I FOTO ,0CUX
CHEVROLET SIX
f
KENNISGEVING!
A, VAN IPEREN, SCHOONHOVEN
Xti'99 52
St. (Nicolaasfeest
A. DUBBELDAM
Van Rondom
GOUDJC HE/ING EL HOEK HEER CNjTR* ROTTERDAM
Aanbevelend,
Voor het
C. I. Leeuwen, Tuinstraat 85. Bouda
HET MEEST ECONOMISCHE VERVOERMIDDEL
Boterletters, Letterbanket
Spritsletter, Appelbollen
Appelgebakjes, Saucijzen
groot en klein Speculaas
met en zonder pitten
Choc.- en Suikerbeestjes
Narsepain-vruchten enz.
H. A. v. BAAREIN
«maiiie Fluimeieis m 1140
HAVEN 82 SCHOONHOVEN
FEUILLETON.
HET DRAMA OP HET JACHT VAN
DEN HERTOG.
DE NACHTMERRIE VAN MINISTER DE GEER.
Mengelwerk.
De portefeuille.
I.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. «eHoonnpTTnscln Courant
CUq. mulei f. prima laloo
ding- royale, groota ihawl-
kraag v. echt para. boot m.
mod. oltapriog. atof-rev.,br,
doorgeit ilobelol., ap. bel-
loomouw, raggarn. v. wie.
geneden, uitloop. In IngeL
plooloi, van
Gebeeloo 77 50
prima bouclé faotaale. mod,
•hevlkraag v. echt blaam-
bont en nllaprlog. ntofrer.,
breede ledercelnt.. ruggiro.
T. vieneronden. Geheel op
lijde gav. BJ ooi nrkrljgb.
lodlnrwvkm»
modelint, OM Zj
Voord, damnamant t. primo
lalne (ricolé, m. groota mod
ibnvlkrnig en maocb.gan,
Tan leal-raib bont, breede
ledercelnlanr.mod.raggaro.
Tan nerrnrea. Geheel op
ctjde geroerd. In noir, nég re,
Tert-raaie
en hel mar. lO 79
geheel vollen lalne trlcdli,
qroote directoire kring vno
Auatr. |am, br. laderceiol.,
moderne rnggarneerlng, ge
heel op iljde gevoerd. In
nigra, verl-rnaae ea hal
marine. Bi| m>n
„Wenen" lO 50
Leuke |ongedemeamaatel t.
geheel vollen atol. Hoog
opat. kraagr. echt iqnlrrnl-
tailabont. breede mod. atol-
reuen, breede alolcelnluur
met keurige gespaardige
rnggarneerlng, gahaal op
lljdi. In nigra
ea rert-naae fk
elachta wa
Mod. demumanlelT. prima
lelnedlagou lant m groota
Kir. direct.-kraag t. acht
gd..Pen.,br.ledarcclat.,
ap. booge mouvgararug-
gam. met aanged. booge
taille en Keller-nndeo. Gen.
Tmvmnm spmolaal adrsa voor Brealdafoto'a Reproductie»
jyoor rik aannemelijk bod
««gil
Telef. 2876 Donderdags Markt.
:s versch
„Alaxanderwork"
alle maten, ook alle
Onderdeden voorradig.
SCHOONHOVEN
Kent U onze
niet koperen «top, groen,
staalblauw, roodl
Beleefd aanbev.
VRAAGT OFFERTE BIJ DEN VERTEGENWOORDIGER t
TWEEDE BLAD.
NIEUWSBLAD VOOIT ZPttMfOttZND EN UTBEDHT, SttromrtraTTmttT»«irarwirt
vntJD/w oeroBEn rai.
door
JAN KIJKUIT.
Hat alakkanhuls van dan
burgemeester. Tante
griezelt. In Benichop en
in VreeawIJk. In Noorde-
ioos en in Willige-Lango-
rak. Burgemeesters zijn
ook zaksnlui. Wat Amei-
de leert
Hot zal in alaJütenland wol gemak
kelijk gaan, ais daar on nieuwo burge
meester komt, aei Jodocus.
Wo zaten bij elkaar en hadden zoo
Juist den moeilijken toestand besproken,
waarin de regeering van ons land ver
keert, en ook vele gemeenten geraken,
uooals Rotterdam, dat gdbrek aan kas
middelen beeft, en andere gemeenten,
die ook geen gelden kunnen opnemen,
van het voornemen der regeering, om
minder aan d« gemeenten uit de gemeen-
tefondsbelasting uit te keeren enz., en
toen kwam daar op, eens die opmerking
van Jodocus, die met een nuohter gezicht
Booals hij altijd trekt als hij zooiets ge~
tegd heeft voor zich zat uit te kijken.
In fllakkenland, en een burgemees
ter? Wat moet dat nu weer beduiden?
vroeg tante benieuwd.
Wel mensch, dan brengt aoo'n bur
gemeester z'n eigen huis mee, op zijn rug
begrijp je. Dan zijn er geen zorgon over
een huis, en heeft nielnand er mee te
maken, waar de burgemeester wonen zal,
want hij woont in zijn eigen eohulp.
En wat is dat dan voor eenjbeeld-
spraak? vroeg iï.
Hebben jullie dan niet gelezen» wat
in den raad van Lopik ia behandeld. Hoe
ze die burgemeester daar hebben laten
wonen? In een huis vol met padden en
slakken
Brrrr, griezelde tante, en ze trok
haar boenon van angst al in de hoogte.
Ja, ging Jodocus onverstoorbaar
verder, en de studeerkamer is niet meer
te gebruiken, zoo /ertelde de burgemees
ter, want daar was alles in hevige mate
aangetast door de zwam; de kelder leek
op een aquarium
i Een aquarium, zei tante ontzet.
Kunnen ze eon goudvissohenkwee-
kerij van maken, riep ik uit.
En de meubels vielen er uit elkaar,
en er was geen enkele kast meer, die
sloot, en het heels huis, was een exoer-
citieterrein voor padden en slakkon.
Brrrr, riep tante weer en ze klom
op een stoel.
- En verschillende platen in de gang
waren verschimmeld, en
Hou nou maar op, riep tante van
haar veftevenheid, en wat zeiën de raads
leden daarop.
O, er was er een, en die nam het
heel gemoedelijk op; die zei: alle huizen
in Lopik waren voohtlg, daar was niks
aan te doen en je moest er aan wen
nen
i Aan wennen, o, ik begTijp zooiets
niet, als Ik maar iets in mijn huls zie
van voohtigheid of zoo. dan besterf ik het
van aohrik, zei tante. En dat meende zo
oprecht, want grooter zindelijkheid en
properheid is er bij geen Hollandsohe
huisvrouw te vinden, dan bij tante.
Maar blijft die burgemeester daar
dan maar wonen? vroeg ik.
Natuurlijk niet; kijk een®, die bur
gemeester heeft het groote voordeel, dal
hij drie gemeenten hoeft. En zoo kon hij,
zonder toestemming te hoeven te vragen
aan de hoogere autoriteit, verhuizon naar
een andere plaats. En in Willlge-Lange-
rak daar bouwen zo nu een huls voor
(hem, vlak bij do kerk en het raadhuis
en daar gaat hij nu wonen.
-H Sjonge, sjonge, eon slag voor Lo
pik, dat 'het zijn burgemeester kwijt
raakt, zei tante, die een bijna afgodische
vereering koestert voor burgemeesters.
1Ja, maar dan hadden ze maar voor
een goed huls moeten zorgen. Baron
Hardenbroek, die toon ndg wethouder
was, die was tegen aankoop van dat huls
gowoasi, want die zoi: „het is oon ouwe
kast" en met ouwe tangen en ouwe kos-
teh moet je voorzichtig zijn, tante.
Slaat dat op mij? vroeg tante vin
nig. die al woer van den stoel af was
10
Neen, hij sou niets overhaast doen en
dus bleef hij kalm liggen. Hij moest
eerst dio pleegzuster eens alleen spre
ken, dat leek hem voorzichtiger, dan
dadelijk ook met den dokter kennis te
moeten maken. Als hij iets gewaar
worden wilde, dan kon dat beter ge
beuren door alleen de zuster te spreken.
Daarom ging hij slapen. Het kostte hem
goen moeite. De waarheid was, dat hij
zijn geest al te veel dadelijk had inge
spannen. Hij viel dus in slaap.
Na een uur ongeveer werd Harold
wakker. Hij bleef eenigen tijd met ge
sloten oogen liggen en overdacht' alles
nog eens. Hij luisterde of hij iets om
zich heen hoorde, maar het was stil in
de kamer. Toen sloeg hij de oogen op en
keek om zich heen.
Daar zat bij zijn bed een verpleegster.
Toen hij de oogen opsloeg zag hij haar
in oen boek lezen en hij had de gelegen
heid haar even te bestudeeren. Nu
hij moest zich zelf dadelijk bekennen
dat zij er betrouwbaar genoeg uitzag.
Hij wilde zich iets oprichten en da
delijk nu keek de verpleegster naar hem
Met een vriendelijken glimlach zag zij
hem aan.
Dag zuster, zei Harold.
Kijk, lachte de zuster, ik boor aan
uw stem, dat u zich tamelijk wel voelt.
Waar ben ik, vroeg Harold.
U is in een ziekenhuis.
Wat is er dan met mij gebeurd?
Een ongeluk gehad, antwoordde de
luster. Men heeft u hier gebraoht, be
wusteloos.
- Natuurlijk niet, op de buurvrouw
van hierover, zalfde Jodocus haastig, die
begreep, dat hij een verkeerd mopje had
getapt.
Maar die burgemeester wou toch
wel in dat huis wonen?
Dat wou hij ook wel. Maar hoe
gaat dat. Het gaat met een huis net als
met de trouwerij. Je krijgt er pas on
dervinding van, als het eon jaartje ge
duurd heeft; als je er een zak zouj in
hebt leeggegeten, zeggen ze wel eens. En
de burgemeester van Lopik is er na
tuurlijk in goede trouw ip. gaan wonen
en op een gegeven dag liepen de slakken
zoo maar langs zijn etensbordjo, en de
padden zaten tusschen zijn servetje, en
in de slaapkamer waren zwermen mug
gen en
v- Schei nou maar uit, met al je grie-
zelighedena» zei tante, ik hoep alleen
maar, dat ze daar in WiUige-Langerak
vort maken met den bouw van dat nieu
we huis, kant soms duurt wat wel <wn#
lang, zooals toen in Bensohop.
In Benschop, daar heeft de burge
meester, een mooi nieuw huis.
't Is waar, maar het heeft heel wat
voeten in de aarde gehad en reuzenlang
geduurd. Menschen, menschen, wat is
daarover afgepraat in de raad, het leek
af en toe wel, of ze daar vonden, dat een
burgemeester onder den blooten hemel
slapen kon.
En dan in Vreeswijk, niet te verge
ten* zei ik.
Ia het daar dan ook zoo gegaan?
Wel, menschenllef, daar heeft do
burgemeester een paar jaar in Utrecht
gewoond, want ze wilden daar geen huis
voor hem koopen of bouwen; er leek
niets geschikt te wezen en om in eon
woonschuit te gaai* bivakkeuron, dat ia
toch mets voor een burgemeester.
Natuurlijk niet, zei tante innig.
Het wonen van burgemeesters is
vaak een vraagstuk, zei ik. In Schoon
hoven waren ze wat blij, dat ze de ambts
woning van den eersten burger kwijt
raakten.
En voor goed geld ook, zei tante,
dat heb ik tenminste wel eens gelezen.
Negenduizend guldon, meon ik, zei
Jod» kom daar nu eons om, dat komt er
nooit meer uit. In Sohoon hoven hebben
ze gezegd: nooit van zijn leven eon ambts
woning meer voor een burgemeester.
In Noordeloos hebben ze een bur-
gemeeaterswoning en er woont geen
burgemeester in; die heeft drie gemeon-
ton Noordeloos, Hoog-Blokland en Hoor
naar, en hij woont in Gorinohem.
- Ja, dat vind ik toch zoo'n zonder
lingen toestand, zei tante, die heb ik
nooit begrepen.
Vroeger kon dat makkelijker dan
tegenwoordig, zei Jodocus, jullie weten
nog wel van dien beroemden burgemees
ter, die Lekkerkerk rijk was, en die
maar eens in de week een half uurtje
kwam kijken en als er dan raadsverga
dering was, en de boot v®rtrok, waar hij
mee wou, dan sloot hij de vergadering
pardoes.
Dan hebben ze daar nou een bete
re, zei tante.
Ja, en ze zijn er reusachtig mee in
hun sohik ook, zei ik. Maar vroeger, dan
kon een burgemeester vbor een wisse
wasje verlof krijgen tot uitwoning uit zijn
gemeente. Het is eens voorgekomen hier
Jn de streek, nu al een aantal jaren ge
ledon, dat een burgemeester zich buiten
zijn gemeente mocht vestigen, omdat zijn
doohter daar overleden was, en de herin
nering1 bom te pijnlijk was.
Nou, dot is ook een heel ding, zei
tante.
Dat is bet ook, maar je moet toch
niet uit piëteit voor zooieta maar toe
staan, dat een gemeente het vrijwel al
tijd diet een looo-burgemeester moet
doen. Loco-burgemeesters zijn beste man
nen, maar ik vind: „de burgervader
hoort daar" en hij beurt er zijn geld
voor en hij moet het werk doen ook. En
hoe kan hij nu goed verantwoordelijkheid
dragen, als hij niot in zijn gemeente ls.
Maax als Iemand nu drie gemeenten
heeft.
Dan is het wat anders, dan houdt
de burgemeester er iedere week zitting.
Maar in do gemeente zelf, niet zooals de
Montfoortaohe burgemeester dat daoht,
Lang geleden, zuster?
Gisteren was het. Maar praat nu
niet meer, ik zal den dokter roepen, die
weet er meer van en als hij het goed
voor u vindt, zal hij het u wei vertellen.
Harold hield haar met de hand terug.
Neen, zuster, zei hij, ik heb een
hekel aan dokters, ik heb hem op het
oogenbiik niet noodig. Vertel me eerst,
wie ik ben.
Herinnert u zioh dat niet. Ik ken
u niet, maar u zult toch zeker zelf wel
weten wie u is.
Harold schudde het hoofd.
Winnen de Duiischere nog, vroeg
hij.
De zuster keek hem vreemd aan. Op
eens meende zij te begrijpen. De arme
kerel was nog in de war. Zij had wel
gezien dat bq eenige lidteekens had, na
tuurlijk was hij in den oorlog geweest,
hij had gewond in een hospitaal gelegen
en nu verbeeldde hij zioh dat' dit nog zoo
waB. Geheugenverlies, dat kwam zoo
vaak voor.
Zij wist echter niet of zij hem dade
lijk zeggen moest dat hij zich vergiste,
dan wel of hij direct op de hoogte ge
bracht moest worden. Daarom zei zij:
Ge moet rustig blijvsn liggen, het
komt er alles niota op aan, als ge maar
weer beter wordt. Ik zal even den dok
ter waarschuwen.
Harold bleef stil liggen en de zuster
drukte op een electrische bel. Een paar
minuten later stond de dokter voor zijn
bed.
Ah zoo, mijnheer, zeide hij opge
wekt, dat ziet er al heel wat beter uit,
hoe voélt u zich?
Best, dokte?, antwoordde HaroU.
Mag Ik weten wie u is?
Zeker, antwoordde de dokter glim
lachend, ik ben dokter Harrison.
En wilt a me ook zeggen, wie lk
ben?
die ook burgemeester is van Wiilleekop
en die spreekuur hield voor de ingezete
nen van Willeskop in Montfoort.
Dus hij ging niet naar Willeskop
maar bleef rustig in Montfoort? vroeg
Jodocus.
Juist en Ged. Staten hebben daar
aanmerking op gemaakt en gezegd, dat
hij voortaan naar Willeskop moest gaan.
Maar de Willeskopsche gemeenteraad
daoht daar anders <freé $n besloot in be
roep te gaan bij de Kroon, dat de bur
gemeester niet in Willeskop maar in
Montfoort zou mogen zitting houden,
want anders moesten ze een gemeente
huis bouwen.
Wat koddig, zed tante, en dat voor
één uur in de week.
Ja, dat dachten die menschen,
maar dat hoeft niet Er kan toch een
overeenkomst met iemand worden geslo
ten in die plaats, dat de burgemeester
daar eens per week mag spreekuur nou-
den. Dat kost weinig en dan hebben de
ingezetenen van zoo'n plaats toch meer
aan hun burgemeester, dan wanneer ze
hem alleen maar in hun gemeente zien
fietsen of autorijden of zoo,' want te
paard zal hij niet meer komen, dat de
den ze vroeger.
Of tegenwoordig nog wel In Ameide.
Sjongens, jongens, wat hebben ze hem
daar weer gereden ln den gemeenteraad,
zei Jod. Ik heb het verslag met smaak
gelezen. De burgemeester zoi, dat een
raadslid onbetrouwbaar was, en het
raadslid zei, dat de burgemeester onbe
trouwbaar was. En ze sloegen op de tafel
en ze spogen nijdig op don grond,
en keken elkaar met rooie koppen aan en
ze liepen kwaad weg. Een gezellige boel
ia het daar.
- Maar ze hebben ook vrede gesloten,
zei tante, en de burgemeester leek heel
gelukkig, dat het nou weer pais en vree
was.
Ja, en nou waohten ze daar op de
volgende uitbarsting, kwam Jod vroqljjk
uit den hoek.
Het ia niet te hopen, zulke dingen
zijn voor een gemeente niet plezierig,
dan is het maar beter om rustig samen
to werken en te zien, wat men voor de
burgerij kan doen.
- Dat vind ik ook, zei de ouwe Teun,
die binnenkwam, en ik vind het grappig
ste, dat de oud-burgemeester van Lopik
dat mooie huis, waar jullie het over had
den. aan de gemeente verkocht heeft. Hij
wrijft nou Jn zijn handen on Lopik heeft
de strop. Zie je wel, dat burgemeesters
soms ook zakenlui zijnl
INGEZONDEN ItSoEDEELING.
Ruwe Huid 1PUROL
Ruwe Handen DoO830 cen,
Ruwe Lippen Jflij ipeih.cn dr.
Die Judson is een brutale vlegel,
verklaarde lJudloy legen zijn knappe
zuster, die hel huishouden "voor hejn
dood. Niemand woeL, wie hjj is,
of waar hij vandaan komt, ma Ar
gisteravond, was hij onbeschaamd om
den hooien avond met je te dansen
Ik wli het niet meer hebben.
Caroline glimlachte toegeeflijk en
antwoordde; 'Het kan mij niot
schelen beste jongen. Hij is aurdig en
als hij ons al zijn zaken niet wil
vertellen, wat geeft dat?
Het feit, dat hij een vreemde Ls,
moet een Ireden te meer zijn. dat
tenminste iemand hem vriendelijk be
handelt.
Hudlov trok zijn boordje recht en
liep gedurende eenige minuten do
kamer op cn neer. terwijl hij een
redevoering hield over de gevaren,
waaraan een Jong meisje bloot staat,
als ze niet naar onpartijdige raad
van haar broer wil luisteren. De
zaak is, eindigde hij. dat Jud
son bang is over zichzelf te spreken.
Tja, dat is moeilijker te zeggen.
Herinnert u zich dat niet?
Neen, ik weet er niets van. Hebt
u me in een loopgraaf gevonden. En.
Waar hebt u meegevochten?
We zijn hier toch in de seotie bij
Atreoht, vroeg Harold.
Hoor eens, sel de dokter, u is in
de war. U is hier niet in Atreoht, piaar
in Londen. Er is geen oorlog moor. ik
denk dat u bij Atrecht gevoo den hebt
en gewond geworden zijt. Maar do&rua
is u hersteld on u hebt nu een nieuwe
slag opgeloopen,die u *00 wat oen dag
bewusteiooe heeft doen zijn. En nu
wordt u weer wakker in een hospitatd
en verbeeldt u zich dat dit de eerste
maal nog is en slaat u in üw herinne
ring eon groot tijdvak over.
Maar dokter, ik weet zeker
•—Ja, ja, ja, dat begrijp ik heel goed
U kunt u niet voorsteilen dat or iets ge
beurd is in den tijd dien u -zich nut
meer herinnert. Maar de oorlog is al
weer eenige jaren voorbij. U is nu niet
ziek tengevolge van een in dsn oorlog
opgedane verwonding. U heeft gisteren
een ongeluk gehad of een vechtpartij,
in ieder geval, u li hier bewusteiooe
binnengebracht.
Maar wie ben ik dan, dokter.
Ja, dat weet ik ook niet. Men heeft
u per ziekenauto hier gebracht. Mun
zeide dat men u gevonden iiad bewus
teloos en beroofd. Zij die a brachten
kenden u ook niet. Maar ik zon me daar
over maar niet verontrusten. De herin
nering komt wel terug. U wordt bier
goed verpleegd en met een paar dagen
dan komt uw geheugen wel weer. An
dere vinden w\j wel uit wie u is en het
is dan zeker gemakkelijker het geheu
gen ter hulp te komen.
De dokter zeide dit alles op volkomen
kalmen toon. En in zijn hart begon Ha
rold zioh diep te schamen, dat hij dezen
Excellentie De Gesr,
Is geducht in de weer,
Om 't begrootingstekort weg te werken.
Hij is ernstig van plan,
Om, als 't oventjes kan,
Onze schatkist weer wat te versterken.
En Minister De Geer
Zei, dat hij onder moer
Hier en daar wei oen beetje moest snoeien.
Ook het ambtenaarsheor,
Kostte dat don een veer,
Maar toen kwam er verzet en 't blijft groeien.
De bedreigden gaan voort,
In geschrift en in woord,
Om het dreigend gevaar te bezwerenl
Maar De Geer verklaart stug:
lk ga niet meer terug,
Want ik kan deze post niet ontberen.
Nu is ook 't Parlement,
Met de zaak niet content,
Zoodat hevige strijd staat te wnohtenl
De Minister ziet thans,
Menige penhouderlans,
Op zioh gericht, in slaap'looie nachten.
Het is iemand van verdacht allooi.
Caroline sprong op, rood van woe
de en gooide de Iheemuts met zoon
kracht naar haar broer, dat er een
vaas van den schoorsteenmantel viel.
De zaak is. zei ze heftig,
dat jullie een kliek vormen, en nijdig
zijn, omdat hij niet alles omtrent
zichzelf aan de groote klok hangt..—
Je bent een dwaas kind, zei
Hudley. ledereen in de club heeft
zijn vermoedens omtrent hein gehad,
en nu hebben we zekerheid. We zul*
len hem het lidmaatschap van de club
opzeggen.
h- Maar dat kan niet, rièp Ca«
roline wanhopig uit. Wat voor
roden hebben jtiilie voor zooieta ge
meens?
De reden. zei Hudley, is
dat geen enkele behoorlijke club
iemand onder haur leden mag hebben
die in de gevangenis gezeten heeft.
Dit was een dramatische ont
knooping en Hudley had zoo indruk
wekkend mogelijk gesproken.
Caroline barstte eensklaps in tranen
uit Jullie zijn een troep pllendige
kWuadsprekers, snikte ze, zijn hand
van haur schouders schuddend.
Ja, kletskousen I Hoe kan je zulke
dingen zeggen? Welke bewijzen heb
ben hillinf -
f- Dat zal ik Je vertellen, ant
woordde Hudley. Chase kreeg gis
terenmiddag eeii geheimzinnige be
zoeker; oen schunnig uitziende kerel,
dictzci dat hij belangrijke informaties
kon verstrekken belreffende iemand.
MÉ 'e van een per-
f was.
Caroline droogde haar oogen en
lachte. Ik? riod ze.
die het geluk bedreigde
soon, die hem zeer Hef
geneesheer, die blijkbaar de beste zorgen
aan hem beéteeddo, op zoo ergerlijke
wijze voor dén mal hiold. Want het was
niet andere dan comedie van hem, hij
'wist drommels goed wie hij was en wat
er gebeurd was. En wat de dokter hem
vertelde zou wel waar zijn. Z'n vijanden
hadden hem dus op de een of andere
reden hier of daar neergelegd. Mis
schien hadden zij wel gemeend dat hij
dood was. Anderen hadden hem gevon
den en hij was naar dit ziekenhuis ge
bracht, waar men hem nu verzorgde en
verpleegde op een manier, die hem tot
groote dankbaarheid moest stemmee.
En daar hield hij dien dokter voor den
mal, daar simuleerde hij geheugenver
lies en bedroog zoo den geneesheer. Hij
wilde graag terug, maar een onbestemd
wantrouwen weerhield hem toch om
den dokter openhartig te zeggen wie hU
was.
Dokter Harrison verliet hem kort
daarop. Hij moest er eens over denken,
dat kon hij altijd nog doen.
ik^weet er niets van, dokter, kei
hij, maar als u dan esns onderzoeken
wilt wj,e ik zijn kan. Of wil ik er zelf
op uitgaan?
De dokter antwoordde glimlachend:
Neen, maar daar lp geen denken
aan. De eerste dagen komt u zeker niet
uit uw bed.
Ook niet als mijn geheugen terug
keert?
Ook dhn niet, om de eenvoudige
reden dat dit noodlottig voor u zou zijn.
Enfin, 'ik ben hier goed, sprak Ha
rold gelaten, misschien is het ook zoo
het beste.
De dokter scheen zeer voldaan. HU
ging naar zijn bureau en belde daar
iemand op.
Hallo, riep hU, is u daar. Ja, nu
ik zou u nieuws omtrent den zieke ge
ven, 100 gauw er nieuws was. HU U tot
Chase*houdt vun Je, ernsti# en
oprecht, zei Hudley. HU vroeg
nip, het niet aan je te zoggen, als ik
dacht dat je er ongelukkig om zoudt
worden. Het is een nobele jongen.
liet is een gek, verklaarde
Caroline. Hoeveel vroeg die schun
nige meneer voor zijn informaties,
en hoe luidden zei
De hi an had twintig dollar gevraagd
en Chase had ze gegeven, maar Hud
ley vond het tactvoller, om hierover
njict te spreken, en beantwoordde
daarom alleen Caroline's andere vraag
Hij zei, vertelde Hudley plecn
tig, dat,hij een zeker persoon in
deze stad had ftfczien, die blijkbaar
goede vrienden was met Chase en
Chase's vrienden, maar dien hU het
laatst in Sing-Sing had gezien.Die
man was Judson.
!k geloof het niet, sel Caroli
ne.
De man beweerde, dat als we
het Jiem ronduit zeggen hij het
niet kun ontkennen. Maar Chase en
ik ^hebben iels beters bedacht. We
zullen niets zoggen. Op ©en avond
als er gedanst wordt, zal Chase uit
do garderobe stormen en zeggen, dat
z'n portefeuille gpslolen is. we zullen
Judson nauwkeurig in de gaten hou
den, want als hij een dief is, zal hij
al te ijverig zijn om zijn onschuld te
betu'
Misselijk. vond Caroline.
Maar haan Jullie Je kleinzielige gange
tje maar.
Caroline had afgesproken, met Jud
son te gaan rilden dien middag, en
toen zo hora ontmoette was ze
vroolUk als altijd. Maar toen ze op
stille wegen kwamen bulten de stad.
bewustzUn gekomen. Maar hU is nog
uiet weer goed. O ja, lichamelijk dat
gaat wel, maar zijn geeat ia nog in ds
war. HU lijdt aan geheugenverlies. HU
weot zich niet meer te herinnersn wat
er gebeurd ie. HU weet zijn eigen naam
ook niet. Wat mij daar van dunkt? Nu
ik zou zeggen het voorkomt moeilUkhe-
den en mogelijk complicaties. Gelooft u
het niet? Maar waarom niet? Het lijkt
u misschien vreemd, maar het komt
veel vaker voor; ik heb verschillende ge
vallen van goheugenverliea meegemaakt
in mijn pr&ctijk. Meent u dat de man
comedie speelt. Nu dat lijkt er niet naar.
Voorzichtig zijnl Ja, natuurlUk, door
kunt u zeker van zijn. Neen, neen, we
zullen niets verzuimen.
Dokter Harrison hing 4e telefoon
weer aan den haak.
De persoon die hU bad opgebeld over
den zieke had hem gezegd to gelooven
dat die zieke zich maar zoo hield. Ma&r
dat was toch dwaasheid. Enfin, hU zou
zijn maatregelen nemen. HU belde en
liet toen de verpleegster verzoeken even
bU hem te komen, e
Hoor eens, zuster, zeide hU, wat
dunkt u van uw patiënt?
O, dokter, dat sol best gaan, ge
loof lk.
Vreest u niet dat hU lastig zal wor
den?
Weineen, waarom zon hij dat wor
den. Er is dunkt me geen enkele reden
voor om dat te veronderstellen.
Ja luister eens, lk ben er toch niet
zoo heel zeker van en ik sol u zeggen
waarom. Onze patiënt is iemand uit
hoogere kringen. Hij lijdt nu en dan aan
verstandsverbijstering, hU is geectelijk
dus niet heel en al normaal. Men heeft
hem dikwijls al in een zenuwlUdersge-
sticht willen verplegon, moor daar
stemde hU niet in toe.
(Wordt vervolgd.)
t
e
>P
n.