I FOTO ,0CUX CHEVROLET SIX f KENNISGEVING! A, VAN IPEREN, SCHOONHOVEN Xti'99 52 St. (Nicolaasfeest A. DUBBELDAM Van Rondom GOUDJC HE/ING EL HOEK HEER CNjTR* ROTTERDAM Aanbevelend, Voor het C. I. Leeuwen, Tuinstraat 85. Bouda HET MEEST ECONOMISCHE VERVOERMIDDEL Boterletters, Letterbanket Spritsletter, Appelbollen Appelgebakjes, Saucijzen groot en klein Speculaas met en zonder pitten Choc.- en Suikerbeestjes Narsepain-vruchten enz. H. A. v. BAAREIN «maiiie Fluimeieis m 1140 HAVEN 82 SCHOONHOVEN FEUILLETON. HET DRAMA OP HET JACHT VAN DEN HERTOG. DE NACHTMERRIE VAN MINISTER DE GEER. Mengelwerk. De portefeuille. I. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. «eHoonnpTTnscln Courant CUq. mulei f. prima laloo ding- royale, groota ihawl- kraag v. echt para. boot m. mod. oltapriog. atof-rev.,br, doorgeit ilobelol., ap. bel- loomouw, raggarn. v. wie. geneden, uitloop. In IngeL plooloi, van Gebeeloo 77 50 prima bouclé faotaale. mod, •hevlkraag v. echt blaam- bont en nllaprlog. ntofrer., breede ledercelnt.. ruggiro. T. vieneronden. Geheel op lijde gav. BJ ooi nrkrljgb. lodlnrwvkm» modelint, OM Zj Voord, damnamant t. primo lalne (ricolé, m. groota mod ibnvlkrnig en maocb.gan, Tan leal-raib bont, breede ledercelnlanr.mod.raggaro. Tan nerrnrea. Geheel op ctjde geroerd. In noir, nég re, Tert-raaie en hel mar. lO 79 geheel vollen lalne trlcdli, qroote directoire kring vno Auatr. |am, br. laderceiol., moderne rnggarneerlng, ge heel op iljde gevoerd. In nigra, verl-rnaae ea hal marine. Bi| m>n „Wenen" lO 50 Leuke |ongedemeamaatel t. geheel vollen atol. Hoog opat. kraagr. echt iqnlrrnl- tailabont. breede mod. atol- reuen, breede alolcelnluur met keurige gespaardige rnggarneerlng, gahaal op lljdi. In nigra ea rert-naae fk elachta wa Mod. demumanlelT. prima lelnedlagou lant m groota Kir. direct.-kraag t. acht gd..Pen.,br.ledarcclat., ap. booge mouvgararug- gam. met aanged. booge taille en Keller-nndeo. Gen. Tmvmnm spmolaal adrsa voor Brealdafoto'a Reproductie» jyoor rik aannemelijk bod ««gil Telef. 2876 Donderdags Markt. :s versch „Alaxanderwork" alle maten, ook alle Onderdeden voorradig. SCHOONHOVEN Kent U onze niet koperen «top, groen, staalblauw, roodl Beleefd aanbev. VRAAGT OFFERTE BIJ DEN VERTEGENWOORDIGER t TWEEDE BLAD. NIEUWSBLAD VOOIT ZPttMfOttZND EN UTBEDHT, SttromrtraTTmttT»«irarwirt vntJD/w oeroBEn rai. door JAN KIJKUIT. Hat alakkanhuls van dan burgemeester. Tante griezelt. In Benichop en in VreeawIJk. In Noorde- ioos en in Willige-Lango- rak. Burgemeesters zijn ook zaksnlui. Wat Amei- de leert Hot zal in alaJütenland wol gemak kelijk gaan, ais daar on nieuwo burge meester komt, aei Jodocus. Wo zaten bij elkaar en hadden zoo Juist den moeilijken toestand besproken, waarin de regeering van ons land ver keert, en ook vele gemeenten geraken, uooals Rotterdam, dat gdbrek aan kas middelen beeft, en andere gemeenten, die ook geen gelden kunnen opnemen, van het voornemen der regeering, om minder aan d« gemeenten uit de gemeen- tefondsbelasting uit te keeren enz., en toen kwam daar op, eens die opmerking van Jodocus, die met een nuohter gezicht Booals hij altijd trekt als hij zooiets ge~ tegd heeft voor zich zat uit te kijken. In fllakkenland, en een burgemees ter? Wat moet dat nu weer beduiden? vroeg tante benieuwd. Wel mensch, dan brengt aoo'n bur gemeester z'n eigen huis mee, op zijn rug begrijp je. Dan zijn er geen zorgon over een huis, en heeft nielnand er mee te maken, waar de burgemeester wonen zal, want hij woont in zijn eigen eohulp. En wat is dat dan voor eenjbeeld- spraak? vroeg iï. Hebben jullie dan niet gelezen» wat in den raad van Lopik ia behandeld. Hoe ze die burgemeester daar hebben laten wonen? In een huis vol met padden en slakken Brrrr, griezelde tante, en ze trok haar boenon van angst al in de hoogte. Ja, ging Jodocus onverstoorbaar verder, en de studeerkamer is niet meer te gebruiken, zoo /ertelde de burgemees ter, want daar was alles in hevige mate aangetast door de zwam; de kelder leek op een aquarium i Een aquarium, zei tante ontzet. Kunnen ze eon goudvissohenkwee- kerij van maken, riep ik uit. En de meubels vielen er uit elkaar, en er was geen enkele kast meer, die sloot, en het heels huis, was een exoer- citieterrein voor padden en slakkon. Brrrr, riep tante weer en ze klom op een stoel. - En verschillende platen in de gang waren verschimmeld, en Hou nou maar op, riep tante van haar veftevenheid, en wat zeiën de raads leden daarop. O, er was er een, en die nam het heel gemoedelijk op; die zei: alle huizen in Lopik waren voohtlg, daar was niks aan te doen en je moest er aan wen nen i Aan wennen, o, ik begTijp zooiets niet, als Ik maar iets in mijn huls zie van voohtigheid of zoo. dan besterf ik het van aohrik, zei tante. En dat meende zo oprecht, want grooter zindelijkheid en properheid is er bij geen Hollandsohe huisvrouw te vinden, dan bij tante. Maar blijft die burgemeester daar dan maar wonen? vroeg ik. Natuurlijk niet; kijk een®, die bur gemeester heeft het groote voordeel, dal hij drie gemeenten hoeft. En zoo kon hij, zonder toestemming te hoeven te vragen aan de hoogere autoriteit, verhuizon naar een andere plaats. En in Willlge-Lange- rak daar bouwen zo nu een huls voor (hem, vlak bij do kerk en het raadhuis en daar gaat hij nu wonen. -H Sjonge, sjonge, eon slag voor Lo pik, dat 'het zijn burgemeester kwijt raakt, zei tante, die een bijna afgodische vereering koestert voor burgemeesters. 1Ja, maar dan hadden ze maar voor een goed huls moeten zorgen. Baron Hardenbroek, die toon ndg wethouder was, die was tegen aankoop van dat huls gowoasi, want die zoi: „het is oon ouwe kast" en met ouwe tangen en ouwe kos- teh moet je voorzichtig zijn, tante. Slaat dat op mij? vroeg tante vin nig. die al woer van den stoel af was 10 Neen, hij sou niets overhaast doen en dus bleef hij kalm liggen. Hij moest eerst dio pleegzuster eens alleen spre ken, dat leek hem voorzichtiger, dan dadelijk ook met den dokter kennis te moeten maken. Als hij iets gewaar worden wilde, dan kon dat beter ge beuren door alleen de zuster te spreken. Daarom ging hij slapen. Het kostte hem goen moeite. De waarheid was, dat hij zijn geest al te veel dadelijk had inge spannen. Hij viel dus in slaap. Na een uur ongeveer werd Harold wakker. Hij bleef eenigen tijd met ge sloten oogen liggen en overdacht' alles nog eens. Hij luisterde of hij iets om zich heen hoorde, maar het was stil in de kamer. Toen sloeg hij de oogen op en keek om zich heen. Daar zat bij zijn bed een verpleegster. Toen hij de oogen opsloeg zag hij haar in oen boek lezen en hij had de gelegen heid haar even te bestudeeren. Nu hij moest zich zelf dadelijk bekennen dat zij er betrouwbaar genoeg uitzag. Hij wilde zich iets oprichten en da delijk nu keek de verpleegster naar hem Met een vriendelijken glimlach zag zij hem aan. Dag zuster, zei Harold. Kijk, lachte de zuster, ik boor aan uw stem, dat u zich tamelijk wel voelt. Waar ben ik, vroeg Harold. U is in een ziekenhuis. Wat is er dan met mij gebeurd? Een ongeluk gehad, antwoordde de luster. Men heeft u hier gebraoht, be wusteloos. - Natuurlijk niet, op de buurvrouw van hierover, zalfde Jodocus haastig, die begreep, dat hij een verkeerd mopje had getapt. Maar die burgemeester wou toch wel in dat huis wonen? Dat wou hij ook wel. Maar hoe gaat dat. Het gaat met een huis net als met de trouwerij. Je krijgt er pas on dervinding van, als het eon jaartje ge duurd heeft; als je er een zak zouj in hebt leeggegeten, zeggen ze wel eens. En de burgemeester van Lopik is er na tuurlijk in goede trouw ip. gaan wonen en op een gegeven dag liepen de slakken zoo maar langs zijn etensbordjo, en de padden zaten tusschen zijn servetje, en in de slaapkamer waren zwermen mug gen en v- Schei nou maar uit, met al je grie- zelighedena» zei tante, ik hoep alleen maar, dat ze daar in WiUige-Langerak vort maken met den bouw van dat nieu we huis, kant soms duurt wat wel <wn# lang, zooals toen in Bensohop. In Benschop, daar heeft de burge meester, een mooi nieuw huis. 't Is waar, maar het heeft heel wat voeten in de aarde gehad en reuzenlang geduurd. Menschen, menschen, wat is daarover afgepraat in de raad, het leek af en toe wel, of ze daar vonden, dat een burgemeester onder den blooten hemel slapen kon. En dan in Vreeswijk, niet te verge ten* zei ik. Ia het daar dan ook zoo gegaan? Wel, menschenllef, daar heeft do burgemeester een paar jaar in Utrecht gewoond, want ze wilden daar geen huis voor hem koopen of bouwen; er leek niets geschikt te wezen en om in eon woonschuit te gaai* bivakkeuron, dat ia toch mets voor een burgemeester. Natuurlijk niet, zei tante innig. Het wonen van burgemeesters is vaak een vraagstuk, zei ik. In Schoon hoven waren ze wat blij, dat ze de ambts woning van den eersten burger kwijt raakten. En voor goed geld ook, zei tante, dat heb ik tenminste wel eens gelezen. Negenduizend guldon, meon ik, zei Jod» kom daar nu eons om, dat komt er nooit meer uit. In Sohoon hoven hebben ze gezegd: nooit van zijn leven eon ambts woning meer voor een burgemeester. In Noordeloos hebben ze een bur- gemeeaterswoning en er woont geen burgemeester in; die heeft drie gemeon- ton Noordeloos, Hoog-Blokland en Hoor naar, en hij woont in Gorinohem. - Ja, dat vind ik toch zoo'n zonder lingen toestand, zei tante, die heb ik nooit begrepen. Vroeger kon dat makkelijker dan tegenwoordig, zei Jodocus, jullie weten nog wel van dien beroemden burgemees ter, die Lekkerkerk rijk was, en die maar eens in de week een half uurtje kwam kijken en als er dan raadsverga dering was, en de boot v®rtrok, waar hij mee wou, dan sloot hij de vergadering pardoes. Dan hebben ze daar nou een bete re, zei tante. Ja, en ze zijn er reusachtig mee in hun sohik ook, zei ik. Maar vroeger, dan kon een burgemeester vbor een wisse wasje verlof krijgen tot uitwoning uit zijn gemeente. Het is eens voorgekomen hier Jn de streek, nu al een aantal jaren ge ledon, dat een burgemeester zich buiten zijn gemeente mocht vestigen, omdat zijn doohter daar overleden was, en de herin nering1 bom te pijnlijk was. Nou, dot is ook een heel ding, zei tante. Dat is bet ook, maar je moet toch niet uit piëteit voor zooieta maar toe staan, dat een gemeente het vrijwel al tijd diet een looo-burgemeester moet doen. Loco-burgemeesters zijn beste man nen, maar ik vind: „de burgervader hoort daar" en hij beurt er zijn geld voor en hij moet het werk doen ook. En hoe kan hij nu goed verantwoordelijkheid dragen, als hij niot in zijn gemeente ls. Maax als Iemand nu drie gemeenten heeft. Dan is het wat anders, dan houdt de burgemeester er iedere week zitting. Maar in do gemeente zelf, niet zooals de Montfoortaohe burgemeester dat daoht, Lang geleden, zuster? Gisteren was het. Maar praat nu niet meer, ik zal den dokter roepen, die weet er meer van en als hij het goed voor u vindt, zal hij het u wei vertellen. Harold hield haar met de hand terug. Neen, zuster, zei hij, ik heb een hekel aan dokters, ik heb hem op het oogenbiik niet noodig. Vertel me eerst, wie ik ben. Herinnert u zioh dat niet. Ik ken u niet, maar u zult toch zeker zelf wel weten wie u is. Harold schudde het hoofd. Winnen de Duiischere nog, vroeg hij. De zuster keek hem vreemd aan. Op eens meende zij te begrijpen. De arme kerel was nog in de war. Zij had wel gezien dat bq eenige lidteekens had, na tuurlijk was hij in den oorlog geweest, hij had gewond in een hospitaal gelegen en nu verbeeldde hij zioh dat' dit nog zoo waB. Geheugenverlies, dat kwam zoo vaak voor. Zij wist echter niet of zij hem dade lijk zeggen moest dat hij zich vergiste, dan wel of hij direct op de hoogte ge bracht moest worden. Daarom zei zij: Ge moet rustig blijvsn liggen, het komt er alles niota op aan, als ge maar weer beter wordt. Ik zal even den dok ter waarschuwen. Harold bleef stil liggen en de zuster drukte op een electrische bel. Een paar minuten later stond de dokter voor zijn bed. Ah zoo, mijnheer, zeide hij opge wekt, dat ziet er al heel wat beter uit, hoe voélt u zich? Best, dokte?, antwoordde HaroU. Mag Ik weten wie u is? Zeker, antwoordde de dokter glim lachend, ik ben dokter Harrison. En wilt a me ook zeggen, wie lk ben? die ook burgemeester is van Wiilleekop en die spreekuur hield voor de ingezete nen van Willeskop in Montfoort. Dus hij ging niet naar Willeskop maar bleef rustig in Montfoort? vroeg Jodocus. Juist en Ged. Staten hebben daar aanmerking op gemaakt en gezegd, dat hij voortaan naar Willeskop moest gaan. Maar de Willeskopsche gemeenteraad daoht daar anders <freé $n besloot in be roep te gaan bij de Kroon, dat de bur gemeester niet in Willeskop maar in Montfoort zou mogen zitting houden, want anders moesten ze een gemeente huis bouwen. Wat koddig, zed tante, en dat voor één uur in de week. Ja, dat dachten die menschen, maar dat hoeft niet Er kan toch een overeenkomst met iemand worden geslo ten in die plaats, dat de burgemeester daar eens per week mag spreekuur nou- den. Dat kost weinig en dan hebben de ingezetenen van zoo'n plaats toch meer aan hun burgemeester, dan wanneer ze hem alleen maar in hun gemeente zien fietsen of autorijden of zoo,' want te paard zal hij niet meer komen, dat de den ze vroeger. Of tegenwoordig nog wel In Ameide. Sjongens, jongens, wat hebben ze hem daar weer gereden ln den gemeenteraad, zei Jod. Ik heb het verslag met smaak gelezen. De burgemeester zoi, dat een raadslid onbetrouwbaar was, en het raadslid zei, dat de burgemeester onbe trouwbaar was. En ze sloegen op de tafel en ze spogen nijdig op don grond, en keken elkaar met rooie koppen aan en ze liepen kwaad weg. Een gezellige boel ia het daar. - Maar ze hebben ook vrede gesloten, zei tante, en de burgemeester leek heel gelukkig, dat het nou weer pais en vree was. Ja, en nou waohten ze daar op de volgende uitbarsting, kwam Jod vroqljjk uit den hoek. Het ia niet te hopen, zulke dingen zijn voor een gemeente niet plezierig, dan is het maar beter om rustig samen to werken en te zien, wat men voor de burgerij kan doen. - Dat vind ik ook, zei de ouwe Teun, die binnenkwam, en ik vind het grappig ste, dat de oud-burgemeester van Lopik dat mooie huis, waar jullie het over had den. aan de gemeente verkocht heeft. Hij wrijft nou Jn zijn handen on Lopik heeft de strop. Zie je wel, dat burgemeesters soms ook zakenlui zijnl INGEZONDEN ItSoEDEELING. Ruwe Huid 1PUROL Ruwe Handen DoO830 cen, Ruwe Lippen Jflij ipeih.cn dr. Die Judson is een brutale vlegel, verklaarde lJudloy legen zijn knappe zuster, die hel huishouden "voor hejn dood. Niemand woeL, wie hjj is, of waar hij vandaan komt, ma Ar gisteravond, was hij onbeschaamd om den hooien avond met je te dansen Ik wli het niet meer hebben. Caroline glimlachte toegeeflijk en antwoordde; 'Het kan mij niot schelen beste jongen. Hij is aurdig en als hij ons al zijn zaken niet wil vertellen, wat geeft dat? Het feit, dat hij een vreemde Ls, moet een Ireden te meer zijn. dat tenminste iemand hem vriendelijk be handelt. Hudlov trok zijn boordje recht en liep gedurende eenige minuten do kamer op cn neer. terwijl hij een redevoering hield over de gevaren, waaraan een Jong meisje bloot staat, als ze niet naar onpartijdige raad van haar broer wil luisteren. De zaak is, eindigde hij. dat Jud son bang is over zichzelf te spreken. Tja, dat is moeilijker te zeggen. Herinnert u zich dat niet? Neen, ik weet er niets van. Hebt u me in een loopgraaf gevonden. En. Waar hebt u meegevochten? We zijn hier toch in de seotie bij Atreoht, vroeg Harold. Hoor eens, sel de dokter, u is in de war. U is hier niet in Atreoht, piaar in Londen. Er is geen oorlog moor. ik denk dat u bij Atrecht gevoo den hebt en gewond geworden zijt. Maar do&rua is u hersteld on u hebt nu een nieuwe slag opgeloopen,die u *00 wat oen dag bewusteiooe heeft doen zijn. En nu wordt u weer wakker in een hospitatd en verbeeldt u zich dat dit de eerste maal nog is en slaat u in üw herinne ring eon groot tijdvak over. Maar dokter, ik weet zeker •—Ja, ja, ja, dat begrijp ik heel goed U kunt u niet voorsteilen dat or iets ge beurd is in den tijd dien u -zich nut meer herinnert. Maar de oorlog is al weer eenige jaren voorbij. U is nu niet ziek tengevolge van een in dsn oorlog opgedane verwonding. U heeft gisteren een ongeluk gehad of een vechtpartij, in ieder geval, u li hier bewusteiooe binnengebracht. Maar wie ben ik dan, dokter. Ja, dat weet ik ook niet. Men heeft u per ziekenauto hier gebracht. Mun zeide dat men u gevonden iiad bewus teloos en beroofd. Zij die a brachten kenden u ook niet. Maar ik zon me daar over maar niet verontrusten. De herin nering komt wel terug. U wordt bier goed verpleegd en met een paar dagen dan komt uw geheugen wel weer. An dere vinden w\j wel uit wie u is en het is dan zeker gemakkelijker het geheu gen ter hulp te komen. De dokter zeide dit alles op volkomen kalmen toon. En in zijn hart begon Ha rold zioh diep te schamen, dat hij dezen Excellentie De Gesr, Is geducht in de weer, Om 't begrootingstekort weg te werken. Hij is ernstig van plan, Om, als 't oventjes kan, Onze schatkist weer wat te versterken. En Minister De Geer Zei, dat hij onder moer Hier en daar wei oen beetje moest snoeien. Ook het ambtenaarsheor, Kostte dat don een veer, Maar toen kwam er verzet en 't blijft groeien. De bedreigden gaan voort, In geschrift en in woord, Om het dreigend gevaar te bezwerenl Maar De Geer verklaart stug: lk ga niet meer terug, Want ik kan deze post niet ontberen. Nu is ook 't Parlement, Met de zaak niet content, Zoodat hevige strijd staat te wnohtenl De Minister ziet thans, Menige penhouderlans, Op zioh gericht, in slaap'looie nachten. Het is iemand van verdacht allooi. Caroline sprong op, rood van woe de en gooide de Iheemuts met zoon kracht naar haar broer, dat er een vaas van den schoorsteenmantel viel. De zaak is. zei ze heftig, dat jullie een kliek vormen, en nijdig zijn, omdat hij niet alles omtrent zichzelf aan de groote klok hangt..— Je bent een dwaas kind, zei Hudley. ledereen in de club heeft zijn vermoedens omtrent hein gehad, en nu hebben we zekerheid. We zul* len hem het lidmaatschap van de club opzeggen. h- Maar dat kan niet, rièp Ca« roline wanhopig uit. Wat voor roden hebben jtiilie voor zooieta ge meens? De reden. zei Hudley, is dat geen enkele behoorlijke club iemand onder haur leden mag hebben die in de gevangenis gezeten heeft. Dit was een dramatische ont knooping en Hudley had zoo indruk wekkend mogelijk gesproken. Caroline barstte eensklaps in tranen uit Jullie zijn een troep pllendige kWuadsprekers, snikte ze, zijn hand van haur schouders schuddend. Ja, kletskousen I Hoe kan je zulke dingen zeggen? Welke bewijzen heb ben hillinf - f- Dat zal ik Je vertellen, ant woordde Hudley. Chase kreeg gis terenmiddag eeii geheimzinnige be zoeker; oen schunnig uitziende kerel, dictzci dat hij belangrijke informaties kon verstrekken belreffende iemand. MÉ 'e van een per- f was. Caroline droogde haar oogen en lachte. Ik? riod ze. die het geluk bedreigde soon, die hem zeer Hef geneesheer, die blijkbaar de beste zorgen aan hem beéteeddo, op zoo ergerlijke wijze voor dén mal hiold. Want het was niet andere dan comedie van hem, hij 'wist drommels goed wie hij was en wat er gebeurd was. En wat de dokter hem vertelde zou wel waar zijn. Z'n vijanden hadden hem dus op de een of andere reden hier of daar neergelegd. Mis schien hadden zij wel gemeend dat hij dood was. Anderen hadden hem gevon den en hij was naar dit ziekenhuis ge bracht, waar men hem nu verzorgde en verpleegde op een manier, die hem tot groote dankbaarheid moest stemmee. En daar hield hij dien dokter voor den mal, daar simuleerde hij geheugenver lies en bedroog zoo den geneesheer. Hij wilde graag terug, maar een onbestemd wantrouwen weerhield hem toch om den dokter openhartig te zeggen wie hU was. Dokter Harrison verliet hem kort daarop. Hij moest er eens over denken, dat kon hij altijd nog doen. ik^weet er niets van, dokter, kei hij, maar als u dan esns onderzoeken wilt wj,e ik zijn kan. Of wil ik er zelf op uitgaan? De dokter antwoordde glimlachend: Neen, maar daar lp geen denken aan. De eerste dagen komt u zeker niet uit uw bed. Ook niet als mijn geheugen terug keert? Ook dhn niet, om de eenvoudige reden dat dit noodlottig voor u zou zijn. Enfin, 'ik ben hier goed, sprak Ha rold gelaten, misschien is het ook zoo het beste. De dokter scheen zeer voldaan. HU ging naar zijn bureau en belde daar iemand op. Hallo, riep hU, is u daar. Ja, nu ik zou u nieuws omtrent den zieke ge ven, 100 gauw er nieuws was. HU U tot Chase*houdt vun Je, ernsti# en oprecht, zei Hudley. HU vroeg nip, het niet aan je te zoggen, als ik dacht dat je er ongelukkig om zoudt worden. Het is een nobele jongen. liet is een gek, verklaarde Caroline. Hoeveel vroeg die schun nige meneer voor zijn informaties, en hoe luidden zei De hi an had twintig dollar gevraagd en Chase had ze gegeven, maar Hud ley vond het tactvoller, om hierover njict te spreken, en beantwoordde daarom alleen Caroline's andere vraag Hij zei, vertelde Hudley plecn tig, dat,hij een zeker persoon in deze stad had ftfczien, die blijkbaar goede vrienden was met Chase en Chase's vrienden, maar dien hU het laatst in Sing-Sing had gezien.Die man was Judson. !k geloof het niet, sel Caroli ne. De man beweerde, dat als we het Jiem ronduit zeggen hij het niet kun ontkennen. Maar Chase en ik ^hebben iels beters bedacht. We zullen niets zoggen. Op ©en avond als er gedanst wordt, zal Chase uit do garderobe stormen en zeggen, dat z'n portefeuille gpslolen is. we zullen Judson nauwkeurig in de gaten hou den, want als hij een dief is, zal hij al te ijverig zijn om zijn onschuld te betu' Misselijk. vond Caroline. Maar haan Jullie Je kleinzielige gange tje maar. Caroline had afgesproken, met Jud son te gaan rilden dien middag, en toen zo hora ontmoette was ze vroolUk als altijd. Maar toen ze op stille wegen kwamen bulten de stad. bewustzUn gekomen. Maar hU is nog uiet weer goed. O ja, lichamelijk dat gaat wel, maar zijn geeat ia nog in ds war. HU lijdt aan geheugenverlies. HU weot zich niet meer te herinnersn wat er gebeurd ie. HU weet zijn eigen naam ook niet. Wat mij daar van dunkt? Nu ik zou zeggen het voorkomt moeilUkhe- den en mogelijk complicaties. Gelooft u het niet? Maar waarom niet? Het lijkt u misschien vreemd, maar het komt veel vaker voor; ik heb verschillende ge vallen van goheugenverliea meegemaakt in mijn pr&ctijk. Meent u dat de man comedie speelt. Nu dat lijkt er niet naar. Voorzichtig zijnl Ja, natuurlUk, door kunt u zeker van zijn. Neen, neen, we zullen niets verzuimen. Dokter Harrison hing 4e telefoon weer aan den haak. De persoon die hU bad opgebeld over den zieke had hem gezegd to gelooven dat die zieke zich maar zoo hield. Ma&r dat was toch dwaasheid. Enfin, hU zou zijn maatregelen nemen. HU belde en liet toen de verpleegster verzoeken even bU hem te komen, e Hoor eens, zuster, zeide hU, wat dunkt u van uw patiënt? O, dokter, dat sol best gaan, ge loof lk. Vreest u niet dat hU lastig zal wor den? Weineen, waarom zon hij dat wor den. Er is dunkt me geen enkele reden voor om dat te veronderstellen. Ja luister eens, lk ben er toch niet zoo heel zeker van en ik sol u zeggen waarom. Onze patiënt is iemand uit hoogere kringen. Hij lijdt nu en dan aan verstandsverbijstering, hU is geectelijk dus niet heel en al normaal. Men heeft hem dikwijls al in een zenuwlUdersge- sticht willen verplegon, moor daar stemde hU niet in toe. (Wordt vervolgd.) t e >P n.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1931 | | pagina 3