n
DIAMANT
ï&Mr
m
bk m
I
mjSSjgT» »£Jr/2So i
%5.
DE MENSOHEN EN DE KOUDE.
BAK- EH BBAADVET
FEUILLETON.
DE SODDEN SPIN.
Mengelwerk.
MOORD IN EEN FIUMTELIER
KERSTIMVF VAN HET NATIONAAL CRISIS-COMITE.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOr.t
RBTRWH
NIEUWSBLAD VBOB 7U1D-HDULAND EN UTRECHT, ScTunmhovnittha Cour,M
VB1JDAB IS DECEMBER IMS
Zuiver Wollen
In tlken gulden vanaf f 3.90
tol f 29.75 kunt U bij ons
te kust en te keur gaan om
Uw eigen Japonnen-bezit ver.
,.der aan te vullen. U slaagt
daarmede zeker binnen het
half uur, zoodat U, dank zij
ook de ongeivenaard-lage
C A prijzen, nog gemak
kelijk met de Feestdagen voor
elke gelegenheid, welke zich
voor mocht doen, een pas
sende Japon kunt hebben
Japon, nf;
\AfiHen Ojfymr^/an
t-Georgette Mat
su/n met Zijn
•jWTO wa^A.« r III.
Pèrei-gorneerino
schoenmcuvPf?
fWiHK «LAP,
MliUWtiLAl Wi imi-HtLLANl KW UTRECHT, itliwt^t Beurt*
VRIJPA* 1» DECEMBER mt
HOK MEN ZICH ERTCBEN
BESCHERMT
door
Dr. H. VAN WILTEN.
Wij nemen op onze manier maatrege
len tegen de koude door een warme daa
om te slaan, warme overschoenen aan te
trekken, slobkousen over onze schoenen
te doen en de in wollen handschoenen
gestoken handen In de zakken te hou
den ten eskimo zou om die maatregelen
lacnen en ze zeer ondoelmatig vinden.
En een Kus maakt winters een torst
mee van 3U gr. Celsius (d-i. nog 22 gra
den onder het nulpunt van hahrenheit's
thermometerschaali), zonder dat hij zich
daarover opwindt. Bij zulke temperaturen
sun uit den aard der zaak voorzorgs
maatregelen noodig, waar bij ons zeil»
de eigs-e kouk.eum niet aan denkt.
Het was in Rusland, dat men het
eerst bedacht om de ooren door klepjes
san de muts te beschutten. En de Hus
is zoo verstandig de mouwen van zijn
schapenpels zoo lang en wijd te maken,
dat hij gemakkelijk daarin de handen sa
men kan brengen. Zijn koetsjina een
bontmuts hangt af tot laag in den
nek. Ook het slaan met de armen en het
krachtig trappelen met de voeten moet
oorspronkelijk een Rueeische gewoonte
zijn en wordt daar te lande veel vaker
toegepast dan bij ons.
Gedurende den eigenlijken winter
houdt de Rus zijn woning bijna herme
tisch gesloten en hij heeft er alle reden
voor. Ook de meeat enthousiaste slaper-
met-open-ramen sou zijn overtuiging
bers en, als hij 's morgens opstond met
een bevroren neus. In Rusland is zooiets
eenvoudig onmogelijk. De reten van de
ramen worden met uitgeplozen vlas vol
komen luchtdicht afgesloten en slechte
een klein raampje dient voor het luch
ten. S.aat het raampje intusechen meer
dan vijf minu en open, dan kan men op
nieuw beginnen het huia warm te atoken.
In Siberië, waar de temperatuur bui
ten den zeer strengen midwinter zeer
dragelijk ie, zorgt men bovendien voor
een warm lichaam door middel van
brandewijn en zeer vet eten; dit bevor
dert, zooals bekend, de warmte-ontwik-
kel ng van het lichaam. Men vindt* daar
geen huia zonder vestibule, want als het
e genlijke huis rechts.reeks door een
deur met de buitenlucht in verbinding
stond, zou het geheel koud en onbe
woonbaar worden .wanneer men de deur
slechts drie- of viermaal had geopend.
De beste, gezondste en tevens doelma-
t4gs e winterk.eeding dragen de Cana-
deesche eskimo's. Als onderkleed pg
dragen zij een rendiervel met den ha-
rigen kant naar binnen. Daar overheen
komt een broek van zeehondenvel en
tenslqMa om in de buitenlucht te ko
men nog een bontjas, die echter
hoogstens tot de knieën reikt. Op het
hoofd dragen tij een bontkap, die vaat
om het hoofd sluit en aan beide zijden
neergetrokken kan worden.
De handen worden bedekt door wan-
45 ets
9
Den volgenden dag bracht het ochtend
blad een nieuwe sensatie- Djr. Drapt*r
had met eenige der neeren, die aan bei
onderzoek deelgenomen hadden, gedi
neerd in hei iutz, toen eensklaps een
vreemdeling naar hun tafel was toege-
loopea en voor Draper was blijven staan,
hem strak aankijkend. Hy hief de beide
handen op, als deed hij een bezwering
en mompelde eenige woorden. Dr. Dra
per, die opgestaan was, v*ai doodsbleek
in zijn stoel terug.
Voor zijn difchgenooten van hun ver
bazing bekomen waren, had dt vreemde
ling zich omgedraaid en verliet de zaal
Niemand had een poging gedaan hem
tegen te houden. Toen Dr. Draper van
den schok hersteld was, vertelde hij, dat
de man een Hindoepriezter waa en dat
de woorden, die hy gesproken had, be-
teekenden:
„De wraak van den God wacht den
schender van den tempel."
Dienzelfden avond nog gaf Draper het
voornemen te kennen, het beeld te willen
verkoopen.
'e Middags hoorde Howard van Sir
Herbert Lessington, dat hij er honderd
duizend pond voor gevraagd had. En er
waren reeds geruchten in omloop, dat er
een fonds gesticht zou worden, om het
voor een der musea aan te koopen.
Maar dat is dwaas," zei Howard.
„Meer dan vijf duizend pond ia het beeld
in geen geval waard."
„Je vergeet die raadselachtige eigen
schap van het lachen en je vergeet ook
de reclame, d.e er door de onderzoekin
gen in Parijs en hier voor gemaakt ie.
Ïm?** meer <^an Amerikaansche
millionair voor te vinden zijn, er dat be
drag voor te betalen. En dan vind Ik het
ook werkelijk beter, als we bat hier sou-
Ma kunnen houden."
ten, de voeten door bontschoenen. In
deze kleeding heeft men alle mogelijke
vrijheid van beweging, terwijl men toch
dagen achtereen de felste koude kan
verduren, verondersteld, dat er geen
wind ie. Tegen wind bestaat er bij die
pooltomperatuur eenvoudig geen be
scherming. Zulk een eskimo-uitrusting
weegt ongeveer 10 K.G., dus niet veel
meer dan onze gewone winterkleeding.
In Noord Canada en Alaska heeft men
overal geen dubbele, doch zelfs driedub
bele ramen. In Alaska wordt het ook
meer en meer gebruik om evenals in
Noorwegen de groote baksteenen oven
in het midden van de huiskamer te
plaatsen, zoodat men aan alle kanten
van de warmte kan profiteeren. Voor
ons zou zulk een kachel, die dagelijks
3 a 4 kub'eke M. hout verslindt, allesbe
halve goedkoop zijn, doch hout iz zoowel
in Noorwegen als in Alaska verreweg de
goedkoops.e brandstof.
door
M. B. UNDSEN
Het rood Ucht waarschuwde boven de
deur van atelier 4, er was opnams.
Het atelier wae wonderlijk rustig als
men even tevoren in het atelier 8 er
naast, wae geweest. Daar was men be
zig met massa opnamen. Geschal van
muziek, lach, roepen; het etelde voor:
een bal-masqué. Twee honderd figuran
ten werkten er aan mede. In atelier 4
stond Louloi Cortes. Ze droeg een ele
gant wandelcostuum en een kleinen
hoed, waarvan de sluier tot aan haar
lippen reikte. Gedurende de scène met
haar partner Lèon Helmo veranderde ze
wem g van plaats. Ze sprak met naar
diepe s.em en aan bet einde van de
scène wendde se zich loom en verachte
lijk om van den jongen man, die haar
trachtte te weerhouden en ging heen.
De scène werd eenige malen gerepe
teerd en daarna gedraaid. Het waa de
laatste reeks opnamen. Louloi begaf zich
daarna met haar kleedster naar haar
kamer, om zich te kleeden.
De regisseur beschouwde de negatie
ven en liep plotseling naar de. kleedka
mer van Louloi.
Hij klopte aan en zei: Ik moet die
scène nog eens drsa.an. In vijf minuten
ben je klaar.
De kleedster kwam naar buiten en
vroeg wat hij wenachte. „Juffrouw Louloi
moet zich klaar maken, ze moet nog
eens opkomen." Dat kan niet. Ze kleedt
zich aan om naar huia te gaan."
„Dan kleedt ze sich maar weer aan,
herhaalde de regisseur ongeduldig. In
vijf minuten is ze hier, begrepen?
Vijf minuten verliepen, tien minuten,
en de regisseur wilde zich al mopperende
naar haar kamer begeven toen Louloi
verscheen. Ze scheen uitermate slecht
gestemd en antwoordde nieta op zijn
verontschuldigende verklaring. Maar ze
ging op haar aangewezen plaats ataan.
De kleedster met poeder en poederdons,
schmink etc. stond al klaar, wanneer 't
mocht blijken, dat ze te vlug opgemaakt
was. Het was een oude vrouw, met
scherpe donkere oogen. Ze gaf zich uit
voor Spaansche.
De scène werd gedraaid, daarna ging
de ster heen en de regisseur evenzoo,
haar par.ner gingen elk zijns weegs.
Ze zei tegen haar kleedster: Ik ga nu
direct naar huis; breng mijn mantel
hierheen. Ik heb geen tijd meer om me
af te schminken. Ik ga nu direct weg.
,-M&ar er moet een logische verklaring
voor dat lachen zijn, Sir Herbert. Ik ben
er nog steeds -van overoiigd, dat die tv
vinden is. En eerlijk gezegd heeft Dra
per me van het allereerste oogenblik af
tegengestaan."
„Hij maakt van de gelegenheid ge
bruik. Dat kun je hem moeilijk kwalijk
nemen, al vind ik ook zijn handelwijs
niet direct sympathiek."
Howard schreef een paar dagen later
een scherp ar .ik el tegen het plan, het
beeld voor een dergelijke som aan te
koopen, maar bij werd al spoedig ge
waar, dat zijn protest tevergeelsch was.
Binnen een week sou het bedrag bijeen
zijn en Draper had sich verplicht, het
voor dien tijd aan niemand anders te
verkoopen. De commissie had voorloopig
een verder ondersoek onnoodig geacht,
maar Howard had van geen opgaven wil
len weten. Draper bad hem, mot een
sarcastisch lachje om zijn bloodlooze lip
pen, toegestaan, het ondersoek al.een
voort te zetten.
„Je bent werkelijk koppig, Howard,"
had Lessington hem gezegd. Ik begrijp
niet. wat je denkt te vinden."
En hij vond ook werkelijk nieta. Hij
werd onrustig, het lachen van het beeM
vergde meer van zijn zenuwen dan hij
wilde bekennen en vaak scvrok hij 'a
nachts wakker en meende het schrikwek
kende geluid dan te hooren.
Hij had nu ook bericht ontvangen van
den man, dien zijn advocaat naar Dun
dee gestuurd had om inlichtingen over
Diana Lessington in te winnen en dit
rapport droeg er n;et toe bij, hem rue-
t ger te stemmen, want volgens die in
lichtingen was D'ana, in tegenstelling met
hetgeen Sir Herbert hem verteld had, dik
wijle op reis en sommige van die reizen
duurden zeer lang. En de tante, mot wie
ze het kleine landhuis bewoonde, wiet in
de meest* gevallen niet, waar se heen
ging.
Op den dag dat Draper zijn ehèque
van honderd duizend pond ontving en
bet beeld naar hat museum werd over
gebracht, ontving Howard «sa berichtje
Dat was hst laatst# wat mtn fan haar
»ag.
Den volgenden morgen om zeven uur
vond een werkster, tot haar doodelijke
ontsteltenis het lijk van de actrice. Een
dolk stak in haar hart. Ze droeg nog
steeds het costuum waarin ze gefilmd
had, zelfs den kleinen hoed met de
vo.le. "Wie vermoordde haar en wan
neer? Volgens de verklaring van den
chauffeur was ze gekleed zooals men
haar dood had gevonden, ingestapt met
de kleedster.
Halverwege had zij laten stoppen, be
volen naar huis te rijden, en wes zelf
uitgestapt met de oude vrouw. Hij ver
klaarde dat ze zeer nerveus was Ze
dacht blijkbaar voortdurend aan iets en
liet opeens stoppenzonder eeq; verkla
ring te geven. Toen de taxi wegreed had
ze nog gezegd: Rij maar door, ik heb je
vanuaag met meer noodig. Een andere
taxi wenkend, terwijl ze zenuwachtig 't
adres van het filmatelier opgaf. De
kleedster, evenwel bekend met haar lief
deegrillen was naar hu's gsgaan.
Is het te verwonderen dat de moord
een sensatie verwekte. Ten eerste wae
het een uitent geheimsinnig geval, ten
tweede gold het hier een wereldberoem
de vrouw. Er werden versche dene per
sonen verdacht, o.a. de chauffeur, doch
alles leidde tot nihil. Of er hier een
sprake wae van roofluet dan wel wraak
lee bleef onopgelost. Het taschje der
vermoorde wae verdwenen, evenals de
kostbare juweelsn, die zij dien dag ge
dragen had. Anderen dachten echter,
dat deze diefstal slechte de ware motie
ven moesten verbergen, dat h!er een of
andere jaloerzebe vrouw in bet spel was.
Hoe het sij, de politie zocht tevergeefs
den moordenaar.
Twee metuchen waren ontzettend ge
schokt door den misdaad: De kleedster
en de regisseur. Dan Langley stond voor
het éérst in syn leven voor een moei-
iykheid, d e hij niet omver kon gooien.
Wie was de opvolgster van deze vrouw?
Hij ergerde zich aan het plotselinge af
breken van de film. Hij wenechte de
film af te draaien, het lag in zijn na
tuur, om iets wat begonnen was, óók af
te maken. Tenslotte besloot hij op jacht
te gaan naar een dubbelgangster.
Er bleken vrouwen genoeg te bestaan
die gaarne deze plaats inqemsn wilden.
Een ervan leek treffend op haar, zoowel
toon als bewegingen. Ze was nauwelijks
20 jaar oud. Ze had bovendien veel meer
temperament dan Louloi bezeten had.
Dan Langley kon tevreden zijn.
Hij kon zijn film afdraaien en het sou
in meteen een sensatie geven, dat
srond vast Een dubbelganzter van
Louloi.
Op den dag dat de opnamen hervat
zouden worden, was iedereen zenuw-
acht g. De kleedster vroeg huilend of sij
bij de nieuwe ster. genaamd Lilian Rey
behulpzaam mocht zijn bij schminken.
Het feit, dat zelfs de ster haar in haar
testament gedacht had, kon haar niet
troosten. Zoo hielp ze dus de n:euwe
ster kleeden en er way iets spookach
tigs in voor allen, die de laatste opna
men van Louloi hadden meegemaakt,
deze dubbelgangster van haar te hooren
en te zien. Maar het succes was voixo-
en.
Weldra was de oude filmster Louloi
Cortex vergeten. Men vond in het alge
meen, dat ze véél meer talent had dan
Louloi. Lilian was binnen een jaar be
roemder, dan welke filmster ook. Zeker
zou zij een paar jaar deze plaats heb
ben behoudeh, als niet een gevatte kou
de plotseling een einde maakte aan haar
ren.
Ze stierf binnen enkele dagen. Groote
droefenis heerschte alom.
De wanhoop der oude kleedster was
afgrijselijk. Z« wierp zich op de knieën,
rukte zich de haren uit het hoofd, wan-
Weer laat het wakk're N C C.,
Het stormsignaal weerklinkenj
Nog dreigt de awarte en sis wolk,
Nog vreest «#n dsel vaa Netrlaads' valk,
ln armee weg, te zinken.
Nog dringen honger en gebrek,
De schamele hu een binnen.
Nog le er armoe, leed en nood,
Gebrek aan kloeding M aan breed.
Ia tal van huisgezinnen.
■Tet N C C. vraagt om den steun
Ven ieder, die kin geven.
Helpt allen drie eendrachtig mee
En s'eunt het crisis-comité
In dit lofwaardig strsvenl
Het Kerstfeest staal weer voor 4a i
WJtn sou het n et verblijden,
Wsnnser er in de duisternis,
Een wein'g licht te brengen is,
E«n weinig troost ln 't lijden?
«stok stond se
ESt I
kelend, steunend op
bij het graf. Toen de kst zonk, slaakte
ze een vreeselijken kreet en zonk in
elkaar.
Den volgenden morgen las men, dat
de oude vrouw zich van het leven be
roofd had.
Eenigen tijd daarna ontmoette Léon
Dan Landlef. In de rauxe dineerden se
samen. Plotseling zei Dan: „Ik weet wie
de moord gedaan heeft".
Dan staarde hem aan. Hoe weet jy
dat? Hoe, wie ie het dan, kwam het hor
tende antwoord.
Herinner je je nog alles héél precies,
hoe allee liep? We werkten met 'n korte
middagpauze van des morgens negen
uur, tot ongeveer 4 uur. Toen waren we
aan de scene, waarin je Louloi op
straat ontmoette, enkele woorden met je
wisselde, en je dan. ondanks de smeek-
beden, verlet. Ze ging naar haar kleed
kamer, daarna draaiden we nog twee
kleine scènes, toen kwam ik tot de con
clusie dat de opname nog renmaal ge
draaid moest worden. Ik heb vaak ge
dacht, dat ze vlak da «ma vermoord
moest zijn, maar we hebben ons alle
maal vergist. Ze werd daarvoor ver
moord. Ze was vermoord toen ik in haar
kamer moest zijn, om te vragen, of ze
nogmaals op wilde komen.
Maar je wilt to*h niet zeggenMaar
dat is toch waanzin?Je wilt toch
niet zeggen, dat die vrouw haar heeft
vermoord?
Die arme, oude vrouw stak d'e dolk
in haar hart. Toen ik aanklopte had ze
haar vermoord. "Waarschynlijk had ze
er niet op gerekend, dat Louloi zou wor
den teruggeroepen, doch het was niet in
staat haar koelbloedigheid aan het wan
kelen te brengen.
Maar we hebben toch die tweede op
name gemaakt? Je wilt toch niet bewe
rendatdat
Juist, Dan zei Leon. Louloi en Lilian
rijn evenbeelden. Ze gelyken ale twee
druppels water. Herinner je dat ze een
slu'er droeg die haar gezicht wat be-
Gesprongen handen-Ruwe huid
sosneoct. PUROL
Bij ApofheUers en Drogisten
dekte? Dat ze slechte enkele woorden te
zeggen had en daarna wegwandelde als
een beieedigde voretin? Herinner je
dat Louloi'e dood den weg opende
naar roem en fabelachtige rijkdommen,
voor een eerzuchtige, jonge vrouw.
Maar meen je dan dat Lilian?
Dan knikte.
Sinds de begrafenis heb ik er over
gepeinsd. Toen ben ik gaan onderzoeken.
Lilian figureerde in atelier 8, vlak naast
ons, op dienzelfden middag. Er waren
200 figuranten, haar verdwijn ng moet
zijn geweest als een speld in een
hooiberg. Ze was in de kleedkamer ge
komen, trok het costuum aan, der ver
moorde vrouw, evenzoo echoenen, hoed,
koueen enz. Gemakkelijk genoeg voor 'n
kleedster, die tevoren al wist, wat se
met dis opname moest dragen. Natuur-
lyk zou ze dan een eindje meeryden,
daarna uitstappen en een andere taxi
aanvragen en teruggaan naar het ate
lier Het ie in één woord geniaal be
dacht door die duiveleche oude vrouw.
Maar boe ben je op de gedachte
gekomen?
Door de wanhoop der oude kleedster
en door den kreet dien zij slaakte, tóen
ze by het graf ineen stortte. Ik ken an
derhalf woord Spaanach en verstond
d e woosden: Mijn kind.
Het was haar dochter, Léon. Ook dat
heb ik onderzocht. Deze moeder hield
van haar kind, op een vernietigende,
woeste wyze. Om baar rijk te maken,
zette ze alles op het spel. En toen het
spel gewonnen waa, kwam de dood en
legde zijn troef op tafel.
(Nadruk verboden).
van zijn advocaat, dat Diana Lessington
zich in Londen bevond. Murray, de man,
dien Gregory met het onderzoek belast
had, was haar vanaf Dundee gevolgd,
maar hy was dezen ochtend haar spoor
n Londen kwyt geraakt.
Howard begaf zich naar hot huia van
Sir Herbert, blèef er dineeren. maar be
merkte nieta van het meisje Naar alle
vraarschynlykheid wisten baar uom en
tante dus niets van haar verbluf in Lon
den af. Hy gaf syn advocaat de op
dracht, alle pogingen in het werk te «.el
len het me sje op te sporen, maar dit
had n et het minste eucces.
Intusechen was de Lachende God in
een aparte zaal van het museum voor
et publiek te bezichtigen. Duizenden de
fileerden langs het monsterbeeld en nie
mand b eef onbewogen by bet zien van
het duivelachtige gelaat. Maar op de
oogenblikken, dat de God lachte, heersch
te er onder de bezoekers een onbeschrij
felijke opwinding. Verschillende malen
velen er zelfs vrouwen in onmacht en
daarom werd besloten, voorloopig nie
mand meer tot de zaal toe te laten. Men
'■oopte, dat de tijd de aandacht wel eeni-
germate van den Lachenden God zou af
leiden, maar de gebeurtenissen der vol
gende dagen hadden juist het tegenover
gestelde ten gevo'.ge.
Op den eers en dag. dat het beeld niet
langer ter bezichtiging werd gesteld, had
een der bewakeis na sluitingstijd in het
museum een vreemdeling, d e naar zijn
beschryving de Hindoepriester moest
zyn, door welke Draper in bet Ritx be
dreigd waa ontdekt, die trachtte de'
deur van do zaal, waarin het beeld nu
ondergebracht was. te openen. Het ge
lukte den vreemdeling te ontkomen,
waarschynlijk door de tuinen. Hoewel
onmiddeliyk de polit'e gewaarschuwd
werd. was er geen spoor van hem te
vinden.
Den volgenden dag vermeldden de
avondb'aden het verslag van een sen-
aat'oneelen moordaanslag op Dr. Diaper.
Tsrwyi deze in bet strand lisp stofte
er esnaklaps m taxi naast hm tm
lange gestalte boog zich uit het portier
en een dolk vloog rakelings langs Dr.
Draper, die, hoewel geheel on .daan, toch
nog de tegenwoordighe d van geest ge
had had, snel opzy te springen. De dolk,
een wapen van Oosterach maaksel, sloeg
een barst in een groote spiegelruit,
waardoor bewezen werd, met we.k een
kracht deze geworpen was. De taxi was
op hetzelfde moment in het drukke ver
keer verdwenen. Geen der getuigen van
den aanslag kon er het nummer van op
geven.
De derde sensatie bereikte het pu
bliek drie dagen later. Er waa een nieu
we pog ng tot inbraak gedaan in bet
museum, waar de Lachende God sich be
vond ditmaal van buigen af. Een der be
wakers had een gerinkel van gebroken
glas gehoord en onmiddeliyk alarm ge
maakt. Men ontdekte, dat in de zaal van
den lachenden God een ruit uitgesneden
was. Ook nu werd geen spoor van den
dader ontdekt. H»t gevolg van deze laat
ste poging was, dat de Lachende God
's avonds opgeborgen werd in de zooge
naamde schatkamer, een kie n vertrek
dat men beter een groote eafe kon be
titelen en waarin de k os. baars te verza
mel ngen uit het museum, onder meer
een un eke collectie oude zieraden, be
waard werden.
Het was dit laatste berichtje, dat Ho
ward's aandacht weer op den Lachen
den God richtte. Een week lang had hij
ln een nerveuze stemming rusteloos door
Londen gezworven, in de hoop, dat het
toeval hem het meisje sou doen ontraoe
ten. Zijn zoeken wae al even vergeeft
ale dat van Murray. En toch zei Ho
ward's gevoel hem dat se nog steeds ir
Londen was. Waarom, kon hy en tracht
ten hy ook n'et te verklaren, evenmin
als hy etn verklaring wist voor de in
geving. die hy kreeg by het le*en vsr
dat laatste bericht e. Maar nog dien
zelfden avond bezocht hy den directeui
van het museum en k-e-v toee'enrniin"
het onderzoek van het beeld voort U wt-
fen. Twee dagen achtereen, zonder zich
bijna den tüd la naam. te «ton, werkte
hy overdag in de gewone zaal, 's avonda
in de schatkamer waar bet lachen van
het beeld nog valacher scheen ie klinken
dan anders. Zyn zoeken leidde nog steeds
tot niets en toch wae hy er van overtuigd
dat het beeld op de een of andsre ma
nier te openen moest zijn. Een ol meer
van de duizenden kleine reliëffiguren op
het lichaam hield dat geheim verbor
gen, maar hy zou het vinden! Op den
derden dag van zyn onderzoek kreeg hij
een briefje van den directeur, waarin
deze hem mededeelde, dat Draper hem
verzocht had, dien avond nog eens by
bet onderzoek aanwezig te mogeu zijn.
Draper sou binnen eenige dagen Enge
land verlaten en wilde zijn vondst nog
eens bewonderen. Hy zou zich om acht
uur aan het museum vervoegen.
Hoewel het Howard niot zeer aange
naam was, begreep hij, dat de directeur
het verzoek niet had kunnen weigeren.
HU dineerde vlug in hst dich'st bijs linde
restaurant en was om balf acht al woef
in de schatkamer terug. De Lachend*
God had sich ditn dag nog geen enkele
maal zUn naam waardig getoond, maar
na Howard's terugkomst scheen hij syn
schade te willen inhalen. Buna een kwar
tier lang, met slechts eenige korte on-
ierbrekingen, klonk het gelach door het
vertrek en de s.ilte. die *ir op volgde,
scheen Howard des te benauwender toe.
HU etond op en ):ep tusschen de vitri
nes op en neer.
,Mr. Howard," klonk het eensklaps.
Hy draaide sich om en keek naar ds
leur, in de meaning «lat ren der bewo
ners hem riep, maar de deur was ge-
iloten
„Mr. Howard, verlaat onmiddeliyk
et vertrek, waarin U sich bevindt. U
/erkeert in levenegevaar."
Het duizelde Howard en bij greep zich
/ast aan ds vitrine, waar hU bU stond.
")e woorden waren uit den Lachenden
tod gekomen, maar wat hem den groot
ten ecboV zegeven had, wae de stem
geweeet. Want het beeld had gesproken
■dliiMW One» Dttlw.
IWaadt nrralid.)