De hel van Buchenwald 35 Op welke wijze is zoo'n Konzentrationslager ingericht, zal menigeen vragen. Buchenwald is gelegen op de helling - waarschijnlijk de noordelijke - van een berg in beboschte omgeving. Boven op het plateau bevinden zich groote SS-kazernes, slechts gedeeltelijk bezet, verder kantines, hospitalen en op de zuidelijke helling mooie villa's, bewoond door den commandant en zijn officieren. Deze gebouwen zijn allen van steen en er werd steeds in en aan gewerkt door de gevangenen. Komt men uit de vrije buitenwereld, dan ziet men op een kruispunt van wegen een, uit een beukenstam gehouwen wegwijzer, met twee armen. De ééne arm wijst in de richting van de SS-kazernes en op deze arm staan, kunstig gebeeldhouwd, de half levensgroote figuren van vroolijke Duitsche soldaten, die Dit vonnis, zonder nadere motiveering of behoorlijk verhoor, moest worden ondertekend.8 Ik was Schutzhaftling geworden en onder nr. 4495 inwoner van het concentratiekamp. Daarbij de strenge winter 1941-1942 voor den boeg. Reeds einde October viel de eerste sneeuw. Het begon met 3 uur in de houding staan bij de ingang. De smeedijzeren hekken, die de toegang vormden, stonden open. Tusschen het ééne hek en de muur bevond zich een Pool, die ik weet niet wat misdaan had. iedere tien minuten trad een SS-officier naar buiten en duwde met alle kracht tegen het hek, als moest de man erachter platgedrukt worden. Vervolgens werd het [hek] op een kier geopend en met een lange rotting erop [los] geslagen, zoodat het bloed uit neus, mond en ooren over het gelaat stroomde. Er gaat natuurlijk heel wat in een menschenziel om, als men naar zulk bedrijf drie volle uren moet kijken. En het voorspelde niet veel goeds voor mijn entree. "Het veel gebruikte woord, dat nood leert bidden, krijgt in de werkelijkheid van 't heden glans", kon ik toen een dichter in gevangenschap wel nazeggen. Eindelijk werd mij het nieuwe verblijf aangewezen-, het was blok 14, waar circa 160 Hollanders zaten. Block-oudste was een Beiersch communist, een naar verhouding gemoedelijk man, die slechts zelden een lotgenoot sloeg. Dan had het slachtoffer het ook verdiend. Een paar maal redde deze oudste mij voor de indeeling bij een vernietigings commando.9 leder die in het concentratiekamp binnenkomt, wordt kaal geknipt van top tot teen en daarna in een kuip ijskoud zwavelhoudend water ondergedompeld. Vervolgens een douc[h]ebad, inname van alle bagage en kleeding, waarna het boevenpak wordt aan getrokken. Van dit laatste bewaar ik nog heden een staaltje in mijn portefeuille. 8 Een Schutzhaftbefehl mocht sinds augustus 1941 alleen aan de gevangenen worden getoond, voor zover zij buitenlanders waren. De Duitsers wilden zo voorkomen, dat de vijandelijke propaganda, via een ontsnapte gevangene, het document in handen zouden krijgen. De gevangene moest met zijn handtekening bekrachtigen dat het stuk hem was getoond. Schutzhaft is een algemene term voor het in gevangenschap nemen tb.v. de staatsveiligheid en bij de toepassing ervan onthielden de Duitsers zich van al wat min of meer leek op openbaarheid. Een vraag waarop nog geen antwoord kan worden gegeven, is waarom voor Polet een uitzonderingspositie gold to.v. de overige gijzelaars van zijn groep. Polet wist het zelf ook niet Op een desbetreffende vraag antwoordde hij in 1970: "Er was een Wehrmachtvonnis, omdat hij de Wehrmacht zou hebben benadeeld door door te gaan met verboden vergaderingen!Polet zei bij die gelegenheid ook niet te weten waarom hij tenslotte naar Haaren mocht vertrekken. Het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie te Amsterdam kon op deze vragen ook geen antwoord geven, zo berichtte men mij op 16 maart 1995. Bij mevrouw Binee-Polet leeft de gedachte, dat verraad vanuit Gouda mogelijkerwijze een rol heeft gespeeld bij de behandeling van haar vader, die strenger was dan van de overige gijzelaars van de groep waarvan hij deel uitmaakte. 9 waarschijnlijk bedoelt Polet hier de Aussenkommandos. K.R. van Staal schrijft hierover in Terug uit de hel van Buchenwald (Amsterdam 1945) 15: "Op transport gesteld te worden naar een buiten-commando was levensgevaarlijk, velen kwamen er niet van terug. Vooral oorden met vrouwenamen als Dora, Laura, waren heel slecht, haast net zo slecht als Mauthausen, Langenstein en de G.S.IIl-transporten.“

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 13