Koningin Emma uitgedragen. DE PRAIRIE KONINGIN Een indrukwekkende plechtigheid. De voorbereidingen. Opstelling van den rouw- «toet. Deruitersvandennacht De rouwwagen rijdt voor paleis-bordes. De menigte op het Voor hout. Hel vertrek van den stoel. Een schat van bloemen. BUN AL DEN AFSLUITDIJK De aankomst van de ko ningin in Delit. De rouwstoet in de Prince- stad. In de kerk. HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets. Wat geeit de Radio?~J De Rouwdienst De bijzetting. Het vertrek van de Ko- nlngin. Na de plechtigheid. Gemengd Nieuws NltUWIBLAB VOOK lUIB-HBLLAHB »H UTIIMHT««mwlwnMrt»C«MWirt_ WOWtMM M WAABt 1BB> Enorme belangstelling. De diepe rouw, die reeds een volle week ale een «luier over fyet geheele Ne- derlandaohe volksleven lag uitgespreid, heeft gisteren zijn hoogtepunt bereikt, toen het treurende volk de geliefde Ko ningin-Moeder naar haar laatste rust plaats uitdroeg. Honderd duizenden, die zioh in dich te rijen hadden opgesteld langs den ge heel en weg, van het Paleis aan het Voor hout in de residentie, tot aan de Nieu we Kerk te Delft, waren in eerbiedige stilte getuige van de pleohtige uitvaart efl bracht een maaale en indrukwekkende, laatste hulde aan de dieptreurende Ko- ningavrouwe. Reeds toen het ochtendgloren nog slechts nauwelijks merkbaar was, vul den zich de «traten van de hofstad met duizenden en nog eens duizenden be langstellenden Talloozen hadden in loop van den nacht reeds een plaats in be slag genomen langs de met touwen af gezette route, die straks de stoet zou vol gen en velen hadden het er niet eens op durven wagen, zich nog eenige uren ter ruste te leggen; ze waren reeds Maandag avond present op de begeerde plaatsen Ja, langs den Rijswijksoben Weg hadden eenigen reeds om 4 uur Maandagm'ddag plaatsen ingenomen en onder wollen dekens dan kouden naoht op vouwstoel tjes doorgebracht. En naarmate de zon «teeg en de stralende lentedag opging ovsr de in rouw gehulde stad, met haar ontelbare halfstok uitgehangen vlaggen en rouw omfloersde lantaarns en tribu nes, groeide de menigte aan tot een on afzienbare massa, uit alle riohtingen sa mengestroomd, zioh langs den weg schaarden en daar wachtte en nog eens wachtte in een drukkende en beklemmen de etUte. In Ben Haag ging de politie er reeds om 7 uur toe over, een grooten ring te «luiten, om de binnenstad, waarbinnen aich geen verkeer meer mocht begeven en langzaam, maar duidelijk, kwam er tee- kening in den ohaos van het verkeer. Tegen hall tien kwamen de militaire troepen aanmaroheeren, behoorend tot onderdealen van onderooheidene eenhe den onzer weermacht. Een detachement van de brigade Grenadiers en Jagers, betrok de «erewacht bij het Paleis Ds verdere troepenmacht diende voor de afzetting van het begin van den te volgen weg: Voorhout en Kneuterdijk. Maar tevens kwamen van de riohting Dennsweg aangerukt de detachementen, bestemd voor het militaire gedeelte van d«n rouwstoet. Inmiddels was de Koninklijke familie met de vorstelijke verwanten van wijlen de Koningin-Moeder en de verdeTe vor sten en vorstinnen, dis voor de begrafe nis waren overgekomen, in 't paleis aan gekomen, waar de oud-hofpTediker, de hoogbejaarde da. Welter, een rouwdienst laidda. Tegen half elf werd In de nabijheid van het paleia de rouwstoet opgesteld Deze werd geopend door een detachement 'marechaussee, te paard met omfloersten standaard en «tandaardWboht Daarach ter volgde ds algemeens troepencom mandant, generaal-majoor Van Andel, als bevelhebber in de eerste militaire af- deeling, met zijn staf en dadelijk daarop kwam in den stoet de Koninklijke Mili tairs Kapel, onder leiding van zijn di recteur, kapitein Walther Boer. FEUILLETON. door RIDGWELL CULLUM. In ds handen der Barbaren. De Forks Nederzetting neemt niet lan ger haar plaats in op de kaart van den Staat Montana Tenminste, niet die Forks Nederzetting die in een holte van de vlakte genesteld lag, onder de schaduw van het Rotagebergte Het is merkwaar dig, hoe zulke kleine plaatsjes een ba»- digheid bezitten om in den loop der tij den van de landkaart te^erdwijnen. En toch ia het een feit, dat zij het/ doen en dat zij geheel vergeten worden, behalve misschien door die menschen, welke daar bepaald gewoond hebben of ze eens be zochten. Zoo gaat bet met alle opkomen de landstreken en ongeveer twintig of dertig jaren geleden was Montana be slist een nieuw land. Omstreeks'8ö had de Forks Neder zetting het toppunt'van h&ar welvaart bereikt, een welvaart die haar oorsprong had in den Handel in stoffen en machine rieën onder de wijd verspreide en schaar- ache bevolking, bestaande uit de bewo ners van kleine hoeren en uit landbou wers. Deze dingen gaven haar een be «laan en hielden haar eenige dagen op de been. Toen verdween zij langzamerhand, xooals zulke plaatse^ altijd doen Toen John Trealer Forks binnenreed, was hij nieuwsgierig om te weten in welk oord hij terecht was gekomen. Hij sprak sijn nieuwsgierigheid niet in dezs woor den uit; zijn taal wal minder yleitnd ▼oer do plaats. Het militaire eoorte van den rouwstoet bestond uit twee gedeelten, een dd\ aan den rouwwagen voorafging en het twee de, dat den stoet sloot. Nadat het eerste gedeelte van het mi litair escorte zioh had opgesteld, reed de rouwstoet van het Koninklijk Huis voor. Achter de huzaren kwam een rijknecht- majoor met twee rijknechts te paard. Di rect daarachter volgde een hofrijtuig met een lakei, naast elk portier, en waarin gezeten waren de waarnemend kamerheer-ceremoniemeester, jhr. A G. Sickinghe en de kamerheer i.bd. jhr. ir. Six. In een tweede Hofrijtuig namen plaats de oud-intendant van Soestdijk, de Heer I. "Wl. Groeneveldt, de secretaris van de Koningin-Moeder, jhr. Wiisen Elias, en de geneesheer, die de Konin gin-Moeder tijdens haar ziekte behan deld heeft, dr. G. I. de Jocgh. Vervol gens kwamen zes hofrijtuigen, waarin de 24 kamerheeren, die als dragers van het stoffelijk overschot van de Koningin- Moeder fungeerden, gevolgd door een hof rijtuig, bestemd voor de dragers van de slippen van het rouwkleed Naast elk portier ging ook hier een lakei. In het volgende rijtuig had plaats genomen de opperceremoniemeester van de Ko ningin, graaf du Monceau. Het werd een lange stoet doqr de vele galarijtuigen en hofkoetsen van hoogwaardigheidsbekle ders. Om elf uur reed de rouwwagen voor het paleis-bordes. Een plechtig moment was aangebroken. De kist van blank eikenhout, op de hoeken met zilver ge monteerd, werd uit het Paleis gedragen. Kamerheeren van de IMoeder des Va- rerlands verriohtten dit laatste dienstbe toon en plaatsten de kist in den rouw wagen. Diep ontroerd ontblootte de over- talrijke schare het hoofd. De treurmu ziek van het muziekkorps-van het Vde Regiment, onder leiding van zijn kapel meester Van der Glas, deed de klagende rouwtonen van Grieg's ,*Aaes Tod" hoo- ren. Rouwwagen en lijkkist droegen het stempel van vorstelijke soberheid. De hemel van den wagen was afgezet mei een zilveren omlijsting en droeg een zil veren kroon, terwijl aan de vier hoeken zwarte struispluimen met zilveren fran je werden aangebracht. De galabok was gedrapeerd met zwart fluweel, omzoomd met zilveren franje en droeg der weers zijden het Koninklijk wapen in zilver. De kist, eveneens gedrapeerd met zwart fluweel, afgezet, met zwart zilveren fran je en galons werd overdekt met een zwart fluweelen kleed, dat tot dicht bij den grond afhing. Op het lijk kleed werden de kroon van de ontslapen Vorstin, benevens hare ordeteekeneü, ge hecht op een rood fluweelen kussen, t plaatst. De rouwwagen werd getrokken door 8 met rouwkleed gedekte paarden, waar van 8 van den bojt bestuurd, het voor ste span door postillons bereden De vier slippen van het rouwkleed werden gedragen door hooge hof dignita rissen. De 24 kamerheeren, die het stoffelijk overschot van Hare Majsteit naar buiten hadden gedragen, stelden zioh ter weers zijden van den rouwwagen op en dade lijk daar achter volgden te voet de offi cianten en het personeel van de Konin gin-Moeder. Voor zoover het Voorhout niet wss af gezet, was het één mensohenmenigte Talrijke deputaties hadden in de omge ving van het paleia een plaats gekregen. Daar stonden o m. enkele honderden bur gemeesters uit verschillende plaatsen van ons land Ook waren er opgesteld de weeskinderen, vjefrp] legate ra, leden ivan de Haagsche véreenigingen. De reserve- officieren hadden aich eveneens opge steld om hun Vorstin de laatste eer te bewijzen en voorts stonden er o.a. mili tairen beneden flen rand van officier, die de Militaire Willemsorde bezitten. Ook voor de schoolkinderen was een regeling getroffen. Van elke school waren vijf kinderen aanwez'g, die gezamenlijk bij het paleis een plaats gekregen had den. Toen de lijkwagen zioh langzaam in beweging zette, weerklonk plechtig het Waldecksohe volkslied als uitgeleide bij het laatste vertrek van het paleis. Het was een roerend oogenbl;k. Somber drei gend dreunden de kanonschoten voort durend over do stad, een ieder aankon digend, dat de laatste tocht een aanvang had genomen In de eerste galakoetsen stapten de hofdames van de Koningin-Moeder en in de volgende de mannelijke vorstelijke personen. Van hen stegen het eerst in Prins Hendrik met den vorst van Wal deck en Pyrmont, broeder van de Ko ningin-Moeder. Naast deze koets schre den hofjagers Lakeien gingen naast de volgende koetsen, waarin plaats namen Prins Eugen van Zweden, Prins Karei van België, de Erfprins van Oldenburg, Hertog Adolf FriedTich van Mecklenburg, de Erfprins van Waldeck en Pyrmont de Vorst van Erbach—Schönberg, Prins Felix van Luxemburg, Pr:ns Georg Wilhelm van Wlaldeck en Pyrmont, de Erfprins van Waldeck en Pyrmont, de Vorst van Bentheim en Steinfeld, de Vorst van Wied, Prins Maximibaan van Wlaldeck en Pyrmont, Prins Hubertus van Saxen—Coburg en Gotha, de Erf prins van Erbach en Schönberg en de Erfprins van Wied. In de volgende koetsen namen plaats verschillende hooge hofdignitarssen van de Koningin en vertegenwoordigers van vreemde regeeringen Uit het Paleia werden honderden bloemstukken gedragen en in speciale rijtuigen neergelegd. Het was 'n overwel digende pracht en het duurde zeer' gsjrui- men tijd, voordat al de kransen, waarin paars en wit domineerden, waren inge laden. Ook de lijkkoets voerde eenige bloem stukken mede. Achter op hing een groote krans van koningin Leopold III en ko ningin Astrid Van België. Onderwijl marcheerden de militaire troepen aan, die het slot-escorte vorm den. Voorop ging een luit.-kolonel, com mandant van dit militaire gedeelte, ver gezeld van een adjudant, terwijl een de tachement van 12 ruiters der Kon. Ma- reohauasee het escorte sloot. Het was een lange en droeve stoet, die door de straten van de residentie trok. Eerbiedig brachten de menschen en de vaandels een laatsten groet, overal, waar de eenvoudige en indrukwekkende lange stoet passeerde. Hij trok van het Lange Voorbout langs den Kneuterdijk, de Plaats, den Vijverdam, het Buitenhof, den Hofweg, en het Spui naar de Pietterijkade, waar Met de Sunlight Zeep die jaarlqkz ie Nederland gebruikt wordt zouden wq een dijk kunnen leggen die bijna 100 maai zoo lang is als de beroemde afsluitdqkl Hoe komt dit? Omdat de Nederlandsche huisvrouwen door jarenlange ervaring zulk een groote voorkeur aan dit zuiver Nederlandsch fabrikaat hebben gegeven, dat een huishouding zonder Sunlight Zeep iets ondenkbaars is geworden. DEZEN UITERST LAGEN PRIJS DANKT V AAN HET GROOTE VERBRUIK VAN SUNLIGHT ZEEP Het was op een laten middag, dat zijn paard langzaam kwam aanstappen op het plekje groen, dat Forks tot marktplein diende. Hij Hield stil en keek rond naar .emand die hem kon inlichten. De'plaats, was geheel verlaten. Het was een gloei end lieete dag en de inwoners van Forks waren niet gewoon op warme dagen veel beweging te nemen, tenzij dringende be zigheden dit noodzakelijk maakten. Daar er slechte twee seizoenen per jaar waren, dat zooiets kon gebeuren en dit thans niet het geval was, bewoog zich memand. De hemel was geheel onbewolkt. Tres- Ier was vermoeid en stijf en dorstig als een spons, want hij was niet gewoon uren lang in den zadel te zitten en had het rijden over de eindelooze prairiën van het Westen vervelend en eentonig gevonden. Nu bevond hij zich te midden van een on^elijken kring van houten huizen. Geen van deze gaf blijk van weelde, maar na de door den wind bewogen grasgolven dpr prairiën gaven zij toch een gevoel van gezelligheid en leven. En dit was op het oogenblik al wat de ruiter verlangde. Hij bekeek beurtelings elk huis, zoe kend naar een enkel menschelijk gelaat. En eindelijk ontdekte Hij een venster vol gezichten, die vanaf het verste eind van den kring nieuwsgierig naar hem keken. Dat was voldoende. Zijn vermoeid paard de sporen gevende, reed hij daarheen. Nu kwam er nog een teeken van leven, in de gedaante van e«n ouden man," die verlegen om den hoek van het huis kwam en hem stond aan te kjjken. Die vreemde ling was een zonderlinge verschijning. Zijn gelaat was zoo bruin als een pad door het prarieleven «n doorploegd met voren. Zijn lang haar en dito baard had den de kleur van gerijpt koren. Zjjn klee ding was eenvoudig in oveMbstem ming met zijn gélaatf een b«4Mf van mollenvellen, verstaen en vuil, een blauw serge hemd, een vuil zwart buis en een vuurroode doek om den hals, terwijl een gedeukte prariehosd zijn achterhoofd sierde, een oogenblik halt gehouden werd om den slippendragers gelegenheid te geven de voor hen bestemde rijtuigen te bestij gen. Vervolgens over het Rijswijksche- plein an langs den Rjjsvjjkscheweg. Op Rijswijksch grondgebied stonden voor het raadhuis de Wethouders met den Raad opgesteld om een laatsten groet te brengen. Het zal ongeveer één uur geweest zijn, toen de stoet de Hoorn brug bereikte en vervolgens over den nieuwen Rijksweg naar Delft voort schreed. Tot aan de Hoornbrug speelden de muziekcorpsen treurmuziek van Cho pin, Beethoven, Schubert, Bouwman en anderen. Op den nieuwen Rijksweg zwe gen de muziekcorpsen. Slechts de tam boers en pijpers deden zich hooren. Onmiddellijk nadat het laatste deel van i dan indrukwekkandan stoat da Hoornbrug bij Rijswijk was gepasseerd, werd de Konigin telefonisch gewaar schuwd. Evan later had da Hooge Lands vrouwe, vergezeld van da vrouwelijke verwanten, het Paleisverlaten en zich in een viertal hof-auto's op weg begeven naar de Prnce-etad. De Koningin was gesluierd en ook Prinses Juliana was in zwaren rouw. Terwijl de rouwstoet den nieuwen broeden verkeersweg volgde, gleden de auto's in een veel sneller tempo via Hoornbrug en ouden Rijksweg naar Delft. Aan de grens der gemeente ver welkomde de Delitsche burgemeester de Koningin en de Prinses en leidde hun Delft binnen. Toen zij daar vo<j>r de kerk uitstapten, waren een oogenblik de ge stalten in diepen rouw gehuld, voor het publiek zichtbaar en in dit oogenblik voeldp men, hoe een golf van liefde en innig medeleven uit de duizenden vooral naar de Koningin uitging. Een diepe, ontroerende stilte, een volkomen roerloos zwijgen hield het volk op dit moment gevangen. Het vorstelijk gezelschap begaf zich naar het ruime, vierkante gewelf onder den toren. Daar was een waohtka^ner ge reed gemaakt, waar de Koningin den rouwstoet kon afwachten. Maar reeds tegen kwart voor twee was de stoet Delft genaderd. Op dit oogenblik begon de Bourdon, de machtige klok in den toren van de Oude Kerk zijn geweldige stem te ver heffen, ten teeken dat men in de verte het statig cortège zag naderen. Het ge- aaf>' luid van deze klok was tot ver in het Westland hoorbaar. Bij het Kalverboeoh stopte de stoet en "de hofdignitariasen, die toen weer moes ten medeloopen, verlieten daar hun koet sen. Te Delft waren, evenals vlak bij Den Haag, talrijke tribunes opgeslagen, wel ke tot de laatste plaats waren ingeno men door belangstellenden, die in diepe eerbied het indrukwekkend schouwspel gadesloegen. Opnieuw klonk treurmu ziek van de Kon. Militaire Kapel. Deze zwenkte bij het oprijden van het plein uit den stoet en stelde zich op bij het standbeeld van Hugo de Groot. Zachte treurmuziek bleef klinken, ter wijl de markt zich meer en meer vulde met militairen te paard en te voet, hof- rijtuigen, totdat eindelijk de rouwwagen tot het Kerkplein genaderd was. Toen zweeg alle muziek. Onder treffende etilte reed de lijkwa gen voort, tot het voorportaal van ds Nieuwe Kerk. t Toen zette de Marine Kapel het Wil helmus op de oude toonzetting in en on der deze pleohtige tonen werd de kist door de kamerheeren in de kerk gedra gen. De Koningin, de Prinses en de ove rige Vorstinnen bevonden zioh aan den ingang van de kerk. Zij volgden het stoffelijk overschot, toen dat langzaam naar binnen werd ge dragen. Plechtig schreed de stoet door een gang van met grijze en witte crêpe bespannen latwerk, waardoor de restau ratiewerken aan het oog werden ont trokken en waartegen de vele kransen en bloemstukken hingen, welke door staatshoofden en buitenlandsche regee ringen gezonden waren. In het koor der kerk werden de vor stelijke personen naar hun zetels geleid dqor den kamerheer-ceremoniemeester en de hulp-ceremoniemeester. Nadat de baar op de paarse catafalk was nedergezet, werd deze overdekt met het rouwkleed; de kroon en de ordetee- kans op het kussen werden door den hofmaarschalk aan den opperkamer heer overhandigd, die deze op de kist plaatste. Het rouwkleed, dat gebezigd werd. i dekte ook voor het laatst de kist met het Tresier hield zijn paard in voor deze welkome verschijning en gleed stijf van zijn paard, terwijl de kleine man zijn oog over de geheele uitrusting van den vreem deling Let glijden. ,,Is dit de Forks Nederzetting?" vroeg de nieuw aangekomene met een innemen- Jen glimlach. Hij zag er flink en man- uelijk uit met zwart haar en staalblauwe oogen: hij was gekleed in een eenvoudig Norfolk buis en rijbroek. Hij was n.et bij zonder knap van uiterlijk, maar had een krachtig, betrouwbaar gezicht. De vreemdeling kneep de oogen dicht, hij wjjze van bevestiging. „Uh hum," bromde hij. „Kunt ge mij het hotel aanwijzen?" ,D« oogen van den ander hadden zich eindelijk gevestigd op de prachtige bol vormige rijbroek die Tresier aanhad en die zich nu in haar natuurlijke ruime plooien hereteld had. Hij gaf geen hoorbaar antwoord. .Hij was verdiept in- den nieuwen aanblik, dien hij daar voor zich zag. Een achter- waartsche beweging van zijn hoofd was het eenige teeken, dat hij over zich kon verkrijgen om te geven. Tresier keek naar het aangewezen huis. Hij koesterde eenigen twijfel en niet ten onrechte. De aangeduide woning was slechts een loods van twee verdiepingen geheel scheef en niet veelbelovend. „Kan ik. dat is te «eggen, neemt de eigenaar., gasten op?" vroeg hij. „Ik zou danken, dat Carney alles neemt was hij kan/' kwam het vlugge ant woord. i De deur tan het hotel ging open en er kwamen twiee mannen naar buiten, die den nieuweling en zijn paard kritisch op namen. Daarop gingen zij op hun gemak legen de djieurposten leunen en stonden zwijgend te kauwen, terwijl zij mat op merkelijke onverschilligheid voor zich heen staarden. Tresier waagde een tweeds vraag. Hij voelds ziek vreemd ia dit fweUchap. Het was zijn eerste werkelijke kennismaking met een prairie-nederzetting en hij wist l met precies, wat hem te wachten stond. „Ik zou wel eens willen weiten of er .emand is, die voor mijn paard zou kun nen zorgen," zeide hij «enigszins aarze lend. „Maak het aan die paal vast en vraag dan ginder", merkte de zwijgzame man op en wees, zonder de oogen van de beenbe- 1 kieeding van den ander af te wenden, naar een paal, die eenige meters van de deur afstond. „Dat klinkt verstandig." Tresier verwijderde zich, bpnd zijn paard vast en maakte de buikriemen los. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer," zeide hij, in zijn welverzorgde zes voet lengte uitstekende boven de vijf voet vier van den ander. „Zou, ik mogen vragen met wie ik het genoegen heb te spreken? Mijn naam is Trealer en ik ben op weg naar Mosquito Bend, de hoeve van Ju- Lan Marbolt. Een vreemdeling in een vreemd land, ziet ge. Dat Ijebt ge natuur lijk al dadelijk opgemerkt," besloot bij goedhartig. De aandacht van den ander was echter niet van den pilo rijbroek af te leiden, en hij antwoordde, zonder zijn oog ervan al te wenden: „Mijn naam is Ranks, in de wandeling Slum geheeten." „Wel, mijnheer Slum, danTrea ler glimlachte. „Sluml" De nadruk, die hij erop legde, was op vallend. Hy liet zich niet berooven van hetgeen hem toekwam. „Slum" waB zijn tgjnahm bij de gratie der prairiegewoonte „Ranks" was uitsluitend een vaderlijk erfdeel en van geen de minste beteokenis. „Wel, Slum," Tresier lachte, „als wij eens samen Carney's hartversterkingen gingen proeven; ik ben moe en heb een geweldige dorst." Hij stapte naar de deur en keek o*n Ranks had zich niet befrogen. Alleen zijn verbaasds oogen haddtn ds bewsgin- f«a vu den ander ftvolfd. ^jgsvsf „Ga je niet mee?" vroeg Tresier. En toen bij den starren blik in de oogen van den ander opmerkte, vroeg hij een weinig ongeduldig: „Waar drommel kijk je toch naar?' En tot zijn zelfverdediging was hij genoodzaakt zijn eigen rijbioek te be- kijken. \oa Slum keek op. Een glans van genoegen blonk onder zijn zware wenkbruuwenyu0 terwijl een wijds grijns ds baren op f gelaat scheidde. „0, nergens naar," zeide hij minzaam. „Ik probeerde mij voor te stellen voor - welk soort van kerel die broek van U wel gemaakt kon zijn." Hij besproeide dep bruinen grond aan zijn voeten met <»- ,j bakssap en schudde daarop nadenkend het hoofd, terwijl een blik van plechtigs verbazing de plaats van den grijnslach m nam. ,JZeg," vroegde hij erbij, „dn* toch een fatterige vent geweest zijn." H Txesler was op het punt van te ant woorden, maar een blik op Ranks en een hoorbaar grinniken, dat vanuit d# deur <1 klonk, deden hem plotseling van pl*& 'd veranderen. Hij keerde zich om en hoor- „j de een schaterend gelach; en hij begreep het. 4 „Ik trakteer," zeide hij «enigszins spü- Hg. „Komt maar allemaal mee. „Je, *k !9g ben een „Nieuweling!hbs En het was de gulhartigheid ven *Ün 20 antwoord, die hem terstond een plaat# deed winnen onder de mannen van de ,1 Forks Nederzetting. Geen vijf minuten rX later was zijn paard gestald en verzorgd, n Binnen vijf minuten sprak hij el ds n bezoekers van de gelagkamer met hunne bijnamen aan. Binnen vijf minuten be taalde hij de whisky tegen een buitenspo- rigen prijs. Binnen vijf minuten snoot hij den eersten adem op van prairie-ge woonten en prairie-manieren. Het is niet noodig diep door te dringen in de karakters van deze bewoners ven Fork# Het is niet noodig om in moddef te rosren, dat werk is nooit frisoh. .s!. (Wordt rwrel»d>. TWHBK BUB. HUUWMLAB VOOB IUIB-HOCLANI 1» Denderde# 28 Maart Hilversum. A.VjR.G. 810 Gramofoon; 1010.15 Morgenwijding; 10.1610.30 Gramofoon; 10.3011 Concert door het Ensemble Rentmeester; 1111.30 Knip cursus Kinderkleeding, 11.301 Ver volg Concert en Gramofoon; 11.45 Gramofoon; 1.452.15 Piano-recital; 2.152.45 Halfuur voor de Vrouw; 2.453 Gramofoon, 3—8.45 Vervolg- Knipcursus; 44.30 Mevr. Antoinette van Dijk; 45 Gramofoon; 55.30 Radio-tooneel voor Grootere Kinderen; 5.306.30 Kovacs Lajoe en zijn Orkest; 6.307 Sportpraatje door H. Hollan der; 77.30 Kovacs Lajos, 7.308 En- gelsche Les; 88.15 Gramofoon; 8.15 8.45 Gewijd Concert, 8.459.30 Con cert door het Omroeporkest, 9.309.50 Moderne Zangdeclamatie; 9.5011 Het Omroeporkest; 10.2010.35 Gramo foon; 1111.10 Nieuwsberichten, 11.10 12 Gramofoon. Hulien. K.R.0. 89.15 Concert; N.C.R.V. 10—10.15 Gramofoon; 10.15—10.45 Morgendienst door Ds. J. v. d. Woude; 10.46—11 Leger des Heils-kwartiertje; K.R.O. 11—11.30 Gramofoon; 11.30— 12 Godsdienstig halfuurtje; 12.152 Het K.R.O.-Orkest, N.C.R.V. 2—3 Cur sus Fraaie Handwerken, 33.30 Gra mofoon; 4Bijbellezing; 55.30 Cur sus Handenarbeid; 5.30—6.15 Liede ren-recital; 6.156.45 Gramofoon; 6.45 —7 Esperanto-kwartiertje; 7.158Gra- mofoon; 88.30 Concert uit de Groote Kerk te 'a-Gravenhage; 8.30—9.15 Prof. Dr. K. Schilder over Matth. 27 51a; 8.16—10.15 Vervolg Kerkeoaeerf; 10.16 —10.26 Nieuwsberichten; 10.26—11.80 Gramofoon. Vrijdag 80 Maart Hilversum. V.A.R.A. 8 uur Orgelspel; V. P.R.O. 10 uur Morgenwijding; V.A.R.A. 10.15 Voordracht, 10.30 Muzik&ai Al lerlei; 11 uur Gramofoon; 11.15 Mu zikaal Allerlei; 11.45Gramofoon, A. V.R.O. 12-1.30 Orgelconcert, 1.30—2 Voordracht, 23.30 Concertgebouw- Kamerorkest; 3.304 Gramofoon, V. A.R.A. 4 uur Viool en Pianomuziek, 4.30 Na Schooltijd; o uur De Noten krakers; 5.30 De FLerof lui Iers, 6 uur Gramofoon; 6.45 Het Vaoantiekinder- feest, V.P.R.O. 7 uur Kerkdienst uit de Ver. v. Vrijz. Hervormden te Amers foort. Spreker; Ds. J. Dikhoom, 8.15 Uitvoering van de „Johanues Passion" door Zangkoor, V.A.R.A 10 uur Pers berichten, 10.05 Tummere over „Fis Notenbalk"; 10.35 Klem V.A.R.A. En semble, 11.3012 Gramofoon Huizen. N.C.R.V. S—8.1öSciiriftleziug en Meditatie, 8.159.30 Gramofoon, 9.30 10 Orgelbespeling; 1011.40 Kerk dienst uit de Ned. Herv. Kerk (Pieters kerk) te Leiden. Voorganger: Dr. J. G. S. Locher; 11.4012 Orgelbespeling; 12.15—12.30 Gramofoon; 12.30—1.45 Concert; 1.452.30 Orgelspel, 2.303 Lezen van Chr. Lectuur; 33.45 Ensem ble Van der Horst, 3.454 Grampfoon- muziek; 45 Ensemble Van der Horst; 5.208.50 Uitvoering van de „Mat- thaua Passion" in de Thomaakirche te Leipzig; 8.509.05 Nieuwsberichten; 0.059.50 Liturgische dienst; 9.50— 11.16 Uitvoering van „Die Sieben Wort des Erlössera am Kxeuze"; 11.1512 Gramofoon. stoffelijk overschot van Koning Willem III. Het was op uitdrukkelijk verlangen van de Koningin, dat dit ook nu zou ge schieden. Eenige kransen werden op de baar gelegd, de overige rond den in gang van dén grafkelder geschikt. Recht tegenover de kist namen de Vorstelijke personen plaats. Het dwarBschip was voorts geheel be zet met autoriteiten, ministers, staatsra den, deputaties uit de Sta ten-Generaal, hoogwaardigheidsbekleeders, gezanten en vertegenwoordigers van onderschei dene corporaties en colleges. Terwijl de kist naar binnen gedragen werd, speelde het orgel het Waldeck- sche volkslied. Buiten was alle muziek opgehouden. Het kerkorgel werd voor deze gelegenheid bespeeld door den blin den organist den heer W. van Thienen. De leiding van het muzikale gedeelte be rustte bij dr. Joh. Wagenaar. Op het or gel hadden zich drie bazuinblazers op gesteld. Nadat de voorganger, prof. dr. H. Th. Obbink, hoogleeraar aaD da Utrecht- sche Universiteit, het Votum had uitge sproken, zongen de aanwezigen staande Gezang 209 1 an 8. Wees gegroet, gij eersteling der dagen Morgen der verrijzenis Bij wiens iioht de maoht der hel ver- En de dood vernietigd is. [slagen en vers 3: In Uw hoede zijn we wel geborgen En schoon eerlang het oog ons breek' Open gaat het op den grooten morgen Na deez' aardsche lijdensweek. Eveneens staands werd aangehoord het lezen van Matheus 28 17. Ds rede van Dü. Obbink. Vervolgens hield de hofprediker de volgende rede: Het moge niemand verwonderen, dat wij hier, staande aan den ingang van een grafkelder, zijn begonnen met een Paaschlied op de lippen en het lezen van het Paaachevangelie dat ons spreekt van overwinning van den dood door het leven. Immers hier, bij de baar van ons .uller Koninklijke Moeder, de Vorstin, die zoo wonderlijke bemind was door het Nederlandsche Volk, mogen wij niet en kel ons hoofd in droefheid buigen en treuren om den zwaren slag, die ons ge liefd Vorstenhuis en ons Vaderland heeft getroffen, maar moeten wij ook noemen de wonderlijke liefde Gods, die den dood zijn scherpen prikkel heeft ontnomen en het graf van zijn wreed heid heeft beroofd. Haar, naar fcet Koninklijk woord, „ons aller Móeder", wier gansche leven één machtig getuigenis was van de lief de van Christus, dragen wij in de „Stille Weëk" naar Haar laatste rustplaats, die toch i"0t «Haafc laatste rustplaats" is, want reeds rijst de Paaechzon boven Haar graf. God heeft Haar zóó begena digd, Haar, die naast veel levensvreug de ook veel zware smart heeft gekend in H&ar leven, dat Haar die ééne smart, waarvoor Zij vreesde: het oogenblik van het afscheid nemen van die Haar het liefste op aarde waren, is bespaard ge bleven. God sloot Haar oogen zoo vredig toe en nam Haar tot Zich zonder schei- dingesmart. En nu staan wij hier en gedenken Haar, deze begenadigde Vrouw. Het zou gemakkelijk zijn bij deze lijkbaar te prij zen en te danken voor alles wat Zij voor ons Land en Volk gedaan heeft en ge weest is. Ja, het zou gemakkelijk zijnen verleidelijk ook. Er zou veel te zeggen zijn, veel dat hekend is en nog meer dat niemand weet. Maar wij zullen dat niet doen. Allereerst niet, omdat de majesteit van den dood verbiedt de grootheid ran een xnensch te roemen, maar ook omdat wij daarmee niet zouden spreken in den geest van Haar, die wij straks ten grave zullen dragen. Hier is iets anders om over te spro ken. Dat rijke leven was zoo rijk en heer lijk door voortdurende gemeenschap met Hem, Di* de bron is van alle waarach tige grootheid. De liefde van Christus was de stuwkracht van Haar gansche leven, de altijd vloeiende bron van Baar vroomheid en vreugde, het geheim van Haar gezegend werk. Christus heeft ge zegd, dat wij zoo hebben te leven, dat de menschen onze goede werken ziende, onzen Vader, Die in den Hemel is, ver heerlijken. Zoo te leven, dat de men schen ons er om prijzen, is al veel, maar méér is het als het zoo ver komt, dat de menschen ons en ons doen ziende, er kennen, dat hier meer is dan mensche lijk kunnen en deswege onzen Vader in den hemel verheerlijken voor wat Hij door menschen doet. Zóó was Haar werk en Haar leven. Zoo zien wij dan nu over menschelij- ke daden en menschelüke deugden heen naar Hem, uit Wien, door Wien en tot Wien alle dingen zijn en danken Hem voor wat Hij ons Vorstenhuis en ons Land en Volk heeft geschonken in dit heerlijk leven, dat wij zoo noode uit ons leven zullen missen. En wij kunen niet nalaten aan deze plaats onze geëerbiedigde Koningin en onze Prinses Juliana gelukkig te prijzen dat God Haar de genade verleent op de ze wjjze en met zulke gevoelens Haar zoo beminde Moeder en Grootmoeder ten grave te geleiden, en daarbij zich gedra gen te weten door de gebeden van allen die bidden hebben geleerd. Wij weten en (getuigen hier met dankbaarheid aan God, dat menschelijke Majesteit zich ootmoe dig buigt voor Gods liefde in Christus, God zij geloofd. Die ons Volk in Oranje zulk een Vorstenhuis gaf! Zoo is het dan waarlijk niet enkel rouw, die ons hier samenbrengt, maar ons hart is vol van dank en geluk voor Gods groote liefde, zoodat wij aan deze lijkbaar Paarschliederen kunnen zingen, liederen der overwinning in den mond van sterfelijke menschenl Amalia van Solms nam bij Haar hu welijk als levensleuze: quid reddam Do mino (wat zal ik den Heer vergelden)? Wij doen dat ook hier bij deze lijkbaar. Wat zullen wij, volk van Nederland, den Heer vergelden voor wat Hij ons gaf in dit zoo begenadigde leven? Wij willen elkander hier bij deze lijkbaar beloven, dat wij den band tusschen Oranje en Nederland, die ons Land en Volk reeds tot zoo grooten zegen is geweest, niet alleen bewaren, maar versterken en daar door toonen, dat wij bij elkaar behooren en bij elkaar willen blijven en samen ontvangen den zegen, dien Gods goed heid ons nog zal willen schenken. Geloofd zij Jezus Christus! Amen. Na de rede van prof Obbink zong men, wederom begeleid door orgel en bazuinen. Gezong 273 1: Beveel gerust Uw wegen Al wat u 't harte deert Der trouwe hoed' en zegen Van Hem, Die 't al regeert. Die wolken, lucht en winden Wijst spoor en loop en baan Zal ook wel wegen vinden Waarlangs U voet kan gaan. En vers 11: Hoor onze smeekgebeden Heer, red uit allen nood Help onze wank'le schreden En leer ons tot den dood Op Uwe hoede en zegen Vertrouwen, vroom van zin: Zoo voeren onze wegen Gewis ten Hemel in. Na het uitspreken van de zegenbede, was het plechtig oogenblik aangebroken, dat de gordijnen van de pafkelders werden weggeschoven en de kist met het stoffelijk hulsel van Koningin Emma de steenen trap werd afgedragen om te wor den bijgezet in de gewelven van de oude kerk. De opperceremoniemeester nam de kroon en de ordeteekens van de kist en reikte deze over aan den opperkamer heer, die ze daarna aan den hofmaar schalk overreikte. Deze laatste ceremo nie, welke beduidt, dat de hofmaarschalk de kroon in het archief zal opbergen en jnet piëteit zal behandelen, was tevens het slot van de handeling in de kerk Daarop werden de kransen weggenomen en ook het lijkkleed. Voorafgegaan doof den burgemeester v«j\ P#lft als koninklijken oommlsasrlë •nn dsn gmfteldsr, dasldsa V*n ds dra- gers met dt kist d« steenen trap af, ge volgd doo* de Koningin, dsn Vorst van Waldeck, de Prinses van Erbach en Prinses Juliana. In de vestibule van den kelder werd de kist op een klein wagen tje geplaatst en verder vervoerd Voor af had de oommissaris de gordijnen weer dicht geschoven. Toen verscheen de burgemeester weer en begaf zich naar de plaats van den minister van justitie en diens secretaris generaal. Beide autoriteiten deelden op zijn verzoek de trap af ter verzegeling van den grafkelder. Daarna werden zij weder door den burgemeester naar hun plaatsen geleid. Stilts «n eerbied. Professor Obbink sprak daarna een gebed uit, dat slechts door de vier vor stelijke personen, die mede afgedaald waren, werd gehoord. Tijdens den duur van deze plechtig heid in den grafkelder, Weven alle ove rige aanwezigen, voor zoover zij zioh in de kerk bevonden, «taan. Toen de kist in den grafkelder werd gedragen, speelde het orgel onder bazuin geschal, het oude Wilhelmus. Zoodra professor Obbink v wed er ver scheen, begaven zioh Prins Hendrik en de in de kerk aanwezige vorsten en vorstinnen met hun gevolg naar den uit gang. De overige hofdignit&riseen bleven op hun plaatsen in de kerk en verlieten deze eerst, nadat de Konigin vertrokken was, vergezeld van de Vorstin van Er bach, Prinses Juliana en den Vorst van Waldeck met hunne diensten. In vier gesloten auto's reed de vor stelijke familie naar den Haag terug," tot aan de grens der gemeente uitgeleide ge daan door den burgemeester. Hiermede waren de plechtigheden be ëindigd en verlieten de aanwezigen, diep onder den indruk van het gebeuren, dat kerkgebouw Koningin Emma was uitgedragen De Koninklijke Familie en het Nederland sche Volk hadden hun laatste plichten tegenover de geliefde Vorstin vervuld. Zij was nu heen uit ons midden en droef heid en rouw bleven over. Het was kwart voor vier, toen de eer ste hof&uto aan het Koninkinklijk Paleis aan het Noordeinde van de rouwplech- tigheid te Delft terugkeerde. In deze auto waren gezeten Prins Hendrik der Nederlanden, Prins Karei van België, Prins Felix van Luxemburg en Prins Eugen van Zweden. Onmidideillijk na aankomst vertrok Prins Felix naar Hotel des Indes, van waar h ijeenige minuten weer terugkeer de in het Koninklijk Paleis. Precies om vier uur begon het klokje van de Waalsche kerk aan het Noord einde te kleppen en oogenbiikkelijk daar na lieten ook de andere kerkklokken zich weder hooren. En op dat oogenblik, ter wijl honderden weer voor het paleis stonden, .reed de auto van de Ko ningin, welke thans niet gesloten was, voor het bordes. Met Haar kwamen me de Prinses Juliana en die Vorst en de Vorstin van Erbach Schönberg In de volgende apto's kwamen de andere vor stelijke gasten mede. Van toen af keerden voortdurend de genoodigden in hun auto's in Den Haag terug. Een onafgebroken rij van auto's be woog zich gedurende geruimen tijd door het centrum van Den Haag. En ook vloeide het publiek, dat z:ch het talrijkst in Rijswijk en langs den Rijksweg naar Delft had opgehouden, naar verschil lende richtingen uiteen. WQKNBDAt II MAART HM M LUDtNiWta. In Rome wordt elk jaar in de lijdensweek door de Broeders van Barmhartigheid een processie gehouden van de Tituaboo* naar het Coiioeeeum EEN NIEUW DEFILE VOOR KO NING ALBERT. Voor den aanvang der begrafenis van koning Albert werd op een bepaald oo genblik, aan het défilé van de oud-strij ders langs de katafalk, voor het Paleis, door autoriteiten, die niet langer met 't opstellen van den lijkstoet meenden te kunnen wachten, een einde gemaakt. Als gevolg van dit, tegen den wensch van koning Leopold in getroffen besluit, moesten ongeveer 20.000 oud-strijders, die nog op de ringboulevards stonden te wachten, onverrichterzake huiswaarts keeren Om dat te herstellen, organiseert tegen Zondag 8 April de „Union des Fraternelles 1914—1918" een nieuw de- filé, l&nqs de crypt te Lakan, waar het stoffelijk overschot van koning Albert rust. Alleen de vaandels en de voorzit ters der verschillende „fraternelles" zul len in den koninklijken grafkelder wor den toegelaten. Een delegatie zal op het naburige slot een adres van trouw en sympathie aan de koningin-moeder overhandigen. De fraternelles zullen in militaire formatie voorbij de kerk waar onder de rcypt zich bevindt, défiieeran. EEN WANHOOPSDAAD. Gistermorgen zijn te Stettin in hun slaapkamer een echtpaar en hun 10-ja- rige zoon dood aangetroffen. Zij hadden door ophanging een einde aan hun leven gemaakt. Uit een nagelaten brief is ge bleken, dat de man voor een financieele ruine stond, waaruit hij geen uitweg meer had gezien. DE RAMP TE HAKODATE. Reeds meer dan 1500 dooden. Het aantal bij den brand te Hakodate om het leven gekomen personen is thans tot 1556 gestegen. Volgens de mededee- Lngen der politie zijn 87 buitenlanders, die te Hakodate woonachtig waren, door den brand dakloos geworden en wel vijf onderdanen der Sovjet-Unie, negen "WSt- Russen, twee Duitschers, een Engelsch- man en 70 Chineezen. Geen hunner heeft evenwel letsel opgeloopen. Negentig ge vangenen zijn in vrijheid gesteld, omdat de gevangenis door het vuur werd aan getast en ten slotte ook werkelijk werd vernield. Van deze negentig gevangenen hadden zich Zondag 63 weer in handen der overheid gesteld. VERDUISTERINGEN DOOR EEN OVERSTE. Totaal f 5100 zosk. Een trieste geschiedenis van verduis teringen, gepleegd door een hoofdoffi cier te Soerabaja, is aan het licht geko men, toen bleek, dat hij zeer groote schulden had. De omvang der verduistering is thans vastgesteld. Aan qantine-geld ia I 4000 zoek en aan gelden van de dagverblij ven f 600; aan landsgeldsn ongeveer f 500, totaal plusminus f 6100. De cantme-gelden hebben eenvoudig hun bestemming niet bereikt. Alle gel den beheerde de betrokken hoofdofficier zelf Het onderzoek is nog in vollen gang. DIMITR0FF GAAT SCHRIJVEN. Over dsn Rijksdagbrand. In een onderhoud met een persverte genwoordiger van Moskou verklaarde Dimitroff, die daar op het oogenblik in een sanatorium vertoeft, dat hij een boek voorbereidt over het Rijksdagbrandpro ces en over den brand in den Rijksdag, welke laatste door het Duitsche fascis me werd geprovoceerd. In dit boek wil Dimitroff eveneens zijn actie in Bulga rije beschrijven en zijn leven in balling schap. CORSICA'S BANDIETEN UITGE ROEID. De strijd, dien de autoriteiten twee en een half jaar geladen tegen de bandie ten op Corsica hebben aangebonden, is thans ten einde. De soldaten, die naar Corsica waren gezonden om het eiland van de roovers te bevrijden, hebben in dertijd, na- «al van gevechten en hard nekkige achtervolgingen, de bandieten uitgeroeid. De beruchtste van allen, Spada, kon zooals genield, levend wor den gegrepen en wacht thans op zijn be rechting. Als veiligheidsmaatregel had man de strategische' punten tot dusver evenwel nog bezet gehouden. Zaterdag hebben echter de laatste manschappen van de garde mobile het eiland definitief ver laten. VREESELIJKE FABRIEKSBRAND. Twes arbeiders krankzinnig ge worden; vel to «rustig gewond. In een tetielfabriek te Lodz in Polsn, is Maandag tijdens het werk een brand uitgebroken, welke zich met razende snelheid uitbreidde. Van fret personeel der fabriek maakte zich een hevige paniek meester, zoodat de arbeiders door brandweerlieden uit het brandende gebouw moesten worden gehaald. Dertien arbeiders werden met levens gevaarlijke brandwonden overdekt naar het ziekenhuis overgebracht. Twee werk lieden verloren het verstand en zijn waarschijnlijk in de vlammen omgeko- De eigenaar der fabriek wierp zich uit wanhoop in het vuur sn kwam even eens om het leven. COMMUNISTISCHE ORGANISATIE ONTMASKERD. De politieke politie is er, na een lang durige voorbereiding, in geslaagd, de geheime communistische organisatie in het land een zwéren slag toe te brengen. Meer dan 75 vooraanstaande communis ten, die voor een groot deel hun oplei ding te Moskou genoten hebben, zijn op verschillende plaatsen te Riga, Libau, Mitau enz gearresteerd. Naar de politie meedeelt, stuurde de ontmaskerde or ganisatie systematisch voor de propa ganda geschikte personen voor hun ver dere opleiding naar Moskou; aanvanke lijk werden zij over de grens gesmok keld, later gingen zij op hun buitenland sche passen naar Hamburg en vandaar langs omwegen naar de Sowjetunie. Er zouden nog meer arrestaties te wachten zijn. DE KANKER-SPECIALIST. Vrijdag verscheen voor deArrondmo- mentsrech thank te Dordrecht de 66-jari- ge A. S., zónder beroep, wonende te Meerkerk. Hij had appél aangeteekend tegen het vonnis van den kantonrechter te Gonnchem, waarbij hij was veroor deeld voor het feit, dat hij op 1 December te Meerkerk als onbevoegde de genees kunde had uitgeoefend, door aan den veldwachter J. van Antwerpen genees middelen en advies te geven. Yan Ant werpen had zich ais de winkelier Groen uit Alblasserdam bekend gemaakt en had over pijn in de borst geklaagd. Voor f 3,50 had verd. een zalfje, een drankje en een heeleboel goeden raad verschaft. Verdachte ontkende dat hij f 3,50 in rekening had gebracht Hij had gezegd: bet kost mu f 3,60, maar geld neem ik met aan. Misschien krijg ik later wel eens een cadeautje of zoo. Verd. vroeg 14 dagen uitstel om een advocaat te'kun nen meebrengen. Op een vraag van den president of verd, op de jaarbeurs brief jes had verspreid met de woorden: „Lij ders aan kanker, wendt u tot A. S.", ant woordde deze bevestigend: „Ik heb de gave om te genezen", zei hij. De veidwaohter zeide dat hij door zijn superieuren naar S. was gestuurd en gaf een verslag van het „onderzoek" door S. De zaak werd een maand uitgesteld. 128. Nick»'# vader aarzelde geen oogen blik. heeech zich op aan het touw en klauterde op den tak* De anderen volg den. 1 130. Nick waa de laatste. Maar de Jongen was vermoeid en kon niet vlug men meekomen. Bovendien elingerdt de kano hevig heen en weer, daar het gewicht in depoot veel minder geworden *41

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1934 | | pagina 4