De geweldige Uitverkoop eindigt Zaterdag 7 Juli Schrijver's Koffie 30 JUNI Reorganisatie uitverkoop Heeren mode artikelen Zomerkleediné enz. Ïratis flans v. Camp O© N.V. PIET VAN REEUWIJK Zaterdagmorgen 10 uur KERSEN ETEN ^25 Delfia Zomertijd is Inmaaktijdll Abnormaal lage prijzen 3ti Je SaraJijsvagtl GROOTE STUKKEN Zit- en Slaapkamer RECTIFICATIE REDUCTIE-BON 1000 GRAM 98 CENT jfakdmuleify Bahh tegen taxatie-prijzen??? Reuzen koopjes?? Heeren-Costumes, Regenjassen, Pantalons, Jongenspakjes en R.£gen- s jassen g FRANS VAN CAMP //iaaMMi UITVERKOOP „Delfia" Varkensmeel 2 en 3 „Delfia" Zeugenmeel A.Hoogenboezemn.v. Huismoeders II met cadeaux Electr. Koffiebranderij - Schoonhoven begint onze bekende Ma n fels Costumes Japonnen Hoeden Kinderkleeding enz. enz. 'nninn Zalerdag 30 |uni_be^iBt de uitverkoop van alieTTTTTT. Zoo niet, doe het dan spoedig, voor het te laat is!! mr*2»«ei de 1« Gebrs. Bischoff - Gorinchem I ■otorrtiBiiiiioDiiim t. vcigtniiB Chevrolet Vrachtwagen '31 H. A. VAN BAAREN Gratis vliegen met de Pelikaan Go|da Van Rondom FEUILLET ON. Deruitersvandennacht T KAN VERKEEREN. V 1 i /V» cent HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl EERSTE BLAD. NIEUWSBLAD VDOH IUID-HOLLANDEW UTRECHT. Seh^.iho>imch« Cour.nl VW3JDAB11 JUNI 198 tot Zaterdag 7 Juli KIPSTRAAT ROTTERDAM Ti Schoonhoven wordt aangeb. met volledig pension. Br. onder no. 2190, bur. Sch. Crt. Veevoeders H.H. Veehouders gebruikt: voor bij voedering In de weide: „Delfia" Melkkoekjes „Schllfla" Grondnotenschllfers Voor Uwe kalveren: „VI fa" Kalvermeel 1 en 2 Voor Uwe varkens: Voor Uwe biggen: „Delfia" Blggenmeel „Delfia" Varkensmeel 1 In Krlmpenerwaard, Lopikerwaard en Alblasserwaard verkrijgbaar bij: te Schoonhoven of bjj de plaatselijke weder- verkoopers! Direct uit onze fabriek een „Astra"en „Carlton"-Rljwfel met remr^aaf. Juist iets voor de mooie dagen. Levering franco- rembours - vrij zicht. Vraagt prijscourant aan: N.V. Rijwielfabriek ASTRA" Nijmegen. In onze Ullverkoops-Courant die U heden wordt thuis bezorgd steat op de Reductie-Bon BREIKATOEN volgewicht 500 gram, dit moet zijn; voor I ROTTERDAM Voorziet U thans gratis van Inmaakglazen door het gebruik van: Bij I pond Koffie 2 Inmaakglazen I L. Bij 3 pond Koffie 6 Inmaakglazen i I L. Compleet met gummiring, van een zeer bekend merk Bij 5 pond Koffie een Inmaakketel, compleet met houder, 6 veeren en thermometer Vraagt Uw winkelier naar de uitgebreide cadeaulijst. ELKE ADVERTENTIE OPENT KANSEN OP NIEUWE KLANTEN 0ITM00P tegen taxatle-prijzenl Heeft IJ reeds van onze geweldige koopjes in geprofiteerd^ cepjes an onze llllllf IIIIIIIIIIIlllllllW ti FI n f Be.chlkb. Wven 1500 \AEllvE» I Ane doeleind. Vlug. Billijk. Dlicr, Inl. ko.teloo». Br. ra. porl V. «ntwoord. Rotterdam. Cuu de Vrieielaan 38». m mOTOBKOOPJE» P.N. '30/'31 Elec. Millerverl. m. cl»*. Recreo duo, prlm» binden, weinig bereden, m. n.llon.1 bewlji, knee- grlppi enz. 8 POT PR 11 BUI Oil lel J928/'29, 3»/, PK., 2 Tiet pr. binden, 2 verin., ketting overbr. Mo.t w.g 111 Hav.n W.-Z. 34 - Schoonhoven Aangeboden door omstandigheden, zeer prima Open laadbak, nieuwe banden met wegenkaart en halfjaar vol verze kerd. SPOED I K. VAN DER WAL Teleloon 30 - Oroot-Ammera. Tulnaprool-ortlkolon Tuinmeubelen Sterk concurreer.nde prijzen I SCHOONHOVEN Prachtig wit laqué Tulnatel, beilaande uit: tafel, bank en 2 fauteulll, compleet f 28.00 Ook afzonderlijkverkrijgbaar, c MIT lodor dis voor fl. 1.- be- «tssdt, ontvangt 'n kaart. Vortrok por Autobuaion vonof ds markt ts Oouda Woenidag n.a. 4 Juli 2 uur nomlddog noor. „De Kleine Bstuws" Koopt b l|i tweede blad. NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, Cchoenhranineh» Coiir.nt VRIJOAO 29 JUNI 1984 door JAN KIJKUIT. Gekke dingen. De waarde van het parlement. Samen voeging van gemeenten. Uitwonende burgemeesters. Tante zat een brief te schrijven en ze vroeg aan haar geleerden neef: „Jod, moet je gelooven met een of met twee o's schrijven?" „Vandaag nog met twee, maar over een paar weken misschi en met één o." „Ja," zei tante, haar pen neerleg gend om eens haar hart te kunnen luch ten. „Dat heb ik gezien en ik kan je zeggen dat ik me groen en geel geërgerd heb, toen ik las dat de Tweede Kanier een paar dagen heeft zitten hannesen over de spelling. Neen, Jan, houd je mond eens even," riep ze tegen mij, toen ik wat w'lde opmerken, „ik moet dat nou eens zeggen. We leven in een tijd zoo moeilijk als er misschien nooit een ge weest is. De ergerlijkste dingen moet je zien gebeuren, dat de kostelijkste voe dingsmiddelen naar de mestvaalt gedra gen worden, dat ze de koeien afslach ten, de aardappelen niet geteeld mogen worden, de groente wordt weggeworpen, terwijl de menschen gebrek lijden. Er zijn honderdduizenden werkloozen, er is geld tekort, de menschen worden uitge knepen en het water staat aan de lippen. En nu, onder zulke benarde omstandig heden komen did 100 heeren in Den Haag bijeen en gaan daar twee of drie dagen praten over de spelling, over één o of twee o's. Ik vind het schande en waanzin." „Ze zijn er nog niet eens mee klaar," vulde ik aan, „Over een tijdje gaan ze er weer over beginnen." „Onverantwoordelijk noem ik zooiets," hernam tante. „Het is net of de kapi tein van een schip in de storm en hij allerlei klippen tot zijn stuurman zegt: „Kom, we gaan een partijtje domino spelen in de kajuit". Ik heb van mijn nicht in (Zeeland, aan wie ik nu zit te schrijven, bericht gekregen, dat ze daar de volgende krankzinnigheid uithalen. Er zijn van 't jaar veel kruisbessen, maar de menschen zijn er niet blij mee. De regeering koopt die bessen op tegen twee cent per kilo en brengt ze dan naar de mestvaalt, waar ze onbruikbaar worden gemaakt. Ia dat gokkenwerk of niet? En de menschen mogen de bessen niet anders verkoopen dan aan de regee- weet ook nog iets," zei ik. „In Amsterdam gaan ze de klassen in de lagere scholen 48 leerlingen groot ma ken. Nu weet u wel dat je met zoo'n klas niet veel kunt leeren. De onder wijzer wordt uitgeput en de kindëren leeren weinig. Tegelijk dat ze zooiets bevelen, sturen ze een stel onderwijzers op wachtgeld. Die kunnen wandelen en thu szitten en op de scholen zijn er leerkrachten te weinig." Teun had stil zitten luisteren, maar nu stond hij op, zocht in de kranten hanger naar een Schoonhovensche Cou rant, vouwde die open en bracht het blad aan Jod. „Jod," zei bij, „lees jij dat nu eens en vertel ons dan of wij nu hier ook niet eens zoo iets kunnen beginnen." Jod voldeed aan de opdracht en las het bericht in het nummer van 20 Juni, waarin werd gemeld, dat in Noorwegen op een verkiezingsvergadering een be jaarde boer, Numedal, gezegd, had dat het parlement een groot gevaar was door RIDGWELL CULLUM. Een warnet van argumenten, die hem foch overtuigden, hoewel hij wilt, dat ze alle verkeerd waren, dwaalden hom door het hoofd. Hij hileld zich flauwtjes voor, dat zijn gedachten het gevolg wa ren van den demoraliseerenden invloed, d'e bandelooze kameraden op hem uit oefenden, maar toch voelde hij, dat er in werkelijkheid iets van dieper blijvenden aard In zat. Hij had nu de grens van het woud be reikt en liep terug in de richting van hot huis. Hier was de duisternis zeer diep. Het dichte dennenbosch met zijn som her gebladerte liet zijn zware takken voor het land en dat de leden ran de Kamer door hun waanzinnige finan- cieele pol tiek het land hadden geruï neerd en arme lieden broodeloos ge maakt. De voorzitter van die vergade ring noemde die beweringen in strijd met de- waarheid en daarover gevoelde Numedal zich beleedigd. Hij begon een proces en nu zal de rechtbank 'moeten uitmaken of hetgeen de boer gezegd heeft waar is óf den boer toelaten het bewijs te leveren, dat hij de waarheid heeft gesproken. „Wat bedoel je daarmee?" vroegL,Jfld aan Teun. „Wel, jullie zitten nu zoo te moppe ren over de handelingen van de regee ring, maar laat 't hier ook eens uitma ken door den rechter wie gelijk heeft. Als Jod op een vergadering maar eens wil zeggen dat ons parlement een lands- gevaar is, dan zorg ik wel voor de rest. Ik spreekt 't tegen en zeg dat onwaar is wat Jod gezegd heeft en dan dient Jod een klacht tegen mij in wegens belee- diging of zooiets en dan komt de zaak voor de rechter en dan kunnen we hier ook eens uit laten maken of de Kamer gevaarlijk of onschadelijk is." .Waarom alleen van de Kamer?" in- form^rde ik. „Als bet stelsel niet deugt dat de Kamer vormt, deugt het evenmin voor de provinciale staten en voor de gemeenteraden." „Voor gedeputeerden toch zeker ook niet?" vroeg tante, „want ik heb net weer gelezen dat de gedeputeerden van Utrecht geen samenvoeging willen van de gemeenten Lopik en Willige-Lange- rak met Jaarsveld. Ik dacht toch dat dfl regeering al die kleine en dure gemeön- tetjes wilde samenvoegen, zoodat er langzamerhand In plaats van 1100 niet meer dan 000 gemeenten zouden zijn in ons land." „Dat is ook wel het streven," vertelde Jod, „maar hier kon dat niet gebeuren, omdat de financieele toestand van Jaarsveld veel ongunstiger is dan die van Lopik en Willige-Langerak, zoodat de bewoners van die twee laatste ge meenten voor de lasten van Jaarsveld zouden komen te zitten." „Zoo," hervatte tante kort, „zoo, zoo. Dan moet jij me eens verteller er dan ook geen samenvoeging kan ko men van Tienhoven met Ameide. Daar zullen de lasten toch niet zoo geweldig zijn en die twee plaatsen liggen mekaar. Je kijkt als je op Termaai zit, toch bij de menschen in Tienhoven op tafel. Ze hebben één burgemeester, secretarie, één school." „Maar als het op benoemen aankomt willen ze ieder hun zin hebben," merkte ik op. „Dat heb je laatst kunnen zien toen er een tijdelijk ambtenaar op de se cretarie moest komen. Ameide wilde Jan benoemen en Tienhoven Piet en het ge volg was dat Jan en Piet beiden werden benoemd en r op de secretarie naast el kaar met zijn tweeën het werk deden van één persoon." „Is dat géén waanzin?" vroeg Teun. „Tienhoven heeft een goede 300 inwoners. Mot dat nu een aparte gemeente blijven met alle kosten, die daaraan vast zit ten? Ze hebben nou toch ook één burge meester en als ze dien noodig moeten ze nu ook naar Termaai." „De Bergambachtenaars zullen nog verder moeten gaan, binnenkort," merk te Jod op. „De burgemeester heeft ge zegd dat de eenige woning die hij in zijn gemeente kan krijgen, wel geschikt ia voor twee menachen, maar niet voor een gezin en daarom wil hij vragen in Gouda te mogen wonen.'' laag om hem heen neerhangen en ter- wijf hij ertuaachen door liep, verborg het hem voor lederen blik vanuit de hoeve, En zelfs over de onderlaag van de knappende dennenappels droegen hem met zijn mocassins bedekte voeten met een spookachtige stilte. Het was voor het eerat van zijn leven, dat hij genoodzaakt was als een dief in den nacht naar iemands huis te sluipen: maar hij voelde, dat zijn doet het middel meer dan voldoende rechtvaardigde. Nu keek hij scherp rond maar eenig teeken van licht in de gebouwen van de hoeve. Het logies was donker, maar Ja ke's huis was nog verlicht. Dit kon hem echter niet veel schelen; hij wist dat de opzichter de gewoonte had zijn lamp zelfs nadat hij b'nnen was, nog te laten branden. Misschien zat hij 's avonds te lezen. Die gedachte vermaakte hem en hij was er wel benieuwd naar, welke soort lectuur in den smaak zou kunnen vallen van iemand met Jake's gemoeds toestand. Maar terwijl hij nog stond te kijken ging het licht uit en dit was meer naar zijn zin. Hij bereikte een punt afin den rand van het bosch vlak tegenovèr de schuur. Toen deed iets hem met schrik stilstaan. Een ongewoon geluld had zijn oor ge troffen. Het was het gefluister van stem men in de verte. Dadelijk ging zijn her innering terug naar zijn sersten nacht op de hoeve en hij dacht aan het Roode Masker en de ruiter, die hem vsrgeselde, Nu luisterde hij, scherp starende in de duisternis in de richting van het h\l», naar het punt, waarvan het geluid kwam. Wie er ook gesproken hadden, zij schenen nu stil te staan. Het geluid werd niet luider en het stierf ook nist weg. Zijn nieuwsgierigheid dreef hem voort, en behoedzaam sloop hij verder vooruit. Hij trachtte te schatten, hoever de sprekers van het huis af waren. Het scheen hem dat zij ergens in de buurt waren van de particuliere stal van den bl nde. Maar hij kon geen volkomen ze kerheid krijgen. Terwijl hij nu dichterbij kwam klon ken de stemmen luider. Hij kon duidelijk het zwellen en afnemen hooren, maar nog waren zij onherkenbaar. Weer stond hij stil; dezen keer uit voorzichtigheid. Hij berekende, dat hij ongeveer vijf en twintig meter van de stal af was. Het zou niet veilig zijn verder te gaan. Het gestadig gemompel dat hem bereikte, was verleidelijk. Onder gewone omstan digheden zou hij een ontdekking gewaagd hebben en voortgegaan zijn, maar het voornemen, dat hij nu koesterde, mocht hij niet in gevaar brengen. Hij strekte zich uit onder een lage struik en vreemd genoeg herkende hij deze als dezelfde, waaronder hij op dien gedenkwaardigèn nacht had gelegen. Deze herkenning bracht hem een som ber voorgevoel: hij wist, wat hij ver wachtte; hij wist wat er komen zou. En een paar seconden, nadat hij zijn poti- Te had ingenomen, werd zijn voorspel-1 Hm? bewaarheid. „Waarom bouwt Bergambacht dan niet een ambtswoning voor den burge meester?" vroeg tante, „de gemeente heeft er het geld voor, zou ik denken en in Wilkge-Langerak hebben ze den bur gemeester toch ook een woning gegeven." „Ja," vervolgde Jod, „dat zou de raad vermoedelijk wel willen doen, maar toen daarover gesproken werd, antwoordde de burgemeester: „Dat zou ik maar niet doen." „Dat vraagstuk lijkt mij nou niet zoo moeilijk," voegde tante er bij. „De wo ning van den burgemeester is te klein en hij wil geen nieuwe, dan is toch niets eenvoud! ger dan dat er een stukje gebouwd wordt bij «het huis waar hij nu in woont." „Er gaan veel schikkena in een zak," besloot Teun wijsgeerig. DE ROZENHOF door VINCENT LAROCHE. Wij hadden de Garstins leeren kennen tijdens een reisje, toen we in hetzelfde hotel woonden. Het was een aardig paar van middelbaren leeftijd en vooral de vrouw, Henriëtte, beviel ons zeer. Zoo kwamen wij ertoe, mijn vrouw en ik, het paar uit te noodigen, eens een week end bij ons door te brengen. Wij wonen buiten, dichtbij een mooi bosch en onze tuin is de vreugde en trotsch van mijn vrouw, die zelf tuiniert. De Garstins kwamen met een namiddagtrein aan en nadat ze zich verfrischt hadden op hun kamers, dronken we thee op het terras. Het was een heerlijke zomeravond. Vóór ons Lae de tuin, omsloten door een bloei ende Meidoornheg en vol prachtige ro zen. Mijn vrouw had, ter eere van de gasten, een paar heerlijke ruikers ge plukt, om de logeerkamer te versleren. Na de thee liepen we door den tuin. Het kwam me voor, dat Henriëtte stiller en bleeker was dan eerst. Ze werd eerst op gewekter, toen we naar binnen gingen en ip den loop ran den avond was ze weer vroolijk en charmant. Ik sprak met Garstin over boeken en nam hem mee naar mijn kamer, om hem een zeldzaam exemplaar te laten zien. Toen we samen waren, zei hij eensklaps: „Doe me een plezier en neem die rozen weg van onze kamers." Ik was verbaasd en wat onthutst. Hij zei': „Mijn vrouw kan geen rozen ver dragen. Ze heeft iets vreeselijks in ver band daarmede meegemaakt." Opeens begreep ik haar zwijgen en bleekheid ,toen we in den tuin vol rozen wandelden. En mijn vrouw, die zoo trotsch op haar rozen was! Ik. stelde haar op de hoogte en zij haastte zich de rozen weg te nemen. Na dat week-end werd onze vriend schap steeds hechter en op een keer, dat we een week-end in de stad, bij de Garstins doorbrachten, in den winter, vertelde Henriëtte ons, waardoor haar afschuw van rozen ontstaan was. Als jong meisje woonde ze bij familie ze was wees in een provincie plaats. Op een dag ze was toen tien jaar werd een naburige villa, die lang had leeggestaan, gehuurd door een vrouw van middelbaren leeftijd. Ze heet te Marthe Levantier en leefde geheel al leen, deed al het huiswerk zelf en tui nierde urenlang, des morgens vroeg en nog des avonds laat. Binnen een paar jaren was de tamelijk verwaarloosde tuin herschapen in een schitterende rozen tuin. Marthe Levantier ging met niemand TIENDE PENNING/ Als Sijmen van het cijferen moe Zich overgeeft aan droomen, Dan ziet hij in zijn fantasie Een beeld te voorschijn komen Dat eenmaal als schrikwekkend gold, Maar dat in deze dagen Van allerlei belastingwee Hem zeker zou behagen. Belastingen yan elke soort Vergallen hem het leven En hij ziet het belastingspook Voortdurend voor zich zweven. 0, als hij alle lasten met Eén Tiende kon betalen Hoe zou hij Alva's stelsel thans Vol vreugde binnenhalen. van het dorp om, alhoewel ze altijd zeer beleefd was. De kleine Henriëtte, die erg veel van bloemen hield, stond soms vol stille be wondering te kijken naar den tuin. Dan glimlachte mevrouw Levantier haar toe, doch ze sprak nooit. Jaren vergingen. Henriëtte was zes tien geworden. Mevrouw Levantier leef de nog steeds in de kleine villa, die nu geheel verborgen was tusschen de heer lijkste rozen. Er waren bogen van klim rozen, die naar het huis leidden, ber- ceaux van rozen, struiken en boompjes met rozen in allerlei tinten. De rozenhof was langzamerhand een bezienswaardig heid. Vreemdelingen, die voorbij reden in hun wagen, stopten om de rozen te be wonderen. Mevrouw Levantier leefde so ber en rustig. Een enkele maal ging ze naar de stad, naar men zeide, om fa milie te bezoekèn. Men hield haar voor weduwe. Eens ontmoette Henriëtte in de stille laan, waarin de villa lag, een burgerlijk uitziende heer, die haar vroeg waar mevrouw Levantier woonde. Ze wees hem het huis aan, een beetje nieuwsgierig, omdat men zoo zelden iemapd bij mevrouw Levantier zag. Maar hoewel ze erop lette, ze zag den man nooit meer. Mevrouw Levantier kocht in dat jaar een der andere villa's in de laan haar eigen huis had ze reeds in bezit en verhuurde die. Zelf bleef ze wonen,waar ze was. In den loop der jaren was ze tegen Henriëtte iets minder terughoudend dan ze gewoonlijk was. Als het meisje stond te kijken naar de rozen, gaf ze haar er enkele van en tenslotte hielden ze wel eens een praatje. Henriëtte voelde altijd een zonderlingen tegenzin, om met me vrouw te spreken, hoewel ze niet kon nalaten naar de rozen te kijken en héél blij was, als ze er een paar kreeg. Op een dag stond ze weer ie kijken naar die mooie bloemen, toen een man plotseling naast haar stilstond, dien a» niet kende. Hij maakte een bewonderen de opmerking over den tuin en daar hij tl tamelijk oud was, in de oogen van het jonge meisje, en een bescheiden goed- moedugen indruk maakte, gaf ze hem antwoord. Hij vroeg haar een en ander over de zen tuin en zij vertelde hém, dat me vrouw Levantier zelf die mooie tuin aangelegd had en al die rozen zelf ge kweekt had. Alles doet ze zelf. zei zei 's morgens héél vroeg is ze al bezig en ik ben eens laat van een feestje thuis gekomen, toen ik haar óók bezig zag. De vreemdeling toonde zioh bijzonder belangstellend, voor wat ze vertelde. Plots haalde hij een foto te voorsohijn en vroeg haar of dia man haar bekend voorkwam. Henriëtte bekeek deze foto.. EN DE GESCHC NKENRONS 'aONvoofi BLIJVEN GEHANDHAAID! Eensklaps hoorde hij een deur open gaan en de stemmen zwegen. Hij wacht te bijna ademloos op den volgenden zet. Deze kwam. Het gekraak van dennen appels onder beslagen hoeven klonk hem duidelijk in de ooren. Het was een berhal'ng van hetgeen te voren gebeurd was. Twee ruiters naderden uit de rich ting van het huis. Onbewust greep zijn hand naar zijn geweer en nu begreep hij hoe zeker de pr&iriegewoonten ook in hem ingeworteld raakten. Maar hij trok snsl zijn hand terug en waohtte, want hij was nog niet van plan hierin hande lend .op te treden. Het kon Rood Mas ker zijn. Waarschijnlijk was hij het. Maar hij was niet van zins zijn huidige voornemens in de war te laten brengen door een blinden, overijlden aanval op dezen desperado. Bovendien, als Rood Masker en Jake dezelfde persoon waren, dan sou 't in koelen bloede neerschieten van dezen Jn de buurt van de hoeve door de politie als moord beschouwd worden. Geen vorhaal van hem zou een Jury overtuigen dat de meesterknecht van Mosquito Bend een reeroover was. Een oogenblik later zag men de flauwe omtrekken van de paarden zei ven, Er waren er twee, evenals de vo rige maal. Maar hij kon niet goed zien, de bosschen schenen hem donkerder dan te voren; en bovendien gingen zij niet zoo dicht langs hem heen. Zij gingen voorbij als spookachtige stille schimmen, alleen het geknars van de dennenappels onder de boeven duidde aan, waar zij waren. Hij wachtte tot het geluld was wegge storven, stond toen stil op en vervolgde zijn weg. Wat hij zoo juist had bijge woond, leidde zijn gedachten echter in sombere banen, De ruiters van den nacht waren weer op het pad en reden ongehinderd him afschuwelijken gang over den weg van moord en roof, dien tij voor zichzelven baanden, waarheen zij ook gingen. Met angst vroeg hij zioh af, wie vannacht wel het slachtoffer zou zijn. Hij dacht aan Monson Orr en hui verde. Hij had een akelig gevoel dat hij verkeerd gedaan had met hen ongehin derd te laten voorbijgaan, in weerwil van hetgeen zijn gezond verstand en een koel oordeel hem zeiden. Het was zijn pl.cht geweest te onderzoeken. M&ar hij dacht ook weer aan het meisje met haar droevige gezichtje, zonder vrien den en alleen, dat binnen in haar eigen huis haar oogen uitsohreide. En hoe het den en alleen, binnen in haar eigi zij, bil dat tweede beeld deed het zijn plichtsgevoel verbleeken. Ei al» om hem verder aan te moedigen, schoten hem eensklaps Joe Nelsons woordsn te bin nen en bleven hem onafgebroken ver volgen. „Gij moet dat meisje zoo gauw moge lijk un je eigen omheining brengen en je eigen merk op haar zetten." Hst opkomsn van »sn zomerstorm. Toen de ruiters uit het gehoor waren, nam Tresier tooh nog de uiterste voor zichtigheid In acht. Hij moest nog, de kamer van den blinden man voorbij en hij wist dat het gehoor van dezen man aan het woiderba&rlijke grensde. En, zoo redeneerde hij, hij moest nog op zijn, of tenminste wakker. Dus vervolgde hij met zoo licht mogelijken tred en alle zin tuigen gespannen, zijn weg, tegelijk op deder ongewoon geluld of beweging let tend. Bij de stal hield hij stil en pro beerde zacht de deur. Die was gesloten. Hij legde er zijn oor tegen en luisterde, doch was genoodzaakt zich te vergenoe gen met het rammelen der halsterkot- tingen en het geluld der zwaar adomen- de dieren binnen. Hij zou wel gaarne zelf onderzocht hebben, want hij wist dat het geluid van het sluiten van een deur, dat van de staldeur was geweest, maar hij moest het opgeven. Het zou meer dan nutteloos zijn geweest om den knocht Anton, die boven sliep, wakker te ma~ k«n. En er was geen ander nliddel om er achter te komen, wat er gebeurd waue. Hij kroop verder en nu scheidden de schaduwachtige omtrekken van het woonhuis zelf hem van de hoeve. Hij passeerde de gevaarzone van de slaap kamer van den blinden man en bereikte de keuken, waar hij de eerste teleurstel ling ondervond. Het was hem een op luchting, toen hij zag, dat er nog licht brandde, maar zijn blijdschap vrerd hem dadelijk ontnomen door het feit, dat het gordijn neer was en er nergens een scheurtje was, waardoor hij icon zien, wie er in de kamer was. Hij durfde niet naar de deur te gaan, alvorens zioh overtuigd te hebben, wie binnen wae, dus stond hij een oogenblik besluiteloos, wat te doen. Toen bedacht hij zich eensklaps, dat de keuken nog een ven ster bad, aan den kant, het rerst van het bijkeukentje verwijderd. Dat betee- kende weer in het licht te komen; maar de duisternis was zoo diep, dat het ge vaar tot een minimum teruggebraoht werd. Zonder verder aarzelen haastte hij zioh eromheen te loopen. Zijn eenige zorg was. dit zoo zacht mogelijk te doen en zelfs dit scheen noodeloos want de kamer van den blinde was aan den anderen kant van het huis en als zijn verdenkingen gegrond waren, was Jake nu op zijn nachtelijke tochten uit. De fortuin be gunstigde hem. Het gordijn waa neer, maar het ondergedeelte van het raam was opgeschoven ,en hij zag, dat hij, door het linnen op zijde te schuiven, bet volle gezicht op de kamer had. Hij stond klaar om zijn plan te vol voeren; zijn hand wae reeds opgeheven en reikte naar het venster, toen hst ge luid van schreien tot hem kwam en hem deed aarzelen. Hij itond een oogenblik te luisteren. Toen stak hij met een ge- smoorden kreet zijn hand verder udt en greep de rand van het gordijn. CWordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1934 | | pagina 3