deCentrale
I
I
ZenmaagDoeder komende uit het zenuwge-tel.
sL
Weiland
FOTO N1ESTADT
Hofstede
Lijsten
Kunsthandel
a?
slechts IO.
slechts
slechts
slechts
slechts
slechts
BIJ HET KOOPEN VAN RADIO-APPARATEN
Ford Vrachtwagen,
Hofstede
fr.
WEILAND
onder Mijdrecht
l te Polsbroek.
Openbare
Verkooping
te Hoornaar.
Notaris A. H. Klokke
onder Noordeloos
(HotW "u ïjSSt
A. N. van Zessen, Schoonhoven
#PECIALE KACHELS
I. C. MORTIER ZONEN
„Con ven able" Corsetfen
en Buikbanden. Ook naar maatl
Al onze soorten Anthradet
I Giee vAH BRUINESSEN
eer» Gablnet foto cadeau.
HAVEN5SCHOONHOVEN
Van Rondom
FEUILLETON.
HET HUIS OP HET EILAND.
HITLER BIJ DEN NEUS OENOMEN.
Mengelwerk.
MET SENSATIE.
EERSTE BLAD.
WTEiiWSELAO VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. Schoonhovensche Courant
VftIJBAfl 9 DECEMBER 19»
Heeft U al om Uw Japonnen gedacht
voor de naderende Feestdagen?
C A brengt U wederom de nieuwste
snufjes tegen ongekende spotprijzen,
zoodat U zich al heel gemakkelijk
•en nieuwe Japon kunt veroorloven!
Gedistingeerde, zwarte
Avondjapon v. prima Crlpa
Gaorg. Art. an zijden Den-
talla mat mod. tatlla, aparta
Keurige, prima Bouelatta
Japon mat flatteuss ihawl
kraag in wollan streepdes-
sins an mat Iraal nikkel-
3ernituur. Lat U ook op
a apart-gagarnaarda rokl
In modarna klau-
ran-combinatias **75
Modarna Angoratta Japon
m. zaar apart lehoudaratuk
an pofmouw v. da bljsondar
gawllda, wollan Yersey-itof
In nlauwsta straao-dasilm.
Snoazlg Craqualé kraagja
an cKlqua rok. In
groota kauza v. a^50
Prima, aulvar wollan Bouclé
Long Japon mat da nlauwita
raqlan-pofmouw an fraala
haligarnaarlng van Crs-
qualé in laatita dessins.
Aparta, klokkanda rok. In
dlvaria modar-^|^^
na klauran voorH^^H^^
Aparta, prima Crépa Maroe
Avondjapon m.flaurlga eor
Eloqant mufjal Prima Cra>
qualé Avondjapon mat ge-
rapaarda hala an rugger-
naaring in contraitaaranda
aaga an klokkanda rok, ge-
garnaard mat narvOrai. Los
i«J*. In contraitaaranda
fofmouw an 10-baans-rok,
ot In
tintan, inoazlg pofmouwtj
i klokkend
da grootata matan
(Incluilaf zijdan
tint, mat modarn, laag pof-
mouwtja. In da WÊÊM
nlauwsta tintan "750
an rulma,rondom klokkanda
rok. In modern-jm
sta klauran voor 175
PBHMi zljdan*|^pQ
onderjurk) voor ■Ha7'
wenscht de één een grootst mogelijk aantal stations, de ander een rustig zuiver geluid, weer
anderen een helder zwaar of hard geluid maar één punt komt overeen, eon lage prljo.
Juist daarom moet U eens bij ons aanloopen, wij kunnen U altijd helpen en 't beste raden.
Het niouwst wat uitkomt wordt direct door ons toegepast. Onze vele jaren van bouwen en ombouwen, demonstraties met microfoon en versterkers (voor spraak en muziek) waarvan wij vele.
dankbetuigingen ontvingen van in en buiten Schoonhoven de mooie recensies in de bladen dit alles moet U toch overtuigen BnnilllICD'B Dftnift UMICN 09 TtlEC 119 OP niMllflllCN
dat U nergens beter terecht kunt. Wij kunnen U alles leveren op Radio- en Oramofoongebled en hebben nog eenlge zeldzame koopjes. uWI DnUUUIcn 9 HhUIU, IihVCII Du, ItLCi. Hu, oli.UUIinUvill.
Ta koop aangaboden i
Een In goeden staat zijnde
rondom op nieuwe banden (achter
30—5 zwart) kraam en brug en
gedegen Chauffeur bij te worden.
Vrachtrijder of meelbedrijf en goed
kunnende melken.
Br. onder no. 8290, bur v.d. blad
VOER-AARDAPPELEN.
Aangeboden zoolang de voorraad
strekt POTERS en KRIEL
gemengd, van kleigrond, prima
gezond, bij •chetpiMding franco
voor de wal, per 70 kilo r 0 46.
VAN B fc R O E Ij K, Dordrecht,
elefoon 4014.
Te koop ol te huur gevraagd
met bijbehoorende Landerijen,
in de Alblaasvrwaard. Aanvaaidmg
1 Mei a.s. Hrleven, onder no. 8300,
bureau van dit blad.
groot bi)na 9 H.A.
tcs huur
voor 2 jaar.
Inlichtingen Notaris DRA PERS,
Capellea d. Ijssel.Tel. R'dam 53304
BIJ Insohryvlng to huur
een
met toebehooren, groot pi m. 6 H.A.
geteckend no 98
Inschrijvingsbrieven in te leveren
vóór of op 21 Dec 1982 bij den
Kassier der CÖop. Boerenleenbank
aldaar, bij wien ook de huurvoor
waarden ter.inzage liggen.
Voor weinig gold
Veel Drukwerk
S. W. N. VAN NOOTEN
SCHOONHOVEN
te Qorlnchem, zal op
Donderdag 15 December 1932,
bij Inzet in het Koffiehuis van
P TIMMER te Hoornaar, en op
Donderdag 22 December 1932,
bij Afslag iu het Koffiehui! van
P. UirTENBOOQ KAKD te Hoor
naar, telkens des morgens om 11
uur. in het openbaar veilen en
verkoopen;
op Polder Orooto Woord,
met SCHUUR en WEO, gelegen
aan den Middelweg kadastraal be
kend Sectie H. nommer» 1009,
1010, 1011, 1015, 1702 fn 1703
te zamen groot 8 Hectaren,
88 Aren, 50 Gentianen,
tn 2 perceelen ep in combinatie.
In eigen gebruik-.
Aanvaard ng nk betaling.
Retaling vóór of op I Februari
1931
Lasten van 1 Jnnuail 1933 voor
konpers rekening.
Aanwijzing dnet de Heer O. Slob
Hzn. te Hoornaar.
Veilingsbiljetten, zoomede
nadere inliclningen, gratis ver
krijgbaar ten kantore van Notaris
A. H. KLOKKE te Qorlnchem
Arbeiden Levens-Verzekering Rljnstroot 24 Den Hoog
GENEESMIDDELEN koopt»n
lm «en v.rtrouw.naiaak Ei
Het moest v.rtrouwda adre. is alsida SS Jaren
voor Uw Qaneaamiddalan, Chemicaliën, Dro
ger iJen,Vorbonil»tof f on, Zlokonver plegingo-
artikalan en Verfwaren bij
As3.-Apotheker en Drogist
M- Onze zaak is geopend van 'a morgana half
negen tot 'eavonde 8 uur en 's Zaterdags tol
's avonds 9 uur.
fin. iradennneorrl - Vior Vine
Cham FaürlaH H. SPETTER i Ca.
imtddellljk
•oorl-
tig gedeponeerd - ,.Vier Vluggen'.
1 Alleen verkrjjgbnnr
notterösm - 72 jonKsr Fr-nsstrsat 72
Waardeert ge uw klanten en uw zaken?,..
Laat dan Drukkerij Van Nooten uw drukwerk maken I
VOOR KERKEN EN SCHOLEN
"Levering uit voorraad, tegen
„sterk verlaagde prijzen.
HOOGSTRAAT 17-21
Qorlnchem
VERBURGT'S Manufacturenhandel
Hoogstr. 14
O o u d a
HET speciale adres voor de
worden prima
Ïvarzorgd
afgeleverd 3^
OUDE HAVEN 18
TEL. 89
Wij geven gedurende de maand December bij bestelling van 6 Briefkaart foto's "3 olleSOOffon
Elke foto, hoe verbleekt ook, kunnen wij vergrooten. Vraagt prijsopgaaf.
Wij omlijsten alle foto's, platen en etsen. Lijsten kunnen op alka maat bij ons
vervaardigd worden. Verder verkrijgbaar alle Onderdeelen der Amateur-Fotografie.
Schitterend werkende Foto-toestellen. Rolf ilm vanaf fS.BO. Rolf ilm Camera
6x9 met Waterproef. Tasch en leder Foto-etui In luxe verpakking f 4.8S. Zeer
geschikt voor geschenk.
TWFDE BLAD
NIEUWSBLAD V00W ZUID-HOLLAND EN UTBECHT, Schoonhovsnschi Courant
VRIJDA9 9 DECEMBER 1992.
door
JAN KIJKUIT.
Tante over d«n ouden tijd en
Teun over de varkenshouders.
„Wat konden ze vroeger toch wreed
met de menschen doen, zuchtte tante. Ik
heb hier gelezen wat die meneer met
zijn raren naam laat eens kijken hoe
heet ie ook weer Jan van d'Isala, ver
telt over dien tijd. Eerst al die moorden
en brandstichtingen in Ameide en nu
die vechtpartijen udt den Spaanschen
tijd. Als ik dat lees dan moet ik toch
zeggen dat we nu eigenlijk in Abrahams
schoot leven. De oorlog is zoo goed als
afgeschaft en als er oorlog is dan heeft
een burger daar toch geen last meer
van.
„Ho ho, riep ik.
„Nou, nou, protesteerde Jod.
„Wat hebben jullie"? vroeg tante ver
baasd.
„Ik heb bezwaar", antwoordde ik te
gen uw, laatste conclusies. Ten eerste
dat we in Abrahams schoot leven, ten
tweede dat de oorlog zoo goed als afge
schaft is en ten derde dat een burger
daajrvan geen last zou hebben. We leven
in een heel moeilijke tijd en er zijn heel
weinig menschen die 't met u op dat
punt eens zullen zijn. De oorlog is even
min afgeschaft als in den Spaanschen
tijd en u moet eens gaan vragen aan de
Franschen, de Belgen, de Russen, de
Italianen en de Duitiohers of sij geen
last hebben gehad van het oorlogvoeren.
Tante sette haar bril af, ging rechtop
■itten en sei:
„Daar zal ik je eens op antwoorden",
Jan. Ik blijf er bij dat we vergeleken
met dien Spaanschen tijd nu in Abra
hams schoot leven, ook al is er een cri
sis. Natuurlijk zijn er heel wat men
schen die 't nu erg moeilijk hebben,
maar toen hadden zö *t allemaal moei
lijk en bovendien werden ze nog om
beurten doodgeschoten of verbrand. Ten
tweede al Is dé oorlog nog niet heele-
maal afgeschaft er wordt dan toch hard
aan die afschaffing gewerkt en ik geloof
niet dat nu nog een regeering 't aan zou
durven om oorlog te gaan voeren. Ten
derde hebben in een oorlog alleen de
burgers er hinder van op de plaats waar
de soldaten met elkaar vechten, maar
vroeger werd het heele land afgestroopt
en dan werden de bewoners van de ste
den en dorpen eerst vermoord door een
partij en den volgenden dag door de an
dere.
Jod schudde zijn wijs hoofd over tan
tes verwarde denkbeelden en hij zei:
„Ik weet heel goed wat tante bedoelt"
en ze heeft niet heelemaal ongelijk. Als
ik tantes woorden eens nader mag in
terpreteeren of uitleggen, dan zou ik dit
willen zeggen. Naar hare meening zal de
sterke drang, die door de volken op hun
regeéringen wordt uitgeoefend, er ten
slotte toe moeten leiden, dat het praten
over ontwapening overgaat in een daad,
in werkelijke ontwapening. Verder is
haar meening dat geen regeering bij de
tegenwoordige weerzin en het verzet der
menschen tegen don oorlog een oorlog sal
durven verklaren, omdat er veel kans is
dat de menschen zouden zeggen: we
doen 't niet, we gaan nigl tan strijde en
we willen ons niet laten doodschieten
"Wat het verschil in levensomstandighe
den betreft met nu en die van de 17e
eeuw, bedoelt tante te zeggen, dat zij, die
eteun balhoeven, nu niet, zooals toen, aan
(Nadruk verboden).
34
Ik ben te weten gekomen dat zij
een belofte had moeten afleggen, net
geheim nooit te zullen openbaren en
zij is gestorven zonder ooit d?/e be
lofte verbroken te hebben. Ik weet
verder, dat ze nA den dood van mijn
vader een tweede huwelijk gesloten
heeft, dat haar diep rampzalig heeft
gemaakt, maar daarmee houdt mijn
kennis omtrent het mysterio, dat
haar omgaf, op. De zaken van mijn
moeder werden behartigd door oen
zekeren meneer Robert Richards, een
man-van-zaken in Glasgow. Zijn
dochter werd door mijn moeder op
gevoed. Deze Richards is op da hoog
te van het geheim, dat mijn moeder
in het graf meenam en zóóveel heb
ik uit hem weten te krijgen, dat dit
geheim iets met mijn geboorte te
maken moet hebben. Maar het is mij
niet mogen gelukken ook maar Iets
meer van hem te weten te komen: al
leen heeft hij ten stelligste ver
klaard, dat ik ter zijnor tijd alles
zou gewaar worden.
Onder deze omstandigneden -^hel
ik volkomen, dat mij het recht ont
breekt bij u aan te dringen op uw
toestemming tot een verbintenis met
uw dochter. Ik zal moeten trac! ten
mijn levenstaak te volbrengen zonder
een;ge hoop op het geluk, dat ik mij
gedroomd had en moet dankbaar zijn
dat de moeilijkheden, die ik u hier
heb uiteengezet, mij in mijn werk
kring geen hinderpalen in den weg
sullen leggen.
Met de versekerlng van mijn op-
hun lot worden overgelaten. Wannoer in
den Spaanschen tijd een arbeider werk
loos werd, kon hij zich niet gaan m ilden
bij de steun, maar moest hij maar z en
va ngiften en gaven te leven of met an
dere woorden: hij kon gaan bedelen, Toen
waren er geen
„Regeeringsvarkens," riep ik.
„Neen," antwoordde Jod. „Jan, die
denkt grappig te zijn, noemt daar een
heel goed voorbeeld. De regeering geeft
nu steun aan allerlei takken van bedrijf,
o.a. aan de varkenshouders en helpt een
om den moeilijken tijd door te komen.
Daar had je in Alva's tijd eens om moe
ten komen. Ze zouden je voor je leven
in het gekkenhuis hebben opgesloten."
„Als je 't mij vraagt, Jod," sprak tante,
„dan is dat voorbeeld wat Jan gegeven
heeft een heel verkeerd voorbeeld, als je
daarmee wilt aantoonen dat nu die re-
geeringshulp zoo prachtig helpt. Ik heb
nog pas van Teun gehoord, dat door die
steun aan de varkens er meer schade
wordt geleden, dan zonder die regee-
ringahulp en dat de varkenshouders hier
liever vrij gebleven zouden zijn. Nu moe
ten ze lid worden van zoo'n vereeniging
en nu moeten ze hun varkens bilkjes in
der lui ooren laten slaan en nu krijgen
de baconfokkers de goede resultaten van
die regeeringshulp, maar de zwaarmee-
tere, die zijn, zooals Teun dat noemde:
„boude".
Teun, die er bij zat, knikte geweldig
met zijn hoofd, zoodat zijn pijp heen en
weer zwaaide. Toen zijn hoofd weer on
geveer tot rust gekomen was, stak hij zijn
middelste vinger naar tante uit en zei:
„Zoo is 't precies. Als js de varkens
houders van hier hoort, dan begrijp je
pas goed hos verkeerd die steun werkt
•n nu zal js heengaan en zeggen, laten
ze dat aan de regeering vertellen en la
ten se aan die ministers of aan die an
dere stukkenrijdera eens uitleggen hoe
het varken in gijn hok ligt, maar dan kan
ik je met een woord van waarheid ver
klaren dat ze om zoo te zeggen de re
geering al zooveel aan de kop hebben
gehangen, zonder dat 't iets gaf, dat ze
't geloof ik, maar opgeven.
„De moeilijkheid zit vooral hierin," zei
ik, dat de regeering voor de uitvoering
van steunmaatregelen, bijvoorbeeld aan
de varkenshouders, de bijstand noodig
heeft van vakmenschen. Zij kan daar
voor niet een of andere ambtenaar of-
rechtsgeleerde aanwijzen, maar ze moet
mannen hebben, die weten wat er in de
varkenshandel omgaat. Maar als ze zul
ke mannen neemt, dan zijn die natuurlijk
er ook hij betrokken en als ze aan bacon-
houdersmesters de uitvoering opdraagt,
dan zullen de baconmeaters er goed en de
zwaarmesters er slecht door zijn, maar
verandert ze de koers en geeft ze een
zwaarmefeter de leiding, dan komen de
bacon-mannen in 't gedrang."
„Dan zou ik wel een oplossing weten,"
meende tante, „laten ze dan om de
maand veranderen, de eene maand een
baconner en de andere een zwaarmester."
„Dat kan ook weer niet vanwege de
oontiniteit," lichtte ik in.
„Vanwege de wat?" vroeg Teun, met
de hand aan zijn oor.
„De contunuïteit," herhaalde ik, „dat
is het regelmatig voortgaan. Als sr iede
re maand een stel andere bazen op 't
werk komt, zou de uitvoering sr onder
lijden." l
„Dat kan wei wijn," antwoordde Teun,
„maar dat is nlst zoo erg als nu de eene
alles en de andere niks krijgt. Het eenige
wat de zwaarmesters nu kunnen krijgen
is een proces-verbaal en een boete, om
dat ze haarlui varkens geen oorbelletjes
rechte hoogachting en dankbaarheid,
Geheel de Uwe,
GEORGE GREENFIELD.
Lord Caradoo legde zijn bril, dien hij
bij het lezen van den brief had opgezet,
neer en veegde nadenkend de glazen af.
Toen zette hij hem weer op en las den
bnef voor de tweede maal.
„Er zijn in het leven van die raadse
len, die niet gemakkelijk op te lossen
zijn," zei hij filosofisch, nadat bij langen
tijd, in gepeins verzonken, voor zich uit
had zitten staren. Vervolgens sloot hij
den brief weg in een lade van zijn
schrijfbureau.
Maar de gedachte eraan liet zich niet
wegsluiten, evenals het eigenaardige pro
bleem, dat hem maar niet wilde loslaten.
Had hij het recht een zoo door en door
rechtschapen en talentvollen jongeman
als George Greenfield de verwezenlijking
van diens liefste verlangen te onthouden
terwille van iets, waaraan hij absoluut
geen schuld, en dat evenmin iets met* zijn
karakter te maken had? Maar dan dwaal
den zijn gedachten weer af naar zijn
dochter en naar zijn ouden, ongerepten
familienaam, waarvan Cecily de eenige
vertegenwoordigster zou zijn na zijn
dood. Die naam moest vlekkeloos gehou
den worden, dat stond voor den edelman
als een paal boven water. En hoezeer
hij ook daarvan doordrongen was, toch
kon Lord Caradoc het niet geheel met
zichzelf eens worden omtrent de gedrags
lijn, die hij te volgen had. Tenslotte
schoot net hem door den geest, dat de
meening van een derde hem misschien
zou kunnen helpen een oplossing te vin
den. Deze gedachte deed hem onmiddel
lijk op de bel toeloopen en den knecht,
die daarop verscheen, opdracht geven
Mevrouw Herbert te verzoeken even bij
hem te willen komen.
Mevrouw Herbert's scherp waarne
mingsvermogen had haar al s«rgs da
gen doen vermoeden, dit Lord Caradoo
aangedaan hebben. Alsof se 't evel al niet
zwaar genoeg hebben.
„Teun," zei Jod, Je moet één ding
niet vergeten. De boeren en allen die met
het boerenvak verwant zijn, zouden heel
wat meer in de melk te brokkelen kun
nen krijgen als ze dat wilden. Ze zenden
met hun allen nu één, zegge en herzegge
één afgevaardigde naar de Kamer, één
die tegen 90 anderen belangen van
den boerenstand moet verdedigen en die
natuurlijk geregeld overstemd wordt Als
de boeren het er op toelegden om in de
Kamer zooveel vertegenwoordigers te krij
gen dat de regeering er wel r^ening mee
moest houden, dan zouden 21 niet lan
ger meer in den hoek geduwd worden en
van de overachotjea moeten leven. Maar
dan zou er eendracht moeten zijn onder
de boeren van 't geheele land en daar
lijkt 't nu nog niet veel op."
„Neen," zuchtte Teun, „er is evenveel
eendracht als bij een boedelverdeeling."
Het was onbegrijpelijk en ongelooflijk
wat de inwoners van het plaatsje en om
streken deden, om in contact te komen
met Williard Ray, den bekenden film
eter, die gemeend had, hier de volkomen
rust te zullen vinden, die zijn doktoren
hem dringend hadden voorgeschreven.
Hij kon om zoo te zeggen, niet gaan
wandelen, of er viel een jongedame voor
zijn neus in het water, als zij niet veron
gelukte met haar auto, of een eenvoudi
ge flauwte prefereerde. Hij had een re
volver en twee bloedhonden noodig, om
de reporters op honderd meter afstand
van zijn „rustig" verblijf te houden. De
postbode bracht hem zulke stapels post,
dat hij definitief alle post weigerde en
hem wegjoeg, als hij toch verscheen.
Nog een week hier, zou hem waar
schijnlijk in nog verergerder stadium
van senuwoverspanning naaf* Holly
wood hebben doen terugkeeren.
Toen gebeurde het. Des avonds zeer
laat, toen zrijn getrouwe, Ghineeeche be
diende Li Sang reeds ter ruste was en
Williard juist knarsetantend een billet
doux laa, dat op mysterieuze wijze aan
den wand van zijn kamer waa vastge
spijkerd, hoorde hij de honden aanslaan
en een vrouwenstem om hulp roepen.
Williard voelde zich een moord nabij
Weer zoo'n idioot van een wicht, dat tot
hem trachtte door to dringenl Natuurlijk
een vervolgde onschuld. Dat kende hij
al. Vier keer voorgekomen in één week
tijd, met allerlei variaties. Dan kwam
zoo'n meisje sidderend binnen, viel
schreiend in je amen en werd belaagd
door een of andere booswicht.
Weer klonk een kreet en in weerwil
van zijn onwil en wantrouwen, voelde
Williard zich toch verplicht, er notitie
van te nemen. Hij ging naar de deur,
vergezeld van zijn opgewonden honden,
terwijl boven de gestalte van den trou
wen Li Sang verscheen.
Zoodra Williard de deur opende, snel
de een jong meisje binnen, klemde zich
aan hem vast en stamelde: „Help me,
bescherm mei"
„Jawel", zei Williard knorrig en sloot
de deur weer, want de regen woei naar
binnen.
„Kom binnenvertel het me". Zijn
stem klonk grimmig. Hij voelde zich in
staat, de jongedame in zijn kelder op te
sluiten, zoodra het bleek, dat c# weer
„schwindelte" om een handteekening
van hem te krijgen of te trachten hem te
„veroveren".
Doch toen ze in de kamer kwam, viel
ze flauw. Hij geloofde er niets van, dus
smeet hij een glas water in haar gezleht.
door
werd
moeilijk probleem gekweld
niet van wetenschappelüken
aard, zooals gewoonlijk en dat
haar raad zou worden gevraagd, even
als altijd, wanneer de heer des huizes
voor persoonlijke moeilijkheden stond.
Dat George Greenfield Cecily anders dan
alleen als een aardige, aantrekkelyke
huisgenoote had beschouwd, was haar
evenmin verborgen gebleven als het feit,
dat er iets van mysterie rondom zijn per
soon hing. Haar doorzicht en menschen-
kenn.s, gepaard aan de gave om den
dieperen zin van losse gezegden en toe
vallige mededeelingen op te'merken en
een bewonderenswaardig geheugen, had
den haar dit geopenbaard.
In korte, aarzelende bewoordingen ver
telde Lord Caradoc haar wat er tusschen
hem en George den laatsten nacht be
sproken was, waarna hij George's brief
liet lezen.
„U. is het toch met mij eens, nietwaar,
wat betreft de voorwaarde, die ik stel
de?" vroeg hij, toen ze klaar was.
„Volkomen," klonk het beslist. „Maar
hij verklaart, dat het mysterie opgehel
derd zal worden."
„Hij zegt echter niet wanneer," meen
de de edelman. „Ik denk, dat hij dat zelf
niet weet."
„Het is moeilijk hem anders te zien,"
zei Mevrouw Herbert op peinzenden
toon, „als iemand van uitstekende fami
lie. Ik zou zelfs durven beweren, dat, als
iemand mij vroeg een jongeman te noe
men, die idle kenmerken bezit van goede
afkomst «n beschaving, ik in de eerste
plaats a&n den jongen Greenfield zou
denken, nog eerder dan aan Sir Guy
Bertram."
Over en weer bewaarden zij eenigen
tijd het stilzwijgen en eindelijk merkte
Lord Caradoc op:
„We kunnen als vaststaand aannemen
dat het geheim, wat het ook zijn mag, te
eenigtr tijd zal worden opgehelderd. Zoo-
laaf ik 09 hst punt van zijn afkomst ia
Midden in de felle branding,
Van den politieken strijd,
Die in 't zwaarbeproefde Duitsobland
Woedt in alle hevigheid,
Staat, gelijk een rots zoo stevig,
De massieve krachtfiguur
Van den grooten veldheer - staatsman,
Kalm, ook in het hachlijkit uur.
Iedereen loopt zich te pletter
Op dit bolwerk van den Staat.
Niemand weet hem te verleiden
Tot een ondoordachte daod>
Reoht vooruit richt hij zijn bli
Niet naar links en niet naar refehts,
Plichtbesef en Duitsohlands welzijn,
Tellen bij dien leider slechts.
Even gunde hij de wereld
Een momentje van plezier
Bij het zoeken naar minister»
En een nieuwen kanselier.
Hitier, blufferig als altijd,
Eisohte veel en deed onheuach,
Maar de president bleef kalmpjes.
En nam 't ventje bij den neus.
„Kanselier moet jij niet worden,"
Sprak bij tot den Nazi-man.
„Jij zoekt slechts partijbelangen
En daar komt het 'niet op an."
Woedend ging toen Hitier henen,
Nimmer had hij zoo het land,
Dan toen hij vlak bij de haven
Met zijn scheepje was gestrand.
Het bracht haar lndsrdssrd snsl bij.
„Wis is de aohtervolger?" informeer
de Williard, „boosaardige voogd, ver
smaad minnaar, woedend sohtgenoot,
roover sn moordenaar?"
Het meisje staarde hem verwesen aan.
Ze was eenvoudig gekleed en had een
lief, zacht gezichtje. Het viel Williard
op, dat de honden aan haar snuffelden
en haar welgezind schenen. Hij hielp
haar overeind, zette haar in een stoel
en gaf haar een glas port. Waarschijn
lijk was ze een journaliste en zou mor
gen in haar krant het verhaal prijken
met koppen als: „Truc om een wereldbe
roemd filmster te spreken. Gedroeg zich
als galant ridder. Heerlijk glas port enz.
Zijn profiel van diohtbij nog betooveren-
der! enz. enz."
„En wat is er nu eigenlijk?" vroeg
hij.
Ze scheen «enigszins tot zichzelf te
zijn gekomen en vertelde, dat ze op den
eenzamen weg was aangevallen door
een man, in wien zij meende een be
rucht en gezocht misdadiger' te herken
nen! Ze was voor hem gevlucht en alleen
ontsnapt doordat hij struikelde.
„Hij moet hier rondzwerven", fluis
terde ze, „en ik heb gehoord, dat hij tot
alles in staat is".
Williard stond haar koeltjes op te ne
men. „Natuurlijk durft u niet meer dit
huis uit", zei hij Ironisch.
Ze keek hem hulpeloos aan. „Het
spijt me zoo, dat ik u moest lastig val
lenik was zoo bang...."
Er is een actrice aan verloren gegaan,
dacht hij.
„Wel, er zit niets andtrs op, dan dat
u hisr vannacht logssrt", zsi hij, „ik ben
zoo wijs geweest om geen telefoon te ne
men, dus ik kan niet naar uw huis op-
hellen".
Ze glimlachte even «n er was zoolets
innigs liefs in dat glimiaohje, dat hst
hem trof tegen zijn wiL „Wij hebben
geen telefoon", zei ze, „ik ben maar mo
diste.... ik woon alleen met moe
der...." Zs ksek hem svsn aan sn zsi
ineens: „Aoh, u bent die vreemdeling...
die meneer van de film, nietwaar? Daar
had ik heelemaal niet aan gedaoht".
„Is hst toch?" vroeg Williard.
„Ik heb geen geld om veel naar films
te gaan", zei se verontschuldigend.
„Heel interessant. Dus u bent geheel
•n al toevallig hiér komen aankloppen?"
Nu keek- ze hem weer onderzoekender
aan. „Gelooft u mij niet?"
„Neen, geen woord", zei Williard. „U
hebt een nieuwe variatie bedacht, dat is
alles. Maar ik ben altijd nog een gentle
man, dus ik kan niet veel anders doen
dan u nachtverblijf aanbieden. Mijn be
diende zal u een kamer aanwijzen."
Ze stoorde hem aan. „Denkt u dan, dat
ik dit allemaal lieg?"
„Laten we zeggen: fantaseeren
dal klinkt aardiger. Nietwaar, met een
of ander sensationeele truc kan men
met een filmster in aanraking komen.
Men valt in het water, en laat zich door
hem redden, mén wordt belaagd en ach
tervolgd
Hij zweeg. Ze waa teruggeweken en
keek hem aan met oogen, die tweemaal
zoo groot leken en vlamden, van woede.
„0, wat een walgelijke, ingebeelde
bruut bent u", zei ze, an opeens rand»
ze naar de deur en opende die.
„Wat gaat u doen?" vroeg Willard
verbluft.
Zij schoof driftig de grendels weg.
Doen? Dacht u, dat ik hier zou blijven
na die beleediging? Verbeeldt u maar
niks, ik ben er absoluut niet op gesteld,
nader kennis met u te maken. Ik vind
filmsterren onuitstaanbare wezens, het
zijn allemaal leeghoofden en onbeschaaf
de gekken, geen fatsoenlijk menech heeft
achting voor se.
De deur was open en se vloog weg,
het flonker in.
Williard was verbluft, voor het eerst
sinds jaren. Hij keek Li Sang aan en
toen zijn bloedhonden, die jankten.
het duister tast, kan van.... wal....
van een intiemere relatie geen sprake
zijn. Maar Greenfield is iemand, in wien
ik absoluut vertrouwen heb en.... als
hij weer hier terug zou willen komen
om mij verder bij mijn werk te helpen,
gou mij dat buitengewoon aangenaam zijn
In aanmerking genomen wat hij schrijft,
zie ik daar geen enkel bezwaar tegen."
Movtouw Herbert was het met Lord
Caradoc's zienswijze geheel eens en de
edelman besloot George zoo spoedig mo
gelijk te vragen terug te komen.
Vóór ze de bibliotheek verliet, vroeg
Mevrouw Herbert nog:
„Hoe heet die man ook weer, die vol
gens Greenfield op de hoogte is van het
geheim?"
Lord Caradoo zocht den naam in Geor
ge's brief en daarop liet zij hem alleen
om aan den jongeman te schrijven.
Maar George kwam niet op Wetstones
terug althans voorloopig niet. Zijn
werk in Londen, dat hij den laatsten tijd
wat verwaarloosd had, nam hem geheel
in beslag en zelfs al had hij de vrije be
schikking over zijn tijd gehad, zou het
nog te bezien hebben gestaan of hij lord
Caradoc's uitnoodiging zou hebben aan
genomen.
HOOFDSTUK XXI.
Kerstmis op Hollingbourns Hall.
Het Kerstfeest op Hollingbourne Hall,
Lord Conder'a buiten in Hertfordshire,
was niet alleen maar een feest in naam.
Van hun prilste jeugd af hadden de
vier jongens en de zes meisjes Conder
zich altijd kolossaal verheugd op deze
fetatdagen, want aan alle prettige en
vroolijke tradities, die maar eenigermate
verband hielden met de Kerst- en Nieu
we j aars viering, werd getrouwelijk èer be
wezen. Het groote buiten was in de
feestweksn altijd stampvol logé'i, voor
hst msertndssl bloedverwanten sn waar
een zonnige levensopvatting evenzeer een
familie-eigenechap was als het bezit van
sproeten en een haarkleur, die varieerde
van hoogblond tot vuurrood, vormde het
gezelschap op de Hall altijd een uiterst
jolig troepje.
De heer en de vrouw der huizes zorg
den steeds dat de gasten de feestelijke
stemming niet weinig verhoogden; een
belangrijk contingent kinderen werd uit-
genoodigd. Véél werd van de kleintjes
door de vingers gezien in dezen grooten
tijd en iedereen van oud tot jong
sloofde zich uit om het de kleintjes toch
'maar naar den zin te maken, 's Avonds
waren er spelletjes, en stoeipartijen in de
hall, maar vrijwel het geheele huis werd
als het onbetwiste domein van de jeug
dige spektakelmakers beschouwd. Zelfs
de rookkamer in gewone tijden het
heilige der heiligen was. geen veilig
toevluchteoord meer voor den volwassen
jagersman, die na een vermoeiende jacht
te voet of te paard, eenige oogenblikken
van rust en verpoozing zocht.
Als ten laatste de groote dag aanbrak,
daverde van den vroegen morgen tot den
laten avond het huis van onstuimig kin
dergelach en jolig rumoer. Het diner bo-
gon dien dag om zes uur, aangezien alle
jonge gasten mede moesten aanzitten.
Het was een plechtige en overvloedige
maaltijd, dat kerstdiner op Hollingbour
ne Hall, waarbij de kalkoen door zijn
Lordschap in hoogst eigen persoon werd
voorgesneden en het onmetelijk stuk run
dergebraad door zijn tweelingbroeder.
De plumpudding werd brandend binnen
gebracht, als in feestelijke offervlammen
gehuld en werd aanstonds gevolgd door
het dessert, waarbij de pistaches knetter
den als onschadelijk mitrailleur-vuur en
het gelacht niet van de lucht was om de
dwaze rijmpjes en de papieren mutsen,
die eerwaardige gezichten mallotig be
kroonden.
OWoedt TWTOlgd).