1870: EEN EIGEN BRANDSPUIT VOOR NIEUWERKERKS ‘S-GRAVENWEG door Erik den Toom 17 Dat de noodzaak er is blijkt niet alleen uit de raadsnotulen, maar ook uit de Goudsche Courant uit die tijd, uit de raadsnotulen van de vergadering van 19 juli 1869 blijkt dat er brand is geweest in de glasblazerij “De Struischvogel" op Kortenoord3. In de Goudsche Courant van zondag 15 september 1867 kan men het volgende, voor Nieuwerkerks nieuws enorme, bericht lezen: N’kerk a/d IJssel, 12 sept. Heden morgen omstreeks 11 uren, ontstond er alhier brand in een hooiberg op het dorp. Hij deelde zich spoedig mede aan het daarbij staande huis en van daar aan de aangrenzende huizen met dat gevolg, dat zes huizen in den asch werden gelegd en een tiental huisgezinnen van have en dak beroofd. Enkele personen, waaronder kranke, zijn met moeite uit de brandende huizen gered. De brandweer in deze gemeente ontoereikend zijnde tot stuiting van den brand, ontving assistentie uit het naburige Zevenhui zen. Den geheelen dag was men bezig met hetv uur zoo goed men kon te bestrijden, maar eerst in den avond kon men zeggen den brand meester te zijn. Tot laat in den nacht stegen aanzienlijke rookwolken uit de nog brandende puinhopen. De schade is vrij aanzienlijk; evenwel was het meeste tegen brandschade verzekerd. Het ontstaan van den brand wordt toegeschreven aan het broejen van hooi. Zo’n brand kan natuurlijk ook aan de kant van de ‘s-Gravenweg ontstaan en daar is dan geen brandspuit om meteen met blussen te beginnen en zou de ramp misschien nog groter zijn geweest! Op 25 februari 1870 besluit men dan ook om belangeloos een brandspuit bij raadslid Arie Hoogendijk Hz. te plaatsen aan de ‘s-Gravenweg4. Pas in de notulen van de raadsvergadering van 28 januari 1870 brengt het raadslid H.G. Holsteijn deze zaak weer onder de aandacht van de raad2. Hij stelt voor nu toch maar een brandspuit naar de 's-Gravenweg te verplaatsen. Er is volgens hem grote behoefte aan, zeker nu de toestand van de Kerklaan zo slecht is. De andere raadsleden onderkennen de nood zaak hiervan, maar willen er nu niet over praten. Omdat bij een brand aan de ‘s-Gravenweg, op Kortenoord of aan de Hoge Schielandse Zeedijk een brandpuit helemaal uit het Dorp moet komen, besluit men om met zijn allen naar een plaats voor een brandspuit te kijken. SAHM, Secretarie-archief Nieuwerkerk aan den IJssel, Notulen gemeenteraad (verder: Notulen gr) 16-4-1866 2 Notulen gr 28-1 -1870 3 Notulen gr 19-7-1869 4 Notulen gr 25-2-1870 In de notulen van de raadsvergadering van 16 april 1866 wordt melding gemaakt van een I eventuele verplaatsing van één van de brandspuiten naar en de bouw van een brand- Ispuithuis aan de ‘s-Gravenweg’. De raad besluit om daar nog even mee te wachten, want de nieuw ontworpen droogmakerij van de Kleine Plassen in Schieland zou weleens een derde brandspuit noodzakelijk maken vanwege en toename van de bevolking en de bebouwing. Daarnaast zijn de raadsleden niet overtuigd van de noodzaak van een brandspuit aan de ‘s- Gravenweg. Ook de eventuele plaats waar deze moet komen levert onenigheid op.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 1996 | | pagina 19