13?5 AT5 48.- 53f 19.75 6?° 9.75 15?5 17.50 22? 25? 28? 32? 35/= 38? 5?c 3? 5? 9." DE NAAM WAAR EEN GARANTIE ACHTER STAAT Van Rondom modernen C L A Ulster Met een kelijk binnen het half uur èn veel voordeeliger Heeren-Ulsters Jongeheeren-Ulsters 975 w 22? Jongens-Ulsters FEUILLETON. HET HUIS OP HET EILAND. 0 YO YO! (WJJze: 0 Kovac») 30 ets. per lk pondapakje Mengelwerk. DE DIEF OP HET FEEST EERSTE BLAD „EUWSBLAO VPOR 2U1P-H0LLANP EN UTRECHT, gchonntiov.nMh, Counnl VRIJPAO 21 OCTOBER 1933. De man, die als maar op zijn maat-ulster wachtte Gelijk aan het duurste maatwerk, maar veel voordeeliger, zijn onze prachtige Ulsters van prima, zware, zuiver wollen Fantaslestof voor Voor een Ulster van de zoo moderne, grijze of beige Fantasiestof, met vischgraatdessin of 'n klein werkje, behoeft U slechts te besteden Geeft U de voorkeur aan een degelijken Ulster van zware Cheviots, met aangeweven rugzijde, den kunt U reeds slagen voor slechts Prachtige Ulsters van de nieuwste en modern ste Cheviots en Winterstoffen, m. gewatteerd* zijden rug, bieden wij U een voor slechts Beter dan goedkoop maatwerk zijn onze zuiver wollen CheVlot-Ulsters In de nieuwe, gedekte, grijze, bruine of beige tinten voor Van zware Cheviots In mod. tinten en des* sins, met breede stof- of zijde-belegsels, ook met gewatteerd zijden rug, reeds vanaf Van degelijke Fantasiestoffen In leuke des sins en aardige tinten, met breede stofbeleg* seis, prima verwerkt, reeds vanaf slechts, tweede bla» NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND. EN UTRECHT. 8choonhov,nwh, Courant VRIJDAG 21 OCTOBER 1931 (Nadruk verboden). 13 George begon te lachen «n maakt» een afwerend handgebaar. r „Hij la altijd veel te bescheiden," merkte Peggy op met een vriendelijk lachje naar haar ouden kameraad. En toen zich weer tot Guy richtend, vMR ze opeens: „Was u niet razend, toen u merkteidat al de juweelen verdwenen waren?" •.Och," antwoordde Peggy schouder ophalend, ^ik raak er langzamerhand overheen. Maar het is wel een hatelijk idee, eerst te denken dat je heel rijk bent om dan plotseling tot de conclusie te ko men, dat het maar een luchtspiegeling was. Ik doe mijn best de sa&k zoo filoso fisch mogelijk op te nementenslotte bon ik er toch belangrijk beter aan toe, dan vóór Sir Roderick stierf. Ik laat een aardig landhuisje neerzetten in Surrey „Ergens in do buurt van Leith Hill, nietwaar?" vroeg Peggy. „Dat meen ik tenminste gehoord te hebben. Ik ben er eens met George geweest; het is er erg mooi." „Ja, dat hebt u goed gehoord; het is in de buurt van Leith Hill. Ik heb daar een alleraardigst terrein ontdekt, aan den rand van een stuk bosch, met een prach tig uitzicht naar alle kanten." En daarop gaf hij een gedetailleerde beschrijving van de ruime jonggezellen- woning, die hij zelf ontworpen had; met beneden een groote hall, een behagelijke studeerkamer cn een bescheiden plek om te eten en boven zes slaapkamers, dat het hem niet aan ruimte zou ontbreken om zijn vrienden te gast te hebben. Een vroo- lijke tuin vol bloemen moest het geheel oompleteeren. De oonveraatie was zóó onderhoudend, Peggy en Guy konden zoo goed met el kaar opschieten, dat ze weer thuie waren eer het tot ze doordrong, dat ze een boelen afstand hadden afgelegd. Toen ze hel villatje van Mevrouw Greenfield be reikten, hield Guy het hek open om Peg gy te laten posseexen. Maar nauwelijks had het meisje een paar passen op het tuinpad gedaan, of ze draaide zieh met een ruk om. „O, George, daar is Vaderl" riep se verschrikt en legde haar hand op zijn arm. Door het open veneter van de voorka mer konden ze Mevrouw Greenfield zien zitten, in gesprok met een heer, die met oen norsch gezicht naar hen keek. „Ga jij eerst naar binnen, George," fluisterde het meisje. ,Jk geloof dat ik nu maar heen ga," zoi Guy discreet. „Ik moet vanmiddag uit eten en het is niet zoo vroeg meer." George maakte geen valsche oonft>ll- menten om zijn vriend te weerhouden; hy sag heel goed In dat de tegenwoor digheid van een vreemde thans niet be paald wenichelijk was. „Tot ziens dan, Guy. Ik vond het verbazond gezellig dat je er geweest bent," zei hij hartelijk en met een ste- vigen handdruk nam hij afscheid van Bertram. „Tot ziens hoor," antwoordde deze. „Ik ben blij dat je moeder zooveel beter was; vergeet vooral niet haar mijn groe ten te doen." En daarop nam hij Peg gy's hand. „Dag, juffrouw Richards; ik hoop dat het nu niet wéér zoo lang duurt) dat ws elkaar ontmoetenl" Hij hield de kleine hand iets langeï vast dan absoluut noodzakelijk was en het meisje kreeg een gewaarwording dat die handdruk haar op een of andere mysterieuze manier kracht gaf tegen den storm, die In aantooht was, Het hek viel achter Gut dioht an Peg gy en George gingen het huis binnen. Richards keek heel zwart toen ze de kamer Inkwamen* maar die donkere blik •oheen meer voor George bedoeld dan voor zijn doohter. Hij gaf Peggy een vluohtigen kus en voor George aoheen er, ondanks allee, toch nog een hand op over te sohieten. Yoorloopig gaf hij geen uiting aan zijn kennelijke ontstemming. „Ja moest ons esrst maar even alleen laten, Peggy," aai hij. „Jou spreek ik stroke wel." Toen het) meisje de kamer verlaten had wendde de bezoeker zich tot George. „Wat doet dat jongamsnsoh hier?" vroeg hij plompverloren. George gaf den spreker een vijandigen blik. „Welk reoht hebt u om dat te vra gen?" klonk het echerp. Een oogenblik aoheen Richards uit het veld geslagen. Toen maakte hij een ge baar, ale iemand die een hindernis ter zijde schuift. „Je herinnert je, dat ik je see jaar ge leden gezegd heb," hernam hij. „Dat je in connectie zou komen met een stel leeg loopera. Die jongeman heeft nog nooit in zijn leven iets behoorlijks uitgevoerd, dat weet iedereen. Waarom geef je je met zoo iemand afP" „Ik vraag u nogmaals," hsrhaalds George geprikkeld, „met welk recht u deze vraag stelt? Waaraan ontleent u de vrijheid mij en mijn vrienden te critisco- ren. Wat gaat het u aan mot wien ik vriendschap wensch te sluiten?" „Ik ben een oud vriend van je moeder en ik mag in alle bescheidenheid zeg gen, een goed vriend. En ik heb mijn dochter aan haar zorgen toevertrouwd." „Maar dat geeft u toch geen reoht ons voor te schrijven, wie wij hier in buis mogen ontvangen en wie niet." „Ik heb hei) recht mijn doohter hier weg te halen, als ik bedenkingen tegen de menechen heb, die hier aan huis ko men." „Moeten we dat als een dreigement op vatten?" informeerde George. „Je kunt bet opvatten sooale je wilt," verklaarde Riohards bruusk. „Ik bon niet van plan te dulden dat die man hier aan huis komt, zoolang mijn doohter bij jul lie is. Je moet) maar kiezen tuaeohen hom en haarl" „Lieve George," mengde Mevrouw Greenfield, die met zichtbaren angst naar de woordenwisseling had geluisterd zich op sohuohteren toon in het gesprek, „ik heb meneer Riohards uitgelegd, hoe het kwam, dat Sir Guy hier was. Ik heb hem gezegd dat je had toegestemd hem niet te vragen en dat je nog getracht had zijn komst vandaag te verhinderen." „Als u dat weet, meneer," keerde Geor ge zich woedend tot Rioharde, „waarom slaat u dan een dergelijken toon tegen mij aan? Wilt u me er misachten toe drijven, dat ik weiger met u verder één woord over deze zaak te «preken, ofschoon ik mijn moeder de gevraagde belofte heb gegeven, omdat ik haar geen verdriet wilde doen." „Ik verlang zekerheid dat die man niet weer komt," hield Richards koppig en barsch voL „Don gebruikt u een radicaal verkeer de manier om uw doel te bereiken!" ver klaarde George heftig. „Ik ben geen klei ne jongen, dat ik me laat commandeeren en don nog wel door iemand wiens recht daartoe ik in geen enkel opzicht erken." Wéér kwam Mevrouw Greenfield tus- schenbeide. „Meneer Rioharde zegt dat hij Peggy bij one willen laten, als je belooft^ Sir Guy Bertram hier niet meer te zulten ont vangen." „Wanneer meneer Rioharde een der gelijke belofte verlangt, dan moet hij beseffen dat hij iets heel ernstigs van mij «ieoht en het mij op den man-af vra gen, maar niet probeeren mij bevelen te gevenl" „Kijk eens hier, George," zei Riohards bruusk, maar niet onvriendelijk, Je sohijnt met alle geweld op voet van oor log met mij te willen leven." „(Volstrekt niet," wae 't antwoord, „terwille van Peggy en terwille van mijn moeder wil ik, wanneer dat mogelijk is, vriendschappelijk met u omgaan. Maar dat is niet mogelijk wanneer u een toon tegen mij aanslaat, zooals daarnet." „Laten we erover uitschelden," Stelde Richards voor, veel vriendelijker opeens. „Door den omgang met al die fijn-gepo lijste jongelui heb je missohten je sin- tuig roor 'n beetje ruwe openhartigheid verloren I Je kent me nu toch lang ge noeg om te weten, George, dat ik mijn woorden niet op 'n goudsohaaltje weegl En om eerlijk tegenover je te zijn: ik heb niets dan reapeot voor je, Georgel Je hebt het al een heel eind verder in de wereld gebracht, dan men van iemand van Jouw leeftijd mag verwachten en ik hoop dat je langzamerhand het loon zult zien voor je hard en onverflauwd werken. Als m'n manier van spreken je niet aanstaat, moet Je maar denken, dat ik een oude man ben, die je gekend heb van dat je een baby was. Dat is de heels kwestie I" George's drift zakte aanmerkelijk na deze woorden, die voor eén man als Ri chards ongetwijfeld een zelfoverwinning moesten beteekenen, maar geheel voldaan soheen hij tooh niet. „Ik neem graag aan wat n zegt, ma neer Richardszei hij, opeens op veel vriendelijker toon dan zooeven, „maar wat me in uw houding tegenover mij hindert, is méér dan uw manier van spreken alleen. Maar dat is nu niet aan de orde. Waar het op-aan komt is, dat u een belofte van mij verlangt, dl# ik si aan mijn moeder gegeven heb. (Wordt fsryolgd). nietifd. „Ze moesten culk» brieven aan de po litie geven," meende tont». „Een lastig werkje, om dat te gaan uitzoekep en dan te het nog de vraag, of de brief iets bevat, waarop de strafrechter vat zou hebben. De politie kan haar tijd veel beter gebruiken. „Wat ik niet goed begrijp van de po litie," zei tante Bet je, „is, dat zij in de groote steden altijd zoo'n beetje door hun linker neusgat neer kijken op de politie van kleine plaatsen of dorpen. En tooh zouden ze daar heel wat van kunnen leeren. Kijk nu bijvoorbeeld een» naar Den Haag of Amsterdam. Daar moet de politie telkens gebruik maken van de wapens. Met de gummistok slaan ze er al heel gauw op los, ook wel met de •abel en als 't er op aankomt, trekken ze htm revolver en schieten ze de men echen neer. Maar als ze niet te grootsch waren en ze wilden In de leer gaan in Hardinxveld, dan zouden «e er achter komen, dat je met f 8.75 aan koffie en broodjes, allerlei opstootjes kunt dem pen." Ws keken verbaasd en we vroegen verrast naar uitleg van deze raadsel achtige jvoorden. Jullie hebt de Sohoonhovenache Cou rant niet met genoeg zorg gelezen, jon gens," ging tante voort. „Ik heb in het raadsverslag van Hardinxveld gelezen, dat de commissie, die de gemeenitereke- ning had nagezien, opgemerkt had, dat bij een daar gehouden aportfeest f 8 76 voor verversohingen waren uitgegeven. Daarop hebben B. en W. geantwoord, dat bijzondere omstandigheden, waarbij het prestige der politie in het gedrang dreigde te komen, het noodig hebben gemaakt dat die verversohingen van ge meentewege werden verstrekt. Nou vraag ik jullie, hebben jullie ooit gehoord, dat er in Hardinxveld rellen of relletjes zijn geweest? Ik niet! Ze komen daar niet voor, enkel en alleen, omdat het gemeen tebestuur daar een geheim reoept heeft om opstootjes met bier of limonade of broodjes met kaas te stillen voor se be gonnen zijn. Laten se dat toch navolgen in al die groote steden en overal, waar de politie voortdurend overhoopt ligt met hun medeburgers, zooals in Engelsoh- Indil. Ik wed, dat Engeland graag sen milHoen of zoo geeft, roor dat recept van Hardinxveld." „Tante," onderbrak Jod. „u vergeet, dat het in Hardinxveld niet zoozeer ging om opstootjes, moor alleen om het pret tigs, het gezag van d« politie." „Wat bedoel je, Jodocus?" vroeg tan te. „Denk je, dat ze bij dat aportfeest de politie aan een tafeltje met cacao en taartje» hebben gezet om de toeschou wers ontzag in ta boezemen? Neen, m'n jongen, B. en W. hebben 't duidelijk ge zegd, dat het prestige van de politie in het gedrang dreigde te komen. Er was dus iets aan de hand, er was herrie en toen hebben ze, denk ik, ds politie Gel- dersohe-, lever-plok en andere woreten gegeven inplaats van gummistokken en sabels en de agenten hebben daarmede chargos gemaakt op de tierende menigte, die toen zóó moest lachen, dat de politie er geen last meer van had." „Ik stel me dat anders voor," zei ik. „Er is daar natuurlijk alleen met bloed worsten gewerkt, dat ligt meer in de lijn van een oproer. Toen de menigte zich begon op te winden en zioh gereed maakte voor e«n stormaanval op de po litie, heeft de oommandant geroepen: „Gehoorzaamheid aan de wet, naar huis, dan krijg js ieder een sohijf prima bloed worst" .De vooreten, die het hoorden, die ds bloedworst sagen en de geur van het gebraad opsnoven, besweken onmiddel lijk voor de verleiding en antwoorden: „Geef opl" Ze kregen elk een plak worst «n gingen weg en toen volgden de anderen von self. „Jullie zeggen nu wel, dat ee met wamt hebben gewerkt," zei Jod, „maar ik geloof, dat 't anders gegaan is. Je moet niet vergeten, dat t ging om het prestige en op de wijze als jullie het voorstellen, sou het prettige juist in in plaats von u 11 't gedrang zijn gekomen. Zóó te 't gegaan, vermoed ik: er was •en opstootje, en de politie kreeg 't be- door JAN KIJKUIT. Anonieme brieven. Een Har- dinxveldsch recept. Bloed worst op verhitte gemoederen. Een raad, die geen begroo ting wil. „Heb je wat, Jan?" vroeg tante bo- -oorgd. „Ja, tante, ik heb wat,' antwoordde ik. „Ik heb zorgen." „Dat komt dan zoker ook van de me lasse," spotte Jod, die door deze vermin king van het woord malaise zijn boete probeerde te ontloopen, welke we gesteld hebben op het noodelooe spraken over den crisistijd. „Neen," vervolgde ik, „het heeft met de tijdsomstandigheden niets te maken. Het gaat over een brief." „Een brief?" informeerde tante dade lijk vol belangstelling. „Jan, je bent toch niet verliefd?" „Was 't dat maar," ging ik voort, „maar 't is veel lastiger dan verliefd heid. Ik heb namelijk een anonieme brief gekregen." „Van ongeteekende brieven moet je je nooit iets* aantrekken," sprak tante streng en Jod voegde er bij, dat alle on geteekende brieven direct verscHeurd moesten worden. „Ja. daar hebben jullie gelijk in," zei ik, „maar het is hier geen brief, die te gen mij te gericht, meer een mededee- lvng om er over in de courant te schrij ven. Natuurlijk kan ik dat niet doen, als ik niet weet, wie mij de mededeelingen doet." „Waarover gaat 't, Jan?" vroeg tante. „Over Aineide. over den raad van Ter Mei. over een» verbod aan andere slagers om van de rfoodslachtplaats gebruik te maken, waardoor de slagers de gemeen tekas en de vleesoh-etende beVólking schade lijden. Verder worden'er be schuldigingen geuit tegen een bepaalde groep van raadsleden." „Dat weet ik wel," zei Jod. „dat ik me nooit eenige sorg zou maken over een anoniemen brief, ik gooide dien on middellijk in de kachel »n ik raad je, het ook te doen." Tante knikte. „Ik kan niet aan den man, die mij den brief zond, berioht sturen en ik ge loof ook, dat jullie raad de beste is. Daar gaat-ie dan." Ik wilde den brief in het vuur wer pen. toen Jod mijn arm greep: „Wacht even, misschien leest de ano nymus dit en schrijft hij je er over. Be waar het schrijven dus nog een poor da gen." „Aoooord," antwoordde ik en lk ver telde hun naar aanleiding van dit onder houd. dat ik wel eens gehoord had van de redactie, dat ze daar veel ongetee kende brieven krijgen en dat die alle maal zonder nader overleg worden ver- V ar tob gekarnd mal U «Zo t|ksaoa!r6Js Eerst wou je er beslist niet in O Yo Tol Dat spelletje vond nnen te miw O Yo Yol Maar toen men zei: Dit spel ia Franaoh, O Yo Yo! O ja, toen won je 't spel met glans! Refrein: O Yo Yo, jij kleine rakker, O Yo Yo, jij bent subiet Bij miljoenen favoriet! H Werd een triomftooht door net landl 0 Yo Yo! Een spél voor elke rong en stond, 0 Yo Yo! Nu staat hs»l de familiekring, 0 Yo Yol Te spelen met zoo'n dansend ding, Refrein: 0 Yo Yo.enz. In deze tijden, zoo gedrukt O Yo Yo! Ben jij het meeet gevraagd product, O Yo Yol Men smeekt welhaast den winkelier, O Yo Yol Geeft mij tooh Yo Yol geef toch hierJ Refrein: O Yo Yo...- enz. Al mijn papieren staan zoo slecht, 0 Yo Yo! Had ik ze maar io jou belegd O Yo Yol Don maakte lk nu op z'n minst O Yo Tol Daarmee een kapitale winst, Refrein: O Yo Yo.... «nz. nauwd. Ze waren slaag» geraakt met de opstandige gynmaetlekvereeniging of met de booze elementen uit de toeschouwer». Er werd van weerskanten dapper ge vochten, maar de politie was zoodanig in de minderheid, dat de aanvoerder zag aan komexmdat ze het veld zou moe ten ruimen. Totn etortte hij tóch in het gewoel van den strijd, onder de kreet van: „Een fleaohje pile en twee sigaren van 6 cent. voor wie mij volgen!" Dat gaf de vermoeide strijders nieuwe kraoht, zij wierpen zioh met een on weerstaanbaar élan op den vijand en overwon die, f 8.76." „Zou dat Hardinxveldsche reoept ook niet gebruikt kunnen worden voor ge meenteraden?" vroeg ik. „Daar vechten ze tooh niet," meende tante. „Neen, moor soms is 't daar nog meer noodig om de gemoederen mild te stem men. In Gouderak bijvoorbeeld heeft de raad de geheels begrooting verworpen. Eerst waren in een vergadering allerlei wijzigingen op de begrooting verworpen, zoodat een argeloos toehoorder gedacht zou hebben, dat de raad de begrooting zoo puik vond, dat hij er niets aan ver anderd wilde hebben, maar toen 't op stemmen aankwam, werd ook de begroo ting met meerderheid van stemmen ver worpen. De voorzitter meende, dat er missohten sen vergissing had plaats ge had met 't stemmen. Hij belègde een nieuw» vergadering en daarin te toen nog eens gestemd over de begrooting. Maar laten ze daar nou ook voor de tweede keer ds geheels begrooting af stemmen. Voor ds derde keer ls de wad bijeen geweest en voor ds derde keer is ds begrooting nist goedgekeurd." „Wat willen dis raadsleden in Gou derak don eigenlijk?" vroeg tants. „Ze willen geen wijziging van ds begrooting en ze willen dis ook nist ongewijzigd? „Jan heeft gelijk," kwam ouws Teun vertellen. „Zs motten daar ln Gouderai ook met bier of bloedworst gaan wer ken, om 't prestige van B. en W. uit ft gedrang te houden." door ALBAN SOMMERS. Midden in den dans hield de muzfdk op. Iedereen keek verwonderd in de richting van het podium, waar het dansorkest had plaats genomen. Naast den violist, stond de gastheer, Sir James Rothexoe, wachtend tot 't geheel •til was. U moet mij verontschuldigen, dat ik u midden in uw dansvreugde stoor, maar het te dringend noodzakelijk. Wat ik ga zeggen, doet mij veel leed. Ik wil de, dat ik het u, die mijn gasten zijt. kon besparen. Helaas, het moet gezegd worden, om u yoor grooter onheil te be waren. Sir James waohtte even. Mag lk u allen veruoeken, uw kalmte te bewaren, na de raededeeling, die hier volgt. Onder ons bevindt don de beruohte juweelendlef Ray Marshall. De spreker verhief zijn stem, om den gasten niet de gelegenheid te geven een heilloos» verwarde oonversatle te begin nen. Ik begrijp volkomen, dat mijn ms- dedeollng u eohrijk heeft Ingeboezemd, vooral omdat de mees ten uwer, en ik heb hier speciaal het oog op mijn ge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1932 | | pagina 3