O?'
m
*J«jt l^unc» ftea
vunllim rut
tOi’latu mt
Jan (ben y gt«F op ktnter
in
5
fiWghetHf un*»f ca ftaüdt»
<U»^«u'hVWv|)tn
jGheinr ae&udttf F kmber
,tf |S<sW Sm**
h
»tn
.1
f*
Een bladzijde uit een grafboek
l0> LM. Rollin Couquerque en A. Meerkamp van Embden, Rechtsbronnen der stad Gouda (Den Haag 1917) 469-470.
77
schrift
namen
y...
'i
middeleeuwen weinig rechtstreekse inlichtingen bezitten. Instructies van of voor kerk
meesters zijn niet bewaard gebleven. Het eerste vroedschapsboek bevat een verordening,
vermoedelijk uit 1465, waarin wordt bepaald dat 'soe wat doden dat men begraeft binnen
Sinte Janskercke ter Goude, die zullen geven van eicke graff een nobel'. Deze bepaling geldt
zelfs voor diegenen die elders in Gouda begraven worden.,0> Hoewel dat uit de formulering
niet direct blijkt moet het hier gaan over de aankoop van eigen graven in de parochiekerk.
De belangrijk
ste informatie over
het grafbeheer van de
vijftiende eeuw wordt
geleverd door het
eerste bewaarde graf
boek (1443-1489). Dit
grafboek, oorspronke
lijk slechts een klein
boekje van vier kater
nen, werd in gebruik
genomen bij de in
1443 voltooide her
bouw van de kerk na
de brand van 1438. In
kalligrafisch
werden de
van de grafeigenaars
opgetekend. De kerk
was verdeeld in zuid-
kerk, noordkerk en
middelkerk. Deze drie
beuken waren weer
onderverdeeld in 'lag
en' (rijen) van onge
veer tien graven elk.
De opsteller van het
grafboek ('hand A')
reserveerde voor elke
lage een bladzijde.
Eenmaal aan
gelegd heeft het graf
boek enkele tientallen
jaren dienst gedaan.
Namen werden door
gehaald en andere
ingevoegd in een
reeks van elkaar opvol
gende handschriften.