Koningin Emma uitgedragen.
DE PRAIRIE KONINGIN
Een indrukwekkende plechtigheid.
De voorbereidingen.
Opstelling van den rouw-
«toet.
Deruitersvandennacht
De rouwwagen rijdt voor
paleis-bordes.
De menigte op het Voor
hout.
Hel vertrek van den stoel.
Een schat van bloemen.
BUN
AL DEN AFSLUITDIJK
De aankomst van de ko
ningin in Delit.
De rouwstoet in de Prince-
stad.
In de kerk.
HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets.
Wat geeit de Radio?~J
De Rouwdienst
De bijzetting.
Het vertrek van de Ko-
nlngin.
Na de plechtigheid.
Gemengd Nieuws
NltUWIBLAB VOOK lUIB-HBLLAHB »H UTIIMHT««mwlwnMrt»C«MWirt_
WOWtMM M WAABt 1BB>
Enorme belangstelling.
De diepe rouw, die reeds een volle
week ale een «luier over fyet geheele Ne-
derlandaohe volksleven lag uitgespreid,
heeft gisteren zijn hoogtepunt bereikt,
toen het treurende volk de geliefde Ko
ningin-Moeder naar haar laatste rust
plaats uitdroeg.
Honderd duizenden, die zioh in dich
te rijen hadden opgesteld langs den ge
heel en weg, van het Paleis aan het Voor
hout in de residentie, tot aan de Nieu
we Kerk te Delft, waren in eerbiedige
stilte getuige van de pleohtige uitvaart efl
bracht een maaale en indrukwekkende,
laatste hulde aan de dieptreurende Ko-
ningavrouwe.
Reeds toen het ochtendgloren nog
slechts nauwelijks merkbaar was, vul
den zich de «traten van de hofstad met
duizenden en nog eens duizenden be
langstellenden Talloozen hadden in loop
van den nacht reeds een plaats in be
slag genomen langs de met touwen af
gezette route, die straks de stoet zou vol
gen en velen hadden het er niet eens op
durven wagen, zich nog eenige uren ter
ruste te leggen; ze waren reeds Maandag
avond present op de begeerde plaatsen
Ja, langs den Rijswijksoben Weg hadden
eenigen reeds om 4 uur Maandagm'ddag
plaatsen ingenomen en onder wollen
dekens dan kouden naoht op vouwstoel
tjes doorgebracht. En naarmate de zon
«teeg en de stralende lentedag opging
ovsr de in rouw gehulde stad, met haar
ontelbare halfstok uitgehangen vlaggen
en rouw omfloersde lantaarns en tribu
nes, groeide de menigte aan tot een on
afzienbare massa, uit alle riohtingen sa
mengestroomd, zioh langs den weg
schaarden en daar wachtte en nog eens
wachtte in een drukkende en beklemmen
de etUte.
In Ben Haag ging de politie er reeds
om 7 uur toe over, een grooten ring te
«luiten, om de binnenstad, waarbinnen
aich geen verkeer meer mocht begeven en
langzaam, maar duidelijk, kwam er tee-
kening in den ohaos van het verkeer.
Tegen hall tien kwamen de militaire
troepen aanmaroheeren, behoorend tot
onderdealen van onderooheidene eenhe
den onzer weermacht. Een detachement
van de brigade Grenadiers en Jagers,
betrok de «erewacht bij het Paleis
Ds verdere troepenmacht diende voor
de afzetting van het begin van den te
volgen weg: Voorhout en Kneuterdijk.
Maar tevens kwamen van de riohting
Dennsweg aangerukt de detachementen,
bestemd voor het militaire gedeelte van
d«n rouwstoet.
Inmiddels was de Koninklijke familie
met de vorstelijke verwanten van wijlen
de Koningin-Moeder en de verdeTe vor
sten en vorstinnen, dis voor de begrafe
nis waren overgekomen, in 't paleis aan
gekomen, waar de oud-hofpTediker, de
hoogbejaarde da. Welter, een rouwdienst
laidda.
Tegen half elf werd In de nabijheid
van het paleia de rouwstoet opgesteld
Deze werd geopend door een detachement
'marechaussee, te paard met omfloersten
standaard en «tandaardWboht Daarach
ter volgde ds algemeens troepencom
mandant, generaal-majoor Van Andel,
als bevelhebber in de eerste militaire af-
deeling, met zijn staf en dadelijk daarop
kwam in den stoet de Koninklijke Mili
tairs Kapel, onder leiding van zijn di
recteur, kapitein Walther Boer.
FEUILLETON.
door
RIDGWELL CULLUM.
In ds handen der Barbaren.
De Forks Nederzetting neemt niet lan
ger haar plaats in op de kaart van den
Staat Montana Tenminste, niet die Forks
Nederzetting die in een holte van de
vlakte genesteld lag, onder de schaduw
van het Rotagebergte Het is merkwaar
dig, hoe zulke kleine plaatsjes een ba»-
digheid bezitten om in den loop der tij
den van de landkaart te^erdwijnen. En
toch ia het een feit, dat zij het/ doen en
dat zij geheel vergeten worden, behalve
misschien door die menschen, welke daar
bepaald gewoond hebben of ze eens be
zochten. Zoo gaat bet met alle opkomen
de landstreken en ongeveer twintig of
dertig jaren geleden was Montana be
slist een nieuw land.
Omstreeks'8ö had de Forks Neder
zetting het toppunt'van h&ar welvaart
bereikt, een welvaart die haar oorsprong
had in den Handel in stoffen en machine
rieën onder de wijd verspreide en schaar-
ache bevolking, bestaande uit de bewo
ners van kleine hoeren en uit landbou
wers. Deze dingen gaven haar een be
«laan en hielden haar eenige dagen op de
been. Toen verdween zij langzamerhand,
xooals zulke plaatse^ altijd doen
Toen John Trealer Forks binnenreed,
was hij nieuwsgierig om te weten in welk
oord hij terecht was gekomen. Hij sprak
sijn nieuwsgierigheid niet in dezs woor
den uit; zijn taal wal minder yleitnd
▼oer do plaats.
Het militaire eoorte van den rouwstoet
bestond uit twee gedeelten, een dd\ aan
den rouwwagen voorafging en het twee
de, dat den stoet sloot.
Nadat het eerste gedeelte van het mi
litair escorte zioh had opgesteld, reed de
rouwstoet van het Koninklijk Huis voor.
Achter de huzaren kwam een rijknecht-
majoor met twee rijknechts te paard. Di
rect daarachter volgde een hofrijtuig
met een lakei, naast elk portier,
en waarin gezeten waren de waarnemend
kamerheer-ceremoniemeester, jhr. A G.
Sickinghe en de kamerheer i.bd. jhr. ir.
Six. In een tweede Hofrijtuig namen
plaats de oud-intendant van Soestdijk,
de Heer I. "Wl. Groeneveldt, de secretaris
van de Koningin-Moeder, jhr. Wiisen
Elias, en de geneesheer, die de Konin
gin-Moeder tijdens haar ziekte behan
deld heeft, dr. G. I. de Jocgh. Vervol
gens kwamen zes hofrijtuigen, waarin
de 24 kamerheeren, die als dragers van
het stoffelijk overschot van de Koningin-
Moeder fungeerden, gevolgd door een hof
rijtuig, bestemd voor de dragers van de
slippen van het rouwkleed Naast elk
portier ging ook hier een lakei. In het
volgende rijtuig had plaats genomen de
opperceremoniemeester van de Ko
ningin, graaf du Monceau. Het werd een
lange stoet doqr de vele galarijtuigen en
hofkoetsen van hoogwaardigheidsbekle
ders.
Om elf uur reed de rouwwagen voor
het paleis-bordes. Een plechtig moment
was aangebroken. De kist van blank
eikenhout, op de hoeken met zilver ge
monteerd, werd uit het Paleis gedragen.
Kamerheeren van de IMoeder des Va-
rerlands verriohtten dit laatste dienstbe
toon en plaatsten de kist in den rouw
wagen. Diep ontroerd ontblootte de over-
talrijke schare het hoofd. De treurmu
ziek van het muziekkorps-van het Vde
Regiment, onder leiding van zijn kapel
meester Van der Glas, deed de klagende
rouwtonen van Grieg's ,*Aaes Tod" hoo-
ren.
Rouwwagen en lijkkist droegen het
stempel van vorstelijke soberheid. De
hemel van den wagen was afgezet mei
een zilveren omlijsting en droeg een zil
veren kroon, terwijl aan de vier hoeken
zwarte struispluimen met zilveren fran
je werden aangebracht. De galabok was
gedrapeerd met zwart fluweel, omzoomd
met zilveren franje en droeg der weers
zijden het Koninklijk wapen in zilver. De
kist, eveneens gedrapeerd met zwart
fluweel, afgezet, met zwart zilveren fran
je en galons werd overdekt met een
zwart fluweelen kleed, dat tot dicht bij
den grond afhing. Op het lijk
kleed werden de kroon van de ontslapen
Vorstin, benevens hare ordeteekeneü, ge
hecht op een rood fluweelen kussen, t
plaatst.
De rouwwagen werd getrokken door 8
met rouwkleed gedekte paarden, waar
van 8 van den bojt bestuurd, het voor
ste span door postillons bereden
De vier slippen van het rouwkleed
werden gedragen door hooge hof dignita
rissen.
De 24 kamerheeren, die het stoffelijk
overschot van Hare Majsteit naar buiten
hadden gedragen, stelden zioh ter weers
zijden van den rouwwagen op en dade
lijk daar achter volgden te voet de offi
cianten en het personeel van de Konin
gin-Moeder.
Voor zoover het Voorhout niet wss af
gezet, was het één mensohenmenigte
Talrijke deputaties hadden in de omge
ving van het paleia een plaats gekregen.
Daar stonden o m. enkele honderden bur
gemeesters uit verschillende plaatsen
van ons land Ook waren er opgesteld de
weeskinderen, vjefrp] legate ra, leden ivan
de Haagsche véreenigingen. De reserve-
officieren hadden aich eveneens opge
steld om hun Vorstin de laatste eer te
bewijzen en voorts stonden er o.a. mili
tairen beneden flen rand van officier,
die de Militaire Willemsorde bezitten.
Ook voor de schoolkinderen was een
regeling getroffen. Van elke school waren
vijf kinderen aanwez'g, die gezamenlijk
bij het paleis een plaats gekregen had
den.
Toen de lijkwagen zioh langzaam in
beweging zette, weerklonk plechtig het
Waldecksohe volkslied als uitgeleide bij
het laatste vertrek van het paleis. Het
was een roerend oogenbl;k. Somber drei
gend dreunden de kanonschoten voort
durend over do stad, een ieder aankon
digend, dat de laatste tocht een aanvang
had genomen
In de eerste galakoetsen stapten de
hofdames van de Koningin-Moeder en in
de volgende de mannelijke vorstelijke
personen. Van hen stegen het eerst in
Prins Hendrik met den vorst van Wal
deck en Pyrmont, broeder van de Ko
ningin-Moeder. Naast deze koets schre
den hofjagers Lakeien gingen naast de
volgende koetsen, waarin plaats namen
Prins Eugen van Zweden, Prins Karei
van België, de Erfprins van Oldenburg,
Hertog Adolf FriedTich van Mecklenburg,
de Erfprins van Waldeck en Pyrmont
de Vorst van Erbach—Schönberg, Prins
Felix van Luxemburg, Pr:ns Georg
Wilhelm van Wlaldeck en Pyrmont, de
Erfprins van Waldeck en Pyrmont, de
Vorst van Bentheim en Steinfeld, de
Vorst van Wied, Prins Maximibaan van
Wlaldeck en Pyrmont, Prins Hubertus
van Saxen—Coburg en Gotha, de Erf
prins van Erbach en Schönberg en de
Erfprins van Wied.
In de volgende koetsen namen plaats
verschillende hooge hofdignitarssen van
de Koningin en vertegenwoordigers van
vreemde regeeringen
Uit het Paleia werden honderden
bloemstukken gedragen en in speciale
rijtuigen neergelegd. Het was 'n overwel
digende pracht en het duurde zeer' gsjrui-
men tijd, voordat al de kransen, waarin
paars en wit domineerden, waren inge
laden.
Ook de lijkkoets voerde eenige bloem
stukken mede. Achter op hing een groote
krans van koningin Leopold III en ko
ningin Astrid Van België.
Onderwijl marcheerden de militaire
troepen aan, die het slot-escorte vorm
den. Voorop ging een luit.-kolonel, com
mandant van dit militaire gedeelte, ver
gezeld van een adjudant, terwijl een de
tachement van 12 ruiters der Kon. Ma-
reohauasee het escorte sloot.
Het was een lange en droeve stoet, die
door de straten van de residentie trok.
Eerbiedig brachten de menschen en de
vaandels een laatsten groet, overal, waar
de eenvoudige en indrukwekkende lange
stoet passeerde.
Hij trok van het Lange Voorbout
langs den Kneuterdijk, de Plaats, den
Vijverdam, het Buitenhof, den Hofweg,
en het Spui naar de Pietterijkade, waar
Met de Sunlight Zeep die jaarlqkz ie
Nederland gebruikt wordt zouden wq
een dijk kunnen leggen die bijna 100 maai
zoo lang is als de beroemde afsluitdqkl
Hoe komt dit? Omdat de Nederlandsche
huisvrouwen door jarenlange ervaring
zulk een groote voorkeur aan dit zuiver
Nederlandsch fabrikaat hebben gegeven,
dat een huishouding zonder Sunlight Zeep
iets ondenkbaars is geworden.
DEZEN UITERST LAGEN PRIJS DANKT V AAN
HET GROOTE VERBRUIK VAN SUNLIGHT ZEEP
Het was op een laten middag, dat zijn
paard langzaam kwam aanstappen op het
plekje groen, dat Forks tot marktplein
diende. Hij Hield stil en keek rond naar
.emand die hem kon inlichten. De'plaats,
was geheel verlaten. Het was een gloei
end lieete dag en de inwoners van Forks
waren niet gewoon op warme dagen veel
beweging te nemen, tenzij dringende be
zigheden dit noodzakelijk maakten. Daar
er slechte twee seizoenen per jaar waren,
dat zooiets kon gebeuren en dit thans
niet het geval was, bewoog zich memand.
De hemel was geheel onbewolkt. Tres-
Ier was vermoeid en stijf en dorstig als
een spons, want hij was niet gewoon
uren lang in den zadel te zitten en had
het rijden over de eindelooze prairiën
van het Westen vervelend en eentonig
gevonden.
Nu bevond hij zich te midden van een
on^elijken kring van houten huizen. Geen
van deze gaf blijk van weelde, maar na
de door den wind bewogen grasgolven
dpr prairiën gaven zij toch een gevoel
van gezelligheid en leven. En dit was op
het oogenblik al wat de ruiter verlangde.
Hij bekeek beurtelings elk huis, zoe
kend naar een enkel menschelijk gelaat.
En eindelijk ontdekte Hij een venster vol
gezichten, die vanaf het verste eind van
den kring nieuwsgierig naar hem keken.
Dat was voldoende. Zijn vermoeid paard
de sporen gevende, reed hij daarheen.
Nu kwam er nog een teeken van leven,
in de gedaante van e«n ouden man," die
verlegen om den hoek van het huis kwam
en hem stond aan te kjjken. Die vreemde
ling was een zonderlinge verschijning.
Zijn gelaat was zoo bruin als een pad
door het prarieleven «n doorploegd met
voren. Zijn lang haar en dito baard had
den de kleur van gerijpt koren. Zjjn klee
ding was eenvoudig in oveMbstem
ming met zijn gélaatf een b«4Mf van
mollenvellen, verstaen en vuil, een blauw
serge hemd, een vuil zwart buis en een
vuurroode doek om den hals, terwijl een
gedeukte prariehosd zijn achterhoofd
sierde,
een oogenblik halt gehouden werd om
den slippendragers gelegenheid te geven
de voor hen bestemde rijtuigen te bestij
gen. Vervolgens over het Rijswijksche-
plein an langs den Rjjsvjjkscheweg.
Op Rijswijksch grondgebied stonden
voor het raadhuis de Wethouders met
den Raad opgesteld om een laatsten
groet te brengen. Het zal ongeveer één
uur geweest zijn, toen de stoet de Hoorn
brug bereikte en vervolgens over den
nieuwen Rijksweg naar Delft voort
schreed. Tot aan de Hoornbrug speelden
de muziekcorpsen treurmuziek van Cho
pin, Beethoven, Schubert, Bouwman en
anderen. Op den nieuwen Rijksweg zwe
gen de muziekcorpsen. Slechts de tam
boers en pijpers deden zich hooren.
Onmiddellijk nadat het laatste deel
van i dan indrukwekkandan stoat da
Hoornbrug bij Rijswijk was gepasseerd,
werd de Konigin telefonisch gewaar
schuwd. Evan later had da Hooge Lands
vrouwe, vergezeld van da vrouwelijke
verwanten, het Paleisverlaten en zich
in een viertal hof-auto's op weg begeven
naar de Prnce-etad.
De Koningin was gesluierd en ook
Prinses Juliana was in zwaren rouw.
Terwijl de rouwstoet den nieuwen
broeden verkeersweg volgde, gleden de
auto's in een veel sneller tempo via
Hoornbrug en ouden Rijksweg naar
Delft. Aan de grens der gemeente ver
welkomde de Delitsche burgemeester de
Koningin en de Prinses en leidde hun
Delft binnen. Toen zij daar vo<j>r de kerk
uitstapten, waren een oogenblik de ge
stalten in diepen rouw gehuld, voor het
publiek zichtbaar en in dit oogenblik
voeldp men, hoe een golf van liefde en
innig medeleven uit de duizenden vooral
naar de Koningin uitging. Een diepe,
ontroerende stilte, een volkomen roerloos
zwijgen hield het volk op dit moment
gevangen.
Het vorstelijk gezelschap begaf zich
naar het ruime, vierkante gewelf onder
den toren. Daar was een waohtka^ner ge
reed gemaakt, waar de Koningin den
rouwstoet kon afwachten.
Maar reeds tegen kwart voor twee
was de stoet Delft genaderd.
Op dit oogenblik begon de Bourdon,
de machtige klok in den toren van de
Oude Kerk zijn geweldige stem te ver
heffen, ten teeken dat men in de verte
het statig cortège zag naderen. Het ge-
aaf>'
luid van deze klok was tot ver in het
Westland hoorbaar.
Bij het Kalverboeoh stopte de stoet en
"de hofdignitariasen, die toen weer moes
ten medeloopen, verlieten daar hun koet
sen.
Te Delft waren, evenals vlak bij Den
Haag, talrijke tribunes opgeslagen, wel
ke tot de laatste plaats waren ingeno
men door belangstellenden, die in diepe
eerbied het indrukwekkend schouwspel
gadesloegen. Opnieuw klonk treurmu
ziek van de Kon. Militaire Kapel.
Deze zwenkte bij het oprijden van het
plein uit den stoet en stelde zich op bij
het standbeeld van Hugo de Groot.
Zachte treurmuziek bleef klinken, ter
wijl de markt zich meer en meer vulde
met militairen te paard en te voet, hof-
rijtuigen, totdat eindelijk de rouwwagen
tot het Kerkplein genaderd was. Toen
zweeg alle muziek.
Onder treffende etilte reed de lijkwa
gen voort, tot het voorportaal van ds
Nieuwe Kerk. t
Toen zette de Marine Kapel het Wil
helmus op de oude toonzetting in en on
der deze pleohtige tonen werd de kist
door de kamerheeren in de kerk gedra
gen.
De Koningin, de Prinses en de ove
rige Vorstinnen bevonden zioh aan den
ingang van de kerk.
Zij volgden het stoffelijk overschot,
toen dat langzaam naar binnen werd ge
dragen. Plechtig schreed de stoet door
een gang van met grijze en witte crêpe
bespannen latwerk, waardoor de restau
ratiewerken aan het oog werden ont
trokken en waartegen de vele kransen
en bloemstukken hingen, welke door
staatshoofden en buitenlandsche regee
ringen gezonden waren.
In het koor der kerk werden de vor
stelijke personen naar hun zetels geleid
dqor den kamerheer-ceremoniemeester
en de hulp-ceremoniemeester.
Nadat de baar op de paarse catafalk
was nedergezet, werd deze overdekt met
het rouwkleed; de kroon en de ordetee-
kans op het kussen werden door den
hofmaarschalk aan den opperkamer
heer overhandigd, die deze op de kist
plaatste.
Het rouwkleed, dat gebezigd werd. i
dekte ook voor het laatst de kist met het
Tresier hield zijn paard in voor deze
welkome verschijning en gleed stijf van
zijn paard, terwijl de kleine man zijn oog
over de geheele uitrusting van den vreem
deling Let glijden.
,,Is dit de Forks Nederzetting?" vroeg
de nieuw aangekomene met een innemen-
Jen glimlach. Hij zag er flink en man-
uelijk uit met zwart haar en staalblauwe
oogen: hij was gekleed in een eenvoudig
Norfolk buis en rijbroek. Hij was n.et bij
zonder knap van uiterlijk, maar had een
krachtig, betrouwbaar gezicht.
De vreemdeling kneep de oogen dicht,
hij wjjze van bevestiging.
„Uh hum," bromde hij.
„Kunt ge mij het hotel aanwijzen?"
,D« oogen van den ander hadden zich
eindelijk gevestigd op de prachtige bol
vormige rijbroek die Tresier aanhad en
die zich nu in haar natuurlijke ruime
plooien hereteld had.
Hij gaf geen hoorbaar antwoord. .Hij
was verdiept in- den nieuwen aanblik,
dien hij daar voor zich zag. Een achter-
waartsche beweging van zijn hoofd was
het eenige teeken, dat hij over zich kon
verkrijgen om te geven.
Tresier keek naar het aangewezen huis.
Hij koesterde eenigen twijfel en niet ten
onrechte. De aangeduide woning was
slechts een loods van twee verdiepingen
geheel scheef en niet veelbelovend.
„Kan ik. dat is te «eggen, neemt de
eigenaar., gasten op?" vroeg hij.
„Ik zou danken, dat Carney alles neemt
was hij kan/' kwam het vlugge ant
woord. i
De deur tan het hotel ging open en er
kwamen twiee mannen naar buiten, die
den nieuweling en zijn paard kritisch op
namen. Daarop gingen zij op hun gemak
legen de djieurposten leunen en stonden
zwijgend te kauwen, terwijl zij mat op
merkelijke onverschilligheid voor zich
heen staarden.
Tresier waagde een tweeds vraag. Hij
voelds ziek vreemd ia dit fweUchap. Het
was zijn eerste werkelijke kennismaking
met een prairie-nederzetting en hij wist l
met precies, wat hem te wachten stond.
„Ik zou wel eens willen weiten of er
.emand is, die voor mijn paard zou kun
nen zorgen," zeide hij «enigszins aarze
lend.
„Maak het aan die paal vast en vraag
dan ginder", merkte de zwijgzame man op
en wees, zonder de oogen van de beenbe-
1 kieeding van den ander af te wenden,
naar een paal, die eenige meters van de
deur afstond.
„Dat klinkt verstandig."
Tresier verwijderde zich, bpnd zijn
paard vast en maakte de buikriemen los.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer,"
zeide hij, in zijn welverzorgde zes voet
lengte uitstekende boven de vijf voet vier
van den ander. „Zou, ik mogen vragen
met wie ik het genoegen heb te spreken?
Mijn naam is Trealer en ik ben op weg
naar Mosquito Bend, de hoeve van Ju-
Lan Marbolt. Een vreemdeling in een
vreemd land, ziet ge. Dat Ijebt ge natuur
lijk al dadelijk opgemerkt," besloot bij
goedhartig.
De aandacht van den ander was echter
niet van den pilo rijbroek af te leiden,
en hij antwoordde, zonder zijn oog ervan
al te wenden:
„Mijn naam is Ranks, in de wandeling
Slum geheeten."
„Wel, mijnheer Slum, danTrea
ler glimlachte.
„Sluml"
De nadruk, die hij erop legde, was op
vallend. Hy liet zich niet berooven van
hetgeen hem toekwam. „Slum" waB zijn
tgjnahm bij de gratie der prairiegewoonte
„Ranks" was uitsluitend een vaderlijk
erfdeel en van geen de minste beteokenis.
„Wel, Slum," Tresier lachte, „als wij
eens samen Carney's hartversterkingen
gingen proeven; ik ben moe en heb een
geweldige dorst."
Hij stapte naar de deur en keek o*n
Ranks had zich niet befrogen. Alleen
zijn verbaasds oogen haddtn ds bewsgin-
f«a vu den ander ftvolfd.
^jgsvsf
„Ga je niet mee?" vroeg Tresier. En
toen bij den starren blik in de oogen van
den ander opmerkte, vroeg hij een weinig
ongeduldig: „Waar drommel kijk je toch
naar?' En tot zijn zelfverdediging was
hij genoodzaakt zijn eigen rijbioek te be-
kijken. \oa
Slum keek op. Een glans van genoegen
blonk onder zijn zware wenkbruuwenyu0
terwijl een wijds grijns ds baren op f
gelaat scheidde.
„0, nergens naar," zeide hij minzaam.
„Ik probeerde mij voor te stellen voor -
welk soort van kerel die broek van U wel
gemaakt kon zijn." Hij besproeide dep
bruinen grond aan zijn voeten met <»- ,j
bakssap en schudde daarop nadenkend
het hoofd, terwijl een blik van plechtigs
verbazing de plaats van den grijnslach m
nam. ,JZeg," vroegde hij erbij, „dn*
toch een fatterige vent geweest zijn." H
Txesler was op het punt van te ant
woorden, maar een blik op Ranks en een
hoorbaar grinniken, dat vanuit d# deur <1
klonk, deden hem plotseling van pl*& 'd
veranderen. Hij keerde zich om en hoor- „j
de een schaterend gelach; en hij begreep
het. 4
„Ik trakteer," zeide hij «enigszins spü-
Hg. „Komt maar allemaal mee. „Je, *k !9g
ben een „Nieuweling!hbs
En het was de gulhartigheid ven *Ün 20
antwoord, die hem terstond een plaat#
deed winnen onder de mannen van de ,1
Forks Nederzetting. Geen vijf minuten rX
later was zijn paard gestald en verzorgd, n
Binnen vijf minuten sprak hij el ds n
bezoekers van de gelagkamer met hunne
bijnamen aan. Binnen vijf minuten be
taalde hij de whisky tegen een buitenspo-
rigen prijs. Binnen vijf minuten snoot
hij den eersten adem op van prairie-ge
woonten en prairie-manieren.
Het is niet noodig diep door te dringen
in de karakters van deze bewoners ven
Fork# Het is niet noodig om in moddef
te rosren, dat werk is nooit frisoh. .s!.
(Wordt rwrel»d>.
TWHBK BUB.
HUUWMLAB VOOB IUIB-HOCLANI 1»
Denderde# 28 Maart
Hilversum. A.VjR.G. 810 Gramofoon;
1010.15 Morgenwijding; 10.1610.30
Gramofoon; 10.3011 Concert door het
Ensemble Rentmeester; 1111.30 Knip
cursus Kinderkleeding, 11.301 Ver
volg Concert en Gramofoon; 11.45
Gramofoon; 1.452.15 Piano-recital;
2.152.45 Halfuur voor de Vrouw;
2.453 Gramofoon, 3—8.45 Vervolg-
Knipcursus; 44.30 Mevr. Antoinette
van Dijk; 45 Gramofoon; 55.30
Radio-tooneel voor Grootere Kinderen;
5.306.30 Kovacs Lajoe en zijn Orkest;
6.307 Sportpraatje door H. Hollan
der; 77.30 Kovacs Lajos, 7.308 En-
gelsche Les; 88.15 Gramofoon; 8.15
8.45 Gewijd Concert, 8.459.30 Con
cert door het Omroeporkest, 9.309.50
Moderne Zangdeclamatie; 9.5011 Het
Omroeporkest; 10.2010.35 Gramo
foon; 1111.10 Nieuwsberichten, 11.10
12 Gramofoon.
Hulien. K.R.0. 89.15 Concert; N.C.R.V.
10—10.15 Gramofoon; 10.15—10.45
Morgendienst door Ds. J. v. d. Woude;
10.46—11 Leger des Heils-kwartiertje;
K.R.O. 11—11.30 Gramofoon; 11.30—
12 Godsdienstig halfuurtje; 12.152
Het K.R.O.-Orkest, N.C.R.V. 2—3 Cur
sus Fraaie Handwerken, 33.30 Gra
mofoon; 4Bijbellezing; 55.30 Cur
sus Handenarbeid; 5.30—6.15 Liede
ren-recital; 6.156.45 Gramofoon; 6.45
—7 Esperanto-kwartiertje; 7.158Gra-
mofoon; 88.30 Concert uit de Groote
Kerk te 'a-Gravenhage; 8.30—9.15 Prof.
Dr. K. Schilder over Matth. 27 51a;
8.16—10.15 Vervolg Kerkeoaeerf; 10.16
—10.26 Nieuwsberichten; 10.26—11.80
Gramofoon.
Vrijdag 80 Maart
Hilversum. V.A.R.A. 8 uur Orgelspel; V.
P.R.O. 10 uur Morgenwijding; V.A.R.A.
10.15 Voordracht, 10.30 Muzik&ai Al
lerlei; 11 uur Gramofoon; 11.15 Mu
zikaal Allerlei; 11.45Gramofoon, A.
V.R.O. 12-1.30 Orgelconcert, 1.30—2
Voordracht, 23.30 Concertgebouw-
Kamerorkest; 3.304 Gramofoon, V.
A.R.A. 4 uur Viool en Pianomuziek,
4.30 Na Schooltijd; o uur De Noten
krakers; 5.30 De FLerof lui Iers, 6 uur
Gramofoon; 6.45 Het Vaoantiekinder-
feest, V.P.R.O. 7 uur Kerkdienst uit de
Ver. v. Vrijz. Hervormden te Amers
foort. Spreker; Ds. J. Dikhoom, 8.15
Uitvoering van de „Johanues Passion"
door Zangkoor, V.A.R.A 10 uur Pers
berichten, 10.05 Tummere over „Fis
Notenbalk"; 10.35 Klem V.A.R.A. En
semble, 11.3012 Gramofoon
Huizen. N.C.R.V. S—8.1öSciiriftleziug en
Meditatie, 8.159.30 Gramofoon, 9.30
10 Orgelbespeling; 1011.40 Kerk
dienst uit de Ned. Herv. Kerk (Pieters
kerk) te Leiden. Voorganger: Dr. J. G.
S. Locher; 11.4012 Orgelbespeling;
12.15—12.30 Gramofoon; 12.30—1.45
Concert; 1.452.30 Orgelspel, 2.303
Lezen van Chr. Lectuur; 33.45 Ensem
ble Van der Horst, 3.454 Grampfoon-
muziek; 45 Ensemble Van der Horst;
5.208.50 Uitvoering van de „Mat-
thaua Passion" in de Thomaakirche te
Leipzig; 8.509.05 Nieuwsberichten;
0.059.50 Liturgische dienst; 9.50—
11.16 Uitvoering van „Die Sieben Wort
des Erlössera am Kxeuze"; 11.1512
Gramofoon.
stoffelijk overschot van Koning Willem
III. Het was op uitdrukkelijk verlangen
van de Koningin, dat dit ook nu zou ge
schieden. Eenige kransen werden op de
baar gelegd, de overige rond den in
gang van dén grafkelder geschikt.
Recht tegenover de kist namen de
Vorstelijke personen plaats.
Het dwarBschip was voorts geheel be
zet met autoriteiten, ministers, staatsra
den, deputaties uit de Sta ten-Generaal,
hoogwaardigheidsbekleeders, gezanten
en vertegenwoordigers van onderschei
dene corporaties en colleges.
Terwijl de kist naar binnen gedragen
werd, speelde het orgel het Waldeck-
sche volkslied. Buiten was alle muziek
opgehouden. Het kerkorgel werd voor
deze gelegenheid bespeeld door den blin
den organist den heer W. van Thienen.
De leiding van het muzikale gedeelte be
rustte bij dr. Joh. Wagenaar. Op het or
gel hadden zich drie bazuinblazers op
gesteld.
Nadat de voorganger, prof. dr. H.
Th. Obbink, hoogleeraar aaD da Utrecht-
sche Universiteit, het Votum had uitge
sproken, zongen de aanwezigen staande
Gezang 209 1 an 8.
Wees gegroet, gij eersteling der dagen
Morgen der verrijzenis
Bij wiens iioht de maoht der hel ver-
En de dood vernietigd is. [slagen
en vers 3:
In Uw hoede zijn we wel geborgen
En schoon eerlang het oog ons breek'
Open gaat het op den grooten morgen
Na deez' aardsche lijdensweek.
Eveneens staands werd aangehoord
het lezen van Matheus 28 17.
Ds rede van Dü. Obbink.
Vervolgens hield de hofprediker de
volgende rede:
Het moge niemand verwonderen, dat
wij hier, staande aan den ingang van
een grafkelder, zijn begonnen met een
Paaschlied op de lippen en het lezen
van het Paaachevangelie dat ons spreekt
van overwinning van den dood door het
leven. Immers hier, bij de baar van ons
.uller Koninklijke Moeder, de Vorstin,
die zoo wonderlijke bemind was door het
Nederlandsche Volk, mogen wij niet en
kel ons hoofd in droefheid buigen en
treuren om den zwaren slag, die ons ge
liefd Vorstenhuis en ons Vaderland
heeft getroffen, maar moeten wij ook
noemen de wonderlijke liefde Gods,
die den dood zijn scherpen prikkel heeft
ontnomen en het graf van zijn wreed
heid heeft beroofd.
Haar, naar fcet Koninklijk woord,
„ons aller Móeder", wier gansche leven
één machtig getuigenis was van de lief
de van Christus, dragen wij in de „Stille
Weëk" naar Haar laatste rustplaats, die
toch i"0t «Haafc laatste rustplaats" is,
want reeds rijst de Paaechzon boven
Haar graf. God heeft Haar zóó begena
digd, Haar, die naast veel levensvreug
de ook veel zware smart heeft gekend in
H&ar leven, dat Haar die ééne smart,
waarvoor Zij vreesde: het oogenblik van
het afscheid nemen van die Haar het
liefste op aarde waren, is bespaard ge
bleven. God sloot Haar oogen zoo vredig
toe en nam Haar tot Zich zonder schei-
dingesmart.
En nu staan wij hier en gedenken
Haar, deze begenadigde Vrouw. Het zou
gemakkelijk zijn bij deze lijkbaar te prij
zen en te danken voor alles wat Zij voor
ons Land en Volk gedaan heeft en ge
weest is. Ja, het zou gemakkelijk zijnen
verleidelijk ook. Er zou veel te zeggen
zijn, veel dat hekend is en nog meer dat
niemand weet. Maar wij zullen dat niet
doen. Allereerst niet, omdat de majesteit
van den dood verbiedt de grootheid ran
een xnensch te roemen, maar ook omdat
wij daarmee niet zouden spreken in den
geest van Haar, die wij straks ten grave
zullen dragen.
Hier is iets anders om over te spro
ken. Dat rijke leven was zoo rijk en heer
lijk door voortdurende gemeenschap met
Hem, Di* de bron is van alle waarach
tige grootheid. De liefde van Christus
was de stuwkracht van Haar gansche
leven, de altijd vloeiende bron van Baar
vroomheid en vreugde, het geheim van
Haar gezegend werk. Christus heeft ge
zegd, dat wij zoo hebben te leven, dat de
menschen onze goede werken ziende,
onzen Vader, Die in den Hemel is, ver
heerlijken. Zoo te leven, dat de men
schen ons er om prijzen, is al veel, maar
méér is het als het zoo ver komt, dat de
menschen ons en ons doen ziende, er
kennen, dat hier meer is dan mensche
lijk kunnen en deswege onzen Vader in
den hemel verheerlijken voor wat Hij
door menschen doet. Zóó was Haar werk
en Haar leven.
Zoo zien wij dan nu over menschelij-
ke daden en menschelüke deugden heen
naar Hem, uit Wien, door Wien en tot
Wien alle dingen zijn en danken Hem
voor wat Hij ons Vorstenhuis en ons
Land en Volk heeft geschonken in dit
heerlijk leven, dat wij zoo noode uit ons
leven zullen missen.
En wij kunen niet nalaten aan deze
plaats onze geëerbiedigde Koningin en
onze Prinses Juliana gelukkig te prijzen
dat God Haar de genade verleent op de
ze wjjze en met zulke gevoelens Haar
zoo beminde Moeder en Grootmoeder ten
grave te geleiden, en daarbij zich gedra
gen te weten door de gebeden van allen
die bidden hebben geleerd. Wij weten en
(getuigen hier met dankbaarheid aan God,
dat menschelijke Majesteit zich ootmoe
dig buigt voor Gods liefde in Christus,
God zij geloofd. Die ons Volk in Oranje
zulk een Vorstenhuis gaf!
Zoo is het dan waarlijk niet enkel
rouw, die ons hier samenbrengt, maar
ons hart is vol van dank en geluk voor
Gods groote liefde, zoodat wij aan deze
lijkbaar Paarschliederen kunnen zingen,
liederen der overwinning in den mond
van sterfelijke menschenl
Amalia van Solms nam bij Haar hu
welijk als levensleuze: quid reddam Do
mino (wat zal ik den Heer vergelden)?
Wij doen dat ook hier bij deze lijkbaar.
Wat zullen wij, volk van Nederland, den
Heer vergelden voor wat Hij ons gaf in
dit zoo begenadigde leven? Wij willen
elkander hier bij deze lijkbaar beloven,
dat wij den band tusschen Oranje en
Nederland, die ons Land en Volk reeds
tot zoo grooten zegen is geweest, niet
alleen bewaren, maar versterken en daar
door toonen, dat wij bij elkaar behooren
en bij elkaar willen blijven en samen
ontvangen den zegen, dien Gods goed
heid ons nog zal willen schenken.
Geloofd zij Jezus Christus! Amen.
Na de rede van prof Obbink zong
men, wederom begeleid door orgel en
bazuinen. Gezong 273 1:
Beveel gerust Uw wegen
Al wat u 't harte deert
Der trouwe hoed' en zegen
Van Hem, Die 't al regeert.
Die wolken, lucht en winden
Wijst spoor en loop en baan
Zal ook wel wegen vinden
Waarlangs U voet kan gaan.
En vers 11:
Hoor onze smeekgebeden
Heer, red uit allen nood
Help onze wank'le schreden
En leer ons tot den dood
Op Uwe hoede en zegen
Vertrouwen, vroom van zin:
Zoo voeren onze wegen
Gewis ten Hemel in.
Na het uitspreken van de zegenbede,
was het plechtig oogenblik aangebroken,
dat de gordijnen van de pafkelders
werden weggeschoven en de kist met het
stoffelijk hulsel van Koningin Emma de
steenen trap werd afgedragen om te wor
den bijgezet in de gewelven van de oude
kerk.
De opperceremoniemeester nam de
kroon en de ordeteekens van de kist en
reikte deze over aan den opperkamer
heer, die ze daarna aan den hofmaar
schalk overreikte. Deze laatste ceremo
nie, welke beduidt, dat de hofmaarschalk
de kroon in het archief zal opbergen en
jnet piëteit zal behandelen, was tevens
het slot van de handeling in de kerk
Daarop werden de kransen weggenomen
en ook het lijkkleed.
Voorafgegaan doof den burgemeester
v«j\ P#lft als koninklijken oommlsasrlë
•nn dsn gmfteldsr, dasldsa V*n ds dra-
gers met dt kist d« steenen trap af, ge
volgd doo* de Koningin, dsn Vorst van
Waldeck, de Prinses van Erbach en
Prinses Juliana. In de vestibule van den
kelder werd de kist op een klein wagen
tje geplaatst en verder vervoerd Voor
af had de oommissaris de gordijnen weer
dicht geschoven.
Toen verscheen de burgemeester weer
en begaf zich naar de plaats van den
minister van justitie en diens secretaris
generaal. Beide autoriteiten deelden op
zijn verzoek de trap af ter verzegeling
van den grafkelder. Daarna werden zij
weder door den burgemeester naar hun
plaatsen geleid.
Stilts «n eerbied.
Professor Obbink sprak daarna een
gebed uit, dat slechts door de vier vor
stelijke personen, die mede afgedaald
waren, werd gehoord.
Tijdens den duur van deze plechtig
heid in den grafkelder, Weven alle ove
rige aanwezigen, voor zoover zij zioh in
de kerk bevonden, «taan.
Toen de kist in den grafkelder werd
gedragen, speelde het orgel onder bazuin
geschal, het oude Wilhelmus.
Zoodra professor Obbink v wed er ver
scheen, begaven zioh Prins Hendrik en
de in de kerk aanwezige vorsten en
vorstinnen met hun gevolg naar den uit
gang.
De overige hofdignit&riseen bleven op
hun plaatsen in de kerk en verlieten
deze eerst, nadat de Konigin vertrokken
was, vergezeld van de Vorstin van Er
bach, Prinses Juliana en den Vorst van
Waldeck met hunne diensten.
In vier gesloten auto's reed de vor
stelijke familie naar den Haag terug," tot
aan de grens der gemeente uitgeleide ge
daan door den burgemeester.
Hiermede waren de plechtigheden be
ëindigd en verlieten de aanwezigen, diep
onder den indruk van het gebeuren, dat
kerkgebouw
Koningin Emma was uitgedragen De
Koninklijke Familie en het Nederland
sche Volk hadden hun laatste plichten
tegenover de geliefde Vorstin vervuld.
Zij was nu heen uit ons midden en droef
heid en rouw bleven over.
Het was kwart voor vier, toen de eer
ste hof&uto aan het Koninkinklijk Paleis
aan het Noordeinde van de rouwplech-
tigheid te Delft terugkeerde. In deze
auto waren gezeten Prins Hendrik der
Nederlanden, Prins Karei van België,
Prins Felix van Luxemburg en Prins
Eugen van Zweden.
Onmidideillijk na aankomst vertrok
Prins Felix naar Hotel des Indes, van
waar h ijeenige minuten weer terugkeer
de in het Koninklijk Paleis.
Precies om vier uur begon het klokje
van de Waalsche kerk aan het Noord
einde te kleppen en oogenbiikkelijk daar
na lieten ook de andere kerkklokken zich
weder hooren. En op dat oogenblik, ter
wijl honderden weer voor het paleis
stonden, .reed de auto van de Ko
ningin, welke thans niet gesloten was,
voor het bordes. Met Haar kwamen me
de Prinses Juliana en die Vorst en de
Vorstin van Erbach Schönberg In de
volgende apto's kwamen de andere vor
stelijke gasten mede.
Van toen af keerden voortdurend de
genoodigden in hun auto's in Den Haag
terug.
Een onafgebroken rij van auto's be
woog zich gedurende geruimen tijd door
het centrum van Den Haag. En ook
vloeide het publiek, dat z:ch het talrijkst
in Rijswijk en langs den Rijksweg naar
Delft had opgehouden, naar verschil
lende richtingen uiteen.
WQKNBDAt II MAART HM
M LUDtNiWta.
In Rome wordt elk jaar in de lijdensweek door de Broeders van Barmhartigheid
een processie gehouden van de Tituaboo* naar het Coiioeeeum
EEN NIEUW DEFILE VOOR KO
NING ALBERT.
Voor den aanvang der begrafenis van
koning Albert werd op een bepaald oo
genblik, aan het défilé van de oud-strij
ders langs de katafalk, voor het Paleis,
door autoriteiten, die niet langer met 't
opstellen van den lijkstoet meenden te
kunnen wachten, een einde gemaakt.
Als gevolg van dit, tegen den wensch
van koning Leopold in getroffen besluit,
moesten ongeveer 20.000 oud-strijders,
die nog op de ringboulevards stonden te
wachten, onverrichterzake huiswaarts
keeren Om dat te herstellen, organiseert
tegen Zondag 8 April de „Union des
Fraternelles 1914—1918" een nieuw de-
filé, l&nqs de crypt te Lakan, waar het
stoffelijk overschot van koning Albert
rust. Alleen de vaandels en de voorzit
ters der verschillende „fraternelles" zul
len in den koninklijken grafkelder wor
den toegelaten. Een delegatie zal op het
naburige slot een adres van trouw en
sympathie aan de koningin-moeder
overhandigen. De fraternelles zullen in
militaire formatie voorbij de kerk waar
onder de rcypt zich bevindt, défiieeran.
EEN WANHOOPSDAAD.
Gistermorgen zijn te Stettin in hun
slaapkamer een echtpaar en hun 10-ja-
rige zoon dood aangetroffen. Zij hadden
door ophanging een einde aan hun leven
gemaakt. Uit een nagelaten brief is ge
bleken, dat de man voor een financieele
ruine stond, waaruit hij geen uitweg
meer had gezien.
DE RAMP TE HAKODATE.
Reeds meer dan 1500 dooden.
Het aantal bij den brand te Hakodate
om het leven gekomen personen is thans
tot 1556 gestegen. Volgens de mededee-
Lngen der politie zijn 87 buitenlanders,
die te Hakodate woonachtig waren, door
den brand dakloos geworden en wel vijf
onderdanen der Sovjet-Unie, negen "WSt-
Russen, twee Duitschers, een Engelsch-
man en 70 Chineezen. Geen hunner heeft
evenwel letsel opgeloopen. Negentig ge
vangenen zijn in vrijheid gesteld, omdat
de gevangenis door het vuur werd aan
getast en ten slotte ook werkelijk werd
vernield. Van deze negentig gevangenen
hadden zich Zondag 63 weer in handen
der overheid gesteld.
VERDUISTERINGEN DOOR EEN
OVERSTE.
Totaal f 5100 zosk.
Een trieste geschiedenis van verduis
teringen, gepleegd door een hoofdoffi
cier te Soerabaja, is aan het licht geko
men, toen bleek, dat hij zeer groote
schulden had.
De omvang der verduistering is thans
vastgesteld. Aan qantine-geld ia I 4000
zoek en aan gelden van de dagverblij
ven f 600; aan landsgeldsn ongeveer
f 500, totaal plusminus f 6100.
De cantme-gelden hebben eenvoudig
hun bestemming niet bereikt. Alle gel
den beheerde de betrokken hoofdofficier
zelf Het onderzoek is nog in vollen
gang.
DIMITR0FF GAAT SCHRIJVEN.
Over dsn Rijksdagbrand.
In een onderhoud met een persverte
genwoordiger van Moskou verklaarde
Dimitroff, die daar op het oogenblik in
een sanatorium vertoeft, dat hij een boek
voorbereidt over het Rijksdagbrandpro
ces en over den brand in den Rijksdag,
welke laatste door het Duitsche fascis
me werd geprovoceerd. In dit boek wil
Dimitroff eveneens zijn actie in Bulga
rije beschrijven en zijn leven in balling
schap.
CORSICA'S BANDIETEN UITGE
ROEID.
De strijd, dien de autoriteiten twee en
een half jaar geladen tegen de bandie
ten op Corsica hebben aangebonden, is
thans ten einde. De soldaten, die naar
Corsica waren gezonden om het eiland
van de roovers te bevrijden, hebben in
dertijd, na- «al van gevechten en hard
nekkige achtervolgingen, de bandieten
uitgeroeid. De beruchtste van allen,
Spada, kon zooals genield, levend wor
den gegrepen en wacht thans op zijn be
rechting.
Als veiligheidsmaatregel had man de
strategische' punten tot dusver evenwel
nog bezet gehouden. Zaterdag hebben
echter de laatste manschappen van de
garde mobile het eiland definitief ver
laten.
VREESELIJKE FABRIEKSBRAND.
Twes arbeiders krankzinnig ge
worden; vel to «rustig gewond.
In een tetielfabriek te Lodz in Polsn,
is Maandag tijdens het werk een brand
uitgebroken, welke zich met razende
snelheid uitbreidde.
Van fret personeel der fabriek maakte
zich een hevige paniek meester, zoodat
de arbeiders door brandweerlieden uit
het brandende gebouw moesten worden
gehaald.
Dertien arbeiders werden met levens
gevaarlijke brandwonden overdekt naar
het ziekenhuis overgebracht. Twee werk
lieden verloren het verstand en zijn
waarschijnlijk in de vlammen omgeko-
De eigenaar der fabriek wierp zich
uit wanhoop in het vuur sn kwam even
eens om het leven.
COMMUNISTISCHE ORGANISATIE
ONTMASKERD.
De politieke politie is er, na een lang
durige voorbereiding, in geslaagd, de
geheime communistische organisatie in
het land een zwéren slag toe te brengen.
Meer dan 75 vooraanstaande communis
ten, die voor een groot deel hun oplei
ding te Moskou genoten hebben, zijn op
verschillende plaatsen te Riga, Libau,
Mitau enz gearresteerd. Naar de politie
meedeelt, stuurde de ontmaskerde or
ganisatie systematisch voor de propa
ganda geschikte personen voor hun ver
dere opleiding naar Moskou; aanvanke
lijk werden zij over de grens gesmok
keld, later gingen zij op hun buitenland
sche passen naar Hamburg en vandaar
langs omwegen naar de Sowjetunie. Er
zouden nog meer arrestaties te wachten
zijn.
DE KANKER-SPECIALIST.
Vrijdag verscheen voor deArrondmo-
mentsrech thank te Dordrecht de 66-jari-
ge A. S., zónder beroep, wonende te
Meerkerk. Hij had appél aangeteekend
tegen het vonnis van den kantonrechter
te Gonnchem, waarbij hij was veroor
deeld voor het feit, dat hij op 1 December
te Meerkerk als onbevoegde de genees
kunde had uitgeoefend, door aan den
veldwachter J. van Antwerpen genees
middelen en advies te geven. Yan Ant
werpen had zich ais de winkelier Groen
uit Alblasserdam bekend gemaakt en had
over pijn in de borst geklaagd. Voor
f 3,50 had verd. een zalfje, een drankje
en een heeleboel goeden raad verschaft.
Verdachte ontkende dat hij f 3,50 in
rekening had gebracht Hij had gezegd:
bet kost mu f 3,60, maar geld neem ik
met aan. Misschien krijg ik later wel
eens een cadeautje of zoo. Verd. vroeg
14 dagen uitstel om een advocaat te'kun
nen meebrengen. Op een vraag van den
president of verd, op de jaarbeurs brief
jes had verspreid met de woorden: „Lij
ders aan kanker, wendt u tot A. S.", ant
woordde deze bevestigend: „Ik heb de
gave om te genezen", zei hij.
De veidwaohter zeide dat hij door zijn
superieuren naar S. was gestuurd en gaf
een verslag van het „onderzoek" door S.
De zaak werd een maand uitgesteld.
128. Nick»'# vader aarzelde geen oogen
blik. heeech zich op aan het touw en
klauterde op den tak* De anderen volg
den. 1
130. Nick waa de laatste. Maar de
Jongen was vermoeid en kon niet vlug
men meekomen. Bovendien elingerdt
de kano hevig heen en weer, daar het
gewicht in depoot veel minder geworden
*41