Het vertrek 47 aantal slagen brachten de slachtoffers het er niet levend af. Ook zette men de te straffen persoon wel op een sintel- of cokeshoop, waar het slachtoffer in weer en wind en zonder voedsel bleef staan, tot hij vanzelf ineenzakte. Een andere straf was de bevestiging aan een paal, waarbij de voeten juist even van de grond bleven en als gevolg [daarvan] de gewrichten werden uiteengerekt. Men begrijpt, dat deze strafoefeningen wel voldoende waren om de geringste poging tot verzet in de kiem te smoren. Inderdaad het was: "een vervloekte appèlplaats, vervloekt iedere dag!" Meestal richt men na het beëindigen van oorlogen gedenkteekenen op-, maar dan mocht men dit wel allereerst doen voor de onbekende martelaren, die jaar op jaar, in de concentratiekampen hebben doorgebracht! Daar is geen pen, die den diepen zin van het lijden kan beschrijven en iedere taal schiet te kort om al den weedom in woorden uit te drukken! Ik verhaalde niet van hetgeen men speciaal de joden deed ondergaan, van hun afzondering, met goede voeding en ontslagen van allen arbeid, maar alleen om hen door inspuitingen met serums, als proefdieren te exploiteeren. Van de groep die daarvoor in Buchenwald werd gehuisvest, in dezelfde Blocks waarin voorheen de Indische gijzelaars waren ondergebracht, kende ik ook een Nederlander, waarmede in tevoren in één der commando’s had gewerkt. Bovenstaand, onopgesmukt en controleerbaar verhaal, over het leven in het concentratiekamp Buchenwald eindigt hier. 25Men kan uit de vorige zin de conclusie trekken, dat Polet wist wat er met hem zou gebeuren, toen hij in in de bunker terecht kwam, maar dit was niet het geval. Elders schrijft hij: "Na een verblijf in het Geuzenbloqk] van half september ’41 tot medio (sic) februari 1942 -het was een zeer strenge winter- klonk weer een oproep door de kampradio. Uitkleden, keuring, opsluiting in een bunkercel, onbekend of het een fusillering of overplaatsing betrof.” In een Duits boekje lazen we: "lm linken Flügel des Torgebaudes befand sich der berüchtigte Bunker. Den Bunker benutzte die SS zur Erpressung von Gestandnissen durch sadistische Grausamkeiten, zur dauernden Isolierung und zur Ermordung der HafUinge. Eine Einweisung in den Bunker kam einem Todesurteil geleich." Bij zeker morgenappèl werd mijn nummer, met dat van enkele anderen, afgeroepen. Met angst en vreeze, maar ook met stille hoop in het hart, vraagt men zich af, wat dit beteekenen zal. Er zijn zoo veele mogelijkheden: dood door kogel of galg; verplaatsing naar een ander, misschien nog slechter kamp; misschien o, vonksken van hoop naar een kamp in 't Vaderland? Niemand die het weet, in ieder geval niemand die het zou durven mededeelen. Onmiddellijk wordt een opgeroepene afgezonderd en begeleid naar het hospitaal om een keuring, [naar] de barak om het overtollige weg te deelen en het hoog nodige mede te nemen, [naar] de keuken om een dagrantsoen brood en naar de effecten kamer om de kampkkleeding te verwisselen met de eigen kleeding. De beproefde methode, ontkleeding in de ééne zaal en bekleeding in een andere, maakt het medenemen van ook maar de kleinste snipper papier onmogelijk. Geen zakdoek, kam of zeep, letterlijk niets. Dienzelfden middag was er geen vervoersgelegenheid. Dus volgde bewaring in één der bovengenoemde bunkers.25 Een cel zonder eenig gerief, zonder water, zonder toilet. Er mocht niet "geklingeld" worden 's nachts, aldus de bewakers, zelf ook gestraften, maar gehard in de loop der jaren. Het vroor hard dien nacht en binnen, in de betonnen cel, was het niet veel warmer dan buiten. In een regenjas gehuld strekten wij, getweeën Hollanders, ons uit. De derde [zat] in een cel naast ons. Geen stroozak of deken werd gebracht.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 25