GOEDEREN
•yar mmM
ALLE
VAN DIT SEIZOEN
ZIJN UITSLUITEND
EN ALLÉÉN
Van Rondom
FEUILLETON.
HET RAADSEL VAR
TANBUCK HALL
DE MOEILIJKE TOCHT.
Mengelwerk.
DE UITHOODIQIHS.
EERSTE BLAD.
WIEUWSBLAO VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. SthmnlraMntert» Courant
TWEEOE BLAD.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND r« l'TBgCHT. Schnnnhovtnach» Courant
VRIJDAI 14 JUNI 1W1
door JAN KIJKUIT.
Hoara voor Hoover. Over
ontwapening. Zwembad In
Bargambacht. Ovarladan
raadaladan herdacht Krult
In Schoonhoven. Da ouwa
Taunla moat boata betalen.
- Hoera voor Hoover, juichte ik.
Hij klopt en hij veegt en hij zuigt,
schreeuwde Jodocua.
Dat ia de stofzuiger, maar ik be
doel de Amerikaansche president, her
nam ik. Hoover met zijn voorstel om te
ontwapenen, zoo maar boem midden in
die etende en drinkende heeren neerge
worpen. Ik las in de krant dat ze onder
ademlooze stilte de rede van Gibson, dia
het voorstel van Hoover voorlas, aange
hoord hebben.
Er had bij moeten staan, dat ze
nauwelijks het lekkere dinar verorberd
hadden op kosten van hun staten, zei
Jod.
Dat la zoo, zal tante. Jarenlang
heeft een atelletje heeren gagaten en ge
dronken en gefuifd, daar kan je van op
aan, in Génève en Lausanne en in al
lerlei mooie plaatsan daar in Zwitser
land. Za wisten wel wat se deden, dat
ze naar die mooie plaatsen gingen.
En altijd onderling gekonkel. Be
sprekingen noemden ze dat, maar je kon
heel vaak zeggen, dat het onderling ge
knoei was.
Daar heeft Hoover nu een eind aan
gemaakt. Hij heeft gezegd, dat het uur
geslagen heeft voor de groots daad, dat
ar een groote procedure
Het la toch geen rechtbank daar,
vroeg tante.
Welnee, tante, dat beteekent in da
politieke wereld zooiets ala aan gemeen
schappelijke behandeling van een zaak.
Maar in de politiek houden ze van
vreemde woorden, dat weten we, lichtte
Jod in.
Goed, maar duidelijk ia het dan
toch, zei ik. Terwijl daar heel die fuiven
de menigte bij elkaar was, heeft Hoover
vanuit Washington met de vuist op tafel
geslagen en gezegd: knots, nu aan het
werk of we zullen jullie leeren. Want
daar komt het toch eigenlijk op neer.
En nu? vroeg tante belangstellend.
Vraag niet naar de toekomst. Vraag
alleen maar naar het heden. Wees blij,
dat er een kleine ontspanning te zien
is, dat er iemand ia, die de zaak bij den
waren naam durft te noemen, die lak
beeft aan het gewauwel over wat aan
val»- en wat verdedigingswapenen pre
cies zijn, die zegt: één derde verminderen
dat zal minstens tien milliard gulden
schelen. Denk eens aan, wat daarvoor
gedaan kan worden.
Daar kan heel de economische we
reldorde weer mee worden opgebouwd,
sprak Jod plechtig, want hij werd nu
ook ernstig. Daar kunnen de landbouw
en de veeteelt, de handel en de scheep
vaart en de transportnijverheid weer mee
in gang gezet worden .Daardoor kunnen
de opgelegde schepen weer rijkbevracht
uitvaren, daardoor kunnen de fabriek»
weer in bedrijf komen, daardoor vermin
dert de werkloosheid, daardoor
Het is nu een vertrouwenscrisis.
Frankrijk vertrouwt Duitschland niet
an Engeland zit te loeren op Frankrijk.
Amerika kijkt met een schuin oog naar
Japan en België ziet op Nederland. Maar
er komt kentering ten goede. We krijgen
nu ook onderhandelingen over het weg
vallen van de tolmuren tuaachen Balg
en Nederland en de staten die zich erl
10
Terwijl Wain in dan armstoel bij den
haard zat, had hij op dringend ver
zoek van zijn gastheer nogmaals aan
verslag van da botsing gegeven, waarbij
hij bescheiden zijn aandeel in de redding
van Judith zoo onbelangrijk mogelijk
voorstelde. Maar de schrandere Verily
was menschenkenner genosg om te be
grijpen, dat de journalist in dit opzicht
de waarhsid geweld aandeed en hij over
stelpte hem dan ook met dankbetuigin
gen.
Teneinde zich daaraan te onttrekken,
■tond Wain op en ging naar den schoor
steenmantel om een in zilveren lijst ge
vatte fotografie te bekijken. Het was het
portret van een knappe jongeman met
een gevoelige mond en diepliggende, ern
stige oogen.
„Lancelot Ashtonl" zei Wain direct
„Kent u hem?" vroeg Verily verwon
derd.
„Een jaar of drie geleden heb ik hem
wel ontmoet. Ale ik me niet vergis,
werkte hij toen voor zijn laatste examen
in de rechten."
„Lancelot is inmiddels advocaat ge
worden, maar hij heeft tot nog toe helaas
niet veel euccee gehad. En toch ie hij
hooget begaafd en intelligent. Arme jon
gen," Verily zuchtte, „hij heeft een hard
leven gehad sinds zijn grootvadsr gs-
atorven is, nu rijftien jaar geleden. Hij
was toen tien jaar en opgevoed voor een
van weelde en gemak. Maar hij
neef» nu wel ondervonden, wat het be
teekent al» de fortuin een msnsoh den
Wf toekeert."
willen aansluiten. Er komt meer en meer
Inzicht, dat er samenwerking noodig ie,
geen verdeeldheid.
We zijn nu vroolijker aan het pra
ten dan de vorige week, zei tante.
Dat komt door het potje, zei Jodo
cua, terwijl hij het boetèpotje zwaaide.
Ieder die over zeker onderwerp spreekt
dat niet genoemd mag worden en dat be
gint met een c en eindigt met een s be
taalt een dubbeltje.
Maar vandaag betalan we geen dub
beltje, want we hebben wel betere dingen
te bepraten. Er is weer hoop.
Ja, er is weer hoop. Hoera voor
Hoover, schreeuwde Jodocus nog eens.
Hoover heeft eerst het moratorium in el
kaar gezet. Daar blijkt de wereld hem nu
dankbaar voor te moeten zijn, want zoo
lang de conferentie in Lausanne duurt
blijft dat gelden. Alz ze dat ophieven
ging vandaag nog de beschaafde wereld
naar den kelder.
Beschaafde wereld) Een wereld,
waarin kruit en kogels de voornaamste
rol spelen, schimpte ik, waar moord sn
doodslag aan ds ords van den dag lijn,
waar de een het lloht niet aan dsn an
der gunt. Ik ben hst eens met een raads
lid in Bergambaoht, dis zei, dat er ge
nosg gsld in dis gemeente wat om de ar
men daar voldoende te helpen. Wanneer
zij, die bezit hebben, hun hart wijd open
stelden voor degenen, die armoede lij-
deft, dan zag de wereld er anders uit,
dan was sr meer eensgezindheid en hst
was te wenschen, dat dit overal gesiau
werd, niet alleen in Bergambacht, maar
in ons heele land en in de heels wereld.
In Bergambaoht toonen se anders
wsl eensgezindheid, sei tante, want dat
heb je gezien met dat nieuwe zwembad.
Burgemeester Kooiman ia er toch nog
niet zoo lang, maar die heeft toch de
samenwerking geprezen en de oud-bur
gemeester Uilkens zei, dat ala men in
Bergambacht iete tot stand wil brengen,
het er ook komt, al ie het dan ook soms
langzaam.
Juist, dat is noodig voor een ge
meente, samenwerking. Je mag dan po
litiek of godsdienstig nog zoo verdeeld
zijn, maar er zijn heel veel dingen, waar
in je op een gezonde manier kunt samen
werken. En de bloei van je eigen ge
meente gaat toch elke ingezetene aan het
hart, zou ik denken.
Ale er iemand geweest ie, aan wie
de bloei van zijn plaats aan 't hart ging,
dan is het H&rdam in Alblasserdam ge
weest, die deze week overleden is, sei ik.
Hij was een man die ongetwijfeld groote
gaven had. Hij wist de dingen soms ruw
en onbehouwen te zeggen, ook was lang
niet iedereen het met hem eens, maar
dit stond vast, dat hij hart had voor Al
blasserdam en toen ik zijn overlijden las
dacht ik, dat hst heengaan van zulke
menschtn, van Van Reeuwijk bijvoorbeeld
in Zevenhuizen en van Hardam, nu in
Alblasserdam, voor een gemeente toch een
groot verlies is.
Ja, of je burgemeester of raadslid
of gewoon ingezetene bent, je kunt altijd
wel wat voor je plaats doen, zei tante.
Al is het alleen maar, dat je op tijd je
belasting betaalt, want hangt te
genwoordig ook hsel veel van af voor de
beetursnde college's, dat op tijd ds finan
ciën binnenkomen.
Alles gosd, maar een belabberd
baantje is hst toch om belastingbetaler
te wezen, mopperde Jodocus.
Jij hebt dat baantje nog nooit ge
had, meesmuilde lk, of het moeet zijn
van je vele bezittingen.
- Tante lachte. Die slag ia Jou. zei
ze tot mi) en toen vervolgde ze tot Jodo
cus: Dat is nou wsl waan wat je zegt,
maar nu de regeering toont, dat ze wil
bezuinigen, nu moeten we eok probeeron
om haar in haar werk te helpen. In de
provinciale ataten van Utibcht is deze
week door een der leden gezegd, dat er
samenhang is tusschen de deelen en het
geheel. De tijd if voorbij, dat een stad
of een provincie op eigen beenen kon
staan. Internationaal gaat men zelfz in
zien dat samenwerking noodig is, des te
meer dus nationaal. Daarom mosten we
de regsering steunen, zooveel ws kun
nen.
Maar toch zaker niet, als zs van
plan is ons in ds lucht te laten vliegen,
zei Jodocus, terwijl hij zoo'i verschrikt
aangelaat trok, dat we in den lach scho
ten.
Ja, dat heb ik gelezen. Erg gerust
ben ik er ook niet op. Een van de raads
leden heeft er al vragen over gesteld en
ik denk, dat er al heel wat bezwaren te
gen zullen komen.
En vooral in Schoonhoven moeten
ze niets van kruit sn al dat spul heb
ben, zei ik, want een aantal jaren geleden
is er op den avond van den Julianadag
een compleet oproer geweest, omdat de
politie een kleine jongen had gepakt, die
vuurwerk had aangestoken en een opge
schoten jongen, die dat kind had ontzet,
opgesloten had. Als ze daar dus zoo bang
al zijn voor wat vuurwerk, dan zullen
ze stellig bang zijn voor kruit en kogels.
Denk aan Leiden, stond er in de
krant, zei tante. Als de heeren kruit en
kogels willen bewaren, laten se dan
maar dat goedje bewaren ergens midden
op ds hel in een gebouw, maar niet in
een dichtbewoonde stad. Ik ben sr tegen
en ik hoop, dat de Sohoonhovensche ge
meenteraad goed op de achtersts beenen
zal gaan staan en de tanden zal laten
zien om te voorkomen, dat dit heillooze
plan wordt uitgevoerd.
Ontwapening mosten w# hebben,
dan zijn er geen kruit en kogels meer
noodig. Zie je wel. Hoera voor president
Hoover. Hij lost zelfs ds Sohoonhoven
sche kruit-kwestie op, riep Jodocus.
Het ls te hopen, zei de oude Teunis,
dat blijken zal dat er tegen kruit met een
tée ook kruit met een dés gewassan zal
wezen. Ale de menzchen niet snappen, dat
ze er met vernielen niet komen, maar dat
noodig zijn eendracht, rechtvaardigheid,
barmhartigheid en menschenmin, dan
komen we nooit uit de crizii.
Een dubbeltje, Teun, riep Jodocus
en hield den oude triomfantelijk het
boetepotje voor. En deze gelaten of
ferde de boete....
Langzaam vorderen de natiea
In hun worst Ting naar den top.
Altijd, altijd duiken er weer
Nieuwe moeilijkheden op.'
Uiterst steil rijn toch de wegen
Die er leiden naar „Herstel"
En ook vroeg men vaak in twijfel:
Is ds goeds w 11 sr wsl?
Tallooze ministerlevsns
Vielen reeds in dazen strijd.
Enkelen verwierven echter
Daardoor ook onsterflijkheid!
Anderen ontzonk de moed weer,
M begon de tocht ook pas,
Daar de zucht tot zelfbehoud hen
Telkens weer te maohtig wee.
Verily schudde meewarig het hoofd
en staarde daarop san poosje peinzend
in het vuur. „Ik heb gehoord, dat Picke
ring zijn grootvader geruïneerd heeft,"
merkte Wain op.
„Beste vriend," klonk het ernstig in
antwoord op zijn woorden, „vergast nooit
dat elke zaak twee kanten heeft."
„Dan heb ik waarschijnlijk ds slecht
ste zijde gehoord, voor zoover het Picke
ring betreft.
„Ik zeg u nogmaals, meneer Wain,"
dat u in dit huis niete dan goed over
hem zult hooren. Over zijn betrekkingen
met Generaal Ashton kan ik niet oor-
el eelen; daarover heb ik alleen maar de
geruchten gehoord, die in omloop zijn
en geruchten zijn dikwijle logen en be
drog. Daar gaat een man, die de waar
heid wil ksnnen, niet op af. En Picks-
ring zelf heeft me nooit verteld, wat
voor zaken hij met den ouden heer uit
staande had."
„Maar het li toch een feit, dat Pic
kering de Hall in bezit heeft, dat volgens
recht en billijkheid aan den jongen Ash
ton toekomt," wierp Wain, die weer wee
gaan zitten, tegen.
„Dat zegt Lancelot) Maar wie kan het
weten? Generaal Ashton leidde «en wild
lichtzinnig leven!"
„Maar dat neemt niet weg, dat hij
Voor Pickering goed is geweest inder
tijd."
„Volkomen waar. En ik ben overtuigd
dat Morgan de eerste zou zijn, om dat te
erkennen."
,Hlj heeft de goedheid van den gene
raal anders slecht beloond)"
.Dat zou lk niet zoo stellig durven
zeggen, ala u dat doet," verklaar
de de landeigenaar met iets van
vriendelijk verwijt in zijn stem. „Morgan
is iemand, dis niet mededeolzaam is
over zijn zakelijke aangelegenheden.
Maar ik west wel, dat Generaal Ashton
Eveline Houdy. de beroemde Franecbe
tooneelepeelstor, was nadat zij twee
jaren achtereen avond aan avond triom
fen had gevierd in de groote steden
van Europa een tournee begonnen. Zij
ving haar reis in Holland aan. Op dne
tournee behaalde zij «uoceeeen voor uit
verkochte huizen. De vooraanstaande
groot-induatrieelen der kleinere eteden
uit het Zuiden van het land, waren en
thousiast over de elegante vrouw
haar groote kunst.
Op een avond, dat zij voor het eerst
in één der rijkete industrie-steden sou
optreden, zat de jonge fabrikant, Karei
van der Helm, op de eerste rij in de
zaal.
Eveline Houdy was geen onbekende
voor heen, hij had haar in Parits reeds
bewonderd. Daarom had hij ook zoo'n
prachtige bloemenmand durven bestellen
een mand. die reeds bij den portier van
het theater in de vestibule stond.
In sen brief, die tusschen de bloemen
■peelde en dronk sn handen vol geld
kwistte. Morgan leende hem geld, veel
geld «n toen de man stief, kwam Tan-
buck Hall aan den geldschieter. Kan
het niet een eerlijke verhouding geweest
zijn van leeningen met het landgoed
als hypothecare zekerheid? Toen er na
den dood van den generaal geen stuivor
meer over was, spreekt hst vanzelf, dat
hst onderpand aan den geldschieter
kwam. Eén ding weet lk wel, dat gene
raal Ashton tot aan den dag van zijn
dood zich altijd gunstig over Morgan
heeft uitgelaten*"
„In ieder geval had Morgan het klein
kind toch kunnen helpen," meende Wain.
De jongen wilde de hulp niet aanne
men, ofsohoon die werd aangeboden. Ik
ben daar zelf bij geweest! Maar Lance
lot had een onoverkomelijk» afteer van
En weer staan ds mogendheden
Tot ds klimpartij gereed.
Zie: John Buil heeft nu de
Zijn gebaar is forscb en breed.
Laat die last der oorlogssohuldsn
Nu eens achter, oppert hij.
Eerst dan ademt heel ds wereld
Weer eens onbelemmerd, vrljl
Marianne aarzelt toch nog;
Ze volhardt in haar gezeur.
't Liefst list se hiAr last maar dragen
Door Oom Sam, ds crediteur!
En Oom Sam zegt maar heel weinig,
Dooh hij denkt: geen sprake vaal
En de wereld waoht gelaten
Op hst nieuws reddingsplan.
Morgan."
Wain keek den kalman, rustlg-oordee-
landsn landeigenaar een oogenblik on
derzoekend in het ernstige gezicht Toen
vroeg hij opeens:
„Waarom verdedigt n Morgan Pic
kering, terwijl ander» niemand een goed
woord over hem weet te zeggen?"
„Ik oordeel naar mijn eigen weten,"
klonk het etreng, maar niet onvriende
lijk, „en niet meer naar wat anderen
zeggen. Luieter nu goed naar wat ik
voor ervaring met Morgan heb opge
daan. Ruim vijftien jaar geleden verloor
ik al mijn geld door het faillissement
van een bank. Toen ik nergens meer uit
komst zag, kwam Morgan en leende mij
het geld, dat mijn redding geweest ie.
Andere had ik met vrouw en kind kun
nen gaan bedelen. En door dat geld ben
ik er weer heelemaal bovenop gekomen.
Wat ik op het oogenblik ben en bezit,
heb ik aan Pickering te danken."
„Maar hij zal toch wel een aardlgen
duit rente verlangd hebben voor zijn
hulp?" veronderstelde Wai*
gestoken was, had hij Eveline eenfge
vleiende woorden over hear kunst en
over haar elegante versohijning geeegd,
en tevens haar toestemming gevraagd,
nader kennis met haar te mogen maken.
Hij smeekte haar het antwoord aan den
portier te willen afgeven.
Karei van der Helm kon due neggen,
het zijne gedaan te hebben.
In zijn fauteuil geleund, waohtte hij
op de dingen, die komen zouden.
Eindelijk, daar gingen de gordijnen
vaneen en Eveline begon haar triomf als
„Fedora". Daar stond zij, de slanke,
sc hoon a Eveline, met haar groote, be
schaduwde oogen en haar gouden stem.
Zij was nog precies, sooala hij haar drie
maanden geleden op de planken van het
Parijsche „Odóon" gezien had en KarM'a
hart werd warm. Blij dacht aan zijn bloe
menmand en vond deze te klein. Een
grootere werk beter geweeet, een veel
INGEZONDEN MEOEDEELING.
Gespannen volgde hij het drama en bij
de vergiftiginge-eoëne kromp zijn hart
samen, zóó overtuigend wae de gemar
telde uitdrukking op heer gelaat
Minutenlang duurde het applaus, sn
zwol tot een ware ovatie aan. toen Kar
rel'a bloemenmand op het tooneel gedra
gen werd.
De^ actrice dankte, graden» buigend,
naar 'het onbekende Hollandeche publiek
en een moeilijke gümlaoh brak door,
haar
waaade even over
aristocratischs
fxprirht. Na nog eens naar alle lijden ge
bogen te betten, verdween «ij eindelijk
vut het tooneel sa bleven de roodflu-
weelen gordijnen voorgoed gesloten.
Langzaam stond Karei op. Zijn ge
dachten gingen naar Eveline's kleedka
mer. Nu zou ze den brief
zijn correct Frineoh van i
die veel gereisd had.
Natuurlijk zou es antwoordenl Dat
stond bij hem vaet.
En hij had zich niet vergiet want toen
hij na lang wachten sn talmen in de
vestiaire eindelijk bij den portier aan
landde, drukte deze hem zoo onopvallend
mogelijk, een smalle, eoetgeurende enrc-
„De man vroeg geen penny Internet
meneer Wain! Hij betaalde mijn schul
den en verschafte mij bedrijfskapitaal om
ds hofetede in stand te kunnen houden.
Toen ik hem de hoofdsom had terugbe
taald, moeet ik hem bijna dwingen om
drie procent rente aan te nemen; meer
wilds hij onder geen voorwaarde heb
ben I"
„Waarom behandeld# hij n zoo wel
willend, terwijl hij zoo hard is togen an
deren?"
„Det is een vraag, dis Morgan Picke
ring moet beantwoordent Maar de feiten
zijn, zooals ik ze u vertol, meneer Wain.
Ook tegenover anderen heeft hi| zich
welwillend betoond, maar alleen om er
ondankbaarheid voor terug to krijgen."
„Maar ik hoor van iedereen, dat hij
zonder genade hst bezit van de mra-
aohen liet verkoopen!" riep Wain een
beetje ongeduldig.
„Kijk eens," antwoordde de landeige
naar sussend, „de ongelukkigen, die door
Morgan's optreden van have en goed be
roofd zijn, waren of ds oude inwoners
van Bruntlea ofl hun ouds zoons en
dochtore. Die oude bewonere hebben der
tig jaar geleden Morgan op de schande
lijkste manier behandeld, alleen omdat
hij den moed had, zich alz vreemde hier
te komen vestigen. Wat voor leven hij
toen hier gehad heeft', zal n duidelijk
zijn, wanneer ik n vertol, dat ik hem
drie maal met mijn eigen handen gered
heb, toen de dorpelingen uit haat
en baldadigheid hem 's avonds in een
sloot wilden gooien. Generaal Ashton
heeft hem ook heel wat keeren beschermd
Zooals ds menschen hem behandeld
hebben, zoo vergeldt hij het hun
„Maar dat is toch zeker niet in over
eenstemming met uw levensopvatting,
meneer Vsrily?" waagde Wain to vragen.
„Neen, seksr niet. Ik voor mi) tracht
to 1 treft tut hst woord, dat msft eiji
k>ppe in de hand. Kaxel gal hem een
flinke fooi sn lae, op straat gekomen,
direct den brief.
In sierlijk Franeoh dankte Eveline
voor de prachtige bloemen en zei var
der. dat we hem den volgenden middag
om vier uur ln haar hotel wachtte, om
een kop thee te drinken. „Eveline", niet#
andere dan „Eveline" stond er onder den
brief. Hoe vertrouwelijk klonk dit. Da
eerste schrede naar de overwinning wae
alzoo gezet. Drie dagen zou zij nog inde
etad blijven, daarna speelde Mj nog twee
weken in enkele naburige plaatoen, sr
zou dus tijd genoeg zijn voor een voort
gezette kennismaking.
Karel's blijdschap wae ooo groot, dat
hij geen rust had naar zijn eenzame ka
mer to gaan, hij verlangde er near men
schen to zien, vrooljjk to zijn
Toen hij het bordes van den schouw
burg afdaalde, zag hij twee zijner vrien
den staan. Hij liep dadelijk naar hen
toe en gedrieën gingen zij naar het
dichtotbengelegen restaurant om wat na
to praton.
Nauwelijks wae de eerste cdgaret op
gestoken. of het gesprek begon over Eve
line. De twee vrienden via Karei na
der Helm waren even enthousiast in hun
bewondering als hij zelf.
De jonge Hans Willig streek met lijn
vingers door zijn blonde kuif ra zijn
oogen etraelden. maar ook de dikke, be
dachtzame Walter Duren, wae aanmer
kelijk jonger en levendiger geworden.
Een prachtige mand Moemra heeft
zij gekregen, zei Hans Willig glunde
rend. Wie zou er in dit neet zooleto in
zijn hoofd gekregen hebben, het wae be
paald «en gToototeedsoh gebaar.
Karei van der Helm lachte gevleid.
vijanden moet liefhebben," klonk het be
scheiden. „Dat geeft mij echter niet het
recht om een ander te veroordeel», als
hij niet bij machte ie om dat to do». Ik
beschouw het veel meer al« mijn plicht,
om zijn gosde eigenschappen in het licht
te stollen, tomeer waar ik persoonlijk
hem groot» dank verschuldigd ben. En
de menschen, die hem zoo zwart afschil
der», zijn maar al te graeigd, om hun
eigen zonden te vergeton. Maar een an
dere vraag is: zal hij aan de galg komenI
Wat denkt a daarvan, meneer Wain;
u bent toch in zeker» zin zijn oogge
tuige geweest?"
Ds reporter staarde ptinarad voor
zich uit. „Ik west niet wat ik sr van dsa-
ken most," antwoordde hij aarzelend en
met gefronste wenkbrauw». „Het lijkt
mij een veel to schrander man om zich,
om zoo te zeggen, op heetordaad to la-
ton betrapp», als hij inderdaad sohul-
dig was. Hij had tijd g»oeg om de re
volver weg to werp» de openslaande
deur» te sluiten, voor Dawklne ik
uit den mist to voorschijn kwamu."
„Het venstor was gebroken," ui Ta
rtly plotseling.
Wain keek verrast op. Daar had hij
niets van gewet»! Zelf had hij het vol
strekt niet gemerkt ra ook later had hij
niets over e» gebrokm ruit geboord."
„Hoe weet u dat?" vroeg hij.
„Het tweede meisje, Eliza James,
heeft vanoohtond verlof gekreg» om
Tanbuck Hall to verlat». Ze kwam di
rect hier naar toe mijn vtouw staat
het moederlooss meisje nog wsl eens met
raad daad bij vertelde ons al
lee, wat er geb»rd was; ook hoe het
veneter gebrok» wae door d» woeden-
dra 8ir Oils#."
„Hoe wiet ze, dat Sir GUse dat heeft
gedaan?"
wwclfl)