I8te raadplegen in het archief van de hervormde gemeente van Gouda, in de St-Janskerk. ”SAHM, foorterboek OA [Oud Archief) 507, to. 1OT. 9 okt 1620, geen borg 2OSA1IM, trouwregsterSt-Janskerk, dtb 16a, fb. 20. ondertrouw op 17 aug 1619 23Kossmann, o.C: 318 66 Eén werkje dat Rammesijn gedrukt had had veel stof doen opwaaien: een dissident geschrift van de Goudse Waalse predikant Charles Everwijn. De laatste had vanwege zijn zeer vrijzinnige opvattingen de totale Nederduits Gereformeerde en de Waalse kerk over zich heen gekregen. Everwijn was onder meer van mening dat de wereldlijke overheid meer invloed diende te krijgen op kerkelijk gebied en dat kinderen op school niet gedwongen konden en mochten worden catechisatie te volgen, indien hun ouders dat niet wensten. In de Acta van de kerkeraad te Gouda, in die van de classis Gouda18 en in de verslagen van de particuliere synode van Zuid-Holland, alsmede in die van de Waalse gemeente en synode treft men veel protesten aan tegen de opvattingen van deze dissidente predikant, maar - wat zeer opmerkelijk is - niet of nauwelijks tegen de drukker van het onorthodoxe werk. Ruim een jaar voor Pieter Rammesijn poorter van Gouda was geworden19, had hij in dezelfde plaats de Utrechtse jongedochter Beatrix of Beatrijs van Hindersteyn gehuwd20. In het trouwregister is abusievelijk vermeld dat hij afkomstig was uit Gouda. Drie van hun kinderen bereikten de volwassenheid niet, vier kinderen echter wel: jan of Johan Pieters Rammesijn; Lucretia, die later met de katholieke stadsdrukker Cornelis Dijvoort zou huwen-, Margrieta Pietersdr., de enige van de vier kinderen die op volwassen leeftijd niets van doen had met de boekhandel-, de jongste zoon Adolf, die nog bij zijn moeder woonde, toen zijn vader Pieter reeds overleden was. Johan was vermoedelijk de oudste en had het drukkersvak van zijn vader geleerd21. De dochters bleven woonachtig in Gouda, de zoons zochten later hun beroep in een andere plaats. Johan verhuisde na de dood van zijn vader en na het faillissement van beiden naar Den Haag, waar hij in de periode 1652 tot 1679 als drukker werkzaam was22. Adolf verhuisde op volwassen leeftijd naar Middelburg, waar hij rond 1682 werkzaam was in het drukkersvak23. Drie van Rammesijns kinderen kozen er derhalve voor in het voetspoor van hun vader te treden. DE GOUDSE BIJBELUITGAVE Het is niet duidelijk waarom vader en zoon het plan opgevat hebben de grote Statenbijbel te willen drukken. Wellicht meenden zij hun grote slag te kunnen slaan. Beiden hadden voordien al schulden gemaakt en bij de grote boekenuitgaven, die Pieter Rammesijn van zins was uit te brengen, moest hij op zoek naar geldschieters24. 2'de remonstrantse doopboeken voor deze tijd ontbreken. Uit de index rekeningen van het begraven in/bij de St-Janskerk 1574-1670 in si IM weten we dat in de penode 1629 t/m 1636 drie kinderen Rammesijn overleden waren. De overige kinderen worden in diverse archivalia genoemd. Het voert te ver deze hier allemaal op te sommen. 24b.v. SAIIM, ONA [oudnotariëei archief) 105A, fb. 22, 29 dec. 1625: een overeenkomst met Adriaen Vlacq, auteur en bewerker van één van de boeken bij Rammesijn gedrukt 22vlgs. de opgave van Gruys en De Wolf, Thesaurus 1473-1800... Nieuwkoop, 1989; verdere informatie in E.F Kossmann, De boekhandel te 's-Gravenhage tot het. eind van de 18de eeuw... Den Haag 1937:318-320; 416

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1995 | | pagina 8