ALBERT HEIJN
Cor de Gruijter
Behangselpapier
p«tMÏL'
Geweldige lage prijzen, wegens W
stormloop van deRrorige week nog- f
maals geprolongeerd#
if
Mimagorii u. liepeli, rods Mening u, mei. 3101, mu
U x t
EEN PORDSPAH RIJST GRATIS
EXTRA AANBIEDING RIJST
SPENENZALF
25 cent
f 5 I
Lage prijzen
F. BIJLSMA'S Boekhandel
„MONTALINE"
FILTERWATTEN
KETTINGEGGEN
Firma J. A. P. v. VLIET
BERICHT VAN INZET.
ONROERENDE GOEDEREN
Woensdag 21 Febr. 1934,
Notaris TEIJINCK.
Haven W.-Z. 34, Schoonhoven
2e hands Motoren
te koop aangeboden:
Slagerij-Inventaris
ELECTRISCHE
IN PRIJS
VERBETERD
IN CONSTRUCTIE
I.e. M0RTER& Zonen
f 25.--
HEEREN ROOKERS
R. VEERMAN
Blauwkeper
Werkpakken
en Overalls
,,De KleineWinst"
BIJ AANKOOP VAN 2 PONDSPAKKEN RIJST
Onze bekende 2-daegsche
Goedkoop* reitanten H oont
Bezoekt de Toonkamer - Dam 5
Vanaf 16 Februari gelden onder
staande sterk verlaagde prijzen,
voor Sunlight Zeep en Rinso!
Een welkome besparing voor
edere Nederlandsche huisvrouw
4 groote
stukken thans
Reuzen pak
thans
ËJt 12 cent
De geschenkenbons
bl jven gehandhaafdl
Kan a rievogeli
Anton Cocpf
GOUDSCHE WAGENSTR. 96-28-30
ROTTERDAM
3 pond Pracht Runderlappen f f-OO
AtfntiMi KALFSVLEESCH At««nti»i
Van Rondom
OOK DE LUISTERVINK MOET 'N VEER LATEN.
Mengelwerk
DE VERDWIJNING VAN LORD
CARLISLE
yv
HONIG'S BOUILLONBLOKJES Ihans 6 voor lOcl
DE GOUDEN SPIN.
J' L
EERSTE BLAD.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT Schoonhovanich* Coursnl
VRIJDAG 1» FEBRUARI 1»M
Bijbels, Kerkbijbels, Kerkboeken, Teksten
Lange Tiendeweg 18 Tel.2330 Uouclj
geperst en ongeperst
laga prijzen!
Kleiweg BB Gouda
DE
op 14 Februari 1654 ingezet, ptaan
in bod als volgt:
Perceel 1. Het WOONHUIS,
flend, 88 te Schoontioven,
aan de Koestraat, op 4900
Perceel 2. Het WOON- en
WINKELHUIS, gend. 77
aldaar, aan da Koesraat,
op 1700
Perceel 3. Het WOONHUIS,
gend. 25 aldaar, aan de
Havenetraat, op1100
Perceel 4. Het WOONHUIS,
gend. 27, met Tuin al
daar, aan da Lopikerstr.,
op a4200
Perceel 5. Het DUBBELE
WINKELPAND, gend. 29
aldaar, aan de Lopiksr-
etraat, op 4375
De AFSLAG blijft bepaald op
dis tvonds 7 uur,
to Sohoonhovon In hat Koffiehuis
van da OEZ. DEN HOED.
Steeds voorradigs
Kettingen Frames
Wielen Zadels
Kabels Carburators
Magneten Elec. Ipst.
enz. enz. - enz.
1 Gilet MotOr 1938 1929 "Tl 5
1 Villier* Motor 25
i H.-D. 5-7 Pk. 1935 - 35
1 Evan* Hulpmotor-30
ook bij gedeelten.
Te#bevragen C. P. v. VLIET,
Dorpstraat K 53, Moordrecht.
VERLAAGD
HOOOSTRAAT 17-21
G O R INC HEM
kost een prima Ri)
wiel met 2 jaar ga
rantie. Spaart Uw geld. Koopt of
bestelt nog niet. Vraagt eerst gratis
prijscourant met juiste afbeelding
en beschrijving.
W. VAN HEERDT,
Fabrikant, Lunteren.
KOMT NAAR
Turfmarkt 58 - Gouda
en U koopt voor 1.75 100 goede
Sigaren, kistje* v. 50 flipJte Knak-
«igaren ruimen wij op voor ƒ1.
Vorder een groote partij Frans
Lahar doosjes van 10 *tuk« van 80
voor 22M cent. Sigaren van 4-0-8-
10-12 en 15 cent en hooger voor
spotprijzen. Wij geven bij deze op
ruiming 13 Sigaren voor 1 kwartje.
Verder zeer lage prijzen in kleide
Sigaartjes. Crisis Tabak 10 c.t p.o.
Wij garandeeren
voor onza
kleur e n kwaliteit I
Korts Tlsndewtg 22
GOUDA
Goedkoop en Gezond
Voedlngi-Mlddel
Alleen van Zaterdag 17 t.m.
'Vrijdag 23 Februari a.s.
(Van dezelfde Kwaliteit als de gekochte)
Ieder kooper van twee pak, ontvlngt dus 3 pakken
vier T
Onze prijzen zijns
TAFELRIJST p. pondsp. 10 ct. JAVARIJSTp. pondsp. 16ct.
extra
enz.
extra
12
22
Alleen Vrijdag en Zaterdag Afgehaald uil den winkel
A,H KARNEMELKZEEP 3 stukken voor 88 cl.
ADVOCAAT, extra kwaliteit, p. flesch v 1.45 188
allerfijnste kwaliteit 1.60 138
MAAKT U HET LEVEN QOEDKOOPERII
p ki Oorkum, Hoogstraat 21, Tal. 321
Oouda, Markt 51, Tof. 2135
16 - 20
25 cent
per pak
bericht U beleefd de aankomat
van de nieuwe partijen 1834
Vooral In do modarno otofoffooton oon praohtcollactla
vanaf 16 OOilt mot ultgooohulpto randan.
Patronen die In de séaalbocken der schilders voor 80 ct. staan, worden
aangeboden voor jb-40 ct. Door tijdige aankoop ook de goedkoopere
patronen 30 beneden staalboekprljzen. Huiseigenaren en aannemers bij
grootere afname extra korting.
Ook na 8 u,'. avond, te zien zonder verplichting tekoopen
Groote keuze glaspapfer - Zie de etalage op den Dam
Aanbevelend C. de Gruijter - Schoonhoven
prima zangers mil
p. paar, Norwich
Kanaries f 12.50 p. paar, Oroena
en Blauwe Parkieten, Sijajes, Put
ters, Vinken, j*p. Nachtegaal, en*.
Vogelkooien voor alle soorten vo
gels, in verchroomd, vertind, lak
en koper vanaf f 1 40 Aquariums
voor koud- en warmwater, in alle
maten. Tevena alle aoorten koud
en warmwatervlsch en bljbehoortn-
de benoodlgdheden. Wlttaad, extra
aanbieding 15 ct. per Jtllo.
LOEF'a Vogel- en Aquarlumh.
Kleiweg 60, Gouda
DROGIST
WIJDSTRAAT - GOUD»
Gom.Ion Reuzel p. pond 80 ot.| gemalen Rundvat p. pond 88 ot.| Spekleppee
p. pond 88 ot., Varkenecepbonade p. pond 38 ot., Runderlappen p. pond 3*ob,
per Kilo 78 ot.| dik Hiorvet p. pond 48 ot.i fljno gekookte Hem 30 ot. p.pand
gekookte Worat p. pond 30 ot.. Gehakt p. pond 88 ot.| loopvlooeoh 30ot. p.p.
5 pnd. Carbonade voor f 1.- - pracht Kalfiloppen T 0.30 p. pnd. Fricandeau f 0.36 p. pnt
twibp» BLAD.
NICUW0BLAD VOOR ZUID-HOLLAND IN UTRICHT
Oour.nl
VRIJDAO 1* FEBRUARI 1M4
door JAN KIJKUIT.
Zoo, toen ik de deur van de huiska
mer opendeed, zag ik mijn besten, bra
ven oom Gerrit zitten, de joviale man,
die onder alle omstandigheden den moed
en de vroolijkheid erin houdt. In zijn
kamer heeft een bordje gehangen, waar-
up hij zelf met fraaie krulletters heeft
geschilderd:
„Geniet van het leven ook als ge in nood
[zijl.
„Wat heb je aan 't levtn als js eerst
[dood zijt.
„Aha die Jan," riep hij bulderend, „do
beroemde schrijver. Als je mij maar niet
in de krant zet. Of eigenlijk mag je 't
wel doen. De menschen moeten maar
cwa* hooren hoe je oom er over denkt.
En zet er dan mijn portret bij. Zoo'n kop
als "die van mij zie je niet iederen d&g.
Ha, ha, ha. hal Ik ben zoo gauw niet
benauwd. Wel jongen, hoe gaat 't or
mee. Zit Je niet in de put? Sta je niet
in brand? Trek je geen doodgraversge-
stokt?"
„Neen, oom."
v „Goed zoo, dan zet ik je in mijn testa
ment en dan krijg jij al mijn onbetaalde
rekeningen"
„Heel graag, oom en ik zal zorgen dat
ze voldaan worden. Maar dan moet u
mij eens iets zeggen. U woont daar in de
huurt van Berkenwoude
.JPerkouw mot je dan zeggen."
„Goed, Perkouw dan. Wat ia daar
tooh met die verzekering aan de hand?"
üem Gerrit zwaaide met alle twee zijn
handen, maar vertelde tooh.
„Een lastig geval, een heel laatig ge
val. Ik weet niet wat of lastiger ia. het
geval of de menschen die er bij betrok
ken zijn. Je mot weten dat er in Augus
tus eon hofstee is afgebrand, die verze
kerd was voor f 8000 bij de Onderlinge
Brandverzekering van Perkouw. Afge
brand. snap je? Geen atukkle meer van
o,er, schoon weg. En de eigenaar vroeg
(hf* om f 8000, omdat hij recht meende
te hebben op bet volle bedrag. Maar de
verzekering sloeg het reglement eens op
dat zijn van die vervelende boekles
die dikwijls de grootste ruzie'a veroor
zaken en het bestuur las daarin dat
do onderbouw der gebouwen tot aan de
beganen grond niet in de verzekering
was begrepen. Toon ging 't eens kijken
naar den nieuwbouw. Daar had Je de
poppen aan 't d»*nen. De weduwe, waar
de brand was geweest, had dia onder
bouw heelegaar laten veranderen, ds lui
der was veel grooter gemaakt sn er was
een soortement van heipaaltjes geslagen
onder de oude en de nieuwe kelder, «oo-
dat het bestuur van de verzekering
voorloopig niet het volle bedrag wilde
uitkeeren. maar wol f 0800. De verzeker
de waa daarmee niet content, want die
verlangde 100 prorenten en zeide dat hot
plan tot den herbouw wee goedgekeurd
door hot bestuur Maar het bestuur ant
woordde dat hot niots goed te keuren
had en dat hot alloon maar het plan had
gezien jZe hadden toen goed gevonden
dat er oen hooiberg sou komen in plaats
van een hooischuur. Er kwam een des
kundige van ds verzekering en een van
de weduwe maar die werden het natuur
lijk niet eens en toen sloeg het bestuur
de laatste bladzijde van het reglement
op, waar staat, dat als ruziemakers hst
niet eens kunnen worden, de kantonrech
ter een derde man kan benoemen, wiens
uitspraak dan bindend ie. Nou, dat la
gebeurd. De zaak ia bij den kantonrech
ter en er is bericht gekomen dat de vol
gende week de twee partijen bij dien
rechter moeten komen om te worden ge
hoord, waarna hij een iemand zal benoe
men, die een eind zal maken aan de
ruzie. Wat kunnen de menschen het el
kaar toch laatig maken, hè Bet?" vroeg
oom met een genoegelijfe glimlach.
„Ja, Gerrit," ^antwoordde tante, veT-
diept in het tellen van de steken van
haar breikous.
„En jij breit maar, Bet."
„Ja, Gerrit."
„Vind je dat pleizierig?"
,,'t Mot hè en stilzitten is ook niks."
..Bet," sprak Gerrit op een ongewoon
ernstigen toon, „de woorden die je daar
zegt die houden eigenlijk ds grootste
wijsheid in voor de gehoele wereld
„Begin je weer, halve gare?"
„Neen. Het, nou me«n ik 't een*, ^i*
alle mensohen op de geheele werehPof
alleen maar In Europa, eens dat een
voudige beginsel van Bet's plichtsbesef
wilden overnemen; als ieder eens kon
zeggen: 't Mot hè, en stilzitten ie ook
niks", wat *oud«n we dan een groot eind
opeq^letsn naar de verbetering
„Be werkloosheid...." wierp ik er
tusschen, maar Oom ging voort.
„Daar heb ik 't juist over, broekie. De
werkloosheid is er en al zegt een werk-
looze „Stilzitten ia ook niks" dan heeft
hij nog geen werk. Dat wil leggen, hij
heeft geen werk dat hij vroeger heeft ge
daan en daarop zal hij nog lang moeten
wachten Maar zijn trouw, die is niet
werkloos, die moet onder veel moeilijker
omstandigheden tooh voor het gesin zor
gen Als de werklooze nu het plichtsbesef
van Bet had zou hij zeggen ,,'t Mot hé",
in plaats van met de handen in de zak
ken met zijn makkere te staan kletsen
en zou bij zijn vrouw in alles helpen,
met de wasch zoo goed als met het huis
werk."
„Nou, Gerrit, daar ben ik nu eens blij
om, dat van je te hooren, want datzelfde
heb Ik al dikwijls gedacht en nog wat
anders ook. Terwijl ik zat te breien viel
mlijn oog op een advertentie, waarin de
een of andere maatschappij een wed
strijd in breien uitsohreef. Op de brei-
,jWeet je," zei Teun, „lk zal Jullie zeg
gen hoe dat zit. De meesten van die
werkloozen zouden wel zoo wille» doen
als jullie zeggen, maar de een is bang
voor den ander, dat hij onmannelijk werk
zal doen en dan vinden ze H flinker hee-
lemaal niks te doen."
machine du. Wie de meest* kleding
stukken breit krijgt
lk zoo zat te breien daoht ik bij mijn
een prijs. Nou, toen
eigsn: kijk, dat zou nou eens wat lijn
voor ds werkloozen, soo'n breimachine.
Maar ik dacht tegelijk aan die vrouwen
die dat er niet bij kunnen nemen. Ik
dacht zoo: als die mannen dat nu eens
wilden aanpakkenl Zij hebban niks te
doen als eens per dag te gaan «tempe
len zij zouden dus heel wat uren kunnen
breien, dus ook heel wat verdienen en
toch nog genoeg tijd over houden om met
hun kameraden van gedachten te wisse
len over het regeeringsstelsel en de w«-
roldpolltiek
„Ja, ja„, merkte ik op, „maar wie zal
do dure breimachines betalen?"
„Als ze eens begonnen met gewoon te
breien zooals lk en aooals de schaapher
ders tooh ook doen," ssi tante. ,.Ze zijn
dan bezig en maken zich nuttig, wat je
nou niet altijd van allemaal kunt zeg
gen."
door
MAUD O'CLAREN.
Een van de meest buitengewqtae ge
vallen, welke mijn vriend, detective Har
ry Bfuce, ooit heeft behandeld, |s wel de
bekende zaak-Garlisle.
Eigenlijk heelemaal niet buitengewoon.
Het merkwaardige was alleen de ma
nier, waarop Harry Bruce deze zaak be
handelde en tot een sensationeel* oplos
sing bracht.
Op zekeren middag was ik toevallig
bij hem op bezoek, toen cLe huisknecht
de komst aankondigde van 'Lord Carlisle
een der rijkste en meeat bekende man
nen van hot land.
Bruoe verzocht den bediende Lord
Carl'sle binnen te laten en wendde sloh
tot mij met de woorden: Hij komt be
paald in verband op den moord van
Fred Brown.
Ik keek mijn vriend vragend aan, die
mij laohend de krant in de hand gaf,
waarin met blauw potlood omhaald, het
volgende berloht stond:
Lord Carlisle, die eenige dagen in
Londen vertoefde, is heden met spoed
afgereisd naar zijn landgoed in Schot
land, waar sijn ssoretaris, ds heer Frsd
Brown, vermoord zou zijn, Naders bij
zonderheden lijn nog niet bekend"
Juist had ik dat gelszen, toen Lord
Carlisle binnentrad. Regelrecht trad hij
op Bruoe af, reikte hem de band en nam
daarna plaate.
Ik kom loo Juist terug uit Schot
land, zei hij opgewonden, waar ik de be
grafenis bijgewoond heb. Die arme ke
relU hebt natuurlijk reeds een en
ander gehoord?
Bruce knikte.
Ik wilde u verzoeken de zaak in
handen te nemen, ik aoht de dorpepoli-
tie niet bekwaam genoeg om licht hierin
te brengen.
De detective daoht een oogenblik na en
stond toen op om terug te keeren met
een epoorboetye.
Ik vertrek nog hedenavond om een
onderzoek in te «tellen in Schotland,
zeide hij, in aijn spoorboekje bladerend.
U komt niet dikwijls op uw Sohot-
aohe goederen? vroeg hij, het boekje
dlohtalaand.
Neen, antwoordde Lord Carlisle, hetii
me daar veel te eenzaam en verlaten. Ik
hou liever van Londen, daar ia gezellig
heid en drukte.
Zeg John, wendde de deteotive zioh
eeneklapi naar mij, weet je, dat Lord
Carlisle ook in Indlë is geweest?
Ala ik me niet vergist, was u, evan-
ali mijn vriend hier, in Dehli
Inderdaad, zei de Lord.
Een mooie etad, preei Bruoe. Ik
ben er wel nooit geweeet, maar ik heb er
veel van gehoord. Vooral de Angkor Vat
moet bijsonder mooi zijn
Juiat wilde ik Bruee er op attent ma
ken, dat ds Angkor Vat zich niet in Dehli
doch in Cambodija bevindt, toen ik tot
mijn verbazing den Lord hoorde zeggen:
34
Wood begaf zich, toen hij in het kamp
terug was, regelreoht naar de tent van
Si» Herbert. De zieke was alleen en lag
is een Uohte sluimer. Wood nam hem
eenige oogenblikken acherp op en verliet
dan stil de tent weer. Het onderzoek,
dat hij daarna in Howard's tent instel
de, leverde hem geen enkel positief ge
geven op. Het bed waa bealapen geweest
en Howard's weinige eigendommen la
gen op de geïmproviseerde toilettafel.
Voor het overige wooa er niets op, dat
er iets bijzondere in de tent bad plaats
gevonden
Toen hij weer naar buiten ging, zag
hij juist Diana Lessington haar tent ver
laten e» ook zij zag hem.
„Hebt U er al genoeg van, Mr.
Wood?" vroeg ze lachend,
Hij liep naar haar toe.
„Professor Sherman vroeg me, om
eren in het kamp te gaan kijken, of Ho
ward er al terug was Hij schijnt niet
bij de graven geweest te zijn, zooals hij
en Uw oom verondersteld hadden en de
professor ia daar blijkbaar esn beetje be
zorgd over."
„Dat is toch wel wat overdreven,"
meende ze. „Misschien ie Mr. Howard
wel een morgenrit maken. Hebt U al ge
keken. of zijn paard hier ie."
Het leek Wood, of het 't meieje eenige
moeite kostte, er met haar gewone op
gewektheid over te spreken en ook in
haar houding viel hem een lichte nervo
siteit op, die hij daarvoor niet bij haar
opgemerkt had.
„Ik was juist van plan, dat te doen,
miei Lessington."
Ze liep met hem mee naar de plaats,
waar de paarde» stonde», bij se» ruw in
elkaar getimmerde ruif en door een aan
tal over palen geapannen zeilen be
schermd togen de zon. De oppasser, die
zioh zelf ook een rustig plekje in de
schaduw opgezocht had, eprong bij hun
nadering haastig op en begon vol ijver
aan zijn werk. Wood keek zorgvuldig de
paarden na en kwam tot de oonolusls,
dat dat van Howard er niet was.
„Dat kon al niet andera, nu Mr. Ho
ward niet bij de graven waa," meende
het meieje. „U kunt professor Sherman
dus geruststellen. Mr. Howard aal wel
niet zoo lang meer wegblijven."
„Dat denk ik ook al. vooral, omdat hij
nog niet ontbeten heeft," antwoordde
Wood en bet meisje groetend, begaf hij
zich weer naar Sherman, wien hij aijn
bevindingen meedeelde.
„We zij» daardoor in een lastig parket
gebracht, Mr. Wood," antwoordde deze.
„Verkeerd of voorbarig optraden onzer
zijds kan julat nu allee bederven."
„Ik zal ln ieder geval voorloopig nog
met de mogelijkheid, dat Howard werke
lijk een rit ie gaan maken, rekening hou
den."
„Wellioht heeft hü door de een of an
dere omstandigheid oponthoud gekregen.
Want ik kan me toch steeds nog niet
voorstellen, dat ze, nu er zooveel voor
hen op het spel staat, iets zouden doen,
waardoor de aandacht op hen geveetigd
kan worden."
„Tenzij ze een te groot gevaar in Ho
ward's aanwezigheid hier gezien hebben.
Het is niet moeilijk, hier op de een of
andere manier een ongeluk te enscenee-
ren."
Sherman echudde het hoofd.
„Dat geloof ik niet."
„Ik zal nog ongereer een uur wach
ten, voor ik iet» verder onderneem. Hoe
staat het met het werk hier, profeeeor?"
„We hebben weer een flinke aardstor
ting gehad, maar tooh zulle» we vanmid
dag bet graf wel geopend hebben. En
het ie maar goed geweeet, dat ik mijn
menschen meegenomen heb, want Hall
beeft de la&tete dagen nog al laat met
zün graver* gehad."
Wood luiaterde aandachtig naar het
geen Sherman hem over die moeilijkhe
den vertelde.
„Die opstokerij van deze, lioht te beïn
vloeden inlander*, maakt zonder twijfel
een deel van hun plan uit," zei hij, toen
de ander zweeg. „Ze willen daardoor
zorgen, geheel vrij spel te hebben, ala
het graf geopend ie."
„Ik was ook tot dis oonclusie geko
men en daarom heb ik de mannen eens
flink aangepakt en tegelijkertijd de ln
het vooruitsioht gestelde belooning nog
verhoogd. Er is geen betere remedie te
gen dat eoort kwalen, dan geld."
„Uitstekend, professor. We moeten «o
Seen kane laten. Daardoor dwingen we
en tot de oen of andere wanhoopadaad
om hun doel te bereiken, want opgeven
zullen ze dit zeker niet. En wij krijgen
daardoor een groot strategisch voor
de^'
„Dat we hard noodig zullen hebben."
Ze begaven zioh nu wedr onder de gra
vers en terwijl Wood belangetelling voor
het werk veinsde, hield hij zijn aandacht
ongemerkt op de drie nieuwe onderbazen
gericht, zonder iet» verdacht* in hun op
treden te kunnen ontdekken. Ze werkten
hard en spoorden oogensohijnlijk hun
mannen even sterk aan. als d* beide an
deren en Hall lit deden.
Na ongeveer een uur temidden van het
door het graafwerk steeds opwarrelende,
fijns stof te hebben doorgebracht, waar
door zijn oogen en zijn keel brandden,
keerde Wood naar het kamp terug. Hij
werd er door Diana Leaaington opge
wacht.
„Mr. Howard Is nog nlat terug," zei
ze. „Ik begin me werkelijk wat ongerust
ts maken."
„Het begint er tenminste op te lijken,
dat bij verdwaald la, of dat hem lete
Argeloos klein luistervinkje
Jij bent ateede den greep ontanapt
Van den zoo gevreeaden Fiscus,
Zeg, hoe heb je dat gelapt?
Allerhande aoorten „pluimvee"
Zijn inmiddels reeda geplukt,
Maar aan jou waa tot op heden
Nog geen enk'le veer ontrukt.
Jarenlang aat jij te luiet're»
Naar hetgeen de aether bracht,
Gratie kwam dat allee tot je,
Zelfs tot midden ia den nacht.
Zonder koeten, invoerrechten,
Heelemaal belastingvrij,
Maar o, argeloos luistervinkje,
Dei* tijd ia thana voorbij.
Want het oog dee boozen Fiacua
Viel tenslotte ook op jou,
En men la driekwart verloren
Ala hij zit op 't vinketouw.
Met een enkel veertje liohter
Geeft hij jou de vrijheid weer
En dat veertje a 8 gulden
Daalt dan in den afgrond neer.
Tal van mooie, aoete wijejea
Strelen dagelijka je oor.
Maar bet liedje van „betalen!"
Dringt nu tooh ook tot jou door.
Trooet Je «ohter luistervinkje,
Jij brengt hiermee ook je deel
Aan het groote orieieoffer,
Ook al helpt het dan niet veel.
Ja, dat is wel een der mooiste beziens
waardigheden van Dehli,
Hij atond op, reikte Bruoe de hand ten
afscheid.
Ja, zei de detective, ook hem de
hand drukkende en u bent wel één
der grootste schurken die ik ooit ont
moet heb. Bliksemsnel trok hij aijn re
volver en richtte die op Lord Carlisle-
Wat moet dat beduiden? vroeg deze
verontwaardigd.
Gaat u zitten, antwoordde de detecti
ve. Uw spel is uit, dat zult u wel begre
pen hebban.
Ik begrijp u niet.... lk....
Dan zal ik het u uitleggen. U bent
Lord Carlitle niet en u bent nóóit ln
Dehli geweest.
Ik begrijp niet....
De Angkor Vat vind lk al een bewijs
genoeg lachte hij. Maar lk zal nog meer
zeggen. Brown ie niet vermoord, want
hij alt hier voor me. Waar Lord Carlisle
ie, weet ik momenteel nog niet. U weet
dat «ohter heel goed en ongetwijfeld zult
u wel aoo vriendelijk aijn mij dit straks
mede te deelen. Wat ziet u mij ongeloo-
vig aan. Het ia toeh eenvoudig. Toen
u hierkwam, vertelde u dat u Juiat uit
Schotland kwam. Nu in bet spoorboekje
staat, dat er een trein aankomt om van
avond 12 uur vijf. U loog dui. In de
krant stond het bsrioht van dsn moord
en hst vertrek van Lord Carlisle, dooh
Scotland Yard wiat nergens van. Zoo
dat het bericht onjuiat was. Immers bij
moordzaken krijgt men daar onmiddel
lijk berioht. Toan u mij bier dus, als
Lord Carlisle, «en verhaal kwam vertel
len, tusschen twee haakjes, u lijkt veel
op Lord Carlisle, kreeg ik aohterdooht.
Ik herinner me eens gehoord te hebben,
dat Lord Carlisle een seoretarie had, die
veel op hem geleek En danhad u
nog iets vergeten. U draagt een overjas
waarin het monogram ,J\ B." gebor
duurd staat.
Voorts nam ik ds vrijheid u dit pa
piertje te ontfutselen. Kijk en Bruoe
haalde een velletje te voorschijn. Esn
cheque van tienduizend gulden, betaal
baar aan toonder. Zonderling, dat Lord
Carlisle aan zichzelf een ohèpue aan
toonder uitschrijft.
En nu mijn waarde heer, zal ik u eena
vertellen, hoe lk denk, wat er gebeurd
ia. U lokte met een telegram Lord Car
lisle naar Schotland, waar u zioh mees
ter va» hem maakte, hem opsloot en
hem dwong een ohèque te teekenen.
Daarna vertrok u zoo epoedlg moge
lijk naar Londen, waar u de chèque wil
de innen. Dooh daar u ze niet meer ver
zilveren kon, wilde u het morgen doen.
Intusechen zit Lord Carlisle gevangen
op zijn kasteel zonder voedsel. U wilde
MOKILIJK ONDERRICHT.
overkomen is," antwoordde hij, haar
scherp opnemend.
„Ik kan me niet voorstellen, dat hij
verdwaald is. En evenmin heeft men iets
van ds sohaarsche bewoners van deze
streek ts vreezen. Misschien ie zijn
paard gestruikeld en heeft een poot ge
broken. zoodat hij te voet terug moet,''
antwoordde ze, terwijl haar handen ze
nuwachtig met den grooten itroohoed, die
ze vasthield, speelden.
In heel haar houding lag iet* van de
onrust, die eich ook in haar woorden had
geuit en Wood was er vrij zeker van, dat
dit geen pose van het meisje wae.
„Die mogelijkheid ie niet uitgesloten,"
antwoordde hij. „Het ie mieaohien wel
goed, als we een aantal van Uw men
schen de omgeving laten afzoeken. Mr.
Hall zal, nu hij hulp van professor Sher
man en zijn mannen heeft daartegen
geen bezwaar hebben, denk ik."
„Ik had daar ook al aan gedacht, maar
ik had profeeeor Sharman willen vragen,
of hij zijn mannen daarvoor ter beeohik-
king wilde stellen, daar ze me veel meer
vertrouwd met paarden toesohijnen. dan
onze eigen arbeidera. Ik geloof, dat de
moesten van hen niet rijden kunnen.'
„Ik zal het hem gaan voorstellen," ant
woordde Wood na een kort nadenken.
„Maar laten we eeret even aan d% op
passer bij de paarden gaan vrage»^ welke
richting Mr Howard uitgereden ie. Dat
zal het zoeken wellioht vergemakkelijken."
„Ik heb het hem al gevraagd, maar hij
weet hst niet. Mr. Howard ia wegge
reden, voor hij bij de paarden waa."
„Zoo vroeg dus al."
„Hij wsst natuurlijk, dat direct na
zonsopgang de beate tijd voor een rit ia.
En dan is ook het landschap het mooist.
Misschien ie hij zelfs nog wel even voor
het aanbreken van den dag uitgereden,
om den zonsopgang vanaf de heuvele te
sien."
„Een apoor aal er wel niet meer ta vin
den lijn, denk lk?"
Onderwijl aan doofstomme kinderen te
Londen. De onderwijzeres houdt bij het
uitspreken van de klank oen voor voor
haar mond en de leerling poogt het ge
luid na te maken, waarbij zijn veer op
dezelfde wijze moot bewegen.
„Ik weet het niet. We zouden tooh nog
kunnen probeeren, er naar te zoeken. En
ik zal het vast probeeren, als U er met
professor Sherman over spreekt."
Wood keerde opnieuw naar de opgra
vingen -terug en legde professor Sher
man het nieuwe probleem voor.
„Wat denkt U er van, professor?"
vroeg hij.
„We zouden het kunnen opvatten ala
een handige manier, om mijn menschen
hier voor eenigen tijd vandaan te krij
gen," antwoordde de Assyrioloog, „maar
daar staat tegenover, dat ze niet wisten,
dat ik ze mee zou brengen. En ook komt
het niet met Uw opvatting overeen, dat
het meisje in dit spel geen daadwerke
lijke rol speelt."
„Dat laatste behoeft niet zoo te zijn.
Ik ben er vrij zeker van, dat ze niet weet,
waar Howard is. Maar wat het overige
betreft, geloof ik, dat we beter zullen
doen, voorloopig op haar voorstel in te
gaan."
„U hebt gelijk. In ds eerste uren kan
het graf tooh nog niet geopend worden
en we kunnen ieder oogenblik ook de
komst van den regeeringsambtenaar ver
wachten. Ik zal nu Hall van het noodige
op de hoogte brengen. Waoht hier maar
even."
Sherman verklaarde Hall in een paaT
woorden wat er gedaan moest worden en
riep daarna zijn arbeiders, met wie hij
bij Wood terugkwam waarna hij ook hun
kort uiteenzette, wat ze moesten doen.
„Maar het ia beter, ala U zelf hier
blijft, professor," meende Wood, die
dacht, dat de ander aan de opsporing
wilde deelnemen.
„Dat waa ik ook van plAn. En wat
doet U zelf?"
„Ik zal miss Lessington nog wat ge
zelschap gaan houden Daar is op '1
oogenblik aanleiding genoeg voor," ant
woordde Wood glimlaohend.
(Wordt Tirvolgd)
t