VAN GIJZELING, CONCENTRATIEKAMP EN GEVANGENISCEL Voorgeschiedenis De arrestatie 26 Al spoedig na de bezetting van ons land werd de vrijheid van vergadering ingeperkt. De anti- Revjolutionaire] Partij nam de Christ[elijk]-Hist[orische] Unie in de arm om, zoo elkaar steunend, sterker te staan in de moeilijke dagen die waren aangebroken. Groote vergade ringen werden gehouden. Al spoedig werden deze aan allerlei bepalingen onderworpen en daarna geheel verboden. Degenen die de vergaderingen presideerden werden successievelijk opgepakt. Tenslotte was het nog slechts mogelijk met hoogstens 20 personen samen te komen. Er ontstonden streek-contact-vergaderingen. Op deze vergaderingen, die onder leiding van Dr. [H.J Colijn zelf en andere leiders stonden, werden mededeelingen gedaan en gegevens verstrekt Deze werden dan doorgegeven in de samenkomsten welke in alle steden en daarbij behoorende omliggende gemeenten werden gehouden. In feite waren dit verzetsgroepen; de maatregelen door den bezetter genomen werden critisch besproken en middelen aan de hand gedaan om deze te saboteeren. [Even]wel, dit geschiedde alles zoo geheim mogelijk; de vijand en de verraders sluimerden niet. Eén week vóór alle politieke partijen in Nederland verboden werden, arresteerde de Duitsche politie een groot aantal personen.2 Schrijver dezes, die voor het laatst in februari 1941 met Dr. Colijn een bespreking te zijner huize had, werd op 30 juni 1941 naar Rotterdam vervoerd, terwijl een groot pakket correspondentie in beslag genomen werd. Bij het verhoor toonde de Duitsche politie niet het minste begrip voor de grondbeginselen der antirevjolutionaire] richting. Van de geschiedenis der Fransche Revolutie, van Groen van Prinsterer, van de strijd op politiek terrein in ons Vaderland wisten zij niets. "Vertrouwens man" van Dr. Colijn te zijn, bleek voldoende reden [om] iemand uit de maatschappij te verwijderen. Van den band tusschen kiezers en gekozene, zoals in een democratische staat bestaat, begrepen zij niets. Dat een wethouder door den gemeenteraad benoemd, door een eed gehouden is de belangen van de gansche burgerij te behartigen, was iets dat niet paste in het Duitsche systeem. Overigens was van iedere verdachte al een door spionage en verraad samengesteld dossier aanwezig. Verzamelpunt van uit alle oorden des lands komende gevangenen was Amsterdam. Daar werden allen in de gymnastiekzaal van een onderwijsinrichting opgesloten. Eten of drinken werd dien dag niet uitgereikt. Toch was de stemming van de groep uitstekend. Ieder nieuw aangekomene werd hartelijk begroet en oude vriendschap hernieuwd. Een Duitsche dokter verrichtte een keuring en ter demonstratie van de gevolgde methode is het wel aardig te vermelden dat hetgeen voor een urine-onderzoek noodig was, van alle heeren werd verzameld in één en dezelfde bokaal. Commentaar is hierbij overbodig. 2 Ruim negentig vooraanstaande antirevolutionairen werden gearresteerd. Onder hen waren H. Colijn en JA de Wilde, die een uitzonderingspositie kregen. Bij de overigen waren kamerleden als J. Algra, H. Amelink, G. Baas, Chr. van den Heuvel, H.W.JA Meijerink, C. Smeenk, J. Tjalma en C. van der Zaal. Verder staatsraad AAL Rutgers, J. Donner, lid van de Hoge Raad, LW.G. Scholten en J.H. Scheurer, respectievelijk voorzitter en oud-voorzitter van de Anti-Revolutionaire Jongeren Actie (ARJA) en R. Gosker, de adjunct-secretaris van het Centraal Comité (CC). Deze namen komen voor in ja de wilde en c. smeenk. Het volk ten baat (Groningen 1949) 688. Bij de stukken van Polet zit een lijst met 80 namen en adressen van geïnterneerden in barak 1 ia en 1 tb van het kamp te schoorl.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 4