24
20
deze bijdrage,
wethouder.
Het
van de waterstaat was hij een bekende
jaar (1922-1946) was hij voorzitter van de Oostpolder
in Schieland. Hij trad toen af wegens het bereiken
van de gestelde leeftijd. In 1932 werd hij benoemd
tot dijkgraaf van de polder Bloemendaal en vervulde
deze functie tot 1944. In die jaren had de omschake
ling plaats van stoom- op electrische bemaling en de
verbreding van de BloemendaalsewegMede door zijn
ijver kwam dit alles tot stand en ontving hij veel
waardering. Op 2 april 1963 overleed hij op de leef
tijd van 91 jaar. Zijn echtgenote Cornelia Renettavan
Dorsser was reeds eerder overleden. Het echtpaar had
één kind, hun dochter Maria Petronella Herfst. Zij o-
verleed aan de gevolgen van een verkeersongeval op
30 juni 1976, oud 77 jaar. Zij was ongehuwd. Met
haar overleed de laatste telg van de molenbezitters
Herfst in Waddinxveen, die twee eeuwen daar hun
woonplaats hadden.
Foto van wethouder J.G. Herfst omstreeks 1930.
zich tegenover de molen "De Nijverheid". Ik weet nog heel goed, dat het be
drijf volop werkte en de wieken van de molen lustig draaiden. Molen en be
drijf waren toen in handen van de gebroeders Galama, die uit het noorden
van het land afkomstig waren en alles in huur hadden. Tot het bedrijf be
hoorde ook een kleine wagen op twee wielen, die getrokken werd door een
zei. In die tijd werkte daar een knecht, wiens naam Sturkenboom was.
gebeurde dikwijls, dat hij op de geladen kar gezeten de ezel tot lopen moest
aanmanen. Maar soms tevergeefs. Als de ezel een kuur had, bleef hij in de
poort dichtbij de Zuidkade pal staan. Dan stapte Sturkenboom van de kar
af, verschoof hier en daar een paar zakken meel en probeerde opnieuw te
starten. Gelukte dat weer niet, dan gebruikte hij ten einde raad de zweep.
Na veel moeite en geduld ging de ezel er plotseling van door! Voor het ver
voer van het korenmeel werd ook nog een platte schuit -een zgn zolderschuit
- gebruikt, die vóór de molen in de Gouwe zijn ligplaats had. Het ging toen
met vervoer van goederen anders dan tegenwoordigDe gebroeders Galama
zullen de oude molenwoning wel gekocht hebben bij hun komst naar Waddinx
veen, want toen deze werd afgebroken, werd daar het blokje van twee wo
ningen, hiervoor genoemd, voor hen gebouwd. Deze bouw vond plaats vóór
1914. In die tijd woonde Johannes G. Herfst in het huis links van de molen
en in het daaraan grenzende huis zijn broer Pieter H. Herfst. Eerstgenoemde
bleef in zijn huis wonen in tegenstelling tot zijn broer Pieter H., die naar
Zeist verhuisde en daar bleef wonen tot zijn overlijden op 17 april 1921. Zijn
woonhuis in Waddinxveen werd verhuurd aan de gemeente-secretaris A.
Kreupeling. De gebroeders Galama hebben de molen vele jaren gebruikt als
korenmolen, maar na 1925 kwam het verval. In 1929 waren de wieken er af,
het bedrijf was al eerder beëindigd na het overlijden van één der gebroeders
Galama. In het begin van februari 1931 brandden de oude gebouwen af van
de N.V. Fabrieken "Waddinxveen" voorheen A. Kempkes en Co. aan de Nesse.
In datzelfde jaar kocht deze naamloze vennootschap de molen "De Nijverheid"
met verdere bedrijfsgebouwen en het achtergelegen land en werd in de loop
van datzelfde jaar een nieuwe meubelfabriek gebouwd. In 1932 volgde de af
braak van de molen, die ruim 275 jaar had dienst gedaan. Het was de
laatste windmolen van Waddinxveen.
De molenaar J.G. Herfst was een markante figuur en een bekende persoonlijk
heid in Waddinxveen. In 1913 werd hij lid van de gemeenteraad. Vanaf 4
september 1917 was hij ambtenaar van de burgerlijke stand en als zodanig
heeft hij veel paartjes in de echt verbonden, ook in 1938 de schrijver van
Meer dan 25 jaar heeft hij dit gedaan. Vanaf 1919 was hij
Vele jaren was hij loco-burgemeester, ook met perioden inde moei
lijke jaren 1940-1945- Op het gebied
figuur. Gedurende