door A.A. van der Schans DE POSITIE VAN DE GOUDSE PREDIKANTEN TIJDENS EN NA DE POLITIEKE ONTWIKKELINGEN VAN 1787 EN 1795 33 een bewerking van de MO-scriptie van de auteur: A.A. van der Schans, De kerk op van gereformeerde en patriotsgezinde predikanten in Gouda tijdens en na de poli tieke ontwikkelingen van 1787 en 1795 (1787-1802). Bodegraven 1986. Alle verwijzingen naar ongepu bliceerde bronnen zijn in dit artikel achterwege gelaten. Tot voor enige decennia is onze achttiende eeuw in zijn geheel door de meeste historici stiefmoederlijk behandeld. Vooral over het laatste kwart van de achttiende eeuw is de laatste tientallen jaren echter veel gepubli ceerd. We denken dan met name aan de patriottentijd en het hiermee sa menhangende Verlichtingsdenken. Wel hebben de meeste publicaties hierover het nationale gebeuren tot onderwerp en leent vooral wat zich op lokaal en provinciaal niveau afgespeeld heeft, zich voor nader onderzoek. Dat hiermee inmiddels een begin is gemaakt, bewijzen de vele patriotten-scrip- ties', die de laatste jaren verschenen zijn. Voor wat Gouda betreft noemen we hier de scripties van Ter Bogt, Knoops en Oussoren (1). Ze vormen al le, behalve een noodzakelijke aanvulling op het gedateerde werk van Van Hattum over de patriotten te Gouda (2) en een correctie op het hier en daar ongenuanceerde schrijven van Muylwijk over Gouda's historie (3), ook een eigentijdse benadering van de desbetreffende historische stof. Er bestaat echter weinig literatuur, die op lokaal niveau de gevolgen de ontwikkelingen van 1787 en 1795 voor de predikanten nagaat. In de dissertatie van de oud-Gouwenaar C. Huisman wordt opgemerkt, dat over het algemeen de gereformeerde predikanten in 1795 hetzelfde lot trof als de patriotsgezinde predikanten in 1787 (4). In dit artikel willen we de posi tie van gereformeerde en patriotsgezinde predikanten in Gouda ten gevolge van de gebeurtenissen in 1787 en 1795 nagaan. We willen dit doen tegen de achtergrond van de verhouding tussen kerk en staat in die tijd en de vraag stellen of en op welke wijze de geproclameerde scheiding van kerk en staat in de praktijk effect resulteert. Een goede gelegenheid hiervoor biedt een onderzoek naar de verbanning van de sterk orangistische predi kant Bussingh. Ten tijde van de politieke omwenteling in Gouda in 1787 telt de Goudse ge meente vijf predikanten. Deze zijn: P.Th. Couperus, D.J. Metske, S.F. de Moraatz, J.A. Smit en J. de Visscher. Drie van hen hebben direct met de politieke troebelen te maken gehad. De predikanten Smit en De Visscher zijn op 18 september, op de tijding van de aantocht der Pruisen naar Am sterdam gevlucht. Ds Smit heeft zich later verdedigd door te zeggen dat hij zijn vrouw in veiligheid wilde brengen. Dit doet reeds vermoeden dat hij van de 'orde-herstellersniet veel goeds verwachtte. Naar zijn zeggen had hij de bedoeling zo snel mogelijk naar de gemeente terug te komen, maar door de schrikbarende berichten, die hij uit Gouda ontving, zag hij zich genoodzaakt tweeëneenhalve maand weg te blijven. Ds de Visscher, van wie we verder geen reden voor zijn absentie vernemen, keert na twee weken weer terug. Volgens Muylwijk heeft hij gematigd met de patriotten meegedaan (5). Ds Couperus woont op het moment van de beroeringen in Gouda een vergadering van het departement van de Oeconomische Tak der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen bij. Zijn zoon, de baljuw, die als een vurig patriot bekend staat, zou tijdens de woelingen in Gouda om gekomen zijn. Dit laatste blijkt een loos gerucht te zijn. Vader Couperus keert pas na ruim drie maanden naar Gouda terug. Van de twee overige predikanten, De Moraatz en Metske is niet bekend dat hun gedrag beïn vloed is door de gebeurtenissen van 1787. Ds de Moraatz is tijdens de verwikkelingen vijfenzeventig jaar, voortdurend sukkelend en bijna niet in staat zijn dienst waar te nemen. Van ds Metske is bekend, dat hij wat zijn politieke kleur betreft, orangistisch is. Dit artikel is een bewerking van de MO-scriptie van de wip. De positie van gereformeerde en patriotsgezinde predikanten in Gouda tijdens van In

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1987 | | pagina 3