Functie als ziekenkas
27
Dominant is de functie als ziekenkas. Doel is het uitkeren van geld bij inkomstenderving door
ziekte. Bij het balloteren van nieuwe leden wordt steevast de leeftijd vermeld en is soms
keuring door een dokter vereist. In 1938 wordt besloten om niemand boven de 40 jaar meer
als lid toe te laten. In weerwil van de naam lijkt men bij uitkeren van geld toch voorzichtig te
zijn. In 1902 komt er een ziektebriefje binnen van een lid dat naar Rotterdam is verhuisd. Hij
was nog geen week de gemeente uit of hij werd ziek zoo dat nu met alle gemeene
stemmen besloten is geen week ziekegeld te beta/e, maar hem een gratificatie van f2.00 toe
te kennen." In 1908 moet de voorzitter bij de dokter en de burgemeester onderzoeken of
ene J.V. ziek of invalide is. Het resultaat is “....dat niet kon bevestigd worden dat hij werkelijk
ziek was". De betrokkene is met een gouden handdruk van ƒ60,- lid-af. Iemand die in 1938 in
een sanatorium wordt verpleegd heeft geen doktersverklaring nodig voor zijn ziekengeld.
In hetzelfde jaar neemt de ‘Groote vergadering' het voorstel over dat wie ƒ300,- ge
trokken heeft ophoudt om lid te zijn. Wie van zijn “onophoudelijke ziekte"geneest kan wel
weer lid worden, in 1915 heeft uitgerekend voorzitter A. Doornhein zijn ƒ300,- 'getrokken' en
geeft dan een gulden terug aan de bode. Ondanks dat vindt het bestuur onder leiding van de
tweede voorzitter dat betrokkene geen lid meer is. De volgende vergadering wordt met 4
tegen 3 stemmen besloten de 'Groote vergadering’ te laten beslissen over “het geval Doorn
hein". De volgende bestuursvergadering is de eerste voorzitter weer present. Hij uit zijn er
kentelijkheid voor het opnieuw geschonken vertrouwen en hoopt weer “....eendragtelijk in
het belang der vereeniging te mogen samen werken".
H. Diemer, Vermenigvuldigde gedachten, Utrecht 1951, p.58.
8 SAHM, Secr.archief Nieuwerkerk a/d IJssel.inv.nr 443, verslag collegevergadering 9 mei 1919
De Hervormde ds Kalkman laat in 1918 via de voorzitter in het bestuur vragen “....om te
komen tot het stigten van een afdeeüng van de Christ. Nattionaale werkmansbond". Daar
weet men in Nieuwerkerk weinig van en men besluit om ds Kalkman te vragen iets over die
bond te vertellen. (De notulen vermelden geen vervolg.) De (Hervormde) Christelijk Nationale
Werkmansbond organiseerde grotendeels werklieden, maar herbergde ook kleine bazen7.
Dat aspect spoorde dus met “Ondersteuning zij ons doel".
Zeker vanaf 1901 is men als vereniging doende met het verkrijgen van Koninklijke
goedkeuring, in 1902 schrijft de Minister van Justitie dat de vereniging volgens haar eigen
reglement een verzekerings- of waarborgmaatschappij is en het verzoek dus niet kan wor
den ingewilligd, in 1903 herziet meester Tol van Openbare Lagere School Nr 2 - lang dê locatie
voor de ledenvergaderingen - dan ook gratis het reglement met het oog op goedkeuring. In
1904 worden 150 nieuwe reglementen gedrukt via schoenmaker annex boekhandelaar A.
Doornhein (de voorzitter dus). In 1921 krijgt deze ook ƒ5,- voor de arbeid tot het verkrijgen
van de Koninklijke goedkeuring. In 1937 worden de volgende 150 nieuwe reglementen ge
drukt. Qe zou toch zeggen: daar moet er toch ooit nog eens één van boven water komen!)
Naast leden heeft men ook donateurs. Glasfabrikant Sauerbier van de hut “De Struisch-
vogel” op Kortenoord geeft zo in 1908 een donatie van ƒ20,-. In 1919 besluit men de gemeen
teraad om geldelijke steun te vragen. Op 7 mei komt de brief met deze vraag ter secretarie
binnen en al op 9 mei besluiten B&w om de raad voor te stellen om “....geen subsidie te
verlenen met het oog op de geldmiddelen der gemeente."9 Het college bestaat dan uit bur
gemeester L.H.A. Würdemann en de wethouders Bom (huisarts) en Van Waasbergen (koren
molenaar).