30
De
voor
nl. 'wiegedrukkenis op Gheraerts productie zeker van toepassing,
boekdrukkunst ligt nog in 'de wieg'. De wetenschappelijke omschrijving
vroege drukken, nl. 'incunabelen' (afgeleid van het Latijnse incunabula:
'windsels van een zuigeling'), laat al evenmin aan duidelijkheid te wensen
over. Alles getuigt nog van de onervarenheid van de drukkers.
Moge Gheraerts drukkunst aanvankelijk nog onvolkomenheden vertonen, de
keuze van zijn teksten was zeer geslaagd. Naast religieuze werken ("Epis-
telen en Evangeliën") verschenen er wereldlijke teksten ("De historie van
coninc Alexander"). Een opvallend verschil met de oude middeleeuwse ver
sies over de beroemde koning Alexander is de vormgeving. In de Middeleeu
wen was het gebruikelijk een verhaal in dichtvorm te schrijven. Het werd
door een voordrachtskunstenaar (of wie daarvoor doorging) voorgelezen. Het
publiek, edellieden van hoog aanzien, luisterde. Plaats van handeling: het
adellijke hof. Leeu liet echter zijn boeken in prozavorm verschijnen. Het pu
bliek dat hem voor ogen stond, was geen luisterend, maar een lezend pu
bliek. Hij drukte niet voor de hoge adel, maar voor de opkomende burgerij
die de kunst van het lezen al vaak zelf beheerste. Schone rijmklanken had
den voor de lezer geen zin. En bovendien, in rijmvorm was al zo veel gelo
gen, zo veel erbij gefantaseerd, dat het publiek argwanend stond tegenover
de zoete rijmklanken. De nuchtere prozavorm, tot die tijd gebruikt voor theo
logische tractaten, zou de waarheid aan het licht brengen. In zijn voor
woord tot de "Historie van Troyen", verschenen te Gouda in 1479, schrijft
Gheraert Leeu: "Sommigen hebben deze historie met hun rijmen versierd, zo
dat menigeen die het hoorde dacht dat het niet waar gebeurd kon zijn in
die opgedirkte vorm Gheraert kiest voor de prozatekst die garant
staat voor de waarheid. Een goed verkoopargument’ Bij Gheraert krijgt de
koper tenminste waarheid voor zijn geld.
In snel tempo drukt Gheraert Leeu nieuwe boeken. Uit zijn vroege Goudse
periode is ook de onvergetelijke geschiedenis van "Reynaert de Vos" (1479)
afkomstig. Weer getuigt de tekstkeuze van een groot commercieel inzicht van
de jonge drukker. Voor het geliefde dierenverhaal bestond immers in brede
kringen belangstelling. Leeu verfraait de uitvoering van zijn boeken. Zijn
lettertype is sterk verbeterd. Hij zoekt naar mogelijkheden om zijn boeken te
illustreren. Niet iedereen beheerste de kunst van het lezen en plaatjes kon
den veel verduidelijken. In zijn "Reynaert"-boek herhaalt Leeu een uitspraak
van de beroemde paus Gregorius de Grote (eind 6e eeuw): "De beelden sijn
der leecken lieden boeken" (:"De afbeeldingen zijn de boeken van de onge-
letterden"). De oplossing vormde de houtsnede. In een houtblok werd de af
beelding uitgesneden en de prent op de opengelaten plaats in de tekst af
gedrukt. Het eerste met fraaie illustraties voorziene boek, de "Dialogus cre-
aturarum moralisatus", verschijnt 3 juni 1480 te Gouda. De tekst bevat een
serie fabels met een moraliserende strekking. De dieren- en plantenwereld
wordt beschreven en een levenswijsheid eraan toegevoegd. Een voorbeeld:
"Van die tortel duyf Dyalogus acht en (de) tseuentich. Die tortel duyf is
die alre cuyste onder alle de voghele(n) Een kleine vergissing kan
zelfs een groot drukker als Gheraert Leeu overkomen. De houtsnede, die de
tortelduiven voorstelt, is op zijn kop afgedrukt.
Leeu was een ondernemend man. In de jaren 1482-1483 verliet hij Gouda.
Ruim een jaar rollen er geen boeken van zijn drukpers. Leeu is weg, op
reis naar het Zuiden. Zijn reisdoel: Venetië. Rijk aan ervaringen en ideeën
keert hij aan het eind van het jaar 1483 naar Gouda terug. Hij vernieuwt
zijn letterkast naar Venetiaans voorbeeld. Ook gaat hij een volkomen nieuw
genre drukken: het reisverhaal. Om een breed internationaal publiek te be
reiken, is het verslag van de spannende reis van Marco Polo naar China in
het latijn geschreven. Het boek werd een Europees succes. Het reisverhaal
van Marco Polo was immers een van de weinige bronnen om iets meer over
het Verre Oosten te weten te komen. Uit een vroeg eigendomsmerk blijkt, dat
niemand minder dan de beroemde Christoffel Columbus, de ontdekker van A-
merika, de druk van Gheraert Leeu aankocht en, zo blijkt uit de vele met
de hand geschreven aantekeningen, intensief bestudeerde’ Leeus onderne-