30SAHM, OA 1295, fb. 459 31 Archief Herv. Gemeente St-Janskerkte Gouda, archief kerkmeesters [=KM! 317, jaarrekening der kerkmeesters 1648, fo. 115vo. 32 KM 319jaarrekening kerkmis. 1650, fo. 97. kerkarchief 69 Gezien de aantekeningen in de Goudse Kamerboeken mag verondersteld worden dat ook het Oude Testament door Pieter in 1647 gedrukt is. Het ontbreken van het jaar van uitgifte voorin de uitgave is misschien een naïeve poging om in het licht van het octrooi van Van Wouw-Ravesteyn de eigen uitgave niet al te zeer te laten opvallen, in het voorwoord vermeldt Pieter Rammesijn dat hij tot herdruk was overgegaan 'tot groot nut van de gereformeerde gemeente'. Vanzelfsprekend betrof het een herdruk van de uitgave Van Wouw-Ravesteyn en niet van zijn eigen uitgave, hoewel hij hiervan uiteraard geen verantwoording aflegt. Rammesijn heeft zijn uitgave 'op schoon schrijfpapier gedruckt', zonder de tekst geweld aan te doen, zo schrijft hij verder in zijn voorwoord. Hij had veel moeite gedaan de drukfouten te corrigeren. Hij had nog niet de beschikking over de errata- lijst van Ravesteyn, die door Ravesteyn in 1655 met privilege van de Staten van Holland en de Staten-Generaal in Amsterdam gedrukt werd29. Hij benadrukte nog eens het 'consent'\an de heren van Gouda en drukte daarom ook het Goudse stadwapen in zijn uitgave af. Een beetje reclame kon vanzelfsprekend geen kwaad. Vermeld dient bovendien te worden dat deze bijbel vergezeld is van een aantal grote, uitklapbare prenten, waarvan Rammesijn geen melding maakte. Het is derhalve niet duidelijk of deze platen er door een bemiddelde lezer los bij gekocht waren en door de binder in het boek erbij gebonden waren, of dat die er sowieso deel van uit maakten. Het eerste lijkt mijns inziens waarschijnlijker. Uit de stadsrekeningen van 1648 wordt vernomen dat Pieter Rammesijn de hierboven reeds genoemde 200 gld. heeft gekregen voor de levering van vijf bijbels30. Ook van de kant van de kerkmeesters van de St.-janskerk verkreeg Pieter enige klandizie. Op 3 januari 1649 had hij vijf vergulde bijbels voor 'op de stoeien van de burgermrs. in de kerck^ kunnen verkopen voor 120 gld., dus 24 gld. per stuk, hetgeen een behoorlijk hoog bedrag was. Ruim een jaar later wilden de heren kerkmeesters zelf ook zo'n bijbel op hun eigen kerkbank, eveneens vijf stuks, hetgeen hem een kleiner bedrag opleverde, nl. 95 gld.32, nog geen 20 gld. per stuk, maar toch nog steeds een behoorlijk groot bedrag voor een boek in deze tijd. Hieruit mag wellicht geconcludeerd worden dat de uitvoering van de bijbels voor de burgemeesters luxueuzer geweest is dan die, welke bestemd was voor de kerkmeesters. Betekent dat dan dat Rammesijn 80 gld. kreeg toegewezen voor zijn dedicatie aan de magistraat? Het ligt voor de hand dat het boekbindwerk door Pieter Rammesijn zelf of door één van zijn werknemers is uitgevoerd. Hij was het vak van boekbinder eveneens machtig. FAILLISSEMENT VOOR DE RAMMESIJNS Vader en zoon Rammesijn hebben van hun hachelijke onderneming niet gekregen wat zij ervan verwacht hadden, omdat beiden een paar jaar later geconfronteerd werden met een faillissement. Dit bankroet is vermoedelijk niet alleen veroorzaakt door de hoge drukkosten van de bijbel; de Rammesijns hadden al schulden. Pieter Rammesijn heeft in ieder geval geld 29 Le Long O.C: 815

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 11