54
Trasmolen.
Aantal: 2.
Vroegere staat voorheen werkte men met 3 knechten en 3 paarden.
Tegenwoordige staat thans 2 onderknechts en niet een paard.
Middelen tot herstel: vrede.
Wollen manufacturen, bestaande in: bloterij, wolkammerij, -kaarderij, -spinnerij, -twijnerij, -ververij,
-weverij.
Aantal: 3.
Vroegere staat in vroegere jaren alhier zeer florissant
Tegenwoordige staat redelijk.
Middelen tot herstel: 1e. vrije uitvoer en inbrengen der bewerkte goederen op vreemde territoiren,
2e. het verkrijgen der verzochte remission van de impositiën.
Consideratiën van de burgemeester.
De saai- en lakenhandel was in vorige tijden alhier ook zeer gerenommeerd, de lakenfabrieken,
weverijen, wolkammerijen, ja zelfs de tapijtfabrieken contribueerden van ouds af tot de welvaart
en bloei dezer stad, veel huizen pronken alhier nog met tapijten in deze stad geweven. De laatste
lakenfabriek is omstreeks 1791 of 1792 teniet gegaan.
Zeepziederijen.
Aantal: 2.
Vroegere staat zeer florissant
Tegenwoordige staat in groot verval uit hoofde der importante duurte der ingrediënten, veroor
zaakt door de langdurige oorlog.
Middelen tot herstel: vrede en daaruit voortvloeiende vrije zeevaart ter aanvoer der ingrediënten
en de nodige remission op de belastingen.
Aanmerkingen: de impost waarmee de zeep bezwaard is, kan sedert de introductie der nieuwe
ordonnantie op dit artik mede als een groot middel tot verval beschouwd worden, zijnde sedert
deze tijd het debiet ruim een derde verminderd.
7.wie na betaling van een volgens ingewikkelde regels vast te stellen bedrag een patent had verkregen (steeds voor ten hoogste een
jaar), kon zijn of haar beroep overal uitoefenen. Dit prindpe ging regelrecht in tegen dat van het gildesysteem, dat de rechten en
plichten verbonden aan een beroep strikt tot één plaats beperkte. Vele in de stad gevestigde ondernemers voelden zich benadeeld
door het patentsysteem, omdat het concurrentie veroorzaakte door mensen die elders (en dus wellicht minder) belasting betaalden.
Statistieken van industrie en manufacturen in Gouda in 1811, 1812 en 1813
In 1810 werd Nederland geheel ingelijfd bij Frankrijk. In 1811, 1812 en 1813 is er ten behoeve van
de "nieuwe” overheid, onder andere op last van de intendant van binnenlandse zaken d'Alphonse,
opnieuw statistisch materiaal verzameld. D' Alphonse heeft de door hem bijeengebrachte gegevens
verwerkt in zijn uitgebreide beschrijving van Nederland, het zogenaamde "Aperqu sur la Hollande",
dat afgerond werd op 28 april 1813, en voor het grootste gedeelte gepubliceerd is in 1900. De gege
vens in het "Aperij" zijn veelal algemeen, en voor Gouda onvolledig. In het gemeente-archief
Het ven/al in alle de bovengemelde fabrieken bezwaart het armenfonds met meer dan 1000 be
hoeftige huisgezinnen, terwijl het onbepaalde recht van patent op alle neringen en bedrijven ver
oorzaakt, dat zelfs rondzwervende vreemdelingen, ja zelfs buitenlanders zich maar kort hier op
houden, die de gezetenen, en schot en lot opbrengende burgeringezetenen ten sterkste benade
len, de stedeling ruineren, met het contante geld naar elders over te brengen en de winkeliers
buiten debiet stellen"7.