a MllV M - éiIin wnrfcTi laae C&A-Driizen lage C&A-prijzen Dat geldt ook voor U, Lezer! 18?° 245° 29.75 32I5 7.50 10?° 13™ 16?° 35.- 38 - 45 - 53- WA|I\W 'n doorsnêe daalden* (i^ÉIl de toc^ reeds ongekend voor Heerenkleeding van 1929 op 1930 met 8.08 «a'n 1930 op 1931 opnkuw met van 1931 op 1932 Of M°/ nog eens met JU/O Onze Heerenzaken bieden nml.den Man dezelfde, groo- te voordeeien als onze Dameszaken aan de Vrouwl Van Rondom FEUILLETON. HET EINDJE C1ÖARET. Mengelwerk. Een uur vol Gevaar weuvrs voor jou EERSTE BLAD. Ni'nwsBLAO VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Scho.nh.Ttnnh.Coiir.nl VRIJDAG 1 APRIL 193Z Waar aldart toch zoudt U mat aan modarn Costuum van zulvar wollan Kamgaran, Tricot, Cheviot of Eng. Fancies, in da nieuwe grijze of bruine tinten an mat zijde gevoerd, vobrdaaligar kunnen slagen dan bij ons, voor Het is toch ook voor U van het grootste belang te weten, dat U het veel to dure maatwerk volledig kurtt vervangen door onze prachtige, zuiver wollen, met sterke zijde gevoerde Costuums voor den prijs van slechts En niet minder belangrijk is het zeker, dat men nergens beter of voordaellger met een nieuw Costuum kan slagen dan bij ons voor dan or(js van slechts TWEEDE BLAD NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Scho.nhoT.n.ch. Courant VRIJDAG 1 APRIL 1BS1 door JAN KIJKUIT. Tanta krijgt kippenvel. IJs- seistein geplunderd. Over het vangen van dieven. Bur gemeester als handelsreiziger.— leder een ontvangen naar zijn aard, zegt Teun. We hadden het over de binnenland- fiche onveiligheid, welke wel schijn toe te nemen. Het gesprek was gekomen op de serie inbraken, die in één nacht te Us- aelstein gepleegd was, nu enkele weken geleden, en toen wisten tante en Jodoous nog heel wat meer insluipingen, diefstal len, overvallen en andere misdaden te vertellen, tot tante het er benauwd van kreeg, en zei, dat ze wel kippenvel krij gen moest zoo vlak voor het naar bed gaan. van &1 die griezeligheden, die we •ikaar zaten te verhalen. Maar er is in ds verschillende ge meenten toch wei politie. Of dat nu veld wachters heeten, of gemeentepolitie, dat is precies hetzelfde, zei tante. Dat is heel wat anders, bromde Jod. U mag dat dan misschien niet we ten, maar er is een kenmerkend onder scheid. In Schoonhoven hebben ze ge meentepolitie en En daarom is middeaop de dag nooit iemand in de wacht te vinden, spot te tante. En de agenten worden door den bur gemeester benoemd. Maar in Benschop eri andere plaatsen worden de gemeente veldwachters benoemd door den Commis saris der Koningin, op voordracht van den burgemeester. Dat houdt een prin- cipieele beteekenia in, als je dat smaar weet. Het beduidt, dat de veld wacht, dus de bewapende macht op het plattje- land, toch in onderling verband staat, er een centraal gezag is, dat de polil dienaars ten plattelands benoemt en ont slaat, en toeziet op hun «handelingen. En de burgemeester dan, die is toch hulpofficier, dus. nu ben je mis, merkte ik op. Dat hoeft heelamaal niet mis te zijn want ik heb niets ontkend. Maar in plaatsen met stedelijk karakter, zooals Schoonhoven, is de burgemeester ook hulpofficier van justitie en toch worden daar de dienaren van politie niet be noemd door den Commissaris der Konin gin, maar door den burgemeester zelf. Je ziet dus, dat er wel degelijk onderscheid Hoe het zij, of het dan veldwach tors zijn of politieagenten, dieven vangen gaat ze toch vaak sleoht af, meesmuilde tante. Hoeveel inbraken zijn er nu niet geweest in den laatsten tijd, waar je nooit meer wat van gehoord hebt. Die lui, die daar midden in den nacht IJsselstein leegplunderden, en die ook in Lineohoten aan den gang geweest zijn, en allerhande geboefte, dat maar rondzwerft, bij naoht en ontij en drost op motors en in auto's, ze ontkomen toch maar allemaal. En po- litio, ach, al heeft iemand een sabel en oen revolver, daarmee is het nog niet ge wonnen hoor. Een veer op den kop maakt nog geen soldaat, anders was een kiviet wel generaal. Tante op 'r praatstoel, spotte Jod, maar laat er niets gebeuren. En bestond in Gouda een spreekwoord, dat zei: nood leert oude wijven loopen Nou, als de nood aan den man komt, dan weet ik wel wie er loopen kan. Vriendelijk ben je, zei tante nijdig. Mij met een oud wijf te vergelijken en dan nog te doen, of ik bang zou zijn. Als er bij mij 's nachts wat gebeurde. EEK SCHIJH-HUWELIJK. li „Neen?" riep de man teleurgesteld. „En we waren toch groote vrienden aan de universiteit. Mijn naam is Nagle." Een licht van herkenning glansde een oogenblik in Clifford Revel's koele oogen. „0 juist," zei hij afgemeten, „nu her inner ik het me." „Ja, ik ben Charlie Nagle," herhaalde de man. ,vHeb je een oogenblik tijd voor me, Revel?" Clifford Revel haalde zijn horloge te voorschijn en keek er op. „Jawel, een oogenblik." Edgar trok zich terug buiten gehoors- afstand, doch niet buiten geziohtsafstand. Het licht van een lantaarn viel op de twee gezichten op het bleeke, gretige, smeekende gezicht van den onbekende en op het koude, 'ongevoelige vah Clifford Revel. Het leek Edgar toe, dat dit laat- te kouder en ongevoeliger werd naarmate het gezicht van den smeekeling angstiger werd en een verachtelijke glimlach ver scheen op de dunne lippen toen de man, die zich Charlie Nagle noemde, een stukje papier uit zijn zak haalde en er iets op schreef. „Hier is mijn adres, Revel," hoorde Edgar hem zuchtend zeggen. „Help me in 's hemelsnaam, als je kunt. Ik sterf bijna van den honger." Clifford Revel maakte een ijzig hand gebaar. „Goeden avond ik heb geen tijd meer," zei hij kortaf en de man, wien op deze manier het zwijgen opgelegd was, bleef staan, alsof hij door den bliksem getroffen was en liep toen «nel weg. Edgar keek hem na. „Wie wae die •tumper, CUf?" vroeg hij. Ik zou niet graag inbreker zijn en bij tante verdwalen, zei ik vol ontzag. Maar ze zijn nu toch bezig een or ganisatie te maken voor het vangen van die\en, zei Jod. Ze hebben in Woerden een vergadering gehad, allerlei burgemeesters uit den omtrek. Ik denk, dat er heel wat geweest zullen zijn, van Jutfaaa, Montfoort, Linschoten, Lopik, IJsselstein, Benschop en tal van andere plaatsen. Er daar is een goed plan be sproken. Men wil maken, dat er 'e nachts goede verbinding is tusechen de politie onderling. In Schoonhoven kun je de politie niet eens overdag bereiken, spotte tante woer. Laat dat nu, tante, dat komt door 't dienstrooster, denk ilk, en als de men- sohen eenmaal weten, dat het politiebu reau gesloten is, en dat de agenten thuis zijn dan loop ze niet voor niks naar 't bureau. Maar ze willen nu 's nachts doorverbindingen hebben met de telefoon, waar ze van op aan kunnen. Dat hebben ze ook met de brandbeveiliging zoo in 'n hoop plaatsen. Ze weten dan precies, wie ze kunnen opbellen. Nu in Usselatein was het zoo, dat de inbraken ontdekt werden, doordat de daders ergens werd- den gestoord. De burgemeester, die di rect gewaarschuwd werd, was zoo bij de hand, om omliggende gemeenten op te bellen. Hij had daarmee een wija doel, want hij wilde al de wegen laten afzet ten. En dan had men gemakkelijk een motor, die aan kwam rijden, kunnen aan houden. Maar van een paar gemeenten kreog hij geen gehoor die gaven geen asem. en zoo kon de ring niet gesloten worden en konden de bandieten uit de knip, die zoo netjee voor hen gespannen ging worden, ontkomen. Da's toch zonde en jammer, dat zoon man daar nu zooveel moeite voor deed, en het hem niet lukte, meende tan te oprecht. Dat is het ook, en daarom hebben ze nu een vergadering gehouden om te pro- oeeren. dat te verbeteren. En als de hee- ren dat een beetje goed voor elkaar ma ken, dan moet het mogelijk wezen, dat binnen betrekkelijk korten tijd 's nachts aJle wegen in een bepaalden kring wor den afgezet. Don kan er geen kip door, zonder ondervraagd te zijn en moet het al raar loopen, als je de dieven niet te pakken krijgt. Een goeie hond is beter dam een verre agent, zei ik, weet je wei, dat bij den kassier van de Boerenleenbank in IJsselstein de dieven op de vlucht sloe gen, omdat de bond te keer ging. Het beste bewijs, dat een hond op een afge legen steê niet gemist kan worden. En in Moercapelle is het zoo onvei lig, dat een Kamerlid gevraagd heeft om er meer politietoezicht te maken. In IJs selstein krijgen ze een veldwachter méér, dus er worden nu overal wel maatrege len getroffen, zou ik zoo denken, zei Jo~ docus. t Je hebt altijd met de 'hoeren uit de stad te maken, als je wat wilt bereiken, antwoordde ik. Wij op 't platteland zijn voor verschillende dingen aangewezen op de groote stad. Het marktwezen zetelt er, en de groote scheepvaart. En daarom is het goed, als een burgemeester goed in Den Haag en zoo bekend is. Ik heb eens een aardig verhaal ge hoord van een burgemeester, zei tante. Die was heel vaak bulten de gemeente. Domme menschen vonden, dat hij te wei nig deed, maar de gemeente bloeide, en er was veel belangstelling voor de kleine plaats in regeeringekringen. En toen de burgemeester wegging, naar een andere Clifford Revel lachte harteloos. „Iemand, die met mij op de univer siteit washet schijnt hem niet erg voorspoedig gegaan te zijn. Hij schijnt nu bij zijn oude vrienden te bedelen." „Heb je hem iets gegeven?" vroeg Edgar. „Maar beste Edgar, dat zou hij in de eerste de beste kroeg verdronken hebben. Maak je maar niet druk over hem. Goe den avond." „Goeden avond," antwoordde Edgar verstrooid. Hij liep met een droefgeestige uitdrukking op zijn gezicht weg; het zie lige uiterlijk van den man stond hem nog voor den geest; met een schok zag hij hem over de leuning van de brug hangen. Hij ging naar hem toe en legde een hand op zijn schouder; de man wend de zich plotseling om en keek hem aan. „Neem mij niet kwalijk," zei Edgar, „ik zag u juist met mijn vriend spreken." De man bracht een hand aan zijn voor hoofd en knikte afwezig. „Met Revel? Ja. Hij en ik waren groote vrienden op de universiteit en ik wilde hem iets vra gen; ik dorst bijna niet; u ziet zelf w»t een groot verschil er tusechen ons is." Hij keek naar zijn sjofele kleeding. „Maar ik vergiste me Edgar keek naar den man. Hij scheen nog meer verward te zijn. „Ik ben bang dat u zich niet goed ge voelt," zei hij vriendelijk. De man stootte een bitteren lach uit. „0, neen, heelemaal niet," mompelde hij. „Ik voel mij jpoo ellendig." „Wat scheelt er aan?" vroeg Edgar op zijn vriendelijke manier. „Wat er aan scheelt? Ale u het beslist weten wilt, ik geloof dat het algeheele uitputting ie. Zooals ik Revel al vertelde ik ben bijna uitgehongerd. Goeden avond, menesr." „Mijn hemsl," ritp Edgar uit, terwijl plaats, toen hoorden de menschen, dat hun burgemeester met al zijn reizen niets anders gedaan had, dan de belangen van zijn plaats overal bepleiten, waar hij in vloed had, en dat was op heel veel plaat sen in Den Haag en elders. Daar heb je nu dat geval met de restauratie van den toren in Schoonhoven. Wordt die nu hervat of niet? vroe gen Jod en ik allebei. Waarschijnlijk wel, maar 't was lee- lijk in het slib geloopen. Je kunt nooit uitzoeken, door wie zijn eohuld zooiets gebeurt. Want de een in het gemeente bestuur zegt, dat de ander de schuld is en nummer twee wijst de derde aan, maar. 't Zijn ook allemaal geen goeie han delsreizigers voor hun gemeenten, spotte Jod. Je kunt daar nu de draai mee ste ken, ik zeg, dat het helpt, als je een bur gemeester hebt, die overal goed staat aangeschreven. Maar nu hebben ze in Schoonhoven den minister er bij gekre gen. die alles eens is komen opnemen. Maar waarschijnlijk krijgen ze er nu weer geld. Al dat gerestaureer tegenwoordig, ze kunnen beter het geld aan dingen be steden in het heden. Het is de vraag maar, hoever dat reikt. Zoo'n toren en knik kun je niet la ten vervallen; ze moeten voot bet nage slacht bewaard blijven. En ook vinden er weer heel wat menschen werk door. Net zoo. maar dat kan ook met din gen van vandaag gebeuren, daar geef ik Jodocua toch weer gelijk in. Burgemees ter en wethouders van Jaarsveld en Lo pik, hebben een adres gestuurd aan Ged. Staten van Utrecht, waarin ze gevraagd hébben om spoedige uitvoering van den nieuwen weg SoboonihovenLopik—Ben schop ter bestrijding van de werkloos heid. Daarmee ben ik het eens, zei tante. Ze kunnen het beste zulk soort werk la- ten uitvoeren. Dat geeft werk en brood aan verschillende menschen die het noo- dig hebben, en wat er wordt uitbetaald is niet weg. maar je krijgt er iets voor, dat je noodig hebt, want goede verbindin gen zijn eiach van dezen tijd. En je ziet toch maar weer, dat een gemeentebestuur toch altijd te maken heeft met de hooge- re organen, hetzij van provincie of rijk. En menschen zijn maar menachen, alsje Straks, met hst milds jaargetij Gaan velen weer naar bosch en hei. Daar zoekt vooral de stedeling Ontspanning en verademing. Daar wordt gestoeid, daar wordt gekiekt, Daar wordt gevoetbald, gepic-hlct, Daar rookt men strijdig met de wet Zoo graag tersluiks een cigaret. Daar wordt een roekelooze daad Vaag oorzaak van dat groote kwaad: Het licht ontvlambaar struikgewas Benut de schoone kans alras, Dan is in minder dan geen tijd Een bosch- of heidebrand een feit En de verstoorder van de pret Was weer.het eindje cigaret. er wat van gedaan wilt hebben, dan moet goed staan. je ze goed behandelen, en goed te woord Net gesproken, zei de oude Teunis. die binnenkwam. Je moet nu eenmaal iedereen ontvangen naar z'n aard. Die ven en Inbrekers met revolvers en gummi stok, en hooge heeren met strijkages. door E. VERDEN. John Warner zat voor zyn telegraaf toestel. Hij zqg een beetje bleek mis schien. maar toch in geen enkel op zicht geagiteerd door net feit. dat er een zware zes-loops revolver op hem gericht werd. Er stond namelijk een vreemdeling voor hem\ met een breedgeranden hoed op en een eenigs- zins ongunstig uiterlijk, die met zijn rechter elleboog op de tafel rustte en met zijn linkerhand een revolver op 'John Warner gericht hield. En onderwjjl werd het volgende gesprek gevoerd: „Hoe laat patoeert hier nachts de express-trein?" „Hij moet over een half uur hiér zijn, maar vannacht is hij een uur te hij den man bij den arm greep. „Hebt u hem dat verteld?" „Ja, maar u hebt zelf gezien, dat hij het niet geloofde. Hij dacht dat ik dron ken was. Maar het is werkelijk waar. Ik heb in anderhalven dag geen eten ge had." „Lieve deugd. Ga dadelijk mee naar mijn kamers." „Nee, dat kan ik niet. Ik zou het be sterven van schaamte. Denkt u, dat ik in een toestand ben om op de kamers van een heer te komen? Neen, maar als Clifford mij een shilling had gegeven, zou ik eten hebben kunnen koopen Hij zweeg en bracht een hand aan zijn voorhoofd. Edgar stak de hand in zijn zak en greep alle geldstukken, die hij vond goudstukken, zilverstukken en koperen munten. „Hier," zei hij, „neem dit, beste jongen." De man keek hem met een verbijster de uitdrukking aan, toen het geld in zijn handen viel. Toen sprong hij op. „Nee, ik wil het niet allemaal hebben. Een shilling of een halve kroon is ge noeg." „Neen, neem alles," drong Edgar aan. „Als je meegaat naar mijn kamers, zal ik je nog meer geven. Hier, neem het asjeblieft! De eene mensch moet de an dere helpsnl Onzin, steek tet in je zak en als js niet met me mee wilt gaan De man stak het geld in zijn zak en greep de uitgestoken hand. „Hoe kan ik u ooit danken? Maar zeg me uw naam, zeg me, wie u bent, zoodat ik onthouden kan, wie mij van den hon gerdood gered heeft „Neen, dat doet er niets toel Neem het, alsof'het van mijn vriend Revel is; hij zou hst ook gegeven hebben, als hij geld bij zich gehad had. Koop in 's he melsnaam onmiddellijk wat eten!" Ds man keek hem aan, drukt» met sen Dan viel er weer een brok natuur Als offer van 't vernielend vuur. Dan sluit er weer een eigenaar Uit vrees voor 't eeuwig brandgevaar Voor het publiek zijn bosschen af. Dat is voorwaar een harde straft: Dan wordt er weer een bord gezet De oorzaak wasde cigaret Komaan, toeristen allerhand! Gebruik eens even uw verstand: Maak van uw heerlijk rookgerei Toch geen gebruik in bosch en hei. Bedenk eens wat ge zelf zoudt doen Wanneer uw bosch of uw plantsoen Herhaaldelijk te gronde ging Door toedoen van een vreemdeling? laat. En bovendien stopt hij pas in Bloomville". „Dan moot u te'egrafeeren. dat hii hier moot stoppen". „Dat doet hu niet." „Toch is het al een of twee keer gebeurd." „Ja, maar dat was op prder van den afzender „Waar woont die man?" „In Kenter City." „Nu. dan ls het heel eenvoudig Die telegrammen moeten eerst dit station passeeren. dus U telegrafeert naar Bloomville en niemand kan dan ontdekken of het telegram eerst uit Fenter City is gekomen". „Ja, zoo zou net kunnen, maar daar heb ik toch géén zin in. „Aha. zóó iongmensch, hebt u daar geen zin in? (Jok niet. als ik dat uitdrukkelijk verlang? Als je niet af zendt. wat ik verlang, zal ik je een paar kogels in je inaag' stoppen. Wir hebben de rails een eindje voorbij de bocht hier opgebroken, zoodat de trein dus wel hier stoppen moet, want anders gebeurt er hier een spoorweg-ongeluk. Nu wenschen wij echter memands ongeluk. .Wat wij wenschen is een bepaald pak. wat zich in den express-trein bevindt Wij weten, waar het is. Misschien zijn wij genoodzaakt een paar treinbeambten te dooden.. Maar als gij er niet voor zorgt, dat de trein hier stopt, kost het misschien 50 menschen het leven Stopt de trein hier wel. dan bemerkt geen van de passagiers er iets van en wii bezorgen niemand overlast. Bo vendien zou jij er aftn móeten ge- looven. Begrepen?". „Ik begrijp het. Laat me een mo ment om na te dénken. Zijn die rails op het oogenblik al opgebroken?' „Ja! ,.Goed dan zal Ik den expresa-trein aanhouden,." ,Kljk eens hier, Jongmensch. Be grijp me goed. Als Je me op de een snik van dankbaarheid da (uitgestoken hand en schuifelde weg. HOOFDSTUK XI. Den volgenden morgen »tond Edith Drayton in haar rijcostuum aan het ven ster van haar moeders salon. Ze had er nooit knapper uitgezien dan dezen mor gen; de eerzucht had aan haar gelaat een zachtrose kleur, aan hair donkere oogen glans gegeven. Clifford Revel had haar eens op zijn cynische wijze verteld, dat ze, als ze wilde, iedereen kon ver overen, en hieraan dacht ze, terwijl ze ongeduldig stond te wachten. Ze begreep lord Fane volkomen. Zijd openhartige natuur was als een open boek voor haar en zij besloot voordeel te trekken vau de karaktereigenschappen, die ze in hem be wonderde. Mevrouw Drayton kwam in de kamer en keek zenuwachtig op straat. „Is hij er nog niet, Edith?" vroeg ze. „Misschien komt hij wel niet." Edith Drayton glimlacht^ zelfbewust. „Er zijn niet veel mannen, die een af spraak met mij verzuilen, moedor, en lord Fane zal het zeker niet doen. Daar ia hij al," riep ze uit, toen se Edgar zag aankomen. Edgar iprong van zijn paard en be keek dat van Edith, dat door een groom werd afgereden. Het scheen hem niet erg te bevallen, want hij zei niet# («gen den man en ging zwijgend het buis m. „Ik hoop niet dat ik laat ben," zei hij, terwijl hij Edith de hand gaf. „0, neen," riep ze uit. „Ik ben al klaar, omdat ik u niet graag wild» laten wach ten." Lord Fan# begroette mevrouw Drayton. „Zullen we nu gaan?" zei Edith. „Uw paard ziet er niet uit, alsof hef graag stilstaat." of andere manier iets op den mouw spelt, dan wordt je gewoonweg dood- fïschoten. v^ant ik laat me niet voor en gek houden. Niemand is toch In staat om hier te komen, want mijn vrienden liggen overal om het station op den loer. zoodat er geen mensch voorbij kan. Begrijp me dus goed. want je zou tien kogels in je maag hebben, vóór Ie het wist". „Ja ik Begrijp het". De telegrafist legde zijn hand op het toestel en zat in gedachten verzonken. „Nu. hoe zit het nu? Telegrafeer je haast?" „Wil je je vervelende mond wel eens houden!" riep {le telegrafist plotseling uit. „Ik zal telegraïeeren zoodra ïk gereed ben. Ik ken mijn toestel, vergeet dat niet. En als je daar genoegen mee neemt, schiet dan maar op. Telegrafeer anders maar geen zelf'. „Aha, dat is mannentaal en dat met een pistool voor de borst. Als ie je taak naar wenjsch verricht krijg je óók je deel van den buit. Ik zal er maar een stoel bij nemen, want het wordt me wat vermoeiend I" „Doe alsof je thuis bent", zei de telegrafist en begon. Klik-a-klik. ging het in het seintoestel. Klik-a-klik. „Wat beteekent dat?" vroeg de ban diet. „ik hoor aldoor hetzelfde". „Ik roep het kantoor op in Bloom ville". Klik-a-klik, klik-ia-klik tschuk. „Ze hebben me gehoord. „Is Stevens daar?' vroeg de tele grafist in Bloomville. Warner haastte zich, het volgende telegram af te zenden: „Het station Is in de macht van een bandiet, die me een revolver voor houdt, terwijl ik sein. Ik denk dat het de bende van Zama Is. Ze hebben het station omsingeld. Ze willen den express-trein berooven en. denken nu dat ik telegrafeer om den trein te laten stoppen. Kan er niet een speciale trein komen met den sheriff en een flink aantal manschap pen?" „0, het is mak genoeg," antwoordde hij, terwijl zij naar de paarden toeliepen. „Wat een heerlijke morgen," njerkte ze op, toen ze door het park reden. „Ik heb zoo'n idee Toen zweeg ze. „Wat bedoelt u?" vroeg hij gretig. „Nu, ik wilde eigenlijk zeggen, dat, als u niet op mij had behoeven te wachten, u toch zeker al eerder zou zijn gaan rij den." Hij bloosde en boog zich over de nek van het paard. „Ik zou vanmorgen gegaan zijn," zei hij, „maar ik kan evengoed nu gaan. Pas opi" waarschuwde hij, daar het paard schichtig geworden was. „Ik houd er niet van als een paard dadelijk schichtig wordt Ik heb eens een dame zien vallen en meegesleurd worden.... dat sou ik niet graag nog eens willen zien." „Ik hoop maar, dat mij zpoiets niet overkomen zal," zei ze glimlachend, maar er klonk geen vreee in haar stem. Ze reed, zooals amazones in een circus rij den en hij moest haar wel bewonderen. ^„U rijdt prachtig," prees hij geest driftig. „Werkelijk? Dat zei de piqueur, die het mij geleerd heeft, ook." Terwijl ze sprak raakte ze de merrie met haar zweep aan. Het dier schoot vooruit en Edgar moest zijn paard de sporen geven om niet achter te komen. Zij reden nu in galop, de groom achter hen. Het park begon levendiger te wor den. Ontelbare hoeden werden gelioht, toen Edith voorbij stoof. „U schijnt heel Londen te kennen," merkte hij glimlachend op. „Ja, ik ken nogal veel menschen. Toch heb ik nauwelijks een vriend." „0, neen?" vroeg lord Fane aartelend. „Maar al die .jongelui dan, die ik gister avond bij u thuis zag?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1932 | | pagina 3