1I.NA, inv. nr. 1018, 1802, nr. 106.
12.Idem, nr. 107.
BSmit, biz. 101-103.
3
Artikel 14 vormde op het bovenstaande nog een aanvulling: "Dat deze fabriek, met gemeen
overlegen toestemming, weizai mogen worden uitgebreid, doch geen der deelhebbers, of werk
lieden in deze fabriek geëmployeerd, hetzij alleen of met en benevens iemand anders, staande en
gedurende deze associatie, een andere fabriek van deze aard, zullen mogen oprichten op de poe-
naüteiten ten aanzien der deelhebbers bij artikel 12 en ten aanzien der werklieden bij artikel 13
bepaald, welke laatstgemelde zich tot de nakoming van dit artikel, bij het aanvaarden van hun
dienst mede schriftelijk zullen moeten verbinden". Ook over de bedrijfsresultaten spraken de deel
hebbers af niets naar buiten te brengen. Conflicten tenslotte mochten niet voor de rechter worden
gebracht, maar moesten door bemiddeling worden opgelost11. Uit een hieropvolgend contract van
dezelfde datum blijkt, dat het geheim in bewaring werd gegeven bij van Kempen en van Bergen*2.
Tot directeur werd gekozen jan Mauritius van Kempen. Er werd bepaald dat hij nooit meer
dan ƒ1000 in kas mocht hebben en het meerdere in een gesloten kist moest doen, welke onder
eene der mededeelhebbers zal berusten en voorzien zal moeten zijn van twee onderscheidene
sloten, waarvan de sleutels zullen moeten blijven, één onder de directeur en de andere onder de
mede-gecommitteerde uit de deelhebbers".
De directeur moest het grootboek bijhouden en viermaal per jaar verantwoording afleggen
aan de andere deelhebbers. Als beloning voor zijn beheer kreeg hij het eerste jaar ƒ300, benevens
de “reis- en teerkostenterwijl voor de jaren daarop het salaris later zou worden vastgesteld. Over
het beheer van de financiën werd verder nog vastgesteld "...dat een der werklieden zal worden
belast met het houden van het kladboek en het doen van dagelijkse kleine uitgaven, en ieder
veertien dagen aan de directeur rekening en verantwoording moeten doen, zo van de uitgescho
ten penningen als van de ontvangen en afgeleverde goederen
Een zeer belangrijk punt, waar in latere contracten steeds op teruggekomen werd, was arti
kel 12: "Dat onder een of meerdere deelhebbers, volgens onderlinge schikking, schriftelijk en ver
zegeld zullen bewaard worden, de geheime bepalingen tot de constructie en werktuigkunde dezer
fabriek behorende of dezelve maar enigszins specterende, welke bij acte door hem of hen notari
eel te passeren, zal of zullen moeten declareren, dat hij of zij zonder schrifte/ijk consent der andere
deelhebbers aan niemand hoegenaamd het voorschreven geheim door woorden, geschriften, te
kening of andere middelen zal of zullen ontdekken direct of indirect, op straffe van verlies van het
eigen aandeel en betaling van 16.000, - aan de overige deelhebbersVoorts gold: "Dat iemand der
werklieden dewelke mede met deze geheimen moet bekend zijn, dezelve aan een ander komen
de te ontdekken, terstond uit zijn dienst zal worden ontslagen, met verbeurte van zijn tegoed
zijnde loon of salaris en bovendien een somma van f16.000,-, tot welk een en ander de voorschre
ven werklieden zich bij het aanvaarden van hun dienst casu quo schriftelijk zullen moeten verbin
den. "(artikel 13).
Met het afsluiten van deze contracten was de katoendrukkerij officieel opgericht, maar het is
niet bekend of ze daarna ook direct in werking trad. Erg waarschijnlijk is dat overigens niet, omdat
katoendrukkerijen, net als de meeste andere bedrijven, in de wintermaanden stil lagen13. Wel