De Koningin opent de Jamboree»
FEUILLETON
Gemengd nieuws
Een schitterend schouwspel.
DE Wu RGER
3 TWEEDE BLAD.
NIEUWSBLAD TOOK ZUID-HOLLAND EN UTKECHT Schoonhovensche Cobrant
MAANDAG 2 AUGUSTUS 1937
Meer dan twintig duizend bezoekers
zijn Zaterd-g naar Vogelenzang getrok
ken om de opening van ae Jamboree bij
te wonen.
Kort voor het officieele tijdstip arri
veerden de chief scout, lord Baden Po
well en lady Baden Powell op de eere
tribune, lulde door de aanwezigen toe
gejuicht.
Klokslag 2 uur reed de Koningin ver
gezeld van een hofdame in een auto,
waarvan de kap geopend was, het ter
rein op. Drie auto's met leden van de
hofhouding volgden de Koninklijke auto.
Toen de koninklijke auto de groote
arena, langs welker zijden de tribunes
gebouwd zijn, binnenreed, klonk een da-
verende welkomstgroet uit de duizenden
monden, gevolgd door het gezang van
ons volkslied, dat door de muziek werd
ingezet.
Dan besteeg Hare Majesteit de eere
tribune, waar de chief scout en zijn
echtgenoote, alsmede eenige der voor
naamste autoriteiten aan Haar werden
voorgesteld.
Onmiddellijk aaldat de Koningin den
voor Haar bestemden zetel had ingeno
men, hieven de drieduizend op het mid
denterrein opgestelde jongens het Neder-
landsche padvinderslied „Hoort zegt het
voort" aah, welk lied getuigt van den
vastberaden wil der Nederlandsche pad
vinders hun best te zullen doen duor
woord en daad den Nederlandschen naam
hoog te houden en voorts het streven
naar Internationale verbroedering te be
vorderen.
Nadat het applaus, dat dezen zang
onderstreepte, was verstomd, werd het
sein gegeven voor het défilé.
Inmiddels was het half drie geworden,
toen de kop van den stoet de eeretribvne
naderde en men tot de ontdekking kwam
dat het geen bewoners van het kamp
waren, die het défilé openden,
doch padvindster»,
die tot het kampeeren op het alleen voor
verkenners bestemde Jamboree-terrein
niet zijn toegelaten.
Kranig marcheerden onder leiding van
mevr. Van den Boschde Jong de ver
tegenwoordigsters van de 75 aideelingen
van het Nederlandsche padvindstersgilde
met de afdeelingsvlaggen voorbij de tri
bunes, terwijl zij bij het passeeren van
de eere-trlbune de vlaggen deden neigen.
Dan volgden in alphabetische volgorde
de bultenlandsche contingenten r.iet een
tusschenruimte van telkens ongeveer 100
meter.
Ieder contingent werd voorafgegaan
dbor de nationale vlag van het land, ge
volgd door de stafleiders van het con
tingent, terwijl voorbij gemarcheerd
werd in rijen van twaalf.
Bij de eeretribune werd met de vlag
de groet gebracht, terwijl ieder contin
gent op eigen wijze hulde bracht aan de
Koningin, in welke hulde tevens de chief
scout en de hoofdverkenner waren be
grepen.
Het was
een imposant schouwspel
dit eendrachtig optrekken van de inter
nationale jeugd en het waren aandoen
lijke oogenbiikken, telkens wanneer de
buitenlanders uiting konden geven aan
hun dankbaarheid jegens de koningin,
dat zij hun de eer heeft willen aandoen
dit kamp te willen openen.
In bonte mengeling trokken; de buiten
landers voorbij, de Palestijnen met hun
witte hoofddoeken, de Egyptenaren met
hun helmen, de zeeverkenners met hun
witte petten, de gebruinde Oosterlingen
met hun fez, uiterlijk in uniform ver
schillend, maar één door hun padvin
dersbelofte.
Alle groepen mochten dan ook voor
hun kranige en pittige verschijning van
de tribunes een hartelijk applaus in ont
vangst nemen.
Het défilé, dat ongeveer twee uur
duurde, wérd besloten met het Neder
landsche contingent, dat door een hoog
oplaaiend enthousiasme duidelijk diepe
aanhankelijkheid aan onze Landsvrouwe
demonstreerde.
Het waren onvergetelijke momenten,
welke dit grootsche schouwspel bood.
Maar nog was de plechtigheid niet ten
einde.
Want na het défilé hadden
alle 28.000 padvinders
zich op het achterterrein verzameld en
nadat een cordon van verkenners en
voortrekkers zich voor de eeretribune had
opgesteld, werd het sein gegeven voor de
rally en alle deelnemers kwamen In een
stormloop op de eeretribune toegerend,
daarmede en met hun yell's nogmaals
hulde betuigend aan Koningin, chief
scout en hoofdverkenner.
Het was een prachtig gezicht, die gol
vende massa van duizenden padvinders
over het terrein, tot zij door het cordon
tot staan werden gebracht.
Achter de massa kwamen de vlaggen,
welke zoo een kleurige afscheiding van
het geheel vormden.
En toen was het plechtigste oogenblik
van den middag aangebroken.
„Wel," zei ik, „U hebt allen gezien hoe
ik aan iets trok of scheen te trekken.
Het feit ls, dat ik werkelijk aan iets trok.
Het leek een hand of een pols te zijn, of
beter gezegd, een hand, een pols en een
voorarm. Ik weet dat het gek klinkt,"
vervolgde lk, „en om U de waarheid te
zeggen het lijkt op het oogenblik ook
eigenaardig maar het is tenslotte toch
zoo. Ik voelde een menschelijken arm van
vleesch en bloed en tJ kan zelf zien aan
de uitwerking op den armen Arnold hier
en de lidteekens aan zijn hals, dat het
werkelijk Iets stoffelijks was. Het was
een voorarm en een hand met verschrik
kelijk sterke 'vingers en spieren van
Ijzer."
„Was U niet in staat die hand vast te
houden?" vroeg de dokter, terwijl hij mij
scherp aankeek.
„Bijna," zei lk, „maar op het oogen
blik, dat ik ze inderdaad goed vast had,
loste de hand op."
Voor een oogenblik waren allen stil.
Toen sneed de zachte, maar heldere'stem
van Betty Sargent door de stilte.
„Loste op?" vroeg zij, en ik behoefde
haar niet eens aan te zien om te weten,
hoe al het bloed uit haar gezicht trok.
„Hoe kunnen nu vleesch en bloed
oplossen?" kwam de opgewonden stem
van Ike Humbert.
„Als ik u dat zou kunnen zeggen," zei
ik, weer was het stil^„Als ik U dat
zou kunnen zeggen, dan zou ik waar
schijnlijk in staat zijn U nog veel meer
te vertellen, maar het feit is, dat die
hand inriArrfaarf in d« hicht rdween
De Koningin
verhief zich van haar zetel en ving Haar
toespraak aan in het Engelsch.
Padvinders, jong en oud, padvin
ders van alle landen.
Ik heet U allen welkom in Mijn
Koninkrijk en hoop, dat u daardoor
zult weten, hoe zeer Ik uw beweging
waafdeer en er belang in stel.
Het is voor Mij een voldoening, te
zien, dat na jaren van vruchtbaar
streven, deze prachtige organisatie
een wereldbeweging ls geworden, die
jongens omvat van alle klassen en
van alle naties en die hen ertoe
voorbereidt, goede burgers en goede
mannen te worden.
Moogt gij immer] thans zoowel als
in uw later leven, trouw blijven aan
den padvindersgeest, welke, om te
spreken met de woorden van uw
chief, dien wij hier heden met vreug
de welkom heeten, gekenschetst
wordt door zijn breeden en onzelf-
alsof het niets was geweest dan een rook
wolkje of een mist en ik trok aan de
lucht, die. geen tegenstand bood. Dat al
les weet U, omdat U mij zag trekken. En
de rést weet U ook," vervolgde ik, terwijl
ik mij omwendde naar de plaats waar de
ongelukkige Augustln Arnold lag.
Er ging een rilling door den troep en
enkel bleeke gezichten wendden zich af.
Iemand bedekte het lijk met een laken
waf voor de derde acté bestemd was ge
weest, doch 't diende nu als beschutting
van de vormlooze witte massa, midden
in de tooneelsalon. De groep ging in
tweeën en drieën uiteen, daar men klaar
blijkelijk voelde, dat men op het oogen
blik niet alleen kon zijn. De dokter wend
de zich tot mij, hij scheen te begrijpen,
dat ik een vertegenwoordiger was van
de wet.
„Aangezien er op het oogenblik verder
niets valt te doen," zei hij, „denk ik, dat
het beste is, dat wij gaan. Bovendien
wacht er een dame op mij."
„Uitstekend," zei ik.
„Ik dank U zeer voor de moeite, dok
ter, ik hoop dat wij elkander nog eens
onder wat aangenamer omstandigheden
zullen ontmoeten. U wilt mij zeker Uw
adres wel geven," voegde ik er aan toe.
„Ik zal U niet verder lastig vallen, maar
U zult ongetwijfeld een oproeping krij
gen om voor het gerecht te verschijnen."
Hij knikte. „Zeker, en in het geheel
geen dank. Ik weet bovendien dat een
gerechtelijk onderzoek noo'dig zal zijn."
Hij overhandigde mij een visitekaartje,
dat ik in mijn portefeuille stak. Wij ga
ven elkaar de hand, de dokter zei nog:
„Ik ben blij U van dienst te hebben
kunnen zijn," en vertrok. Daarop zond
ik om een van de politie-agenten, die- bij
de coulissen stonden en zeide hem de
wacht te houden bij het lijk. De spelers
waren naar hun kleedkamers gegaan en
iemand, waarschijnlijk de tooneelknecht
of de. tooneelmeester, had de meeste lich
ten uitgedraaid. ter»u ar ea» jjaat ble-
zuchtigen kijk, zijn oprechte vriend
schap, zijn daadwerkelijke liefde en
zin om met vreugde te dienen.
Daarna vervolgde de Koningin in het
Nederlandsch:
Mij thans tot u, padvinders-land-
genooten richtend, wenseh ik in de
eerste plaats een welkom toe te roe
pen aan hen uit het rijk van over
zee, die zich de lange reis hebben ge
troost om aan deze bijeenkomst in
het moederland deel te nemen.
Ik hoop dat gij van deze Jamboree
met schoone indrukken naar uw ge
boortegrond zult terugkeeren.
Padvinders uit alle deelen van het
rijk, gij moogt nooit ver-t-n, dat gij
tijdens deze Jamboree gastheer zljt.
Vervult uw taak in dezen met
hulpvaardigheid en opgewektheid en
doet daarmede den naam van Ne
derland als gastvrij land eer aan.
HM. besloot haar rede in het En
gelsch als volgt:
Mogen de dagen, dat gij hier zljt,
gekenmerkt worden door den waren
padvindersgeest en mogen, door
Gods zegen, de vriendschapsbanden,
die ge hier aanknoopt, versterkt en
verdiept worden tot ware en trouwe
broederschap, die zal blijven bestaan
lang nadat gij terug zljt gekeerd
naar uw landen over de geheele we
reld.
Hiermede verklaar Ik de Jamboree
geopend.
Nadat de Koningin gesproken had,
werd de Ned. vlag geheschen en toen
sprak
lord Baden Powell.
Majesteit,
Ik dank U hartelijk voor Uwe aan
wezigheid en voor de officieele ope
ning van de jamboree en voor de
schoone boodschap, welke gij ons
vandaag gegeven hebt. Ik ben er van
verzekerd, dat iedere scout en leider
Uw boodschap mee naar huis zal ne
men en dat zij lederen padvinder zal
aansporen hun groote werk hier.en
in de wereld verder uit te dragen.
Ik dank U daarvoor van harte, niet
alleen namens de scouts, die thans
ln Holland zijn, maar uit naim van
de geheele padvinderswereld.
Wij zijn bijzonder bevoorrecht, dat
we onze Jamboree kunnen houden ln
Holland, een land van groote man
nen, die zooveel succes hebben be
reikt op kunstgebied, in handel en
industrie, een land. dat het centrum
ls van vele conferenties en bespre
kingen om vrede ln de wereld te
brengen. Onze Jamboree in Holland,
met zijn historie en voorbeeld, zal
alle padvinders aansporen hun werk
voor een internationale vrede voort
te zetten.
Uwe Majesteit heeft heden een
groote stoot opwaarts gegeven in de
bevordering van de vrede en een
aanmoediging om deze zaak voort te
zetten in de padvindersbroederschap,
welke thans ls geworden een „Junior
League of Nations".
Daarvoor en voor de eer door U
aan onze Jamboree aangedaan, dank
lk U nogmaals hartelijk.
Een donderend gejuich volgde wederom
op deze rede. En de padvinders bleven
juichen, zwaaiden met hun hoeden en
vlaggen. Niemand scheen van zins de
plechtigheid nu reeds als geëindigd te
beschouwen en de bonte troep van 30.000
padvinders ging geen stap achteruit. Tot
tenslotte, na herhaalde bevelen via de
tientallen 'luidsprekers, de troep eindelijk
een begin maakte met de terugtocht.
Maar het duurde geruimen tijd, voor het
veld ontruimd was.
PRINS GUSTAAF ADOLF OP DE
WERELDJAMBOREE.
f
Door de koningin ontvangen,
i
Vrijdag is zooals men weet prins Gus-
taaf Adolf van Zweden, de hoofdverken
ner der Zweedsche padvinders op Schip
hol gearriveerd. Na zijn aankomst
bracht hij een bezoek aan het Zweed
sche kamp en eenige andere kampe
menten in de buurt. Nog voor het avond
eten verliet hij het terrein Vogelenzang
om naar Den Haag te gaan, waar hij de
gast was van de Koningin, die hem had
uitgenoodgd voor het diner.
Op het Huis Ten Bosch werd hij op
het bordes ontvangen door den hof
maarschalk, mr. F. F. baron de Smeth.
De Prins was gekleed in de khaki lei-
dersuniform en hield in de hand een
korten wandelstok, waarvan de greep 'n
bijl vormde.
De aankomst van den Prins geschied
de vrijwel onopgemerkt.
De Prins was vergezeld van hertog
van Vasterbotter graaf Bernadotte van
Wisborg, iste luitenant M, Murray en
den heer K. L Vendel, Zweedsch zaak
gelastigde.
De aankomst van den Prins op het
Jamboree-terrein was een hoogtepunt.
In het hoofdkwartier werden generaal
Behrens, overste A, Blussé van Oud Al-
blas en enkele leden van het organisa
tie-comité aan hem voorgesteld. Daarop
volgde een kijkje in het kamp van zijn
landgenooten aan den Doodweg.
Den Prins was als gids toegevoegd de
vervangend kampleider mr. R. Höppner,
terwijl ook de Zweedsche luitenant Mal
colm Murray van de partij was.
De Prins was nog aanwezig toen de
Zweedsche jongens het terrein opmar
cheerden eiw ging toen het kampdiner
gebruiken. Zijn hartelijkheid en onge
dwongen omgang maakte hem al spoedig
in het heele kamp bemind. Hij wordt
zelfs al officieus genoemd als de opvol
ger van den hoofdverkenner. De eerste
nacht heeft de prins reeds in 't Zweed
sche kamp doorgebracht.
ven branden achter de coulissen, terzijde
van het tooneei.
Het groote gebouw was nu gebuid in
een nachtelijk duister, vol bewegende
schaduwen. Een oogenblik stond ik stil,
terwijl ik overdacht wat er zich onder
mijn oogen had afgespeeld, of üever, om
juist te zijn, onder mijn handen
en ik vroeg mezelf af, of als ik
maar iets vlugger geweest was, ik niet
iets had kunnen doen om den ongeluk-
kigen acteur te redden, die zoo snood en
zoo zonder dat hij er op voorbereid was,
de eeuwige rust was ingegaan. Ik herin
ner mij, wat de dokter gezegd had en
het was voor mij een kleine troost, maar
toch, ik was er zelf niet van overtuigd.
Misschien, misschien, en toch, alles was
zoo snel gebeurd, zoo angstwekkend snel,
in zes of zeven seconden.... ik twijfel
er aan of er iets ter wereld zou kunnen
zijn, dat zoo snel had kunnen handelen
als hier gebeurd was) Terwijl ik nog over
dit alles nadacht en tegenover de figuur,
die lp 't tooneei onder 't laken lag, stond
waarnaast de politie-agent post gevat
had,'voelde ik dat iemand mij zacht aan
mijn mouw trok. Zoozeer waren mijn ze
nuwen door de ongewone gebeurtenis
overspannen, dat ik hevig schrok door
de wijze, waarop mijn gedachten werden
onderbroken. Op hetzelfde oogenblik be
vond ik mij tegenover het bleeke maar
kalme gelaat van Betty Sargent. Zij had
mijn zenuwachtige angst gevoeld door de
plotselinge wijze, waarop ik op een en
ander had gereageerd.
„Het spijt mij U te hebben laten schrik
ken," zei zij. „Zoudt U niet 'even in mijn
kleedkamer willen komen?" Zij keek mij
zeer openhartig aan.
„Zeker, natuurlijk," antwoordde ik,
„waarmede kan ik U van dienst zijn?"
„Ik heb U iets te zeggen en te laten
zien," hernam ze. „Er is iets gebeurd en
dat zou U kunnen Interesseeren."
„Natuurlijk," zei ik, terwijl ik haar
vlug volgda. ZM liep «rat bet tooneei naar
BRAND IN BIOSCOOPCABINE.
Drie dooden.
Donderdagavond heeft zich in de ca
bine van de Alcazar-bioscoop te Hel
mond een zeer ernstig drama afgespeeld.
De directeur, de heer Tersteeg, was met
zijn 28-jarige dochter en een logeetje
naar de cabine gegaan om de gast de
Installatie te laten zien. Daarbij is op
tot nog toe onverklaarbare wijze brand
ontstaan. Voorbijgangers zagen rook uit
het dak opstijgen en gingen de bioscoop»
binnen om de bezoekers, die niets had
den gemerkt te waarschuwen. Eenige
zaalwachters togen op onderzoek uit
het was echter niet mogelijl? de deur
van de cabine open te krijgen, waarom
de brandweer gewaarschuwd moest wor
den. welke zich via het dak toegang ver
schafte. Tusschen het ontdekken van de
brand en de hülpverleening was slechts
een kwart er verloopen, maar bij 't be
treden van de cabine bleek, dat geen
hulp meer kon baten. Men vond den heer
Tersteeg en zijn dochter dood tusschen
de verkoolde resten van het projectie
apparaat en de geluidsinstallatie. Op het
dak bij het noodluik vond men nog het
logeetje met zeer ernstige brandwonden
overdekt. Waarschijnlijk heeft de heer
Tersteeg haar tijdens de brand door het
noodluik geschoven, ten einde haar in
veiligheid te brengen. Men vreesde ech
ter voor het leven van de 9-jar.ge klei
ne. Het onderzoek, dat tot diep in de
nacht gaande is geweest, heeft geen
opheldering omtrent de oorzaak van d e
brand gebracht. Het vuur bleef tot de
cabiné^ beperkt.
Volgens latere berichten is ook het
derde slachtoffer in het ziekenhuis aan
de verwondingen overleden.
DE GESTOLEN AANDEELEN.
U't het water opgehaald.
De Rotterdamsehe politie kwam op toe
vallige wijze in het bezit van ue aandee-
len, die bij een inbraak in den nacht
van Maandag op Dinsdag gestolen zijn
uit de woning van den heer W. v. d. V,
aan den Beukelsdijk aldaar.
Een man, die Vrijdagmiddag aan de
Eerste Katendrechtsche Haven bezig was
een bootje te repareeren, zag een pak
drijven. Hij vischte het op en vond daar
in de ontvreemde 25 aandeelen van
f 1000 in de N.V. M. de Heer's Banket,
Biscuits-, Chocolade- en Suikerwerken-
fabrieken en 40 aandeelen, nominaal
f 1000 ln de N.V. Ned. Pelterljenfabrie-
ken v.h. J. van Straten Co.
De man heeft zijn vondst bij de poli
tie gedeponeerd.
JODEN HELPEN ARABIEREN.
In de nabijheid van de Joodsclie ne
derzetting Kiryatanavim hebben als po
litieagenten vermomde roovers een Ara
bisch dorp overvallen. Door Engelsch te
spreken trachtten zij den indruk, dat zij
inderdaad politiemannen waren, te ver
sterken, doch alras bleek den dorpélin-
gen, dat zij met dieven te doen hadden.
De Arabieren zochten daarop hulp ln
1 de Joodsche nederzetting, waarop de
Joden de indringers verdreven.
Ook op den weg van Haifa naar Jeru
zalem is weer een roofoverval gepleegd.
Hier zijn in de nabijheid van Jenin vier
autobussen door gewapende bandieten
staande gehouden. De reizigers werden
door de roovers uitgeschud.
Deze hernieuwde overvallefi schrijft
men toe aan de ongunstige economische
situatie, die ln de Arabische dorpen
heerscht.
VIER TERECHTSTELLINGEN.
Vier personen, die onlangs door
volksrechtbank wegens landveraad
dood zijn veroordeeld, zijn Zaterdag
Berlijn terechtgesteld.
de
ter
t«
kleedkamer'nummer twee naast de kleed
kamer van de ster, die in andere om
standigheden bezet zou zijn door Augus
tln Arnold. Daar nam zij voor haar spie
gel plaats en beduidde mij naast haar te
komen zitten. Aan de andere zijde van
de kamer stond haar neger-kamenier en
ergens achter een gordijn hing de garde
robe van de actrice. Betty Sargent wend
de zich tot haar kamenier Delphine en
zei:
„Delphine?"
„Ja, mevrouw?"
„Vanavond heb ik je niet meer noodig
je zult wei moe zijn, je kunt nu wei
gaan."
De kamenier, blij te kunnen verdwijnen
vertrok. Miss Sargent wachtte tot zij de
deur achter zich gesloten had, terwijl wij
ondertusschen over enkele kleinigheden
spraken, die ik mij evenwel heelemaal
niet meer kan herinneren, zoo zeer was
ik onder de charme van haar zachte,
muzikale stem, van de gratie en natuur
lijkheid van haar bewegingen en haar
fragiele schoonheid. Het schijnt, dat ik
eenigszins lyrisch werd, als het Betty
Sargent betrof, maar inderdaad wilde ik
wel, dat U haar had kunnen zien. Ik ben
er verzekerd van, dat iedereen onder haar
bekoring zou zijn gekomen. Voor mij,
zelfs ln de eerste oogenblikken, scheen
het of alle andere vrouwen slechts scha
duwen waren, waartusschen zij stond als
de eenige werkelijkheid. En dat, terwijl
wij aooeven getuigen geweest waren van
het ontzettende drama, dat zich zoo juist
had afgespeeld. Toen de kamenier weg
was, wendde zij zich met een zucht tot
mij.
„Ik meende, dat het beter was U dtt
onder vier oogen te vertellen," zei zij, „ik
heb er nog niemand over gesproken.
Misschien heb ik er verkeerd aan gedaan
maar het was voor de première en ik
wenschte er niemand mede lastig te val
len. Ook heb ik er geen hilzoudere aan
dacht aan geschonken, omdat er nu een
maal allerlei eigenaardigheden in de we
reld zijn, en in ons beroep komen wij
daar natuurlijk meer mee in aanra
king."
„Waar heeft U geen bijzondere aan
dacht aan geschonken, Miss Sargent?'
vroeg ik. Zij lachte kort.
„O, ik heb natuurlijk vergeten....",
zei ze, terwijl zij licht kleurde. Ik kon in
derdaad mijn oogen niet van haar af
houden, terwijl zij van haar kant haar
oogen iets langer dan de gewoonte is, in
de mijne had laten rusten. Natuurlijk
kan ik mij vergissen, maar het was een
merkwaardig oogenblik, niettegenstaande
de gruwelijke zaak, die ons hier te zamen
voerde.
„Ik vergat," herhaalde zij, en een lade
van haar kleedtafel opentrekkende, nam
zij er een paar verschillende briefjes uit.
Deze overhandigde zij mij en nog voor
dat ik ze bekeken had, wist ik, wat zij
zouden behelzen. Deze vier briefjes kreeg
ik gedurende den loop der repetities,"
hernam zij. .Natuurlijk krijgt men aller
lei soorten malle briefjes, zoodra men
voor het voetlicht treedt. En soms kan
iemands succes afgemeten worden aan
het aantal briefjes, dat hij of zij ont
vangt van menschen, die zich noemen
„Een onbekende bewonderaar", of hoe
dan ook en soms wordt men met allerlei
dingen bedreigd, als men er niet op in
gaat. Gelukkig hebben dergelijke dreige
menten gewoonlijk geen gevolg, zoodat
wij maar weinig aandacht schenken aan
die kattebelletjes. Deze briefjes zijn ech
ter een bijzonder soort en ik heb een
paar keer op het punt gestaan er met
Ike Humbert over te spreken, maar wij
hadden het zoo druk, dat ik het heele
maal vergat. Leest U ze eens en kijk of
U er wat van kunt maken."
(Wordt vervolgd).