48 Maar aan alles komt een einde tenslotte, ook aan zóó'n nacht en des morgens zeer vroeg, terwijl het in de natuur nog donker was, bracht men ons naar de bureaux, waar een verklaring geteekend moest worden, bevattende het met de dood bedreigde verbod, ooit iets mede te deelen over de behandeling of het wedervaren in het pas verlaten concentratiekamp. Het transport In een dichte overvalwagen werd naar het station Weimar gereden. Hier voor het eerst en daarna in de volgende weken, zagen wij wat zich afspeelde op de uiteinden van de perrons der spoorwegen in het nazi-rijk. Daar stonden groote scharen op transport gestelden; Duitschers, Polen, Franschen, Nederlanders, zoowel mannen als vrouwen. Deze menschen werden van plaats tot plaats per trein naar de verschillende bestemmingen vervoerd. Kort geleden opgepakte communisten waren op weg naar het een of ander concentratiekamp. Fransche krijgsgevangenen, die zich op de stations waar zij werkten aan kleine diefstallen, van sigaretten etc., hadden schuldig gemaakt, gingen naar een gevangenis. Anderen voor de berechting van een overtreding naar een krijgsgerecht. Degenen die hun vonnis te pakken hadden, naar een strafgevangenis. Gestraften die hun vrijheid kochten door dienst bij de Kriegsmarine, waren op weg naar Kiel. Lieden die reeds in een concentratiekamp zaten, gingen naar een dito in een andere streek. Kortom, deze transporten werden grondig georganiseerd, stonden onder bevel van speciale officieren, die zorgden dat elk te zijner tijd in de juiste trein de plaats van bestemming bereikte. De gevangenen werden in speciale wagens geladen. Zoo'n wagon had een vaste bewaker, die de papieren ontving van ieder die hem werd afgeleverd. Hij zorgde op z'n beurt, dat elke gevangene op het juiste station werd uitgeladen voor verder transport. Zoo'n wagon had, links en rechts van den doorgang, in het midden een rij cellen. De bewaker had een vertrek bij den eenigen uitgang. Kookte zijn middagpotje op een gewone kachel, wat dus nogal primitief was. Eén der gevangenen werd als ganglooper aangewezen en zijn taak was de celdeuren te openen en te sluiten, voor degenen die op beurt naar het toilet moesten. Vrouwen en meisjes zaten in afzonderlijke cellen. Echter verbaasde ik mij over de echt- Duitsche geest, die er onder de op transport gestelden heerschte. Het scheen wel een vacantiereis te zijn. De jonge meisjes en vrouwen - de mentaliteit van deze dames zal wel niet best geweest zijn - hielden foto's en briefjes voor de celdeurraampjes en de jongere mannelijke bevolking welke passeerde, flirtte dan op deze wijze met de andere sexe. De Duitsche slavengeest verloochent zich zelfs in gevangenschap niet. Ook later heb ik daarvan meerdere staaltjes gezien. Geheel anders zijn de gewaarwordingen [van] gevangenen van andere nationaliteiten. Als Hollander is men, tijdens de duur van het wekenlange transport, verre van gerust. De treincellen zijn steeds overbevolkt, zoodat men zich met een staanplaats tevreden moet stellen. Er wordt voornamelijk in den vroege morgen en in de late namiddag gereden. Voor de rest van den dag worden de wagons op dood spoor gereden en is afwachten de boodschap. Zonder waschgelegenheid, zonder zeep, handdoek of zakdoek krijgt men een gevoel en uitzicht als een vuile bedelaar. Is men 's avonds eindelijk op het eindpunt van een route aangekomen, dan staat een sectie politie -met de ouderwetsche sjako op het hoofd gereed voor ontvangst. Op de verduisterde perrons moeten de gevangenen "inhaken", d.w.z. op rijen van vijf gearmd zich begeven naar tunnels of afzonderlijke vertrekken, vanwaar [ze] in inmiddels gerequireerde gevangenisauto's ingeladen, in snel tempo naar de nieuwe verblijfplaats gereden worden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 26