DISTRIBUTIE
Weet U
Fa M. NORT
Landbouw en Veeteëltj
MCUWS
artikel en bon
Bandages
Optiek f
Binnenland
Gemengdnieuws
Kou-Griep - Pijn
C? C? Tïli/n/imdtf&s
Bespiegelingen.
FEUILLETON
DE 8EWETENL00ZE.
2
VRIJDAG 14 MAART mi
ondanks het afzwaaien ran de arbeids
krachten, die dienst gedaan hadden in
het leger. Vele honderdduizenden hebben
dus de weg naar de arbeid gekozen en
gevonden; de door seizoenomstandighe
den ontstane stijging van het aantal
werkloozen gedurende de wintermaanden
is thans reeds voor de helft ingehaald.
Ruim 113.000 Nederlanders hebben werk
in Duitschland gevonden. Natuurlijk zegt
de gruwelpropaganda, dat dit onder
dwang gebeurd is. Ik verklaar, dat nog
geen enkele Nederlander in Duitschland
door de politie naar zijn werk gebracht
Is. Achter het aanvaarden van werk in'
Duitschland schuilt niet de neiging, dé
Nederlanders aan hun vaderland te ont
trekken. Het betreft hier maatregelen,
die uit de noodtoestand voortspruiten.
In de economische plannen voor het
nieuwe Europa is niet alleen geen enkel
voornemen aanwezig om het industrieels
peil van Nederland omlaag te drukken,
doch kan integendeel in een nieuw ge
ordend Europa een krachtige bloei ver
wacht worden van een geheele reeks van
takken van industrie en bedrijven, welke
in dit land aanwezig zijn. Juist om aan
de Nederlanders hier in eigen land werk
te geven, was het ons streven, zulk werk
in den vorm van overgehevelde orders
voor Nederland te reserveeren. Om rede
nen van geheimhouding is het mij niet
mogelijk den omvang van deze aan Ne
derland verstrekte orders bekend te ma
ken. In leder geval hebben meer Neder
landers als gevolg van door Duitschland
overgehevelde orders hier werk gekregen
of hun werk behouden, dan er Nederlan
ders in Duitschland werk gevonden heb.
ben.
De wederopbouw.
Spr. wees er in dit verband op, dat de
verzorging met alles wat Nederland noo-
dig heeft, thans, met het oog op de oor
logstoestand, uitsluitend geschiedt uit
het Europeesche gebied. Als de gruwel
sprookjes waar zijn, zou er een oneindige
stroom/van goederen naar Duitschland
stroomen en zou er niets terugkomen. In
werkelijkheid is het zoo, dat in Januari
1941 uit het Duitsche rijk, met inbegrip
van het Protectoraat en het Gouverne
ment-Generaal, goederen ter waarde van
43 millioen gulden naar Nederland zijn
ingevoerd en dat goederen ter waarde
van 21.6 millioen gulden naar deze ge
bieden zijn uitgevoerd. Wij hebben ons
gezet aan het herstel van de gebieden
in Nederland, welke door de oorlogsge.
beurtenissen verwoest zijn. Daartoe zijn
vooral noodig ijzer en staal. Daar hierbij
in de eerste plaats woningruimte ter be
schikking gesteld zal moeten worden, is
deze wederopbouw vooral in het belang
van de arbeidende bevolking. Het ligt
voor de hand, dat .elke plaat ijzer met
het oog op onze strijd beter voor een pant
serwagen en elk blok staal beter voor een
kanonsloop gebruikt kan worden, dan
voor de weder-opbouw van niet-militai-
re gebouwen. Niettemin was het moge
lijk, dat voor de wederopbouw in Neder,
land, vooral te Rotterdam, de toezegging
voor belangrijke grondstoffen verkregen
werd. Het spreekt echter vanzelf, dat bij
de werkelijke verdeeling der grondstof
fen de overweging van invloed moet zijn,
op welke wijze de Nederlancische bevol
king fc4%r standpunt bepaalt ten aanzien
van het conflict tusschen Duitschland en
Engeland.
Belastingverhooging.
Voor ons nationaal-socialisten, zoo ver
volgde spr., is het interessant te zien, hoe
het bestuurs- en belastingstelsel van deze
staat doordrenkt is met liberale, kapita
listische en klassetendenzen. Daar de te
genwoordige omstandigheden groote
eischen stellen aan de staatsfinanciën
dit was overigens ook het geval in de ja
ren 1014—-1918 met, om lnflationisti-
sche invloeden te onderscheppen, een
aanzienlijke belastingverhooging plaats
Hoéwei de opbrengst der inkomstenbe
lasting b.v. meer dan verdubbeld wordt,
zal een huisvader met drie kinderen min
der belasting betalen dan volgens het
vroegere liberale stelsel. Voorts ligt het
niet in mijn bedoeling, de, vooral wat
haar controle betreft, wemig waardige
rijwielbelasting op de duur te handha
ven.
De landbouw.
Naast den arbeider kan ook het stand
punt van den landbouwer als positief be
schouwd worden. Het nationaal-socialisti-
sche Duitschland heeft in de eerste vijf
jaren van zijn optreden ruim het vier
voudige voor landbouwwerkzaamheden
besteed van het vroegere systeem in tien
jaren. Daaraan is het daarom te danken,
dat b.v. de gemiddelde tarweoogst met
ongeveer vier millioen ton. de aardappel
oogst in het jaar 1939—'40, de Oostmark
Inbegrepen, met 25 millioen ton, de sui-
kerbietenoogst met ongeveer 11 millioen
ton is toegenomen. De landbouwers in
Nederland staan thans voor dezelfde
taak als de Nahrstand in Duitschland.
Hun deskundigen verklaren, dat het mo
gelijk zal zijn, het Nederlandsche volk op
voldoende, zij het bescheiden wijze, uit
eigen land te voeden. De landbouworga
nisaties zullen nu haar bestaansrecht
moeten bewijzen door aan te toonen, dat
zij den boer tot een hoogere capaciteit
voor het algemeen welzijn oproepen.
Voor zoover de medewerk ng van de
landbouw voor de prijzencontrole van
staatswege gunstig beïnvloed kan wor
den, is dit gebeurd. Wij hebben den land
bouwer prijzen toegestaan, die een vol
doende stimulans moeten vormep, om uit
de bodem te halen, wat eruit te halen
valt. De prijken zijn daarbij zoo gesteld,
dat de levensmiddelen niet essentieel
duurder zullen worden. Krachtens deze
prijzen zal b.v. een kilogram aardappelen
slechts een halve cent en een brood twee
cents duurder worden. Van meer belang
zal het zijn, dat al wat mogelijk is ge
produceerd wordt en dat deze productie
tegen wettige prijzen in het wettige dis
tributieproces gebracht wordt. Dit ia
eventueel een kwestie van discipline van
het Nederlandsche volk.
Toen de vijftiende Mei de oorlog na
vier dagen ten einde was, herademde de
Nederlandsche bevolking. De oorlog was
kort, de verhezen waren naar verhou
ding gering en de Duitsche soldaten ge
droegen zich gehéel in tegenstelling tot
de gruwelpropaganda van onze vijanden
buitengewoon tegemoetkomend. Voor wie
inzicht had. was het duidelijk, dat deze
stemming niet erg lang zou duren. Waar
op het aankomt, is of het Nederlandsche
volk houding en discipline bewaart. Wij
verlangen geen jubelende verwelkoming
en Instemming, wel ordelijk gedrag.
Ik geloof te kunnen zeggen, dat de la
gen, die van volksch standpunt dragers
zijn dus vooral h« werkende volk in
de ruimste zin des woords deze nuch
tere houding hebben gehandhaafd.
Niet geheel hetzelfde kan men bewe
ren van de hoogere, intellectueele krin
gen en van die lagen, die daartoe gere
kend willen worden. Diegene, wiens trots
op niets gebasseerd is, treedt steeds het
opvallendst op. In dit verband 1* de hou
ding van de opgroeiende intellectueele
kringen typeerend. Naar men weet. heb
ben we in Nederland een studentensta
king gehad aan de universiteit te Leiden
en aan de Hoogeschool te Delft, die ge
motiveerd werd met de omstandigheid,
dat verordeningen, die zich met de aan
wezigheid van Joodsche professoren aan
de Inrichtingen van hooger onderwijs be
zig hielden, in strijd zijn met de vrijhe
den en geestelijke grondslagen van het
Nederlandsche leven. Dit is voor mij aan
leiding, mijn standpunt tegenover
het Joden-vraagstuk 1
in verband met Nederland uiteen te zet
ten.
Ik verklaar dat mijn woord „Wij willen
het Nederlandsche volk niet benauwen
en het onze overtuiging niet opdringen"
nog steeds geldt, maar slechts voor het
Nederlandsche volk.
De Joden zijn voor ons geen Nederlan
ders. Zij zijn de vijanden, met wie wij
noch tot een wapenstilstand, noch tot een
vrede kunnen komen. Dit geldt, indien a
wilt, voor de tijd der bezetting.
Verwacht u van mij geen verordening,
die dit vaststelt, behalve regelingen van
politioneele aard. Wij zullen de Joden ra
ken, waar wij hen aantreffen en wie met
hen meegaat, heeft de gevolgen te dra
gen. De Führer heeft verklaard, dat de
Joden in Europa hun rol hebben uitge
speeld en derhalve hebben zij hun rol
uitgespeeld. Het eenige, waarover wij
kunnen praten, is de invoering van een
draaglijke overgangstoestand met hand
having van het standpunt, dat de Joden
vijanden zijn, dus met inachtneming van
alle voorzichtigheid, die men tegenover
vijanden te pas brengt.
Wat evenwel den tijd aangaat, dat
Duitschland eens niet als bezettende mo
gendheid hier te zorgen heeft voor hand
having van de orde en het openbare le
ven, dan zal het Nederlandsche volk voor
de, keus gesteld worden of het kameraad
schappelijke samengaan met het Duitsche
volk terwille van de Joden op het spel
wil zetten.
Het gedrag der studenten.
Wat nu de inrichtingen van hooger
onderwijs betreft heb ik de indruk, dat
het en zoo was het immers destijds
ook bij ons om jonge menschen gaat
met een klassenwaan, die steeds verder
van het eigenlijke volk afraakt.
De wereldoorlog heeft de Duitsche
jeugd wakker gemaakt en gestaald. Maar
tevoren gedroeg een deel van onze aca
demische Jeugd zich ook zoo, totdat de
boeren en arbeiders drastisch dreigden
deze jongelui over de knie te leggen en
hun energiek aan het verstand brach
ten, dat zij slechts de academie bezoch
ten om een grondige studie in de voor
geschreven tijd te voltooien, opdat zij
nuttige medewerkers der gemeenschap
worden. De academische studie is geen
privilege, maar een verplichting. Ik wil
mij overigens in deze dingen niet men
gen.
Indien ik het Nederlandsche volk
slecht gezind zou zijn, dan zou ik zeggen.
„Deze academische Jeugd kunnen jullie
houden, die is toch nergens goed voor."
Winterhulp.
Interessant is het lot van de Neder
landsche W in ter hu'n. Vooral zou ik dui
delijk willen maken dat volgens deze op
vatting Winterhulp niets met liefdad g-
heid te maken heeft, zij spruit voort uit
de verantwoordelijkheid voor den volks
genoot en is de vervulling van een ver
hoogde plicht, ontstaan u.t de grootere
mate van recht en bezit. Liefdadigheids
organisaties kunnen en zullen meestal de
dekmantel zijri voor alle mogelijke machi
naties. De Winterhulp is ook tegenover
de Duitsche zijde welbewust geneutrali
seerd. Maar deze geneutraliseerde Win
terhulp, die thans uitsluitend volksche
verantwoording en niet meer liefdadig
heid is, schijnt velen Nederlanders met
naar de zin te zijn. Natuurlijk werden
weer de dolzinnigste geruchten verspreid.
Waar is het. dat het Duitsche Winter-
hulpwerk, dat vergeleken met verleden
jaar een aanzienlijk hooger resultaat
vertoont, ook NederCandsche kinderen en
moeders naar de Duitsche herstelhuizen
zal zenden. Niettemin: de Nederlandsche
Winterhulp is een succes, dat bewijzen
de cijfers. Het totale resultaat benadert
thans reeds de vier millioen gulden, de
collectes in de maand Februari vertoonen
de hoogste totale bedragen sinds men dit
werk begonnen is. Het Nederlandsche
volk mag deze ontwikkeling voor zichzelf
als een goed teeken beschouwen.
De laatste tijd is er ook geschreven
over
d« Arbeidsdienst.
Deze is een voortreffelijk middel voor de
volksche verdegelJJklng van de natie
Wanneer wij het met de Nederlanders
niet goed zouden meenen. zou er nooit
sprake van zijn, dat zij een arbeidsdienst
mochten inrichten. Er liggen volksdeeien
binnen ons bereik, wien wij dit beslist
niet zullen toestaan, omdat wij hun hij
gebrek aan Germaansche substantie geen
aanspraak op leiding kunnen toekennen.
De Arbeidsdienst is een voortreffelijke
scholing voor leiders.
In dit halve Jaar vergeet een ieder van
welke speciale afkomst hij is en gevoelt
hij zich slechts als een Jonge man van
zijn volk, wien een waardeering voor wer
kelijke arbeid wordt bijgebracht. Dat de
Jonge menschen zich daarbij ervan be.
wust moeten zijn, dat het gaat om de
Vaderlandsche bodem en dat in de ge
meenschappelijke opvoeding de mooie
volksliederen gezongen worden, dus, dat
deze opvoeding in de Nederlandsche Ar
beidsdienst op Nederlandsche bodem en
onder de opwekking van de Nederland
sche volksliederen geschiedt, is duidelijk.
Te betoogen, dat de Arbeidsdienst in dit
opzicht Nederlandsch moet zijn, la over
bodig.
De riJkscennilfcÉarts besprak daarna
het onderwijs.
Sn het ziet er in Nederland op dit ge
bied treurig uit, wanneer wij zien, dat er
6000 lrweekelingen zijn, die geen werk
hebben of onder de meest beschamen 1e
omstandigheden moeten werken. Om
hierin verbetering te brengen en tegelij
kertijd het onderwijs te verbeteren, lyn
ik het met den secretaris-generaal van
Onderwijs eens geworden over een maat
regel, die voor het Nederlandsche olie
van nut zal zijn.
Op grond van de overweging, dat deze
mannen volgens hun gelofte in armoede
willen leven en dat derhalve een deel van
de middelen, die de Staat voor de leer
krachten beschikbaar heeft gesteld, in
het geheel niet aan deze onderwijzers ten
goede komt, hebben we een passende sa
larisbeperking ingevoerd, om met de al
dus gespaarde gelden kwee keling en aan
te stellen.
Een «niforme spelling.
Ook aan het taalonderwijs zal bijzon
dere aandacht worden geschonken en
wel in de eerste plaats aan het onderwijs
in de Nederlandsche taal, waar het van
bijzonder belang is, eindelijk eens een
uniforme spelling tot stand te brengen.
Als het onderwijs in de Nederlandsche
taal, alsook in alle cultuurschatten van
deze taal voldoende gewaarborgd Is, kan
er aan gedacht worden aan het onder
wijs in het Duitsch de aandacht te schen
ken, die deze taai, als de toekomstige
voertaal althans in het gebied der Ger
maansche gemeenschap toekomt.
Want het is duidelijk, dat de voertaal
in dit gebied zich zal richten naar t
Duitsch sprekende volk van 85 millioen
zielen, aangezien het op één na sterkste
lid dezer gemeenschap, de Nederlanders,
nog slechts 9 millioen zielen telt.
De kennis van deze taal zal den Ne
derlander slechts ten voordeele strekken.
ZU zal en mag hem niets van zijn ware
Nederlandsche wezen ontnemen.
In dit verband zou ik in het algemeen
iets kunnen zeggen over het veelvuldige
beroep dat gedaan wordt op het Neder
landsche wezen. Dat wij voor de werkelijk
Nederlandsche waarden begrip hebben,
blijkt wel uit hetgeen ik in den aanvang
gezegd heb en uit de erkenning van bij
zondere prestaties der Nederlanders als
kolonisatoren, op scheeps- en waterbouw
kundig gebied, op het terrein van land
en tuinbouw en uit de bijzondere waar
deering voor de Nederlandsche kunst en
wetenschappelijke verrichtingen. Wat
echter verder als bijzonder Nederlandsch
bestempeld wordt, komt mij voor als hst
Overal op do wereld weer een
Rheumatische pijnen
geleden werd. heeft Kruschen aijn wel
dadige werking bewezen. Neem toch óók
aeeth. 4r«g. 1.62. 1.47. 0.76. 0 41.
reeds eveneens genoemde vasthouden
aan de Nederlandsche idylle, die wij daar
om niet zoo hoog kunnen aanslaan, om
dat zij tenslotte een volk onbekwaam
maakt voor den strijd om het bestaan,
hetgeen reeds in tijden van felle botsin
gen der tegenstellingen tot u.ting geko
men is. Ik hoop. dat het Nederlandsche
Volk met dezen, bijzonderen Nederland-
schen aard niet dezelfde ervaringen op
doet, die wij Oostmarkers eens hebben
opgedaan met het z.g. Vaderlandsche
front, dat een samenraapsel was van alle
mogelijke richtingen, alleen niet van
volgsch bewuste overtuigingen, uitslui
tend met het doel zich door alle mogelijke
intjernationalismen tegen een ware volk
sche vernieuwing te beschermen.
De wereldsituatie van September 1939
komt niet meer terug. Ook een overwin
ning van Engeland zou niet tot de vroe
gere evenwichtstoestand lelden, doch In
tegendeel tot een chaos. Engeland heeft
bovendien de gewoonte, zijn verplichtin
gen te voldoen met de saldi en schatten
van anderen, bij voorkeur van zijn bond.
genooten. Wanneer er thans nog iemand
in Nederland ls, die zich de definitieve
nederlaag van Engeland niet kan voor
stellen, dan houdt dit verband met het
ongewone van de voor de Nederlanders
nieuwe gebeurtenissen en denkbeelden.
Wanneer er echter nog iemand in een
overwinning van Engeland gelooft naar
analogie van 1918, dan kan men slechts
zeggen: „niets vergeten en ook niets ge
leerd!"
Waar moet na de overweldigende over
winningen ln het begin van de vorige zo
mer nog een Engelsch leger op het con
tinent vaste voet krijgen? Ik kan u niet
zeggen, hoe sterk de Duitsche Weer
macht ls. De volle omvang ken Ik zelf
ook niet, doch dat, wat lk ken, ia vol
doende.
Daarbij komt, dat de Engelachen toch
geenszins zulk een sterk volk zijn. De
zinneloosheid van de voorstelling, dat een
volk, dat ln aantal slechts een fractie ls
van het Duitche volk, zou kunnen lan
den en nog de Duitsche Weermacht over
winnen, is duidelijk.
Eerder zal geheel Europa ln een puin
hoop veranderen, vóór Duitschland de
strijd opgeeft. Ik weet niét, of het voor
een bewoner van de bezette gebieden
doelmatig ls, een dergelijke opvoering van
de strijd te wenschen, want naar tijds
orde gerekend, zullen zeker eerst de be
zette gebieden ln puin gelegd worden,
voordat een vijand Duitschland bereikt.
En wanneer men zulk een dweeper vraagt
hoe het wonder moet geschieden, dan
rekent hij in de laatste plaats met de
wapenleverantles der Vereenigde Staten.
Dit heeft zijn goede redenen. In de eer
ste plaats zijn de wapens niet ln Enge
land, ze zijn nog niet eens ln de Ver
eenigde 8taten. Zij zUn er dus in het ge
heel niet. Ja, de wapenfabrieken en de
grondstoffen voor het vervaard, gen van
deze wapens zijn er nog niet eens. Eerst
moeten de electrische centrales gebouwd
worden om met behulp hiervan de grond
stoffen voor de vliegtuigen te verkrijgen.
De wapens zijn dus absoluut in het geheel
niet aanwezig. Het is moeilijk een juiste
zin te vormen om dit niet-aanwezig-zljn
uit te drukken. In 1941 rekent men ook
in Engeland niet meer op eenigerlei merk
bare hulp. En wanneer ze in langzaam
tempo ter beschikking komen, moeten zij
eerst door de duikboot- en luchtversper-
rlng breken. Wanneer echter toch Ame-
rikaansche wapens naar Europa zouden
komen, dan zal dit evenwel weer een der
den partner van het Driemogendheden-
pact rust en voldoening schenken.
Er ls hier ln Nederland een soort
▼eraetsbeweging
geweest. Krachtens de uiteenloopendste
drijfveeren hebben zich enkele leden ver-
eenigd, om sabotagedaden tegen de Duit
sche Weermacht te plegen. Het ls duide
lijk, dat in een dergelijk geval de bezet
tende mogendheid met onverbiddelijke
voor ledereen staat. Essentieel ls de overs
tuiging, dat nog slechts een „met elkan
der" nooit meer een „tegen elkander",
maar ook niet meer een „naast elkander*
mogelijk ls.
Wanneer mij thans gevraagd wordt,
hoe mijn verhouding ls tegenover de af
zonderlijke Nederlandsche mannen, dan
kan ik zeggen, dat ik van het standpunt
van de Bezettende Mogendheid den Ne
derlander afzonderlijk er naar beoor
deel. of hij de openbare orde en het open_
bare leven steunt of in gevaar brengt.
Als nationa&l-soclallst echter zeg lk, dat
het onderscheid tusschen vriend en vij
and gemaakt wordt naar de maatstaf of
wij ons op Iemand kunnen verlaten als
wij niet meer als bezettende mogendheid
in dit land zijn. Want wij willen ln het
geheel niet voor alle tijden als bezetten
de mogendheid ln dit land blijven. WIJ
willen, dat de Nederlanders zelf uit In
nerlijke overtuiging en met hun geheele
wezen aantreden voor het groote werk
van de opbouw van ons Germaansche
gemeenschapsgebied en daarmee van eo*
Nieuw-Europa.
Politieke verantwoordelijkheid,
Daarom luidt de vraag: hoe zullen de
menschen afzonderlijk zich hier gedra
gen, als de Duitsche Weermacht en de
Duitsche politie niet meer ln het land
zijn? Zullen dan de op de menschen aL
zonderlljk aanstormende confessioneel®,
maatschappelijke, traditloneele en kapi
talistische invloeden er toe leiden, dat da
enkeling vroeg of laat van zijn min of
meer eerlijk en vast genomen beaiuif
wordt afgebracht en tenslotte ln zijn hang
naar de vertrouwde idylle weer In he*
anglofiele vaarwater verzeild raakt?
Naar deze mogelijkheden beoordeelen wij
de menschen hier en aangezien er nooi*
meer een 10e Mei mag komen, ls het duti
delljk, in welke handen wij de vrije po«
litieke verantwoordelijkheid ln dit land
eenmaal kunnen leggen, n.l. In de handen
van diegenen, die door bewuste, on wan- j,
kelbare vervulling van de taak, die uil
het gemeenschappelijke Germaansche lof
voortvloeit, dit land en tevens zijn vrl^
held voor de toekomst vermogen te be
veiligen. Wij hebben ln dit land kamera,
den gevonden, dat wil zeggen, de ge
vluchte regeering heeft deze kameraad
schap ln de gemeenschappelijke gevan
genissen samengesmeed. WH zien, dat de
ze kameraadschap steeds hechter wordfc
De één een goed Nederlander, de andef
een goed Duitacher, maar belden ver<
eenigd ln nationaal-sociallstische geesl
en vastbesloten dit nationaal-socialisn*
als dragende politieke beweging tot gron^
beginsel van de nieuwe ordening te huh
ken.
Zoo staan wij hier aangetreden. W|
staan hier op deze bodem om een histo
rische opdracht te vervullen. WIJ zulleo
niet van deze grond wijken voor deze opi
dracht inderdaad ls vervuld. Men zal on*
eerder ln stukken moeten scheuren, dan
dat wij ook maar een millimeter van <M
vervulling van deze opdracht afwijken^
Wij zijn waarlijk vol van een religieus
natisme. Adolf Hitler, de Führer van bH
Groot-Duitsche Rijk. de Führer van alk
Germanen ln de nieuwe ordening vaa
het avondland, heeft ons de opdracht ge
geven. Wij staan aangetreden en ook d
zouden wij sneuvelen, hij zal overwinne*
Heil den Führer!
AAN DE AABDAFFELVEKBOUWnU
Het ls in de echte akkerbouwgebied»*
op de klei zoo langzamerhand wel aan
lederen landbouwer door eigen ervastni
bekend geworden, van hoe groot belang
het is om voor het verkrijgen van een
goed aardappelgewas uit te gaan van
prima pootgoed, vrij van ziekten. Dit feil
ls echter nog veel te weinig doorgedren-j
gen tot de telers van aardappelen ln d*-<
ze streken. Ook hier dient men te wetenj
dat alleen goede opbrengst verkregeq
kan worden, indien naast behoorlijks
grondbewerking en bemesting alle
aandacht wordt geschonken aan de kwa
liteit van het pootgoed. De zekerhei<V
dat dit behoorlijk vrij is van gevaarlijk*
ziekten als topbont en bladrol, bestaak
alleen wanneer het eigen gewas in den
afgeloopen zomer vanwege den Neder-
landschen Algemeenen Keuringsdiens*
(N.A.K.) te velde is goedgekeurd of wan-
neer men geplombeerd pootgoed vani
scherpte doortast. Er zijn menschen, dlè^goedgekeurde velden elders ln het land
weet te betrekken. Er kan dan ook nies
van meening zijn, dat zij zoo nationale
helden en martelaars worden. Deze mee
ning is een onjuistheid. Als nationale
helders en martelaars blijven slechts die.
genen in de herinneringen van een volk
voortleven, die hun leven aan de goede
zijde van de ontwikkeling van dit volk
ernstig genoeg op aangedrongen worden
dergelijk N A K:-pootgoed. liefst klasse
A. anders B of C. te koopen. De meerdere
uitgaven hiervoor zijn, zooals onomstoo-
telUk ls bewezen, meer dan gerechtvaar
digd.
Nadere inlichtingen worden gaamt
op het spel hebben gezet. Slechts wie voor verstrekt door de assistenten bij den
de werkelijk dragende politieke Idee van RHkslandbouwvoorlichtinesd'enst voor de
een volk zijn leven heeft gelaten, geldt Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. A.
als heros. Wie aan den verkeerden kant Bikker te Noordeloos en D. van der Ha-
stond wordt vergeten, al heeft hij zich yen te Meerkerk.
persoonlijk nog zoo flink gedragen. Ri1ksiandbouwconswlenA
„Met ons of tegen ons," lr. J. A. VAN gÜEL.
dat is het parool en de beslissing^ waar- Dordrecht. Maart 194L
3 TWEEDE BLAD
NIEUWSBLAD VOOR ZUID -HOLLAND EN UTRECHT gchoonhovensche Courant
VRIJDAG 14 MAART 1941
WAT VERKRIJGBAAR IS
Brood t Bons no. 07
broodkaart
Bons no. 5
bloemkaart
Bloem i Bons no. 5
bloemkaart
Gebak I I I Bons no. 07
broodkaart
Bons no. 5
bloemkaart
Boter en Vet Bon no. 07
boterkaart of vetkaart
Kaas Bons 61 en 71
Eieren Bon no. 91
Rtyst enz. Bon no. 11
Maïzena, Stijfsel Bon no. 10
enz.
Havermout enz. Bon no. 07
Gort en gruttei* Bon no. 08
Vermicelli eijz. Bon no. 09
Suiker Bon no. 06
Koffie, Thee Bon no. 02
Peulvruchten Bon no 15
Vleesck Bons 07 „vleesch"
(viMachkaart)
Bon 07 „worst"
▼leaachkaan
Zwp i I Bon no. 16
Scheerzeep. Bon no. 117
(b* texttelk extra uitgereikte bonnen)
Petroleum Zegel Periode 9
Petroleum Zegel Periode E
Brandstof Bons 11 t/m 13
(haarden en kachels)
Bons 25 t/m 32 (centr. verw.)
Bons „een eenheid" 4e periode
Bons 15 t/m 17
(haarden en kachels)
Bons 35 t/m 41 (centr. verw
Bons„een eenheid" 5e periode
100 gram brood of 100 gr.
roggebrood per bon
50 gram brood of
50 gr. roggebrood p. bon
35 gram tarwemeel of tarwe-
of bloem of roggemeel of
roggebloem of zelfrijzend
bakmeel
1 rantsoen gebak p. bon
H rantsoen gebak per bon
H pond boter of margarine
of 200 gram vet
1 ons kaas per bon
HOEVEELHEID
OELDfO t/m
l't pond rijst of rijstemeel
of gruttenmeel of rijstgries
1 ons maizena, griesmeel,
sago, aardappelmeel,
puddingpoeder, nudding-
sauspoeder of stijfsel
l/»pönd havermout, gort,
grutten of aardappelmeel-
vlokken
H pond gort of grutten
(uitsluitend)
1 ons vermicelli, macaroni,
of spaghetti
1 kilogram
50 gr. thee of 125 gr. koffie
H kilogram bruine boonen,
witte boonen, erwten of
capucijners
100 gr. vleesch (vet inbegr.)
of een rantsoen vleesch-
waren per bon
een rantsoen vleeschwaren
een rantsoen zeep
of gezineweech (20 kg. droog
waeehgoed)
50 gr. scheerzeep óf één
tube scheercrême, óf één
pot scheerzeep
2 liter
2 liter (voor verlichting)
1 eenheid vaste brandstof
1 eenheid vaste brandstof
of turf
16 Maart
23 Maart
23 Maart
16 Maart
(w 7 d*y«n eitraj
23 Maart
16 Maart
h 7 dag» aairmi
23 Maart
M dagen extra
16 Maart
23 Maart
20 April
20 April
20 April
20 April
16 Maart
16 Maart
30 Maart
19 Maart
M 3 dag» extra
19 Maart
»3da^«tra
31 Maart
3 April
31 Maart
20 April
14 Maart
31 Maart
PAARDEN- EN SCHAPENVLEESCH
OP DE BON.
Naar wordt medegedeeld, zullen bin
nenkort paarden- en het schapenvleesch
tot distributlegoed worden verklaard.
dat onze afdeel ing
net zoo uitgebreid is
ais onze afdeeling
Gediplomeerd Opticien
Gasthuisstraat 13 - Telel. 2739
GORINCHEM
DE JODEN IN HET BEDRIJFSLEVEN.
Het A.N.P. meldt: Naar wij vernemen
zal binnen eort een verordening worden
uitgevaardigd, krachtens welke de Jood
sche ondernemers, die op grond van een
vorige verordening aan aanmeldings
plicht waren onderworpen, vergun-mg
noodig zullen hebben voor het stellen
van rechtshandelingen en onder toezient
van bewindvoerders zullen kunnen wor
den gestela.
BOMMEN OP ONS LAND:
Een doode en 14 gewonden.
In de nacht van Dinsdag op Woens
dag zijn eenige Engelache vliegtuigen
boven Nederlandsch grondgebied waar
genomen. Er is een *ant&l bommen ge
worpen.
In een plaats zUa twee gebouwen zwaar
beschadigd. In het midden des lands
werden door bomscherven een man ge
dood en dertien personen gewond; ook
werd sfhade aan hulzen toegebracht. In
een andere plaats ls een jongen, die niet
tijdig dekking had gezocht, door schèr-
ven van granaten van het afweergeschut
licht gewond.
Eén dood5^ TeK gewonden.
Het A.N.P. meldt voorts:
In de nacht van Woensdag op Donder
dag zijn hier te lande tengevolge van Kn-
gelsche luchtaanvallen een burger gedood
en verscheidene andere gewond. In het
Zuiden des lands zijn eenige woonhuizen
zwaar beschadigd.
DIEFSTAL VAN 1M<L—
Een brutaal staaltje.
De Utrechtsche politie heeft den tim
merman H. H. van L. weten te arrestee-
- ren, die zich Zondagavond heeft schuldig
gemaakt aan diefstal van een geldkistje,
Inhoudende f 1000.
Het werd gestolen uit een huis aan de
Coornhertstraat te Utrecht en wel op j
zeer brutale wijze. De dief was. toen het i
donker begon .te worden, het huis bin-
nengeloopen. teTwijl de geheele familie in
de huiskamer zat. De man begaf z ch
naar de slaapkamer, die boven de huis
kamer is. liep regelrecht af op de plaats,
waar het kistje stond en trachtte zich
daarop met zijn buit uit de voeten te ma
liën. Reeds was hij de trap af en wilde
hij gewoon vla de voordeur het huis ver
laten. toen een der leden van het gezin
gestomel ln de gang hoorde en even ging
Helpen veilig en vlug. Doos 10 en 50ct.
kijken. Door de duisternis kon deze niets
waarnemen, doch hij hoorde nog Juist,
dat de voordeur snel werd dichtgetrok
ken.
Toen bleek, dat iemand het geldkistje
had gestolen, werd de politie gewaar
schuwd, die nog diezelfde avond Van L.
arresteerde. Aanvankelijk leverde het ver
hoor niets op, want de arrestant ontken
de hardnekkig. Ook Maandag hield hij
de geheele dag vol, nie„s met de diefstal
te maken te hebben. Dinsdag werd hij
daarom weer gehoord en eindelijk be
kende hij. het geldkistje inderdaad te
hebben weggenomen.
Op zijn aanwijzingen begaf de politie
zich naar de Merwedekade, waar het
kistje ln de grond was verstopt en waar
men het inderdaad terugvond. Al 't geld
zat nog ln het kistje. De timmerman is
thans opgeslóten.
NEDERLANDSCH SCHIP OVER TIJD.
Het Nederlandsch Indische departe
ment van marine maakt het volgende
bekend: „Het s.s. Rantau Padjang is over
tijd. Het schip had reeds geruime tijd
geleden in Nederlandsch Indië moeten
aankomen".
Men ls te Batavia van meening, dat
het schip misschien door operaties van
vijandelijke zeestrijdkrachten ln den In-
dlachen Oceaan tot het maken van een
tijdroovende omweg ls gedwongen.
De Rantau Padjang, een schip van
2542 ton. is ln 1922 gebouwd en behoort
aan de Kon. Paketvaart Mij:
DOOD ELI JK FABRIEKSONGEVAL.
Te Helmond ls gistermorgen in de fa
briek van Claus' Garen- en Weefindus
trie een ongeval gebeurd, dat den 64-Ja-
rigen E. Claus, vader van den directeur
der fabriek, het leven heeft gekost.
Omstreeks negen uur wilde de heer Claus
een wiel óp een machine leggen. Hoe het
ongeluk precies gebeurd is, val met met
zekerheid na te gaan, doch plotseling za
gen de ln de afdeeling werkenden hoe de
heer Claus door de machine werd gegre
pen en eenige malen rondgeslingerd,
waarbij hem de kleeren van het lijf wer
den gerukt. Oogenschijnlljk had hij geen
ernstige verwondingen opgeloopen, doch
de inmiddels gewaarschuwde dr. Bloemen
uit Helmond achtte overbrenging naart
Sint Antoniusgasthuis wenschelijk. Hier
bleek, dat de toestand van het slachtof
fer ten gevolge van Inwendige verwon
dingen hopeloos was. De heer Claus lsna
enkele uren overleden.
De ouden willen vasthouden, de
jeugd wil veroveren. In de strijd
ligt de noodwendigheid evenals in
het medoogenlooze op zij zetten,
dat wel eens gebrek aan eerbied
wordt voor het bestaande. Van de
jeugd kan niet gevraagd wordèn
het breede, het zuivere, het be
dachtzame, daarvoor is zij jong.
De correctie van dit tekort komt
later, daarvoor is de eeuwige her
haling van 's levens gang.
In dit medoogenlooze ligt beko
ring. Tragisch moge de ouderen ln
zich zelf zijn en tragisch het con
flict tusschen ouderdom en jeugd,
wie gelooft, dat de groet der we
reld naar hooger plet anders gaat
dan door de strijd heen, hij vindt
goed, dat het zoo gaat en ziet, dat
het onvermijdelijk ls de botsing
tusschen de afstervende vonk en
de opkomende geslachten. Het eene
geslacht leeft in haar bloei en
heeft haar waarheden en Inzich
ten gevonden, voor haar een kost
baar goed; een nieuw geslacht
komt op, breekt het gevondene af
en bouwt haar waarheden In haar
overtuigdheid.
Wij zien het m al zijn algemeen
heid gelden als de noodzakelijke
wet en dan voelen wij ook dit, dat
al die strijd niet gaat om de wil
van de een tegen den ander, om
gril of willekeur, dat de strijd niet
is het gezochte en het toevallige,
maar dat hij is een altijd wisselen
de gedaante van alle wereld.
Wij kunnen een algemeenheid
zien en dat richt onze blik op het
groote en dat ia goed, maar het
groote moet ook altijd weer per
soonlijk worden ervaren en beleefd.
Wij zien het zich voltrekken ln af
zonderlijke levens en dan komen
de pijn en de smart. WIJ kunnen
de groote levensvragen bepeinzen
en onze theorieën opstellen iets
anders is het de dingen zelf te er
varen en ze door ons heen te laten
gaan. Dan komen wij aan het le
ven zelf en zitten niet meer in de
bespiegelingen en in de theorieën.
Offers moeten gebracht worden,
want nooit maken wij onvermengd
het proces van gedachte nstrQd
en persoonlijke gevoelens door.
Daar ligt wel de richting; in het
offer, dat gebracht moet worden
en dat het ideale is en waarbM
dan het persoonlijke ondergaat, wij
moeten begrijpen, dat het oogen-
blik in ons leven komt, waarop wij
afstand hebben te doen, het Werif
moeten overlaten en ^an uit dé
aanschouwing de wereld gade*
slaan.
Daarvoor ls maar één weg, die
der zelfverzaking, wij moeten de
zaken leeren zien in het middel*
punt, niet van ons zelf. wU moeten
kunnen uittreden uit ons zelf:
niet wanen, dat zonder ons de
wereldgang zou worden onder-
broken.
Roman van Liefde en Misdaad
door REENHOLD ORTMANN.
47
..Dat is onmogelijk! U kunt toch zeker
Wel begrijpen, dat lk zulk een groote som
Olefc ln baar geld voorradig heb."
Sandory nam het verzegelde pakket, dat
hij op de schrijftafel geworpen had, weer
PP
„Dan geef ik u tot morgen tijd, het
geld bijeen te brengen. Zend dan maar
een van je boekhouders met dit bedrag
naar mijn hotel! Ik zal dan aan den
brenger van het bedrag de effecten, waar
van lk de aanduidingen hier laat, ter
hand stellen."
„Maar lk weet werkelijk niet, of het mij
mogelijk zal zijn."
Laten we daarover niet veel woorden
verspillen," gaf Sandory daarop kort en
op bevelenden toon ten antwoord. „Die
«aak moet binnen de eerste vier-en-twln.
Ug uur ln orde zijn, verstaan? Het
moet voor elkaar komen. Wat kan het
dan nog baten, er lang en breed over
te sprekenI"
De bankier zag de lijst van de effecten
vluchtig ln en borg ze dan op ln een
vakje van zijn schrijftafel. Dat was een
stomme verklaring van accoord-gaan met
de opdracht en de bezoéker scheen daar
geheel mee tevreden, want hij beschouw
de het onderwerp, waarover ze tot nog
toe gesproken hadden, als afgehandeld.
Terwijl hU een weinig achterover leunde
in zijn stoel en Frans Norrenberg aan zag.
teide hij plotseling op harden, vljandigen
toon: „En nu iets van particulieren aard!
U hebt achter mij rug de eene of andere
schurkenstreek uitgehaald, waardoor ie
hoopte, mij kwijt te raken. Nu verzoek lk
je, niet nog bovendien de laagheid te heb
ben het ook nog te loochenen."
De zieke, gebroken man was veel te
zwak en afgemat om nog een strijdvaar
dige houding aan te nemen.
„Ik weet natuurlijk niet, wat ik zou
kunnen loochenen." antwoordde hij bijna
zonder belangstelling in het onderwerp,
„want lk heb heelemaal niets tegen je on
dernomen."
„Dus je hebt niet het gerecht of de
Waldenburgache politie op mij opmerk.
zaak gemaakt hebt geen Snonyme
aanklacht ten opzichte van mij Inge
diend of door een ander laten indie
nen?"
,Jk moest toch wel van mijn verstand
beroofd geweest zijn, als lk dit gedaan
had. Zou jou val dan ook niet de mijne
zijn?"
Sandory zag hem met een doordrin
genden blik aan; aan de uitdrukking,
die er lag op dit gelaat, dat in zijn gele
kleur sprak van zwakte en ongeneeslijke
krankheid, ontzenuwde zljo eerste ver
denking.
„Als je daar de waarheid gesproken
hebt, dan heb je toch nog iets ergers ge
daan dan dat waarvan lk Je zooeven be
schuldigd heb je hebt gekletst."
„Wat? Hoe kom je tot zulk een ver
onderstelling?"
„Dat zal lk je «eggen. Ik kroeg van
morgen ln de vroegte reeds bezoek van
de politie, die lk natuurlijk direct te
woord gestaan heb. De uit, aan wien
men ln deze aangelegenheid de leiding
van het onderzoek heeft toevertrouwd,
voelde er plotseling een levendige behoef
te aan, naar mijn persoonlijke aangele
genheden, ln t bijzonder naar mijn ver
leden te informeeren. Daar men mijn
papieren reeds eerder en wel dadelijk i\a
xniln aankomst ln Waldenburg onderzocht
had en, zooals van zelf spreekt, ln de
beste o^de bevonden had, durfde hij mij
niet openlijk behandelen als een ver
dacht individu. Hij gaf er daarom de
voorkeur aan. bij zijn vragen uiterst cor
rect en diplomatisch te werk te gaan;
maar hij was, tot zijn nadeel, verreweg
de stomste van ons beiden. Ofschoon hij
ongetwijfeld vast voornemens geweest
was, absoluut niets te zeggen, wist ik toch
reeds na de eerste vijf minuten, dat lk in
een anoniem schrijven er van beschul
digd was geworden, een valschen naam
te voeren en een groot strafbaar feit op
mijn geweten te hebben. In wien nu kan
ik den oorsprong van deze schurken
streek anders zoeken dan in jou, den
eenige. die van mijn verleden op de
hoogte ls?"
Frans Norrenberg luisterde in voor
overgebogen houding. Alle spieren van
zijn gelaat verrieden den hoogen 'ziels
angst.
„Ik herhaal, dat lk geen aandeel aan
dit onderzoek heb," stiet hij kuchend uit.
..Maar vertel verder wat is er nu ver
der gebeurd? Is er iets ontdekt? Word Je
nu ongemoeid gelaten?"
Sandory lachte verachtelijk. „Op sen
sturen dan een kortademigen mops, als
men hem vangen wlL Ons onderhoud had
men hem vang en wil. Ons onderhoud had
geen andere gevolgen dan dat de heeren
van de politie hij hét heengaan nqg veel
hoffelijker waren dan bij hun komst.11
„En geloof je, dat daarmee nu het ge
vaar voorbij is?"
„Ik weet het niet, want kon van den
inhoud van het schrijven geen volkomen
zekerheid ontvangen. Ik vermoed, dat het
direct aan het gerecht gericht ls geweest.
Ik moet nu even afwachten of van daar
uit nu verdere stappen gedaan worden."
„Hoe? Wil je dat afwachten? En zie Je
dan niet in, dat er war onder d«6
omstandigheden, geen andere redding
meer over ls dan een spoedige vlucht?
Ik wil je op je effecten direct alles ge
ven, wat ik aan baar geld bezit en de
rest wil ik je morgen aan een adres, dat
je me opgeeft, nazenden. Alleen, je moet
weg, nog ln dit moment moet je van
hier gaan!"
„Maak je toch niet bezorgd zonder
noodzaak!" viel Sandory hem koel in de
rede „Het ziet er naar uit, dat zulk een
opwinding je wel» eens van groot nadeel
zou kunnen zijn. Wat mij te doen of te
laten staat, weet lk zelf heel goed en jij
zou zeker de laatste zijn, van wien ik
raadgevingen zou aannemen. Nog eens
vraag lk Je: Heb Je aan iemand verra
den?"
„Neen neen! Het ls immers toch
mijn eigen belang, dat me het zwijgen
oplegt."
„Je hebt dus niemand over mijn verle
den gesproken, ook niet tegenover je
dochter?"
Frans Norrenberg wilde met dezelfde
haastige ontkenning antwoorden; maar
onder den vorschenden blik van Sandory
bleef hem het antwoord ln de keel ste
ken. HIJ wendde zijn gelaat af om dezen
blik niet langer te moeten doorstaan en
aonk nog hulpeloozer ln elkaar.
„Dus het ls juffrouw Dora," ging de
bezoeker met pnheilspellenden kalmte
voort. „En wat heb je haar verteld?"
Nu raapte de bankier nog eenmaal zijn
krachten bij elkaar. „Je vergist je, als Je
denkt, dat mijn dochter de verraderes
geweest is. Dat ls een vermetele veron
derstelling van Je. En waaraan ontleen
Je het recht, haar zulk een handelwijze
toe te dichten?"
„Dat recht ontleen ik aan mijn kennis
van het vrouwenhart. Een vrouw, die haar
liefde niet beantwoord vindt, ls nog tot
heel andere dingen ln staat, zelf*
vrouw, die van huls uit minder aAnleg
heeft om een furie te worden dan Jé
mooie dochter."
„Wat zegt u? Hebt u de liefde van mijn
dochter versmaad? Hebt u Dora li^é
voelen, dat u haar niet begeert u?"
„Ik ben tot mijn spijt door de omstan
digheden daartoe genoodzaakt geweest
Maar we zullen elkander niet bezig hou
den met uit te gaan leggen, hoe dingen,
die eigenlijk niets tot de zaak doen, zich
hebben toegedragen. De beweegredenen
van de jonge dame doorzie ik zoo klas*
en duidelijk, dat ik daarover niet behófef
te twisten. Voor mij heeft alleen betee-
kenis, na te gaan, hoe ver ze mij met
haar wraakzucht nog gevaarlijk kan zljW
Daarom; spreek ronduit en houd nieté
achter en zeg me, wat je haar verteld
hebt."
Frans Norrenberg draalde op zijn stóel
heen en weer, alsof hij door lichamelijk»
pijnen gekweld werd.
„Ik heb haar maar heel weinig verteld
bijna niets bracht hij steunend wit:
„eenige algemeenheden, die volstrekt
niets bepaalds inhielden. Ik had iramert
geen ander middel meer tot mijrt be
schikking om haar uit den ban, waariö
ze door haar ongelukkige neiging was ge-
raakt, te bevrijden. En voor mijn plicht
als vader moesten ten slotte alle overwé»
gingen zwichten."
Ik voel geen neiging, met je over J4
vaderlijke plichten te gaan spreken.
Maar over je plichten tegenover raU zul
len we het dadelijk eens worden. Mak*
vooraf nog een vraag en nu raad lk Je
ten beste, als lk Je adviseer, die vraag
geheel overeenkomstig de waarheid U
beantwoorden:
iWordt vervolgd).