S FEUILLETON.
Wu
Ij Zonnebran
tweede bead.
j Binnenland j
[^Gemengd nieuws~j
DE
RGER
NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT Schoonhovensche Courant
MAANDAG fl AUGUSTUS 19Ji
DL PRINS EN' DE PRINSES GAAN
ROEIEN.
Incognito op de Loosdrechtsche
Plassen.
Vrijdagmiddag hebben Prins Bernhard
en Prinses Junana incognito en geneel
onopgemerkt een roeitocht op de Loos
drechtsche Flasscn gemaakt. Toen zij bij
de bootenverhuurster aan de Plassen ar
riveerden, trollen zij het niet erg, want
vanwege het prachtige zomerweer nadden
nog meer personen het idee gehad te
gaan roeiei) en zoo waren alle geschikte
booten reeds het water op, er restte al
leen nog een klein tamelijk rank bootje
en een zware visschersboot. De Prins
koos de laatste en het jonge paar trok
erop uit. Het was heerlijk koel op het
water, zoodat de Prins en de Prinses
veel genoten hebben. Om beuren roeiden
zij. Er war'en geen nieuwsgierigen, die
roet in het eten kwamen gooien. Als
doodgewone menschenkinderen bewogen
de beide vorstelijke' personen zich met
hun boot tusschen de vele andere vaar
tuigen. Na op deze wijze anderhalf uur
zeer genoeglijk te hebben doorgebracht,
ging het Paar weer aan wal. Aan de
bootenverhuurster betaalde de Prins vijf
en veertig cent voor het gebruik van de
boot.
ANTWOORD VAN MINISTER COLIJN.
Aan den Amerikaanschen mi
nister.
De Amerikaansche minister van bul-
tenL zaken Cordull Huil, heeft 16 Juli
een verklaring afgegeven, waarin hij
zeide, dat Amerika vrede wil en wenscht,
dat alle landen bij hun politiek afzien
van de toepassing van geweld en zich
onthouden van inmenging in de aange
legenheden van andere landen.
Voorts wees hij op een aantal gebie
den, welke vol spanningen en gevaren
zijn.
Cordull Huil zegt dan verder, dat
Amerika het ten zeerste zou toejuichen
als tot beperking der bewapening kon
worden overgegaan. De Ver. St. zijn be
reid hun bewapening te verminderen naar
gelang de andere landen dat ook doen,
doch zij zijn ook bereid hun bewapening
uit te breiden; Indien zij daartoe ge
noodzaakt worden. Hij bepleitte verder
het sluiten van verdragen, waardoor
men langs vreedzamen weg kan komen
tot een herstel resp. vestiging van een
Internationaal recht en tot verminde
ring der handelsbeperkingen.
Dr. Colijn zegt in zijn antwoordt hier
op, met groote belangstelling kennis te
hebben genomen van deze verklaring.
Dr. Colijn ls zeer getroffen door de ge
lukkige bewoording van dit vademecum
voor al wie het goed meent met de toe
komst van het menschdom en er is in
deze verklaring geen enkel punt, dat
niet een element vormt van Nederland's
traditioneele politiek. De verklaring lijkt
ln het bijzonder van belang, aangezien
zij noch uitsluitend bestaande belangen
noch gerechtvaardigde aspiraties steunt,
doch een gelukkigen middenweg inslaat
tusschèn den eerbied welken men ver
plicht ls jegens gevestigde rechten en de
oplettendheid welke iedere staatsman,
dien hoogen naam waardig, verschuldigd
is aan n.euwe krachten, werkzaam op j
internationaal terrein.
De heer Huil heeft de wereld gewezen
op een aantal gewichtige problemen van
dringenden aard, waarvan het probleem
der ontwapening met zijn menigvuldige
consequenties, op economisch zoowel als
op politeik terrein, wel het meest urgent
lijkt. Dr. Colijn is er eveneens diep van
overtuigd, dat de internationale organi
satie, zooafè deze heden ten dage be
staat, niet lang meer ongewijzigd kan
blijven, zonder de foekomst ern$tiè in
gevaar te brengen en hij is er zeker van
dat Nederland te allen tijde gereed zal
staan en zich gelukkig zal prijzen om
metterdaad mede te werken aan de ver
betering van de bestaande toestanden.
Zijn verwachtingen zijn gelegen in de
bekwaamheden van hen, bekleed met
het gezag orii de beginselen, verjvat in
de verklaring van den heer Huil, te ver
wezenlijken, ten einde practische resul
taten te verkrijgen en hl) zal zich geluk
kig pritzen tot dat doel actief te kun
nen medewerken.
Vrijwel alle landen hebben hun in
stemming betuigd met het schrijven van
minister Huil, uitgezonderd slechts Rus
land, Dultschland, Italië en Japan.
HET WILHELMUS IN BELGIE VER
BODEN.
Door den Ned. gezant!
Het lid der Tweede Kamer, de heer
Rost van Tonningen, heeft aan den mi
nister van Buitenlandsche Zaken de
volgende vragen gesteld:
Is de minister bereid mede te deelen
of het juist is, dat de deelnamg. van den
dirigent Jos. Vrancken jr. aan het
Vlaamsch-nationale zangfeest van 25
Jiill te Brussel, waar deze dirigent de
uitvoering van het „Wilhelmus" zou lel
den, door tusschenkomst van H.M.'s ge
zant mr. J. A. N. Patijn, direct of Indi
rect werd verhinderd?
Is de minister niet van meening, dat
een zoodanige medewerking,, als zijnde
van groote beteekenis voor de Noder-
landsche cultuur, juist door de Neder-
landsche Regeering, evenals alle uitin
gen van het Nederlandsche kunst- en
geestesleven in het Vlaamsohe deel van
België, zooveel mogelijk dient te worden
aangemoedigd en bevorderd, zulks in 't
bijzonder, waar het hier de uitvoering
van het „Wilhelmus" betrof?
Is de minister bereid met zijn ambt
genoot te Brussel in overleg te treden,
opdat ln de toekomst, de cultureele sa
menwerking tusschen het Vlaamsche
volksdeel in België en Nederland, in het
bijzonder op muzikaal gebied in het ka
der der jaarlijksch terugkeerende
Vlaamsch-nationale zangfeesten, zoo
veel mogelijk zal worden bevorderd?
Zoo de tusschenkomst van H.M.'s ge
zant om politieke beweegredenen is ge
schied, welke zijn deze dan en waarom
is hier dan door de Nederlandsche re
geering geen scherp onderscheid ge
maakt tusschen politieke en zuiver cul
tureele en kunstzinnige- uittingen, gelijk
dit zangfeest?
Indien de minister bovenstaande der
de vraag ontkennend beantwoordt, wat
geeft hem dan tot deze beslissing aan
leiding, en zoo hij haar bevestigend
beantwoordt, is hij dan bereid mede te
deelen op welke wijze naar zijn meening
„Ik geloof, dat je gelijk hebt, Ike," zei
ik. „Het is beter de dingen maar te la
ten zooals ze op het oogenblik zijn.
„Dit is altijd een ongelukstheater ge
weest," kwam de stem van Bill Barring
ton, die de" rol van grootvader vervulde
en die zich kon herinneren, hoe vroegere
eigenaren uit wanhoop zich de haren uit
het hoofd trokken.
„Je weet, dat men gelooft, dat* het
hier spookt."
-rschillende acteurs lachten zenuw
achtig.
„Onzin," riep Humbert met zijn kra
kende stem. „Welke geest die zichzelf
respecteert, zou ln dit oude huir rond
waren, terwijl wij zulke mooie, nieuwe
theaters gekregen hebben, waar hij zou
kunnen optreden. Splinternieuwe, die
waarschijnlijk nooit een geest hebben ge
had, sinds zij gebouwd zijn."
Iedereen, lachte en Humbert keek om
pch heen. Ik heb nooit geweten, zooals
ik vroeger al eens gezegd heb, of hij nu
Inderdaad grappig wilde zijn met op
merkingen van die soort, of dat hij ze
zoo maar maakte. Dat heeft trouwens
niemand ooit geweten. Oppervlakkig ge
sproken zou men denken, dat men zijn
laatste opmerkingen nooit au serleux zou
nemen, maar dan had men niet de ernst
moeten zien, waarmee hij ze uitsprak. En
de. omstandigheden gaven nu ook juist
geen aanleiding om er een grapje over
te maken.
„Herinnert U zich niet, dat Ambrose
Benedict, di^ dit theater ongeveer dertig
Jaar geleden gebouwd heeft, op het too
neel doodgeschoten werd, onder ten re-
een Vlaam.ch-NederlanUsche culturee
le samenwerking in den aangegeven zin
op de meest doelmatige wijze kan wor
den ontwikkeld?
ANTI NED. UITING.
Volgens het Anlwerpsche dagblad de
Dag is Donderdag een Nederlandsche
liedjeszanger, die in dc Kurzaal te Oost
ende optrad door een deel van de toe
schouwers uitgejouwd. Dezen riepen o.m.
„Genoeg Vlaamsch". Hiertegen kwamen
Nederlandsche en. Vlaamsche toehoor
ders in verzet. Men moest het doek la
ten vallen.
Het blad voegt er aan toe, dat de Ne
derlandsche consul Vrijdag bij de di
rectie van de Kurzaal protest heeft aan-
geteekend en de opzegging van een
aantal Nederlandsche abonne's heeft
aangekondigd.
VRIJSTELLING DIENSTPLICHT.
Wegens gewetensbezwaren.
Dienstweigeraars, die op grond van
gewetensbezwaren vrijstelling van
practlschen dienstplicht kregen en die
ln verschillende staatsdiensten te werk
werden gesteld, zullen ten deele in de
duinen van 's-Gravensande tot Wasse
naar aan den arbeid worden gesteld met
medewerking van het staatsboschbeheer
bij de duinbeplanting. De betrok
kenen zullen verblijven In een ver
plaatsbaar" tentenkamp.
DE WERELDTENTOONSTELLING TE
NEW YORK.
Nederland doet ook mee.
Inzake de wereldtentoonstelling, welke
in 1939 te New York zal worden gehou
den, Vordt meegedeeld, dat de Neder
landsche regeering, mede namens de
overzeesche gewesten, de uifnoodlging tot
deelneming, welke van de regeering der
Vereenigde Staten is ontvangen, zal
aanvaarden.
Omtrent de organisatie van deze deel
neming zullen nog nadere berichten vol
gen.
opgemaakt. De camera ls teruggeven,
doch de film niet.
DE DUBBELE MOORD TE VLISSINGEN.
Twee zeelieden aangehouden.
In verband met de dubbele moord,
welke in de nacht van 3 op 4 Maart op
het bejaarde echtpaar Lauwereins te
Vussingen is gepleegd, heeft-de politic te
Maassluis twee arrestaties verricht.
De eerste arrestatie geschiedde aan
hooid van het Nederlandsche stoomschip
„Stad Haarlem", komende uit Rio de
Janeiro. De aangehoudene, woonachtig
te Maassluis, zou zich aan boord tegen
over zijn kameraden hebbeit uitgelaten,
dat hij betrokken was bij de moord te
VUssingen. De toan is naar Vlissingen
overgebracht. Verder ls men overgegaan
tot arrestatie van een tweeden zeeman
uit Maassluis. Ook deze is naar Vllssin-
Ben overgebracht.
petitie?" hield Barrington vol. „Dat deed
Canson, maar dat gebeurde voor jullie
tijd. Men zei dat daarna zijn geest
„Onzin," zei Humbert, bij wlen dit on
derwerp op de zenuwen begon te wer
ken. „Vertel toch zulke nonsens niet. Je
schijnt niet meer hersens te hebben dan
een tooneel-recensent. Vergeet alsjeblieft
die praatjes." Hij wendde zich tot het
gezelschap. „Jullie krijgen allemaal vier
weken salaris. Kom het morgen maar op
kantoor halen." Dit was eeen keurige be
handeling en op hun verschillende wijzen
bedankten de acteurs hem er voor. Het
publiek was nu weg: het gezelschap ging
uit elkaar, terwijl de spelers zich naar
hun verschillende kleedkamers begaven.
Nauwelijks was ik alleen of twee jonge
lieden, die direct als reporter te herken
nen waren, kwamen op het tooneel
Het nieuws had de couranten reeds be-
ïeikt klaarblijkelijk hadden de too-
neelcritici getelefoneerd. Zij naderden
Humbert, maar deze verwees ze naar mij
„Viaag het dien meneer daar,zei hij.
„Hij weet alles over geesten neen,
wacht, misschien kan 6ill Barrington
jullie over den geest van Ambrose Bene
dict vertellen en waarom we tegenwoor
dig geen acteurs meer hebben zooals
vroeger, toen hij nog jong was in 1492."
Maar Bill Barrington was naar zijn
kleedkamer gegaan en dus wendden de
peereri zich tot mij vèor inlichtingen. Ik
vertelde hen wat er gebeurd was en liet
ze den dolk zien, dien ik nog steeds in
mijn hand hield.
U wilt niet zeggen, dat U daarmede
een geest hebt gestoken?" vroeg een van
hgn ongeloovig.
„Ik laat U enkel den dolk zien en ver
tel u wat er gebeurd is. Ik ben van de
recherche en moet hier onderzoeken wat'
er gebeurd.'Ts, ik moet den moordenaar
van Augustin Arnold zien op te sporen,
ais ik dat kan. Over een geest heb ik
met geen woord gerept."
„Maar deze onzichtbare hand?" wierp
VERDEDIGINGSWERKEN GE
FOTOGRAFEERD.
Spionnage?
Het trok dezer dagen de aandacht van
de Kamper politie, dat er van 'n jacht
op de IJssel .foto's werden genomen in
de richting van de op de De la Sablo-
nièrekade gelegen kazemat. Daar 't ver
boden is verdedigingswerken te fotogra
feeren, werd de militaire politie van het
geval op de hoogte gesteld, die 't Jacht,
ter hoogte van de vai van de brug, som
meerde aan te leggen. Fototoestel en
flim werden ln beslag genomen en de
betrokken fotograaf werd aangehouden.
Het bleek een verslaggever van een
Duitsch blad te zijn. Hij verklaarde, dat
hij, uit zuiver toeristisch oogpunt, een
beschrijving met foto's van Kampen wil
de geven. Aangezien men van den Us-
sel naar Kampen fotografeerende de
kazemat voor de iens krijgt, was deze op
de foto gekomen, doch de bedoeling was
een foto van het stadsbeeld te nemen.
Nadat de film uit zijn camera ontwik
keld was, bleek de kazemat er eenlge
malen op voor te komen. Er ls dan ook
proces-verbaal tegen den verslaggever
'Doorzitten. Stuk/oopen
de eerste reporter tégen, „als U die met
kon zien en zij er toch is, hoe kunt U
dan een en ander verklaren,, als het geen
geest Is geweest?"
„Ik verklaar 't ook niet," zei ik open
hartig. „Ik wou, dat ik het kon, dan
zou ik in staat zijn een geloofwaard.g
rapport voor mijn chef samen te stellen.
Zooals de zaken nu staan, weet lk eigen
lijk niet, wat ik hem zeggen moet. Hij
zal later minstens denken, dat ik dron
ken ben geweest. Goddank, dat er genoeg
menschen hier waren, die hetzelfde ge
zien hebben als ik, of liever die hetzelf
de niet hebben gezien tnders zou ik
het zelf niet gelooven. Ik neem het U
niet kwalijk, weet U, dat U moeite hebt
uit dit verhaal wijs te worden Ik sta
ook voor een raadsel."
„Heeft Miss Sargent nog Iets gehóórd
van den onbekenden bewonderaar?"
vroeg de reporter.
„De anonieme brieven zijn, zooals ik U
zeide, In de couranten gepubliceerd."
Ik schudde mijn hoofd. „Ik weet het
niet, maar ik denk van niet, maar daar
is zij zelf; U kunt het haar persoonlijk
vragen." Ik wenkte Miss Sargent, die zoo
Juist, nadat zij zich had verkleed, achter
de coulissen het tooneel was opgekomen.
„Zoudt U misschien een oogenblik hier
Willen komen, Miss Sargent," vroeg ik.
Zyjcwam naar ons toe en Ik. zag, dat ze
er 'buitengewoon bleek uitzag. Ik schreef
dit toe aan de vreeselijke dingen die zij
had doorgemaakt, maar bemerkte tevens
dat de verschrikkingen der laatste uren
haar een uiterlijk hadden gegeven van
een bovenaardsche verschijning.
„Deze heeren zijn reporters, Miss Sar
gent," zei ik, „zij hebben mij gevraagd
óf U nog meer brieven hebt ontvangen
van den onbekenden bewonderaar. Ik
heb hen gezegd van neen, maar ik dacht
dat ik misschien mij vergist kon heb
ben."
„Hebt U nog wat van h«m gehoord.
0oos30en60ct. Bij Apolh.en Drogisten
DE „MAASKERK" WEER VLOT.
Nog niet naar huis.
Vrijdagmiddag om twee uur is
De „Maaskerk" van Kaap Palmas
vertrokken, na vijftig ton cacao en
een hoeveelheid hout te hebben gelost.
Zoo men weet, is het schip Donderdag
ochtend op de rotsen van Kaap Palmas
geloopen. De passagiers kwamen veilig
aan wal en vonden onderdak in de wo
ningen van inlanders op de rubberplan
tages. De kapitein van „De Maaskerk"
staat met de inspectie van de Ver. Ned.
Scheepvaart Mij. in rechtstreeksche ver
binding door middel van de kortegolf-
installatle aan boord. De kapitein heeft
■medegedeeld, dat hij eerst naar Free
town zal gaan. Daar aldaar geen olie
kan worden ingenomen, moet het schip
te Freetown wachten op de komst van de
„Amstelkerk", die deze haven op 12
Augustus zal aandoen. De „Amstelkerk"
zal te Dakar extra olie innemen.
De „Maaskerk" heeft een zware la
ding in, bestaande uit cacao, palmpitten,
en hout. Welk een omvang de schade
heeft, is nog niet" vast te stellen. Het
meeste water bevindt zich in ruim V,
waar de geladen goederen geheel onder
water staan. Het schip zal zich echter
niettegenstaande dit toch voldoende
rechtop kunnen houden.
Te Dakar zal een tijdelijke reparatie
worden verricht en daarna zal het schip
de reis naar Nederland kunnen voort
zetten.
Omstreeks de helft van het aantal
passagiers zal kunnen worden geborgen
aan boord van de „Reggestroom". De
anderen zuilen de reis vervolgen met een
Duitsch schip.
EEN VRIJWILLIGER VOOR SPANJE.
Spoedig terug.
De H., een meter-opnemer bij het
G E B. te Utrecht, ging een dag of tien
geleden met verlof, doch keerde daar
van niet terug. Waar de man was, wist
men niet, hoewel hy was gehuwd. Men
hoorde niets van hem, tot in Utrecht
bericht kwam dat hij door de Fransche
politie in Perpignan was aangehouden.
Perpignan iigt in de Pyreneeën aan de
Middellandschc Zee, dicht bij de grens
van het roode Catalonië. Het bleek, dat
De H. voornemens was de grens van
Spanje te overschrijden om daar dienst
te nemen in het roode leger.
De Utrechtsche politie verleende haar
bemiddeling om heny terug te krygen
in Nederland.
B. en W. hebben hem ontsiagen, waar
hij zich onttrokken had aan zUn dienst.
Hy ls thans ojrgenomcn in de Psychia
trische Neurologische Kliniek.
TOURINGCAR UITGEBRAND.
Chauffeur weet op te treden.
Vrydagavond reed op de rijksstraat
weg tusschen Dordrecht en Wlllomsdorp
een Fransche touringcar, geheel bezet
met ouders van Fransche padvinders,
die een bezoek hadden gebracht aan de
Wereldjamboree. Onder 's-Gravendeel
genaderd, zag de chauffeur plotseling s
zware rookwolken van onder de motor
kap komen. Hy zette de wagen aan de
kant van de weg en verzocht het gezel-
spoedig mogeiyk aan de ach-
■erzijde de auto te verlaten. Inmiddels
was de motor in brand gevlogen. Toen
de voorkant van het chassis vlam be
gon te vatten, waren de passagiers ln
veiligheid.
Spoedig was de Dubbeldamsche brand
weer, later geassisteerd door die uit Dor
drecht, ter plaatse. Men kon echter niet
verhinderen, dat de wagen geheel uit
brandde. De bagage ging grootendeels
verloren.
HELDERSCHE VDURRIJDERS.
Een fantastisch schouwspel.
Midden ln het oudste gedeelte van
Den Helder, dat bekend staat onder de
naam van „Ouden Helder", welke stads-
wyk zeer dicht bevolkt! s, staat degroo-
te hooischuur van den heer Bonselaar.
Deze schuur was volgestapeld met, niet
minder dan 120.000 K.G. hooi. In deze
kapitale hoeveelheid hooi werd de vori
ge week brand ontdekt, ontstaan door
broei. De brandweer was spoedig ter
plaatse en wist het eerste gevaar door
flink water te geven, vry spoedig af te
wenden.
Dadeiyk daarop begon men met kar
ren vol het hooi uit de schuur te ryden
naar een nabygelegCn land aan den
Singel. De geheele dag was hiermede
heengegaan, zonder dat de burgerij er
veel aandacht aan had geschonken. Des
avonds zou het echter anders worden.
Naarmate meer hoot uit de schuur ge
haald werd, naderde men steeds meer
den vuurhaard en terwyi de avond vlei
kon men floor de Langestraat de
hoofdstraat van den Ouden Helder
een paard en wagen zien met een hoe
veelheidhooi, welke dikwyis hoog op
brandde, meldt de „N. R. Ct.". Dit lever
de een fantastisch schouwspel; als ware
vuurvreters zaten de mannen op den
bok met de laaiende vuurzee vlak ach
ter zich.
Gelukkig stond er vrijwel geen wind;
anders had aan deze wijze van vervoet
groot risico gezeten. Het brandende hooi
werd zooveel mogelijk uitgespreid op
genoemd land, terwyi met de kleine
spuit van de brandweer gestadig water
gegeven werd.
Miss Sargent?" vroeg een der jonge man
nen.
zy aarzelde een oogenblik alvorens te
antwoorden en haar gezicht werd zoo
mogeiyk iets bleeker. Eindeiyk antwoord
de zy met een zachte, doch vaste stem:
„Neen, Ik heb geen brieven meer van
hem gehad. Ik had gedacht dat lk er
nog wel een zou hebben gekregen, voor
dat ik vanavond optrad, maar dat was
niet 'het geval. Ik heb evenwel het ge
wone aantal ontvangen, dank zy de pu
bliciteit, die U heeren, in Uw courant aan
de zaak hebt gegeven, maar niets van
hem, zooals ik zei."
Pe journalist knikte toestemmend.
„Ja, het is vanzelfsprekend, dat U der-
geiyke anonieme brieven krygt, want
elk sensationeel bericht in de dagbladen
heeft tengevolge, dat er dergeiyke brie
ven worden verzonden," zei de Jongste
der twee.
„Ik zou er geen aandacht aan schen
ken, Miss Sargent," sprak de ander.
„Maakt U zich daarover maar niet ze
nuwachtig."
»„0, dank U, ik heb er my niet zenuw
achtig oVer gemaakt," zei ze, „Neemt U
mij niet kwalijkmaar de gebeurte
nissen van vanavond begon een van
hen. „Ik geloof niet dat lk nog Iets meer
aan U kan vertellen, dan ik aan andere
menschen heb medegedeeld," viel zy hem
ln. de rede, „en meneer Muirhead hier,
weat evenveel als ik. Wellicht meer,"
voegde zy Cr aan toe, terwijl zij naar den
dolk keek en een lichte rilling over haar
leden liep. „Als U nog meer wilt weten,
zult U dat van hem moeten vernemen,
denk ik," vervolgde zij.
„Juist," zei een van^ de mannen. „Hebt
U geen Idee wie die onbekende bewon
deraar
„Neen," antwoordde zij beslist. „Ik.heb
aan byna honderd Journalisten verteld,
dat ik het niet weet wie „hy" is. Denkt
U heuseh, dat Ik zou zwijgen, als Ik wist,
wie de onbekende was? En vooral na wat
er met den armen Augustin Arnold ge
beurd ls? Valt U ,my hierover alsjeblieft
niet verder lastig'. Myn zenuwen zyn ln
de war, zooals U wel kunt bCgrypen. Als
U belangrijke vragen te doen hebt, dan
ben lk volkomen bereid ze te beantwoor
den, maar alleen vragen, die van wer-
keiyk gewicht zyn."
„Het spyt me, Miss Sargent," zei een
van de heeren. „Het lag niet ln myn be
doeling om zoo lang aan te houden, wer-
keiyk niet, maar weet U, ln deze zaak
zit zoo weinig houvast, dat men onwil
lekeurig Inlichtingen vraagt over de
meest eenvoudige dingen, zelfs al ïykt
het dwaas."
„Dat weet ik," zei ze geduldig. „Ik wil
de ook niet scherp zyn, Ik ben alleen
erg moe, weet U. Kan ik op het oogen
blik; nog iets voor U dóen of U wat me-
dedeelen?"
„Ik geloof van niet, Miss Sargent, ik
wilde dat U het kon. Ik denk dat wy
riu alles weten, wat er te weten valt,"
zei hy tegen mij. „Meer dan dat," zei
Ik, „ais ik myn Rapport inlever, zal ik
waarschynUJk een uitbrander krygen,
omdat ik U te veel verteld heb, maar dat
komt wel ln orde."
Hierop vertrokken de beide reporters,
terwyi ik my tot Betty Sargent wendd%
Ik zag, dat zy aan den kant van liet
tooneel stond, alsof zy iemand wqchtie.
Ik naderde haar.
„Wacht U op Iemand, Miss Sargent?"
vroeg lk. Niet dat lk nu juist iets met
haar te spreken had, maar enkel, omdat
lk zoo graag in haar gezelschap was en
haar stem hoorde. Haar antwoord waj
een verrassing voor my.
„Ja," zei ze.
Op deze bevestiging steeg er een golf
van biydschap In my ,op, opdat zy op
my wachtte.
„Op my?" vroeg ik opnieuw.
„Ja," zet ze, „Ik dacht dat dit onder
deze omstandigheden.
(Wordt vervolgd),