ig^an tie tozte! öupE ^jipafogtia arfrt en tfruentfr e tozttl öupf ie öie alrt cupffe onörr a He vogielé Die itCoe fangbe a(8 t>ocz gbaöe leeft gtjeen anöetltef m leeft <f nöe ate trie derft en foetfetCe gtjeen anöft gaöe weöer f>p özfatfet aftoee water t a t ontïaer is enöe ruttct np* menneer op een groen tarfe öaer mae een toztef öupf öie Ijoer göaöe eerlozen baööe öpe altars fizoetritl; tra 8 enöe en rooit» 31 Begin van het achten- zeventigste hoofdstuk uit de "Dialogue cre- aturarum moralisatus" Van die tortel duyf. De illustratie is op zijn kop af gedrukt. (Gouda, 2480). Hoe kon hij de verkoop van zijn boeken bevorderen? De Gouwenaar onderkende als een der eersten de kracht van de reclame. De titelpagina van een boek bood de mogelijkheid om reclame te ma ken. De inhoud van het boek werd aangeprezen: het was een "historie" die "schoene", "ghenuechlicke"(vermakelijk)"vree(m)de" was. De nieuwsgierig heid van de lezer was gewekt. Verder sierde een pakkend plaatje de titel pagina op. Voor zijn boek "Meluzine" (Antwerpen, 1491) gebruikte Leeu zelfs de titelpagina als affiche. Een prent beeldde het hoogtepunt van het verhaal uit. De echtgenoot van Meluzine gluurde door een spleet in de deur en ontdekte, dat hij met een zeemeermin is gehuwd. Sommige drukkers ge bruikten ter opluistering plaatjes, die nergens op sloegen. Leeu belooft echter aan zijn koper, dat zijn illustraties direct op de inhoud van het ver haal betrekking hebben ("na den eysch der materiën verciert"). Onder het affiche kan de boekverkoper zelf zijn adres invullen. De koper wordt aange raden zich aldaar te vervoegen: "Ende me(n) salse met vele meer andere niewe boecken vinden te coope ter plaetzen hier onder gheschreuen". Wie was Gheraert Leeu? Wat weten wij over zijn persoon? Er zijn twee ge beurtenissen uit zijn leven overgeleverd, die ons zeer aanspreken: een hoog tepunt en een dieptepunt. In zijn Antwerpse tijd geniet Leeu een internatio nale roem. Zijn verblijf in Italië heeft grote invloed op hem gehad. Latijnse boeken met een Italiaans-humanistische inslag staan nu op zijn repertoire. Zijn aanzien in intellectuele kringen is hoog. Dit blijkt wel uit het feit, dat de jonge monnik Erasmus hem in 1489 opzoekt met het verzoek, hem in de Antwerpse kringen te introduceren. Erasmus beschrijft, hoe hij de in hoog aanzien staande drukker van het klooster Steyn naar het veer over de IJssel heeft mogen begeleiden. Het oordeel van de later zo beroemde humanist en mensenkenner over de Gouwenaar is zeer positief. Erasmus noemt Leeu een "vir sane lepidus", een "bijzonder aardige vent". Onverwacht komt Leeus le venseinde. Hij wordt het slachtoffer van een noodlottig conflict. De jonge mingslust was nog niet gestild. Omstreeks 1484 neemt Leeu het besluit om Gouda te verlaten. Hij wil zijn drukkerij naar Antwerpen verplaatsen. Ant werpen was in die tijd het internationale cultuurcentrum bij uitstek. Het zijn dan ook vooral overwegingen van commerciële aard geweest, die Leeu hebben doen besluiten uit Gouda weg te gaan. Leeu was zakenman. Zijn probleem:

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1987 | | pagina 17