PUBLICATIE.
Publicatie uit 1765, OA 301, fol. 279.
"dat daar
7o
lieten
GOUDA,
o«, Ordinarii Sud> en KIcilhZcgel- Druüér.
I By J(
gW®<2 Magiftra.it Dec Stad GOUDA in ngtinge I
K-'S r-x ntnoiiKii Ixblicnbe/ bar liet o«n1 taan bc Honden in en om bcc;e
M hg
!Xïï4" !X“ *?.STRS!
utreen/ ntll'li gcoibonnccn luccb Up beejen;
ÏDflt geen Burgers of Inwoondcrs Ijlllliic Honden op
bóeiMiVn'biic^ubr'id' 1,1,1 6,,Jt 513,1 511,1,11 111011,11 1,11,11 l0P,n/ °P ren
Cn bat baat en boben jocbanige Honden met et baab jub
Rn lurrbrn booö o,l1'>uni booi bc Dien»,, bmi bc Julliiic, bic bn.ic loc lm breje
tvribrn Qriiiiiüiiiji. j
Cu jiillui 6c bocbgiflagcn Honden gtluoipcii lucibcn in
ten |)t|)).i*Ki: m bet Bolwerk bupicn Tiendcwcp Poon.
SïerbtfB bat iiieinanb bit ccnïgt üBptbcclingen geni
Unil |)(t Ailnioullcniunhuys 0( Dixonicn, bail UiClIlC Gclinilicden ooh IIIOOICII
fionbp jiïla'/airaun tn°opl!ioubntl11 011 Po:IK 001 Ot
Aldus Gedaan en Gcrcnovccet by het Collcgic van dc
- Nbgilloat der Siad GOUDA op den lp July i?6j. En Gcpu-
Idkccrc den n dito.
HUBERT van EYCK.
Tien jaar later kwam er nog een ongemak bij: er werd gemeld "dat het getal
van de Honden zeer is vermeenigvuldigtwaar onder sommige op Menschen en
Ry-tuigen toe schieten, waar door Ongelukken zouden kunnen geschieden". Om aan
al deze overlast een einde te maken heeft men toen de volgende bepaling
bedacht: "dat daar en boven zoodanige Honden met 'er daad zullen werden doodge
slagen door de Dienaars van de Justitie, die daar toe by deeze werden gemag-
tigt". En om enige rommel in de straten te voorkomen werd er nog bijge
voegd: "En zullen de doodgeslagen Honden geworpen werden in een Gat, gegraven
in het Bolwerk buyten Tiendewegs Poort". Dat is ongeveer de plek waar nu
Klein Amerika zich bevindt. Erg humaan voor de armen en ouden van dagen
was men ook niet. Want aan steuntrekkenden van het Aalmoezeniershuis of
één van de diakonieën "van welke Gesintheden ook mogten zyn" werd eenvoudig
verboden een hond te hebben, op straffe van intrekking van die steun. In
een verordening van 1778 werd het zelfs aan de regenten van het Aalmoe
zeniershuis en diakenen toegestaan huiszoeking te doen om te kijken of er
echt geen honden in huis waren bij de steuntrekkers! Misschien vonden ze
in 1778 trouwens wel dat ze een beetje te ver gegaan waren, want nu werd
uitdrukkelijk toegestaan een hond aan een touw mee te voeren. Aan de an
dere kant mochten toen "groote Honden, Doggen, Bulhonden of bastaard Bulhon-
den" alleen gemuilkorfd op straat komen. En verder: "niemand zal vermogen
te houden eenigerhande Honden die bevonden zullen worden de menschen, paarden of
rijtuigen aan te schieten of te bijten, maar zal een ieder gehouden zijn zoodanige
Honden, zoo ras 't zelve tot zijn kennisse zal gekomen zijn te dooden of weg te
doen binnen 24 uuren na dat daar van eenige waarschouwing zal zijn gedaan; alles
mede op de boete voorschreven". Kennelijk werd de toestand nijpend geacht,
want nu werd ook elke burger gemachtigd te bekeuren: "word tot het doen
der bekeuring alle en iegelijk gequalificeert"De te volgen procedure werd
ditmaal nader gespecificeerd: "daarenboven den Dienaars der Justitie wel uit
drukkelijk gelast om alle Honden, die binnen den voorschreven tijd (=20 juli -
1 septemberzouden mogen los-loopenen waar van de Eigenaar hun niet be
kend is, of immediaat bekend gemaakt word, dood te slaan en daar van terstond
kennisse te geeven aan de Stads Aard-werkers of Vilders, dewelke gehouden zullen
zijn, denzelven aanstonds op te haaien en te werpen in een gat, ten minste van 6
voeten diep, te graaven in het Bol-werk buiten de Tiendewegs Poort". Een en
ander moet wel aanleiding gegeven hebben tot merkwaardige taferelen in de
Goudse straten! In 1794, vijf jaar na de Franse Revolutie, werd de veror
dening nog eens uitgevaardigd.