De geweldige Uitverkoop
eindigt Zaterdag 7 Juli
Schrijver's Koffie
30 JUNI
Reorganisatie
uitverkoop
Heeren mode artikelen
Zomerkleediné enz.
Ïratis
flans v. Camp
O©
N.V. PIET VAN REEUWIJK
Zaterdagmorgen 10 uur
KERSEN ETEN
^25
Delfia
Zomertijd is Inmaaktijdll
Abnormaal lage prijzen
3ti Je SaraJijsvagtl
GROOTE
STUKKEN
Zit- en Slaapkamer
RECTIFICATIE
REDUCTIE-BON
1000 GRAM
98 CENT
jfakdmuleify
Bahh
tegen taxatie-prijzen???
Reuzen
koopjes??
Heeren-Costumes, Regenjassen,
Pantalons, Jongenspakjes en R.£gen-
s jassen g
FRANS VAN CAMP
//iaaMMi
UITVERKOOP
„Delfia" Varkensmeel 2 en 3
„Delfia" Zeugenmeel
A.Hoogenboezemn.v.
Huismoeders II
met cadeaux
Electr. Koffiebranderij - Schoonhoven
begint onze bekende
Ma n fels
Costumes
Japonnen
Hoeden
Kinderkleeding
enz. enz.
'nninn
Zalerdag
30 |uni_be^iBt
de uitverkoop
van alieTTTTTT.
Zoo niet, doe het dan spoedig, voor het te laat is!!
mr*2»«ei de 1«
Gebrs. Bischoff - Gorinchem
I
■otorrtiBiiiiioDiiim t. vcigtniiB
Chevrolet
Vrachtwagen '31
H. A. VAN BAAREN
Gratis vliegen
met de Pelikaan
Go|da
Van Rondom
FEUILLET
ON.
Deruitersvandennacht
T KAN VERKEEREN.
V 1 i /V»
cent
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl
EERSTE BLAD.
NIEUWSBLAD VDOH IUID-HOLLANDEW UTRECHT. Seh^.iho>imch« Cour.nl
VW3JDAB11 JUNI 198
tot Zaterdag 7 Juli
KIPSTRAAT
ROTTERDAM
Ti Schoonhoven wordt aangeb.
met volledig pension.
Br. onder no. 2190, bur. Sch. Crt.
Veevoeders
H.H. Veehouders gebruikt:
voor bij voedering In de weide:
„Delfia" Melkkoekjes
„Schllfla" Grondnotenschllfers
Voor Uwe kalveren:
„VI fa" Kalvermeel 1 en 2
Voor Uwe varkens:
Voor Uwe biggen:
„Delfia" Blggenmeel
„Delfia" Varkensmeel 1
In Krlmpenerwaard, Lopikerwaard
en Alblasserwaard verkrijgbaar bij:
te Schoonhoven
of bjj de plaatselijke weder-
verkoopers!
Direct uit onze fabriek een
„Astra"en „Carlton"-Rljwfel
met remr^aaf. Juist iets voor de
mooie dagen. Levering franco-
rembours - vrij zicht. Vraagt
prijscourant aan:
N.V. Rijwielfabriek ASTRA"
Nijmegen.
In onze Ullverkoops-Courant die U heden
wordt thuis bezorgd steat op de Reductie-Bon
BREIKATOEN volgewicht 500 gram,
dit moet zijn;
voor
I ROTTERDAM
Voorziet U thans gratis van Inmaakglazen door
het gebruik van:
Bij I pond Koffie 2 Inmaakglazen I L.
Bij 3 pond Koffie 6 Inmaakglazen i I L.
Compleet met gummiring, van een zeer bekend merk
Bij 5 pond Koffie een Inmaakketel,
compleet met houder, 6 veeren en thermometer
Vraagt Uw winkelier naar de uitgebreide cadeaulijst.
ELKE ADVERTENTIE
OPENT KANSEN OP NIEUWE KLANTEN
0ITM00P
tegen taxatle-prijzenl
Heeft IJ reeds van onze geweldige koopjes in
geprofiteerd^
cepjes an onze
llllllf
IIIIIIIIIIIlllllllW
ti FI n f Be.chlkb. Wven 1500
\AEllvE» I Ane doeleind. Vlug.
Billijk. Dlicr, Inl. ko.teloo». Br. ra.
porl V. «ntwoord. Rotterdam. Cuu
de Vrieielaan 38».
m mOTOBKOOPJE»
P.N. '30/'31 Elec. Millerverl. m. cl»*.
Recreo duo, prlm» binden, weinig
bereden, m. n.llon.1 bewlji, knee-
grlppi enz. 8 POT PR 11 BUI
Oil lel J928/'29, 3»/, PK., 2 Tiet
pr. binden, 2 verin., ketting overbr.
Mo.t w.g 111
Hav.n W.-Z. 34 - Schoonhoven
Aangeboden
door omstandigheden, zeer prima
Open laadbak, nieuwe banden met
wegenkaart en halfjaar vol verze
kerd. SPOED I K. VAN DER WAL
Teleloon 30 - Oroot-Ammera.
Tulnaprool-ortlkolon
Tuinmeubelen
Sterk concurreer.nde prijzen I
SCHOONHOVEN
Prachtig wit laqué Tulnatel,
beilaande uit: tafel, bank en
2 fauteulll, compleet f 28.00
Ook afzonderlijkverkrijgbaar,
c
MIT
lodor dis voor fl. 1.- be-
«tssdt, ontvangt 'n kaart.
Vortrok por Autobuaion
vonof ds markt ts Oouda
Woenidag n.a. 4 Juli
2 uur nomlddog noor.
„De Kleine Bstuws"
Koopt b l|i
tweede blad.
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Cchoenhranineh» Coiir.nt
VRIJOAO 29 JUNI 1984
door JAN KIJKUIT.
Gekke dingen. De waarde
van het parlement. Samen
voeging van gemeenten.
Uitwonende burgemeesters.
Tante zat een brief te schrijven en ze
vroeg aan haar geleerden neef:
„Jod, moet je gelooven met een of
met twee o's schrijven?"
„Vandaag nog met twee, maar over
een paar weken misschi en met één o."
„Ja," zei tante, haar pen neerleg
gend om eens haar hart te kunnen luch
ten. „Dat heb ik gezien en ik kan je
zeggen dat ik me groen en geel geërgerd
heb, toen ik las dat de Tweede Kanier
een paar dagen heeft zitten hannesen
over de spelling. Neen, Jan, houd je
mond eens even," riep ze tegen mij, toen
ik wat w'lde opmerken, „ik moet dat nou
eens zeggen. We leven in een tijd zoo
moeilijk als er misschien nooit een ge
weest is. De ergerlijkste dingen moet je
zien gebeuren, dat de kostelijkste voe
dingsmiddelen naar de mestvaalt gedra
gen worden, dat ze de koeien afslach
ten, de aardappelen niet geteeld mogen
worden, de groente wordt weggeworpen,
terwijl de menschen gebrek lijden. Er
zijn honderdduizenden werkloozen, er is
geld tekort, de menschen worden uitge
knepen en het water staat aan de lippen.
En nu, onder zulke benarde omstandig
heden komen did 100 heeren in Den
Haag bijeen en gaan daar twee of drie
dagen praten over de spelling, over
één o of twee o's. Ik vind het schande
en waanzin."
„Ze zijn er nog niet eens mee klaar,"
vulde ik aan, „Over een tijdje gaan ze
er weer over beginnen."
„Onverantwoordelijk noem ik zooiets,"
hernam tante. „Het is net of de kapi
tein van een schip in de storm en hij
allerlei klippen tot zijn stuurman zegt:
„Kom, we gaan een partijtje domino
spelen in de kajuit". Ik heb van mijn
nicht in (Zeeland, aan wie ik nu zit te
schrijven, bericht gekregen, dat ze daar
de volgende krankzinnigheid uithalen.
Er zijn van 't jaar veel kruisbessen,
maar de menschen zijn er niet blij mee.
De regeering koopt die bessen op tegen
twee cent per kilo en brengt ze dan
naar de mestvaalt, waar ze onbruikbaar
worden gemaakt. Ia dat gokkenwerk of
niet? En de menschen mogen de bessen
niet anders verkoopen dan aan de regee-
weet ook nog iets," zei ik. „In
Amsterdam gaan ze de klassen in de
lagere scholen 48 leerlingen groot ma
ken. Nu weet u wel dat je met zoo'n
klas niet veel kunt leeren. De onder
wijzer wordt uitgeput en de kindëren
leeren weinig. Tegelijk dat ze zooiets
bevelen, sturen ze een stel onderwijzers
op wachtgeld. Die kunnen wandelen en
thu szitten en op de scholen zijn er
leerkrachten te weinig."
Teun had stil zitten luisteren, maar
nu stond hij op, zocht in de kranten
hanger naar een Schoonhovensche Cou
rant, vouwde die open en bracht het
blad aan Jod.
„Jod," zei bij, „lees jij dat nu eens
en vertel ons dan of wij nu hier ook
niet eens zoo iets kunnen beginnen."
Jod voldeed aan de opdracht en las
het bericht in het nummer van 20 Juni,
waarin werd gemeld, dat in Noorwegen
op een verkiezingsvergadering een be
jaarde boer, Numedal, gezegd, had dat
het parlement een groot gevaar was
door
RIDGWELL CULLUM.
Een warnet van argumenten, die hem
foch overtuigden, hoewel hij wilt, dat ze
alle verkeerd waren, dwaalden hom
door het hoofd. Hij hileld zich flauwtjes
voor, dat zijn gedachten het gevolg wa
ren van den demoraliseerenden invloed,
d'e bandelooze kameraden op hem uit
oefenden, maar toch voelde hij, dat er in
werkelijkheid iets van dieper blijvenden
aard In zat.
Hij had nu de grens van het woud be
reikt en liep terug in de richting van hot
huis. Hier was de duisternis zeer diep.
Het dichte dennenbosch met zijn som
her gebladerte liet zijn zware takken
voor het land en dat de leden ran de
Kamer door hun waanzinnige finan-
cieele pol tiek het land hadden geruï
neerd en arme lieden broodeloos ge
maakt. De voorzitter van die vergade
ring noemde die beweringen in strijd
met de- waarheid en daarover gevoelde
Numedal zich beleedigd. Hij begon een
proces en nu zal de rechtbank 'moeten
uitmaken of hetgeen de boer gezegd
heeft waar is óf den boer toelaten het
bewijs te leveren, dat hij de waarheid
heeft gesproken.
„Wat bedoel je daarmee?" vroegL,Jfld
aan Teun.
„Wel, jullie zitten nu zoo te moppe
ren over de handelingen van de regee
ring, maar laat 't hier ook eens uitma
ken door den rechter wie gelijk heeft.
Als Jod op een vergadering maar eens
wil zeggen dat ons parlement een lands-
gevaar is, dan zorg ik wel voor de rest.
Ik spreekt 't tegen en zeg dat onwaar is
wat Jod gezegd heeft en dan dient Jod
een klacht tegen mij in wegens belee-
diging of zooiets en dan komt de
zaak voor de rechter en dan kunnen we
hier ook eens uit laten maken of de
Kamer gevaarlijk of onschadelijk is."
.Waarom alleen van de Kamer?" in-
form^rde ik. „Als bet stelsel niet
deugt dat de Kamer vormt, deugt het
evenmin voor de provinciale staten en
voor de gemeenteraden."
„Voor gedeputeerden toch zeker ook
niet?" vroeg tante, „want ik heb net
weer gelezen dat de gedeputeerden van
Utrecht geen samenvoeging willen van
de gemeenten Lopik en Willige-Lange-
rak met Jaarsveld. Ik dacht toch dat dfl
regeering al die kleine en dure gemeön-
tetjes wilde samenvoegen, zoodat er
langzamerhand In plaats van 1100 niet
meer dan 000 gemeenten zouden zijn in
ons land."
„Dat is ook wel het streven," vertelde
Jod, „maar hier kon dat niet gebeuren,
omdat de financieele toestand van
Jaarsveld veel ongunstiger is dan die
van Lopik en Willige-Langerak, zoodat
de bewoners van die twee laatste ge
meenten voor de lasten van Jaarsveld
zouden komen te zitten."
„Zoo," hervatte tante kort, „zoo, zoo.
Dan moet jij me eens verteller
er dan ook geen samenvoeging kan ko
men van Tienhoven met Ameide. Daar
zullen de lasten toch niet zoo geweldig
zijn en die twee plaatsen liggen
mekaar. Je kijkt als je op Termaai zit,
toch bij de menschen in Tienhoven op
tafel. Ze hebben één burgemeester,
secretarie, één school."
„Maar als het op benoemen aankomt
willen ze ieder hun zin hebben," merkte
ik op. „Dat heb je laatst kunnen zien
toen er een tijdelijk ambtenaar op de se
cretarie moest komen. Ameide wilde Jan
benoemen en Tienhoven Piet en het ge
volg was dat Jan en Piet beiden werden
benoemd en r op de secretarie naast el
kaar met zijn tweeën het werk deden
van één persoon."
„Is dat géén waanzin?" vroeg Teun.
„Tienhoven heeft een goede 300 inwoners.
Mot dat nu een aparte gemeente blijven
met alle kosten, die daaraan vast zit
ten? Ze hebben nou toch ook één burge
meester en als ze dien noodig
moeten ze nu ook naar Termaai."
„De Bergambachtenaars zullen nog
verder moeten gaan, binnenkort," merk
te Jod op. „De burgemeester heeft ge
zegd dat de eenige woning die hij in
zijn gemeente kan krijgen, wel geschikt
ia voor twee menachen, maar niet voor
een gezin en daarom wil hij vragen in
Gouda te mogen wonen.''
laag om hem heen neerhangen en ter-
wijf hij ertuaachen door liep, verborg
het hem voor lederen blik vanuit de
hoeve, En zelfs over de onderlaag van
de knappende dennenappels droegen
hem met zijn mocassins bedekte voeten
met een spookachtige stilte. Het was
voor het eerat van zijn leven, dat hij
genoodzaakt was als een dief in den
nacht naar iemands huis te sluipen:
maar hij voelde, dat zijn doet het middel
meer dan voldoende rechtvaardigde.
Nu keek hij scherp rond maar eenig
teeken van licht in de gebouwen van de
hoeve. Het logies was donker, maar Ja
ke's huis was nog verlicht. Dit kon hem
echter niet veel schelen; hij wist dat de
opzichter de gewoonte had zijn lamp
zelfs nadat hij b'nnen was, nog te laten
branden. Misschien zat hij 's avonds te
lezen. Die gedachte vermaakte hem en
hij was er wel benieuwd naar, welke
soort lectuur in den smaak zou kunnen
vallen van iemand met Jake's gemoeds
toestand. Maar terwijl hij nog stond te
kijken ging het licht uit en dit was meer
naar zijn zin.
Hij bereikte een punt afin den rand
van het bosch vlak tegenovèr de schuur.
Toen deed iets hem met schrik stilstaan.
Een ongewoon geluld had zijn oor ge
troffen. Het was het gefluister van stem
men in de verte. Dadelijk ging zijn her
innering terug naar zijn sersten nacht
op de hoeve en hij dacht aan het Roode
Masker en de ruiter, die hem vsrgeselde,
Nu luisterde hij, scherp starende in de
duisternis in de richting van het h\l»,
naar het punt, waarvan het geluid
kwam. Wie er ook gesproken hadden, zij
schenen nu stil te staan. Het geluid werd
niet luider en het stierf ook nist weg.
Zijn nieuwsgierigheid dreef hem voort,
en behoedzaam sloop hij verder vooruit.
Hij trachtte te schatten, hoever de
sprekers van het huis af waren. Het
scheen hem dat zij ergens in de buurt
waren van de particuliere stal van den
bl nde. Maar hij kon geen volkomen ze
kerheid krijgen.
Terwijl hij nu dichterbij kwam klon
ken de stemmen luider. Hij kon duidelijk
het zwellen en afnemen hooren, maar
nog waren zij onherkenbaar. Weer stond
hij stil; dezen keer uit voorzichtigheid.
Hij berekende, dat hij ongeveer vijf en
twintig meter van de stal af was. Het
zou niet veilig zijn verder te gaan. Het
gestadig gemompel dat hem bereikte,
was verleidelijk. Onder gewone omstan
digheden zou hij een ontdekking gewaagd
hebben en voortgegaan zijn, maar het
voornemen, dat hij nu koesterde, mocht
hij niet in gevaar brengen.
Hij strekte zich uit onder een lage
struik en vreemd genoeg herkende hij
deze als dezelfde, waaronder hij op dien
gedenkwaardigèn nacht had gelegen.
Deze herkenning bracht hem een som
ber voorgevoel: hij wist, wat hij ver
wachtte; hij wist wat er komen zou. En
een paar seconden, nadat hij zijn poti-
Te had ingenomen, werd zijn voorspel-1
Hm? bewaarheid.
„Waarom bouwt Bergambacht dan
niet een ambtswoning voor den burge
meester?" vroeg tante, „de gemeente
heeft er het geld voor, zou ik denken en
in Wilkge-Langerak hebben ze den bur
gemeester toch ook een woning gegeven."
„Ja," vervolgde Jod, „dat zou de raad
vermoedelijk wel willen doen, maar toen
daarover gesproken werd, antwoordde
de burgemeester: „Dat zou ik maar niet
doen."
„Dat vraagstuk lijkt mij nou niet zoo
moeilijk," voegde tante er bij. „De wo
ning van den burgemeester is te klein
en hij wil geen nieuwe, dan is toch
niets eenvoud! ger dan dat er een stukje
gebouwd wordt bij «het huis waar hij nu
in woont."
„Er gaan veel schikkena in een zak,"
besloot Teun wijsgeerig.
DE ROZENHOF
door
VINCENT LAROCHE.
Wij hadden de Garstins leeren kennen
tijdens een reisje, toen we in hetzelfde
hotel woonden. Het was een aardig
paar van middelbaren leeftijd en vooral
de vrouw, Henriëtte, beviel ons zeer. Zoo
kwamen wij ertoe, mijn vrouw en ik,
het paar uit te noodigen, eens een week
end bij ons door te brengen. Wij wonen
buiten, dichtbij een mooi bosch en onze
tuin is de vreugde en trotsch van mijn
vrouw, die zelf tuiniert. De Garstins
kwamen met een namiddagtrein aan en
nadat ze zich verfrischt hadden op hun
kamers, dronken we thee op het terras.
Het was een heerlijke zomeravond. Vóór
ons Lae de tuin, omsloten door een bloei
ende Meidoornheg en vol prachtige ro
zen. Mijn vrouw had, ter eere van de
gasten, een paar heerlijke ruikers ge
plukt, om de logeerkamer te versleren.
Na de thee liepen we door den tuin. Het
kwam me voor, dat Henriëtte stiller en
bleeker was dan eerst. Ze werd eerst op
gewekter, toen we naar binnen gingen
en ip den loop ran den avond was ze
weer vroolijk en charmant. Ik sprak met
Garstin over boeken en nam hem mee
naar mijn kamer, om hem een zeldzaam
exemplaar te laten zien. Toen we samen
waren, zei hij eensklaps: „Doe me een
plezier en neem die rozen weg van onze
kamers."
Ik was verbaasd en wat onthutst. Hij
zei': „Mijn vrouw kan geen rozen ver
dragen. Ze heeft iets vreeselijks in ver
band daarmede meegemaakt."
Opeens begreep ik haar zwijgen en
bleekheid ,toen we in den tuin vol rozen
wandelden. En mijn vrouw, die zoo
trotsch op haar rozen was! Ik. stelde
haar op de hoogte en zij haastte zich
de rozen weg te nemen.
Na dat week-end werd onze vriend
schap steeds hechter en op een keer, dat
we een week-end in de stad, bij de
Garstins doorbrachten, in den winter,
vertelde Henriëtte ons, waardoor haar
afschuw van rozen ontstaan was.
Als jong meisje woonde ze bij familie
ze was wees in een provincie
plaats. Op een dag ze was toen tien
jaar werd een naburige villa, die
lang had leeggestaan, gehuurd door een
vrouw van middelbaren leeftijd. Ze heet
te Marthe Levantier en leefde geheel al
leen, deed al het huiswerk zelf en tui
nierde urenlang, des morgens vroeg en
nog des avonds laat. Binnen een paar
jaren was de tamelijk verwaarloosde tuin
herschapen in een schitterende rozen
tuin. Marthe Levantier ging met niemand
TIENDE
PENNING/
Als Sijmen van het cijferen moe
Zich overgeeft aan droomen,
Dan ziet hij in zijn fantasie
Een beeld te voorschijn komen
Dat eenmaal als schrikwekkend gold,
Maar dat in deze dagen
Van allerlei belastingwee
Hem zeker zou behagen.
Belastingen yan elke soort
Vergallen hem het leven
En hij ziet het belastingspook
Voortdurend voor zich zweven.
0, als hij alle lasten met
Eén Tiende kon betalen
Hoe zou hij Alva's stelsel thans
Vol vreugde binnenhalen.
van het dorp om, alhoewel ze altijd zeer
beleefd was.
De kleine Henriëtte, die erg veel van
bloemen hield, stond soms vol stille be
wondering te kijken naar den tuin. Dan
glimlachte mevrouw Levantier haar toe,
doch ze sprak nooit.
Jaren vergingen. Henriëtte was zes
tien geworden. Mevrouw Levantier leef
de nog steeds in de kleine villa, die nu
geheel verborgen was tusschen de heer
lijkste rozen. Er waren bogen van klim
rozen, die naar het huis leidden, ber-
ceaux van rozen, struiken en boompjes
met rozen in allerlei tinten. De rozenhof
was langzamerhand een bezienswaardig
heid.
Vreemdelingen, die voorbij reden in
hun wagen, stopten om de rozen te be
wonderen. Mevrouw Levantier leefde so
ber en rustig. Een enkele maal ging ze
naar de stad, naar men zeide, om fa
milie te bezoekèn. Men hield haar voor
weduwe. Eens ontmoette Henriëtte in
de stille laan, waarin de villa lag, een
burgerlijk uitziende heer, die haar vroeg
waar mevrouw Levantier woonde. Ze
wees hem het huis aan, een beetje
nieuwsgierig, omdat men zoo zelden
iemapd bij mevrouw Levantier zag. Maar
hoewel ze erop lette, ze zag den man
nooit meer. Mevrouw Levantier kocht
in dat jaar een der andere villa's in de
laan haar eigen huis had ze reeds in
bezit en verhuurde die.
Zelf bleef ze wonen,waar ze was.
In den loop der jaren was ze tegen
Henriëtte iets minder terughoudend dan
ze gewoonlijk was. Als het meisje stond
te kijken naar de rozen, gaf ze haar er
enkele van en tenslotte hielden ze wel
eens een praatje. Henriëtte voelde altijd
een zonderlingen tegenzin, om met me
vrouw te spreken, hoewel ze niet kon
nalaten naar de rozen te kijken en héél
blij was, als ze er een paar kreeg.
Op een dag stond ze weer ie kijken
naar die mooie bloemen, toen een man
plotseling naast haar stilstond, dien a»
niet kende. Hij maakte een bewonderen
de opmerking over den tuin en daar hij
tl tamelijk oud was, in de oogen van
het jonge meisje, en een bescheiden goed-
moedugen indruk maakte, gaf ze hem
antwoord.
Hij vroeg haar een en ander over de
zen tuin en zij vertelde hém, dat me
vrouw Levantier zelf die mooie tuin
aangelegd had en al die rozen zelf ge
kweekt had. Alles doet ze zelf. zei zei
's morgens héél vroeg is ze al bezig en
ik ben eens laat van een feestje thuis
gekomen, toen ik haar óók bezig zag.
De vreemdeling toonde zioh bijzonder
belangstellend, voor wat ze vertelde.
Plots haalde hij een foto te voorsohijn
en vroeg haar of dia man haar bekend
voorkwam. Henriëtte bekeek deze foto..
EN DE GESCHC NKENRONS
'aONvoofi
BLIJVEN GEHANDHAAID!
Eensklaps hoorde hij een deur open
gaan en de stemmen zwegen. Hij wacht
te bijna ademloos op den volgenden zet.
Deze kwam. Het gekraak van dennen
appels onder beslagen hoeven klonk
hem duidelijk in de ooren. Het was een
berhal'ng van hetgeen te voren gebeurd
was. Twee ruiters naderden uit de rich
ting van het huis. Onbewust greep zijn
hand naar zijn geweer en nu begreep hij
hoe zeker de pr&iriegewoonten ook in
hem ingeworteld raakten. Maar hij trok
snsl zijn hand terug en waohtte, want
hij was nog niet van plan hierin hande
lend .op te treden. Het kon Rood Mas
ker zijn. Waarschijnlijk was hij het.
Maar hij was niet van zins zijn huidige
voornemens in de war te laten brengen
door een blinden, overijlden aanval op
dezen desperado. Bovendien, als Rood
Masker en Jake dezelfde persoon waren,
dan sou 't in koelen bloede neerschieten
van dezen Jn de buurt van de hoeve
door de politie als moord beschouwd
worden. Geen vorhaal van hem zou een
Jury overtuigen dat de meesterknecht
van Mosquito Bend een reeroover was.
Een oogenblik later zag men de
flauwe omtrekken van de paarden zei
ven, Er waren er twee, evenals de vo
rige maal. Maar hij kon niet goed zien,
de bosschen schenen hem donkerder dan
te voren; en bovendien gingen zij niet
zoo dicht langs hem heen. Zij gingen
voorbij als spookachtige stille schimmen,
alleen het geknars van de dennenappels
onder de boeven duidde aan, waar zij
waren.
Hij wachtte tot het geluld was wegge
storven, stond toen stil op en vervolgde
zijn weg. Wat hij zoo juist had bijge
woond, leidde zijn gedachten echter in
sombere banen, De ruiters van den
nacht waren weer op het pad en reden
ongehinderd him afschuwelijken gang
over den weg van moord en roof, dien
tij voor zichzelven baanden, waarheen
zij ook gingen. Met angst vroeg hij zioh
af, wie vannacht wel het slachtoffer zou
zijn. Hij dacht aan Monson Orr en hui
verde. Hij had een akelig gevoel dat hij
verkeerd gedaan had met hen ongehin
derd te laten voorbijgaan, in weerwil
van hetgeen zijn gezond verstand en een
koel oordeel hem zeiden. Het was zijn
pl.cht geweest te onderzoeken. M&ar hij
dacht ook weer aan het meisje met
haar droevige gezichtje, zonder vrien
den en alleen, dat binnen in haar eigen
huis haar oogen uitsohreide. En hoe het
den en alleen,
binnen in haar eigi
zij, bil dat tweede beeld deed het zijn
plichtsgevoel verbleeken. Ei al» om hem
verder aan te moedigen, schoten hem
eensklaps Joe Nelsons woordsn te bin
nen en bleven hem onafgebroken ver
volgen.
„Gij moet dat meisje zoo gauw moge
lijk un je eigen omheining brengen en je
eigen merk op haar zetten."
Hst opkomsn van »sn zomerstorm.
Toen de ruiters uit het gehoor waren,
nam Tresier tooh nog de uiterste voor
zichtigheid In acht. Hij moest nog, de
kamer van den blinden man voorbij en
hij wist dat het gehoor van dezen man
aan het woiderba&rlijke grensde. En, zoo
redeneerde hij, hij moest nog op zijn, of
tenminste wakker. Dus vervolgde hij
met zoo licht mogelijken tred en alle zin
tuigen gespannen, zijn weg, tegelijk op
deder ongewoon geluld of beweging let
tend. Bij de stal hield hij stil en pro
beerde zacht de deur. Die was gesloten.
Hij legde er zijn oor tegen en luisterde,
doch was genoodzaakt zich te vergenoe
gen met het rammelen der halsterkot-
tingen en het geluld der zwaar adomen-
de dieren binnen. Hij zou wel gaarne
zelf onderzocht hebben, want hij wist dat
het geluid van het sluiten van een deur,
dat van de staldeur was geweest, maar
hij moest het opgeven. Het zou meer dan
nutteloos zijn geweest om den knocht
Anton, die boven sliep, wakker te ma~
k«n. En er was geen ander nliddel om
er achter te komen, wat er gebeurd waue.
Hij kroop verder en nu scheidden de
schaduwachtige omtrekken van het
woonhuis zelf hem van de hoeve. Hij
passeerde de gevaarzone van de slaap
kamer van den blinden man en bereikte
de keuken, waar hij de eerste teleurstel
ling ondervond. Het was hem een op
luchting, toen hij zag, dat er nog licht
brandde, maar zijn blijdschap vrerd hem
dadelijk ontnomen door het feit, dat het
gordijn neer was en er nergens een
scheurtje was, waardoor hij icon zien,
wie er in de kamer was. Hij durfde niet
naar de deur te gaan, alvorens zioh
overtuigd te hebben, wie binnen wae,
dus stond hij een oogenblik besluiteloos,
wat te doen. Toen bedacht hij zich
eensklaps, dat de keuken nog een ven
ster bad, aan den kant, het rerst van
het bijkeukentje verwijderd. Dat betee-
kende weer in het licht te komen; maar
de duisternis was zoo diep, dat het ge
vaar tot een minimum teruggebraoht
werd.
Zonder verder aarzelen haastte hij zioh
eromheen te loopen. Zijn eenige zorg
was. dit zoo zacht mogelijk te doen en
zelfs dit scheen noodeloos want de kamer
van den blinde was aan den anderen kant
van het huis en als zijn verdenkingen
gegrond waren, was Jake nu op zijn
nachtelijke tochten uit. De fortuin be
gunstigde hem. Het gordijn waa neer,
maar het ondergedeelte van het raam
was opgeschoven ,en hij zag, dat hij,
door het linnen op zijde te schuiven, bet
volle gezicht op de kamer had.
Hij stond klaar om zijn plan te vol
voeren; zijn hand wae reeds opgeheven
en reikte naar het venster, toen hst ge
luid van schreien tot hem kwam en hem
deed aarzelen. Hij itond een oogenblik
te luisteren. Toen stak hij met een ge-
smoorden kreet zijn hand verder udt en
greep de rand van het gordijn.
CWordt vervolgd)