Van Rondom
5
Alléén voor Vrouwen
HET POSTHUIS VAH HOHDOS
1993
5 DEEDS BT.AT)
NIEUWSBLAD VOOR ZTTlb-HOLLAND '~N UTRECHT, Schoonhovensche Couran'
VRIJDAG 30 JULI 19J.
door JAN KIJKUIT.
Gesprek op de wandeling.
Wie gaat er een eindje mee rond,"
noodigde tante, ,,'t is nu juist prettig
weer om te loopen."
„Ja," antwoordde ik, „daarom is nu
ook de Vierdaagsche begonnen. Ik ga mej,
u mee om ons te «trainen voor een vol
gende Vierdaagsche."
„Ja Jongen," lachte tante, „dat zeg je
nu zoo, maar toen ik las dat ze in Nij
megen al voor de 27e keer zoo'n wandel-
feest houden en dat er al bijna 5000 deel
nemers zijn, toen heb ik gedacht, dat men
in-deze streek ook wei eens zoo iets zou
kunnen beginnen. Niet om Nijmegen
concurrentie aan te doen, maar voor de
wandelaars uit onze streek, die niet naar
Nijmegen kunnen gaan en die toch ook
graag eens zouden willen meedoen aan
zoo n wandeltournooi."
„Dat lijkt mij niet zoo onmogelijk.
Wandelclubs zijn er hier genoeg en die
tippelen .zonder bepaalde training op hun
gemak zoo'n 40 kilometer. Met een beetje
propaganda zou hier dus wel ècn soort
van Vierdaagsche in elkaar zijn te tim
meren. 't Zou heel wat vertier en verteer
brengen."
;,Je vergeet één ding," betoogde Jod,
die ook was meegegaan, „dat de Lek door
deze streek stroomt en dat je bij 't ont
werpen van zulke tochten van 4 of meer
dagen onvermijdelijk de rivier zult moe
ten oversteken."
„Nou en wat geeft dat?" vroeg tante.
„Dat geeft veergeld," antwoordde Jod,
„en het veergeld is hoog."
„Veel te hoog," bevestigde ik. „In de
Schoonhovensche raad is er nog pas over
gesproken, maar men is daar nog niet tot
het Inzicht gekomen dat een verlaging
der tarieven de opbrengst zou verhoogen.
De prijs is gebleven 7'/« cent voor een
flets en 50 cent voor een auto. Iemand
uit de buurt van Schoonhoven, die naar
de overkant moet. zal zijn auto nu aan
de Schoonhovensche kant laten staan en
per bus verder rijzen, omdat hem anders
zoo'n tochtje, alleen voor het overzetten
van de auto, al een gulden kost. Was de
prijs lager dan nam hij zijn fiuto mee.
.Voor fietsers is dat ook zoo. Bij een ta
rief voor minder dan 15 cent voor een
flets heen en weer zou er veel meer
gebruik van worden gemaakt. Het is
toch ook gebleken bij de briefport. Toen
die verlaagd werd verminderden de in
komsten niet, maar ze stegen."
,'t Is met die openbare dingen dikwijls
erg vreemd," zei tante. „Dat heb ik van
de week weer gelezen in een ingezonden
stuk in de Schoonhovensche Courant van
meneer Van Rietschoten van de Goud-
sche Waterleiding. Dat is nu toch iemand
van t vak, iemand die precies alles af
weet van een waterleiding en die reken
de nu toch maar met heel nauwkeurige
getallen voor dat de leiding van De Vijf
Gemeenten veel en veel te duur is ge
weest en dat de gebruikers daar altijd
duur water door zullen hebben." -
„Als de overheid als leverancier op
treedt Is' dat bijna altijd het geval," be
weerde Jod.
„Ja, Juist, dat schreef meneer Van
Rietschoten ook en hij rekende er ook
bij voor hoe de overheid mooie cijfers
weet samen te stellen, die goed bezien
niet zoo mooi uitkomen. Bij de opening
van de waterleiding was gezegd dat 't wa
ter bar goedkoop zou zijn, zoo iets van
3 cent per meter, maar meneer Van
Rietschoten rekent ze dat een beetje an
ders voor."
„De vraag is nu maar wie van de twee
gelijk heeft," zei ik, „dat zou
Op dat oogenblik greep tante me bij
mijn arm en sprak een beelT&feppgewon-
den:
„Daar heb je die onbewaakte overweg.
Ga eerst eens uitkijken of er geen trein
op komst is, maar voorzichtig, hoor Jan,
want je ligt er onder voor je 't weet. Er
gaat geen dag voorbij of er worden men-
schen overreden bij een overweg. Nog
pas weer in Zeveenhuizen is 't op 't
kantje af geweest met een motorrijder,
die nog net door zijn tegenwoordigheid
van geest zijn leven eri dat van zijn
vriend wist te redden. Ik vind die onbe
waakte overwegen een schandaal."
„Ik ben 't niet heelemaal met u eens,
tante; Als u in een groote stad een straat
moet oversteken, dan loopt u toch maar
niet zóó naar de overkant, maar dan kijkt
a eerst terdege naar links en rechts of er
gaen auto's aankomen. En als u dan
tramrails ziet, dan kijkt u weer eens ex
tra of er geen tram op komst is. Dat is
toch bij zoo'n overweg ook het geval. De
menechen zijn gewaarschuwd, dat er een
overweg is en dat ze dus moeten uit
kijken."
„Ze mosten net doen als indertijd in
Boskoop. Toen ze daar geen siuit-
boomen konden krijgen, hebben ze van
de gemeente een man aangesteld die met
een vlag het leeken moest geven als er
eentrein op komst was."
„Als ze dat bij alle overwegen Invoer
de dan was men weer even ver als voor
jaren, toen er bij elke overweg tm baan
wachter met een baanwachtershuisje
was en dat kan het spoor niet meer be
talen."
„Ik begrijp niet goed," vervolgde tante,
„waarom het spoor niet veel meer werk-
loozen in dienst neemt om aan de spoor
weg te werken. Nu moet er voor die men-
schen allerlei werk gezocht worden, dat
niet eens zoo erg noodig is, terwijl dat
van het spoor toch zeker wel gedaan
moet worden."
„Maar tante," lichtte ik in, „dan zou
het spoor toch precies evenveel kosten
als nu en alleen zouden het 'geen ge
oefende werkers zijn die de arbeid ver
richten. U begrijpt toch wel dat de werk
loozen niet voor minder loon aan het
spoor zouden werken dan de andere ar
beiders verdienen. Dat hebt u nog pas
gezien in Reeuwijk, waar 8 werkloozen
die te werk gesteld waren aan de Blin-
deweg gestaakt hébben, omdat zij het
niet eens waren met den aannmer."
„Stakende werkloozen dat is iets
raars,' 'overwoog tante, „en wat gebeurt
,er nu met die menschen?."
„Ze zijn uitgesloten van het werk en
van de steun en ze moeten dus bij „het
armbestuur aankloppen. Zulke dingen
kunnen haast niet uitblijven, omdat bij
die werkverschaffingen dikwijls mannen
voor een taak gezet worden, die ze nief
baas kunnen. Als bijvoorbeeld een kleer
maker en een grondwerker samen aan t
graven of grondverplaatsen worden gezet,
dan zal de kleermaker 't heel wat vlug
ger opgeven, dan zijn kameraad. Dat is
dan geen onwil of luiheid, maar zoo'n
man kan dat werk^toch niet evenlang
volhouden als een geoefende."
„Daar ging 't in Reeuwijk niet over,
sprak Jod. „De arbeiders hadden ver
schil van meening met den aannemer
en ze vergaten toen dat geen vrije ar
beiders waren, die in zoo'n geval konden
staken, maar werkloozen die geholpen
werden. Nu staan ze voor dé gevolgen
van hun ondoordachtheid."
„Er is nog een kans voor de werkloo
zen," merkte ik op. „Er zijn in onze
streek twee nieuwe bedrijfstakken geko
men, de hennepteelt en de zijderupsen-
kweek, misschien is daar voor hen werk
te vinden."
door ARTHUR VAN HEREMA.
Mijningenieur Elberg hobbelde in zijn
groote reisauto met zijn jonge vrouw
van Tacote naar zijn nieuw arbeids
veld, in een der wildste deelen van
Mexico, in het Noordelijke randgeberg
te van de Sierra Madre. De rit ging
dwars door een hobbeligen zoutwoestijn
doorkruist van hobbelige muildierpaden
doch zonder autowegen. Het gevolg
was natuurlijk, dat er maar met^ mati
ge snelheid gereden kon worden.'Tegen
den middag bereikte de auto, na veel
kronkelwegen, het steenachtige land
schap, waar het doel van hun reis ge
legen was. Door een barranco, een uit
gedroogde rivier, waarin een dikke laag
steengruis lag, kwamen zij weldra aan
een zandvlakte, hier en daar begroeid
met dichte doornstruiken. In de „verte
stond een eenzaam gebouw. De lange
houten pomparm, kenmerk van de
Mexikaansche hoeven, ontbrak niet en
wenkte al van verre als een reusachti
ge vtsvinger, de dorstige reizigers.
„De halte voor de middagrust: het
posthuis van Hondos", zei Elberg.
„Schilderachtig, maar niet bijzon
der veelbelovend," critlseerde Hella.
Doch zij werd door de maaltijd, die
me:i haar voorzette, aangenaam teleur
gesteld. Het was heerlijk na dien hel-
schen rit door woestijnachtig zonneland
in de poreuze rieten stoelen te kunnen
wegzinken en te dommelen onder het
schaduwende afdak van gevlochten
malsbladeren.
Opvallend daarentegen was het schu
we gedrag van den postmeester. Hij
bediende een zeldzaamheid bij de
Mexicanen, die altijd talrijke bedienden
houden zelf zijn gasten. Van de vele
knechten en de gebruikelijke Mexi
caansche kinderschaar viel niets te be
speuren. De schuwe blikken van den
postmeester golden voornamelijk den
gast, die reeds voor aankomst van in
genieur Elberg ^e gastvrijheid van het
posthuis had ingeroepen.
Deze Mexicaan zat in de andere hoek
van de veranda; het was een brutale,
bruine kerel, tot de tanden gewapend,
met een woest gezicht en een gluiperige
uitdrukking op zijn boeventronie.
Een bandiet! Eiberg schrok zelf van
zijn vermoeden.
Maar Mexicaansche bandieten gaan
nooit alleen op roof uit. Dan was vast
en zeker de bende van dezen kerel in
de buurt!
Natuurlijk verborgen in het postge-
bouw, om de aankomende reizigers niet
te verschrikken en van te voren te
waarschuwen. Alleen die eene bandiet
zat daarbuiten op post om op het juiste
oogenblik zijn spitsbroeders het teeken
te geven en hen te overvallen
Eiberg kreeg het benauwd als hij
dacht aan het ontzettende lot, dat zijn
jonge, mooie vrouw te wachten stond,
als zij in handen viel van die bende on-
menscheUjke woestelingen. De meesten
van hen warén halfbloeden, die van
hun blanke en bruine voorvaderen
slecht# de slechte karaktertrekken ge
ërfd hadden Een blanke vrouw
Was temidden van hen niet veilig!
Wat zijn vrouw als gevangene van
deze kerels te wachten zou staan, was
te vreeselijk om aan te denken. Dat
was nog erger, dan een wreede dood.
Voor dat Elberg zijn vrouw af zou
staan, moesten zij hem zelf eerst doo-
den.
Maar ook hiermede was Hella niet
geholpen. Als zij hem overleefde, zou
haar lot nog erger zijn. Slechts vlug
handelen kon hen misschien nog red
den. Met enkele korte woorden bracht
Elberg zijn vrouw op de hoogte van de
situatie.
„De eenige kans op behoud ligt in
een snelle manoeuvre," zei hij. „Ik zal
eerst de aandacht der bandieten op mij
vestigen, dan kan jij de auto bereiken.
Dan vlucht je met vol gas in de richting
vanwaar wij gekomen zijn."
„En jij?" weerstreefde Hella, „ik moet
wegvluchten en jou in den steek laten?
Dan heb je een droevige opvatting van
mijn liefde voor jou!"
„Juist van jouw wegrijden „hangt
onze redding af," zei Elberg met be
slistheid, „Doe wat ik je zeg, Hella.
Gaat er in de allereerste plaats om, dat
jij onbemerkt de auto bereikt. Dat is
meer dan 30 passen! Tijd genoeg voor
die schurken om door een alarmkreet
minstens een half dg£ijn zwaarbewa
pende kerels op de been te brengen
Dan zou onze auto al heel gauw niet
meer wegkunnen, als ze een paar scho
ten erop richten Daarom moet ik
de kerel weglokken, dan kan jij onbe
merkt met de auto wegkomen. Als hij
zich tot mij richt, ga je er vandoor
'Kan ik vast erop vertrouwen, dat
geen seconde verliest, maar dadelijk
naar de auto zult gaan en zult wegrij
den? Met mezelf speel ik het wel klaar
Dan kom ik je weer halen en maken
we de rit opnieuw."
,Ja." zei Hella kortaf, omdat ze in
zag, dat het noodzakelijk was zoo
handelen.
Elberg stond heel langzaam en traag
op. Hij stopte zijn pijp, terwijl hij zon
der zich te haasten naar de stal slen
terde, die een tiental meters van het
hoofdgebouw verwijderd lag. De ban
diet keek hem met aandacht na
Elberg zag, dicht bij de stal gekomen
dat de deuren daarvan niet heelemaal
gesloten waren: door een kier keek een
bandiet naar buiten, die hier de paar
den van zijn medeboeven bewaakte.
Elberg vond, dat de zaak er gunstig
voor stond. Hij had zijn pijp nu heele
maal gestopt en deed nu, alsof hij in al
zijn zakken naar lucifers zocht. Plotse
ling wendde hij zich tot den waker
achter de deur en verzocht hem be
leefd hem wat vuur te willen geven. Hij
rekende daarbij op de gewone beleefd
heid van rookers onder elkaar, die el
kaar graag vuur geven. Inderdaad haal
de de bandiet dadelijk een aansteker te
voorschijn en trad onwillekeurig een
beetje dichterbij. Elberg haalde uit en
deed een geweldige opstoot belanden
onder de kin van den waker. Bewuste
loos tuimelde de kerel de stal weer
binnen, waar hij bleef liggen. Elberg
volgde hem met een sprong als van "n
panter. In minder dan geen tijd had
hij een van de gezadelde paarden los
gemaakt en slingerde zich op de rug
'van het dier. Mét enkele trappen van
zijn laarzen stuurde hij het vurige dier
buiten de stal. Terwijl het paard de
stal uitgaloppeerde, schreeuwde Elberg
zijn vrouw uit alle macht „vooruit" toe.
Nu kwam de van v.erbazing verstarde
bandiet op de veranda op de been. Met
een woedende alarmkreet greep hij
naar zijn omgevallen karabijn. Maar
Hella was al bij de auto, sprong erin,
gaf vol gas en startte En tegelij
kerttjd rende Elberg te paard langs de
veranda, bracht het dier daarmede tus-
schen Hella en de bandietentroep, die
nu te wapen liep, trok vlak voor de
verandatrap het schuimende ros aan
de teugels om en liet het steigeren,
waardoor de voorste bandieten tegen
den grond geslagen werden. Toen ren
de hij in gestrekten gallop Hella ach
terna. Schoten knalden, kogels floten
Elberg om de poren. Maar hij hoorde
het niet, daar hij vol aandacht de auto
volgde. Hella reed in een halsbrekend
tempo naar de barranco terug. Nu ver
anderde Eiberg van koers en joeg naar
de tegenovergestelde Richting
De bandieten liepen verward door el
kaar en wisten niet dadelijk, wat zij
zouden doen en op wien zij eigenlijk
schieten moesten. Anderen renden naar
de stallen, waar de paarden inmfddels
door het schieten onrustig geworden
waren en de beschotten" stuktrapten
Inmiddels galloppeerde Elberg in een
boog terug, om de auto aan de andere
zijde van de barranco weer op te van
gen. Daar wachtte Hella op hem; zij
reed met een (talm vaartje over het
I steengruis Snel sprong Elberg uit
den zadel, pardoes in de auto. Hij* gaf
het paard een klap en dat keerde weer
terug naar zijn eigenaars, die het waar
schijnlijk toch gestolen hadden. Nu liet
Hella de motor weer op volle kracht
werken. Met haar tengere handen om
klemde zij her schokkende stuur en El
berg bewonderde haar meer dan ooit
om haar flinkheid
De bandieten, dfe in de verte haar
trachtten te volgen, bleven met hun
wild, doch op .écht Mexicaansche wijze,
uiterst slecht gericht snelvuur steed»
verder en verder achter
Het avontuur was voorbij
(Nadruk verboden)
HET BESTELLEN VAN PATRONEN.
Bij het bestellen van patronen steeds
opgeven het nummer dat gedrukt staat
onder de afbeelding en de verlangde
maat.
De prijg van de patronen staat bij de
te
postzegels of gireeren op postrekening
13763 aan de redactie van dit blad.
Bestellingen van Knippatronen, welke
Donderdag niet in ons bezit zijn, kun
nen eerst in de volgende week in behan
deling komen.
Daar bij dezen patroondienst niet met
administratie- en incassokosten wordt
gerekend, kunnen alleen patronen gele
erd worden na ontvangst van het daal»
voor opgegeven bediag.
JONGEMEISJESJURK.
Succespatroon 1992. Prijs f 0.35.
Een zeer vlotte en aardige meisjesjurk
afbeeldingen aangegeven." Men kan het
bedrag overmaken per postwissel, in
waarvan patronen verkrijgbaar zijn voor
jongedames van 1618 jaar.
MIDDAG JAPON.
(Ook voor gezette figuren/.
Succespatroon 1993. Prijs f 0.35.
De opgeknipte rok wordt meer en meel
aan de moderne japonnen toegepast, om
dat hij evenals de robe princesse een
mooie aansluitende en daardoor afklee-
EENVOUDIGE JURKEN
VOOR
GROOTERE MEISJES.
Naarmate de dochters wat
ouder worden, zullen ze
gaarne ook niet meer al te
„kinderachtige" jurken dra
gen. Alhoewel eenvoud van
materiaal en lijn het parool
blijft, is er toch wel een mid
denweg te vinden tusschen
kinderj)«rken en damesjapon
nen. voor de zomermaanden
zullen de weefsels zeer een
voudig zijn en een geslaagde
variatie op de vele bont be
drukte weefsels zijn effen
linnen jurken, die op een
voudige wijze met handbor
duursel versierd zijn.
Met behulp van strijkpa-
tronen kan men zoowel mo
tieven of randen in kruisjes
of platte- en andere steken
heel gemakkelijk op de stof
brengen en deze in één of
meerdere kleuren uitvoeren.
Wit linnen geeft iets fleurigs
wanneer men er frissche tin
ten groen, rood, geel, blauw,
enz. op werkt, terwijl, men
zich bij gekleurd materiaal
bij wit of één kleur in enkele
nuanceeringen bepalen kan. Men ziet
bijzonder aardig de handgewerkte versie
ringen op deze jurken zijn toegepast.
De linker jurk b.v. heeft krulssteekmo-
tieien langs de omtrek van de bolero, die,
heel practisch, ook met knoopjes geslo-
,ten kan worden. Het aardigst is om de
omtrek met vasten, in een der gewerkte
kleuren, om te haken en op de plaats,
waar men de knoopjes denkt te zetten,
een boogje van lossen maakt.
Het middelste jurkje heeft een, versie
ring langs de naden van ds raglanmou-
wen en in het midden voorpand, op de
zakjes en aan de zoom van de rok, ter
wijl het rechter model een zeer geslaagde
versiering heeft op mouwen en revers.
De motleven, welke voor de versiering
gebruikt zijn, hebben wij in -de vierkant-
jes weergegeven en eenigszins handige
werksters kunnen ze zelf op de stof over
brengen, b.v. door de patroontjes na te
teekenen en door middel 7an carbonpa
pier op de stof over te brengen. De
kruissteekmotieven links kunnen b.v. op
reepen stramien gewerkt worden, die op
de stof geregen worden en waarvan men
later de draden voorzichtig verwijdert.