Gemeenteraden.
2000*
Alblasurdam.
Ho. TOO-
Nl
Vonk-Noor-
„Bultobak”.
bü
de
wordt aan-
BeWto hwmM schuM.
motten
worden opgenomen. Overigens zegt
of».
mode,
■tater
van Vrijdag
van Beeck
het
een
sympathiseerde als wel d.
o_ oelde voor een verlaging
ingrijpenden aard.
dat
po
li et oogenblik in Den Haag berust.
Hierna sluiting.
met het voorstel van den heer W
sympathiseerde als wel dat hij
j van
A B O N N E 'fl,
Di
Alblasserdac
lezers geven i
de verordenin;
belasting, zoof
raad in zijn li
steld. Onder t
bouwde eigent
hoorende erve
wegen en lam
als bijdrage in
derhoud, verli
en vuil.
Belastingplic
In- de rubric
mer zal men
zonder kenmer
tijden, welke w
een wetsontwer
bij de machii
handwerk vooi
We laten 1
sproken, we n<
garenmakers d
ben en dat d
handwerkers
evenals destijd
geland de huis
’t h er alleen
tijd dis het m
lastige, omsla
productie te v
kelijke, eenvou
en die in een
duur dan een
Wij zijn niet
ke besluiten v<
den schreef d<
get teld: ^Sopl
in hij een aan
geheel toepas
handwerk te
chinale arbeid
Bastiat laat
vertellen, dat
houwen en ha
kost kan kom
timmerman zii
stu ver goedko
hij het werk,
dat er geen i
den op timme
een ander pla
voor een verl
gebruik van s
dan het verbo
laken, ten eii
bevoordeelen i
bijlen.
„U zult niet
minister, dat
Frankrijk een
weefstoelen i
(dat te de bot
ruilden tegen
wijn (dat te c
onnoodige arl:
door botte bijl
werk en duur
volksrijkdom.
Wees dan c
de perso-
Hi ermee
Gem»
Alblasserdai
leden van dei
werden de vo
Christ. His
aftr., J. v. d.
Stellaard, A.
Corn, den Ou
Roukema. K.
A. Schroder,
hart.
Anti Rev. p
de Jager aftr.
ser, K. Bakkc
Middelkoop en
Staatk. Gert
J. van Veen 8
Heer, F. van
A. de Kluijva
Gemeentebel
B. Visser, aft
jVliet, J. D. 1
Baan, W. v. d
Haar.
S.D.A.P.: 1
H. Knuisting
Lustgraaf, N
Veen, T. Verb
waal en C. K
De heer
zich niet meei
Burgerlijk Armbertuw
een subsidieverheoging noodig hoeft De
subsidie op de begrooting bedraagt
f 11.280. Hiervan is de eerste vier maan
den reeds f 6844,18 gebruikt. De raming
voor de volgende acht maanden te f 10.670
Dit vindt zijn oorzaak voornamelijk in de
ondersteuning van de categorie werkloos»
vuilschippers met schepen beneden 20 ton-
die wel bij de bevrachting te Rotterdam
staan ingeschreven, maar nimmer werk
krijgen opgedragen. Alleen in de bieten
campagne hebben zij iete te doen. Ondes
den rijksstenn kunnen zij niet vallen, en
dus zijn zij op het Burgerlijk Armbestuur
aangewezen.
B. en W. stellen voor om de subqidM
aan het BA. derhalve met f 6000 te ver-
hoogen. De totale subsidie die het B.A
dit jaar dus krijgt, bedraagt f 17280. Z.
b. st. worden de gevraagde gelden toege
staan. Verder wenschen Ged. Staten het
ongedekte bedrag op de begroeting, bedra
gende pl. m. f 12.500 ondergebracht te
zien bij hoofdstuk 12 als vermoedelijke bij
drage van het werkloosheids-subsidie-
fonds, waartegen de naad geen bezwaar
heeft.
De heer Ant den Duyf vraagt, et
de vuilschippers ook buiten de werkver
schaffing vallen, waarop de voorzit
ter antwoordt, dat zij daarin wel kun
nen
spr. dat op eventueels werkverschaffing
zelf in deze vergadering niet nader kan
worden ingegaan.
Met enkele af- en overschrijvingen op
de begrootlng 1934 gaat de raad accoord.
De voorzitter deelt mede dat hf
thans nog een punt wil behandelen dat
niet op de agenda voorkwam, n.l. een aan
vulling van de politio-verordening, waar
bij wordt verboden en strafbaar gesteld
het aanplakken van verkiezingsreclame op
particuliere eigendommen en gebouwen
zonder toestemming der eigenaars.
Nadat de heer Den Duyf de verze
kering heeft ontvangen, dat het met toe
stemming der eigenaars wel geoorloofd te,
wordt tot bedoelde aanvulling z. h. st be
sloten.
Verder deelt de voo-TBdttor
dat de raadsverkiezingen hier
worden gehouden op 10 Jtmi.
De heer den Duyf vindt dat dft jtarf
in den drukstee tijd ven den landbouw
is.
De voorzitter zegt, dat men toch
niet zoo lang uit z*n werk behoeft te
loopen om even te gaan stemmen.
De beer den Duyf aagt 'Jta dit wta
geldt voor ben die ia het ntiunh—w tak
ten.
Das enz tatatta* zaal
WOEKSOAB W W
st raat betasting.
De heeren Jonker en de Jager heb
ben eenige ^bezwaren tegen het door B. en
W. gekozen, systeem. In hoofdzaak ko
men die bezwaren hierop neer, dat de on
bebouwde eigendommen niet belast wor
den, waardoor de gebouwde eigendommen
zwaarder worden belast Beter achten zij
het boven de grondbelasting een zeker
percentage te heffen.
Breedvoerig wordt het standpunt van
B. en W. toegelicht door den voorzitter,
weth. Boersma en den secretaris.
De door B. en W. voorgestelde verorde
ning wordt met 9 tegen 3 stemmen aan
genomen. Tegen de heeren P. G. Jonker,
J. de Jager en N. Stout.
De voorzitter stelt voor, terwill»
van de houders van koffiehuizen te trach
ten voor hen een verlaging van
neele belasting te verkrijgen,
gaat de raad accoord
Daarna volgt d.e rondvraag.
De heer Smit wijst erop, dat het on
aangenaam te voor die menschen, die
ouderdomspensioen trokken, dat zij daar
van 1/3 mochten behouden, wanneer zij
in de steun waren.
De definitie die de minister geeft van ge
zinshoofd, heeft tot gevolg, dat de men-
ochen het allen kwijt raken. Nu is om
trent dip zaak een adres gericht aan B. en
W., doch het bevreemdt spr., dat dit niet
te doorgegeven naar Den Haag. Men kan
hebben gelaten. Het waa geen cumulatie
zeiden zij. Nu echter zeggen ze: Het is
wel cumulatie. Daarmede kunnen B. en
W. niet accoord gaan.
De heer W. de Jong staat op het
standpunt, dat, hoe men de zaak ook be
kijkt, het toch een feit blijft dat de voor
gestelde verlaging zeer gering te.
De voorzitter sluit de discussies
over dit punt en brengt in stemming het
voorstel van B. on W. om het statute van
De heer Termeulen klaagt, dat de
beloofde punten, die zoo belangrijk zijn,
nog niet op de agenda voor dezen avond
stonden. Spr. noemt reorganisatie B. X,
en conversie leeningen, terwijl de heer
Smit ook nog even gevraagd heeft naar
de kwestie der huurverlaging. Wat blijft
er zoodoende over, zegt de heer Vermeu
len, van een belofte? Het doet pijnlijk
aan, dat noch het een, noch het ander ge
beurt, terwijl het belang der gemeente er
zoo mee gemoeid te.
De voorzitter zegt, dat de heer
Vermeulen zeker de moeilijkheden weet.
De belofte in de vorige vergadering te ge
heel ter góeder trouw gedaan, maar men
moet niet verwachten, dat spr. tooveren
kan. Als hem 10 ambtenaren gegeven
worden, dan komt het spoedig voor el
kaar. Spr. maakt zich al 4 jaar bezorgd
oyer den gang van zaken op de secreta
rie, maar daarvan moet men niet iemand
de schuld geven, die er niets aan doen
kan. Spr. kan geen ijzer met handen bre
ken. Hij vindt het optreden van den heer
Vermeulen tegenover hem niet flink.
De heer Vermeulen zegt, dat hier
altijd gesproken wordt over „geen tijd",
maar het is hem bekend, dat de secretaris
iederen morgen om halfelf naar de secre
tarie gaat; als wij dit deden, dan gingen
we direct de laan uit.
De voorzitter zegt over den ijver
van den secretaris geen enkele aanmer
king te hebben. Dat de secretaris *s mor
gens niet op tijd te, komt omdat er ’s
avonds gewerkt wordt. Spr. te het niet
eens met werkverdeeling op de secretarie,
daarin heeft spr. ook altijd alleen ge
staan, maar op den ijver van den secre
taris heeft hij niets aan te merken.
De heer Honker vraagt of het jurk
diach we] mogelijk te, de straatbelasting
ook nog te heffen over 1934.
Weth. Boersma antwoordt bevesti
gend.
De heer J. de Jager informeert naar
een boetestelsel, dat op steuntrekkenden
te toegepast; spr. méént, dat men daar
voorzichtig mee moet zijn.
De voorzitter zegt bet te zullen
onderzoeken.
De heer De Jager spreekt zijn spijt
uit, dat huurverlaging nog niet aan de
orde kon komen; er zijn gemeenten, die
het verleden jaar al gedaan hebben. I
De voorzitter zegt dat de zaak op I
den eersten ambtenaar ter secretaris van
f 2300 met pensioenverhaal en korting te
rug te brengen op een vaste wedde vate
f 2100 waarop dan geen verhaal of kor
ting verder van toepassing mag zijn.
Het voorstel wordt met 6 tegen 3 stem
men aangenomen. Tegen de heeren W. de
Jong Johzn., J. de Jong Czn.„ en Ant.
den Duyf. Het voorstel van den heer W.
de Jong komt derhalve te vervallen.
De heer Den Duyf motiveert zijn
stem, door te verklaren dat hij niet zoo
zeer n,v.
de Jong f
meer gevo<
meer ingrU
Vervolgens deelt de voorzitter me
de dat Ged. Staten aandringen op een
verdere verlaging van het salaris van den
doodgraver. B. en W. stellen voor dit te-
rüg te brengen van f 475 op f 400, waar
mede het college van meening is, dat, ge
zien de werkzaamheden, deze functie nog
voldoende beloond is. Zonder discussie
wordt hiertoe besloten.
Verder zegt de voorzitter, dat
Ged. Staten weder terugkomen op het uit-
keeren van wachtgeld voor nevenfunctie’s.
Dit is echter iets, waarin B. en W. geen
verandering wenschen, daar zij het een
aantasten van de rechtspositie der amb
tenaren achten. Alleen stellen zij voor, de
desbetreffende verordening in dien zin te
wijzigen, dat het uitkeeren van wachtgeld
voor nevenfuncties in de toekomst niet
meer zal geschieden.
De heer W. de Jong Johzn. infor
meert of de wijziging niet van terugwer-
kende kracht zal zijn.
Weth. C. J. Hoogendijk betoogt, dat
zooals de bepaling thans luidt, mej. de
wed. Rook op deze uitkeering recht heeft.
B. en W. willen echter dit artikel zoo wij
zigen, dat de uitkeering van wachtgeM
voor nevenfuncties in de toekomst niet
meer kan voorkomen. Maar om deze be
paling van terugwerkende kracht te doen
zijn, acht hij onbillijk.
Overeenkomstig het voorstel van B. ea
W wordt daarop Ijoslotan
Nog memoreert de voorzitter, dat
naast eenige opmerkingen van admini-
strlieven aard Ged. Staten wenschen dat
op het salaris van den secretaris-penning-
meester van het Burgerlijk Armbestuur
pensioenpremieverhaal zal plaats hebben.
B. en W. zijn echter van oordeel dat dit
salaris te gering te, om hiervan premie-
verhaal te korten. Daarom stellen zij voor
wel aan den wensoh van Ged. Staten te
voldoen, maar tevens het salaris te ver-
hoogen van f 125 op f 140. Bovendien zijn
de werkzaamheden van bedoelden functi
onaris dermate toegenomen, dat deze veen
hooging gerechtvaardigd te. Zonder dis
cussie wordt hiertoe besloten.
Daarna deelt de voorri tter mede,
dat het
De heer J. de Jong Gzn. wensch t
ook iets verder te gaan dan het voorstel
van B. en W. om meer aan den wensoh
van Ged. Staten tegemoet te komen. Spr.
vraagt of het niet beter zou zijn om het
salaris te bepalen op f 2200, maar dan
premieverhaal en korting handhaven öve
rigens vindt spr., dat Ged Staten zich
toch weinig storen aan de besluiten van
den raad, gezien de geschiedenis van de
salarissen van de ambtenaren van den
Burg. Stand.
De voorzitter betoogt, dat er voor
de redeneering van den heer J. de Jong
iets te zeggen zou zijn, indien men met
eenige zekerheid kon vóórspellen, dat de
huidige tijdsomstandigheden zich binnen
enkele jaren ten goede zouden wijzigen.
Dit kan men evenwel niet. Daarom wil
spr. met die tijdelijke kortingen breken.
Weth. C. Evegroen, staat op het
standpunt, dat de raad bij de benoeming
van dezen ambtenaar weleer een ruime
keuze had. De voorwaarden bij de aan -
stelling bepaald, moet men dan ook zoo
veel doenlijk nakomen.
De meerderheid van den raad heeft hem
toch benoemd. Overigens vindt spr. dat
de salarissen zelfstandig moeten worden
beschouwd.
Weth. G. J. Hoogendijk wijst op de
inconsequente houding van Ged. Staten
Eerst waren zij van oordeel dat het sala
ris van gemeente-ontvanger op zichzelf
stond en werd het door hen niet als cu
mulatie beschouwd. Nu zijn zij evenwel
geheel veranderd en spreken van cumu
latie, als zij zeggen dat het ambtenaars
salaris, gezien het salaris van gemeente
ontvanger, verder verlaagd moet worden.
De heer W. de Jong: Dus B. en W.
beroepen zich op de eerste beschouwing
van Ged. Staten.
Weth. Hoogendijk antwoordt toe
stemmend, aangezien men hen hun schrif
telijk kenbaar gemaakte meening kan
voorhouden
De heer J. de Jong Cz. komt even
terug op het door Weth. Evegroen ge-
De bedoelde ambtenaar is niet
bij meerderheid van stemmen, doch
strooming is waar te nemen, die dit wel
als cumulatie beschouwt.
De voorzitterwijst er op. dat het
salaris van f 2300 toch verminderd wordt
tot f 2100.
De heer.W. de Jong blijft evenwel de
zaak practisoh bezien, en zegt, dat
slechts in werkelijkheid neerkomt op
verlaging van plm. f 25. Daarom stelt hij
voor, het salaris van den eersten ambte
naar ter secretarie terug te brengen op
f 2000.
De voorzitter: Maar dat gaat in
tegen het voorstel van B. en W. en tegen
het advies van den Ned. Bond van Ge
meenteambtenaren.
De heer J. de JongGzn.
Ook zegt spr., dat men in den woning
bouw in de Kinderdijk soms rare en ook
wel weer vroolijke tooneelén beleeft. Er
is daar een bepaald persoon., d e ze
ker niet goed weet, hoe men tegen de
jeugd moet optreden. Spr. heeft vroeger
ook wel eens optochten van de jeugd
voor zijn woning gehad, maar heeft daar
altijd op verstandige wijze op gereageerd.
Sinds eenigen tijd te daar het woord „bul
lebak” in de mode geraakt en de persoon
wien dat woord geldt, zit elk oogenblik
bij de marechaussee, met het gevolg, dat
iemand, die dat woord gebruikt heeft, te
veroordeeld tot een boete van f 8. Maar
de hoofdzaak te, wat wordt gezegd voor
de rechtbank. Daar zegt die persoon dat
twee bestuursleden van de bouwvereeni-
ging zijn geroyeerd; wat heeft dat er mee
te maken?
Voorts beleedigt die persoon de ouders
van do jongens, die het woord bullebak
gebruikt hebben, door te zeggen, dat zij
komen uit een totaal verwilderd gezin en
ook zegt hij dat noch de burgemeester,
noch de politie er zich mee bemoeit Voor
de woorden: „Daar zit een bullebak op
mijn neus”, werd er een voor f lö en een
andere jongen voor f 8 beboet. De ouders
zijn de dupe, die moeten dokken. Maar
de hoofdzaak is: wat denkt de burgemees
ter van wat die persodn over hem en de
gemeentepolitie heeft gezegd, ais zouden
die hun taak verwaarloozen.
De voorzitter zegt omtrent het ge
val van den steun, dat B. an W. zich ge
wend hebben tot economische zaken. Spr.
is overtuigd, dat er alles aan gedaan ia.
De eenige weg te, dat bijzondere gevallen
door de menschen persoonlijk worden ge
meld. Over het algemeen vreest spr. dat
het woinig zal baten. Besloten te de dis
tributie van goedkoope groenten nog niet
tor hand to nemen, aangazieu Mer zooveel
volkstuintjes zijn.
Het derde punt is een politiezaak. Spr.
meent dat de rechtbank voldoende op de
hoogte is en wel weet welke waarde aan
dergeljjke woorden van den getuige moe
ten worden gehecht. Het spijt spr.,
men zich niet wendt tot het hoofd der
litie, maar men meent zich wel aldus
over hem te moeten uiten voor de recht
bank. Doch spr. zegt dat het hem per
soonlijk langs zqn koude kleeren gaat.
zeggen: „och, je hoort er toch niets van”,
maar dan komt er vanzelf niets van te
recht. Het is de weg, zich tot den minister
te wenden. Spr. hoopt, dat men in het
vervo'g deze dingen met meer ernst zal
behandelen. Voorts betreurt spr. het, dat
de inwoners nog niet in de gelegenheid
zijn gesteld om goedkoope groenten te be
trekken.
Ouderkerk a. d. IJssel.
Gemeenteraadsvergadering
3 Mei. Voorzitter mr. F. J.
Galkoen, burgemeester.
Afwezig de heeren Andr.
degraaf en A. M. Hoogendijk.
De notulen worden na opening met ge
bed. onveranderd vast gesteld.
Onder de ingekomen stukken is de goed
keuring door Ged. Staten van het raads
besluit tot het aangaan van een kasgeld-
leening van f 100.000 door bemiddeling
van de fa. Staal en Go. te ’s Gravenhage,
benevens de goedkeuring van de gewijzig
de verordening tot verdeeling van de ge
meente in twee stemdistricten met aan
wijzing der lokalen. Verder bericht dit
college dat het salaris van den eersten
ambtenaar van den Burg. Stand is vast
gesteld op f 45 en dat van den tweeden
ambtenaar op f 90 ‘s jaars. De raad be
paalde dit salaris op f 150.
Vorder dringen Ged. Staten aan op de
intrekking van de verordening inhouden
de dat een onderwijzer, die optreedt als
plaatsvervangend schoolhoofd, een maan-
delijksohe toelage van f 25 geniet, aan
welk verzoek zonder navraag wordt vol
daan.
Daarna deelt de voorzitter mede,
dat de gemeentebegrooting 1935 niet goed
gekeurd van Ged. Staten is terugontvan
gen, vergezeld van een reeks op- en aan
merkingen. Allereerst dringen Ged. Sta
ten aan op een verdere
verlaging van het salaris
van den eersten ambtenaar ter secretarie.
Spr. memoreert de geschiedenis van dit
salaris. Tot 1 Jan. 1932 was het f 2400
met vrij pensioen zonder korting; na dien
datum werd het f 2400 met pet pre
mieverhaal en 5 pot. tijdelijke korting en
bij de jongste verlaging werd het f 2300
met 10 pet. premieverhaal en 5 pet. kor
ting. Als ambtenaar van den Burg. Stand
liep het salaris van dezen zelfden persoon
terug van f 200 tot f 90. Als motief voor
deze verdere verlaging brengen Ged. Sta
ten thans naar voren het feit, dat de
persoon in kwestie ook gemeenteontvanger
is. Als zoodanig geniet hij een salaris van
f 1650 min 81/» verhaal van pensioens-
premie. Aangezien de werkzaamheden niet
in dezelfde tijdsruimte geschieden, daar
het secretariewwk overdag en het werk
van gemeenteontvanger des avonds ge
beurt, kan hier naar het oordeel van B.
en W. niet van cumulatie worden gespro
ken. Dit deden Ged. Staten voorheen ook
niet, doch thans wordt er wel op deze
wijze over gerept. Dit achten B en W.
onjuist Ook de Ned. Bond van Gemeen
teambtenaren wiens advies werd ingewon
nen. acht verdere vyylaging onbillijk. De
totale personeelsbezetting van de gemeen
tesecretarie is in vergelijking met andere
gemeenten niet groot, zoodat door de
ambtenaren gedurende de laatste jaren
meer overwerk moet worden verricht dan
elders. De conclusie van B. en W. is der
halve, dat zij om «enigszins aan den
wensch van Ged. Staten tegemoet te ko
men, voorstellen het salaris van den eer
sten ambtenaar ter secretarie te bepalen
op f 2100 ’s jaars, doch daarbij geen ver
dere verlaging in den vorm van pensioen-
verthaal of korting toe te passen.
De heer W de Jong Johz. memo
reert, dat het salaris thans f 2300 be
draagt. Er gaat evenwel als tijdelijke kor
ting 5 pet. af. is f 115, waardoor het sa
laris nu practisch f 2185 bedraagt. Daar
om vindt spr. dat hiermede slechts weinig
aan den wensch van Ged. Staten wordt
tegemoet gekomen. En alles bijeen geno
men heeft de bedoelde persoon toch een
goed salaris.
De voorzitter zegt, dat de heer De
Jong deze salarissen niet bij elkaar moet
nemen, hetgeen B. en W. ook niet doen.
Er kan hier niet van cumulatie wordeh ge
sproken.
De heer W. de Jong. Nu goed, maar
het wordt toch verdiend.
Weth. C. J. Hoogendijk wijst er op
dat voor deze persoon het salaris als
ambtenaar van den burgerlijken stnad van
f 200 is teruggevallen op f 90 ’s jaars.
De heer W. de Jong berekent dat de
ze ambtenaar totaal f 3875 salaris geniet.
Pensioenspremieverhaal wordt door spr.
beschouwd als uitgeeteld salaris.
De voorzitter zegt, dat die opvat
ting voorheen reeds voldoende is weerlegd
De heer W. de Jong Johz.: Die
theorie kunt u wel van mij cadeau krij
gen. Spr. herhaalt dat hij van meening is,
dat het voorstel van B. en W. te weinig
aan den wensch van Ged. Staten tegemoet
komt.
,De voorzitter wijst, evenals weth.
Hoogendijk, op de belangrijke verminde
ring van bet salaris als ambtenaar van
den Burgerlijken Stand. Bij het jongste
raadsbesluit adviseerde de raad aan Ged
om het salaris te bepalen op f 150 ’s jaars
en het besluit is. dat het wordt vastge
steld op f 90. Spr. wil het salaris op
f 2100 bepaald zien, en afgezien van ver
dere kortingen. Bovendien achten B. en
W. de argumentatie van Ged. St onjuist,
als zij zeggen, dat gezien hot salaris als
gemeenteontvanger het ambtenaarssalaris
kan worden verlaagd.
De heer W. de Jong memoreert, dat
er reeds geruimen tijd ia dr” raad een
Vergadering van den gemeenteraad op
Dinsdag 30 April. Afwezig mét kennisge
ving de heer J. v. d. Merwe.
Na opening door den voorzitter,
burgemeester J. van Scheers, herdenkt
deze dbn verjaardag van prinses Juliana,
en u t den wensch, dat zij nog lang ge
spaard moge blijven voor land en volk.
Daarna worden de notulen onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen zijn o.a. diverse goedge
keurde raadsbesluiten, waaronder dat tot
verlenging van de concessie met de N.V.
Alblasserdamsche Waterleiding.
Voortskon de voorzitter thans
mededeelen, dat de begrooting 1934 was
goedgekeurd door Ged. Staten. Enkele
verslagen, o.m. van den keuringsdienst
van Waren, en van de commissie tot het
geven van cursussen aan jeugdige werk-
loozen, zijn nog ingekomen.
De heer -Vermeulen vraagt hoe het
mogelijk s. dat reeds voorbereidende
werkzaamheden zijn getroffen voor het
maken van de muziektent, hoewel de bo-
grooting 1935 nog niet is goedgekeurd.
Weth. Boersma wijst erop, dat deze
post ook reeds voorkwam op de begroo
ting 1934. Thans is deze begrooting door
Ged Staten goedgekeurd, zoodat men kon
beginnen.
Van den heer G. Taaie is een schrijven
ingekomen, dat hij ontslag neemt als lid
en voorzitter van het burg, armbestuur,
wegens vertrek uit de gemeente.
De voorzitter stelt voor, dit ont
slag eervol onder dankzegging te verlee-
nen, waartoe wordt besloten. Het burg,
armbestuur deelt in een begeleidend
schrijven mede, dat nu tot voorzitter is
benoemd de heer B. Koot
Een belangrijk ingekomen stak komt
nog aan de orde, n.L een te teekenen ver
klaring dat ook deze gemeente met de be
palingen, die aan noodlijdende gemeenten
worden gesteld, accoord gaat. B. en W.
stellen voor dit stuk te teekenen. Behalve
de S.D.A.P.-fractie kan de raad zich hier
mee vereen i gen.
Daarna stellen B. en W. voor, *t maxi
mum aantal verloven A op 10 te stellen.
De heer Jonkers wijst erop, dat er
p zijn; waarom gaan B. en W. dit
aantal na verhoogen.
De voorzitter acht dit getal voor
deze gemeente juist; bovendien mag sr
ZijM inziens wel eenige speling zijn.
Weth. Boersma meent, dat het goed
is, het aantal verloven niet al te krap te
stellen, om den clandestienen verkoop niet
in de hand te werken.
Juist daartegen waarschuwen ook
dankwet inspecteurs.
Het voorstel van B.
genomen.
Volgt het voorstel van B. en W„ inhou
dende, dat stilstaande ante’s in den avond
niet behoeven te worden verlicht.
De heer deJager zou er aan toe wil
len voegen: „gedurende den verlichtings-
tijd”, due als de straatlantaarns branden.
Door verschillende leden wordt dit voor
stel afe onpractisch ontraden.
Het voorstel de Jager wordt met 11
tegen 1 stem verworpen en het voorstel
van B. en W. wordt aangenomen.
Voorte heeft het rijk aan deze gemeente
opgedragen een regeling te treffen met de
gemeente Nieuw-Lokkerland tot toelating
van leerlingen op school 2 in verband met
de in die gemeente opgeheven school aan
den Veerdam. Een verordening werd hier
omtrent van Nieuw-Lekker land ontvan
gen, doch B. en W. dezer gemeente kun
nen met die regel’ng niet accoord gaan,
waarom zij een andere regeling voorstel
len. Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
Vervolgens komt aan de orde de hef-
fingsverordening op de
Verachijnl
en Vrijdag
ling: rooi
maanden
Met verxe
sprokene.
ju?
loting benoemd.
Weth. Evegroen: Hij is in elk ge
val benoemd en dat hij e'en nevenbetrek
king vervulde wist men toen ook, zoodat
men eigenlijk daarop thans geen aanmer
kingen kan maken.
Devoorzitter wijst er weder op, dat
de personeelsbezetting van de secretarie
niet groot is, waardoor nog ai veel over
werk moet worden verricht. Daarom moet
het salaris ook van dien aard zijn, dat
dit.mogelijk is.
De heer W. de Jong is het in zoo
verre met B. en W. eens, dat
de tijdeijke kortingen
verdwijnen.
Maar over het geheel genomen vindt hij
dat deze ambtenaar een te groot inko
men heeft. Meesters in de rechten verdie
nen het niet.
De heer Ant. den Duyf vraagt of
Ged. Staten ook voor de vaststelling van
dit salaris een zekere basis aangeven.
De voorzitter antwoordt ontken
nend.
De heer Den D u yf verklaart van mee
ning te zijn, dat men een van beiden moet
doen. Als men van oordeel is dat hier
niet van cumulatie kan worden gespro
ken moet men het salaris laten zooals het
is; en wanneer men van tegenovergestelde
meening is moet men verder gaan dan
het voorstel van B. en W. De verlaging
die thans wordt voorgesteld is te gering
dan dat Ged. Staten er mee accoord zou
den gaan.
,De voorzitter bestrijdt dit,
De heer Den Duyf is van meening
dat men moeilijk met zoon luttel bedrag
van verlaging bij Ged. Staten kan aanko
men.
De voorzitter betoogt, dat men zich
niet moet laten leiden door een eventu
eels beslissing van Ged. Staten, doch dat
men zelfstandig moet oor deden
De heer A. J. Boogeardt betoogt,
dat Ged. Staten evengoed hun wensch ge
heel kunnen voorschrijven, dan dat wij
aldus spr. dit hier nu moeten zeggen.
In de practjjk ziet hij er toch niet veel
verschil meer in.
De voorzitter wijst er op, dat
Ged. Staten het salaris als gemeente-ont
vanger voorheen steeds buiten beschouwing