite schudde weet hoor hoofd en zei tot Jod: „Neen, Jod, dat plan is niet uitvoer baar. Zoo'n plan kan alleen maar op komen in het hoofd van een man. Ik •weet zeker dat je geen eene werklooze voor dat soort werk zoudt vinden. „En waarom niet?" informeerde Jod. „Omdgt ze dat niet willen, ze zouden het een vernedering vinden om huishou delijk werk te doen." .Vernederend," herhaalde Jod me' groote nadruk en fterke verbazing „ver nederend? I» dat werk niet vernederend voor een vrouw en wel voor een man? Is het niet meer vernederend als een kok het werk van een keukenmeid doet en de waschbaas of de bleeker het werk van de waschvrouw? Is het niet verne derend voor een vrouw als zij meer en meer in de betrekkingen komt van de mannen eu wel als de man het omge keerde doet en het werk doet van de ifrouw? Ik geloof dat u het mis hebt en •dat. als de werkloozen een kans gegeven werd in de richting als ik bedoel, zij die met heide handen zullen aanvatten." „Jod, je vergeet nog iets." vulde ik aa.n Het loon van een dienstbode be staal uit twee deelen, een deel in -""ld en een deel in voeding en huisvesting. De werkloozen zijn voor een deel ge huwd en voor een deel kostganger, wonen dus buiten het huis waar zii dienstbode zouden zijn Aan de voeding, die zij in dat huis krijgen, -hebben hun vrouwen en kinderen niets, maar de mevrouw bij wie zij dienen, kan voor het huiswerk geen hooger loon geven dan het geldende dienstbodenloon. dat met 7 gulden in de week aan den hoogen kant is. Waar is de werklooze, die voor 7 gulden en kost een geheele week wil arbeiden?" „Natuurlijk heb ik dat alles ook over wogen," hernam Jod uit de hoogte, „en mijn plan is daarom heel wat verstan diger Volgens mijn denkbeeld zou het ar beiden in de gezinnen door werkloozen moeten geschieden op dezelfde wijze als bijvoorbeeld de wenkl'eden van een ge meentelijk. electricitottsbedrijf. Die gaan naar verschillende huizen en repareeren in het eene een stopcontact en in het an dere leggen zij een nieuwe leiding aan Het is hun onverschillig of zij in een huis veel of weinig werk hebben, omdat zij hun vaste weekloon krijgen.' Zoo zou den ook de huisdienera van de gemeente hun loon ontvangen en zouden de par ticulieren, die van hun diensten profi teered daarvoor naar een vast tarief aan de gemeente moeten betalen." Tante schudde weer haar hoofd en ik deed hetzelfde. Ouwe Teun kwam binnen, hij keek eens rood en begon toen ook zijn hoofd te schudden. „Ik weet wel niet waar 't over gaat, maar als ik jullie zie schudden, begrijp ik dat Jod weer eens iets onmogelijks heeft bedacht," zeide hij. Op da Antillen heeft iedereen warm bloed en een Cubaan denkt er niet aan* iets half te doen: hij bemint of haat! Sanohez, die als zijn liefde beantwoord waa geworden, een grenzenlooze toewij ding voor Pepita ®ou hebben gekoesterd, had, nu zijn liefste hoop in rook vervlo gen waa, nog slechte één enkele gedachte: zich zonder één oogenblik te verliezen, te wreken op hem, die de oorzaak wae van zijn verschrikkelijk lijden. Tegen het einde van dien dag ver wachtte Pepita, nog geheel onder den in druk van de heftige scène met Sanchez, haar verloofde, Paul Rivert, die als inge nieur de leiding had van een groot werk, dat in de nabije stad werd uitgevoerd en die haar iederen avond kwam bezoeken. Het getrappel van de paardenhoeven, deed de jonge Creoolache naar het hek van den tuin «nellen. Op hetzelfde oogen blik, dat zij het had bereikt, sprong er 'n elegante jongeman van zijn paard en sloot haar in zijn armen. Maar met dat intuï tief gevoel, dat eigen is aan bijna alle vrouwen, merkte Pepita dadelijk, dat er iets bijzonders met hem was en toen zij hem even van zioh had afgeduwd, om hem goed te kunnen opnemen, zag zij, dat zijn mouw boven aan de schouder was gescheurd. „Paul," mompelde ze, „wat is eer ge beurd?" Niets bijzonders, kindje! Ik ben door een eoort struikroover onderweg hierheen aangevallen." De schrik sloeg Pepita om het hart. „Vertel het me," drong m aan. „Vertel me alles." En de jonge ingenieur vertelde, hoe hij halverweg tusschen Santiago en haar woning, opeens uit een der plantages een man op zioh had zien toespringen, die, zonder een woord te zeggen, ©enige scho ten uit eon revolver op hem had geloei Zijn paard was eohter geschrokken en op de vlucht geslagen, zoodat hij zijn aanvaller niet had kunnejp opnemen en hij er van ai gekomen was met een schampschot aan zijn schouder. Pepita behoefde echter niets meer ts weten om te begrijpen, dat het Sanchez was ge weest, die zijn bedreiging van dien mid dag had ten uitvoer gebracht en haar ver loofde had willen dooden. Ze durfde Paul echter de ware toedracht der zaak niet vertellen, maar smeekte hem niettemin, in het vervolg tooh voor dergelijke over vallen op zijn hoede te zijn en dien avond niet meer naar Santiago terug te kee- Pepita had het aanzoek van Sanchez „O, ik weet wel, waarom je niet van me kunt houden!" riep Sanchez, die niet langer in staat was zijn toorn en veront waardiging te beheereohen. „Ik weet wel waarom! Omdat je een ander bemint" Uitdagend wierp Pepita haar hoofd in den nek. „En als dat nou eens zoo was?" vri>eg ze tartend. „Als dat zoo wasDan, wee jou, Pepita, en bovenal: wee hem!" Maar de Ingenieur lachte lend. „Je moet niet zoo overdreven be zorgd zijn, Pepita," zei hij. „Bovendien is hetgeen je mij vraagt, tob onmogelijk. Ik moet perse vanavond nog terug. Ik heb verschillende dringende zaken tere gelen en ik zou zelfs niet eens zijn ge komen, als ik niet gedreven was gewor den door een onweerstaanbaar verlan gen om je te aden." „Toe, Paul.ik smeek het je. Blijf hier Het gaat om je leven! Ik heb zoo'n angstig voorgevoel." Hij sloeg zijn armen geruststellend om Pepita's eohouders. „Dat is geen voldoen de motief, kleintje, jouw voorgevoel," zei hij lachend. „Bovendien, men ia nooit twee keer direct achtereen het slachtoffer van een aanslag, als waaraan ik nu net ben ontsnapt en indien het werkelijk waar mooht zijn, dat de een of andere schurk op me loert, dan zal hij stellig niet ver wachten, dat ik al weer zóó spoedig de zelfde plaats passeer." Pepiita boog haar hoofd. Ze kende te goed het karakter van de Cubanen en vooral dat van Sanchez, om zich te dien opzichte eenige illuaeie te maken. Zij wist, dat, als het er om ging. een vendatta te voltooien, een man van Sanchez* aan leg overal toe in staat wasAam den anderen kant wiet zij eohter ook, dat het haar niet zou gelukken, Paul te weerhou den dien avond ts vertrekken. Xv Mod haar slechts één ding ts doen. „Pep*!" riep oij. Een mulat van ongeveer dertig jaar, een robuust gebouwde kerel met een vast beraden gecdoht, kwam aansnellen. „8e- nora?" ,Ik kan op je vertrouwen en Je houdt van mij, PepeP" „Weet u niet, eenora. dat mijn gan- sche leven u toebehoort. „Ik weet het, mijn beste Pepe en daar om heb ik je ook laten roepen om aan Jou toe te vertrouwen, wat ik op de we reld bezit: het leven van Paul Luister goed naar me: je spant de twee bette paarden uit den stal voor den kleinen wa gen en zoo hard je kunt rijden, zonder je ook maar door iets te laten ophouden, wat er ook gebeurt, breng je den inge nieur naar Santiagol" „MaarPepita! Waarom.?" protes teerde haar verloofde. „Stil," beval het meisje hem vastbera den. „Laat mij mijn gang gaanLater zal ik je alles uitleggen. Je hebt me goed begrepen, nietwaar, Pepe? Je laat je door niets ophouden, en maakt, dat je zoo gauw mogelijk in Santiago bent. Denk er aan, dat, wanneer je ook maar één oogenblik aarzelt, het de dood van mijn verloofde beteekent. En nu: gal" De ingenieur omhelsde zijn mooie ver loofde en ging daarop naar den mulat, die de paarden reeds inspande. Eenige mi nuten later zwenkte een licht wagentje, getrokken door twee vurig» hengsten, door het hek van den tuin en verdween als een pijl uit den boog in de riohting van Santiago. Het kloppen van haar hart nauwelijks kunnende bedwingen keek Pepita het na tot het uit het gezicht ver dwenen was. Toen walde zij naar binnen gaan, maar opeens bleef ze staan en momjpelde, de hand aan haar hoofd slaand: „0, die onzekerheid! Die onze kerheid! Ik houd het niet uit En Vlug Eep ze naar den stal, zadelde eigenhandig haar paard en geen twee mi nuten later galoppeerde zij hen na. Pepita's huis lag aan den voet van da Sierra Maestro, op betrekkelijk geringen afstand van Santiago. Vroeger was deze streek begroeid geweest met dichte bot- schen, die nu eohter zijn verdwenen en plaats hebben gemaakt toot uitgestrekte koffie- en tabaksplantage*, die vaak om zoomd zijn met heggen van 8t.-Jan*brood hoornen. Ongeveer halverwege Pepita's huis en Santiago was een gedeelte der vroegere boeschsn blijven bestaan, terwijl zich er vóór en er na een groote, wijde vlakte uitstrekte, die nog niet in cultuur waa gebracht. Getrouw aan de opdracht, die Pepe van zijn meesteres had ontvangen, zette de mula/t zijn paarden tot eteeds grooter spoed aan. Maar toen hij het gedeelte van den weg naderde, waar het bosoh niet wae omgekapt, sprong er een jongeman uit het struikgewas te voorschijn en be duidde hem, door met een geweer te zwaaien, dat hij moest stoppen. Als eenig antwoord legde de mulat de zweep over zijn paardenEr klonk een schot en de kogel trof een oor van een der dieren. Doch, inplaata van te blijven staan, sloeg het, dol van pijn, op hol. Sanchez want deze wae het wierp zijn geweer, waarvan hij geen nut meer kon hebben, op den grond en sprong le nig als een panter tegen de paarden op, zioh vastklemmend aan hun teugels Een dwaze en roekelooze onderneming, waarvan de noodlottige afloop vooraf was te voorzien en die hij dan ook zeker niet zou hebben ten uitvoer gebracht, indien hij niet door woede, haat en jalouzie ver blind was geweestPepe verhief zioh op den bok en sloeg met zijn zweep naar Sandhez, die midden in het oog getroffen werd, een kreet slaakte van pijn en een hand voor zijn gezicht sloeg. Hierdoor kon hij zich niet meer houden, de Het moet! Roept U Millman in Godsnaam aan de telefoon. Dave huilde bijna er staat een menschenleven op het spel. Roept u hem direct alstublieft! Wacht u dan maar even, besliste de hoteltelefoniste ten slotte. Het duurde een eeuwigheid vond D/jve, maar eindeliik klonk een slaperige stem: Hallo! Wat is er aan de hand? Ben jij daar, Millman? vroeg Daye haastig, ben jij het? Ja, met Millman, was het antwoord Je spreekt met Dave, met Dave, versta je me? Iker is iemand ernstig gewond. Ik kan ie door de telefoon geen bijzonderheden vertellen, maar zie in Godsnaam dat je een dokter krijgt dien je vertrouwen kunt en kom. Ik zal komen, Dave, antwoordde Millman op zijn kalme manier. Maar waar moet ik komen? Dave Henderson opende de telefoon cel. Hij had niet het flauwste idee waar hij zich in New York bevond, behalve dan dat hij in de buurt van de „IJzeren i'aveerne" was. En dien naam wilde hij maar liever niet noemen. Over een paar minuten zouden de kranten er vol van staan en op de telefooncentrale zou den ze dien naam wel eens in de ooren kunnen knoopen! -T- Wat is het adres van het restau rant hier? riep hij naar den man achter het buffet. De aangesprokene deelde het hem mee en Dave Henderson herhaalde het door de telefoon. In orde, Dave. Ik kom direct als ik mijn auto heb ovehaald «n ik breng den dokter mee. Dave Henderson liep terug naar de stee" ging de schuur weer binnen en knielde naast Teresa. Ze was nog steeds bewusteloos. Hij liet het licht van de zaklantaarn op haar onbtwwglljk figuurtje sohljnen. Het verband dat hij had aangelegd wa« wel onbeholpen en primitief, maar hi< was toch erg blij toen hij zag dat het ten minste het bloeden had gestelpt. Toen vestigden zijn oogen zich weer op het bleeke gezicht. Hij had een gevoel alsof zijn geest was uitgedoofd; zijn hoofd was dof en suf Werktuigelijk keek hij van tijd tot tijd op zijn horloge. Eindelijk kwam hij overeind, liep de steeg in en vandaar naar de straat, waar het restaurant was, waar hij zoo even had getelefoneerd. Hij wist dat Mill man er nog niet zijn kon, maar hij had rust noch duur en hij liep op en neer. Het zou wel dag zijn als zij kwamen, dacht hij. Was het nu een uur geleden, dat hij getelefoneerd had, of een eeuw, of duizend jaar? Eindelijk! Een groote luxe auto kwam de straat inrijden. Dave holde den wa gen tegemoet. Goddank, het was Mill man. Hij zat zelf, ^chter het stuur. De wagen stopt^'op zijn wenk en Dave sprong op de trééplank. Gauw! riep hij. Rijd naar de hoek van de steeg daar! De auto zete zich weer in beweging en stopte even later op de aangeduide plaats. Millman sprong eruit, gevolgd door een heer met een kleine zwarte tasch in de hand. Dave ging hen haastig voor de steeg in en deed de deur van de schuur open. Hij lichtte met de brandende zaklantaarn den dokter bij, maar hij praatte tegen Millman. Jij hebt het recht erop om alles te weten, zei hij op gédempten toon, ter wijl de dokter zich met professioneele aandacht over Teresa boog. De hel is vannacht losgebroken, Millman; een eind je verderop, in een gelegenheid, die ze de „IJzeren Taveerne" noemen, is het moord en doodslag geweest. Dat is de zeden dat ik niemand anders om hulp kon vragen dan jou, begrijp je? En snel en fluisterend bracht hij Mill man op de hoogte van alle bijzonder heden. Nu begrijp je zeker wel waarom ik niemand anders om hulp kon vragen, eindigde hij. Millman gaf niet direct antwoord. Vragend keek hii den dokter aan, die juist overeind kwam. Ze moet direct naar het ziekenhuis, besliste de arts kortaf, hoewel niet on vriendelijk. Naar een ziekenhuis? herhaalde Dave toonloos. Als de zaken zóó stonden had hij-zelf wel direct den geneeskundi gen dienst of de politie kunnen waar- schuwenl NaaT een ziekenhuis.... dat beteekende al zijn kaarten op tafel leggen! Onwillekeurig dwaalden zijn oogen af naar den donkeren hoek van de schuur, waar het met bloed bevlekte pakje bank papier in Teresa's koffer verborgen was Ziekenhuis of politie-bureaudat kwam voor Teresa op hetzelfde neerl Toen begon Millman te spreken. Wacht! zei hjj en legde zijn hand op Dave Henderson's arm. Daarop wend de hij zich tot den dokter en vroeg: Kunnen we haar in mijn auto ver voeren? Ik denk wel dat dat lukken zal, meende de geneesheer. Millman trok den dokter terzijde en fluisterde een poosje met hem. Dave ving iets op van „een verpleegster laten ko men"en toen voelde hij weer den druk van Millman'e hond op zijn arm. Het komt in orde, jongen, zei zijn oude vriend opgewekt. Ik -sloof dat ik er toch maar toe besluit mijn huis in de stad deze zomer open te maken voor een klein en select aantal gasten wel te verstaan! We zullen beginnen met haar er b«en te brengen, Davtl De groote kans. Het was een groot huis en het was er eenzaam en verlaten. Voetstappen en stemmen, als ze er waren, galmden door de groote holle gangen. Dave Henderson zat in de hall met zijn kin in de handen gesteund; opeens hief hij het hoofd op. Was het de verpleeg ster of was het de dokter, die voetstap pen boven? Hii luisterde een oogenblik, en toen liet hij zijn kin weer in zijn han den rusten. Het waren donkere uren geweest donkere uren voor zijn ziel, eindelooze uren vol teisterenden angst om Teresa. Haast tegelijk met hun aankomst in het huis, was er een verpleegster geko men. Uit een restaurant in de buurt had iemand een ontbijt gebracht voor den dokter, voor de verpleegster, voor Mill man en voor hem. Hij had iets gegeten wat, hij wist het niet. De dokter was weggegaan en weer teruggekomen, hij was nu boven. Als hij weer beneden kwam, mocht hij misschien even naar Teresa toe. Een half uur geleden hadden zij hem gezegd, dat er uitzicht op her stel was. Millman had er op aangedron gen dat hij naar bed zou gaan en wat slapen. Alsof hij dat gekund hadl HU was half dol geweest vap angst om Te resa. Millman! Hij had Millman een eerlij ken kerel genoemd. Maar vanmorgen had hij geprobeerd nog iets anders van Mill man te zeggen voor wat Millman dien nacht voor Teresa en hem had gedaan. Maar de woorden hadden niet willen komen. Millman scheen het echter be grepen te hebben, hoewel hij zelf even min veel gezegd had. Er was een glim lach in de grijze ooeen gekomen en hij had zijn beide handen met een gebaar van hartelijkheid op Dave'e schouder» gele,4.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1931 | | pagina 3