DIAMANT ■mm km. tweede blad. Van Rondom TOENADERING TUSSCHEN AMERIKA EN RUSLAND, Mengelwerk. DE ERFENIS HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL FEUILLETON. Bak- en Braadvet I NIEUWSBLAD VOOB W ID-NOLL AN» EN UTBECHT, Sclimnhoviimht BAurant VBIJDAS 10 NOVEMBER If NIEUWSBLAD VOOB «JIB-HOLLAND EN UTBECHT, SchAonhov.Mchi Bouwnl VBIJ0A8 10 NOVEMBER 10» door JAN KIJKUIT. Over de koeien, d« boeren in staatsregeeringen. 't Is toch wat te zeggen met die beesten, zei tante. Welke beesten? vroeg Jod, terwijl hij nadenkend door zijn haar woelde. Néé, die koeien bedoel ik, verdui delijkte tante lachend, die koeien, die worden opgekocht door de Rundveecen trale, en die in de wei staan te verkleu men en te verhongeren. De boer ziet zijn beesten noode weggaan; zijn vee, waar voor hij zorgen heeft gehad. Eerst was hij verheugd toen het kalf geboren werd. Hij heeft het opgefokt met veel zorg, en bezag elke keer zijn mooie beestje, dat zoo vroolijk rondsprong. Als de kalveren op het ijs. ■chertste Jod, maar tante vond, dat met zulke dingen n-et geschertst mocht wor den. Een boer, die van zijn vee houdt, loopt het na, en verzorgt het. En dan groeit zoo'n kalf op, en de boer heeft er voordeel van; de zuivelproducten Zijn niets waard, als de regeering niet de maatregelen genomen had, viel ik in de rede. Dat is 't 'm juist, zei Jod, waarom het draait. Die koeien -moeten worden afgeslacht omdat er veel te veel vee is. En nu wordt er niets anders gedaan dan de reestapel terugbrengen tot de grootte vaa 1020. Het accrée zooals het genoemd wordt, de groei van drie jaar lang, de uitbreiding dus, die wordt weggenomen. Dat is natuurlijk een bewijs voor de krankzinnige wereld waarin wij leven, dat we nut eens dankbaar meer kunnen zijn voor wat de Schepper geeft. En zoo als een raadslid in Alblasserdam het zei: het is inderdaad soms alsof we in een idiotengest cht leven op deze wereld. Maar daaraan kunnen wij hier in Ne derland alléén niets doen. Onze regee ring is van goeden wille gebleken, en w 1de de tariefmuren omlaag hebben, en de handel v r ij over de geheele aardbol. Toch is het jammer van die bees ten, vond tante. Dat ben ik met u eens, zei ik, maar er is toch niets op tegen, dat een koe geslacht wordt. Alleen de vegetariërs denken er anders over, en men kan eer- b ed hebben voor hun standpunt, maar volgens de gewone opvattingen is daar toch niets op tegen. Is het dan alleen omdat er tweehonderd duizend tegelijk geslacht worden? Maar dat is niet aan te nemen, want in de groote export- slachterijen was het slachten van bees ten altijd op groote schaal. Wat is het dan? Het is het is het is hak kelde tante, dat het tegen de borst stuit, dat het ellendig is, dat het even bedroe vend is als alles tegenwoordig, dat het moederdier met het ongeboren kalf moet worden geslacht, sn dat we ons aan alle kanten geknot voelen. De boer wil zijn boerderij vooruit brengen. Hij wint land en koeien. Als hij een goede huis vrouw heeft, zooals Salomo in zijn Spreukenboek zegt, dan denkt ze over een akker en ze krijgt hem. Dat betee ken t, dat man en vrouw samen werken om het gezin vooruit te brengen. Man en vrouw werken veel meer samen dan de stedeling. Zij brengen samen het vee groot, de man verzorgt het land, de yrouw maakt de kaas, zij wint de boter en zij .s er trotsch op. De kinderen doen al mee en hebben de zorg voor de kip pen, en voor de konijnen. Dat is het leven op een boerderij, waardoor de boer koning is op zijn erf, waar hij vrije heer is en niemand hoeft toe te latan - Dan alleen maar de controleurs van de arbeidsinspect e, van de crisis- rundveecentrale, van de crisis varkens- centrale, van de tarwecentrale, van de rogge- en de gerst- en de havercentra- le, van de belasting, van deweet ik het allemaal meer, heer op zijn eigen erf, zei Jod smalend. Dat is niet goed gezegd van jou, zei ik. Natuurlijk ia het waar, maar je moet de zaak zoo beschouwen, dat be laas er altijd mee gerekend moet worden dat er menachen zijn, die maatregelen willen ontduiken. En daarom is controle noodig en van d e controle ondervinden zoowel de goeden als de kwaden last. Daaraan is niets te veranderen. Laatst zei er een, merkte Jod op, dat het er maar aan ontbrak of ze gin gen een burgerlijken stand van de var kens opmaken, die dan namen moesten krijgen als Bram en Mientje en Oerre- gie en zoo. En dan moest het verhuie- biljet worden ingeleverd of de doods- acte, want anders was het niet bij te houden, hoeveel varkens er op de boer derij waren. Dat zijn de frissche boerengrap- jes, zei tante, de boeren klagen wel eens maar se zien tooh ook altijd weer de humorist sohe kant van de zaak in. Wat een grappen gaan er niet over de diree- teur van de varkenscentrale. Hij krijgt ongeveer vijftienhonderd gulden per jaar vergoeding. En anders niets. Maar hij heeft een groote onder neming, die van de zaak profiteert, zei Jod. Nou ja, maar se zullen nou on derzoeken of het mogelijk en gewenecht is om voor groote ondernemingen een speciale regeling te maken, waardoor de zaak meer gelijkmatig kan komen. De een zegt: contingenteeren, dat beteekent beperken van den invoer/; neen roept dan een importeur in zoo'n artikel, niet contingenteeren. En zoo wordt de «re geering getrokken van alle kanten, en is het maar goed, dat ze een eigen koers volgt; het valt in dit tijdsgewricht niet mee om te regeeren. - Me dunkt, dat het den goeden kant op gaat, zei ik. Tien procent sala risverlaging is aangekondigd, an voor de ongehuwden nog meer. Maar ze moeten dan de kleinere inkomens minder korten, dan de groo- tere, dat is mijn standpunt, zei Joa. De groote steden moeten ze in bedwang gaan houden. Kleine plaatsen, daarmee is het nogal gegaan, maar Amsterdam en Rotterdam, maken dat de boel kapot zal gaan, ale de regeering niet krachtig optreedt. Het is tenminste maar goed, dat de heeren van Amsterdam hun be grooting terug kregen met de boodschap dat «r nog flink op geschrapt moest worden. Want ons land is één geheel, en als do groote steden zlttan op te maken, wat op het platteland verdiend wordt, dan kan dat niot blijvan duren. Neem b.v. Qouda en zulke plaatsen, die kijken na tuurlijk weer naar de groote steden, en se bieden tegen elkaar op. Ook een groo te school, ook sportvelden, ook genees kundig schooltoezicht, ook tandversor- ging van schoolkinderen, ook een reeks van subsidies voor dit en voor dat Die kleinere plaatsen, die toch groot w llen doen, volgen het voorbeeld van de groote zusters en daarom ben ik blij, dat de Gedeputeerde Staten van den minister een wenk kregen om nauwlettend toe te zien. Het is er mee, als met een vrouw, zei Teun s, als je een zuinige vrouw hebt, dan voel je je rijk, met wat je hebt. als je 'n slordige vrouw hebt, dan kun je wel blijven aanpleepen, want dan is het altijd op en altijd tekort. door GUÜfl BETLEM JR. „En heb js dan héélemaal geen fami lie?" vroeg de jongeman, terwijl hij het meisje met e#n strokken blik aankeek. „Heelem&al niet," vertelde z«, „ik had tot voor enkele maanden nog een tante. nu ze ie gestorvenheb ik niemand meerl" „En die tante bad ook geen familie?" veronderstelde Jimmy nieuwegierig, „nie mand dan jou?" „Niemand dan mij!" sprak het meisje openhartig, terwijl haar blauwe oogen droomerig over het water staarden. Even heerschte een korte stilte, waarin ze achteloos het losse duinzand door haar vingers liet glijden, dan vroeg Jimmy met een haperend laohjt: „Zeker eeneh, suikertante, hé?" Het meieje keek hem een oogenbtik verwonderd eard. „Een suikertante?" Och, welnee, hoe kom je er bijl Nou ja, natuurlijkik heb wel wat gekregen. ze heeft me wel iete nagelaten, maar dat ie bij wijze van epreken net genoeg voor dit uitstapje. En dan een hoop van die onmogelijke paperaeaen, waar je niete aan bebtl Enfin, uit piëteit bewaar je zoo iete natuurlijk Jimmy toonde een plotselinge felle be langstelling. „Paperassen?" veronderstelde hij, met onverholen nieuwsgierigheid in zijn stem, Je bedoelt toch geen brieven of foto's of zoo „Welnee," lachte het meisje met een kirrend geluidje achter in haar keel, „hoe kom je daarbij? Nee, gewone papierenik weet nietvan ban ken geloof ik, of verzekeringen mis schien! Ik hsb van die dingen niet zoo'n verstand sa och, als je nooit eens iemand hebt, om zooiets aan te vragen, niet- waar Ze baalde met «en achteloos gebaar de ecboudere op. „Het zijn toch geen effecten?" vroeg Jimmy met duidelijk merkbare opwin ding in z'n stem. „Effecten? O," lachte het meisje, „beet mogelijk hoor.ja, dat kan wel sijn, ef fectenl Ik weet niet.... ik weet het heusob niet!" vervolgde ze dan wat onge duldig, „en 't kan me weinig echelen ooki" „Ja maarl" Jimmy knipte ongeduldig met z'n vingers, „kind, je weet zelf mls- aohien niet eens, hoe rijk je bentde hemel wset, wat een kapitaal daar in jouw bezit is, waarvan js gesn notis bsbtl Dat ie toch absurd,... dat je toch to dwaas om. „STAATSOEHEIME N". N „Maar nist zoo gsmakkslijk was hst vast ts stellen, wis het heeft gedaan Miss Colvin legde mij giatermiddag uit, hoe de diefetal moet zijn gepleegd preciee zooale ik het nu uiteengezet heb, maar ze voegde er een beeohuldiging aan toe ze noemde de naam van den man, die volgens haar de dader moest sijn," weer een pauze „den naam van Mr. Malloyl" De oogen van alle aanwezigen richtten Rich bij deze verklaring van den detec tive op Addie Colvin. Ze zagen duidelijk haar ontsteltenis en hoe ze probeerde Mary's hand te grijpen, maar het jonge meisje liet thans, voor het eerst tijdens deze samenkomst, haar roerlooze hou ding een moment varen en deinsde ont zet, met wijd geopende angstoogen, ach teruit. Een seconde ontmoetten de blik ken der beide vrouwen elkaar; in die van de jongste van de twee lag bran dend verwijt, dat de ondergang beteeken- de van een jarenlangs vriendschap Mary Haskell's bleeks lippen bewogen sich en ze fluisterde: „Onmogelijkl" En wat Addie Colvin in haar oogen las, deed haar het hoofd afkeeren. Darden zag met een gevoel van be klemming, dat Miss Haskell weer in haar vorige apathie terugzonk. Het zweet brak hem uit; zijn zenuwen waren tot barstens toe gespannen. Wanneer hij den diefstal nauwkeurig beschreef en aUes wat hij omtrent den moordenaar wist, wanneer hij den anderen alles uit den mond trok, wat zij maar los konden laten en zij in haar zwijgen volhardds w»t had hij dan no| gewonnen? Marff hij gaf dsn strijd nist op; hij wist dat hij op dsn goeden weg was. Hij sprak verder: „Maar Miss Colvin heeft zich vergist; hst was Malloy niet. Pas vanmiddag heb ik het onweerlegbare bewijs in han den gekregen, wis de dief moet zijn. Door handeohriftvergelijking ben ik tot mijn ontdekking gekomen. De dief heeft bij het oopiëeren van de twee pagina's zijn papier op het dooument gelegd hij heeft met een acherp potlood ge- ■chreven en door het sterke drukken daarop zijn op het officieele stuk sóó dui delijke sporen achtergebleven, dat sij geen twijfel laten omtrent het hand schrift van de persoon, die de beide blad zijden heeft afgeschreven." Hij stond van de stoelleuning op sn wendde zich tot Mary en Addie Colvin, die op de canapé zaten. „Zoo vond ik uw handschrift in hst document ingedrukt, miss ColvinI U hebt het stuk gestolen, u bent de flat weer binnengeslopen, nadat u zoogenaamd was uitgegaan. En later bent u op de ge wone wijze thuisgekomen." „Ik!" gilde Addie met een schrille, overalaande stem „U beschuldigt mij van den diefstal?" „Ja. u hebt het gedaanI" Hij keek van terzijde naar Mary Has kell. Zij bewoog langzaam het hoofd naar de vrouw, die haar vertrouwen zoo schandelijk beschaamd had sn in den blik, waarmee zij een kort oogenblikje naar haar etaarde, was iets als afgrij zen. Toen vestigde zij haar droeve oogen op den grond. „Maar dat is belachelijk dat is en- gehoordl" riep Addie. Ze was nu, zoo het kon, nog bleeker dan Mary; de roods verfstrepen op haar wangen vorm den een wrang, sinister contrast met het grauwige wit van haar gelaats kleur. ,,Mijn handschrift! U hebt mijn handschrift nooit gezisn „Pardon; vanmiddag hsb ijc het ge- klonk hit rustig, „op uw bureau dank aij de bereidwilligheid van uw ehefl" „U hebt mij als sondebok uitgekozen," protesteerde ze woest. „U probeert mij voor den diefstal te laten opdraaien, om dat het u niet gelukt is den werkalij- ken. Darden legde haar met een bevelend gebaar het zwijgen op. Zijn icherys ooren hadden het geluid van voetstappen op het portaal waargenomen. „Inspecteur Nash," versooht hij, „wilt u soo goed zijn even te zien, wie daar ie?" De politiebeambte liet Miss Patton en Malloy binnen. Allen keken u&ar de blonde vrouw, die onmiddellijk opviel door de eigenaardige, glanzige starheid van haar onnatuurlijken glimlach sn haar wankelenden gang. Het koatte Dar den, die zich hun eerste ontmoeting her innerde, niet veel moeite uit te m&keu, wat de oorzaak van deze verschijnselen was. Miss Lucy had getracht moed en troost te putten uit den alcoholl „Het doet mij genoegen dat u gekomen bsnt," begroeit# hij hst tweetal met kal me zakelijkheid. ,.We staan juist op het punt vast te stellen, wie Edusrd Revie vermoord heeft." „En ik zal u daarbij helpen," verklaar de Mies Patton met plechtigen ernst, ge volg van teveel drankgebruik. Ze was op dm etoel neergeploft, dim Tom Mal loy rechts ran Miss Conner bad aange schoven. „Mr. Malloy heeft me verteld, dat ik gevaar loop gearresteerd te wor den In zoo'n geval is het niet meer mo gelijk zich om de anderen te bekomme ren," ze daeht blijkbaar aan „die andere vrouw" met wie ze zoo te doen had' „dan kan man alleen maar met zijn eigen belang rekening houden. Een menseh is ziehzelf nu eenmaal het naast," voegde ze er filoeofiech veront schuldigend aan toe. Dl moord, „Ik btt S iuttui TACT «W hulp," Ml De J&panache „bijen" ïwermen Dreigend, zoemend om den Beu, En in machtelooze woede. Stelt hij grommend zich te weet. Plots klinkt daar de invitatie Van een vriendelijke atem: „Beertje, geef me eena e#n pootje! Kom toch eens bij Uncle Sam Beertje neemt met „beide poolen", Deze invitatie aan, Om den inval van de „bijen". Dos te beter af te slaan. Ook Oom Sam komt het gelegen. Dat hij medeetandere krijgt, Want hij voelt zich in de Zuidzee Door Japan ateede meer bedreigd. Na een tijdperk van verkoeling, Komen beiden tot elkaar, Om vereenigd front te maken Teven het Japansch' gevaar Misschien kan dit er toe leiden. Dat Japan zich wel bez nt, Eer het in het Verre Oosten, Met een open strijd begint. Na een poosje zwijgen: „Zeg," zei Jimmy, „je moet ze me bij gelegenheid toch eens laten zien be., dieeh papieren I" „Dank je. Jimmy Ja, ik geloof wel, dat jii me zult willen helpen. Je bent an ders dan'anderenen misschien is 't wel daarom, dat ik jou dit allee heb ver teld. Ik zal morgen dieehpa pieren meenemen, dan kan je zelf zien. kun je je overtuigen omtrent mijn kapi taal!" Den volgenden morgen zaten ze tegen de duinhelling als gewoonlijk te babbelen en toen herinnerde Jimmy haar door een losse opmerking aan de gegeven belofte. Het meieje knipte haar taschje open en keek met een vluehtigen blik om zicb heen. dan reikte ze Jim het pakje pap e- ren over, dat hij snel begon door te bi*- deren. Aandachtig bestudeerde se z'n re- zicht, dat merkbare teleurstelling uit drukte. „En," vroeg ze, als hij haar zwijgend het stapeltje had teruggegeven. „Het zijn effecten, jamaar ehik vrees, dat je d'r niet van suit kunnsn leven." „Dat hsb ik Je toch gezegdf" gel Lidy een beetje sn bbig terug, „ik wiet het heusch wel. en ik ken tante Mia. „Maar, vervolgde ze dan zakelijk, hoeveel zijn ze dan waardik kan er toch geld op krijgen?" „Ja zeker, kijken...." Jimmy nam opnieuw het stapeltje effecten in z'n hand, „nouongeveereh twee, drieduizend dollarl Miéér niet!" Nou, dan ben ik nog tevreden," lach te het meisje, terwijl haar gezichtje blij oplichtte „Driedu'zend dollar is voor mij een héél kapitaal! Maar Jaik heb het nog nietl" vervolgde ze dan wat triest, „daar zitten natuurlijk weer van die mi serabele beslommeringen aan vaat, niet waarik moet natuurlijk naar zoo'n bank tpe, hé?" Ik zal Jet helpen," besliste hij dan. Geef mij die pap'sTen. dan zal ik Je mor ren drieduizend dollar geven uit mijn de detective vriendelijk. „Ik aal mij di rect tot u wenden." Hij wiet sijn innerlijks onzekerheid uitmuntend te verbergen; hij sprak sich moed in met da overweging, dat Mary Haskell, die nog steeds mateloos en met een gezicht, dat wei een etrak masker leek, naar den grond staarde, onbevan gen bou spreken, zoodra ge de heels si tuatie en het gevaar, waarin ze verkeer de, duidelijk zag. „Ze heeft immere al een keer gesproken," peinsde hij., of waa het gesichtsbedrog, toen ik meende, dat haar lippen en de spieren van haar hals bewogen? Neen, ik kan mij niet vergissenl" Hij besloot definitief de besliseepde poging te wagen. Hij wilde de proef ne men, of hij gelijk had, door zelf den naam te noemen en zich er op te veria ten, dat Mary de bevestiging sou geven, welke hij noodig had. Met al zijn geestkracht wierp hij ds gedachte aan mogelijke mialukking van sioh. In zijn item klonk zelfbewuste energie, toen hij verder sprak: „Wat gebeurde er nu in Revie' huis op den avond van dan moord? Deze vraag brengt Mise Haskell op den voor grond, dwingt haar het feit onder de oogen te zien. dat man van varichiütndo zijden de verdenking koestert, dat zij den man gedood zou hebben. Deze ver denking berust daarop, dat hij haar ze- van jaar geleden gekend heoft en „Precies wat Revia zeil" riep Miss Patton met een soort naargeastigen ijver. „Hij zei, dat hij haar in zijn macht had door ieta, wat er zeven jaar geleden Darden liep met uitgeatrektan arm op de spreekster toe. „Nu niet. Miss Patton!" voegde hU haar op afkeurenden toon toe. „Nu nog niet. Ik zal straks graag uw mededelin gen a&nhooren. maar u moet nog even geduld hebben. Darden hervatte lijn uiteenzetting „Miss Haskell heeft, evenals Senator oigen kas, begrijp je. Ik koop ze dus fei telijk van je, en overmorgen ga ik took naar de stad. dan kan ik se voor me self inwisselen. Krijg ik esser, dan sal ik je dat nasturen „Hierl" sprak ss dan, hsm ds papie ren weer overhandigend. „Ik laat hst aan je overl" „$ank je!" eprak Jim eenvoudig, „ik zal je morgen het geld geven en mocht ik meer krijgen, dan zal ik je het nasturen, maar ik zal het je komen bren gen, als ik magl En als je dan overtuigd bent. dat je me hebt kunnen vertrouwen, dan. Toen Jimmy even later OP *lj» kamer was gekomen, lachte hij schaterend. Vlug haalde hij de „papieren" te voorschijn en doorliep ze met onverholen belangstel ling. „Tienduizend dollar ruim!" hij grin nikte, „wat een geluk, dat de wereld nog alleenstaande vrouwen heeft, die geholpen moeten wordenzoo'n buitenkans heb 49 ets R. 22| ets r. haH pond Buokner of wie nog meer onder verden king staat, hst recht feiten sn omstan digheden aan te voeren, die tot baar verdediging kunnen strokken.*' Hij kreeg nu zijn eerste aanmoediging. Hij zag hoe haar borst, in een nauw hoorbaren suoht, saoht op en neer gingi ze deed denken aan iemand, die uit een diepe verdooving ontwaakt. Langzaam maakte ze zich loa uit de loodzware ver slagenheid van haar lijden Dua hij had van hat begin af gelijk gehad deze heela lange, moeilijke weekl En ze bad het hem toegefluisterd, itraki in het schemerig donker Maar hij moeat haar tijd gevan. Hat was hst beste thans bet licht te laten vallen op een anderen kant van bat mysterie. „Wat aich in het huis afspeelde waa hst volgends," klonk sijn diepe, aange name item weer. „Miss Conner kwam en trof Revis. Na haar verscheen Senator Buckner Beiden waren in het diepste geheim gekomen. Wat tusschen het drie tal verhandeld werd met betrekking tot het document, doet in dit verband niete ter zake. Mies Conner liet, sooals ae ael, de beide mannen alleen, toen Revis sijn re volver ter hand nam. Venolgene verliet ook Mr. Buckner het huis, door een ach teruitgang, stapte in zijn auto en bereik ten veilig en wel zijn eigen woning weer. Maar er waren ook anderen dien avond in het buis van Revis. Malloy was sr. Hij verklaart, dat hij Revis wilde bang ma ken, maar dat het niet zijn bedoeling was hem te dooden. Miss Hasksll was bij mij toen ik het levenlooss lichaam vond. Zij verklaart niet eerder in bat buis ga- woeat te zijn. M'se Patton, een andere wnderzijdache kennis van Mr. Buokner en Revis, had van laatstgenoemds hst verzoek gekregen, bij hem te komen. Maar ze ontkent nadrukkelijk aan dat verzoek giTolg te hebben gegeven." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1933 | | pagina 3