GOEDEREN •yar mmM ALLE VAN DIT SEIZOEN ZIJN UITSLUITEND EN ALLÉÉN Van Rondom FEUILLETON. HET RAADSEL VAR TANBUCK HALL DE MOEILIJKE TOCHT. Mengelwerk. DE UITHOODIQIHS. EERSTE BLAD. WIEUWSBLAO VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. SthmnlraMntert» Courant TWEEOE BLAD. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND r« l'TBgCHT. Schnnnhovtnach» Courant VRIJDAI 14 JUNI 1W1 door JAN KIJKUIT. Hoara voor Hoover. Over ontwapening. Zwembad In Bargambacht. Ovarladan raadaladan herdacht Krult In Schoonhoven. Da ouwa Taunla moat boata betalen. - Hoera voor Hoover, juichte ik. Hij klopt en hij veegt en hij zuigt, schreeuwde Jodocua. Dat ia de stofzuiger, maar ik be doel de Amerikaansche president, her nam ik. Hoover met zijn voorstel om te ontwapenen, zoo maar boem midden in die etende en drinkende heeren neerge worpen. Ik las in de krant dat ze onder ademlooze stilte de rede van Gibson, dia het voorstel van Hoover voorlas, aange hoord hebben. Er had bij moeten staan, dat ze nauwelijks het lekkere dinar verorberd hadden op kosten van hun staten, zei Jod. Dat la zoo, zal tante. Jarenlang heeft een atelletje heeren gagaten en ge dronken en gefuifd, daar kan je van op aan, in Génève en Lausanne en in al lerlei mooie plaatsan daar in Zwitser land. Za wisten wel wat se deden, dat ze naar die mooie plaatsen gingen. En altijd onderling gekonkel. Be sprekingen noemden ze dat, maar je kon heel vaak zeggen, dat het onderling ge knoei was. Daar heeft Hoover nu een eind aan gemaakt. Hij heeft gezegd, dat het uur geslagen heeft voor de groots daad, dat ar een groote procedure Het la toch geen rechtbank daar, vroeg tante. Welnee, tante, dat beteekent in da politieke wereld zooiets ala aan gemeen schappelijke behandeling van een zaak. Maar in de politiek houden ze van vreemde woorden, dat weten we, lichtte Jod in. Goed, maar duidelijk ia het dan toch, zei ik. Terwijl daar heel die fuiven de menigte bij elkaar was, heeft Hoover vanuit Washington met de vuist op tafel geslagen en gezegd: knots, nu aan het werk of we zullen jullie leeren. Want daar komt het toch eigenlijk op neer. En nu? vroeg tante belangstellend. Vraag niet naar de toekomst. Vraag alleen maar naar het heden. Wees blij, dat er een kleine ontspanning te zien is, dat er iemand ia, die de zaak bij den waren naam durft te noemen, die lak beeft aan het gewauwel over wat aan val»- en wat verdedigingswapenen pre cies zijn, die zegt: één derde verminderen dat zal minstens tien milliard gulden schelen. Denk eens aan, wat daarvoor gedaan kan worden. Daar kan heel de economische we reldorde weer mee worden opgebouwd, sprak Jod plechtig, want hij werd nu ook ernstig. Daar kunnen de landbouw en de veeteelt, de handel en de scheep vaart en de transportnijverheid weer mee in gang gezet worden .Daardoor kunnen de opgelegde schepen weer rijkbevracht uitvaren, daardoor kunnen de fabriek» weer in bedrijf komen, daardoor vermin dert de werkloosheid, daardoor Het is nu een vertrouwenscrisis. Frankrijk vertrouwt Duitschland niet an Engeland zit te loeren op Frankrijk. Amerika kijkt met een schuin oog naar Japan en België ziet op Nederland. Maar er komt kentering ten goede. We krijgen nu ook onderhandelingen over het weg vallen van de tolmuren tuaachen Balg en Nederland en de staten die zich erl 10 Terwijl Wain in dan armstoel bij den haard zat, had hij op dringend ver zoek van zijn gastheer nogmaals aan verslag van da botsing gegeven, waarbij hij bescheiden zijn aandeel in de redding van Judith zoo onbelangrijk mogelijk voorstelde. Maar de schrandere Verily was menschenkenner genosg om te be grijpen, dat de journalist in dit opzicht de waarhsid geweld aandeed en hij over stelpte hem dan ook met dankbetuigin gen. Teneinde zich daaraan te onttrekken, ■tond Wain op en ging naar den schoor steenmantel om een in zilveren lijst ge vatte fotografie te bekijken. Het was het portret van een knappe jongeman met een gevoelige mond en diepliggende, ern stige oogen. „Lancelot Ashtonl" zei Wain direct „Kent u hem?" vroeg Verily verwon derd. „Een jaar of drie geleden heb ik hem wel ontmoet. Ale ik me niet vergis, werkte hij toen voor zijn laatste examen in de rechten." „Lancelot is inmiddels advocaat ge worden, maar hij heeft tot nog toe helaas niet veel euccee gehad. En toch ie hij hooget begaafd en intelligent. Arme jon gen," Verily zuchtte, „hij heeft een hard leven gehad sinds zijn grootvadsr gs- atorven is, nu rijftien jaar geleden. Hij was toen tien jaar en opgevoed voor een van weelde en gemak. Maar hij neef» nu wel ondervonden, wat het be teekent al» de fortuin een msnsoh den Wf toekeert." willen aansluiten. Er komt meer en meer Inzicht, dat er samenwerking noodig ie, geen verdeeldheid. We zijn nu vroolijker aan het pra ten dan de vorige week, zei tante. Dat komt door het potje, zei Jodo cua, terwijl hij het boetèpotje zwaaide. Ieder die over zeker onderwerp spreekt dat niet genoemd mag worden en dat be gint met een c en eindigt met een s be taalt een dubbeltje. Maar vandaag betalan we geen dub beltje, want we hebben wel betere dingen te bepraten. Er is weer hoop. Ja, er is weer hoop. Hoera voor Hoover, schreeuwde Jodocus nog eens. Hoover heeft eerst het moratorium in el kaar gezet. Daar blijkt de wereld hem nu dankbaar voor te moeten zijn, want zoo lang de conferentie in Lausanne duurt blijft dat gelden. Alz ze dat ophieven ging vandaag nog de beschaafde wereld naar den kelder. Beschaafde wereld) Een wereld, waarin kruit en kogels de voornaamste rol spelen, schimpte ik, waar moord sn doodslag aan ds ords van den dag lijn, waar de een het lloht niet aan dsn an der gunt. Ik ben hst eens met een raads lid in Bergambaoht, dis zei, dat er ge nosg gsld in dis gemeente wat om de ar men daar voldoende te helpen. Wanneer zij, die bezit hebben, hun hart wijd open stelden voor degenen, die armoede lij- deft, dan zag de wereld er anders uit, dan was sr meer eensgezindheid en hst was te wenschen, dat dit overal gesiau werd, niet alleen in Bergambacht, maar in ons heele land en in de heels wereld. In Bergambaoht toonen se anders wsl eensgezindheid, sei tante, want dat heb je gezien met dat nieuwe zwembad. Burgemeester Kooiman ia er toch nog niet zoo lang, maar die heeft toch de samenwerking geprezen en de oud-bur gemeester Uilkens zei, dat ala men in Bergambacht iete tot stand wil brengen, het er ook komt, al ie het dan ook soms langzaam. Juist, dat is noodig voor een ge meente, samenwerking. Je mag dan po litiek of godsdienstig nog zoo verdeeld zijn, maar er zijn heel veel dingen, waar in je op een gezonde manier kunt samen werken. En de bloei van je eigen ge meente gaat toch elke ingezetene aan het hart, zou ik denken. Ale er iemand geweest ie, aan wie de bloei van zijn plaats aan 't hart ging, dan is het H&rdam in Alblasserdam ge weest, die deze week overleden is, sei ik. Hij was een man die ongetwijfeld groote gaven had. Hij wist de dingen soms ruw en onbehouwen te zeggen, ook was lang niet iedereen het met hem eens, maar dit stond vast, dat hij hart had voor Al blasserdam en toen ik zijn overlijden las dacht ik, dat hst heengaan van zulke menschtn, van Van Reeuwijk bijvoorbeeld in Zevenhuizen en van Hardam, nu in Alblasserdam, voor een gemeente toch een groot verlies is. Ja, of je burgemeester of raadslid of gewoon ingezetene bent, je kunt altijd wel wat voor je plaats doen, zei tante. Al is het alleen maar, dat je op tijd je belasting betaalt, want hangt te genwoordig ook hsel veel van af voor de beetursnde college's, dat op tijd ds finan ciën binnenkomen. Alles gosd, maar een belabberd baantje is hst toch om belastingbetaler te wezen, mopperde Jodocus. Jij hebt dat baantje nog nooit ge had, meesmuilde lk, of het moeet zijn van je vele bezittingen. - Tante lachte. Die slag ia Jou. zei ze tot mi) en toen vervolgde ze tot Jodo cus: Dat is nou wsl waan wat je zegt, maar nu de regeering toont, dat ze wil bezuinigen, nu moeten we eok probeeron om haar in haar werk te helpen. In de provinciale ataten van Utibcht is deze week door een der leden gezegd, dat er samenhang is tusschen de deelen en het geheel. De tijd if voorbij, dat een stad of een provincie op eigen beenen kon staan. Internationaal gaat men zelfz in zien dat samenwerking noodig is, des te meer dus nationaal. Daarom mosten we de regsering steunen, zooveel ws kun nen. Maar toch zaker niet, als zs van plan is ons in ds lucht te laten vliegen, zei Jodocus, terwijl hij zoo'i verschrikt aangelaat trok, dat we in den lach scho ten. Ja, dat heb ik gelezen. Erg gerust ben ik er ook niet op. Een van de raads leden heeft er al vragen over gesteld en ik denk, dat er al heel wat bezwaren te gen zullen komen. En vooral in Schoonhoven moeten ze niets van kruit sn al dat spul heb ben, zei ik, want een aantal jaren geleden is er op den avond van den Julianadag een compleet oproer geweest, omdat de politie een kleine jongen had gepakt, die vuurwerk had aangestoken en een opge schoten jongen, die dat kind had ontzet, opgesloten had. Als ze daar dus zoo bang al zijn voor wat vuurwerk, dan zullen ze stellig bang zijn voor kruit en kogels. Denk aan Leiden, stond er in de krant, zei tante. Als de heeren kruit en kogels willen bewaren, laten se dan maar dat goedje bewaren ergens midden op ds hel in een gebouw, maar niet in een dichtbewoonde stad. Ik ben sr tegen en ik hoop, dat de Sohoonhovensche ge meenteraad goed op de achtersts beenen zal gaan staan en de tanden zal laten zien om te voorkomen, dat dit heillooze plan wordt uitgevoerd. Ontwapening mosten w# hebben, dan zijn er geen kruit en kogels meer noodig. Zie je wel. Hoera voor president Hoover. Hij lost zelfs ds Sohoonhoven sche kruit-kwestie op, riep Jodocus. Het ls te hopen, zei de oude Teunis, dat blijken zal dat er tegen kruit met een tée ook kruit met een dés gewassan zal wezen. Ale de menzchen niet snappen, dat ze er met vernielen niet komen, maar dat noodig zijn eendracht, rechtvaardigheid, barmhartigheid en menschenmin, dan komen we nooit uit de crizii. Een dubbeltje, Teun, riep Jodocus en hield den oude triomfantelijk het boetepotje voor. En deze gelaten of ferde de boete.... Langzaam vorderen de natiea In hun worst Ting naar den top. Altijd, altijd duiken er weer Nieuwe moeilijkheden op.' Uiterst steil rijn toch de wegen Die er leiden naar „Herstel" En ook vroeg men vaak in twijfel: Is ds goeds w 11 sr wsl? Tallooze ministerlevsns Vielen reeds in dazen strijd. Enkelen verwierven echter Daardoor ook onsterflijkheid! Anderen ontzonk de moed weer, M begon de tocht ook pas, Daar de zucht tot zelfbehoud hen Telkens weer te maohtig wee. Verily schudde meewarig het hoofd en staarde daarop san poosje peinzend in het vuur. „Ik heb gehoord, dat Picke ring zijn grootvader geruïneerd heeft," merkte Wain op. „Beste vriend," klonk het ernstig in antwoord op zijn woorden, „vergast nooit dat elke zaak twee kanten heeft." „Dan heb ik waarschijnlijk ds slecht ste zijde gehoord, voor zoover het Picke ring betreft. „Ik zeg u nogmaals, meneer Wain," dat u in dit huis niete dan goed over hem zult hooren. Over zijn betrekkingen met Generaal Ashton kan ik niet oor- el eelen; daarover heb ik alleen maar de geruchten gehoord, die in omloop zijn en geruchten zijn dikwijle logen en be drog. Daar gaat een man, die de waar heid wil ksnnen, niet op af. En Picks- ring zelf heeft me nooit verteld, wat voor zaken hij met den ouden heer uit staande had." „Maar het li toch een feit, dat Pic kering de Hall in bezit heeft, dat volgens recht en billijkheid aan den jongen Ash ton toekomt," wierp Wain, die weer wee gaan zitten, tegen. „Dat zegt Lancelot) Maar wie kan het weten? Generaal Ashton leidde «en wild lichtzinnig leven!" „Maar dat neemt niet weg, dat hij Voor Pickering goed is geweest inder tijd." „Volkomen waar. En ik ben overtuigd dat Morgan de eerste zou zijn, om dat te erkennen." ,Hlj heeft de goedheid van den gene raal anders slecht beloond)" .Dat zou lk niet zoo stellig durven zeggen, ala u dat doet," verklaar de de landeigenaar met iets van vriendelijk verwijt in zijn stem. „Morgan is iemand, dis niet mededeolzaam is over zijn zakelijke aangelegenheden. Maar ik west wel, dat Generaal Ashton Eveline Houdy. de beroemde Franecbe tooneelepeelstor, was nadat zij twee jaren achtereen avond aan avond triom fen had gevierd in de groote steden van Europa een tournee begonnen. Zij ving haar reis in Holland aan. Op dne tournee behaalde zij «uoceeeen voor uit verkochte huizen. De vooraanstaande groot-induatrieelen der kleinere eteden uit het Zuiden van het land, waren en thousiast over de elegante vrouw haar groote kunst. Op een avond, dat zij voor het eerst in één der rijkete industrie-steden sou optreden, zat de jonge fabrikant, Karei van der Helm, op de eerste rij in de zaal. Eveline Houdy was geen onbekende voor heen, hij had haar in Parits reeds bewonderd. Daarom had hij ook zoo'n prachtige bloemenmand durven bestellen een mand. die reeds bij den portier van het theater in de vestibule stond. In sen brief, die tusschen de bloemen ■peelde en dronk sn handen vol geld kwistte. Morgan leende hem geld, veel geld «n toen de man stief, kwam Tan- buck Hall aan den geldschieter. Kan het niet een eerlijke verhouding geweest zijn van leeningen met het landgoed als hypothecare zekerheid? Toen er na den dood van den generaal geen stuivor meer over was, spreekt hst vanzelf, dat hst onderpand aan den geldschieter kwam. Eén ding weet lk wel, dat gene raal Ashton tot aan den dag van zijn dood zich altijd gunstig over Morgan heeft uitgelaten*" „In ieder geval had Morgan het klein kind toch kunnen helpen," meende Wain. De jongen wilde de hulp niet aanne men, ofsohoon die werd aangeboden. Ik ben daar zelf bij geweest! Maar Lance lot had een onoverkomelijk» afteer van En weer staan ds mogendheden Tot ds klimpartij gereed. Zie: John Buil heeft nu de Zijn gebaar is forscb en breed. Laat die last der oorlogssohuldsn Nu eens achter, oppert hij. Eerst dan ademt heel ds wereld Weer eens onbelemmerd, vrljl Marianne aarzelt toch nog; Ze volhardt in haar gezeur. 't Liefst list se hiAr last maar dragen Door Oom Sam, ds crediteur! En Oom Sam zegt maar heel weinig, Dooh hij denkt: geen sprake vaal En de wereld waoht gelaten Op hst nieuws reddingsplan. Morgan." Wain keek den kalman, rustlg-oordee- landsn landeigenaar een oogenblik on derzoekend in het ernstige gezicht Toen vroeg hij opeens: „Waarom verdedigt n Morgan Pic kering, terwijl ander» niemand een goed woord over hem weet te zeggen?" „Ik oordeel naar mijn eigen weten," klonk het etreng, maar niet onvriende lijk, „en niet meer naar wat anderen zeggen. Luieter nu goed naar wat ik voor ervaring met Morgan heb opge daan. Ruim vijftien jaar geleden verloor ik al mijn geld door het faillissement van een bank. Toen ik nergens meer uit komst zag, kwam Morgan en leende mij het geld, dat mijn redding geweest ie. Andere had ik met vrouw en kind kun nen gaan bedelen. En door dat geld ben ik er weer heelemaal bovenop gekomen. Wat ik op het oogenblik ben en bezit, heb ik aan Pickering te danken." „Maar hij zal toch wel een aardlgen duit rente verlangd hebben voor zijn hulp?" veronderstelde Wai* gestoken was, had hij Eveline eenfge vleiende woorden over hear kunst en over haar elegante versohijning geeegd, en tevens haar toestemming gevraagd, nader kennis met haar te mogen maken. Hij smeekte haar het antwoord aan den portier te willen afgeven. Karei van der Helm kon due neggen, het zijne gedaan te hebben. In zijn fauteuil geleund, waohtte hij op de dingen, die komen zouden. Eindelijk, daar gingen de gordijnen vaneen en Eveline begon haar triomf als „Fedora". Daar stond zij, de slanke, sc hoon a Eveline, met haar groote, be schaduwde oogen en haar gouden stem. Zij was nog precies, sooala hij haar drie maanden geleden op de planken van het Parijsche „Odóon" gezien had en KarM'a hart werd warm. Blij dacht aan zijn bloe menmand en vond deze te klein. Een grootere werk beter geweeet, een veel INGEZONDEN MEOEDEELING. Gespannen volgde hij het drama en bij de vergiftiginge-eoëne kromp zijn hart samen, zóó overtuigend wae de gemar telde uitdrukking op heer gelaat Minutenlang duurde het applaus, sn zwol tot een ware ovatie aan. toen Kar rel'a bloemenmand op het tooneel gedra gen werd. De^ actrice dankte, graden» buigend, naar 'het onbekende Hollandeche publiek en een moeilijke gümlaoh brak door, haar waaade even over aristocratischs fxprirht. Na nog eens naar alle lijden ge bogen te betten, verdween «ij eindelijk vut het tooneel sa bleven de roodflu- weelen gordijnen voorgoed gesloten. Langzaam stond Karei op. Zijn ge dachten gingen naar Eveline's kleedka mer. Nu zou ze den brief zijn correct Frineoh van i die veel gereisd had. Natuurlijk zou es antwoordenl Dat stond bij hem vaet. En hij had zich niet vergiet want toen hij na lang wachten sn talmen in de vestiaire eindelijk bij den portier aan landde, drukte deze hem zoo onopvallend mogelijk, een smalle, eoetgeurende enrc- „De man vroeg geen penny Internet meneer Wain! Hij betaalde mijn schul den en verschafte mij bedrijfskapitaal om ds hofetede in stand te kunnen houden. Toen ik hem de hoofdsom had terugbe taald, moeet ik hem bijna dwingen om drie procent rente aan te nemen; meer wilds hij onder geen voorwaarde heb ben I" „Waarom behandeld# hij n zoo wel willend, terwijl hij zoo hard is togen an deren?" „Det is een vraag, dis Morgan Picke ring moet beantwoordent Maar de feiten zijn, zooals ik ze u vertol, meneer Wain. Ook tegenover anderen heeft hi| zich welwillend betoond, maar alleen om er ondankbaarheid voor terug to krijgen." „Maar ik hoor van iedereen, dat hij zonder genade hst bezit van de mra- aohen liet verkoopen!" riep Wain een beetje ongeduldig. „Kijk eens," antwoordde de landeige naar sussend, „de ongelukkigen, die door Morgan's optreden van have en goed be roofd zijn, waren of ds oude inwoners van Bruntlea ofl hun ouds zoons en dochtore. Die oude bewonere hebben der tig jaar geleden Morgan op de schande lijkste manier behandeld, alleen omdat hij den moed had, zich alz vreemde hier te komen vestigen. Wat voor leven hij toen hier gehad heeft', zal n duidelijk zijn, wanneer ik n vertol, dat ik hem drie maal met mijn eigen handen gered heb, toen de dorpelingen uit haat en baldadigheid hem 's avonds in een sloot wilden gooien. Generaal Ashton heeft hem ook heel wat keeren beschermd Zooals ds menschen hem behandeld hebben, zoo vergeldt hij het hun „Maar dat is toch zeker niet in over eenstemming met uw levensopvatting, meneer Vsrily?" waagde Wain to vragen. „Neen, seksr niet. Ik voor mi) tracht to 1 treft tut hst woord, dat msft eiji k>ppe in de hand. Kaxel gal hem een flinke fooi sn lae, op straat gekomen, direct den brief. In sierlijk Franeoh dankte Eveline voor de prachtige bloemen en zei var der. dat we hem den volgenden middag om vier uur ln haar hotel wachtte, om een kop thee te drinken. „Eveline", niet# andere dan „Eveline" stond er onder den brief. Hoe vertrouwelijk klonk dit. Da eerste schrede naar de overwinning wae alzoo gezet. Drie dagen zou zij nog inde etad blijven, daarna speelde Mj nog twee weken in enkele naburige plaatoen, sr zou dus tijd genoeg zijn voor een voort gezette kennismaking. Karel's blijdschap wae ooo groot, dat hij geen rust had naar zijn eenzame ka mer to gaan, hij verlangde er near men schen to zien, vrooljjk to zijn Toen hij het bordes van den schouw burg afdaalde, zag hij twee zijner vrien den staan. Hij liep dadelijk naar hen toe en gedrieën gingen zij naar het dichtotbengelegen restaurant om wat na to praton. Nauwelijks wae de eerste cdgaret op gestoken. of het gesprek begon over Eve line. De twee vrienden via Karei na der Helm waren even enthousiast in hun bewondering als hij zelf. De jonge Hans Willig streek met lijn vingers door zijn blonde kuif ra zijn oogen etraelden. maar ook de dikke, be dachtzame Walter Duren, wae aanmer kelijk jonger en levendiger geworden. Een prachtige mand Moemra heeft zij gekregen, zei Hans Willig glunde rend. Wie zou er in dit neet zooleto in zijn hoofd gekregen hebben, het wae be paald «en gToototeedsoh gebaar. Karei van der Helm lachte gevleid. vijanden moet liefhebben," klonk het be scheiden. „Dat geeft mij echter niet het recht om een ander te veroordeel», als hij niet bij machte ie om dat to do». Ik beschouw het veel meer al« mijn plicht, om zijn gosde eigenschappen in het licht te stollen, tomeer waar ik persoonlijk hem groot» dank verschuldigd ben. En de menschen, die hem zoo zwart afschil der», zijn maar al te graeigd, om hun eigen zonden te vergeton. Maar een an dere vraag is: zal hij aan de galg komenI Wat denkt a daarvan, meneer Wain; u bent toch in zeker» zin zijn oogge tuige geweest?" Ds reporter staarde ptinarad voor zich uit. „Ik west niet wat ik sr van dsa- ken most," antwoordde hij aarzelend en met gefronste wenkbrauw». „Het lijkt mij een veel to schrander man om zich, om zoo te zeggen, op heetordaad to la- ton betrapp», als hij inderdaad sohul- dig was. Hij had tijd g»oeg om de re volver weg to werp» de openslaande deur» te sluiten, voor Dawklne ik uit den mist to voorschijn kwamu." „Het venstor was gebroken," ui Ta rtly plotseling. Wain keek verrast op. Daar had hij niets van gewet»! Zelf had hij het vol strekt niet gemerkt ra ook later had hij niets over e» gebrokm ruit geboord." „Hoe weet u dat?" vroeg hij. „Het tweede meisje, Eliza James, heeft vanoohtond verlof gekreg» om Tanbuck Hall to verlat». Ze kwam di rect hier naar toe mijn vtouw staat het moederlooss meisje nog wsl eens met raad daad bij vertelde ons al lee, wat er geb»rd was; ook hoe het veneter gebrok» wae door d» woeden- dra 8ir Oils#." „Hoe wiet ze, dat Sir GUse dat heeft gedaan?" wwclfl)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1932 | | pagina 3