J I r Puenhor Ihi m VELO Groote Verfreclame I EENHEIDS PRIJZEN Slim Du man dood- H. A.UAI1DAAREII - SCHOOKHOUEII SB Thans kan iedereen Fotografeeren! chr. Van dam 25 c. - 50 Ce en 100 c. zflsmm 31 LETTERS ARTIKELEN euKwsfy/uMma Voor de kaasmakerij SCHMEINK A# i alle Vrouwen ZATEftbAS zijn onza Magazijnen I DEN GEHEELEN DAG GEOPEND! VOOR DRUKWERK BIJ.... VAM HOOTER I I Hooivorken, S :hoppen, Rieken enz. Vlec Tuin OPRUIMING Meubelen Karpetten Schilderijen Vaan 10 Juni LEWENSTEIN's NAAIMACHINES RAVEN SWAAY'S \TVDH(\fiC S pluimvee-voederhandel V E/KDUUU 's-GRAVENHAGE,TEL. 774714 KI Lot op bot jukte sdrei! FOTOHANDEL H. J. DAEMS, Zeufestraat 56 GOUDA Van Rondom FEUILLETON. HET RAADSEL VAM TANDUCK HALL Mengelwerk. EXAMEN WEL EN WEE. EEM MEISJE VAM OPVOEDING. EERSTE BLAD. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HDLLANP EN UTRlCHT. Schaor>hov«n.ch« Courant VRIJDAG 17 JUNI 1032, -- f 100 gon Grondverven per 5 pond venei 411 cl. K.G. per K.O.-bui !tu tt, per pond 30 cl, Olannverf 10 cl. per K.O. hoogcr Glas In alle melen, zeer goedkoop Stopverf Glassnijders Olie Terpentijn Plamuur ene. Beits Politoer Vernissen Grond-, Glans-, Japanlakken Alles verpakt in s. goed gesl. bussen Behangsalpaplar spoignrdkonpi Linnen, ürondpapler, Spijkertjes, Pl<ks l JAI1 BROUWER - H ven 63 - SCNiOMElf BosdKoopsl edres. ooHv. ssnnimoicluiaarwere onmisbaar voor SCHOOLSUMX riNKRIH FLACONS JO-'rSfB1; DWQ&iEH Ie Coetar ta Gouda nadert 't jaar 1870 aan hoogst betrouwbaar adres voor kaaestremeel. Dagelljkache controls In ons laboratorium la waarborg voor zuiver heid, houdbaarheid an krachtigs, gelijkmatigs met slagroom bereid. Prima van smaak Voordeelig verkrijgbaar bij FRANS DRIESEN LopikerstrS8 Sohoonhoven Tel 63 BOOROMtLAOIN 70 et. Solidi uiivoar.ng Prima 8taal MACHINiklEcN - EEREEDSCiUPP» lOTTtlill HODGITIilT 4? I eenvoudig voor om Uw schoenen bij VAN DAN in Goud# te koopen Ook repareeren doen se vlug en goed. KOM EENS KIJKEN WAT U VOOR DIE LAOE PRIJZEN KOOPEN KUNT BIJ MANUFACTUREN, TAPIJTEN ENZ. HOEK LAHBEHPIJK QORINCHEM couw zifmun r?- ch. zeer lage prijzen bij prima kwaliteit Vlechtwerk Puntdraad Gitddraad Gieters Tuinslang - Grtsperkscheerders - Tuinmeubelen K. Tiendeweg 13, Tal. 2367, Gouda tegen spotprijzen ram IkivtiiM tol te Juli. Zie je mow, dit is ie aou! VELO weickt voorteefl .oor jon Zoini|, beider, |»ed es |iswli Nsdsdawdich PalirtVaetf WAAI IN DEOflIJK» Sinds 30 |aar erkend «I* feite I Filiaal: Kotierdnm, Ltuvehaven 61. Qroene Hilledljk 231, Telef. 52310 Matbenesserwrg 215- 217, TelcL 36426 n lonkerfrantairaal 24. Telef. 55654 Den Hoag, Paviljoensgracht 46-48, Telef. 116658, Oouda, Lange Tiendeweg 53. Schoonhoven. Lopikerstraa£62. Dordrt-cht, Qrnenm «I^WKjTelt'f. 5183. Oorinch m, Oa»tliuinrWw^afe. No. 35 Slledrecht, Kerkbuurt |pWlT* ONOVERTREFBAAR KLEIWEG 88 GOUDA BRENGEN U GELUK Nog ruim twoo maanden en onas groots kleurwedatrijd neemt aan einde Wij zullen dan t eoordeekn welke kinderen voor de metr dan honderd fraaie prijzen, waaronder twee rijwielen, in aanmerking zullen komen. Oeeft Uw kinderen nog kam om één der fraaie prijzen te winnen! Er it nu nog gelegenheid! Niet alken zal h> t voor Uw kinderen een aangemam tijdvrrdrljf zijn, doch uovendien ii onze klem wedstrijd buitengewoon leeiz<*am. Een vclle.Uge serie bestaat uit 9 prachtige, velschillende kleur- plittn met bijbehoorende verf en penseden Vmagt zoo spoedig mogelijk een volledige serie aan, welke ver- kri gbaar is als gewoon cadeau op een inzending Letterszakken of tegen i levering van een Spaarbon N.Y. v/h M. RAVENSWAAY ZONEN TE GORINCHEM. Hei beate wat ge Uw hoenders gt-ven kunt, VERBOOG's EIERMEEL EIERMBELi 10U Kg. 50 Kg. 25 Kg. 10 Kg. 15— 8.— 4.25 1 80 VERBOOG'* OPFOK VOEDERS. OPFOKVOER I (1-6 wikm): 100 Kg. 50 Kg 25 Kg. 10 Kg. 5 Kg 20— 10 50 5 50 2 50 1 40 5 Kg. 0 95 2"i Kg. 050 Th Kg 0 90 1 Kg. 1 Kg. 0.40 OPFOKVOER II (6 waksn tot 6 meenden): 100 Kg. 50 Kg. 25 Kg. 10 Kg. 5 Kg Th Kg. 18— 9 50 5— 2 30 1 20 0 70 Levering Incl. baal. Fnnco door Nederland naa«!e station of Rembours of na ontvangst postwissel of airrting Qito 48034. Oravmhage <»f omliggende plaatsen franco huis hoot. Zoo juist ontvangen een collectie Rolfllmcamera's voor elke beurs. Camera's voor films en platen 6 x 0 f2.30. Opvouwbare Rolfllmcamera's 6 X 0schitterend uitgevoerd en prima optiek f 13.-. Steeda voorradig Zeist-, Ikon-, Volgtlttnder en Nagel Camera's. Ruime sorteering Statieven, Foto-Albums, Fototasch|es enz. tweede blad. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Sohoanhgvsniclis Courant VmJOAO 17 JUNI HM. door JAN KIJKUIT. ZwimpllchL Bureaucrati schs skur. Da onverschil- ligf post. Systeem Teun. Tante Betje en ik zaten op onze ge wone rustige manier bij elkaar in den tuin. We zeiden wel eens wat, maar we zwegen ais we nieta te zeggen hadden. We deden niet zoo als sommige men sehen, die bang zijn voor een oogeüblik stilte en die praten, praten als een auto maat. Zoo zaten we en genoten van de heerlijke zomeravond. Toen kwam Jodoui op zijn gebruike lijke rumoerige wijze op ons af stormen en plofte puffjend en blazend als een ach tervolgde poes op een stoel. Nog zei ik niets en liet den rechtsgeleerde zijn on behoorlijk gedrag uitvieren. Ook had ik weinig lust om me druk te maken. „Hè, hè," bliea hij, „warm en die cri sis blijft maar duren. Wil ik jullie sens wat zeggen van de crisis?" „Neen, asjeblieft niet," riep ik. Jod keek naar tante of die geen ver langen toonde om sijn wijsheid te hooren over de tijdsomstandigheden, maar tante zag hem even aan en zei bedaard: „Neen, Jod, zwijg maar over de cri sis. Jij niet en niemand kan me er iets nieuws van vertellen en hoe meer je er over spreekt, hoe meer je er aan moet denken. We moesten liever afspreken om er in het geheel niets meer van te zeg gen." „Ja, dat vind ik een uitstekend idee," antwoordde ik en degene, die er toch over begint moet boete betalen. De eerste maal een dubbeltje, de tweede keer een kwartje en zoo steeds duurder." „Goed," hernam Jod spottend, „maar dan wed ik met jullie dat we binnen 24 uur allemaal boete hebben betaald." „De weddenschap ia aangenomen. Als Jod die wint krijgt hij de opbrengst van de boete van de eerste 24 uur en als ik win krijg ik van jou het minimum dat de boete van ons drieën kan bedragen, namelijk 80 cent." „Accoord, tante is getuige. Ik begin dan een zeer neutraal onderwerp te be handelen om mijzelf veilig te stellen. Ik beweer dat het schande is dat er elk jaar in ons waterrijk land zooveel menschen verdrinken, omdat zij niet kunnen zwem men. Zoodra de warme dagen er zijn, komen ook de berichten van het verdrin ken bij baden. Niet alleen dat dan om komen de waaghalzen, die te water gaan zonder te kunnen zwemmen, maar ook verdrinken dan jonge mannen, die wel kunnen zwemmen en die hun leven wa gen om die anderen te redden. Al kan je nog zoo goed zwemmen en je weet niet hoe je een drenkeling moet aanpakken, dan heb je veel kans dat hij je zoo om knelt, dat je alle twee zinkt. De regee ring heeft de leerplicht ingesteld, maar ze moest hier ook zwemplicht invoeren. Zelfs schippers en zulke lui, die hun ge- heele leven op het water zijn, kunnen dikwijls niet zwemmen en verdrinken als ze uitglijden. Dat vind ik een schan daal." „Ik zal je een ander schandaal noe men," zei ik, „en tegelijk is het raadsel: er is een land met een massa werkloozen en in dat land is aan een smalle weg, met veel bochten, langs een vaart aan den eene kant en een diep liggende sloot aan den anderen kant. Die weg wordt veel gebruikt door allerlei voertuigen, ook door auto's en door auto bussen, maar dat is voor alle vervoer middelen een gevaarlijk werkje. Het ver keer op dien weg werd steeds drukker en de werkloosheid nam toe. Toen kwam een burgemeester op de gedachte om de duizenden guldens steun, die nu zonder eenige productie worden uitgegeven, aan te wenden om dien weg te laten verbete ren. Het was een prachtig plan en an dere gemeentebesturen betuigden er hun instemming mee. Het verzoek werd ge daan aan een college, dat er over te be slissen had, maar het antwoordde dat daaraan niet gedacht kon worden. En nu moeten jullie hooren waarom niet en dan mag je raden in welk land dat i« gebeurd. De weg kon niet verbeterd worden.omdat er nog geen plan voor was." „Dat is niet moeilijk te raden," zei Jod gauw. „Dat is hier gebeurd en IV weet ook welke weg je bedoelt: de Loplktr- wetering, waar je van de fiets moet springen en aan een boom gaan hangen als er een auto aan komt." „Goed geraden, Jod." „Vertel me eens, Jan," vroeg tante, „wat beteekent dat; geen plan? Ale er geen plan ia, kunnen se dat tooh maken? Ër moet tooh zeker altijd eerit een plan gemaakt worden." „Ja, tante," liohtte ik in, „dat zijn de wonderen en de raadeelen van de bureau cratie. Ieder mensch, die eenmaal dien weg heeft gezien, zal zonder aarzelen zeggen dat het onverantwoordelijk is om dien zoo te laten. Op de provinciale grif fie weet men dat ook en al heul lang, maar ze zijn daar kwaad geworden om dat eenige gemeentebesturen zoo zijn af geweken van dep gebruikelijken gang van zaken. Eerst moet er eenige jaron over geklaagd worden, daarna hoort i-r m de vergaderingen van de provinciale sta ten eenige jaren verbetering worden ge vraagd: dan moet een commissie wor den benoemd, die na eenige jaren rapport uitbrengt en dan paa kan con plan worden opgemaakt dat in allerlei instanties moet worden goedgekeurd en dan tenslotte zal aan het werk begon nen worden. Het was dus heel onbehoor lijk om zoo maar ineens verbetering te vragen. De Lopikerwetering zal nog vele jaren onveranderd blijven." „Nou zal ik ook eens wat zeggen," be gon tante. „In vroeger jaren waren we altijd trotach op de poet. Die was vlug, secuur en scherpzinnig. Brieven met de raarste adressen wist ze nog terecht te brengen. Nou stuurt ze alles terug, ook al iB het adres eigenlijk wel goed, maar de geadresseerde verhuisd. Dan sturen ze die brieven niet door naar het nieu we adres, neen, ze schrijven up den brief: „Verhuisd naar de zus en zoo straat" en dan zenden ze je den brief weer terug. Vroeger kon je tot een uur of tien terecht op het postkantoor en den geheelen dag door. Nou is net kan toor meer dicht dan open. Inptaals van dat ze in dezen tijd van crisis „Een- dubbeltje, tante," riepen Jod en „Daar moet ik nog wat bij zeggen," sprak Jod. „Ik vind het ook een beden kelijke vorm van bezuiniging om de zaak op de drukste uren te sluiten, maar als je dat doet, wees dan tenminste zoo be leefd om het aan je diëntèle bekend te maken. Niemand weet het, maar op ze keren dag, wil je naar 't postkantoor en dan zie je dat het zoo dicht is als een belegerde vesting en dan weet je niet eens hoe laat het weer zal opengaan. „Dat is de vloek van het staatsmono polie," zei ik. „Als concurrentie mogelijk was zou je wat anders beleren: goed- kooper, vlugger, gemakkelijker, beleefder. Ik wou dat ik een eigen poitondurne- minkje mocht beginnen. Ik was in een jaar rijk. En juist nu in deze malaise. „Een dubbeltje, Jan," gilden tante en Jod. „Zie je wel," lachte Jod. „Het spreekt vanzelf dat men er telkens weer over be gint, omdat het iets is waarvan eig^alijk ons bestaan van afhangt. Ik hebnog dezer dagen gelezen dat tengevolge van de oriiia. „Ook een dubbeltje," juichte ik. „Accoord," hernam Jod gevat, „maar dan heb ik tevens mijn weddenschap ge wonnen." „Nou zal ik jullie eens een goeden raad geven," zei Teun. „Je zet een dub beltje boete voor ieder, die iets zegt over den slechten tijd en je geeft twee dubbel tjes terug voor ieder, die teekenen ver meldt dat de tijd beter wordt." "Wanneer Pickering bereid was zijn prachtige boschgronden tot bouwterrein te verkavelen, zou hij schatten verdienen. En toch wilde hij dat onder geen voor- waardel Maar dan kon hij ook niet zoo'n geldschraper zijn als de menschen meen den," dacht W&in. Na den geheelen buitenomtrek van het landgoed rondgeloopen te hebben, kwam de journalist weer van de andere zijde als zooeven bij de groote ingangshekken uit. De beide politieagenten zag hij niet; die waren waarschijnlijk de oprijlaan in- geloopen, om daar te surveilleeren. Zoo wel de groote hekken als het kleine hek waren gesloten en ervoor dromden hoopje nieuwsgierigen tesamen, die'druk converseerden over het misdrijf «1 den vermoedelijken dader. Tegen een van de hekken zat een have- looze, naargeestige bedelaar zich in het zonnetje te koesteren; het leek alsof hij met het oog op de te verwachten drukte, dit strategische punt uitgekozen had om aalmoezen te vragen. Wain had op zijn reizen heel wat meelijwekkende bedel- types gezien vooral in het Oosten 1 maar deze man had iets, dat den journa list onwillekeurig deed stilstaan. De man moest teringlijder zijn, concludeerde hij en zijn vermoeden werd bevestigd door een boest-bui, die den armen drom mel overviel, zoo hevig, dat het leek, alsof die hem uit elkaar zou scheuren. „Wel man, waarom ga je niet naar huis?" vroeg Wain op medelijdenden toon, terwijl hij in zijn vestzak naar wat kleingeld tastte. „Ik heb alleen maar een aohuur om naar toe te gaan," hijgde de bedelaar, ik heb nog niet voldoende geld opge haald om zijn dochtertje vanavond stukje eten te geven." „Hoe kom je in 'a hemelsnaam in een dergelijken toestand?" vroeg Wain, ter wijl hij den man een sixpence gaf. De bedelaar maakte onmiskenbaar indruk betere dagen te hebben gehad. „Het is de schuld van dien verduivel den Morgan," antwoordde hij, terwijl hij met moeite overeind krabbelde. „Ik had een behoorlijke smidszaak; ik had geld bij hem opgenomen en toen ik de krank zinnige rente, die hij rekende, niet kon betalen, liet hij mijn boeltje verkoopon. En nu zit ik hier, voor zijn eigen deur, om hem uit te lachen, all hij naar de galg gaat...." „Hij zal niet meer terugkomen, als hij veroordeeld wordt," merkte Wain op. „Hij wordt veroordeeld, hij moet worden veroordeeld," riep de man heftig. „Hij heeft den moord gepleegd." Een gemompel van bijval steeg uit de menigte op. „Zie je wel, iedereen zegt, dat hij schuldig is," ging de doodzieke bedelaar op koortsachtigen toon voort. „Hij moet hangen. Als je hem ooit ziet, zeg hem dan dat Simon Daxley, dien hij onge lukkig heeft gemaakt, gelukkig sterven zal als hij opgehangen wordtl" HOOFDSTUK IV. Cr verschijnen nieuwe perzonagef ten toonssls. De Journalist verliet den bedelaar de poorten van Tanbuck Hallen en liep voort in de richting van High Streot. Het was vol op den zijweg, waaraan het landgoed gelegen was; er wu een druk lil Prudence Heath was een eerzuchtig jong meisje. Nadat zij op de handels school in de geheimen der stenografie was ingewijd, legde zij eioh ijverig toe op de kunst, om zich in allee als een echte dame voor te doen en te gedrar en. Ze kooht het „Wetboek van Mevrouw Jtiquette". las en herlas het van de eer ste tot de laaste bladzijde en bracht de daarin vervatte regels en wetten zoo zorgvuldig mogelijk in toepassing. Met dit al gevoelde Prudence Heath zich verschrikkelijk eenzaam. Door de studie van dat boek had ze luxueuze nei gingen gekregen. Ze zou graag in de groote uitgaande wereld willen sohitte- ren, naar fijne bals gaan, daarna met galante jongelui uit den aanzienlijken stand soupee ren enz. Ze was er in alle opiziohten voor geschikt, dacht ze; ze was knap, kende haar wereld tot ln de puntjes, maar.... helaasniemand tende haar en zij kende niemand. Qp een regenaohtigen Zondag kwam ze midden onder de voorstelling, in een bioeooop. Er werd een film afgedraaid, die de toeschouwers nu eens deed la chen, dan weer tot weemoed stemde. Toen ze door den nauwen doorgang, nu en dan over de voeten van andere be zoekers struikelend, op d'r plaats geko men was, hoorde zij het publiek schater lachen. Ze wierp een Wik op het witte doek en vond. wat daarop vertoond werd laag bij den grond. Een man, die naast haar zat, was blijkbaar buitengewoon ingenomen met de vertooning. Hij schud de van 't lachen en gaf z'n vreugde uit bundig te kennen door een herhaald: ha, ha, ha, afgewisseld door het geroep van: die is goed! waarbij bi* met de platte hand op z'n knie sloeg. Prudence erger de zich verschrikkelijk aan de h.i. „or dinaire" manieren van den man. Toen ze een poosje zat, wierp ze nu en dan een vluchtigen blik op haarluid- rucbtigen buurman. HÜ was fink en ste vig gebouwd. Z'n hoofd was groot; z'n haren helden sterk naar den rooden kant over. Hij was breed geschouderd en z'n kleeren schenen hem te nauw aan 't lijf te zitten. Als hij lachte, deed hij dit met open mond en kneep daarbij z'n oogen half dicht. Prudence voelde, dat zij hoofdpijn kreeg. Ze vond het hoogst onaangenaam dat de andere bezoekers naar hem ke ken; ze keken dan ook onwillekeurig naar haar; misschien dachten de menschen, dat ze bij elkaar hoorden. Ze beet ze nuwachtig op haar lippen. „Ha, ha, hal die is goed!" klonk het weer naast haar. Hij boog zich voor over, z'n breed joviaal gezicht vertrok ken tot een blijden lach over de grap, De jaarlijksohe examendans. Gaat aanstonds weer beginnen. De „dansers" doen gedwongen mes, Met zeer verwarde zinnen. Eén groep komt over d' afgrond heen, En krijgt de buit te pakken, o Een andere groep raakt uit den strijd. En moet noodwendig „zakken". En telken jare komt dis strijd. De strijd om het diploma. Precies als in den ouden tijd. Van Opa en van Oma. 't Examenspook waart rond op school 4 En dringt de huizen binnen, Daar richt het vaak verwoesting aan, In tal van huisgezinnen. De voorbereiding voor dien „dans", Qaat boven veler krachten. Ze kosten die candidaten heel Wat slapelooee nachten. De hersens worden volgepropt Met allerhande zaken. Die na 't examen zijn bestemd, 1 Om gauw weer kwijt te raken. De jaarlijksohe examendans, Gaat aanstonds weer beginnen. De dansers doen gedwongen mee. Met zeer verwards zinnen. Voor hen, dis zakken, is sen troost In 't nuchtere feit gelegen, Dat zij, die 't diepste zijn gezakt, Vaak 't hoogste zijn gestegent die op 't witte doek vertoond werd. Pru- denoe'a hand hield de leuning van haar klapstool omklemd. Op dit oogenblik voelde zij, dat een andere hand, zich op de hare legde. Ze slaakte een kreet van schrik en pijn, want de zware hand werd even opgelicht, maar weer direct daarna met 'n stevigen druk op de hare gelegd, die nog altijd de leuning van haar stoel omklemd hield. ,J)ie is goedl Koatelijkl" riep haar buurman weer, zoo hard hij maar kon. Gloeiend van verontwaardiging stond Prudence op. Ze wierp haar buurman een vernietigenden blik toe. „Mijnheer!" siste ze met ingehouden woede, ,hoe durft uf" Haar luidruchtige buurman echter had er geen erg in, dat hij een der eerste regels der etipuette overtreden had. Met haar vrije hand nam Prudence vrij on zacht de zijne van de hare en gaf ze aan den eigenaar terug met 'n gebaar, alsof ze een onbruikbaar voorwerp in de prul- Iemand wierp. Toen begreep hij. Hij kreeg een kleur als bloed en maakte een diepe buiging als om haar vergiffenis voor z'n onbe leefdheid af te smeeken. „Duizendmaal pardon," zoo begon hij; „ik hoop, dat u Prudence was opgestaan. IJakoud nam ze haar sjaal, die ze naast zich had neer gelegd, het pakje, dat ze bij zioh had, zet te d'r hoed op, nam een parapluie mee, keerde hem de rug toe en verliet door den nauwen doorgang en nu en dan op de teenen der toeschouwers trappend, d verkeer van fietsen, auto's en voetgan gers; het buiten van Morgan Pickering stond in het middelpunt van de alge- meene belangstelling, ofschoon er niets te zien was. Maar zoo gaat het nu een maal bij sensationeels gebeurtenissen; iedereen wilde „er bij" zijn, al valt er ook niets te beleven! Wain baande zich een weg door de drukte en op den hoek van den zijweg en High Street werd zijn aandacht ge trokken door een dogcart, met een oud, wit paard bespannen en bestuurd door een opvallend mooi, jong meisje, dat haar hoofd scheen te zijn kwijt geraakt in deze voor Bruntlea ongewone ver keersopstopping. Juist op bet oogenblik, dat ze haar schimmel aanvurend met de zweep, met een te groote groote bocht den hoek van High Street wilde omalaan, kwam uit de hoofdstraat plotseling een auto den ziji weg indraaien. Een botsing was onvermijdelijk en de auto raakte het rechterwiel van de dog cart. Het karretje werd gedeeltelijk ver splinterd. het meisje werd op straat ge worpen en haar hoofd zou verpletterd zijn onder de hoeven van Let verschrikt steigerende paard, indien niet Wain ijlings toegeschoten was en met een snel le beweging het meisje had weggetrok ken. Toen hij haar opbeurde, zag hij dat ze bewusteloos was; haar hoofd was bij den val onzacht in aanraking gekomen met de atraatsteenen, maar gewond was zij, voor zoover de journalist kon zien, niet. „Uit den weg," riep hij, terwijl bij het meisje door de te~hoopgeloopen nieuws gierigen, naar den dichtstbijzijnden win kel droeg, die gelukkig toeval een apotheek bleek te zijn. Wain's ridderlijkheid werd beloond door de ontdekking, dat hij een van de mooiste meisje, die hij ooit ln zijn leven gezien had, gered had.' Het bewuate- looss jonge meisje waarmee de apo- bioaooop. Zij hoorde stappen achter zich en voelde bij intuïtie, dat de roodharige man haar volgde; nu hoorde ze hem in allerlei toonaarden excuses maken en z'n verontschuldigingen aanbieden. Ze keek strak voor zich uit, maar voelde ook, meer dan ze het zag, dat de helft der bioscoopbezoekers hen nieuwsgierig aan staarde. In den foyer bleef ze geen oogenblik langer dan noodig was, maar verliet haastig het gebouw. Het regende, maar ze liep steeds harder en keek niet om. Toch wist ze, dat de roodharige haar bleef volgen. Ja. ze werd gevolgd door een vreemde ling, een luidruohtig zonderling mensch, 'n man, die waarschijnlijk dron ken was; in elk geval zich onder den in vloed bevond. Het gewone, het ordinaire van 't geval had op Prudence de uitwer king van een nachtmerrie. Met opgehe ven hoofd en recht voor zich uitkijkend, snelde zij voort. Maar het hielp niet; de man, die haar volgde, bleef haar vol gen; ofschoon vrij gezet, scheen hij geen vermoeienis te kennen. Ze ging een win kel binnen, bleef daar een minuut of tien, en kocht iets, dat ze niet noodig had. Het hielp niet; hij wachtte, totdat ze er weer uit kwam. Ze maakte een kleinen omweg door een winkelgalerij en verliet deze door 'n anderen uitgang. Bang was ze niet, maar ze vond het vreeselijk vervelend. Boven dien was ze boos, ontzettend boos. „Heel goed," dacht ze; „ik doe het wel niet graag, maar hij dwingt me er theker en zijn vrouw zich thans bezig hielden moest een jaar of twintig zijn. Ze was slank en goedgebouwd, haar ovaal gezichtje had fijnbesneden trekken en onder een eenvoudige muts kwam zijïg, diep-zwart haar te voorschijn. Wain stond als geboeid naar haar te kijken en hij vroeg zich af, hoe dat mooie gezicht zou zijn, als de stijf-gesloten oogen open gingen en er weer kleur op de doods- bleeke wangen kwam. „Dat is het mooiste meisje, dat ik ooit gezien heb," verklaarde Wain, terwijl de apotheker een flesch met sterk ruikende vloeistof onder haar neus hield en zijn vrouw den kraag van haar japon los maakte. „Dat kan ik natuurlijk niet beoordee- len," antwoordde de vrouw van den apo theker zelf ook een knappe, aantrek kelijke verschijning „maar het is een feit, dat zij het mooiste meisje v&n Brunt lea is. Daar is iedereen het over eens." „Zeker. Ze komt hier vaak met haar vader. Judith Verily heet ze. Haar vader is Phineas Verily ze wonen op een hofstede een paar kilometer buiten Brunlea. Wel, wel, wat zullen hij en zijn vrouw van streek zijn, alz ze van het on geluk hooren!" „Maar ze is toch niet ernstig gewond?" vroeg Wain angstig. „O, neen," mompelde de apotheker zioh in het gesprek. „Ik zou zeggen, dat ze eigenlijk alleen maar vreeselijk ge schrokken is. De auto zal op den hoek wel niet veel vaart hebben gehad, ders zou ze er niet zoo good zijn afge komen." Op dat oogenblik ging de deur van de apotheek open en de eigenaar van de auto kwam binnen, om zich te veront schuldigen over de onachtzaamheid van zijn chauffeur. Maar voel schuld had deze eigenlijk niet, want de manier, waarop de dogcart in de bocht te voor schijn wu «skoxaea, wu in strijd met alle regels van het verkeer. De auto- eigenaar was een jongeman met een gladgeschoren dik gezicht en «'en korte gedrongen gestalte; zijn uiterlijk was al lesbehalve aangenaam of innemend. Hij was in diepen rouw; zijn oogen waren rood en gezwollen, alsof hij veel ge schreid had. „Het spijt mij verschrikkelijk," begon hij met zenuwachtig trillende stem, „het was een ongelukkige samenloopTho mas kwam langzaam den hoek om en heeft onmiddellijk geremd, toen hij de dogcart zag." „Hij had voorzichtiger moeten zijn.... hoeken zijn altijd gevaarlijk en het was hier ongewoon druk vandaag," merkte de apothekersvrouw >n beetje scherp op. „Hij reed voorzichtig," verdedigde Wain de chauffeur, „anders wu de bot sing heel anders aangekomen. Maar juffrouw Verily nam de bocht verkeerd en te snel." Toen zij de klank van haar naam op ving, sloeg het meisje haar oogen op en Wain zag, dat ze groot en donker waren. Vol bewondering vroeg hij zich af, of haar stem even liefderijk zou zijn als de blik van haar oogen en hij werd niet te leurgesteld. Ze scheen het laatste deel van het ge sprek gehoord te heben, want ze zei, zwak; „Ja het wu mijn echuid, ik raak te de teugele kwijl." Toen brak ze haar zin ai eh sloot de oogen weer, maar Wain had gelegenheid gehad om te hooren, dat haar stem een volle, streelende klank moest hebben. „Je moet niet praten, kind," zei de apothekersvrouw vriendelijk. „Hier, neem een paar slokjes brandewijn met water, dan ben je direct weer opgeknapt." „Maar het wagentje..., het paard. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1932 | | pagina 3