S FEUILLETON. Wu Ij Zonnebran tweede bead. j Binnenland j [^Gemengd nieuws~j DE RGER NIEUWSBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT Schoonhovensche Courant MAANDAG fl AUGUSTUS 19Ji DL PRINS EN' DE PRINSES GAAN ROEIEN. Incognito op de Loosdrechtsche Plassen. Vrijdagmiddag hebben Prins Bernhard en Prinses Junana incognito en geneel onopgemerkt een roeitocht op de Loos drechtsche Flasscn gemaakt. Toen zij bij de bootenverhuurster aan de Plassen ar riveerden, trollen zij het niet erg, want vanwege het prachtige zomerweer nadden nog meer personen het idee gehad te gaan roeiei) en zoo waren alle geschikte booten reeds het water op, er restte al leen nog een klein tamelijk rank bootje en een zware visschersboot. De Prins koos de laatste en het jonge paar trok erop uit. Het was heerlijk koel op het water, zoodat de Prins en de Prinses veel genoten hebben. Om beuren roeiden zij. Er war'en geen nieuwsgierigen, die roet in het eten kwamen gooien. Als doodgewone menschenkinderen bewogen de beide vorstelijke' personen zich met hun boot tusschen de vele andere vaar tuigen. Na op deze wijze anderhalf uur zeer genoeglijk te hebben doorgebracht, ging het Paar weer aan wal. Aan de bootenverhuurster betaalde de Prins vijf en veertig cent voor het gebruik van de boot. ANTWOORD VAN MINISTER COLIJN. Aan den Amerikaanschen mi nister. De Amerikaansche minister van bul- tenL zaken Cordull Huil, heeft 16 Juli een verklaring afgegeven, waarin hij zeide, dat Amerika vrede wil en wenscht, dat alle landen bij hun politiek afzien van de toepassing van geweld en zich onthouden van inmenging in de aange legenheden van andere landen. Voorts wees hij op een aantal gebie den, welke vol spanningen en gevaren zijn. Cordull Huil zegt dan verder, dat Amerika het ten zeerste zou toejuichen als tot beperking der bewapening kon worden overgegaan. De Ver. St. zijn be reid hun bewapening te verminderen naar gelang de andere landen dat ook doen, doch zij zijn ook bereid hun bewapening uit te breiden; Indien zij daartoe ge noodzaakt worden. Hij bepleitte verder het sluiten van verdragen, waardoor men langs vreedzamen weg kan komen tot een herstel resp. vestiging van een Internationaal recht en tot verminde ring der handelsbeperkingen. Dr. Colijn zegt in zijn antwoordt hier op, met groote belangstelling kennis te hebben genomen van deze verklaring. Dr. Colijn ls zeer getroffen door de ge lukkige bewoording van dit vademecum voor al wie het goed meent met de toe komst van het menschdom en er is in deze verklaring geen enkel punt, dat niet een element vormt van Nederland's traditioneele politiek. De verklaring lijkt ln het bijzonder van belang, aangezien zij noch uitsluitend bestaande belangen noch gerechtvaardigde aspiraties steunt, doch een gelukkigen middenweg inslaat tusschèn den eerbied welken men ver plicht ls jegens gevestigde rechten en de oplettendheid welke iedere staatsman, dien hoogen naam waardig, verschuldigd is aan n.euwe krachten, werkzaam op j internationaal terrein. De heer Huil heeft de wereld gewezen op een aantal gewichtige problemen van dringenden aard, waarvan het probleem der ontwapening met zijn menigvuldige consequenties, op economisch zoowel als op politeik terrein, wel het meest urgent lijkt. Dr. Colijn is er eveneens diep van overtuigd, dat de internationale organi satie, zooafè deze heden ten dage be staat, niet lang meer ongewijzigd kan blijven, zonder de foekomst ern$tiè in gevaar te brengen en hij is er zeker van dat Nederland te allen tijde gereed zal staan en zich gelukkig zal prijzen om metterdaad mede te werken aan de ver betering van de bestaande toestanden. Zijn verwachtingen zijn gelegen in de bekwaamheden van hen, bekleed met het gezag orii de beginselen, verjvat in de verklaring van den heer Huil, te ver wezenlijken, ten einde practische resul taten te verkrijgen en hl) zal zich geluk kig pritzen tot dat doel actief te kun nen medewerken. Vrijwel alle landen hebben hun in stemming betuigd met het schrijven van minister Huil, uitgezonderd slechts Rus land, Dultschland, Italië en Japan. HET WILHELMUS IN BELGIE VER BODEN. Door den Ned. gezant! Het lid der Tweede Kamer, de heer Rost van Tonningen, heeft aan den mi nister van Buitenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: Is de minister bereid mede te deelen of het juist is, dat de deelnamg. van den dirigent Jos. Vrancken jr. aan het Vlaamsch-nationale zangfeest van 25 Jiill te Brussel, waar deze dirigent de uitvoering van het „Wilhelmus" zou lel den, door tusschenkomst van H.M.'s ge zant mr. J. A. N. Patijn, direct of Indi rect werd verhinderd? Is de minister niet van meening, dat een zoodanige medewerking,, als zijnde van groote beteekenis voor de Noder- landsche cultuur, juist door de Neder- landsche Regeering, evenals alle uitin gen van het Nederlandsche kunst- en geestesleven in het Vlaamsohe deel van België, zooveel mogelijk dient te worden aangemoedigd en bevorderd, zulks in 't bijzonder, waar het hier de uitvoering van het „Wilhelmus" betrof? Is de minister bereid met zijn ambt genoot te Brussel in overleg te treden, opdat ln de toekomst, de cultureele sa menwerking tusschen het Vlaamsche volksdeel in België en Nederland, in het bijzonder op muzikaal gebied in het ka der der jaarlijksch terugkeerende Vlaamsch-nationale zangfeesten, zoo veel mogelijk zal worden bevorderd? Zoo de tusschenkomst van H.M.'s ge zant om politieke beweegredenen is ge schied, welke zijn deze dan en waarom is hier dan door de Nederlandsche re geering geen scherp onderscheid ge maakt tusschen politieke en zuiver cul tureele en kunstzinnige- uittingen, gelijk dit zangfeest? Indien de minister bovenstaande der de vraag ontkennend beantwoordt, wat geeft hem dan tot deze beslissing aan leiding, en zoo hij haar bevestigend beantwoordt, is hij dan bereid mede te deelen op welke wijze naar zijn meening „Ik geloof, dat je gelijk hebt, Ike," zei ik. „Het is beter de dingen maar te la ten zooals ze op het oogenblik zijn. „Dit is altijd een ongelukstheater ge weest," kwam de stem van Bill Barring ton, die de" rol van grootvader vervulde en die zich kon herinneren, hoe vroegere eigenaren uit wanhoop zich de haren uit het hoofd trokken. „Je weet, dat men gelooft, dat* het hier spookt." -rschillende acteurs lachten zenuw achtig. „Onzin," riep Humbert met zijn kra kende stem. „Welke geest die zichzelf respecteert, zou ln dit oude huir rond waren, terwijl wij zulke mooie, nieuwe theaters gekregen hebben, waar hij zou kunnen optreden. Splinternieuwe, die waarschijnlijk nooit een geest hebben ge had, sinds zij gebouwd zijn." Iedereen, lachte en Humbert keek om pch heen. Ik heb nooit geweten, zooals ik vroeger al eens gezegd heb, of hij nu Inderdaad grappig wilde zijn met op merkingen van die soort, of dat hij ze zoo maar maakte. Dat heeft trouwens niemand ooit geweten. Oppervlakkig ge sproken zou men denken, dat men zijn laatste opmerkingen nooit au serleux zou nemen, maar dan had men niet de ernst moeten zien, waarmee hij ze uitsprak. En de. omstandigheden gaven nu ook juist geen aanleiding om er een grapje over te maken. „Herinnert U zich niet, dat Ambrose Benedict, di^ dit theater ongeveer dertig Jaar geleden gebouwd heeft, op het too neel doodgeschoten werd, onder ten re- een Vlaam.ch-NederlanUsche culturee le samenwerking in den aangegeven zin op de meest doelmatige wijze kan wor den ontwikkeld? ANTI NED. UITING. Volgens het Anlwerpsche dagblad de Dag is Donderdag een Nederlandsche liedjeszanger, die in dc Kurzaal te Oost ende optrad door een deel van de toe schouwers uitgejouwd. Dezen riepen o.m. „Genoeg Vlaamsch". Hiertegen kwamen Nederlandsche en. Vlaamsche toehoor ders in verzet. Men moest het doek la ten vallen. Het blad voegt er aan toe, dat de Ne derlandsche consul Vrijdag bij de di rectie van de Kurzaal protest heeft aan- geteekend en de opzegging van een aantal Nederlandsche abonne's heeft aangekondigd. VRIJSTELLING DIENSTPLICHT. Wegens gewetensbezwaren. Dienstweigeraars, die op grond van gewetensbezwaren vrijstelling van practlschen dienstplicht kregen en die ln verschillende staatsdiensten te werk werden gesteld, zullen ten deele in de duinen van 's-Gravensande tot Wasse naar aan den arbeid worden gesteld met medewerking van het staatsboschbeheer bij de duinbeplanting. De betrok kenen zullen verblijven In een ver plaatsbaar" tentenkamp. DE WERELDTENTOONSTELLING TE NEW YORK. Nederland doet ook mee. Inzake de wereldtentoonstelling, welke in 1939 te New York zal worden gehou den, Vordt meegedeeld, dat de Neder landsche regeering, mede namens de overzeesche gewesten, de uifnoodlging tot deelneming, welke van de regeering der Vereenigde Staten is ontvangen, zal aanvaarden. Omtrent de organisatie van deze deel neming zullen nog nadere berichten vol gen. opgemaakt. De camera ls teruggeven, doch de film niet. DE DUBBELE MOORD TE VLISSINGEN. Twee zeelieden aangehouden. In verband met de dubbele moord, welke in de nacht van 3 op 4 Maart op het bejaarde echtpaar Lauwereins te Vussingen is gepleegd, heeft-de politic te Maassluis twee arrestaties verricht. De eerste arrestatie geschiedde aan hooid van het Nederlandsche stoomschip „Stad Haarlem", komende uit Rio de Janeiro. De aangehoudene, woonachtig te Maassluis, zou zich aan boord tegen over zijn kameraden hebbeit uitgelaten, dat hij betrokken was bij de moord te VUssingen. De toan is naar Vlissingen overgebracht. Verder ls men overgegaan tot arrestatie van een tweeden zeeman uit Maassluis. Ook deze is naar Vllssin- Ben overgebracht. petitie?" hield Barrington vol. „Dat deed Canson, maar dat gebeurde voor jullie tijd. Men zei dat daarna zijn geest „Onzin," zei Humbert, bij wlen dit on derwerp op de zenuwen begon te wer ken. „Vertel toch zulke nonsens niet. Je schijnt niet meer hersens te hebben dan een tooneel-recensent. Vergeet alsjeblieft die praatjes." Hij wendde zich tot het gezelschap. „Jullie krijgen allemaal vier weken salaris. Kom het morgen maar op kantoor halen." Dit was eeen keurige be handeling en op hun verschillende wijzen bedankten de acteurs hem er voor. Het publiek was nu weg: het gezelschap ging uit elkaar, terwijl de spelers zich naar hun verschillende kleedkamers begaven. Nauwelijks was ik alleen of twee jonge lieden, die direct als reporter te herken nen waren, kwamen op het tooneel Het nieuws had de couranten reeds be- ïeikt klaarblijkelijk hadden de too- neelcritici getelefoneerd. Zij naderden Humbert, maar deze verwees ze naar mij „Viaag het dien meneer daar,zei hij. „Hij weet alles over geesten neen, wacht, misschien kan 6ill Barrington jullie over den geest van Ambrose Bene dict vertellen en waarom we tegenwoor dig geen acteurs meer hebben zooals vroeger, toen hij nog jong was in 1492." Maar Bill Barrington was naar zijn kleedkamer gegaan en dus wendden de peereri zich tot mij vèor inlichtingen. Ik vertelde hen wat er gebeurd was en liet ze den dolk zien, dien ik nog steeds in mijn hand hield. U wilt niet zeggen, dat U daarmede een geest hebt gestoken?" vroeg een van hgn ongeloovig. „Ik laat U enkel den dolk zien en ver tel u wat er gebeurd is. Ik ben van de recherche en moet hier onderzoeken wat' er gebeurd.'Ts, ik moet den moordenaar van Augustin Arnold zien op te sporen, ais ik dat kan. Over een geest heb ik met geen woord gerept." „Maar deze onzichtbare hand?" wierp VERDEDIGINGSWERKEN GE FOTOGRAFEERD. Spionnage? Het trok dezer dagen de aandacht van de Kamper politie, dat er van 'n jacht op de IJssel .foto's werden genomen in de richting van de op de De la Sablo- nièrekade gelegen kazemat. Daar 't ver boden is verdedigingswerken te fotogra feeren, werd de militaire politie van het geval op de hoogte gesteld, die 't Jacht, ter hoogte van de vai van de brug, som meerde aan te leggen. Fototoestel en flim werden ln beslag genomen en de betrokken fotograaf werd aangehouden. Het bleek een verslaggever van een Duitsch blad te zijn. Hij verklaarde, dat hij, uit zuiver toeristisch oogpunt, een beschrijving met foto's van Kampen wil de geven. Aangezien men van den Us- sel naar Kampen fotografeerende de kazemat voor de iens krijgt, was deze op de foto gekomen, doch de bedoeling was een foto van het stadsbeeld te nemen. Nadat de film uit zijn camera ontwik keld was, bleek de kazemat er eenlge malen op voor te komen. Er ls dan ook proces-verbaal tegen den verslaggever 'Doorzitten. Stuk/oopen de eerste reporter tégen, „als U die met kon zien en zij er toch is, hoe kunt U dan een en ander verklaren,, als het geen geest Is geweest?" „Ik verklaar 't ook niet," zei ik open hartig. „Ik wou, dat ik het kon, dan zou ik in staat zijn een geloofwaard.g rapport voor mijn chef samen te stellen. Zooals de zaken nu staan, weet lk eigen lijk niet, wat ik hem zeggen moet. Hij zal later minstens denken, dat ik dron ken ben geweest. Goddank, dat er genoeg menschen hier waren, die hetzelfde ge zien hebben als ik, of liever die hetzelf de niet hebben gezien tnders zou ik het zelf niet gelooven. Ik neem het U niet kwalijk, weet U, dat U moeite hebt uit dit verhaal wijs te worden Ik sta ook voor een raadsel." „Heeft Miss Sargent nog Iets gehóórd van den onbekenden bewonderaar?" vroeg de reporter. „De anonieme brieven zijn, zooals ik U zeide, In de couranten gepubliceerd." Ik schudde mijn hoofd. „Ik weet het niet, maar ik denk van niet, maar daar is zij zelf; U kunt het haar persoonlijk vragen." Ik wenkte Miss Sargent, die zoo Juist, nadat zij zich had verkleed, achter de coulissen het tooneel was opgekomen. „Zoudt U misschien een oogenblik hier Willen komen, Miss Sargent," vroeg ik. Zyjcwam naar ons toe en Ik. zag, dat ze er 'buitengewoon bleek uitzag. Ik schreef dit toe aan de vreeselijke dingen die zij had doorgemaakt, maar bemerkte tevens dat de verschrikkingen der laatste uren haar een uiterlijk hadden gegeven van een bovenaardsche verschijning. „Deze heeren zijn reporters, Miss Sar gent," zei ik, „zij hebben mij gevraagd óf U nog meer brieven hebt ontvangen van den onbekenden bewonderaar. Ik heb hen gezegd van neen, maar ik dacht dat ik misschien mij vergist kon heb ben." „Hebt U nog wat van h«m gehoord. 0oos30en60ct. Bij Apolh.en Drogisten DE „MAASKERK" WEER VLOT. Nog niet naar huis. Vrijdagmiddag om twee uur is De „Maaskerk" van Kaap Palmas vertrokken, na vijftig ton cacao en een hoeveelheid hout te hebben gelost. Zoo men weet, is het schip Donderdag ochtend op de rotsen van Kaap Palmas geloopen. De passagiers kwamen veilig aan wal en vonden onderdak in de wo ningen van inlanders op de rubberplan tages. De kapitein van „De Maaskerk" staat met de inspectie van de Ver. Ned. Scheepvaart Mij. in rechtstreeksche ver binding door middel van de kortegolf- installatle aan boord. De kapitein heeft ■medegedeeld, dat hij eerst naar Free town zal gaan. Daar aldaar geen olie kan worden ingenomen, moet het schip te Freetown wachten op de komst van de „Amstelkerk", die deze haven op 12 Augustus zal aandoen. De „Amstelkerk" zal te Dakar extra olie innemen. De „Maaskerk" heeft een zware la ding in, bestaande uit cacao, palmpitten, en hout. Welk een omvang de schade heeft, is nog niet" vast te stellen. Het meeste water bevindt zich in ruim V, waar de geladen goederen geheel onder water staan. Het schip zal zich echter niettegenstaande dit toch voldoende rechtop kunnen houden. Te Dakar zal een tijdelijke reparatie worden verricht en daarna zal het schip de reis naar Nederland kunnen voort zetten. Omstreeks de helft van het aantal passagiers zal kunnen worden geborgen aan boord van de „Reggestroom". De anderen zuilen de reis vervolgen met een Duitsch schip. EEN VRIJWILLIGER VOOR SPANJE. Spoedig terug. De H., een meter-opnemer bij het G E B. te Utrecht, ging een dag of tien geleden met verlof, doch keerde daar van niet terug. Waar de man was, wist men niet, hoewel hy was gehuwd. Men hoorde niets van hem, tot in Utrecht bericht kwam dat hij door de Fransche politie in Perpignan was aangehouden. Perpignan iigt in de Pyreneeën aan de Middellandschc Zee, dicht bij de grens van het roode Catalonië. Het bleek, dat De H. voornemens was de grens van Spanje te overschrijden om daar dienst te nemen in het roode leger. De Utrechtsche politie verleende haar bemiddeling om heny terug te krygen in Nederland. B. en W. hebben hem ontsiagen, waar hij zich onttrokken had aan zUn dienst. Hy ls thans ojrgenomcn in de Psychia trische Neurologische Kliniek. TOURINGCAR UITGEBRAND. Chauffeur weet op te treden. Vrydagavond reed op de rijksstraat weg tusschen Dordrecht en Wlllomsdorp een Fransche touringcar, geheel bezet met ouders van Fransche padvinders, die een bezoek hadden gebracht aan de Wereldjamboree. Onder 's-Gravendeel genaderd, zag de chauffeur plotseling s zware rookwolken van onder de motor kap komen. Hy zette de wagen aan de kant van de weg en verzocht het gezel- spoedig mogeiyk aan de ach- ■erzijde de auto te verlaten. Inmiddels was de motor in brand gevlogen. Toen de voorkant van het chassis vlam be gon te vatten, waren de passagiers ln veiligheid. Spoedig was de Dubbeldamsche brand weer, later geassisteerd door die uit Dor drecht, ter plaatse. Men kon echter niet verhinderen, dat de wagen geheel uit brandde. De bagage ging grootendeels verloren. HELDERSCHE VDURRIJDERS. Een fantastisch schouwspel. Midden ln het oudste gedeelte van Den Helder, dat bekend staat onder de naam van „Ouden Helder", welke stads- wyk zeer dicht bevolkt! s, staat degroo- te hooischuur van den heer Bonselaar. Deze schuur was volgestapeld met, niet minder dan 120.000 K.G. hooi. In deze kapitale hoeveelheid hooi werd de vori ge week brand ontdekt, ontstaan door broei. De brandweer was spoedig ter plaatse en wist het eerste gevaar door flink water te geven, vry spoedig af te wenden. Dadeiyk daarop begon men met kar ren vol het hooi uit de schuur te ryden naar een nabygelegCn land aan den Singel. De geheele dag was hiermede heengegaan, zonder dat de burgerij er veel aandacht aan had geschonken. Des avonds zou het echter anders worden. Naarmate meer hoot uit de schuur ge haald werd, naderde men steeds meer den vuurhaard en terwyi de avond vlei kon men floor de Langestraat de hoofdstraat van den Ouden Helder een paard en wagen zien met een hoe veelheidhooi, welke dikwyis hoog op brandde, meldt de „N. R. Ct.". Dit lever de een fantastisch schouwspel; als ware vuurvreters zaten de mannen op den bok met de laaiende vuurzee vlak ach ter zich. Gelukkig stond er vrijwel geen wind; anders had aan deze wijze van vervoet groot risico gezeten. Het brandende hooi werd zooveel mogelijk uitgespreid op genoemd land, terwyi met de kleine spuit van de brandweer gestadig water gegeven werd. Miss Sargent?" vroeg een der jonge man nen. zy aarzelde een oogenblik alvorens te antwoorden en haar gezicht werd zoo mogeiyk iets bleeker. Eindeiyk antwoord de zy met een zachte, doch vaste stem: „Neen, Ik heb geen brieven meer van hem gehad. Ik had gedacht dat lk er nog wel een zou hebben gekregen, voor dat ik vanavond optrad, maar dat was niet 'het geval. Ik heb evenwel het ge wone aantal ontvangen, dank zy de pu bliciteit, die U heeren, in Uw courant aan de zaak hebt gegeven, maar niets van hem, zooals ik zei." Pe journalist knikte toestemmend. „Ja, het is vanzelfsprekend, dat U der- geiyke anonieme brieven krygt, want elk sensationeel bericht in de dagbladen heeft tengevolge, dat er dergeiyke brie ven worden verzonden," zei de Jongste der twee. „Ik zou er geen aandacht aan schen ken, Miss Sargent," sprak de ander. „Maakt U zich daarover maar niet ze nuwachtig." »„0, dank U, ik heb er my niet zenuw achtig oVer gemaakt," zei ze, „Neemt U mij niet kwalijkmaar de gebeurte nissen van vanavond begon een van hen. „Ik geloof niet dat lk nog Iets meer aan U kan vertellen, dan ik aan andere menschen heb medegedeeld," viel zy hem ln. de rede, „en meneer Muirhead hier, weat evenveel als ik. Wellicht meer," voegde zy Cr aan toe, terwijl zij naar den dolk keek en een lichte rilling over haar leden liep. „Als U nog meer wilt weten, zult U dat van hem moeten vernemen, denk ik," vervolgde zij. „Juist," zei een van^ de mannen. „Hebt U geen Idee wie die onbekende bewon deraar „Neen," antwoordde zij beslist. „Ik.heb aan byna honderd Journalisten verteld, dat ik het niet weet wie „hy" is. Denkt U heuseh, dat Ik zou zwijgen, als Ik wist, wie de onbekende was? En vooral na wat er met den armen Augustin Arnold ge beurd ls? Valt U ,my hierover alsjeblieft niet verder lastig'. Myn zenuwen zyn ln de war, zooals U wel kunt bCgrypen. Als U belangrijke vragen te doen hebt, dan ben lk volkomen bereid ze te beantwoor den, maar alleen vragen, die van wer- keiyk gewicht zyn." „Het spyt me, Miss Sargent," zei een van de heeren. „Het lag niet ln myn be doeling om zoo lang aan te houden, wer- keiyk niet, maar weet U, ln deze zaak zit zoo weinig houvast, dat men onwil lekeurig Inlichtingen vraagt over de meest eenvoudige dingen, zelfs al ïykt het dwaas." „Dat weet ik," zei ze geduldig. „Ik wil de ook niet scherp zyn, Ik ben alleen erg moe, weet U. Kan ik op het oogen blik; nog iets voor U dóen of U wat me- dedeelen?" „Ik geloof van niet, Miss Sargent, ik wilde dat U het kon. Ik denk dat wy riu alles weten, wat er te weten valt," zei hy tegen mij. „Meer dan dat," zei Ik, „ais ik myn Rapport inlever, zal ik waarschynUJk een uitbrander krygen, omdat ik U te veel verteld heb, maar dat komt wel ln orde." Hierop vertrokken de beide reporters, terwyi ik my tot Betty Sargent wendd% Ik zag, dat zy aan den kant van liet tooneel stond, alsof zy iemand wqchtie. Ik naderde haar. „Wacht U op Iemand, Miss Sargent?" vroeg lk. Niet dat lk nu juist iets met haar te spreken had, maar enkel, omdat lk zoo graag in haar gezelschap was en haar stem hoorde. Haar antwoord waj een verrassing voor my. „Ja," zei ze. Op deze bevestiging steeg er een golf van biydschap In my ,op, opdat zy op my wachtte. „Op my?" vroeg ik opnieuw. „Ja," zet ze, „Ik dacht dat dit onder deze omstandigheden. (Wordt vervolgd),

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1937 | | pagina 5