41 SA, Missiveboek 1816,8 nov. 1816.
42.van den Brink, blz 141-148; SA, Bijlagen 1816, deel u-2,11 november 1816 (drculaire van Gedeputeerde Staten van zuid-Holland).
43SA, Bijlagen 1816, deel U-2,17 november 1816.
44.ldem, 26 november 1816.
45SA, Bijlagen 1817, deel 1,18 augustus 1817.
46Smit, blz. 194-198.
47SA, Notulen van de Raad 1816-1821, 23 juli en 7 okt 1817.
10
Helaas werd 1816, toen de winter naderde, een uitgesproken rampjaar. Door het mislukken
van de aardappel-, graan- en boekwijtoogst werden voedingsmiddelen onbetaalbaar (voor zover ze
nog te koop waren), waardoor een aanzienlijk deel der bevolking honger leed42. Een speciaal opge
richte commissie voor onderzoek naar de noden van de bevolking meldde, dat vele huisgezinnen
zich uitsluitend met aardappelschillen voedden en per etmaal minder dan een halve maaltijd kon
den gebruiken, terwijl brood al sinds lange tijd onbereikbaar was voor het gewone volk43, stads
dokter W.F. Büchner schreef in november, "...dat in de loop van de vorige en deze week reeds
enige personen door gebrek en ellende zijn omgekomen en verscheidene andere zeker nog in de
loop van deze week zullen omkomen, daar zij door de ontoereikende verzorging der armen in het
algemeen, ten prooi der grootste behoefte en armoede gelaten worden '44. Dat de stad zich na zo'n
ramp, slechts enkele jaren na de Franse bezetting niet dan langzaam herstelde, spreekt vanzelf. In
1817 werd de volksklasse van Gouda nog "waarlijk beklagenswaardig en diep verarmd" ge
noemd45.
verenigen, daar deze fabrieken niet meer dan andere zijn belast en de ingrediënten tot deze fa
briek gebezigd wordende, geheel niet of zeer weinig aan lands- of stadsimpost subject zijn "tl.
Uiteindelijk heeft de katoendrukkerij Van Bergen en Co in 1818 het onderspit moeten delven.
Oorzaken daarvan zullen de buitenlandse concurrentie46 en de geringe vraag onder de verarmde
bevolking van Gouda en omstreken zijn geweest Bovendien was Adrianus van Bergen bij koninklijk
besluit van 17 september 1817 benoemd tot burgemeester van Gouda (de stad had in die tijd drie
burgemeesters, de andere waren Lodewijk van Toulon en Pieter Frederik van Kuffeler van Hooge-
veen)47. Deze post heeft hem wellicht te weinig tijd overgelaten om zijn directeurschap van de
drukkerij nog naar behoren te vervullen.
Op 28 mei 1818 vond in het logement De Zalm de publieke verkoop plaats van de drukkerij.
Van de oorspronkelijke initiatiefnemers waren alleen nog van Bergen, van Meerten en Krom in
Gouda over. Van Kempen had zich, zoals al vermeld, vrij kort na de oprichting teruggetrokken,
Bleuland was overleden, Weldijk was verhuisd naar het landgoed "Damp en Geest" te Limmen, dat
hij had geërfd, en ook van Teutem was verhuisd, naar Utrecht
De drukkerij omvatte:
"nr. 1. Een kapitaal, hecht, sterk en sinds weinige jaren grotendeels van nieuws opgebouwd huis en
erve, met nog een huis en spoelhuis daarbij of nevens, staande en gelegen even buiten de Potter-
spoort, aan de noordzijde van de Kromme Gouwe, getekend letter W nr. 264, met een stukje tuin-